Leidraad GIHA compleet_tcm24-256322.pdf
Leidraad GIHA compleet_tcm24-256322.pdf
Leidraad GIHA compleet_tcm24-256322.pdf
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong><br />
Gescheiden<br />
Inzameling<br />
Huishoudelijk<br />
Afval<br />
systematiek voor verbetering<br />
afvalscheiding
Colofon<br />
Verantwoording<br />
Opdrachtgevers voor deze leidraad waren Provincie Noord-Holland en Gewestelijke<br />
Afvalstoffendienst (GAD) Gooi- en Vechtstreek.<br />
De leidraad is opgesteld door De Straat Milieu-adviseurs uit Delft, in samenwerking met<br />
NVRD.<br />
De projectleiding was in handen van mevrouw M.J. Zegwaard (De Straat Milieuadviseurs).<br />
Begeleiding<br />
De totstandkoming is begeleid door een commissie waarin de volgende personen<br />
zitting hadden:<br />
- vanuit de gemeentelijke praktijk<br />
* de heer A. Hoek (Afvalschap IJmond-Zaanstreek)<br />
* de heer R.A. Schram (Gewestelijke Afvalstoffendienst (GAD) Gooi- en<br />
Vechtstreek)<br />
* de heer P. Wildschut (Gewest Kop van Noord-Holland)<br />
- vanuit Provincie Noord-Holland<br />
* mevrouw P.M.C. Edixhoven (afdeling ELM, bureau ATI)<br />
* de heer T.R. Noordhoff (voorzitter; afdeling ELM, bureau ATI)<br />
- overig<br />
* mevrouw M. Adansar (VNG)<br />
* mevrouw L. van Outvorst (Afval Overleg Orgaan)<br />
* de heer G.T.M. de Bruin (NVRD)<br />
* mevrouw H. Maarse (Ministerie van VROM)<br />
Eindredactie<br />
De Straat Milieu-adviseurs B.V., Delft<br />
Delft, december 2000
Voorwoord<br />
Geachte lezer,<br />
U heeft zojuist de <strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong> (gescheiden inzameling huishoudelijk afval) opengeslagen.<br />
Deze is opgesteld in opdracht van de provincie Noord-Holland en de<br />
Gewestelijke Afvalstoffendienst Gooi en Vechtstreek.<br />
Met deze leidraad willen wij u ondersteunen bij het verder verbeteren van de gescheiden<br />
inzameling van huishoudelijk afval binnen uw gemeente. Het apart ingezamelde afval is<br />
immers te hergebruiken als waardevolle grondstof voor nieuwe producten (bijvoorbeeld<br />
compost en papier) of kan een tweede leven starten (bijvoorbeeld textiel en meubels).<br />
Via hergebruik wordt een besparing van primaire grondstoffen en energie gerealiseerd,<br />
en wordt bijgedragen aan een vermindering van de uitstoot van verbrandingsinstallaties.<br />
Duurzaamheid staat hoog in het vaandel van de provincie en van het Gewest Gooi en<br />
Vechtstreek. Daarom willen wij ons steentje bijdragen aan het nog verder realiseren<br />
van de taakstellingen uit het programma <strong>GIHA</strong>.<br />
Natuurlijk sluiten wij onze ogen niet voor de discussie scheiden aan de bron versus<br />
nascheiding. We kennen allemaal de problemen met gft-inzameling in de hoogbouw en<br />
oude stadswijken. Alleen blijkt in de praktijk dat de technologie van nascheiding nog<br />
niet voldoende resultaat oplevert. De kwaliteit van de af te zetten producten is daardoor<br />
nog niet zoals we die graag zouden zien.<br />
Wij concluderen dan ook dat zolang dit niet goed geregeld is voorscheiding voorlopig<br />
nog nodig blijft. En wij staan daarin niet alleen. Ook het ministerie van VROM en het<br />
AfvalOverlegOrgaan (AOO) zetten in op het scheiden aan de bron.<br />
De <strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong> is voortgekomen vanuit een vraag uit de Noord-Hollandse gemeenten<br />
voor een systematische ‘totaalaanpak’ voor verbetering van de gescheiden inzameling.<br />
Tijdens bijeenkomsten in Noord-Holland bleek veel discussie te bestaan over de<br />
juistheid en de wijze van interpreteren van de inzamelcijfers van gemeenten. Ook bleek<br />
het lastig om oorzaken aan te geven waarom taakstellingen niet werden gehaald: elke<br />
situatie was anders en oplossingen waren niet eenduidig te geven. ‘Maatwerk’ en<br />
‘inzicht’ werden sleutelwoorden. Tegelijkertijd bleek heel veel kennis aanwezig te zijn bij<br />
de diverse gemeenten, provincies en rijk, maar deze was tot nu toe niet gebundeld en<br />
toegankelijk gemaakt.
Dit alles heeft geleid tot een praktische en actuele leidraad. Het verkrijgen van heldere<br />
cijfers over de inzamelresultaten staat centraal. Vandaar uit wordt gezocht naar oorzaken<br />
voor het achterblijven op de taakstellingen. Hierbij staat de burger, zijn<br />
afvalscheidinggedrag en vooral ook het verklaren van dit gedrag centraal. Tot slot zijn voor<br />
verschillende situaties instrumenten aangereikt om dit gedrag te beïnvloeden, zoals<br />
communicatie, prikkels en aanpassen van inzamelsystemen.<br />
Met de gepresenteerde aanpak in de leidraad kunt u morgen al aan de slag. Grijp deze<br />
kans. Profileer u als een gemeente die actief een bijdrage levert aan een beter milieu.<br />
En ga voor een verdere verbetering van de afvalscheiding en voor een verbeterd inzicht<br />
in de kosten en baten hiervan.<br />
Wij hopen van harte dat u dit initiatief oppakt en wensen u veel succes bij het uitzetten<br />
van de voor u juiste scheidingskoers!<br />
Dhr. J.J. Gieskens<br />
Voorzitter Gewest Gooi en Vechtstreek<br />
Mw. M.A. Wildekamp<br />
Gedeputeerde Milieu, Water, Energie en Groen van de provincie Noord-Holland
Samenvatting<br />
De provincie Noord-Holland en het Gewest Gooi- en Vechtstreek hebben deze leidraad<br />
voor gemeenten ontwikkeld om de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval<br />
(<strong>GIHA</strong>) verder te verbeteren.<br />
Belangrijk onderdeel van deze leidraad is een analysemodel waarin het<br />
scheidingsgedrag van de burger centraal staat. Voor een goed scheidingsresultaat is<br />
het immers van belang dat burgers het afval willen scheiden, dat zij weten waarom en<br />
hoe zij het moeten scheiden en dat zij het ook daadwerkelijk gescheiden kunnen<br />
aanbieden.<br />
Naast dit analysemodel wordt in deze leidraad een stappenplan aangereikt en<br />
uitgebreide informatie over alle aspecten die bij de aanpak van <strong>GIHA</strong> moeten worden<br />
onderzocht, variërend van inzamelgegevens tot bewonerservaringen en kosten.<br />
Verder is deze leidraad een praktisch naslagwerk waarin de meest recente<br />
onderzoeksresultaten op het gebied van afvalinzameling en afvalscheiding zijn<br />
samengevat.<br />
De <strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong> is zowel bedoeld voor bestuur en medewerkers van gemeenten die betrokken zijn bij<br />
de totstandkoming en uitvoering van het afvalbeleid, als voor communicatiemedewerkers. Daarnaast is<br />
de leidraad ook interessant voor andere betrokkenen bij de afvalinzameling.<br />
Opbouw leidraad<br />
De leidraad is opgebouwd uit de volgende vijf delen (zie ook de termen op de<br />
tabbladen):<br />
1. aanpak<br />
2. inventarisatie<br />
3. instrumenten<br />
4. info per fractie<br />
5. bijlagen.<br />
Deel 1 bevat de systematiek voor de verbetering van afvalscheiding en is<br />
daarmee de kern van de leidraad. De overige delen zijn een uitwerking van deze<br />
systematiek of bieden achtergrondinformatie.<br />
De inhoud per deel wordt hier nader toegelicht.<br />
Deel 1: aanpak voor verbetering gescheiden inzameling huishoudelijk afval<br />
Het eerste deel van deze leidraad beschrijft de systematiek die we hebben ontwikkeld<br />
voor de aanpak van <strong>GIHA</strong>. Naast een analysemodel, waarin de burger centraal staat,<br />
bevat de leidraad een stappenplan.<br />
Het vernieuwende aan deze <strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong> is dat het afvalscheidingsgedrag van de<br />
burger centraal staat, terwijl tot op heden het zwaartepunt van de aandacht toch meer<br />
ligt bij de (technische) inzamelvoorzieningen. Figuur 1 laat zien hoe diverse factoren dit<br />
scheidingsgedrag beïnvloeden en welke instrumenten kunnen worden ingezet om het<br />
scheidingsgedrag te verbeteren.
