26.09.2013 Views

deze link - Hervormde WBA te Krimpen aan den IJssel

deze link - Hervormde WBA te Krimpen aan den IJssel

deze link - Hervormde WBA te Krimpen aan den IJssel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Hervormde</strong> Wijkgemeen<strong>te</strong> van Bijzondere Aard<br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong><br />

Beleidsplan 2008-2012


Inhoudopgave<br />

1. Inleiding ........................................................................................ 5<br />

2. Gemeen<strong>te</strong> zijn in Christus............................................................. 7<br />

3. De belij<strong>den</strong>de gemeen<strong>te</strong>............................................................. 12<br />

4. Kernthema 1: Het pastoraat ....................................................... 14<br />

5. Kernthema 2: De prediking......................................................... 18<br />

6. Kernthema 3: Chris<strong>te</strong>n zijn in <strong>deze</strong> wereld................................. 21<br />

7. Kernthema 4: Ca<strong>te</strong>chese............................................................. 28<br />

8. De beherende gemeen<strong>te</strong>............................................................ 31<br />

3


1. Inleiding<br />

Een nieuw beleidsplan (!?)<br />

Het vorige beleidsplan (Gefundeerd op de S<strong>te</strong>enrots, beleidsplan 2004-2008)<br />

van onze hervormde wijkgemeen<strong>te</strong> van bijzondere aard was veelomvat<strong>te</strong>nd.<br />

Zeer veel facet<strong>te</strong>n van gemeen<strong>te</strong> zijn kwamen <strong>aan</strong> de orde. Als zodanig kan<br />

het opnieuw de basis vormen voor het beleidsplan 2008-2012. Het is natuurlijk<br />

mogelijk om alles opnieuw <strong>te</strong> g<strong>aan</strong> formuleren maar dat is niet direct nodig.<br />

Tegelijk komt de gedach<strong>te</strong> op dat er in die vier jaar, afg<strong>aan</strong>de op de hoofdstukken<br />

en de thema’s wel erg veel in relatief kor<strong>te</strong> tijd <strong>aan</strong> de orde gekomen<br />

is. Is het ook niet zo dat er over een <strong>aan</strong>tal kernthema’s uitvoeriger gesproken<br />

zou kunnen wor<strong>den</strong> juist omdat ze <strong>te</strong>lkens weer het hart van de gemeen<strong>te</strong><br />

raken? Te <strong>den</strong>ken valt met name <strong>aan</strong> de prediking en het pastoraat en <strong>aan</strong>verwan<strong>te</strong><br />

thema’s.<br />

Er valt nog een aspect <strong>te</strong> betrekken bij de overwegingen voor een nieuw beleidsplan.<br />

De laats<strong>te</strong> jaren hebben we kerkelijk roerige tij<strong>den</strong> meegemaakt. Te<br />

<strong>den</strong>ken valt <strong>aan</strong> hen die onze gemeen<strong>te</strong> verlie<strong>te</strong>n na de vorming van de PKN<br />

op 1 mei 2004. Daarbij hebben enkele wijzigingen betreffende de liturgie ook<br />

voor enige onrust gezorgd. En zeker ook mag de <strong>aan</strong>trekkingskracht van evangelische<br />

groepen c.q. gemeen<strong>te</strong>n op jongeren en ouderen in onze gemeen<strong>te</strong><br />

hierbij betrokken wor<strong>den</strong>.<br />

Het bovenst<strong>aan</strong>de brengt ons tot de gedach<strong>te</strong> dat het gewenst is in het nieuwe<br />

beleidsplan <strong>te</strong> kiezen voor het consolideren van wat ons geschonken en<br />

gela<strong>te</strong>n is én <strong>te</strong>gelijk ook <strong>te</strong> streven naar verdieping van de bezinning op wat<br />

wezenlijk is voor het leven van de gemeen<strong>te</strong>.<br />

Evenals het huidige beleidsplan een Bijbels motief kent (gefundeerd op de<br />

S<strong>te</strong>enrots volgens Luk.6:46-49) is er voor het nieuwe beleidsplan een Bijbels<br />

motief. Naar <strong>aan</strong>leiding van de brieven van Paulus <strong>aan</strong> Timotheüs, waarin hij<br />

verm<strong>aan</strong>t <strong>te</strong> blijven bij de door hem verkondigde leer van het evangelie, luidt<br />

het motief van het nieuwe beleidsplan: blijf bij wat u hebt geleerd (2<br />

Tim.3:14). Blijf bij “de Heilige Schrif<strong>te</strong>n, die u wijs kunnen maken tot zaligheid”<br />

en die nuttig zijn “om <strong>te</strong> onderwijzen, <strong>te</strong> weerleggen, <strong>te</strong> verbe<strong>te</strong>ren en op <strong>te</strong><br />

voe<strong>den</strong> in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God dient volmaakt moge<br />

zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust” (2 Tim.3:15-17). We mogen niet<br />

verge<strong>te</strong>n dat dit apostolisch verm<strong>aan</strong> bij Paulus in het perspectief staat van de<br />

5


wederkomst van Christus. De apos<strong>te</strong>l noemt de wederkomst “de verschijning<br />

van onze Heere Jezus Christus” (1 Tim.6:14). Dit woord “verschijning” (epifaneia),<br />

dat ook wel zonsopgang be<strong>te</strong>kent, drukt de glorievolle wederkomst van<br />

Christus uit. Vanuit dat perspectief wekt hij Timotheüs en ons op de goede<br />

strijd <strong>te</strong> strij<strong>den</strong> en naar het geloof <strong>te</strong> grijpen en schrijft hij in fei<strong>te</strong> <strong>deze</strong> brieven.<br />

Opzet<br />

In de hoofdstukken 2 en 3 komen ach<strong>te</strong>reenvolgens ‘Gemeen<strong>te</strong> zijn in Christus’<br />

en ‘De belij<strong>den</strong>de gemeen<strong>te</strong>’ <strong>aan</strong> de orde. In de volgende vier hoofdstukken<br />

wor<strong>den</strong> de vier kernthema’s nader uitgewerkt, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n pastoraat, prediking,<br />

chris<strong>te</strong>n zijn in <strong>deze</strong> wereld en ca<strong>te</strong>chese. Daarbij wordt <strong>te</strong>lkens begonnen<br />

met een inleiding vanuit met name de eers<strong>te</strong> brief van Paulus <strong>aan</strong> Timotheüs.<br />

Ten slot<strong>te</strong> wordt in het laats<strong>te</strong> hoofdstuk één en ander geschreven over<br />

‘De beherende gemeen<strong>te</strong>’.<br />

Wat de redactie van het nieuwe beleidsplan betreft moe<strong>te</strong>n we ons er wel van<br />

bewust zijn dat het nieuwe beleidsplan een heel ander karak<strong>te</strong>r heeft dan het<br />

oude. In plaats van het formuleren van <strong>aan</strong>dachtspun<strong>te</strong>n en beleidsvoornemens<br />

vooraf, willen we de bezinning op elk thema la<strong>te</strong>n uitlopen op een gemeen<strong>te</strong>avond,<br />

waarop het resultaat ervan wordt gepresen<strong>te</strong>erd en met de<br />

gemeen<strong>te</strong> wordt besproken. Deze benadering heeft als nadeel dat het wel een<br />

heel algemeen beleidsplan is waarin concre<strong>te</strong> beleidsvoornemens wor<strong>den</strong><br />

gemist. Het gro<strong>te</strong> voordeel is dat het een open karak<strong>te</strong>r heeft en dat het uitnodigt<br />

tot een bezinning, waarvoor meer tijd is en die jaarlijks <strong>aan</strong> het einde<br />

van het seizoen op een gemeen<strong>te</strong>avond een toespitsing krijgt.<br />

Namens de kerkenraad van de hervormde wijkgemeen<strong>te</strong> van bijzondere aard,<br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong>, juli 2008<br />

Ds. J.J. Verhaar preses<br />

H.G. Leertouwer scriba<br />

6


2. Gemeen<strong>te</strong> zijn in Christus<br />

Inhoud en doels<strong>te</strong>lling<br />

Christus is het Hoofd van de Kerk, de gelovigen zijn de le<strong>den</strong>. De reali<strong>te</strong>it leert<br />

ons in de gemeen<strong>te</strong> als de gemeenschap der heiligen onderscheid <strong>te</strong> maken<br />

tussen de zichtbare kerk en de Kerk van de Heere. In de zichtbare kerk zijn<br />

gelovigen en niet-gelovigen. De Kerk van de Heere is vele malen gro<strong>te</strong>r dan de<br />

gemeen<strong>te</strong>. Vanuit het verbond en de doop ligt er een belof<strong>te</strong> van God, Die het<br />

geloof werkt, door de doop Zijn belof<strong>te</strong> betuigt en verzegelt en door het Heilig<br />

Avondmaal vers<strong>te</strong>rkt. Voor de gemeenschap der heiligen ligt er een oproep de<br />

geschonken gaven dienstbaar <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen <strong>aan</strong> de gemeen<strong>te</strong>. Er is de roeping<br />

Gods da<strong>den</strong> bekend <strong>te</strong> maken in de wereld, in woord en in daad. Er dient groei<br />

<strong>te</strong> zijn in de gemeen<strong>te</strong>, naar <strong>aan</strong>tal en naar het opwassen in de genade. Naast<br />

het ambt van alle gelovigen zijn er de bijzondere amb<strong>te</strong>n van dienaren van het<br />

Woord, van ouderlingen en van diakenen. De ambtsdragers zijn in het bijzonder<br />

geroepen dienstbaar <strong>te</strong> zijn <strong>aan</strong> Christus en Zijn gemeen<strong>te</strong>. Vanuit het<br />

ambt van alle gelovigen geldt dat elk op eigen wijze ook voor de gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong>.<br />

Gemeen<strong>te</strong>opbouw vanuit het Woord<br />

We zijn als gemeen<strong>te</strong> van Christus geroepen tot de persoonlijke gemeenschap<br />

met Christus. Dat is de basis voor de gemeenschap met elkaar en voor ons<br />

gezon<strong>den</strong> zijn en st<strong>aan</strong> in de wereld waarin we leven. Onze gemeen<strong>te</strong> is de<br />

werkplaats van de Heilige Geest. De kerk is geen bedrijf, wel een organisatie<br />

waarin gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> mogen arbei<strong>den</strong> tot eer van God en tot opbouw van<br />

de gemeen<strong>te</strong>.<br />

Gemeen<strong>te</strong>opbouw omschrijven we als het samenhangend en doelgericht<br />

handelen in afhankelijkheid van de Heilige Geest en met het oog op de eer van<br />

God en het heil van mensen, <strong>te</strong>n diens<strong>te</strong> van het samenkomen, gestal<strong>te</strong> krijgen<br />

en gezon<strong>den</strong> wor<strong>den</strong> van Christus’ gemeen<strong>te</strong> in de wereld van vandaag. In<br />

bid<strong>den</strong>d opzien tot God mogen we arbei<strong>den</strong> tot opbouw van een gees<strong>te</strong>lijk<br />

gezonde gemeen<strong>te</strong>, in het vertrouwen dat het welzijn van de gemeen<strong>te</strong> ui<strong>te</strong>indelijk<br />

niet in onze han<strong>den</strong>, maar in Gods han<strong>den</strong> ligt. Daarbij hebben we de<br />

overtuiging dat de grondlijnen van gemeen<strong>te</strong> zijn <strong>aan</strong> de Bijbel ontleend moe<strong>te</strong>n<br />

en kunnen wor<strong>den</strong>. Gemeen<strong>te</strong>opbouw rondom het Woord, waarbij de<br />

7


gemeen<strong>te</strong> groeit in genade en kennis, gemeenschap en getuigenis. Daarbij is<br />

van belang dat we nag<strong>aan</strong> hoe wij kunnen handelen zoals Jezus zou hebben<br />

gehandeld en dat we handelen in Zijn Geest. Met zelfonderzoek naar ons persoonlijke<br />

geloofsgehal<strong>te</strong> (vgl. 2 Kor.13:5) en dus onze persoonlijke relatie tot<br />

de Heere Jezus Christus (‘Hij moet wassen en wij minder wor<strong>den</strong>’) en naar het<br />

geloofsgehal<strong>te</strong> van de gemeen<strong>te</strong> als geheel. In de navolging van Christus mogen<br />

we het van Hem verwach<strong>te</strong>n en van de groeikracht van Zijn Woord. Verdieping<br />

in geloofsgehal<strong>te</strong> gaat dan samen met een bezonnen wijze van werken<br />

in de gemeen<strong>te</strong>.<br />

Gemeen<strong>te</strong>opbouw rondom het Woord vereist dat we allereerst luis<strong>te</strong>ren naar<br />

wat de Bijbel ons <strong>te</strong> zeggen heeft en daarnaast ook dat we de Bijbel onderzoeken.<br />

