Taal blokken
Taal blokken
Taal blokken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6 Jullie moeten nu ophouden praten!<br />
7 Mevrouw van Hout bereidt zich voor een uur flink sporten.<br />
8 De familie Schoenmakers denkt na de vakantie.<br />
9 Die arrogante man kijkt neer iedereen die minder verdient dan hij.<br />
10 Ik kan niet goed omgaan huilende kinderen.<br />
OEFENING 10<br />
Maak een goede zin. Zet het werkwoord in de goede vorm.<br />
Hoofdstuk 4 Grammatica 2F I B1<br />
1 De ministers / uitstappen / de auto De ministers stappen uit de<br />
auto.<br />
2 Denise / afrekenen / de boodschappen<br />
3 Zij / terugkomen / na een week<br />
4 Ik / afmaken / de opdracht<br />
5 We / overleggen / na school / over het werkstuk<br />
6 Jullie / toevoegen / melk / aan het beslag<br />
7 De komiek / nadoen / een bekend persoon<br />
8 De leerlingen / doorgaan met / praten<br />
9 Wij / aansteken / de kaarsjes.<br />
10 Ik / inspreken / een boodschap / op het antwoordapparaat<br />
OEFENING 11<br />
Vul het voltooid deelwoord in.<br />
1 (opschrijven ) Jullie hebben waar we moeten zijn.<br />
2 (instappen) Jesse is de trein .<br />
3 (aankomen) Ik ben drie kilo .<br />
4 (meenemen) Wij hebben brood .<br />
113