Figuur 1: Analysemodel<br />
achtergrondkenmerken<br />
instrumenten/maatregelen<br />
communicatie (feedback, stimulerende<br />
voorlichting) en prikkels (stimulerend,<br />
motivatie<br />
corrigerend, financieel)<br />
x<br />
communicatie: wat / hoe / waarom capaciteit<br />
x<br />
aanpassen/verbeteren inzamelmethode gelegenheid<br />
vrijkomende hoeveelheid<br />
afval<br />
scheidingsgedrag<br />
burger<br />
inzamelrespons<br />
scheidingsbelemmerende<br />
materiaaleigenschappen<br />
Voor het gewenste scheidingsgedrag moeten de drie factoren motivatie, capaciteit en<br />
gelegenheid bij de burger tegelijkertijd en steeds voldoende 'op peil' zijn. Voor<br />
gemeenten is het dus belangrijk om goed inzicht te hebben in het huidige<br />
scheidingsgedrag van de burger.<br />
Als hulpmiddel bij de aanpak om tot verbetering van de <strong>GIHA</strong>-resultaten te komen,<br />
bevat de leidraad een stappenplan. Dit stappenplan is een logische opeenvolging van<br />
activiteiten die in ieder verbetertraject moeten worden onderscheiden. De eerste stap is<br />
een uitgebreide inventarisatie van de huidige situatie, waarbij het niet alleen om de<br />
inzamelrespons gaat, maar ook om de ervaringen en motieven van de burgers, en<br />
kosten en baten. Het breed verkregen inzicht biedt een grotere oplossingsruimte dan<br />
het apart of slechts gedeeltelijk beschouwen van deze factoren.<br />
Uiteindelijk leidt het stappenplan tot een plan van aanpak en de implementatie van de<br />
verbeteringsmaatregelen. Vanzelfsprekend blijft ook na de implementatie monitoring en<br />
eventuele bijsturing noodzakelijk.<br />
Gepleit wordt voor een gezond en realistisch ambitieniveau: een gefaseerde aanpak,<br />
bijvoorbeeld door te beginnen met een beperkt aantal afvalfracties, is hiervan een goed<br />
voorbeeld.<br />
Deel 2: uitwerking onderdelen van inventarisatie<br />
Het tweede deel van de leidraad bevat een uitgebreid overzicht van alle aspecten die in<br />
stap 1, de inventarisatie, moeten worden onderzocht en hoe dit onderzoek kan worden<br />
uitgevoerd. Zo beschrijft de leidraad bijvoorbeeld op welke manieren de ervaringen van<br />
bewoners kunnen worden onderzocht en is in de leidraad een uitgewerkte vragenlijst<br />
opgenomen.<br />
Het bepalen van de huidige kosten van inzameling (van zowel restafval als gescheiden<br />
fracties) en mogelijke besparingen hierop (vermeden eindverwerkingskosten) maakt<br />
eveneens onderdeel uit van de inventarisatie. De leidraad geeft onder andere<br />
kostendefinities en een methodiek voor toerekening van bijvoorbeeld indirecte kosten,<br />
zoals managementondersteuning en huisvesting. Inzicht in de kosten is onder andere<br />
van belang om de financiële speelruimte te kunnen bepalen voor de<br />
verbeteringsvoorstellen.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
Deel 3: instrumenten om scheidingsgedrag te verbeteren<br />
Het derde deel van de leidraad gaat in op de instrumenten die ingezet kunnen worden<br />
om het scheidingsgedrag (en daarmee de inzamelrespons) te beïnvloeden.<br />
Communicatie, prikkels (onder andere financiële instrumenten) en aanpassing van de<br />
inzamelmethode zijn de belangrijkste instrumenten (zie ook figuur 1).<br />
De leidraad beschrijft voor elk van deze instrumenten in algemene zin welke<br />
mogelijkheden er zijn, wat de belangrijkste aandachtspunten zijn bij inzet van de<br />
genoemde mogelijkheden en omvat interessante initiatieven van gemeenten in het<br />
land.<br />
Deel 4: achtergrondinformatie en verbeteringsmogelijkheden per afvalfractie<br />
In het vierde deel van de leidraad wordt uitgebreide achtergrondinformatie gegeven<br />
voor zeven afvalfracties uit het huishoudelijk afval (GFT-afval, papier/karton, glas,<br />
textiel, KCA, klein WEB en groot WEB) en wordt apart ingegaan op de gescheiden<br />
inzameling van grof huishoudelijk afval.<br />
Per fractie wordt ingegaan op het scheidingsgedrag van de burgers, zoals dat vanuit<br />
landelijk onderzoek bekend is. Verder laat de leidraad de ontwikkeling zien van de<br />
inzamelresultaten in de afgelopen jaren. De verschillende inzamelmethoden worden<br />
besproken en geëvalueerd aan de hand van de meest recente onderzoeken. Verder<br />
beschrijft de leidraad de scheidingsregel en de verwerkingsmogelijkheden. Tenslotte<br />
geeft de leidraad voor elke fractie verbeteringsmogelijkheden aan, zo mogelijk<br />
gekoppeld aan een specifieke uitgangssituatie (bijvoorbeeld hoogbouw/laagbouw,<br />
gemotiveerde/ongemotiveerd burgers) en gekoppeld aan de drie gedragsfactoren.<br />
Deel 5: bijlagen<br />
Het vijfde deel van de leidraad bevat onder andere een overzicht van de<br />
geraadpleegde literatuur en een check-list voor de inventarisatie van de huidige<br />
situatie.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
Inhoudsopgave<br />
Deel 1: Aanpak voor verbetering gescheiden inzameling huishoudelijk afval<br />
1-1 Inleiding<br />
1-2 Model: de burger centraal<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
Deel 2: Uitwerking onderdelen van inventarisatie<br />
2-1 Beleid<br />
2-2 Monitoring<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheden<br />
2-4 Sorteeranalyses<br />
2-5 Kostenanalyse<br />
2-6 Achtergrondkenmerken<br />
2-7 Bewonersonderzoek<br />
Deel 3: Instrumenten om scheidingsgedrag te verbeteren<br />
3-1 Communicatie<br />
3-2 Prikkels<br />
3-3 Financiële instrumenten<br />
Deel 4: Achtergrondinformatie en verbeteringsmogelijkheden per afvalfractie<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval<br />
4-2 Papier/karton<br />
4-3 Glas<br />
4-4 Textiel<br />
4-5 Klein chemisch afval<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval<br />
Deel 5: Bijlagen<br />
Bijlage 1: Organisaties voor meer informatie<br />
Bijlage 2: Geraadpleegde literatuur en bronnen<br />
Bijlage 3: Checklist inventarisatie huidige situatie<br />
Bijlage 4: Voorbeeld bewonersenquête
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
1 Aanpak voor verbetering gescheiden<br />
inzameling huishoudelijk afval<br />
1-1 Inleiding 1<br />
1-1.1 Aanleiding 1<br />
1-1.2 Doel leidraad 1<br />
1-1.3 Actualisatie 1<br />
1-1.4 Afbakening 2<br />
1-1.5 Leeswijzer 2<br />
1-2 Model: de burger centraal 5<br />
1-2.1 Inleiding 5<br />
1-2.2 Model voor afvalscheidingsgedrag burger 5<br />
1-2.3 Instrumenten om modelfactoren te beïnvloeden 6<br />
1-2.4 Achtergrondkenmerken 7<br />
1-2.5 Analysemodel <strong>GIHA</strong> 8<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong> 9<br />
1-3.1 Inleiding 9<br />
1-3.2 Stap 1: inventariseer de huidige situatie 10<br />
1-3.3 Stap 2: bepaal de gewenste situatie 15<br />
1-3.4 Stap 3: bepaal de verschillen 17<br />
1-3.5 Stap 4: selecteer mogelijke instrumenten/maatregelen 17<br />
1-3.6 Stap 5: stel prioriteiten en formuleer een plan van aanpak 19<br />
1-3.7 Stap 6: implementeer het plan van aanpak 21<br />
1-3.8 Stap 7: blijf monitoren en bijsturen 22
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
1-1 Inleiding<br />
1-1.1 Aanleiding<br />
Het stimuleren van de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval, of kortweg:<br />
<strong>GIHA</strong>, is één van de speerpunten in het beleid van de provincie Noord-Holland. In 1999<br />
heeft de provincie een projectgroep ingesteld van Noord-Hollandse gemeenten waarin<br />
ervaringen met <strong>GIHA</strong> konden worden uitgewisseld. En, niet minder belangrijk, waarin<br />
de gemeenten aan konden geven aan welke ondersteuning zij behoefte hadden voor<br />
de aanpak van <strong>GIHA</strong>.<br />
Aanleiding voor de provinciale aandacht voor <strong>GIHA</strong> was het achterblijven op de<br />
inzameltaakstellingen zoals deze in AOO-verband in het Programma <strong>GIHA</strong> in 1995 zijn<br />
vastgesteld.<br />
Eén van de wensen van de projectgroep was een systematiek voor de aanpak van<br />
<strong>GIHA</strong>. Ook bleek behoefte te bestaan aan een overzicht van de meest recente<br />
onderzoeksresultaten op het gebied van gescheiden inzameling, variërend van<br />
inzamelresultaten en evaluaties van inzamelmethoden tot kennis over het<br />
scheidingsgedrag van de burger. Verder gaf de projectgroep aan per afvalfractie<br />
behoefte te hebben aan verbeteringsmogelijkheden voor het scheidingsresultaat.<br />
De provincie Noord-Holland heeft vervolgens samen met het gewest Gooi- en Vechtstreek<br />
het initiatief genomen deze <strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong> op te laten stellen.<br />
De leidraad is in eerste instantie bedoeld voor het bestuur en de medewerkers van<br />
gemeenten die betrokken zijn bij de totstandkoming en uitvoering van het afvalbeleid.<br />
Daarnaast is de leidraad ook interessant voor bijvoorbeeld communicatiemedewerkers<br />
en andere betrokkenen bij de afvalinzameling.<br />
De totstandkoming van de leidraad is begeleid door een breed samengestelde<br />
commissie.<br />
1-1.2 Doel leidraad<br />
Het doel van de leidraad is de resultaten van gescheiden inzameling te verbeteren<br />
vanuit een goed inzicht in de lokale situatie en gerichte inzet van<br />
verbeteringsmaatregelen.<br />
Om dit doel te kunnen bereiken presenteren we u in deze leidraad de volgende<br />
elementen:<br />
- een systematische aanpak waarin onder andere alle informatie per stap op het<br />
gebied van resultaatbepaling, kostenanalyse, het achterhalen van de oorzaken<br />
voor het niet halen van de taakstelling(en) is opgenomen<br />
- instrumenten en maatregelen om de scheidingsresultaten te verbeteren<br />
- uitgebreide (naslag)informatie per afvalfractie.<br />
1-1 Inleiding<br />
1
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
1-1.3 Actualisatie<br />
Deze leidraad beschrijft de inzichten en de stand van zaken van eind 2000. Maar de<br />
ontwikkelingen op het gebied van gescheiden inzameling gaan door. Denkt u onder<br />
andere maar aan de proefprojecten die diverse gemeenten in het kader van de<br />
NOVEM-subsidie de komende tijd gaan uitvoeren. De effecten van de instrumenten en<br />
maatregelen die in deze projecten worden ingezet, zijn leerzaam voor alle Nederlandse<br />
gemeenten.<br />
Daarom is deze leidraad geen eindproduct, maar een begin van een continu proces<br />
van actualiseren van resultaten en ervaringen. Het Afval Overlegorgaan (AOO) zal<br />
zorgen voor de actualisatie van deze leidraad. Via de website van het AOO<br />
(www.aoo.nl) kunt u de actuele tekst van de leidraad opvragen (downloaden), zodat u<br />
op de hoogte kunt blijven van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de<br />
gescheiden inzameling.<br />
1-1.4 Afbakening<br />
Afvalfracties<br />
De leidraad besteedt niet alleen aandacht aan de ‘echte’ <strong>GIHA</strong>-componenten<br />
(papier/karton, glas en textiel), maar ook aan de volgende afvalfracties uit het<br />
huishoudelijk afval die de meeste gemeenten in Nederland nu al gescheiden<br />
inzamelen:<br />
- groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval)<br />
- klein chemisch afval (KCA)<br />
- klein en groot wit- en bruingoed (WEB).<br />
Daarnaast besteedt de leidraad ook aandacht aan de gescheiden inzameling van grof<br />
huishoudelijk afval.<br />
Preventie<br />
Afvalpreventie, ofwel het voorkómen van het ontstaan van afval, valt buiten de<br />
reikwijdte van deze leidraad.<br />
Kosten<br />
In de leidraad laten we zien welke kosten en baten in kaart gebracht moeten worden<br />
om inzicht te krijgen in de financiële aspecten van gescheiden inzameling. De leidraad<br />
gaat niet in op de financiële consequenties van verschillende verbeteringsmaatregelen.<br />
1-1.5 Leeswijzer<br />