Op verschillende wijzen wordt daar<strong>aan</strong> in de gemeen<strong>te</strong> invulling gegeven.<br />

Vanuit dit onderzoek en de toepassing van wat de Bijbel ons leert, wor<strong>den</strong><br />

activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n uitgevoerd en ontwikkeld. Elkaar bewustmaken van het gees<strong>te</strong>lijke<br />

doel van een activi<strong>te</strong>it plaatst <strong>deze</strong> activi<strong>te</strong>it in het juis<strong>te</strong> perspectief. En het<br />

neemt de spanning weg in het ‘moe<strong>te</strong>n’ uitvoeren van activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n en legt juist<br />

de nadruk op het ‘mogen’ arbei<strong>den</strong> in Zijn gemeen<strong>te</strong>. Het gebed voor het werk<br />

in de gemeen<strong>te</strong> neemt daarbij een belangrijke plaats in. Ora et Labora.<br />

In dit beleidsplan wordt veel gesproken over de praktijk van gemeen<strong>te</strong>opbouw.<br />

De hoofdstukken in dit beleidsplan geven vorm <strong>aan</strong> <strong>deze</strong> praktijk naar<br />

de verschillende facet<strong>te</strong>n van de wijze waarop onze gemeen<strong>te</strong> functioneert en<br />

zich in en <strong>aan</strong> de wereld openbaart. Deze facet<strong>te</strong>n zijn ontleend <strong>aan</strong> de kern<strong>te</strong>kst<br />

inzake de chris<strong>te</strong>lijke gemeen<strong>te</strong> met Pinks<strong>te</strong>ren: “En zij waren volhar<strong>den</strong>de<br />

in de leer der apos<strong>te</strong>len, en in de gemeenschap, en in de breking van<br />

het brood, en in de gebe<strong>den</strong>” (Hand.2:42).<br />

De kerkenraad wil de opbouw van de gemeen<strong>te</strong> op la<strong>te</strong>n komen vanuit de<br />

principiële plaatsbepaling zoals hierboven omschreven, en gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong><br />

stimuleren vanuit <strong>deze</strong> visie in de gemeen<strong>te</strong> <strong>te</strong> arbei<strong>den</strong>. Het verdiepen van de<br />

gees<strong>te</strong>lijke basis van de gemeen<strong>te</strong>, en het elkaar stimuleren en bewustmaken<br />

is hierbij van belang. In dat kader heeft de kerkenraad beslo<strong>te</strong>n om jaarlijks<br />

één van de vier kernthema’s uit dit beleidsplan <strong>te</strong> bespreken.<br />

8


Huidige karak<strong>te</strong>ristiek van onze wijkgemeen<strong>te</strong><br />

Onze wijkgemeen<strong>te</strong><br />

Onze gemeen<strong>te</strong> staat tussen de geschie<strong>den</strong>is en de toekomst. Die geschie<strong>den</strong>is<br />

begint Bijbels bij het scheppingswerk van de God de Vader, de val van de<br />

mens en het verzoeningswerk van Christus. Na de uitstorting van de Heilige<br />

Geest ontstond en groeide de kerk wereldwijd. De gemeen<strong>te</strong> is plaatselijk<br />

voortgekomen uit de Nederlandse <strong>Hervormde</strong> Kerk, in 1935 als Evangelisatie,<br />

in 1970 als hervormde bui<strong>te</strong>ngewone wijkgemeen<strong>te</strong>. De toekomst van de<br />

gemeen<strong>te</strong> is de wederkomst van Christus, waarna geen einde meer zal zijn.<br />

Tussen geschie<strong>den</strong>is en wederkomst leeft de gemeen<strong>te</strong> in gebrokenheid. Zij is<br />

het eigendom van Christus, die Zijn kerk vergadert, beschermt en onderhoudt<br />

door Zijn Woord en Geest.<br />

Eenheid in verschei<strong>den</strong>heid<br />

Wij erkennen dat er binnen de gemeen<strong>te</strong> binnen de eenheid in het Bijbels<br />

gereformeerd belij<strong>den</strong> verschei<strong>den</strong>heid is in gaven en geloofsbeleving en de<br />

uitingen daarvan. Christus heeft als Hoofd van de gemeen<strong>te</strong> gebo<strong>den</strong> dat de<br />

Zijnen één zullen zijn. Het niet gedeeld kunnen zijn van het Lichaam van Christus<br />

is ook de basis voor de eenheid van de gemeen<strong>te</strong>. De kerk is Kerk in haar<br />

afhankelijkheid van Hem, Wiens Geest Zijn gemeen<strong>te</strong> met gaven vervult. Eenheid<br />

is dan ook eenheid in de waarheid van Zijn Woord en Geest. Deze verschei<strong>den</strong>heid<br />

kan dus nooit op gespannen voet st<strong>aan</strong> met de ons in Christus<br />

geopenbaarde waarheid. De verschei<strong>den</strong>heid in geloofsbeleving heeft altijd<br />

het Lichaam van Christus gekenmerkt. De Heilige Schrift is beslissend in het<br />

omg<strong>aan</strong> met <strong>deze</strong> verschei<strong>den</strong>heid wat betreft de ruim<strong>te</strong> en de grenzen die er<br />

zijn in Christus. Gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> moe<strong>te</strong>n in <strong>deze</strong> in<strong>te</strong>rne verschei<strong>den</strong>heid op<br />

respectvolle wijze met elkaar omg<strong>aan</strong>.<br />

In het naast elkaar best<strong>aan</strong> van verschillende kerken die nochtans de naam<br />

van Christus willen belij<strong>den</strong>, kan en mag de gemeen<strong>te</strong> niet berus<strong>te</strong>n. Het doet<br />

pijn <strong>te</strong> ervaren dat de fei<strong>te</strong>lijkheid van een gebroken kerkelijk leven, zowel<br />

plaatselijk, landelijk als in<strong>te</strong>rnationaal, <strong>deze</strong> roeping van Christus weerspreekt.<br />

Al <strong>te</strong> veel speel<strong>den</strong> in <strong>deze</strong> verdeeldheid schuldige menselijke factoren een rol.<br />

De gemeen<strong>te</strong> heeft daarom de Bijbelse roeping naar eenheid <strong>te</strong> streven, gegrond<br />

op het bevel van Christus. Daar waar het mogelijk is zal daarom gesprek<br />

en samenwerking met andere (wijk) gemeen<strong>te</strong>n, kerken en kerkgenootschappen<br />

- ook over de grenzen heen - op basis van de eenheid van het geloof<br />

plaatsvin<strong>den</strong>.<br />

9


Werken in wijken<br />

Het werken in wijken behoort tot het beleid van de kerkenraad. Tot en met<br />

het jaar 2003 wer<strong>den</strong> wijkavon<strong>den</strong> georganiseerd met gelegenheid voor bezinning,<br />

ontmoeting tussen gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> onderling en met kerkenraadsle<strong>den</strong>,<br />

toerusting, voor informatie en voor vragen. Een evaluatie in het najaar<br />

van 2003 heeft opgeleverd dat de wijkavon<strong>den</strong> in<strong>te</strong>nsief benut wor<strong>den</strong>. Vanaf<br />

2004 wor<strong>den</strong> in een verdubbelde frequentie wijkavon<strong>den</strong> georganiseerd.<br />

Namens de kerkenraad zijn daarbij de wijkpredikant, de wijkouderling, de<br />

wijkdiaken, de jeugdouderling en de bejaar<strong>den</strong>ouderling betrokken. Mede<br />

afhankelijk van het gekozen thema en de situatie in de wijk wor<strong>den</strong> mogelijkhe<strong>den</strong><br />

gezocht om ook bijdragen vanuit jongeren en andere gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong><br />

een plaats <strong>te</strong> geven.<br />

Naast <strong>deze</strong> wijkavon<strong>den</strong> ziet de kerkenraad in toenemende ma<strong>te</strong> in de gemeen<strong>te</strong><br />

wijkkringen ontst<strong>aan</strong> met een geografische basis. Dit wordt positief<br />

gewaardeerd en daarom wor<strong>den</strong> vanuit de kerkenraad hiervoor de wijkouderlingen<br />

<strong>aan</strong>gewezen als contactpersonen. Daarnaast best<strong>aan</strong> er diverse, niet<br />

specifiek <strong>aan</strong> wijken gebon<strong>den</strong> Bijbel(studie)kringen en gebedskringen, die <strong>aan</strong><br />

huis wor<strong>den</strong> gehou<strong>den</strong>.<br />

Voor het werk in de wijken is er samenwerking tussen de wijkpredikant, de<br />

wijkouderling, de wijkdiaken, de bejaar<strong>den</strong>ouderling, de jeugdouderling, twee<br />

personen van het evangelisatiebezoek<strong>te</strong>am, twee personen voor het jongerenpastoraat<br />

en één medewerker PPH (Psycho Pastorale Hulpverlening). De<br />

wijkouderling is daarbij in overleg met de wijkpredikant en de wijkdiaken verantwoordelijk<br />

voor het onderlinge contact en de uitvoering van het pastorale<br />

werk van dit wijk<strong>te</strong>am.<br />

Plaatselijke situatie in de centrale gemeen<strong>te</strong><br />

Onze gemeen<strong>te</strong> weet zich verwant met de Gereformeerde Bond in de Pro<strong>te</strong>stantse<br />

Kerk in Nederland. Vanuit het ontst<strong>aan</strong> van onze gemeen<strong>te</strong> vindt de<br />

prediking naar Schrift en belij<strong>den</strong>is noodgedwongen in een afzonderlijke hervormde<br />

wijkgemeen<strong>te</strong> plaats. We bid<strong>den</strong> dat <strong>deze</strong> situatie van tijdelijke aard is<br />

en we zoeken binnen de Pro<strong>te</strong>stantse Kerk in Nederland naar een meer volwaardige<br />

plaats voor de gereformeerde Woordverkondiging en de daarmee<br />

samenhangende positie van onze hervormde gemeen<strong>te</strong>. Dit willen we doen<br />

zonder daarbij het gereformeerde karak<strong>te</strong>r van verkondiging en gemeen<strong>te</strong> zijn<br />

<strong>te</strong> verliezen. Het hervormd zijn weegt daarbij voor ons zeer zwaar. We hebben<br />

daarbij de roeping de kerk landelijk, in de classis en plaatselijk <strong>te</strong> wijzen op het<br />

fundament van Gods Woord en de gereformeerde belij<strong>den</strong>isgeschrif<strong>te</strong>n, zoals<br />

10


genoemd in artikel I-4 van de kerkorde van de Pro<strong>te</strong>stantse Kerk in Nederland.<br />

De invulling en vormgeving van onze positionering in de Pro<strong>te</strong>stantse Kerk in<br />

Nederland is nader verwoord in hoofdstuk 3.<br />

Overschrijvingen<br />

De gemeen<strong>te</strong> kent ook le<strong>den</strong> van <strong>aan</strong>grenzende geografische gemeen<strong>te</strong>n. Zij<br />

zijn lid gewor<strong>den</strong> onder de perforatieregeling van de hervormde kerkorde. Het<br />

begrip perforatie komt in de nieuwe kerkorde niet meer voor, wel is er de<br />

<strong>te</strong>rm overschrijving voor in de plaats gekomen. Voor overschrijving is slechts<br />

de toes<strong>te</strong>mming van de kerkenraad van de ontvangende kerkelijke gemeen<strong>te</strong><br />

nodig. De gro<strong>te</strong>re vrijheid die wordt gegeven benut<strong>te</strong>n we ech<strong>te</strong>r bewust niet.<br />

Het afwijzende en <strong>te</strong>rughou<strong>den</strong>de beleid, geformuleerd in een bij de kerkenraad<br />

verkrijgbaar protocol, wordt onder de nieuwe kerkorde voortgezet. Lid<br />

zijn van de gemeen<strong>te</strong> en niet in <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong> wonen zien we als een<br />

noodoplossing. Voor zogenaamde “inburgeringssituaties” (iemand heeft zich<br />

nieuw gevestigd in een <strong>aan</strong>grenzende gemeen<strong>te</strong>) en “woonsituaties” (iemand<br />

woont al langer in een <strong>aan</strong>grenzende gemeen<strong>te</strong>) geldt dat het beleid<br />

<strong>te</strong>rughou<strong>den</strong>d is. Voor bejaar<strong>den</strong>, die in verzorgings<strong>te</strong>huis of dergelijke g<strong>aan</strong><br />

wonen, wordt een uitzondering gemaakt. Na elke <strong>aan</strong>vraag wordt een jaar<br />

wachttijd in acht genomen. In het protocol komt ook <strong>aan</strong> de orde welk contact<br />

er met de plaatselijke gemeen<strong>te</strong> en de plaatselijke kerkenraad geweest is.<br />

Indien nodig wordt er na overleg met de <strong>aan</strong>vrager door de kerkenraad contact<br />

met de plaatselijke kerkenraad gezocht.<br />

11


3. De belij<strong>den</strong>de gemeen<strong>te</strong><br />

Inhoud en doels<strong>te</strong>lling<br />

De kerkenraad hecht er beslissende waarde <strong>aan</strong> dat onze gemeen<strong>te</strong> zich gebon<strong>den</strong><br />

weet <strong>aan</strong> het gereformeerde belij<strong>den</strong>. Onze verwachting is van het<br />

Woord van de Heere alleen. De gereformeerde belij<strong>den</strong>isgeschrif<strong>te</strong>n verwoor<strong>den</strong><br />

dit nader. In <strong>deze</strong> con<strong>te</strong>xt dient het gehele beleidsplan gelezen <strong>te</strong> wor<strong>den</strong>.<br />

De kerkenraad s<strong>te</strong>mt in met de inhoud van het Convenant, zoals opges<strong>te</strong>ld<br />

door de Classis Alblasserdam. De inhoudelijke pun<strong>te</strong>n uit het Convenant zijn<br />

verder op diverse plaatsen in dit beleidsplan verwoord. Deze inhoudelijke<br />

pun<strong>te</strong>n vin<strong>den</strong> we ook <strong>te</strong>rug in de door het moderamen van de synode gegeven<br />

verklaring. Deze verklaring is bedoeld voor opname in het beleidsplan van<br />

gemeen<strong>te</strong>n die in overeens<strong>te</strong>mming met de gereformeerde belij<strong>den</strong>isgeschrif<strong>te</strong>n<br />

in de kerk willen st<strong>aan</strong>. Met ins<strong>te</strong>mming ci<strong>te</strong>ert de kerkenraad dan ook<br />

hierna <strong>deze</strong> verklaring.<br />

Verklaring met het oog op de plaats in de Pro<strong>te</strong>stantse Kerk in Nederland<br />

Als kerkenraad van de hervormde gemeen<strong>te</strong> we<strong>te</strong>n we ons door onze Nederlandse <strong>Hervormde</strong><br />

Kerk gebracht op een weg die wij niet hebben begeerd en waarover wij in het gewe<strong>te</strong>n<br />

bezwaard zijn. Wij erkennen dat wij delen in de schuld van onze kerk. Gedachtig <strong>aan</strong> het<br />

woord van de apos<strong>te</strong>l: 'indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw' (2 Tim. 2:13) we<strong>te</strong>n wij ons<br />

ech<strong>te</strong>r, zelf levend van Gods trouw, verschuldigd binnen de kerk trouw <strong>te</strong> zijn <strong>aan</strong> de roeping<br />

waarmee de Koning der Kerk, Jezus Christus ons geroepen heeft.<br />

Met de kerk belij<strong>den</strong> wij dat 'Christus een eeuwig Koning is, die zonder onderdanen niet zijn<br />

kan' (art. 27 Ned. Geloofsbelij<strong>den</strong>is) en dat Hij Zijn kerk bewaart. Daarom beloven wij dat<br />

wij ons in gehoorzaamheid zullen onderwerpen <strong>aan</strong> het juk van Christus. Wij begeren ons <strong>te</strong><br />

hou<strong>den</strong> <strong>aan</strong> de verkondiging van Zijn Evangelie, de sacramen<strong>te</strong>n <strong>te</strong> bedienen naar Zijn<br />

inzetting en de kerkelijke tucht <strong>te</strong> oefenen om elkaar <strong>te</strong> bewaren bij Zijn ontferming. Wij<br />

beloven ons <strong>te</strong> hou<strong>den</strong> <strong>aan</strong> het betrouwbare Woord van God en alle dingen <strong>te</strong> verwerpen die<br />

daar <strong>te</strong>gen zijn, hou<strong>den</strong>de Jezus Christus voor het enige Hoofd.<br />

Als wij zo als gemeen<strong>te</strong> -met vreze en beven- onze plaats innemen binnen het geheel van de<br />

verenigde kerk, verklaren wij ons gebon<strong>den</strong> <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n <strong>aan</strong> de gereformeerde belij<strong>den</strong>is. Met<br />

Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belij<strong>den</strong> in strijd is. Bij de inrichting<br />

van het leven der gemeen<strong>te</strong> zullen wij ons hou<strong>den</strong> <strong>aan</strong> de ins<strong>te</strong>llingen die met <strong>deze</strong><br />

belij<strong>den</strong>is overeens<strong>te</strong>mmen. In de gemeen<strong>te</strong> zal de nodiging tot het Heilig Avondmaal en de<br />

roeping tot het ambt uitg<strong>aan</strong> naar hen die tot de openbare belij<strong>den</strong>is van het geloof zijn<br />

gekomen. In de gemeen<strong>te</strong> zal geen andere levensverbin<strong>te</strong>nis wor<strong>den</strong> ingezegend dan een<br />

huwelijk van man en vrouw dat wettig voor de overheid is geslo<strong>te</strong>n.<br />

Omdat wij ons schuldig we<strong>te</strong>n onze gaven '<strong>te</strong>n nut<strong>te</strong> en <strong>te</strong>r zaligheid der andere lidma<strong>te</strong>n<br />

gewillig en met vreugde <strong>aan</strong> <strong>te</strong> wen<strong>den</strong>' (antwoord 55 van de Heidelbergse Ca<strong>te</strong>chismus)<br />

zullen wij de kerk en elkaar blijven oproepen om - in overeens<strong>te</strong>mming met de gereformeerde<br />

belij<strong>den</strong>isgeschrif<strong>te</strong>n van de kerk - de weg van gehoorzaamheid <strong>aan</strong> God en Zijn Woord <strong>te</strong><br />

g<strong>aan</strong>.<br />

12


De amb<strong>te</strong>n<br />

Enerzijds zijn de ambtsdragers door God <strong>aan</strong>gewezen en in dienst genomen;<br />

anderzijds komen de ambtsdragers voort uit de gemeen<strong>te</strong> zelf. Hoewel de<br />

vrouwen in de gemeen<strong>te</strong> ook bekleed zijn met het ambt van alle gelovigen en<br />

van daaruit <strong>te</strong>n volle dienstbaar kunnen en mogen zijn <strong>aan</strong> de gemeen<strong>te</strong>,<br />

maakt de Heilige Schrift duidelijk dat de bijzondere amb<strong>te</strong>n van predikant,<br />

ouderling en diaken niet door vrouwen uitgeoefend kunnen wor<strong>den</strong>. Dat<br />

maakt de positie van de vrouwen in de gemeen<strong>te</strong> niet tot een mindere maar<br />

tot een andere. Het belij<strong>den</strong>de karak<strong>te</strong>r van het ambt be<strong>te</strong>kent dat dit alleen<br />

uitgeoefend kan wor<strong>den</strong> door belij<strong>den</strong>de le<strong>den</strong>.<br />

Tot nu toe geschiedt de verkiezing van ambtsdragers in de vergadering van<br />

lidma<strong>te</strong>n op voordracht van de kerkenraad. Het beleid is erop gericht <strong>deze</strong><br />

wijze van verkiezing <strong>te</strong> handhaven, omdat op <strong>deze</strong> wijze de verantwoordelijkheid<br />

van de lidma<strong>te</strong>n – in het ambt van alle gelovigen – naast de amb<strong>te</strong>lijke<br />

verantwoordelijkheid tot zijn Bijbels recht komt.<br />

13


4. Kernthema 1: Het pastoraat<br />

Inleiding<br />

De brieven van de apos<strong>te</strong>l Paulus <strong>aan</strong> Timotheüs en Titus wor<strong>den</strong> wel Pastorale<br />

Brieven genoemd. Ze wor<strong>den</strong> zo genoemd vanwege het gro<strong>te</strong> <strong>aan</strong>tal<br />

herderlijke vermaningen. Het gaat in de Pastorale Brieven dus om Paulus’<br />

herderlijke zorg voor de gemeen<strong>te</strong>n. Bij dit pastoraat richt de apos<strong>te</strong>l zich in<br />

<strong>deze</strong> brieven met name op de ambtsdragers die geroepen zijn om zorg <strong>te</strong><br />

dragen voor de gemeen<strong>te</strong> zoals ze dat zou<strong>den</strong> doen voor hun eigen gezin (1<br />

Tim.3:5). De gemeen<strong>te</strong> wordt in dit verband getypeerd als een gees<strong>te</strong>lijk huis<br />

(1 Tim.3:15). Het pastoraat is dus allereerst een amb<strong>te</strong>lijke <strong>aan</strong>gelegenheid,<br />

maar blijft daar niet toe beperkt. In de eers<strong>te</strong> brief <strong>aan</strong> Timotheüs richt Paulus<br />

zich ook tot vrouwen, die met ambtsdragers samenwerken in de gemeen<strong>te</strong> (1<br />

Tim.3:11). Bovendien zorgt hij ook zó voor weduwen in de gemeen<strong>te</strong>, dat hij<br />

hen activeert om op kos<strong>te</strong>n van de gemeen<strong>te</strong> <strong>te</strong> dienen (1 Tim.5:3-10).<br />

Terugblik<br />

Pastoraat werd in het vorige beleidsplan getypeerd als prediking <strong>aan</strong> de huizen<br />

met geen andere doels<strong>te</strong>lling dan de prediking in het openbaar. Dat is een<br />

belangrijk uitgangspunt voor het <strong>den</strong>ken over pastoraat. Dit neemt niet weg<br />

dat bij huisbezoeken veel meer <strong>aan</strong>dacht kan wor<strong>den</strong> bes<strong>te</strong>ed <strong>aan</strong> de persoonlijke<br />

no<strong>den</strong> en omstandighe<strong>den</strong>. Ook hebben tal van facet<strong>te</strong>n van het gemeen<strong>te</strong>werk,<br />

zoals bijv. het jeugdwerk, het diaconaat en het evangelisatiewerk<br />

pastorale kan<strong>te</strong>n.<br />

Bij het pastoraat gaat het er vooral om dat ook wordt geluis<strong>te</strong>rd naar wat<br />

gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> beweegt, om zó met hen op weg <strong>te</strong> kunnen g<strong>aan</strong>. Daarom<br />

kreeg een handboek voor pastoraat de ti<strong>te</strong>l mee “Een gids voor reisgeno<strong>te</strong>n”.<br />

Maar al <strong>deze</strong> aspec<strong>te</strong>n doen niets af van het feit dat pastoraat wezenlijk verkondiging<br />

is en daarom ook allereerst amb<strong>te</strong>lijk bepaald is.<br />

Wat de vormgeving van het pastoraat betreft heeft vergeleken met het vorige<br />

beleidsplan het huisbezoek een verandering onderg<strong>aan</strong>. De wijkouderlingen,<br />

die voorheen op huisbezoek gingen met andere ouderlingen of ook ouderlingen-kerkrentmees<strong>te</strong>r<br />

of diakenen, hebben de hulp gekregen van bezoekbroeders.<br />

Dit be<strong>te</strong>kent dat een wijkouderling in zijn eigen wijk kan blijven werken<br />

en niet zoals voorheen, om het jaar met een andere ouderling in een andere<br />

wijk werkzaam is. Op <strong>deze</strong> manier ontstaat ook wat meer gelegenheid om<br />

andere bezoeken dan reguliere huisbezoeken af <strong>te</strong> leggen. Dit past geheel in<br />

14


het beleid om zoveel mogelijk tijd vrij <strong>te</strong> maken om zich <strong>te</strong> concentreren op<br />

het eigenlijke gemeen<strong>te</strong>werk.<br />

Wat is pastoraat?<br />

Er is een onderscheid tussen pastoraat en alle andere onderdelen van het<br />

gemeen<strong>te</strong>leven. Toch hangt alles met elkaar samen. Een preek heeft pastorale<br />

aspec<strong>te</strong>n, maar ook <strong>aan</strong> het jeugdwerk, het diaconaat en het evangelisatiewerk<br />

zit een pastorale zijde.<br />

Pastoraat is afgeleid van pastor en dat be<strong>te</strong>kent herder. In de beoefening van<br />

het pastoraat gaat het om herderlijke zorg. Hierbij <strong>den</strong>ken we vooral <strong>aan</strong> de<br />