Deze leidraad is opgebouwd uit vijf aparte delen, zodat u zich, afhankelijk van uw<br />
vragen en interesse, kunt beperken tot het lezen van één of enkele delen.<br />
Bent u geïnteresseerd in de systematiek die we ontwikkeld hebben voor deze leidraad,<br />
dan leest u na deze inleiding verder in deel 1. In dit deel presenteren we het<br />
analysemodel, dat we gebruiken voor de aanpak van <strong>GIHA</strong> en waarin de burger<br />
centraal staat. Verder vindt u in deel 1 een stappenplan.<br />
De inventarisatie, een belangrijk onderdeel van de aanpak, hebben we uitgewerkt in<br />
deel 2 van deze leidraad.<br />
Informatie over de verschillende instrumenten die u kunt inzetten om de motivatie en<br />
capaciteit van de burger te verbeteren, zoals bijvoorbeeld communicatie, vindt u in<br />
deel 3.<br />
1-1 Inleiding<br />
2
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
Wilt u meer weten over een bepaalde afvalfractie, dan verwijzen we u naar deel 4. In<br />
dit deel gaan we voor zeven verschillende fracties uit het huishoudelijk afval en apart<br />
voor grof huishoudelijk afval in op onder andere het huidige inzamelresultaat, de<br />
inzamelmethoden, de scheidingsregel en de verbeteringsmogelijkheden.<br />
Deel 5 bevat een aantal bijlagen, waaronder een overzicht van de geraadpleegde<br />
literatuur en bronnen.<br />
Literatuur- en bronvermelding<br />
Een overzicht van de literatuur en bronnen die we geraadpleegd hebben, vindt u in<br />
bijlage 2 van deze leidraad.<br />
In de tekst hebben we deze literatuur en bronnen weergegeven via een getal tussen<br />
rechte haken, bijvoorbeeld [1].<br />
1-1 Inleiding<br />
3
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
1-1 Inleiding<br />
4
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1<br />
1-2 Model: de burger centraal<br />
1-2.1 Inleiding<br />
De afgelopen jaren hebben gemeenten veel geïnvesteerd in methoden en technieken<br />
om afval gescheiden in te zamelen. Er werden milieustraten aangelegd, het<br />
glasbakkennetwerk werd verdicht, etcetera.<br />
De inzamelrespons is echter niet alleen afhankelijk van de voorzieningen waarvan de<br />
burgers gebruik kunnen maken. Het afvalscheidingsgedrag van de burger bepaalt<br />
uiteindelijk de respons op de gescheiden inzameling.<br />
Voor de burger is niet alleen het gemak en de bereikbaarheid van de voorzieningen van<br />
belang. Zijn afvalscheidingsgedrag hangt ook af van zijn motivatie en zijn capaciteit<br />
(onder andere kennis) over het hoe en waarom van afvalscheiding.<br />
In deze leidraad stellen we de burger en zijn afvalscheidingsgedrag centraal.<br />
Hiervoor hebben we een model opgesteld, dat we in deze leidraad gebruiken om te<br />
komen tot een analyse van de knelpunten en een keuze van verbeterpunten.<br />
1-2.2 Model voor afvalscheidingsgedrag burger<br />
Als verklarend model voor het afvalscheidingsgedrag van de burger wordt het Triademodel<br />
gehanteerd dat professor Th.B.C. Poiesz [1] op basis van onderzoek heeft<br />
ontwikkeld.<br />
1-2 Model: de burger centraal<br />
Gedrag = M x C x G<br />
M = Motivatie<br />
C = Capaciteit<br />
G = Gelegenheid<br />
Volgens dit model wordt het gedrag, in ons geval: het afvalscheidingsgedrag, bepaald<br />
door drie factoren:<br />
1. motivatie: de mate waarin een burger belangstelling heeft voor (het resultaat van)<br />
zijn scheidingsgedrag<br />
2. capaciteit: de mate waarin een burger zelf in staat is om afval te scheiden<br />
* fysiek<br />
* financieel<br />
* mentaal (inzicht in 'waarom', 'wat' en 'hoe')<br />
3. gelegenheid: de mate waarin de externe omstandigheden een burger stimuleren<br />
tot scheidingsgedrag of dit gedrag juist belemmeren (ruimte in en om de woning,<br />
loopafstand naar de container, openingstijden en dergelijke).<br />
In het onderzoek van Poiesz komt naar voren dat aan alle drie de factoren in voldoende<br />
mate moet zijn voldaan om een optimaal gedrag te bereiken. Wanneer op één factor<br />
laag wordt gescoord, is het hele resultaat laag.<br />
Bijvoorbeeld wanneer de burger gemotiveerd is om zijn afval te scheiden en ook weet<br />
dat het belangrijk is, maar door zijn werktijden onvoldoende in staat is daadwerkelijk<br />
zijn afval gescheiden aan te bieden, zal de burger uiteindelijk slecht<br />
afvalscheidingsgedrag laten zien. De essentie van Poiesz' benadering is dat alle drie<br />
de factoren gelijktijdig op peil moeten worden gehouden. Voorlichting geven zonder<br />
5
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 6<br />
gelijktijdig te werken aan gelegenheid tot afvalscheiding en omgekeerd blijft zonder<br />
resultaat.<br />
In figuur 1-2.1 is het model nog eens weergegeven. Het getoonde<br />
afvalscheidingsgedrag van de burger resulteert uiteindelijk in de inzamelrespons.<br />
Figuur 1-2.1: Gedragsmodel Triade<br />
motivatie<br />
1-2.3 Instrumenten om modelfactoren te beïnvloeden<br />
De drie factoren, die een rol spelen in het afvalscheidingsgedrag van burgers, kunnen<br />
beïnvloed worden door de inzet van instrumenten en door het treffen van maatregelen:<br />
- motivatie<br />
* communicatie: feedback, stimulerende voorlichting<br />
* prikkels: stimulerend, corrigerend, financieel<br />
- capaciteit<br />
* communicatie: begrijpelijke informatie over het waarom, hoe en wat<br />
- gelegenheid<br />
* aanpassen/verbeteren van de inzamelmethode(n) (tegemoetkomen aan de<br />
burger).<br />
1-2 Model: de burger centraal<br />
x<br />
capaciteit<br />
x<br />
gelegenheid<br />
scheidingsgedrag<br />
burger<br />
inzamelrespons
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 7<br />
In figuur 1-2.2 is de samenhang tussen de instrumenten enerzijds en de modelfactoren<br />
en het afvalscheidingsgedrag anderzijds weergegeven.<br />
Figuur 1-2.2: Instrumenten en maatregelen die van invloed zijn op afvalscheidingsgedrag<br />
instrumenten/maatregelen<br />
communicatie (feedback, stimulerende<br />
voorlichting) en prikkels (stimulerend,<br />
corrigerend, financieel)<br />
In de leidraad stellen we ons per factor de vraag in hoeverre we aan deze factor<br />
voldoen. Vervolgens kunnen we verbeteringen aanbrengen door gericht instrumenten<br />
in te zetten of maatregelen te treffen.<br />
Ter illustratie presenteren we u een voorbeeld van de papierinzameling in de gemeente<br />
X.<br />
Uit bewonersonderzoek blijkt dat men wel weet waar de papierbak staat, maar dat men niet precies<br />
weet welk papierafval er wel en niet in hoort.<br />
Aan de factor gelegenheid is in dit geval in voldoende mate voldaan: er is een papierbak aanwezig.<br />
Aan de factor capaciteit moet gewerkt worden door gerichte informatie te geven over de<br />
scheidingsregel voor papier/karton.<br />
1-2.4 Achtergrondkenmerken<br />
Deels wordt het afvalscheidingsgedrag van burgers beïnvloed door factoren waarop<br />
gemeenten geen grip hebben. Met deze factoren moeten gemeenten echter wel<br />
terdege rekening houden bij het analyseren van de knelpunten en bij het kiezen van de<br />
te treffen verbeteringsmaatregelen. We vatten deze factoren in deze leidraad samen<br />
onder de term achtergrondkenmerken.<br />
Een voorbeeld hiervan is het type woning waarin de burger woont. De gelegenheid<br />
voor een flatbewoner om afval aan te bieden moet worden afgestemd op het feit dat hij<br />
geen ruimte heeft voor eigen minicontainers en dat hij vanuit zijn voordeur veelal een<br />
afstand moet overbruggen (trap/lift) om bij afvalvoorzieningen in of buiten zijn<br />
wooncomplex te komen.<br />
Naast woningtype kunt u bij achtergrondkenmerken ook denken aan gezinsgrootte,<br />
leeftijd, inkomen, nationaliteit en dergelijke.<br />
De beschreven achtergrondkenmerken zijn onder andere van invloed op de<br />
vrijkomende hoeveelheid afval.<br />
1-2 Model: de burger centraal<br />
motivatie<br />
communicatie: wat / hoe / waarom capaciteit<br />
x<br />
aanpassen/verbeteren inzamelmethode gelegenheid<br />
x<br />
scheidingsgedrag<br />
burger<br />
inzamelrespons
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 8<br />
1-2.5 Analysemodel <strong>GIHA</strong><br />
Op grond van hetgeen in de voorgaande paragrafen is gesteld, ziet het analysemodel<br />
dat we in deze leidraad hanteren, er als volgt uit.<br />
Figuur 1-2.3.: Analysemodel <strong>GIHA</strong><br />
achtergrondkenmerken<br />
instrumenten/maatregelen<br />
communicatie (feedback, stimulerende<br />
voorlichting) en prikkels (stimulerend,<br />
motivatie<br />
corrigerend, financieel)<br />
x<br />
communicatie: wat / hoe / waarom capaciteit<br />
x<br />
aanpassen/verbeteren inzamelmethode gelegenheid<br />
Een extra factor die we nog aan het analysemodel hebben toegevoegd, zijn de<br />
scheidingsbelemmerende materiaaleigenschappen van sommige producten. Denkt u<br />
bijvoorbeeld maar aan blisterverpakkingen van karton en plastic. Het kost de burger<br />
relatief veel moeite om deze verpakking te scheiden in de afvalfracties papier/karton en<br />
restafval (plastic). De producten die de burger inkoopt en afdankt kunnen dus<br />
eigenschappen hebben die de afvalscheiding kunnen belemmeren. Hierop heeft de<br />
gemeente geen directe grip.<br />
In het geschetste analysemodel nemen de kosten een aparte plaats in. In het<br />
stappenplan (hoofdstuk 3) geven we globaal aan met welke kosten rekening moet<br />
worden gehouden. Met name bij de keuze van instrumenten en maatregelen zal de<br />
gemeente zelf voor haar specifieke situatie de kosten moeten ramen en vervolgens de<br />
afweging moeten maken in hoeverre het verwachte effect op het inzamelresultaat<br />
voldoende is om de kosteninspanning te rechtvaardigen.<br />
1-2 Model: de burger centraal<br />
vrijkomende hoeveelheid<br />
afval<br />
scheidingsgedrag<br />
burger<br />
inzamelrespons<br />
scheidingsbelemmerende<br />
materiaaleigenschappen
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 9<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
1-3.1 Inleiding<br />
Zoals uit hoofdstuk 1-2 al is gebleken, wordt de inzamelrespons (of beter: het<br />
scheidingsgedrag van de burger) beïnvloed door een complex van factoren.<br />
Om voor uw gemeente inzicht te krijgen in uw prestatie op het gebied van gescheiden<br />
inzameling en in de mogelijkheden voor verbetering, is het van belang inzicht te krijgen<br />
in alle relevante factoren. Vervolgens is het zaak te analyseren waar de knelpunten<br />
zitten en oplossingen te zoeken. Vervolgens zijn afwegingen nodig op basis van een<br />
inschatting van kosten en baten. Tot slot implementeert u de gekozen oplossing(en).<br />
Als hulpmiddel bij deze complexe materie presenteren we in deze leidraad een<br />
stappenplan aan de hand waarvan u in uw gemeente <strong>GIHA</strong> kunt aanpakken. In figuur<br />
1-3.1 hebben we het stappenplan schematisch weergegeven.<br />
Figuur 1-3.1: Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
inventariseer de<br />
huidige situatie<br />
bepaal de gew enste<br />
situatie<br />
analyseer de<br />
verschillen<br />
selecteer mogelijke<br />
instrumenten /<br />
maatregelen<br />
stel prioriteiten en<br />
formuleer een plan<br />
van aanpak<br />
implementeer het<br />
plan van aanpak<br />
De verschillende stappen hebben we in de volgende paragrafen uitgewerkt.<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
blijf monitoren /<br />
bijsturen<br />
7
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 10<br />
Commitment binnen uw organisatie voor de aanpak van <strong>GIHA</strong> is in onze ogen een belangrijke<br />
voorwaarde voor het succes van de ‘operatie’.<br />
Dit betekent dat u vanaf stap 1 zowel uw bestuurders als uw collega’s van de betrokken<br />
disciplines bij de aanpak moet betrekken.<br />
1-3.2 Stap 1: inventariseer de huidige situatie<br />
Stap 1 omvat het in kaart brengen van de volgende aspecten:<br />
- geformaliseerd beleid<br />
- verwijderingstraject<br />
- inzamelrespons<br />
- achtergrondkenmerken<br />
- motivatie burger<br />
- capaciteit burger<br />
- gelegenheid burger<br />
- kosten/baten<br />
- flankerende maatregelen.<br />
In het volgende schema hebben we per aspect vermeld welke gegevens onderzocht<br />
moeten worden, op welke wijze u dit kunt doen en wat het doel is.<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong>
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 11<br />
gegeven onderzoeken hoe doel<br />
geformaliseerd beleid<br />
verwijderingstraject per<br />
fractie<br />
inzamelrespons per fractie<br />
vastgestelde<br />
beleidsuitgangspunten<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
op basis van beleidsnotities<br />
m.b.t. afvalscheiding vanaf<br />
1995<br />
geïmplementeerd beleid toetsing in hoeverre<br />
beleidsuitgangspunten<br />
daadwerkelijk zijn<br />
geïmplementeerd<br />
inzamelmiddel<br />
inzamellocatie (dichtheid)<br />
inzamelvoertuig +<br />
bemensing<br />
inzamelfrequentie<br />
inzamelmoment (dag/tijdstip<br />
c.q. openingstijden)<br />
aanbied- en acceptatieeisen<br />
locatie van verwerking<br />
op basis van opgave<br />
reinigingsdienst of op basis<br />
van afspraken in contracten<br />
derden<br />
betrokken partijen op basis van contracten,<br />
vergunningen en dergelijke<br />
registratiemethode<br />
afvalhoeveelheden<br />
op basis van afspraken in<br />
contracten, vergunningen<br />
prijsafspraken op basis van afspraken in<br />
contracten, vergunningen<br />
ingezamelde hoeveelheid<br />
per fractie<br />
op basis van bestaand<br />
monitoringsysteem of door<br />
verzamelen van<br />
weegbonnen, opgaven<br />
inzamelaars<br />
samenstelling restafval sorteeranalyses op basis<br />
van richtlijn NVRD/AOO<br />
totaal vrijkomende<br />
hoeveelheid per fractie en<br />
gescheiden ingezameld<br />
deel (inzamelrespons)<br />
door combinatie van<br />
gescheiden ingezamelde<br />
hoeveelheid per fractie (ton)<br />
met aandeel in restafval (%)<br />
en totaalaanbod restafval<br />
(ton)<br />
inzicht in reeds<br />
geformaliseerd beleid<br />
(lokaal, provinciaal,<br />
landelijk) en stand van<br />
zaken ten aanzien van<br />
uitvoering<br />
inzicht in betrokken partijen,<br />
in afspraken en in<br />
gelegenheid van burgers<br />
om afval te scheiden<br />
inzicht in al of niet halen<br />
inzameltaakstellingen (%)<br />
en bepalen afstand tot<br />
taakstelling
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 12<br />
gegeven onderzoeken hoe doel<br />
achtergrondkenmerken<br />
(op wijkniveau)<br />
motivatie burger (op<br />
wijkniveau)<br />
capaciteit burger (op<br />
wijkniveau)<br />
gelegenheid burger (op<br />
wijkniveau)<br />
bebouwingstype,<br />
tuingrootte, mate van<br />
stedelijkheid<br />
ook: sociaal-economische<br />
klasse,<br />
bevolkingssamenstelling op<br />
basis van nationaliteit,<br />
gezinssamenstelling,<br />
etcetera<br />
bereidheid burger om te<br />
scheiden<br />
motieven om niet te (willen)<br />
scheiden<br />
motieven om wel (weer) te<br />
gaan scheiden<br />
kennis over waarom, hoe en<br />
wat<br />
ontbrekende kennis<br />
fysieke capaciteit<br />
ondervonden<br />
belemmeringen ten aanzien<br />
van gescheiden<br />
afvalaanbieding<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
op basis van CBSgegevens<br />
m.b.t. wijken en<br />
buurten [2], gegevens<br />
reinigingsdienst en afdeling<br />
Onderzoek en Statistiek<br />
bewonersenquête / overleg<br />
met bewoners- of<br />
wijkplatform<br />
bewonersenquête / overleg<br />
met bewoners- of<br />
wijkplatform<br />
bewonersenquête / overleg<br />
met bewoners of<br />
wijkplatform<br />
analyse inzamelsysteem<br />
aan de hand van<br />
achtergrondkenmerken<br />
inzicht in hoeverre aan<br />
randvoorwaarden voor goed<br />
afvalscheidingsgedrag<br />
wordt voldaan<br />
inzicht in mogelijke<br />
motieven van mensen om<br />
wel/niet gescheiden aan te<br />
bieden<br />
basis om meest geschikte<br />
inzamelmethode per<br />
gebiedstype te bepalen
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 13<br />
gegeven onderzoeken hoe doel<br />
kosten/baten per fractie<br />
flankerende maatregelen<br />
inzamelkosten per fractie inzamelmiddelen op basis<br />
van jaarlasten of huurprijs<br />
inzameling op basis van<br />
bestede uren personeel en<br />
materieel in combinatie met<br />
uurtarieven danwel vaste<br />
vergoeding (contracten)<br />
door derden<br />
transportkosten op basis van contracten met<br />
transporteurs<br />
overslagkosten op basis van contracten met<br />
overslag<br />
verwerkingskosten /<br />
opbrengsten<br />
overige kosten<br />
vermeden<br />
verwerkingskosten<br />
motiverende maatregelen<br />
richting burger<br />
communicatie-inspanning<br />
gemeente richting burger<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
op basis van contracten met<br />
verwerkers<br />
communicatie: op basis van<br />
bestede uren van afdeling<br />
voorlichting en ontwikkel-,<br />
productie- en<br />
distributiekosten<br />
voorlichtingsmiddelen<br />
controle / handhaving: op<br />
basis van bestede uren<br />
reinigingsinspectie<br />
binnendienst reiniging: op<br />
basis van personeelskosten<br />
binnendienst<br />
huisvesting: op basis van<br />
afschrijving en onderhoud<br />
gebouwen reiniging<br />
op basis van tarief<br />
restafvalverwerking<br />
overzicht ingezette ‘prikkels’<br />
op basis van ingezette<br />
communicatiemiddelen,<br />
media etcetera<br />
tarievenstructuur op basis van hoogte<br />
afvalstoffenheffing, tarieven<br />
voor halen/brengen<br />
afvalstoffen etcetera<br />
regelgeving afvalscheiding op basis van APV /<br />
afvalstoffenverordening<br />
controle/handhaving<br />
afvalscheiding<br />
op basis van aanwezigheid /<br />
inzet reinigingsinspecteur<br />
inzicht in hoe de kosten zich<br />
onderling verhouden<br />
basis om te vergelijken met<br />
indicatieve kosten<br />
inzicht in hoe het beleid<br />
door flankerende<br />
maatregelen wordt<br />
ondersteund
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 14<br />
In deel 2 van deze leidraad hebben we de te onderzoeken aspecten verder voor u<br />
uitgewerkt.<br />
Checklist<br />
Als hulpmiddel voor de inventarisatiefase hebben we een checklist gemaakt. Deze<br />
checklist is opgenomen in bijlage 3 bij deze leidraad. Aan de hand van deze lijst kunt u<br />
concluderen op welke fronten de gescheiden afvalinzameling in uw gemeente kan<br />
worden verbeterd.<br />
In de checklist, die we hebben opgezet als een 'vraag-en-antwoord-lijst', komen alle<br />
aspecten die u in stap 1 moet inventariseren, aan de orde.<br />
Ter illustratie presenteren we u de resultaten van de inventarisatie van de huidige<br />
situatie voor de papierinzameling in gemeente X.<br />
aspect huidige situatie<br />
geformaliseerd beleid inzameltaakstelling (85%) niet vastgelegd in gemeentelijk beleid<br />
alleen inzamelrichtlijn (kg/inwoner/jaar)<br />
gestelde realisatietermijn voor behalen inzamelrichtlijn: 2000<br />
vaste vergoeding voor verenigingen<br />
verwijderingstraject diverse inzamelmethoden:<br />
huis-aan-huis door diverse verenigingen (variërend van 0,5 tot 2x/maand)<br />
brengsysteem bij verenigingen en scholen<br />
brengsysteem naar 11 papierbakken van gemeente<br />
aanbieding oud papier/karton via regionale oudpapierhandelaar<br />
inzamelrespons 1999: 60 kg/inw/jaar (40 kg via verenigingen + 20 kg via papierbakken)<br />
geen inzicht in inzamelrespons door gebrek aan sorteeranalyses<br />
achtergrondkenmerken geen inzicht in<br />
motivatie burger<br />
bij burger niet onderzocht<br />
capaciteit burger<br />
gelegenheid burger<br />
kosten/baten 1999<br />
kosten<br />
- vaste vergoeding van ƒ 0,05 per kg: ƒ 40.000,=<br />
- kosten papierbakken: ƒ 50.000,= per jaar<br />
- communicatie ophaaldata e.d. ƒ 1.500,=<br />
totale kosten: ƒ 91.500,=<br />
baten<br />
- opbrengst bij oudpapierhandelaar: ƒ 84.000,=<br />
netto kosten: ƒ 7.500,=<br />
flankerende maatregelen maandelijks overzicht van breng- en haalmogelijkheden op gemeentepagina in huis-aanhuis<br />
blad<br />
verplichting tot scheiding opgenomen in APV<br />
geen controle/handhaving<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong>
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 15<br />
1-3.3 Stap 2: bepaal de gewenste situatie<br />
Wanneer u inzicht heeft in de huidige situatie, kunt u vervolgens in overleg met uw<br />
bestuurder de gewenste situatie voor uw gemeente formuleren.<br />
Om het draagvlak voor deze gewenste situatie te vergroten, bevelen wij aan niet alleen<br />
interne afdelingen bij het vaststellen hiervan te betrekken, maar ook externen zoals<br />
bijvoorbeeld de lokale milieuvereniging en bewonersvertegenwoordigingen.<br />
Bij het formuleren van de gewenste situatie kunt u ook weer voor elk van de aspecten<br />
die u in stap 1 geïnventariseerd heeft, aangeven welk doel u hierin op termijn wilt<br />
bereiken. In feite gaat het hier om het formuleren van het toekomstige<br />
afvalscheidingsbeleid.<br />
De aspecten waarop u als gemeente invloed heeft en waarop u uw beleid kunt<br />
formuleren, hebben we hier weergegeven:<br />
- inzamelrespons<br />
- motivatie<br />
- capaciteit<br />
- gelegenheid<br />
- kosten/baten<br />
- flankerende maatregelen.<br />
Ter illustratie presenteren we u de gewenste situatie voor de papierinzameling in<br />
gemeente X.<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong>
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 16<br />
aspect huidige situatie gewenste situatie<br />
geformaliseerd<br />
beleid<br />
inzameltaakstelling (85%) niet vastgelegd in<br />
gemeentelijk beleid<br />
alleen inzamelrichtlijn (kg/inwoner/jaar)<br />
gestelde realisatietermijn voor behalen inzamelrichtlijn:<br />
2000<br />
vaste vergoeding voor verenigingen<br />
verwijderingstraject diverse inzamelmethoden:<br />
- huis-aan-huis door diverse verenigingen<br />
(wisselende frequenties)<br />
- brengsysteem bij verenigingen en scholen<br />
- brengsysteem naar papierbakken van gemeente<br />
inzamelrespons 1999: 60 kg/inw/jaar<br />
geen inzicht in inzamelrespons door gebrek aan<br />
sorteeranalyses<br />
achtergrondkenmerken<br />
motivatie burger<br />
capaciteit burger<br />
gelegenheid burger<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
vastgelegde inzameltaakstelling<br />
(85%), te realiseren in 200X 1<br />
vaste vergoeding voor verenigingen<br />
met resultaatverplichting (per<br />
huisaansluiting met meer dan X kg)<br />
volledige dekkingsgraad voor<br />
maandelijks haalsysteem<br />
aanvullende brengmogelijkheden<br />
(papierbakken)<br />
inzicht in inzamelrespons<br />
200X: 85%<br />
geen inzicht in verdisconteerd in opzet<br />
inzamelsysteem en aanpak<br />
bij burger niet onderzocht inzicht in motivatie, capaciteit en<br />
gelegenheid<br />
gewenst eindresultaat: burgers<br />
hebben naar hun idee voldoende<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid<br />
kosten/baten 1999<br />
kosten<br />
- vaste vergoeding van ƒ 0,05 per kg: ƒ 40.000,=<br />
- kosten papierbakken: ƒ 50.000,= per jaar<br />
- communicatie ophaaldata e.d. ƒ 1.500,=<br />
totale kosten: ƒ 91.500,=<br />
baten<br />
- opbrengst bij oudpapierhandelaar: ƒ 84.000,=<br />
netto kosten: ƒ 7.500,=<br />
flankerende<br />
maatregelen<br />