Heere Zelf (Psalm 23, Jes. 40:11). De Heere staat <strong>aan</strong> het Hoofd van de kudde,<br />

leidt haar, brengt haar naar weidegron<strong>den</strong> en <strong>aan</strong> wa<strong>te</strong>r gelegen rustplaatsen<br />

en beschermt haar met de herdersstaf.<br />

In het N.T. wordt de ti<strong>te</strong>l Herder op Jezus toegepast (Johannes 10; Hebr.<br />

13:20, 21 en 1 Petr. 5:4). Hoewel er ouderlingen wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong>ges<strong>te</strong>ld wor<strong>den</strong><br />

om pastoraal werk <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n (Hand. 20:28; Ef. 4:11), blijft de herderlijke<br />

zorg in han<strong>den</strong> van de Heere Jezus. Hij zegt: “weid Mijn lammeren, hoed Mijn<br />

schapen en weid Mijn schapen” (Johannes 21).<br />

Vier aspec<strong>te</strong>n<br />

Vanuit Ezechiël 34 kunnen we zeggen dat de herder omziet naar zwakke en<br />

kwetsbare schapen. Vier aspec<strong>te</strong>n zijn er <strong>te</strong> noemen:<br />

1. Helen<br />

Mensen helpen zodat zij kunnen functioneren in de totali<strong>te</strong>it van hun best<strong>aan</strong>.<br />

Te <strong>den</strong>ken valt <strong>aan</strong> momen<strong>te</strong>n als mensen uit het ziekenhuis of een inrichting<br />

komen en <strong>aan</strong> opvang als professionele hulpverlening stopt. Heling kan ook<br />

be<strong>te</strong>kenen dat men innerlijke vrede <strong>aan</strong>vaardt om een lij<strong>den</strong>sweg <strong>te</strong> g<strong>aan</strong>.<br />

Voorbede is hier van belang.<br />

2. Bijst<strong>aan</strong><br />

Mensen troos<strong>te</strong>n die in moei<strong>te</strong>volle omstandighe<strong>den</strong> verkeren. Het gaat hier<br />

om situaties waarbij geen verandering of verbe<strong>te</strong>ring van omstandighe<strong>den</strong> <strong>te</strong><br />

verwach<strong>te</strong>n is (hier is er een raakvlak met diaconaat).<br />

3. Begelei<strong>den</strong><br />

In een tijd van individualisering is het van belang om mensen raad <strong>te</strong> geven bij<br />

allerlei vragen en keuzen (raakvlak met leren). Onder dit punt valt het vermanen.<br />

Niet <strong>te</strong> verst<strong>aan</strong> als het nemen van dwangmaatregelen, maar elkaar <strong>aan</strong>spreken<br />

op de levenswandel met het doel elkaar in liefde vast <strong>te</strong> hou<strong>den</strong>.<br />

15


4. Verzoenen.<br />

Belangrijk is het om <strong>te</strong> leren wat het is om verzoend <strong>te</strong> wor<strong>den</strong> met God. In<br />

<strong>deze</strong> door conflic<strong>te</strong>n bepaalde wereld is het nodig om uit de verzoening <strong>te</strong><br />

leven en ook elkaar <strong>te</strong> <strong>aan</strong>vaar<strong>den</strong> en <strong>te</strong> vergeven (raakvlak met de prediking,<br />

de dienst van de verzoening).<br />

Vormen van pastoraat<br />

1. Kerkdienst<br />

In een kerkdienst gaat het vooral om de ontmoeting van God met de gemeen<strong>te</strong>,<br />

maar ook de onderlinge ontmoeting is van belang. Hierbij kan gedacht<br />

wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong> de ontvangstcommissie en het bezoeken van nieuwingekomenen.<br />

2. Huisbezoek<br />

De ouderlingen die zich kunnen la<strong>te</strong>n bijst<strong>aan</strong> door een bezoekbroeder of<br />

diaken, g<strong>aan</strong> een maal per twee jaar op huisbezoek en spreken met de gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong><br />

over de vrucht op de prediking en de be<strong>te</strong>kenis van de prediking<br />

voor het leven van elke dag.<br />

3. Crisispastoraat<br />

Gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> die zich in een crisissituatie bevin<strong>den</strong>, krijgen bezoek van de<br />

predikant en de ouderling. Zij kunnen zich la<strong>te</strong>n bijst<strong>aan</strong> door PPH-ers.<br />

4. Wijkavon<strong>den</strong><br />

Mensen in een bepaalde wijk krijgen op <strong>deze</strong> wijze de gelegenheid elkaar <strong>te</strong><br />

leren kennen en naar elkaar om <strong>te</strong> zien. Ook kan men zich hier bezinnen op<br />

facet<strong>te</strong>n van het gemeen<strong>te</strong>werk.<br />

5. Kringen en verenigingen<br />

Bedoeling is dat hier geleerd wordt uit de Bijbel. Ook is het van belang <strong>aan</strong>dacht<br />

<strong>te</strong> hebben voor het wel en wee van de kringle<strong>den</strong>, zodat er een band<br />

met elkaar mag zijn. Voor hen voor wie de kerkdienst een <strong>te</strong> gro<strong>te</strong> stap is, is<br />

een kring een goed middel om langzaam in <strong>te</strong> groeien in de gemeen<strong>te</strong> (evangelisatorische<br />

spits; <strong>te</strong>vens lijn naar Echomedewerkers).<br />

6. Wijkkringen<br />

Onder verantwoordelijkheid van de wijkouderling zijn er in elke wijk een of<br />

meerdere wijkkringen.<br />

Het gevaar van een gro<strong>te</strong> gemeen<strong>te</strong> is dat mensen vreem<strong>den</strong> voor elkaar zijn.<br />

In een wijkkring kan <strong>aan</strong>dacht zijn voor de onderlinge band en zorg voor elkaar,<br />

zodat de anonimi<strong>te</strong>it wordt doorbroken. Wel dient men op de hoede <strong>te</strong><br />

zijn, dat een huiskring niet los van de gemeen<strong>te</strong> komt <strong>te</strong> st<strong>aan</strong>.<br />

7. Jeugdpastoraat<br />

16


8. Groepspastoraat<br />

Nagedacht kan wor<strong>den</strong> over het bij elkaar brengen van mensen die in <strong>deze</strong>lfde<br />

situatie zijn (bijv. geschei<strong>den</strong>en, incestslachtoffers, rouwverwerking enz.). Zij<br />

kunnen leren van elkaar.<br />

Relatie tussen pastoraat en diaconaat<br />

In de paragraaf 'Huidige karak<strong>te</strong>ristiek van onze wijkgemeen<strong>te</strong>’ in hoofdstuk 2<br />

staat onder het kopje 'Werken in wijken' al dat de wijkouderling en de wijkdiaken<br />

met elkaar samenwerken. In de paragraaf 'Vier aspec<strong>te</strong>n' in dit hoofdstuk<br />

komen zaken <strong>aan</strong> de orde waarbij er raakvlakken zijn met het diaconaat: de<br />

<strong>aan</strong>dacht voor de zieken en het bijst<strong>aan</strong> van mensen in moei<strong>te</strong>volle omstandighe<strong>den</strong>.<br />

In de praktijk gaat daarom de wijkdiaken in sommige gevallen mee<br />

met de wijkouderling op huisbezoek of legt de wijkdiaken individueel huisbezoeken<br />

af. Verder coördineert de diaconie het bezoekwerk bij bijvoorbeeld<br />

eenzamen of langdurig zieken en is er een diaconale hulpdienst om (tijdelijk)<br />

praktische hulp <strong>te</strong> verlenen.<br />

Ten slot<strong>te</strong><br />

Ondanks het belang van onderling pastoraat, blijft de predikant een spilfunctie<br />

behou<strong>den</strong>. Hij brengt deskundigheid mee, is fulltimer en komt van bui<strong>te</strong>n. Hij<br />

staat op enige afstand van de gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong>, wat de kwali<strong>te</strong>it van het pastoraat<br />

bevordert. De kerkenraad draagt eindverantwoordelijkheid voor het pastoraat<br />

in de gemeen<strong>te</strong> en dient voorop <strong>te</strong> lopen in het “oog hebben voor elkaar”.<br />

Laat de kerkenraad een <strong>te</strong>am zijn. Duidelijke werkafspraken en afbakening<br />

van werk<strong>te</strong>rrein is nodig om zó <strong>te</strong> voorkomen dat er dubbel werk wordt<br />

ged<strong>aan</strong>. Een pastoraal wijk<strong>te</strong>am bevordert de coördinatie in het pastoraat. Het<br />

is daarbij van belang dat de wijkpredikant en de wijkouderling elkaar op de<br />

hoog<strong>te</strong> hou<strong>den</strong> van de pastorale werkzaamhe<strong>den</strong>. Dit gebeurt regelmatig op<br />

de consistorievergadering. Ook wordt informatie uitgewisseld tussen de wijkouderling<br />

en de wijkdiaken over de diaconale zaken die in de wijk spelen. Te<br />

overwegen valt dat de verantwoordelijke werkers per wijk elkaar jaarlijks<br />

ontmoe<strong>te</strong>n. Pastoraal omzien naar elkaar krijgt alleen gestal<strong>te</strong> als we persoonlijk<br />

de s<strong>te</strong>m van de Herder kennen en Hem volgen en ons oefenen in het leven<br />

met de Heere.<br />

17


5. Kernthema 2: De prediking<br />

Inleiding<br />

Evenals gebruikelijk is in de andere brieven van Paulus gaat de prediking van<br />

het evangelie voorop. Daarna komen de vermaningen <strong>aan</strong> de orde. Paulus<br />

noemt zich een prediker en apos<strong>te</strong>l, een leraar der hei<strong>den</strong>en (1 Tim. 2:7).<br />

Kern<strong>te</strong>kst in de eers<strong>te</strong> brief <strong>aan</strong> Timotheüs is “dat Christus Jezus in de wereld<br />

gekomen is om de zondaren zalig <strong>te</strong> maken” (1 Tim. 1:15). Tegenover de verleidelijke<br />

spitsvondighe<strong>den</strong> van de valse profe<strong>te</strong>n in Efeze s<strong>te</strong>lt de apos<strong>te</strong>l de<br />

eenvoudige prediking van het Woord van God, de prediking van wet en evangelie.<br />

Paulus noemt het “de gezonde leer” (1 Tim. 1:10), omdat door <strong>deze</strong> leer<br />

God verheerlijkt wordt in de zaligheid van zondige mensen. Maar ook “gezond”<br />

omdat door de genade van Christus mensen leren leven naar de wet<br />

van God. Ten slot<strong>te</strong> bindt Paulus zijn gees<strong>te</strong>lijke zoon Timotheüs op het hart<br />

dit geloof(sgoed), dat hem door de geslach<strong>te</strong>n heen is overgeleverd, vast <strong>te</strong><br />

hou<strong>den</strong> (1 Tim. 1:19; 6:20; 2 Tim. 1:5,6)<br />

Terugblik<br />

De prediking staat in de eredienst centraal. In het vorige beleidsplan werd<br />

opgemerkt, dat de prediking geschiedt in gehoorzaamheid <strong>aan</strong> de Heilige<br />

Schrift en in gebon<strong>den</strong>heid <strong>aan</strong> de belij<strong>den</strong>is van de kerk, zoals <strong>deze</strong> door de<br />

Dordtse Synode in 1618/1619 is vastges<strong>te</strong>ld. De binding <strong>aan</strong> de gereformeerde<br />

belij<strong>den</strong>isgeschrif<strong>te</strong>n heeft ertoe geleid dat in het vorige beleidsplan nadrukkelijk<br />

ins<strong>te</strong>mming betuigd is met een door het moderamen van de synode<br />

gegeven verklaring betreffende de plaats in de Pro<strong>te</strong>stantse Kerk in Nederland.<br />