maandelijks overzicht van breng- en haalmogelijkheden<br />
op gemeentepagina in huis-aan-huis blad<br />
inzet maatregelen/instrumenten in<br />
eerste instantie trachten te<br />
financieren uit vermeden<br />
verwerkingskosten restafval<br />
berichtgeving meer afgestemd op<br />
haalmoment<br />
feedback aan burgers<br />
verplichting tot scheiding opgenomen in APV regelgeving afgestemd op beleid<br />
geen controle / handhaving periodieke controle / handhaving<br />
regels<br />
1 : Voor het realiseren van de inzameltaakstellingen voor papier/karton, glas, textiel en KCA zijn heeft de rijksoverheid<br />
geen nieuwe realisatietermijnen vastgesteld. Op basis van het Programma <strong>GIHA</strong> [3] heeft u zich als gemeente<br />
gecommitteerd de taakstellingen in het jaar 2000 te realiseren en te behouden.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 17<br />
1-3.4 Stap 3: bepaal de verschillen<br />
Zodra u zowel de huidige situatie als de gewenste situatie in kaart heeft gebracht,<br />
volgen hieruit min of meer vanzelf de verschillen ofwel de afstand tussen de twee<br />
situaties voor alle aspecten.<br />
De volgende stap is dan om per aspect de mogelijk in te zetten instrumenten of te<br />
treffen maatregelen in kaart te brengen (zie stap 4).<br />
1-3.5 Stap 4: selecteer mogelijke instrumenten/maatregelen<br />
Op grond van de geconstateerde verschillen tussen de huidige en gewenste situatie<br />
kunnen diverse instrumenten worden ingezet en diverse maatregelen worden getroffen.<br />
In deel 3 en 4 van deze leidraad presenteren we een uitwerking van mogelijke<br />
instrumenten en maatregelen.<br />
Wij dragen in de leidraad per aspect diverse mogelijkheden aan om dichter bij de<br />
gewenste situatie te komen. Aan u de keuze welke variant in uw situatie het meest<br />
zinvol lijkt.<br />
Ter illustratie presenteren we u een overzicht van mogelijke instrumenten en<br />
maatregelen om de gewenste situatie voor de papierinzameling in gemeente X te<br />
realiseren.<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong>
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 18<br />
aspect gewenste situatie mogelijke instrumenten / maatregelen<br />
geformaliseerd<br />
beleid<br />
realisatie inzameltaakstelling (85%) in<br />
200X<br />
vaste vergoeding voor verenigingen met<br />
resultaatverplichting (per huisaansluiting<br />
met meer dan X kg)<br />
verwijderingstraject volledige dekkingsgraad voor<br />
maandelijks haalsysteem<br />
aanvullende brengmogelijkheden<br />
(papierbakken)<br />
gelegenheid burger<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
vastleggen gewenste situatie in gemeentelijk<br />
beleid<br />
in overleg met inzamelende verenigingen komen<br />
tot 100% dekkingsgraad van h-a-h inzameling<br />
of<br />
maandelijkse h-a-h inzameling van<br />
gemeentewege in hele gebied<br />
monitoringsysteem opzetten<br />
inzamelrespons inzicht in inzamelrespons<br />
200X: 85% respons 2x per jaar sorteeranalyse uitvoeren<br />
achtergrond-<br />
verdisconteerd in opzet inzamelsysteem kenmerken zoveel mogelijk vastleggen en<br />
kenmerken<br />
en aanpak<br />
zoeken naar de optimale aanpak<br />
motivatie burger inzicht in motivatie, capaciteit en - onderzoek doen onder bewoners naar<br />
gelegenheid<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid om<br />
gewenst eindresultaat: voldoende<br />
papier/karton gescheiden te houden en<br />
capaciteit burger<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid<br />
-<br />
apart aan te bieden (voor en na actie)<br />
communicatie en voorzieningen afstemmen<br />
op verbetering van motivatie, capaciteit en<br />
gelegenheid<br />
kosten/baten inzet maatregelen/instrumenten in eerste instantie trachten te financieren uit vermeden<br />
verwerkingskosten restafval<br />
flankerende<br />
maatregelen<br />
berichtgeving meer afgestemd op<br />
haalmoment<br />
feedback aan burgers<br />
aankondigingen op gemeentepagina afstemmen<br />
2-3 dagen voor inzameldag<br />
en/of<br />
verenigingen 2-3 dagen voor inzameldag laten<br />
folderen in gebied waar men gaat inzamelen<br />
en/of<br />
ophaaldata opnemen op afvalkalender<br />
terugkoppeling inzamelresultaten en besteding<br />
subsidiegeld verenigingen<br />
educatie op scholen<br />
regelgeving afgestemd op beleid verplichting tot scheiding papier/karton opnemen<br />
in APV<br />
periodieke controle / handhaving regels controleplan opstellen en uitvoeren voor<br />
inspectie restafvalcontainers en activiteiten<br />
inzamelende verenigingen<br />
financiële prikkel verenigingen ƒ 0,05 extra per extra ingezamelde kg oud<br />
papier/karton ten opzichte van voorgaand<br />
kalenderjaar<br />
let op aantrekkende werking op bedrijfspapier!
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 19<br />
1-3.6 Stap 5: stel prioriteiten en formuleer een plan van aanpak<br />
Wanneer duidelijk is welke instrumenten/maatregelen kunnen worden ingezet, dient<br />
een keuze te worden gemaakt voor een bepaalde set van maatregelen.<br />
Eerst is het echter van belang prioriteiten te stellen: Keulen en Aken zijn immers ook<br />
niet op één dag gebouwd.<br />
Prioriteiten<br />
Selectie kansrijke afvalstromen<br />
Gezien de complexiteit van gescheiden inzameling, bevelen we aan niet alle<br />
afvalstromen tegelijk aan te pakken. Selecteer één of twee afvalstromen waarvan u<br />
verwacht de inzamelrespons aanzienlijk te kunnen verbeteren tegen een relatief<br />
geringe inspanning.<br />
Realisatietermijn<br />
We bevelen aan onderscheid te maken tussen de korte en lange termijn. Onder korte<br />
termijn verstaan we in deze leidraad het volgende begrotingsjaar. Met de lange termijn<br />
bedoelen we de termijn waarop de gewenste situatie in zijn geheel gerealiseerd moet<br />
zijn, bijvoorbeeld binnen 5 jaar.<br />
Deze uitsplitsing brengt onder andere met zich mee dat u voor de korte termijn een<br />
tussendoelstelling moet formuleren.<br />
Verder bevelen we aan voor de korte termijn te kiezen voor maatregelen die relatief<br />
eenvoudig en 'goedkoop' zijn. Complexe en financieel riskante maatregelen kunnen<br />
voor de korte termijn beter achterwege gelaten worden.<br />
Mede op grond van de effecten die de korte-termijn-maatregelen opleveren, kan<br />
vervolgens een keuze gemaakt worden voor maatregelen voor de lange termijn.<br />
Plan van aanpak<br />
Wanneer de keuzes gemaakt zijn met betrekking tot de aan te pakken stromen en de<br />
doelstellingen op de korte en lange termijn, is het zinvol een plan op te stellen voor de<br />
aanpak van de gescheiden afvalinzameling. In het plan van aanpak werkt u het <strong>GIHA</strong>beleid<br />
uit in concrete acties.<br />
Bij de totstandkoming van het plan van aanpak doet u het volgende:<br />
- u werkt instrumenten en maatregelen uit in kosten en verwachte resultaten<br />
- u maakt, in overleg met andere afdelingen en vertegenwoordigers van betrokken<br />
verenigingen en burgers, keuzes voor in te zetten instrumenten en maatregelen<br />
- u creëert, door de gezamenlijke aanpak, draagvlak binnen de ambtelijke<br />
organisatie en bij betrokken verenigingen en burgers voor de aanpak van <strong>GIHA</strong><br />
- u komt tot een integrale aanpak van afvalscheiding binnen uw gemeente.<br />
Het plan van aanpak kunt u gebruiken om de bestuurlijke organisatie nader te<br />
informeren en te doen besluiten tot kredietverstrekking.<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong>
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 20<br />
De volgende aspecten moeten in het plan van aanpak nader uitgewerkt worden:<br />
- probleem- en doelstelling<br />
- samenhangende aanpak van verbeterpunten (per wijk of per fractie)<br />
* motivatie<br />
* capaciteit<br />
* gelegenheid<br />
* flankerende maatregelen<br />
- kostenraming<br />
- planning<br />
- taakverdeling / toedeling verantwoordelijkheden.<br />
Probleem- en doelstelling<br />
Het is zowel voor de beleidsmakers als voor de bestuurders en de uitvoerende dienst<br />
van belang dat de doelen uitdagend en prikkelend zijn, zonder dat de haalbaarheid<br />
uit het oog wordt verloren.<br />
Bij het formuleren van de doelstelling dient u tevens rekening te houden met de<br />
volgende eisen:<br />
- Het gestelde doel moet meetbaar zijn.<br />
- Het behalen van het doel moet aan een termijn gebonden worden.<br />
Ter illustratie presenteren we een uitwerking van de doelstelling van gemeente X met<br />
betrekking tot de inzameling van papier/karton.<br />
aspect probleemstelling doelstelling<br />
inzamelrespons inzamelrespons is niet bekend inzamelrespons papier/karton 75% in 2002<br />
capaciteit inwoners zijn niet goed op de hoogte binnen 6 maanden kent 75% van de inwoners<br />
van wat wel en niet bij het<br />
de scheidingsregel voor papier/karton<br />
papier/karton hoort<br />
in 2002 is dit 90%<br />
Het spreekt voor zich dat na verloop van tijd gemeten moet worden of de doelstelling<br />
daadwerkelijk is gehaald, en zo niet, waarom niet.<br />
Projectteam<br />
We bevelen aan een projectteam in te stellen waarin alle betrokken afdelingen en<br />
disciplines vertegenwoordigd zijn:<br />
- beleid (trekkersrol voor <strong>GIHA</strong>-aanpak)<br />
- reiniging (uitvoering, inclusief handhaving)<br />
- communicatie<br />
- financiën<br />
- juridische zaken<br />
- wijk- en buurtbeheer.<br />
Door deze disciplines bij de aanpak van <strong>GIHA</strong> te betrekken, legt u een stevig<br />
fundament voor de implementatiefase.<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong>
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 1 21<br />
Ter illustratie presenteren we u een plan van aanpak van gemeente X om de<br />
papierinzameling op korte en lange(re) termijn te verbeteren.<br />
aspect plan van aanpak realisatietermijn<br />
beleid inzamelrespons<br />
75% 2002<br />
verwijderingstraject<br />
inzamelrespons<br />
motivatie<br />
capaciteit<br />
gelegenheid<br />
burger<br />
flankerende<br />
maatregelen<br />
85% 2005<br />
overleg starten met verenigingen over gewenste<br />
2001<br />
dekkingsgraad, inzamelfrequentie en andere<br />
verbeteringsmogelijkheden (polsen houding t.o.v. financiële<br />
prikkel)<br />
invoering dekkende inzamelstructuur 1-1-2002<br />
2 sorteeranalyses per jaar uit laten voeren 2001 en verder<br />
monitoringsysteem opzetten<br />
- (start) registratie hoeveelheden / sorteeranalyses<br />
- (start) registratie kosten<br />
1-3 Stappenplan voor aanpak <strong>GIHA</strong><br />
2001<br />
2003<br />
representatief onderzoek naar ervaringen bewoners 2001<br />
herhalen bewonersonderzoek 2003<br />
communicatie afstemmen op resultaten bewonersonderzoek 2001 en verder<br />
onderzoeken hoe aankondiging ophaaldata het meest<br />
efficiënt kan worden verzorgd<br />
2001<br />
structurele aankondiging ophaaldata 1-1-2002<br />
en verder<br />
tekst APV aanpassen: verplichting tot scheiding papier 2001<br />
opzetten controleplan (werkwijze, aantal fte's etc) 2001<br />
aantrekken reinigingsinspecteur 2002 (1 e helft)<br />
inzet reinigingsinspecteur 2002 (2 e helft)<br />
overleggen met verenigingen over financiële prikkel en<br />
afspraken vastleggen<br />
2002<br />
starten met financiële prikkel verenigingen 2003<br />
1-3.7 Stap 6: implementeer het plan van aanpak<br />
Na vaststelling van het plan van aanpak door de gemeenteraad start de<br />
implementatiefase: de concrete voorbereidingen voor het daadwerkelijk uitvoeren van<br />
de maatregelen kunnen beginnen.<br />
Belangrijke aandachtspunten in deze fase zijn onder andere:<br />
- planning<br />
- kostenbeheersing<br />
- communicatie (intern en extern).