Dat in de leerdiens<strong>te</strong>n ’s zondags de Heidelbergse Ca<strong>te</strong>chismus een voorname<br />

plaats inneemt, blijkt nu recent opnieuw begonnen is met de behandeling van<br />

dit belij<strong>den</strong>isgeschrift.<br />

Dat er regelmatig in het consistorie gesproken wordt over aspec<strong>te</strong>n van de<br />

prediking is niet alleen een voornemen maar ook praktijk geweest.<br />

De prediking, het kloppend hart van de eredienst<br />

De prediking van het Woord van God is in de han<strong>den</strong> van de Heilige Geest van<br />

God het heilsmiddel voor de Kerk van Christus, samen met de sacramen<strong>te</strong>n.<br />

Door het Woord vergadert Christus Zijn Gemeen<strong>te</strong> (H.C., vraag en antwoord<br />

18


54), en maakt God de gelovigen zalig (1 Kor. 1:21). Vandaar dat de Woordbediening<br />

in de gemeen<strong>te</strong> in de zondagse eredienst het kloppend hart van de<br />

gemeen<strong>te</strong> is. Alle activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n van en in de gemeen<strong>te</strong> dienen vanuit de prediking<br />

van het Woord <strong>te</strong> wor<strong>den</strong> gezien; zij zijn allemaal vormen van bediening<br />

van het Woord. Dit be<strong>te</strong>kent dat ook alle amb<strong>te</strong>n en bedieningen in de gemeen<strong>te</strong><br />

op hun eigen manier dienst <strong>aan</strong> het Woord zijn. Het karak<strong>te</strong>r van de<br />

prediking van het Woord is, dat het bediening van de verzoening is. Dit wordt<br />

nog het meest duidelijk bij de bediening van de sacramen<strong>te</strong>n, maar de gewone<br />

prediking is niet minder bediening van de verzoening (Joh. 15:3). De prediking<br />

is de hoofdtaak van de predikant.<br />

De hoorders<br />

De doelgroep van de prediking in de eredienst is de gehele gemeen<strong>te</strong>, van<br />

jong tot oud. Ui<strong>te</strong>raard mogen bepaalde groepen gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> van tijd tot<br />

tijd bijzondere <strong>aan</strong>dacht krijgen, maar gewaakt dient <strong>te</strong> wor<strong>den</strong> voor eenzijdigheid<br />

in <strong>deze</strong> <strong>aan</strong>dacht. Zowel ouderen als jongeren zijn gebaat bij helderheid<br />

en levendigheid in de prediking. Omdat de Bijbel een zeer veelzijdig boek<br />

is, met vele vormen van li<strong>te</strong>ratuur, zal de prediking veelzijdig en beeldrijk zijn.<br />

De vorm en de taal van de prediking moet het doel van de prediking (kerkvergaderen<br />

en zaligmaken) dienen. De prediking dient derhalve “stich<strong>te</strong>nd” <strong>te</strong><br />

zijn. Niet eenzijdig rationeel of emotioneel of populair. De effec<strong>te</strong>n die de<br />

prediking beoogt zijn anders dan die van welke andere vorm van communicatie<br />

ook. Dit geeft <strong>aan</strong> de prediking als vorm van communicatie een geheel<br />

eigen karak<strong>te</strong>r. Ui<strong>te</strong>raard spreekt de prediking tot de hele mens; niet alleen<br />

tot zijn hoofd maar zeker ook tot zijn hart. Overigens maakt de Bijbel een<br />

dergelijke scheiding tussen hoofd en hart niet en het Bijbelse begrip “leren” of<br />

“wijsheid” slaat niet alleen op het verstand, maar ook op het hart. Het onderwijzende<br />

element in de prediking is van het groots<strong>te</strong> belang.<br />

De inhoud<br />

Het onderwerp van de prediking is de <strong>te</strong>kst van de Bijbel en in de leerdiens<strong>te</strong>n<br />

de Heidelbergse Ca<strong>te</strong>chismus. Inci<strong>den</strong><strong>te</strong>el kunnen in de leerdiens<strong>te</strong>n ook andere<br />

<strong>te</strong>ks<strong>te</strong>n tot onderwerp dienen. Te <strong>den</strong>ken valt <strong>aan</strong> De Nederlandse Geloofsbelij<strong>den</strong>is,<br />

de Dordtsche Leerregels, de Formulieren van Doop en Avondmaal<br />

etc. In de keuze van onderwerpen uit de Bijbel en de genoemde belij<strong>den</strong>isgeschrif<strong>te</strong>n<br />

wordt het kerkelijk jaar in hoofdlijnen gevolgd, omdat het goed<br />

is dat de gemeen<strong>te</strong> de heilsfei<strong>te</strong>n in heel hun diep<strong>te</strong> gepredikt krijgt, zodat het<br />

19


geloof van de gemeen<strong>te</strong> <strong>deze</strong> vas<strong>te</strong> grond als fundament ontvangt. Het is<br />

mede de taak van de ouderlingen om de predikan<strong>te</strong>n inzake de prediking <strong>te</strong><br />

adviseren over wat de gemeen<strong>te</strong> <strong>aan</strong> specifieke toerusting en stichting nodig<br />

heeft.<br />

Trinitarische prediking<br />

Inhoudelijk gezien dient de prediking “trinitarisch” <strong>te</strong> zijn, d.w.z. dat de werken<br />

van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest <strong>aan</strong> de orde komen, zoals God<br />

Zich in het Oude en Nieuwe Testament heeft geopenbaard. Het wil ook zeggen,<br />

dat de drie Personen in God niet van elkaar mogen wor<strong>den</strong> losgemaakt.<br />

Met name mag de Heilige Geest niet wor<strong>den</strong> losgemaakt van Christus. Wanneer<br />

dit gebeurt, vervalt men in geestdrijverij, waarbij een beroep wordt ged<strong>aan</strong><br />

op de Heilige Geest met verwaarlozing van de Bijbel als het Woord van<br />

God. Ook mag Christus niet wor<strong>den</strong> losgemaakt van de Heilige Geest, omdat<br />

men dan vervalt in een geloof dat het getuigenis van de Heilige Geest in het<br />

hart miskent. Heilsordelijke vragen (die van de toepassing van het Woord in<br />

het mensenleven) behoren ui<strong>te</strong>raard <strong>aan</strong> de orde <strong>te</strong> komen, evenals vele andere<br />

vragen die leven bij en in de gemeen<strong>te</strong>. Maar <strong>deze</strong> vraags<strong>te</strong>llingen dienen<br />

de prediking niet <strong>te</strong> overheersen. Deze opmerking wil zeggen dat de Bijbel, als<br />

Woord van God, haar eigen vraags<strong>te</strong>lling kent, die inbreekt in alle menselijke<br />

vragen en die <strong>deze</strong> overstijgt. Samengevat: Prediking van bovenaf en niet van<br />

bene<strong>den</strong> af. Niet de mens maar God staat centraal in de prediking van de Kerk.<br />

20


6. Kernthema 3: Chris<strong>te</strong>n zijn in <strong>deze</strong> wereld<br />

Inleiding<br />

De apos<strong>te</strong>l Paulus schrijft in zijn brieven <strong>aan</strong> Timotheüs, die op dat moment in<br />

de gemeen<strong>te</strong> Efeze verblijft, ook over de plaats die chris<strong>te</strong>nen innemen in de<br />

wereld waarin zij st<strong>aan</strong>. Nadrukkelijk brengt hij de voorbede <strong>te</strong>r sprake voor<br />

de overheid als van God gegeven (1 Tim. 2:1, 2) en vraagt hij <strong>aan</strong>dacht voor de<br />

publieke zaak. Van chris<strong>te</strong>nen wordt verwacht dat ze met een gunnend hart<br />

getuigen zijn van het heil door God bereid voor allerlei mensen (1 Tim. 2:3-7).<br />

Het chris<strong>te</strong>n zijn dient met name ook vorm <strong>te</strong> krijgen in alledaagse situaties op<br />

de werkvloer. Paulus brengt de verhouding tussen werkgever en werknemer<br />

<strong>te</strong>r sprake (1 Tim. 6:1, 2).<br />

Hij s<strong>te</strong>lt ech<strong>te</strong>r ook het gedrag van chris<strong>te</strong>nen in de chris<strong>te</strong>lijke gemeen<strong>te</strong> <strong>aan</strong><br />

de orde. Evenals in zijn andere brieven schrijft hij eerst over de leer der zaligheid,<br />

het evangelie van de Heere Jezus Christus. Maar hij schroomt niet om<br />

zich daarna tot in detail over het gedrag van mannen en vrouwen in de eredienst<br />

uit <strong>te</strong> spreken, over de plaats die bei<strong>den</strong> daarin hebben en de chris<strong>te</strong>lijke<br />

levensstijl die van hen mag wor<strong>den</strong> verwacht (1 Tim. 2:8-15).<br />

Uitvoerig toont de apos<strong>te</strong>l zijn zorg voor een kwetsbare groep in de gemeen<strong>te</strong>,<br />

de weduwen. Hij zorgt voor hen door hen in <strong>te</strong> schakelen in het werk in de<br />

gemeen<strong>te</strong> op kos<strong>te</strong>n van de gemeen<strong>te</strong> (1 Tim. 5:3-16). De plaats van vrouwen<br />

in de gemeen<strong>te</strong> is allerminst een passieve. Ook noemt hij vrouwen die kennelijk<br />

diakenen <strong>te</strong>rzijde st<strong>aan</strong> (1 Tim. 3:11).<br />

Ten slot<strong>te</strong> mag een chris<strong>te</strong>n onbekommerd genie<strong>te</strong>n van Gods goede schepping<br />

(1 Tim. 4:3-5). De omgang met geld en goed, de roeping tot soberheid<br />

onder het perspectief van het eeuwige leven vormen het thema <strong>aan</strong> het einde<br />

van zijn eers<strong>te</strong> brief (1 Tim. 6:6-19).<br />

Terugblik<br />

Een veelheid van activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n op het <strong>te</strong>rrein van diaconaat en missionair gemeen<strong>te</strong><br />

zijn heeft zich in overeens<strong>te</strong>mming met het vorige beleidsplan de<br />

afgelopen jaren ontwikkeld. Zo krijgt het diaconaal huisbezoek meer en meer<br />

een concre<strong>te</strong> invulling, waarbij er een goede samenwerking is tussen de wijkouderling<br />

en de wijkdiaken. Ook de samenwerking in het Algemeen College<br />

van Diakenen in de PKN in <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong> heeft meer gestal<strong>te</strong> gekregen.<br />

Het uitgangspunt is dat we zoeken naar samenwerking. Toch heeft elke<br />

wijkgemeen<strong>te</strong> een eigenheid die zeer waardevol wordt geacht, en waardoor<br />

21


het hart van het diaconaat dicht bij de eigen gemeen<strong>te</strong> blijft. En dat geldt niet<br />

alleen voor onze H<strong>WBA</strong>.<br />

Wat is diaconaat?<br />

De Bijbelse diakonia is meer dan medemenselijkheid. Ze is vrucht van geloof<br />

en wordt beoefend op de weg van de navolging van Christus. Ze ontspringt<br />

<strong>aan</strong> de diakonia van de verzoening. Wij moe<strong>te</strong>n niet schei<strong>den</strong> wat God samenvoegt<br />

en woord en daad bijeen hou<strong>den</strong>.<br />

We moe<strong>te</strong>n de lijn naar Jesaja 53 vasthou<strong>den</strong>. De Knecht des Heeren is ook<br />

degene die het gekrook<strong>te</strong> riet niet zal verbreken en de rokende vlaswiek niet<br />

zal uitdoven (Jesaja 42). Dat is de weg van Christus Jezus, Die Zijn leven geeft<br />

als losprijs voor velen (Mark. 10:45). Hij is bron en voorbeeld voor discipelschap:<br />

groot is wie dient.<br />

In Filippenzen 2 horen we hoe Christus de gestal<strong>te</strong> van een slaaf <strong>aan</strong>neemt en<br />

Zich vernedert tot de dood van het kruis. Ook het verhaal van de voetwassing<br />

(Johannes 13) wijst in de richting van de nederige dienst.<br />

Onderlinge gemeenschap<br />

De gaven die de Heere ons toebedeelt komen pas tot hun recht als de liefde<br />

de toon <strong>aan</strong>geeft. Als de een de ander uitnemender acht dan zichzelf. De beoefening<br />

van de onderlinge gemeenschap voltrekt zich niet alleen plaatselijk,<br />

maar heeft, zoals 2 Korinthe 8 en 9 la<strong>te</strong>n zien, ook een oecumenische dimensie.<br />

Kerken helpen kerken. Het Nieuwe Testament en de geschie<strong>den</strong>is van de<br />