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2<br />
1-3.8 Stap 7: blijf monitoren en bijsturen<br />
U kunt het effect van bepaalde maatregelen alleen bepalen, als u de relevante<br />
gegevens blijft monitoren. Op basis van onder andere de ingezamelde hoeveelheden,<br />
de resultaten van sorteeranalyses en kostenoverzichten kunt u vaststellen in hoeverre<br />
de maatregel het gewenste effect heeft.<br />
De snelheid waarmee de te monitoren gegevens worden verzameld, verwerkt en<br />
gerapporteerd bepaalt hoe snel u kunt ingrijpen en ontwikkelingen kunt bijsturen.<br />
2 Uitwerking onderdelen van inventarisatie<br />
2-1 Beleid 1<br />
2-1.1 Inleiding 1<br />
2-1.2 Gescheiden inzameling (grof) huishoudelijk afval 1<br />
2-1.3 Regelgeving 2<br />
2-1.4 Inzameltaakstellingen 3<br />
2-1.5 Verwachte ontwikkelingen 5<br />
2-1.6 Lokaal beleid 6<br />
2-2 Monitoring 7<br />
2-2.1 Inleiding 7<br />
2-2.2 Informatievragen voor monitoring 7<br />
2-2.3 Welke gegevens monitoren? 8<br />
2-2.4 Gewenst niveau van meten 10<br />
2-2.5 Hoe monitoren? 11<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheden 13<br />
2-3.1 Inleiding 13<br />
2-3.2 Definities afvalstromen 13<br />
2-3.3 Meetpunten/meetmomenten 16<br />
2-3.4 Betrokken partijen en wijze van meten 19<br />
2-4 Sorteeranalyses 21<br />
2-4.1 Inleiding 21<br />
2-4.2 Doel en aanleiding 21<br />
2-4.3 Steekproef, frequentie en monstername 22<br />
2-4.4 Het sorteren 24<br />
2-4.5 Rapportage 24<br />
2-4.6 Kosten 24<br />
2-5 Kostenanalyse 25<br />
2-5.1 Inleiding 25<br />
2-5.2 Inzicht en vergelijking 25<br />
2-5.3 Methodiek 25<br />
2-6 Achtergrondkenmerken 31<br />
2-6.1 Inleiding 31<br />
2-6.2 Te registreren kenmerken 31<br />
2-7 Bewonersonderzoek 35<br />
2-7.1 Inleiding 35
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2<br />
2-7.2 Bestaande onderzoeken 35<br />
2-7.3 Mogelijke onderzoeksvormen 36<br />
2-7.4 Aanpak 36<br />
2-7.5 Kosten 37
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 1<br />
2-1 Beleid<br />
2-1.1 Inleiding<br />
Doel<br />
Inzicht krijgen in het landelijk en provinciaal beleid op het gebied van afvalscheiding dat<br />
reeds is uitgezet en in de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van dat<br />
beleid op gemeentelijk niveau.<br />
Hoe<br />
Door een inventarisatie van het huidige afvalscheidingsbeleid.<br />
2-1.2 Gescheiden inzameling (grof) huishoudelijk afval<br />
Rijksoverheid<br />
Het landelijk beleid ten aanzien van gescheiden afvalinzameling is verwoord en<br />
vastgelegd in diverse notities, programma's en dergelijke:<br />
- Programma Gescheiden inzamelen droge componenten huishoudelijk afval, AOO<br />
1995 (papier/karton, glas en textiel) [3]<br />
- Programma gescheiden inzamelen van klein chemisch afval (KCA) [4]<br />
- Besluit verwijdering wit- en bruingoed 1998 [5].<br />
Provincies<br />
De provincies hebben anno 2000 vooral een stimulerende en faciliterende rol, waar het<br />
gaat om gescheiden afvalinzameling. De wijze waarop zij deze rol concreet uitwerken,<br />
varieert per provincie.<br />
Enkele voorbeelden presenteren we hier in de leidraad.<br />
Noord-Holland<br />
Het achterblijven van de inzamelresultaten op de taakstellingen is voor de provincie aanleiding geweest<br />
om gezamenlijk met een aantal gemeenten en samenwerkingsverbanden actie te ondernemen op het<br />
gebied van <strong>GIHA</strong>.<br />
De provincie heeft een overleggroep geformeerd waarin ervaringen zijn uitgewisseld, conclusies zijn<br />
getrokken en is vastgesteld aan welke acties behoefte is en hoe de provincie hierbij kan ondersteunen.<br />
Concreet heeft dit geleid tot de volgende projecten:<br />
- gemeenten kunnen subsidie krijgen voor vernieuwende projecten op het gebied van gescheiden<br />
inzameling van huishoudelijk afval<br />
- het opstellen van deze leidraad voor gemeenten.<br />
In totaal is er voor deze projecten een bedrag van circa 1 miljoen gulden gereserveerd (Provinciaal<br />
Afvalstoffenfonds (PAF)).<br />
2-1 Beleid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 2<br />
Limburg<br />
Provincie Limburg heeft zich tot doel gesteld hergebruik van componenten uit het huishoudelijk afval en<br />
enkele aanverwante stromen, verder te verhogen. Daartoe is begin 1996 door de provincie, in<br />
samenwerking met de Limburgse gemeenten en AVL Sturing NV, het project Huishoudelijk Afval en<br />
Analoge Stromen / Bestuurlijk Interactief Samenwerken-Afval opgezet (beter bekend als HAAS/BIS-<br />
AFVAL).<br />
Het bijzondere van dit project is de intensieve en collegiale samenwerking tussen gemeenten,<br />
gewesten, provincie en AVL.<br />
Achterliggende gedachte is dat ieder zijn voordeel kan doen met de ervaringen van de andere partijen<br />
ten behoeve van de optimalisering van de verwijdering van huishoudelijk afval.<br />
De aanpak van Provincie Limburg omvat onder andere thema-campagnes over diverse afvalfracties<br />
(glas, papier/karton, GFT-afval) en de opzet van een eenduidige wijze van kostenregistratie en –<br />
analyse.<br />
Informeer dus bij uw provincie naar de mogelijkheden die zij biedt voor ondersteuning op het<br />
gebied van gescheiden afvalinzameling.<br />
2-1.3 Regelgeving<br />
Landelijke wetgeving<br />
De wettelijke grondslag voor de verplichting tot afvalscheiding is opgenomen in de Wet<br />
milieubeheer (Wm), hoofdstuk 10 Afvalstoffen.<br />
Alleen de verplichting tot gescheiden GFT-inzameling is rechtstreeks in de Wm<br />
opgenomen (art. 10.12).<br />
Provinciale milieuverordening<br />
Voor alle overige huishoudelijke afvalstoffen geldt tot op heden dat de Wm aan de<br />
provincies de bevoegdheid geeft om in de provinciale milieuverordening (PMV) regels<br />
te stellen inzake de gescheiden inzameling van andere huishoudelijke afvalstoffen.<br />
De meeste provincies hebben een tekst met de volgende of vergelijkbare strekking<br />
opgenomen in hun PMV.<br />
Bij de gemeentelijke verordening bedoeld in artikel 10.10 van de wet (milieubeheer) worden regels<br />
gesteld omtrent de verwijdering van de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen direct na<br />
het ontstaan ervan en de afzonderlijke inzameling van die bestanddelen:<br />
a. afvalstoffen die ingevolge artikel 4, eerste lid, van het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen niet<br />
als gevaarlijke afvalstoffen worden aangemerkt (klein chemisch afval)<br />
b. glas<br />
c. oud papier en karton<br />
d. textiel<br />
e. wit- en bruingoed waarop het Besluit verwijdering wit- en bruingoed van toepassing is.<br />
De provinciebesturen dragen de gemeentebesturen dus op regels voor de gescheiden<br />
inzameling van KCA, glas, papier/karton, textiel en wit- en bruingoed op te nemen in de<br />
gemeentelijke verordening.<br />
Op dit moment is een wetswijziging in voorbereiding die consequenties heeft voor de<br />
provinciale en gemeentelijke bevoegdheden en verplichtingen (zie de paragraaf<br />
Verwachte ontwikkelingen in dit hoofdstuk).<br />
2-1 Beleid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 3<br />
Gemeentelijke verordening<br />
Op grond van artikel 10.10 van de Wm hebben gemeenten de verplichting om regels<br />
vast te stellen 'inzake het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen'. Deze regels<br />
kunnen worden vastgelegd in de afvalstoffenverordening of in de Algemene Plaatselijke<br />
Verordening (APV).<br />
De inwoners van uw gemeente kunt u dus via deze verordening verplichten tot het<br />
gescheiden aanbieden van diverse afvalfracties. In de verordening kunt u tevens<br />
specificeren welke deelstromen tot de scheidingsregel van een bepaalde afvalfractie<br />
behoren. Verder kunt u in de verordening vastleggen op welke wijze een bepaalde<br />
afvalfractie aangeboden moet worden.<br />
De in de verordening neergelegde regels bieden een wettelijke basis voor handhaving<br />
van de scheidingsplicht, scheidingsregels en aanbiedeisen.<br />
2-1.4 Inzameltaakstellingen<br />
Voor u als gemeente zijn met name de landelijke inzameltaakstellingen van belang. Met<br />
deze term bedoelen we de hoeveelheid die van een bepaalde afvalcomponent<br />
gescheiden moet worden ingezameld ten opzichte van de totale vrijkomende<br />
hoeveelheid van die component.<br />
Op grond van deze inzameltaakstellingen kunt u uw eigen beleidsdoelstellingen<br />
formuleren en toetsen in hoeverre u reeds aan deze taakstellingen voldoet.<br />
In het volgende schema presenteren we een overzicht van inzameltaakstellingen die<br />
voor diverse fracties zijn vastgesteld. De gepresenteerde cijfers dienen voor u als basis<br />
voor uw gemeentelijk beleid.<br />
afvalstroom fractie inzameltaakstelling bron status<br />
huishoudelij<br />
k afval<br />
papier / karton 85%<br />
Programma <strong>GIHA</strong> [3] vastgesteld in AOO 1995<br />
glas 90%<br />
textiel 50%<br />
KCA 90% Programma GIKCA [4] vastgesteld in AOO 2000<br />
Voor de fracties GFT-afval en wit- en bruingoed (WEB) zijn geen landelijke<br />
inzameltaakstellingen vastgesteld.<br />
Ook voor de totale stroom (grof) huishoudelijk afval zijn geen inzameltaakstellingen<br />
geformuleerd.<br />
Inzamelrichtlijn<br />
Het AOO heeft de procentuele inzameltaakstellingen van de diverse afvalfracties<br />
vertaald naar een taakstelling, uitgedrukt in kilogrammen. In deze leidraad noemen we<br />
dit vervolgens de inzamelrichtlijn: de absolute hoeveelheid die op grond van het<br />
bepaalde totaalaanbod van dat moment overeenkomt met de inzameltaakstelling (kg).<br />
De inzameltaakstelling van 90% voor glas komt bijvoorbeeld neer op 25 kg per inwoner<br />
per jaar.<br />
Wanneer de totaal vrijkomende hoeveelheid van een afvalfractie verandert, actualiseert<br />
het AOO deze cijfers. Ter illustratie hebben we in figuur 2-1.1 de ontwikkeling van de<br />
inzamelrichtlijn voor papier/karton weergegeven van 1995 tot 2000.<br />
2-1 Beleid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 4<br />
Figuur 2-1.1: Ontwikkeling inzamelrichtlijn papier/karton, 1995-2000<br />
kg/inw oner/jaar<br />
100<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
1995 1996 1997 1998 1999 2000<br />
Figuur 2-1.1 laat duidelijk zien dat de inzamelrichtlijn aan verandering onderhevig is.<br />
Ook tussen en binnen gemeenten kan de vrijkomende hoeveelheid van een bepaalde<br />
afvalfractie sterk variëren. Als u de inzamelrichtlijn van 89 kg papier/karton in 1998<br />
heeft behaald, betekent dit nog niet dat u ook aan de inzameltaakstelling van 85%<br />
voldoet.<br />