Vroege Kerk la<strong>te</strong>n ons zien hoe <strong>deze</strong> onderlinge verbon<strong>den</strong>heid concreet gestal<strong>te</strong><br />

krijgt: zorg voor zieken en armen, meeleven met de lij<strong>den</strong><strong>den</strong>, omzien<br />

naar elkaar, gastvrijheid, tafelgemeenschap enzovoort. Denk <strong>aan</strong> de werken<br />

van barmhartigheid uit Mattheüs 25, die de eeuwen door voor velen zo inspirerend<br />

gewerkt hebben.<br />

Gemeen<strong>te</strong>diaconaat<br />

De diaken als representant van Christus heeft zijn plaats in het mid<strong>den</strong> van de<br />

gemeen<strong>te</strong>. De gemeen<strong>te</strong> en al haar le<strong>den</strong> zijn subject van het diaconaat. Het<br />

ambt is er, zoals we duidelijk lezen in Efeze 4, <strong>te</strong>r wille van de opbouw van de<br />

gemeen<strong>te</strong> tot een mondige gemeenschap in de wereld. Die gemeenschap<br />

komt tot uiting <strong>aan</strong> de Tafel des Heeren, waar wij brood en wijn ontvangen als<br />

<strong>te</strong>kenen en zegelen van Christus’ verbroken lichaam en vergo<strong>te</strong>n bloed en wij<br />

22


Zijn dood ge<strong>den</strong>ken totdat Hij komt. In 1 Kor. 10:16 en 17 gaat de apos<strong>te</strong>l<br />

ongemerkt over van de gemeenschap <strong>aan</strong> het lichaam van Christus naar onderlinge<br />

gemeenschap als le<strong>den</strong> van één lichaam. 1 Korinthe 11 laat zien wat<br />

de verwoes<strong>te</strong>nde werking is als rijken en armen elkaar niet werkelijk ontmoe<strong>te</strong>n<br />

<strong>aan</strong> die ene Tafel, maar in conflict leven. Dan onderschei<strong>den</strong> we het lichaam<br />

van Christus niet en e<strong>te</strong>n en drinken we onszelf een oordeel.<br />

Liturgische functie<br />

De diaconale spits van 1 Korinthe 11 in de woor<strong>den</strong> over de zelfbeproeving<br />

mag ons niet ontg<strong>aan</strong>. Het diaconaat van de gemeen<strong>te</strong> ontspringt <strong>aan</strong> de<br />

avondmaalstafel. Daar begint ook de dienst van de diaken. Hij heeft niet alleen<br />

een sociale functie - de zorg voor de gemeenschap - maar ook een liturgische.<br />

Daarbij <strong>den</strong>ken we niet alleen <strong>aan</strong> de collec<strong>te</strong>, maar ook <strong>aan</strong> de dienst der<br />

gebe<strong>den</strong>.<br />

Waakzaam diaconaat vandaag<br />

In onze verzorgingsstaat heeft de overheid veel taken op zich genomen. Dat is<br />

in de lijn van Romeinen 13, waar Paulus de overheid Gods liturg en diaken<br />

noemt. Maar het vraagt wel om een gemeen<strong>te</strong> die met haar voorbede en<br />

getuigenis de overheid kritisch volgt.<br />

De Wet Maatschappelijke Onders<strong>te</strong>uning biedt een kans voor een waakzaam<br />

diaconaat. Waakzaam, want de kerk is niet geroepen ga<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vullen die de<br />

overheid laat ontst<strong>aan</strong>. Het blijft de taak van de overheid om sociale gerechtigheid<br />

<strong>te</strong> betrach<strong>te</strong>n. De nieuwe wet biedt wel een kans <strong>aan</strong> de diaconieën en<br />

gemeen<strong>te</strong>n om <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien wat ons drijft: de barmhartigheid van de Heere<br />

(zie ook Rom. 12:1). In de geseculariseerde wereld van vandaag stui<strong>te</strong>n we<br />

niet alleen op velen die van het Evangelie vervreemd zijn, maar ook op velen<br />

die in de wereldsamenleving in situaties verkeren van niet-welzijn: vluch<strong>te</strong>lingen,<br />

asielzoekers, vreemdelingen, verslaaf<strong>den</strong>, gevangenen, jongeren die het<br />

spoor bijs<strong>te</strong>r zijn, alleenst<strong>aan</strong><strong>den</strong>, <strong>te</strong>rminale patiën<strong>te</strong>n, mensen die bene<strong>den</strong><br />

het best<strong>aan</strong>sminimum leven. Vooral de diaken is en blijft geroepen leiding <strong>te</strong><br />

geven <strong>aan</strong> de beoefening van de gemeenschap, de verbon<strong>den</strong>heid in het ene<br />

lichaam, de zorg voor de huisgeno<strong>te</strong>n van het geloof en allen die op haar weg<br />

komen.<br />

23


Evangelisatie, uitgangspunt en doels<strong>te</strong>lling<br />

De Bijbelse grond voor evangelisatie vin<strong>den</strong> we (onder andere) <strong>te</strong>rug in Mark.<br />

16:15. Deze opdracht (“Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie<br />

<strong>aan</strong> alle kreaturen”) is door Jezus gegeven <strong>aan</strong> de elf overgebleven discipelen.<br />

Maar niet alleen de discipelen hebben <strong>deze</strong> opdracht gekregen. In Matth. 5:13<br />

en 14 wordt <strong>aan</strong> alle <strong>aan</strong>wezige mensen (en er was een schare volgens Matth.<br />

7:28) de opdracht gegeven om het zout der aarde en het licht der wereld <strong>te</strong><br />

zijn.<br />

Zout is smaakmakend, en bederfwerend, <strong>te</strong>rwijl licht de duis<strong>te</strong>rnis verdrijft.<br />

Onze doels<strong>te</strong>lling is derhalve zout en licht <strong>te</strong> zijn. Men moet <strong>aan</strong> ons kunnen<br />

zien dat we leven overeenkomstig wat we zeggen, dat we hier kracht en<br />

vreugde uit put<strong>te</strong>n. Evangelisatie is niet in eers<strong>te</strong> instantie een zaak van doen,<br />

het is een zaak van getuigend zijn.<br />

Van belang is dat ieder gemeen<strong>te</strong>lid, zowel binnen als bui<strong>te</strong>n de kerkenraad, in<br />

alle geledingen van de gemeen<strong>te</strong>, ervan doordrongen is dat de opdracht van<br />

evangelisatie voor iedereen geldt. Derhalve is het van belang om de bewustheid<br />

hiervan <strong>te</strong> bevorderen. Elk gemeen<strong>te</strong>lid heeft een taak in het evangelisatiewerk,<br />

als lid van het lichaam van Christus. Hoe <strong>deze</strong> taak tot uitvoering<br />

gebracht moet wor<strong>den</strong> zal van persoon tot persoon verschillen, maar een<br />

gemeen<strong>te</strong> wordt nooit een missionaire gemeen<strong>te</strong> als de gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> hun<br />

taak hierin niet oppakken. Als we ons bewust wor<strong>den</strong> van de ernst van de taak<br />

wor<strong>den</strong> we ook gedreven om de boodschap <strong>te</strong> verkondigen, zoals Petrus en<br />

Johannes in Hand. 4:20.<br />

De inhoud van evangelisatie<br />

De boodschap die we mogen brengen is kernachtig weergegeven in Joh. 14:6,<br />

waar Jezus zegt “Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt<br />

tot de Vader dan door Mij.” en in Joh. 3:16 “Want alzo lief heeft God de wereld<br />

gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die<br />

in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Het is derhalve<br />

een boodschap die relevant is voor het eeuwig heil van alle mensen. Wij kennen<br />

de Weg, namelijk Jezus Christus. Deze weg moe<strong>te</strong>n we wijzen <strong>aan</strong> alle<br />

mensen die op onze weg geplaatst wor<strong>den</strong>.<br />

Over de boodschapper kunnen de volgende zaken gezegd wor<strong>den</strong>:<br />

Wees werkelijk zout (niet smakeloos) en werkelijk licht (niet onder een korenmaat).<br />

Dit is alleen <strong>te</strong> bereiken door <strong>aan</strong>geslo<strong>te</strong>n <strong>te</strong> zijn op de Bron. Op die<br />

24


manier wordt ons leven gezuiverd door de Heilige Geest, en is onze manier<br />

van leven in overeens<strong>te</strong>mming met de boodschap die we verkondigen.<br />

We moe<strong>te</strong>n ons realiseren dat onze afkomst gelijk is <strong>aan</strong> de afkomst van de<br />

mensen met wie we spreken. Bovendien moe<strong>te</strong>n we ons inleven in de belevingswereld<br />

van <strong>deze</strong> mensen. Dan bevin<strong>den</strong> we ons in goed gezelschap, ook<br />

Paulus pas<strong>te</strong> zijn manier van spreken <strong>aan</strong>, zoals vermeld in 1 Kor. 9:19-23.<br />

Toerusting van de boodschappers is zowel een taak van de boodschappers zelf<br />

als van de kerk van waaruit de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n uitgevoerd wor<strong>den</strong>. De boodschappers<br />

zelf zullen moe<strong>te</strong>n zorgen voor een vas<strong>te</strong> grond, door het onderhou<strong>den</strong><br />

van een levende relatie met God, welke vorm krijgt in Bijbelstudie en gebed.<br />

Daarnaast is het de taak van de kerk om voeding <strong>aan</strong> <strong>te</strong> bie<strong>den</strong>. In de eers<strong>te</strong><br />

plaats in de prediking, maar ook in andere gemeen<strong>te</strong>activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n. Tenslot<strong>te</strong> kan<br />

gedacht wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong> het onders<strong>te</strong>unen van gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> door middel van<br />

het <strong>aan</strong>reiken van cursussen, of het financieren hiervan.<br />

Doelgroep en manier van <strong>aan</strong>pak<br />

Binnen onze gemeen<strong>te</strong> is reeds een veelheid <strong>aan</strong> missionaire activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n ontplooid.<br />

Het is ech<strong>te</strong>r goed om van tijd tot tijd na <strong>te</strong> g<strong>aan</strong> of alle doelgroepen<br />

die bereikt moe<strong>te</strong>n wor<strong>den</strong>, ook daadwerkelijk bereikt wor<strong>den</strong>, en of de manier<br />

van <strong>aan</strong>pak nog wel de juis<strong>te</strong> is.<br />

In dit kader is het noodzakelijk <strong>te</strong> inventariseren welke doelgroepen zijn <strong>te</strong><br />

onderschei<strong>den</strong>. Dit kan bijvoorbeeld door algemene gegevens van de bevolking<br />

van <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong> <strong>te</strong> verzamelen. En door <strong>te</strong> inventariseren welke<br />

doelgroepen bereikt wor<strong>den</strong> met de huidige activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n.<br />

Het is niet realistisch om <strong>te</strong> verwach<strong>te</strong>n dat heel <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong> door<br />

middel van evangelisatiewerk <strong>te</strong> bereiken is. Daarom is het noodzakelijk om<br />

goed <strong>te</strong> overwegen op welke doelgroepen in eers<strong>te</strong> instantie de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

gericht wor<strong>den</strong>. In het boekje “Missionair is mogelijk” (uitgave van IZB) wordt<br />

<strong>aan</strong>gegeven dat in gro<strong>te</strong> lijnen gekozen kan wor<strong>den</strong> voor een geografische<br />

focus (bijvoorbeeld de wijk waarin het kerkgebouw staat), of een netwerkfocus<br />

(waarbij met name gericht wordt op de relaties van de gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong>).<br />

Allebei de focussen han<strong>te</strong>ren vraagt veel beschikbare menskracht (en middelen),<br />

maar is niet per definitie onmogelijk.<br />

Het indelen in specifieke doelgroepen heeft tot belangrijks<strong>te</strong> doel dat de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

ook kunnen wor<strong>den</strong> gericht op die specifieke groep. Daarnaast moet<br />

niet wor<strong>den</strong> volst<strong>aan</strong> met losse acties voor elke doelgroep. Als iemand geïn<strong>te</strong>resseerd<br />

raakt door een actie, moet <strong>deze</strong> persoon de mogelijkheid hebben<br />

naar een volgende actie <strong>te</strong> komen. In het genoemde boekje “Missionair is<br />

mogelijk” wordt gesproken over een missionair traject.<br />

25


Van belang is om <strong>te</strong> beseffen dat het er niet om gaat zoveel mogelijk activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