In figuur 2-1.2 illustreren we nog eens hoe de richtlijn u op het verkeerde been kan<br />
zetten. We hebben de resultaten van de gescheiden glasinzameling van vijf gemeenten<br />
weergegeven. In iedere staaf ziet u welk deel gescheiden is ingezameld, welk deel nog<br />
in het restafval is aangetroffen (sorteeranalyses) en welk deel hiervan volgens de<br />
inzameltaakstelling van 90% nog gescheiden zou moeten worden ingezameld.<br />
Figuur 2-1.2: Inzamelresultaten gemeenten<br />
kg/inwoner/jaar<br />
40<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
2-1 Beleid<br />
inzamelrichtlijn papier/karton<br />
gemeente A gemeente B gemeente C gemeente D gemeente E<br />
gescheiden ingezameld nog te doen voor behalen taakstelling overig glas in restfractie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 5<br />
Als we ons uitsluitend op de inzamelrichtlijn zouden richten (25 kg/inwoner/jaar), halen<br />
gemeente A, C en D het gewenste resultaat. Voor gemeente B en E zouden we<br />
vaststellen dat de inzamelresultaten achterblijven: het gaat daar nog niet goed!<br />
Echter, op grond van de inzameltaakstelling (90%) moeten we concluderen dat<br />
gemeente C en D juist nog een flinke inspanning moeten verrichten om aan de<br />
taakstelling te kunnen voldoen.<br />
Gemeente E daarentegen, met een inzamelresultaat van 'slechts' 21 kg, voldoet reeds<br />
aan de taakstelling. Deze gemeente hoeft zich in eerste instantie dus niet meer te<br />
richten op een verdere verbetering, maar meer op het onderhouden van het goede<br />
resultaat.<br />
Feitelijk dient u zich dus te richten op het behalen van de inzameltaakstelling (voor<br />
glas: 90%). Hierin kunt u alleen inzicht krijgen aan de hand van sorteeranalyses:<br />
daarmee krijgt u een <strong>compleet</strong> beeld van zowel de gescheiden aangeboden<br />
hoeveelheid afval als de hoeveelheid die de burgers nog ongescheiden met het<br />
restafval aanbieden.<br />
Het uitvoeren van sorteeranalyses is naar onze mening niet in alle gevallen even<br />
noodzakelijk. Met name wanneer het inzamelresultaat nog relatief laag is, bijvoorbeeld<br />
8 kg glas per inwoner per jaar, mag u aannemen dat er nog voldoende glas 'te halen' is.<br />
In dat geval bevelen wij aan uw financiële middelen niet aan sorteeranalyses te<br />
besteden, maar aan gerichte maatregelen ter verbetering van het inzamelresultaat.<br />
Voer bij voorkeur sorteeranalyses uit om inzicht te krijgen in de inzamelrespons per afvalfractie.<br />
Toets vervolgens de inzamelrespons aan de vastgestelde inzameltaakstellingen.<br />
2-1.5 Verwachte ontwikkelingen<br />
Landelijk afvalbeheersplan<br />
De minister van VROM stelt samen met het AOO een Landelijk AfvalbeheersPlan<br />
(LAP) op. Dit plan is de opvolger van het Tienjarenprogramma Afval 1995-2005 en het<br />
Meerjarenplan Gevaarlijke Afvalstoffen II. Het LAP bevat het beleid voor de<br />
verwijdering van afvalstoffen tot 2005, met een doorkijk tot 2011.<br />
Onderdeel van het LAP is onder andere een plan van aanpak om de gescheiden<br />
inzameling te stimuleren.<br />
Voor u is het van belang de ontwikkelingen in het LAP te blijven volgen.<br />
Wijziging Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen)<br />
In het kader van de wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) is<br />
een aantal algemene maatregelen van bestuur (amvb's) in voorbereiding. Deze zijn<br />
deels van invloed op de manier waarop gemeenten de afvalinzameling vormgeven. De<br />
belangrijkste amvb's lichten we hier kort toe:<br />
- regels inzake het ter beschikking stellen door gemeenten van een plaats waar<br />
stoffen, preparaten of producten welke zijn ingenomen in het kader van een<br />
innameverplichting, kunnen worden achtergelaten<br />
In deze amvb kan worden bepaald dat gemeenten verplicht zijn op tenminste één<br />
plek binnen de gemeente voldoende gelegenheid te bieden om zaken die in het<br />
kader van een innameverplichting zijn ingenomen achter te laten. Concreet gaat<br />
het er hierbij bijvoorbeeld om dat detaillisten de door hen ingenomen batterijen en<br />
WEB kunnen achterlaten.<br />
2-1 Beleid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 6<br />
- regels inzake het buiten toepassing blijven van de gemeentelijke inzamelplicht<br />
voor grove huishoudelijke afvalstoffen<br />
In deze amvb wordt de zorgplicht van gemeenten voor de inzameling van grof<br />
huishoudelijk afval beperkt voor onder andere bouw- en sloopafval, bijvoorbeeld<br />
tot een hoeveelheid van 1 m 3 . Bij aanbod van een grotere hoeveelheid kan de<br />
gemeente dan verwijzen naar een particuliere inzamelaar.<br />
- regels met betrekking tot het gescheiden afgeven, overdragen of ter inzameling<br />
aanbieden en het afzonderlijk inzamelen van afvalstoffen<br />
In deze amvb kan de verplichting worden opgenomen tot scheiding van diverse<br />
afvalfracties. Gemeenten worden dan via dit amvb verplicht tot het opnemen van<br />
deze bepalingen in de gemeentelijke verordening. Deze amvb dient ter vervanging<br />
van de bepalingen die nu nog in de provinciale milieuverordeningen zijn<br />
opgenomen.<br />
We raden u aan deze ontwikkelingen nauwlettend te blijven volgen.<br />
2-1.6 Lokaal beleid<br />
De aanpak van <strong>GIHA</strong> begint met een inventarisatie van het gemeentelijk beleid ten<br />
aanzien van afvalscheiding.<br />
Op basis van het actuele landelijke en provinciale beleid stelt u vast u in hoeverre uw<br />
gemeentelijk beleid:<br />
- is aangepast aan het vigerend landelijk beleid<br />
- is aangepast aan het provinciaal beleid<br />
- voor de (nabije) toekomst kan worden aangepast aan de verwachte<br />
ontwikkelingen.<br />
Daarnaast is het mogelijk te bepalen hoe u scoort ten opzichte van uw buurgemeenten,<br />
de regio of de provincie. Hiervoor kunt u de statusrapportage van het AOO over 1998<br />
[6] raadplegen.<br />
(Let wel: de statusrapportage vermeldt de ingezamelde kilogrammen per inwoner per<br />
jaar. En dat zegt, zoals we reeds eerder al aangaven, niets over de inzamelrespons!)<br />
De <strong>GIHA</strong>-evaluatie [7] heeft uitgewezen dat gebrek aan commitment binnen de<br />
gemeentelijke organisatie voor het behalen van de taakstellingen als faalfactor kan<br />
worden aangeduid. Hierdoor vindt er onvoldoende monitoring en sturing plaats en<br />
wordt dikwijls eenzijdig invulling gegeven aan het aspect kostenbeheersing: men let<br />
alleen op kosten en niet op mogelijke baten. Verder blijkt uit de <strong>GIHA</strong>-evaluatie [7] dat<br />
er geen actieve terugkoppeling plaatsvindt tussen inzamelresultaten en doelstellingen.<br />
Als we de conclusie omdraaien kunnen we stellen dat verankering van de<br />
taakstellingen in het gemeentelijk beleid en draagvlak in de gemeentelijke organisatie<br />
voorwaarden zijn voor een succesvolle gescheiden inzameling.<br />
Neem de inzameltaakstellingen op in uw gemeentelijk beleid.<br />
Creëer betrokkenheid binnen uw ambtelijke en politieke organisatie.<br />
Zie het behalen van de inzameltaakstellingen als een uitdaging.<br />
Zorg voor een continue actieve terugkoppeling tussen resultaten en beleidsvoornemens.<br />
2-1 Beleid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 7<br />
2-2 Monitoring<br />
2-2.1 Inleiding<br />
Om inzicht te krijgen in de resultaten van afvalscheiding en de belemmeringen en<br />
knelpunten die ondervonden worden, is het van belang alle relevante gegevens<br />
structureel op een eenduidige, systematische wijze te verzamelen en bij te houden.<br />
Hiervoor gebruiken we het begrip monitoring.<br />
Bij afvalmonitoring gaan de gedachten in eerste instantie uit naar het monitoren van<br />
hoeveelheden. Ons analysemodel gaat er echter van uit dat niet alleen de<br />
ingezamelde hoeveelheden, maar ook het complex van factoren dat de<br />
inzamelresultaten beïnvloedt, gemonitored moet worden.<br />
Monitoring in het kader van afvalscheiding heeft een aantal belangrijke functies:<br />
- signalerende functie<br />
- vastleggen nul-situatie<br />
- basis voor meting efficiency en effectiviteit van beleid<br />
- basis voor terugkoppeling naar burgers<br />
- herkenning van trends.<br />
De NVRD heeft in haar rapport Afvalmonitoring: nieuwe perspectieven van november<br />
1998 [8] een kader geschetst voor afvalmonitoring. Aan de hand van dit kader en het<br />
analysemodel stellen we in de leidraad de volgende monitoringopzet voor.<br />
2-2.2 Informatievragen voor monitoring<br />
Verschillende informatievragers hebben verschillende motieven om te gaan meten.<br />
Onderstaand schema bevat een overzicht, waarin we tevens de belangrijkste vragen<br />
van de verschillende niveaus hebben weergegeven.<br />
Op het gemeentelijke niveau is onderscheid gemaakt in vragen die betrekking hebben<br />
op beleid en vragen die betrekking hebben op de uitvoering. Een verdere differentiatie<br />
naar wijken of routes is opgenomen bij het gemeentelijke niveau omdat de<br />
informatievragen dezelfde zijn.<br />
2-2 Monitoring
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 8<br />
niveau redenen om te monitoren<br />
landelijk 1. om benodigde be- en verwerkingscapaciteit in te schatten<br />
2. om doelstellingen gescheiden inzameling en hergebruik te toetsen<br />
3. om (de voortgang van) het beleid te monitoren en eventueel bij te sturen<br />
provinciaal 4. om doelstellingen gescheiden inzameling en hergebruik te toetsen<br />
5. om resultaten met andere provincies te vergelijken<br />
gemeentelijk/wijk: beleid 6. om doelstellingen gescheiden inzameling en hergebruik te toetsen<br />
7. om de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde componenten te controleren<br />
8. om de gebruikte inzamelmethode(n) te toetsen<br />
9. om resultaten met andere gemeenten/wijken te vergelijken<br />
gemeentelijk/wijk: uitvoering 10. om het budget te bewaken<br />
11. om het management te informeren over inzameling en verwerking<br />
12. om resultaten met andere gemeenten/wijken te vergelijken<br />
13. om inzicht te krijgen in het afvalgedrag van ontdoeners<br />
Uit het schema blijkt dat monitoring op gemeenteniveau niet alleen zinvol is om de<br />
eigen situatie te optimaliseren. De monitoringgegevens kunnen tevens gebruikt worden<br />
voor de informatievoorziening richting provincie en landelijke overheid.<br />
Concreet denken we hierbij aan de enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek<br />
inzake Van gemeentewege ingezameld afval.<br />