<strong>te</strong> organiseren. De middelen van de gemeen<strong>te</strong> zijn per definitie beperkt.<br />

Met <strong>deze</strong> middelen moet derhalve zorgvuldig omgeg<strong>aan</strong> wor<strong>den</strong>.<br />

Nazorg en gebed<br />

Zoals in de vorige paragraaf al vermeld, is het bij evangelisatie niet mogelijk<br />

om een losse actie <strong>te</strong> organiseren. Er moet sprake zijn van opvolging. Personen<br />

die in<strong>te</strong>resse hebben, die meer willen we<strong>te</strong>n, moe<strong>te</strong>n opgevangen wor<strong>den</strong>.<br />

Ui<strong>te</strong>indelijk is het de bedoeling dat mensen die in het nazorgtraject zijn opgenomen,<br />

hun eigen weg g<strong>aan</strong> vin<strong>den</strong> in de gemeen<strong>te</strong>. Dit gaat niet altijd op<br />

eigen initiatief. Derhalve is het belangrijk om vanuit de gemeen<strong>te</strong> de mensen<br />

<strong>te</strong> betrekken bij activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, zoals gemeen<strong>te</strong>dagen, Bijbelstudiegroepen, gebedsbijeenkoms<strong>te</strong>n.<br />

In de komende beleidsperiode wordt hierover verder<br />

nagedacht.<br />

Het evangelisatiewerk wordt uitgevoerd door mensen, in opdracht van onze<br />

Heere Jezus. Het getuigenis van de evangelisatiewerkers kan ech<strong>te</strong>r ontzet<strong>te</strong>nd<br />

toenemen in kracht door het gebed van de gemeen<strong>te</strong>. Het is derhalve<br />

essentieel dat de hele gemeen<strong>te</strong> hiervan bewust is / wordt.<br />

Zending en werelddiaconaat, uitgangspunt en doels<strong>te</strong>lling<br />

Als uitgangspunt voor zending en werelddiaconaat is gekozen Matth. 9:35-38,<br />

de consta<strong>te</strong>ring en oproep van Jezus Christus: de oogst is wel groot, maar de<br />

arbeiders zijn weinig. “Bid dan de Heere van de oogst, dat Hij arbeiders in Zijn<br />

oogst uitstoot.” (Matth. 9:38)<br />

Onze eers<strong>te</strong> verantwoordelijkheid is om het gebed zoals Jezus ons dat opdraagt<br />

in Matth. 9:35-38 <strong>te</strong> stimuleren in de gemeen<strong>te</strong>. Als we dit serieus<br />

nemen en doen, zal dit lei<strong>den</strong> tot meer (zendings)werkers die zich la<strong>te</strong>n uitzen<strong>den</strong>.<br />

Om bij de gemeen<strong>te</strong> het bewustzijn, dat <strong>deze</strong> opdracht voor iedereen geldt, <strong>te</strong><br />

la<strong>te</strong>n groeien, zullen in de komende seizoenen alle kringen en geledingen<br />

wor<strong>den</strong> bezocht, waarbij Bijbelstudie rond het genoemde gedeel<strong>te</strong> zal wor<strong>den</strong><br />

ged<strong>aan</strong> en blijvend gebed wor<strong>den</strong> gevraagd en gestimuleerd.<br />

Het bewustzijn zal <strong>te</strong>vens gestimuleerd wor<strong>den</strong> door de band met een gemeen<strong>te</strong><br />

in een zendingsland <strong>te</strong> in<strong>te</strong>nsiveren (meest waarschijnlijk via de familie<br />

Verwijs), en door de gemeen<strong>te</strong> op de hoog<strong>te</strong> <strong>te</strong> hou<strong>den</strong> van de werkzaamhe<strong>den</strong><br />

die door gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> in zending en hulpverlening wor<strong>den</strong> verricht.<br />

26


In de vas<strong>te</strong> overtuiging dat, als Christus ons opdraagt om de Heere van de<br />

oogst <strong>te</strong> bid<strong>den</strong> om arbeiders, dit gebed verhoord zal wor<strong>den</strong>, is zorg voor<br />

gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> die hun leven g<strong>aan</strong> inzet<strong>te</strong>n voor zending en hulpverlening<br />

cruciaal.<br />

Gedurende de periode waarin dit beleidsplan van kracht zal zijn, zal wor<strong>den</strong><br />

onderzocht op welke wijze <strong>deze</strong> onders<strong>te</strong>uning het best ingericht zal kunnen<br />

wor<strong>den</strong>.<br />

De uitvoering van de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n zal met name geïnitieerd wor<strong>den</strong> door de<br />

commissie zending en werelddiaconaat. De komende seizoenen zal de commissie,<br />

naast de hierboven reeds genoemde activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, de jaarlijks GZBzendingsdag,<br />

de le<strong>den</strong>werving/boekjesverkoop en de zendingszondagen, als<br />

ook de collec<strong>te</strong>n en voorbede een duidelijke plek in de gemeen<strong>te</strong> g<strong>aan</strong> of<br />

blijven geven.<br />

27


7. Kernthema 4: Ca<strong>te</strong>chese<br />

Inleiding<br />

In de Pastorale Brieven toont Paulus gro<strong>te</strong> zorg voor de overdracht van de leer<br />

van het evangelie. Al in een van de eers<strong>te</strong> verzen verm<strong>aan</strong>t hij Timotheüs bij<br />

herhaling erop toe <strong>te</strong> zien, dat er geen andere leer wordt geleerd (1 Tim. 1:3).<br />

Van een opziener mag wor<strong>den</strong> verwacht dat hij bekwaam is om <strong>te</strong> leren (1<br />

Tim. 3:2). Timotheüs moet volhar<strong>den</strong> in het leren (1 Tim. 4:13). Aan het einde<br />

van zijn eers<strong>te</strong> brief bindt de apos<strong>te</strong>l zijn gees<strong>te</strong>lijke zoon nog eens op het hart<br />

het hem toevertrouwde pand <strong>te</strong> bewaren (1 Tim. 6:20). Met dat pand kan<br />

Paulus moeilijk wat anders hebben bedoeld dan de leer der zaligheid of het<br />

evangelie van de Heere Jezus Christus, dat door hem ook wel “het geloof”<br />

wordt genoemd. Het gaat erom dat dit wordt vastgehou<strong>den</strong> (1 Tim. 1:19).<br />

In de tweede brief van Paulus <strong>aan</strong> Timotheüs wijst hij erop hoe het geloof<br />

wordt overgedragen <strong>aan</strong> de volgende geslach<strong>te</strong>n, of be<strong>te</strong>r gezegd: hoe God<br />

ervoor zorgt dat Zijn Naam van kind tot kind wordt voortgeplant. Het oprech<strong>te</strong><br />

geloof heeft gewoond in zijn grootmoeder en moeder en Paulus is ervan verzekerd<br />

dat het ook in Timotheüs woont (2 Tim. 1:5). Die overdracht van de<br />

leer der zaligheid is daarom van het groots<strong>te</strong> belang. Het kennen van <strong>deze</strong> leer<br />

bindt generaties samen en daarom krijgt het onderwijs hierin veel nadruk (zie<br />

o.a. 2 Tim. 3:16).<br />

Terugblik<br />

In de afgelopen beleidsperiode zijn de groepen van de jongerenca<strong>te</strong>chese<br />

verkleind waardoor overdracht van kennis is bevorderd en de beheersbaarheid<br />

van de groep is vergroot. Verder is er regelmatig doop- en huwelijksca<strong>te</strong>chese<br />

gegeven.<br />

Wat is ca<strong>te</strong>chese?<br />

Het woord ca<strong>te</strong>chese is afgeleid van een Grieks woord ´didaktikos’ en verbon<strong>den</strong><br />

met “katèchein” (van een verhoging af spreken) en “didaskein” (bekend<br />

maken met de boodschap), waarin ons Nederlandse woord “didactiek” doork<strong>link</strong>t.<br />

Het wordt vertaald met het woord onderwijzen. Het is een uitdrukking<br />

voor het geloofsonderricht van de chris<strong>te</strong>lijke gemeen<strong>te</strong>.<br />

28


In de Bijbel vin<strong>den</strong> we hiervan voorbeel<strong>den</strong>. In Deu<strong>te</strong>ronomium 6 en Psalm 78<br />

wordt beschreven dat ouders de opdracht hebben hun kinderen <strong>te</strong> onderwijzen.<br />

Ook kennen we uit Lukas 2 het voorbeeld van Jezus <strong>te</strong> mid<strong>den</strong> van een<br />

kring van leraren in de <strong>te</strong>mpel. We <strong>den</strong>ken ook <strong>aan</strong> Matth.18:1-5 waarin Jezus<br />

een kind in het mid<strong>den</strong> plaatst en de relatie van onderwijzende en onderwezenen<br />

omdraait. In Handelingen 2, 8 en 16 vin<strong>den</strong> we ook voorbeel<strong>den</strong> van<br />

ca<strong>te</strong>chese als dooponderricht. Verder lezen we van Apollos, die de gemeen<strong>te</strong><br />

van Efeze onderwees. Paulus schrijft over het pand, als de toevertrouwde leer,<br />

die overgedragen dient <strong>te</strong> wor<strong>den</strong> van geslacht tot geslacht.<br />

Ca<strong>te</strong>chese is het onderricht van de kerk. Het wordt gegeven door of namens<br />

de ambtdragers van de kerk. Het wordt verstrekt <strong>aan</strong> de jonge le<strong>den</strong> van de<br />

gemeen<strong>te</strong> en verder <strong>aan</strong> allen die dit verlangen. Het bedoelde onderwijs heeft<br />

het doel hen <strong>te</strong> lei<strong>den</strong> tot het persoonlijk belij<strong>den</strong> van God, die zich in Zijn<br />

Woord wil openbaren en in de kerk wordt verkondigd. Dit belij<strong>den</strong> vormt de<br />

poort tot de volle deelname <strong>aan</strong> het kerkelijk leven, als de gemeenschap van<br />

hen die Christus toebehoren. Omdat de katholici<strong>te</strong>it van de kerk wordt bele<strong>den</strong>,<br />

behoort tot het onderwijs <strong>aan</strong> jonge gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong> ook dat enig onderricht<br />

gegeven wordt over het leven van de Vroege Kerk. Daarnaast wordt er<br />

ook doopca<strong>te</strong>chese verzorgd voor de ouders die kinderen <strong>te</strong>n doop hebben<br />

gehou<strong>den</strong>, en huwelijksca<strong>te</strong>chese voor pas getrouw<strong>den</strong>.<br />

Vanuit de kerkorde van de Pro<strong>te</strong>stantse Kerk in Nederland hebben de volgende<br />

doelen een plaats gekregen. A. leren leven uit Gods belof<strong>te</strong>n en naar Zijn<br />

gebo<strong>den</strong>; B. de toerusting tot het chris<strong>te</strong>lijke getuigenis in de wereld; C. het<br />

ontdekken en leren <strong>aan</strong>wen<strong>den</strong> van de gaven voor de opbouw van de gemeen<strong>te</strong><br />

van Christus; D. de toeleiding tot de viering van doop en avondmaal<br />

en voorbereiding op de openbare belij<strong>den</strong>is van het geloof.<br />

Uit <strong>deze</strong> omschrijving van ca<strong>te</strong>chese komen enkele <strong>aan</strong>dachtspun<strong>te</strong>n naar<br />

voren:<br />

Ca<strong>te</strong>chese is kennisoverdracht om het lezen en begrijpen van Gods Woord <strong>te</strong><br />

bevorderen. Hiermee wordt het cognitieve aspect van de ca<strong>te</strong>chese belicht.<br />

Ca<strong>te</strong>chese is gericht op discipelschap. Dit belicht het affectieve element.<br />

Ca<strong>te</strong>chese stimuleert het <strong>aan</strong>nemen van een houding in de gemeen<strong>te</strong> en in de<br />

wereld. Dit zegt iets over de attitude van de ca<strong>te</strong>chisant.<br />

Ca<strong>te</strong>chese heeft een herderlijk karak<strong>te</strong>r: hoe<strong>den</strong> en wei<strong>den</strong> zijn daarbij kernbegrippen.<br />

Met dit <strong>aan</strong>dachtspunt wordt het pastorale aspect benadrukt.<br />

29


30<br />

Ca<strong>te</strong>chese in confrontatie met onszelf en de wereld<br />

In<strong>te</strong>rn S<strong>te</strong>rk<strong>te</strong>:<br />

a. voldoende toegerus<strong>te</strong><br />

ca<strong>te</strong>che<strong>te</strong>n<br />

b. methode en inhoud<br />

(leerplan) <strong>aan</strong>wezig<br />

c. traditie waarbij ouders<br />

gewend zijn <strong>aan</strong> het g<strong>aan</strong><br />

naar de ca<strong>te</strong>chisatie<br />

Ex<strong>te</strong>rn Kans:<br />

a. postmoderne levensstijl<br />

vraagt authentici<strong>te</strong>it,<br />

openheid en uitdaging<br />

Positief Negatief<br />

Zwak<strong>te</strong>:<br />

a. verwachting ca<strong>te</strong>cheet en ca<strong>te</strong>chisant<br />

verschillen<br />

b. gro<strong>te</strong> gemeen<strong>te</strong> waardoor jongeren<br />

verdwijnen in de massa<br />

Bedreiging:<br />

b. secularisatie onder ouders en<br />

jongeren<br />

c. fragmentatie van het leven<br />

In de komende tijd willen we ons toeleggen op:<br />

a. het op gang brengen van bewustwording en analyse van onze doels<strong>te</strong>llingen,<br />

middelen, kansen en bedreigingen voor de ca<strong>te</strong>chese.<br />

b. het verder toerus<strong>te</strong>n van ca<strong>te</strong>che<strong>te</strong>n op theologische, didactisch en praktisch<br />

vlak.<br />

c. het onderzoeken van nieuwe werkvormen van ca<strong>te</strong>chese.<br />

Hiertoe is een ca<strong>te</strong>chesecommissie geïnstalleerd die functioneert als adviesorg<strong>aan</strong><br />

van de ca<strong>te</strong>cheet en hulporg<strong>aan</strong> van de kerkenraad in het algemeen en<br />

de jeugdouderlingen in het bijzonder.


8. De beherende gemeen<strong>te</strong><br />

Doels<strong>te</strong>lling<br />

Het college van ouderlingen-kerkrentmees<strong>te</strong>r heeft tot doel het zorg dragen<br />

voor en beheren van gebouwen en facili<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>te</strong>n diens<strong>te</strong> van de voortgang<br />

van eredienst en pastoraat binnen de gemeen<strong>te</strong> op een vanuit Bijbels oogpunt<br />

verantwoorde wijze. De gebouwen dienen de gemeen<strong>te</strong> op een veilige en<br />

<strong>aan</strong>sprekende manier een thuishaven <strong>te</strong> bie<strong>den</strong>, enerzijds als Godshuis en<br />

anderzijds als een vertrouwde ontmoetingsplaats voor jong en oud rond de<br />

vele activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n die binnen de gemeen<strong>te</strong> plaatsvin<strong>den</strong>.<br />

Beheer<br />

De kos<strong>te</strong>nbeheersing en -spreiding is erop gericht om<br />

● de gebouwen in de gewens<strong>te</strong> bouwkundige toestand en bouw<strong>te</strong>chnische<br />

kwali<strong>te</strong>it <strong>te</strong> hou<strong>den</strong>,<br />

● een verantwoord gebruik van <strong>deze</strong> gebouwen mogelijk maken en<br />

● zoveel mogelijk correctief onderhoud <strong>te</strong> voorkomen.<br />

Daarbij dient <strong>te</strong>vens in het oog <strong>te</strong> wor<strong>den</strong> gehou<strong>den</strong> dat het <strong>aan</strong>zicht en de<br />

uitstraling van Gods huis hier op aarde tot eer van God mogen zijn (1 Kronieken<br />

29 vers 9): En het volk was verblijd over hun vrijwillig geven; want zij gaven<br />

met een volkomen hart <strong>den</strong> HEERE vrijwillig; en de koning David verblijdde<br />

zich ook met gro<strong>te</strong> blijdschap.)<br />

Organisatie<br />

Het college dient daartoe op dienstbare en zelfstandige wijze een organisatie<br />

samen <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen, in stand <strong>te</strong> hou<strong>den</strong> en <strong>aan</strong> <strong>te</strong> sturen. Deze organisatie bestaat<br />

uit predikan<strong>te</strong>n, ambtsdragers, kos<strong>te</strong>rs, organis<strong>te</strong>n, een kerkelijk bureau<br />

en een ieder die zijn of haar krach<strong>te</strong>n geeft tot opbouw van de gemeen<strong>te</strong>.<br />

Daarbij dient als uitgangspunt een juis<strong>te</strong> balans tussen de omvang, samens<strong>te</strong>lling<br />

en financiële draagkracht van de gemeen<strong>te</strong>.<br />

31


Facili<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

Kerkgebouwen<br />

de Sionskerk best<strong>aan</strong>de uit<br />

● kerkzaal met 700 vas<strong>te</strong> zitplaatsen, volgens een vastges<strong>te</strong>ld stoelenplan<br />

verantwoord uit <strong>te</strong> brei<strong>den</strong> tot maximaal 1050 zitplaatsen<br />

● consistorie<br />

● ca<strong>te</strong>chisatieruim<strong>te</strong><br />

● kerkelijk bureau<br />

● overige vergader- en facili<strong>te</strong>rende ruim<strong>te</strong>n<br />

de Rehobothkerk best<strong>aan</strong>de uit<br />

● kerkzaal met 450 vas<strong>te</strong> zitplaatsen;<br />

● consistorie<br />

● ca<strong>te</strong>chisatieruim<strong>te</strong><br />

● jeugdruim<strong>te</strong><br />

● overige vergader- en facili<strong>te</strong>rende ruim<strong>te</strong>n<br />

Beide kerkgebouwen beschikken over karak<strong>te</strong>ristieke orgels met voldoende<br />

capaci<strong>te</strong>it om de gemeen<strong>te</strong> op een passende wijze <strong>te</strong> begelei<strong>den</strong> bij de samenzang.<br />

Pastorieën<br />

De pastorie <strong>aan</strong> de Noorderstraat 62 is gelegen in het oude deel van <strong>Krimpen</strong><br />

<strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong>.<br />

De pastorie <strong>aan</strong> de Bui<strong>te</strong>nhof 11 is gelegen in de nieuwbouwwijk van <strong>Krimpen</strong><br />

<strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong>.<br />

Beide pastorieën zijn in basis gelijkwaardige woningen. De pastorie <strong>aan</strong> de<br />

Noorderstraat is een ouder, statig, vrijst<strong>aan</strong>d woonhuis passend bij dat deel<br />

van <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong> waar ook de Sionskerk is gesitueerd. De pastorie<br />

<strong>aan</strong> de Bui<strong>te</strong>nhof is juist een modern vrijst<strong>aan</strong>d woonhuis is in <strong>deze</strong>lfde<br />

nieuwbouwwijk waar ook de Rehobothkerk gebouwd is.<br />

Beide woonhuizen hebben de capaci<strong>te</strong>it, ruim<strong>te</strong> en uitstraling om voor onze<br />

predikan<strong>te</strong>n (in verschillende gezinssamens<strong>te</strong>llingen) een thuishaven en studieruim<strong>te</strong><br />

<strong>te</strong> zijn.<br />

32


Financiën<br />

De financiële positie is na de inves<strong>te</strong>ringen in de nieuwe Rehobothkerk en de<br />

nieuwe pastorie <strong>aan</strong> de Bui<strong>te</strong>nhof substantieel gewijzigd. Het voornemen is<br />

om de schuld per pastorale eenheid de komende beleidsplanperiode <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n<br />

afnemen, enerzijds door <strong>te</strong> bezuinigen daar waar het kan en anderzijds door<br />

alleen die uitgaven <strong>te</strong> doen die echt nodig zijn. Door zo met de toevertrouwde<br />

middelen om <strong>te</strong> g<strong>aan</strong> kunnen de hiervoor omschreven doels<strong>te</strong>llingen en organisatie<br />

mogelijk gemaakt wor<strong>den</strong>. Vanuit een evenwichtigere financiële positie<br />

zal er meer ruim<strong>te</strong> zijn om gel<strong>den</strong> <strong>te</strong>n diens<strong>te</strong> van het werk in Gods Koninkrijk<br />

in <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n voor onder andere zending en evangelisatie.<br />

Het college van ouderlingen-kerkrentmees<strong>te</strong>r dient zich <strong>te</strong> allen tijde bewust<br />

<strong>te</strong> zijn en <strong>te</strong> blijven van zijn afhankelijkheid van de Heere Die het tot dit werk<br />

in Zijn Koninkrijk heeft geroepen.<br />

Met oog op de kernthema’s<br />

Pastoraat<br />

Het pastoraat behoort tot het takenpakket van de predikan<strong>te</strong>n, de ouderlingen<br />

en daartoe <strong>aan</strong>ges<strong>te</strong>lde gemeen<strong>te</strong>le<strong>den</strong>. Zij dienen dit met volledige inzet<br />

van hun krach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> kunnen doen.<br />

Daartoe zijn nodig (met name voor de predikan<strong>te</strong>n) voldoende (financiële)<br />

middelen en een rustige plek om zich enerzijds <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> trekken <strong>te</strong>r vergadering,<br />

voorbereiding en studie en anderzijds om in voorkomende gevallen (<strong>aan</strong><br />

de pastorie) mensen <strong>te</strong> ontvangen.<br />

De ouderlingen-kerkrentmees<strong>te</strong>r zullen in voorkomende gevallen de ouderlingen<br />

bijst<strong>aan</strong> in hun pastorale taak.<br />

Prediking<br />

Het college heeft als taak zorg <strong>te</strong> dragen voor de randvoorwaar<strong>den</strong> waardoor<br />

de prediking ongehinderd kan plaatsvin<strong>den</strong>. Dat wil zeggen dat er invulling<br />

wordt gegeven <strong>aan</strong> de facili<strong>te</strong>rende en beherende taak zoals hiervoor beschreven.<br />

Belangrijk <strong>aan</strong>dachtspunt bij <strong>deze</strong> invulling is het bewaren van de eenheid van<br />

de gemeen<strong>te</strong> met het oog op<br />

● de ontwikkelingen in de (plaatselijke) pro<strong>te</strong>stantse kerken<br />

● het nadrukkelijker in gebruik zijn van een 2e (volwaardig) kerkgebouw<br />

33


Chris<strong>te</strong>n zijn in <strong>deze</strong> wereld<br />

Een chris<strong>te</strong>n behoort in zijn levenshouding en relatie tot anderen getuigenis <strong>te</strong><br />

geven van de hoop die in hem is. Dat getuigenis komt ook tot uitdrukking in de<br />

wijze waarop de gemeen<strong>te</strong> als goed rentmees<strong>te</strong>r dient toe <strong>te</strong> zien op haar<br />

ordelijk functioneren. Dat be<strong>te</strong>kent ook <strong>aan</strong>dacht en zorg voor onderhoud en<br />

uitstraling van de gebouwen met de bijbehorende tuinen en <strong>te</strong>rreinen. We<br />

verwijzen <strong>te</strong>rug naar de reeds <strong>aan</strong>gehaalde Bijbel<strong>te</strong>kst.<br />

Tenslot<strong>te</strong> mag ook bezinning op het gebruik van moderne <strong>te</strong>chnieken en<br />

communicatiemiddelen (zoals in<strong>te</strong>rnet) om het evangelie uit <strong>te</strong> dragen, een<br />

plaats hebben binnen onze gemeen<strong>te</strong>.<br />

Ca<strong>te</strong>chese<br />

De jeugd dient bewust <strong>te</strong> wor<strong>den</strong> gemaakt van de Bijbelse visie op het huis<br />

van God.<br />

Er dient op een passende wijze sturing <strong>te</strong> wor<strong>den</strong> gegeven <strong>aan</strong> de jeugd in het<br />

(bekende) gedrag van het over onze kerkmuren heen kijken. Het ´shoppen´<br />

beperken door op een <strong>aan</strong>sprekende doch verantwoorde wijze die facili<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

<strong>te</strong> bie<strong>den</strong> die de jeugd <strong>aan</strong>spreken en uitnodigen tot blijven, c.q. frequen<strong>te</strong>re<br />

bezoeken.<br />

Als concreet voorbeeld <strong>den</strong>ken wij hierbij <strong>aan</strong> de plaats die de Rehobothkerk<br />

gezien haar uitstraling ingenomen heeft bij de jeugd. Dit ondanks het feit dat<br />

in beide kerkgebouwen de leer en het gemeen<strong>te</strong> zijn in al haar aspec<strong>te</strong>n op<br />

<strong>deze</strong>lfde wijze wordt beoefend.<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!