Het spreekt voor zich dat uniformiteit in de monitoringopzet wenselijk is om (resultaten<br />
van) gemeenten onderling te kunnen vergelijken.<br />
2-2.3 Welke gegevens monitoren?<br />
In het stappenplan (deel 1) hebben we al aangegeven welke gegevens voor de aanpak<br />
van <strong>GIHA</strong> geïnventariseerd en geanalyseerd moeten worden.<br />
Voor deze gegevens geldt dat ze bij voorkeur in een monitoringsysteem worden<br />
bijgehouden.<br />
In het volgende overzicht hebben we voor alle gegevens vermeld met welke frequentie<br />
deze verzameld c.q. bijgehouden moeten worden om als gemeente goed inzicht te<br />
krijgen en te houden in de gescheiden afvalinzameling (mede gebaseerd op [8]).<br />
2-2 Monitoring
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 9<br />
gegeven onderzoeken frequentie van monitoren<br />
geformaliseerd beleid<br />
verwijderingstraject per<br />
fractie<br />
inzamelrespons per fractie<br />
vastgestelde beleidsuitgangspunten<br />
geïmplementeerd beleid<br />
inzamelmiddel<br />
inzamellocatie (dichtheid)<br />
inzamelvoertuig + bemensing<br />
inzamelfrequentie<br />
inzamelmoment (dag/tijdstip)<br />
aanbied- en acceptatie-eisen<br />
locatie van verwerking<br />
betrokken partijen<br />
registratiemethode afvalhoeveelheden<br />
prijsafspraken<br />
2-2 Monitoring<br />
jaarlijks<br />
eenmalig<br />
ingezamelde hoeveelheid per fractie continu<br />
samenstelling restafval 2x per jaar<br />
totaal vrijkomende hoeveelheid per fractie en<br />
gescheiden ingezameld deel (inzamelrespons)<br />
achtergrondkenmerken bebouwingstype, tuingrootte, mate van stedelijkheid<br />
ook: sociaal-economische klasse,<br />
bevolkingssamenstelling op basis van nationaliteit,<br />
gezinssamenstelling etcetera<br />
motivatie, capaciteit en<br />
gelegenheid burger<br />
kosten/baten per fractie<br />
flankerende maatregelen<br />
via bewonersonderzoek, -consultatie, wijkoverleg en<br />
dergelijke<br />
(minimaal voor en na verandering of actie)<br />
inzamelkosten per fractie<br />
transportkosten<br />
overslagkosten<br />
verwerkingskosten c.q. opbrengsten<br />
overige kosten<br />
vermeden verwerkingskosten<br />
motiverende maatregelen richting burger<br />
communicatie-inspanning gemeenten richting burger<br />
tarievenstructuur<br />
regelgeving afvalscheiding<br />
controle/handhaving afvalscheiding<br />
aanpassen in geval van<br />
wijziging<br />
1x per jaar<br />
1x per 2-3 jaar<br />
1x per jaar<br />
continu<br />
1x per jaar<br />
1x per jaar
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 10<br />
Berekening inzamelrespons<br />
Voor het berekenen van de inzamelrespons van een bepaalde afvalfractie heeft u de<br />
volgende gegevens nodig:<br />
- A: gescheiden ingezamelde hoeveelheid (ton per jaar)<br />
- B: totale hoeveelheid ingezameld huishoudelijk restafval (ton per jaar)<br />
- C: aandeel afvalfractie in restafval (% op basis van sorteeranalyse)<br />
Vervolgens kunt u de inzamelrespons als volgt berekenen:<br />
2-2 Monitoring<br />
inzamelrespons = (A / (A + (B*C))) * 100%<br />
We illustreren deze berekeningswijze voor u aan de hand van de situatie in gemeente<br />
X.<br />
Gescheiden ingezamelde hoeveelheid papier/karton: 500 ton per jaar<br />
Hoeveelheid huishoudelijk restafval: 3.000 ton per jaar<br />
Aandeel papier/karton in huishoudelijk restafval: 7,2% -> 216 ton<br />
Inzamelrespons: 500 / (500 + 216) * 100% = 70%<br />
2-2.4 Gewenst niveau van meten<br />
Het niveau waarop de gegevens geregistreerd worden, hangt onder andere af van de<br />
mate waarin u uiteindelijk wil kunnen sturen.<br />
Voor gemeenten onderscheiden we de volgende monitoringniveaus:<br />
1. regioniveau (laag detailniveau)<br />
2. gemeenteniveau<br />
3. wijkniveau<br />
4. aansluitingniveau (hoog detailniveau).<br />
Regioniveau<br />
In een samenwerkingsverband is sprake van een inzameldienst die zorg draagt voor de<br />
afvalinzameling in een gebied dat verschillende gemeenten bestrijkt, waarmee de<br />
inzamelroutes de gemeentegrenzen overstijgen.<br />
Binnen het samenwerkingsverband monitort men niet alleen op basis van totale<br />
gegevens van het gehele gebied, maar ook meet en registreert men de gegevens die<br />
betrekking hebben op de totalen van de afzonderlijke gemeenten.<br />
De gegevens die op dit niveau vrijkomen, blijven vrij algemeen.<br />
Gemeenteniveau<br />
Dit niveau leidt al tot meer gedetailleerde informatie. De praktijk wijst uit dat dit voor<br />
veel gemeenten in eerste instantie het hoogst haalbare detailniveau is.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 11<br />
Wijkniveau<br />
Bij monitoring op wijkniveau is het in de eerste plaats van belang dat de wijkgrenzen<br />
nauwkeurig zijn vastgelegd. Bij 'wijken' moet u niet direct denken aan inzamelwijken<br />
(bijvoorbeeld de maandag-minicontainerwijk met 1.200 aansluitingen), maar meer aan<br />
geografisch afgebakende gebieden die op grond van het bebouwingstype aangeduid<br />
kunnen worden. De NVRD onderscheidt in haar monitoringopzet [8] op grond van het<br />
bebouwingstype de volgende vier algemene typen wijken:<br />
1. centrum<br />
2. laagbouw<br />
3. hoogbouw<br />
4. buitengebied.<br />
Deze algemene gebiedstypering kunt u hanteren voor het verkrijgen van alle<br />
monitorgegevens op wijkniveau. Het spreekt voor zich dat wijken (bijna) nooit voor<br />
100% aan deze typering voldoen, maar in eerste instantie is de voorgestelde<br />
vereenvoudiging tot vier algemene typen wijken voldoende. Aan de hand van de<br />
achtergrondkenmerken kunt u voor de vier typen wijken vervolgens gebiedsprofielen<br />
opstellen, waarin u bijvoorbeeld ook de andere bebouwingstypen kunt kwantificeren.<br />
Aansluitingniveau<br />
De meeste mogelijkheden om de gescheiden inzameling te optimaliseren komen voort<br />
uit een monitoring op het niveau van de aansluitingen. Met behulp van deze gegevens<br />
kunt u problemen sneller lokaliseren en trachten te verhelpen.<br />
Voor zover u in uw gemeente de inzamelmiddelen voor GFT- en restafval heeft<br />
voorzien van een identificatiesysteem, bijvoorbeeld in het kader van afrekening per<br />
afvalaanbieding, zijn de gegevens voor deze twee fracties eenvoudig op<br />
aansluitingniveau te verkrijgen.<br />
Voor de stromen oud papier/karton, glas en textiel is het vooralsnog niet mogelijk<br />
gegevens op aansluitingniveau te verkrijgen.<br />
Door gebruik te maken van wijkgegevens kunt u de inzamelresultaten wel op<br />
aansluitingniveau uitrekenen.<br />
Ga in eerste instantie monitoren op gemeenteniveau.<br />
Daal af naar wijk- of buurtniveau indien de resultaten daarvoor aanleiding geven.<br />
2-2.5 Hoe monitoren?<br />
In hoofdstuk 2-3 tot en met 2-7 geven we een toelichting op de gegevens die in het<br />
kader van de aanpak van <strong>GIHA</strong> geïnventariseerd en gemonitored moeten worden.<br />
We gaan hierbij met name in op de benodigde gegevens, de wijze waarop deze<br />
gegevens verzameld kunnen worden en de aandachtspunten die hierbij van belang<br />
zijn.<br />
Voor een goede analyse van de knelpunten op het gebied van <strong>GIHA</strong> binnen uw<br />
gemeente, verdient het de voorkeur alle benodigde gegevens op hetzelfde gewenste<br />
niveau te verzamelen, zodat deze aan elkaar gekoppeld kunnen worden.<br />
De wijze waarop de benodigde gegevens op het gewenste niveau verzameld kunnen<br />
worden, zal per gemeente verschillen. Dit is onder andere afhankelijk van de<br />
verschillende betrokken partijen en afdelingen (wie levert de gegevens aan), de meeten<br />
registratieprocedures, de mate van automatisering en dergelijke.<br />
2-2 Monitoring
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 12<br />
Het spreekt voor zich dat een monitoringopzet waarbij alle gegevens in één grote<br />
database verzameld worden, ideaal zou zijn. De praktijk leert echter dat dit tot op<br />
heden niet goed mogelijk is.<br />
2-2 Monitoring
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 13<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheden<br />
2-3.1 Inleiding<br />
Doel<br />
Inzicht krijgen (per gebied) van gescheiden ingezamelde hoeveelheden.<br />
Hoe<br />
Door de volgende aspecten uit te werken en te gaan registreren:<br />
1. definiëren van te registreren afvalstromen<br />
2. vaststellen van meetpunten / meetmomenten<br />
3. vaststellen van gewenst niveau van meten<br />
4. vastleggen welke partij de meting verricht en op welke wijze.<br />
NVRD/AOO hebben in het Informatiedocument: Definities “Gemeentelijke afvalstoffen”<br />
[9] beschreven op welke wijze afvalregistratie eenduidig kan plaatsvinden. Net als voor<br />
monitoring in het algemeen, geldt ook voor registratie van de ingezamelde<br />
hoeveelheden dat uniformiteit tussen gemeenten van groot belang is om<br />
inzamelresultaten onderling te kunnen vergelijken.<br />
De tekst in dit hoofdstuk is grotendeels ontleend aan de genoemde publicatie.<br />
2-3.2 Definities afvalstromen<br />
Afspraken over definities zijn van belang om gegevens op verschillende niveaus te<br />
kunnen interpreteren en uitwisselen.<br />
Aan de hand van wettelijke verplichtingen en ervaringen uit de praktijk is een structuur<br />
met bijbehorende definities opgesteld. Het volgende schema geeft deze structuur en<br />
geeft de beschrijvingen van de onderscheiden afvalstromen.<br />
De gemeentelijke afvalstromen worden opgesplitst in afval uit huishoudens en<br />
reinigingsdienstenafval. Laatstgenoemde categorie is in het kader van deze leidraad<br />
minder relevant, maar voor u bij de opzet van uw monitoringsysteem wel degelijk van<br />
belang.<br />
Aan de hand van deze indeling kunt u de registratie in uw gemeente opzetten.<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 14<br />
nummer stroom/component beschrijving<br />
0 gemeentelijke afvalstromen afvalstoffen die door, of namens de gemeente worden<br />
ingezameld<br />
1 afval uit huishoudens<br />
1.1 huishoudelijk restafval ongescheiden ingezameld restafval van particuliere huishoudens<br />
1.2 grof huishoudelijk restafval ongescheiden ingezameld restafval van particuliere huishoudens<br />
dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als het<br />
huishoudelijk restafval te worden aangeboden<br />
1.3 verbouwingsrestafval afval dat ongescheiden vrijkomt bij bouwen, slopen of<br />
verbouwingen door particuliere huishoudens<br />
1.4 GFT-afval deel van huishoudelijke afvalstoffen dat bestaat uit groente-,<br />
fruit- en tuinafval en van beperkte omvang (afgekeurd GFT-afval<br />
wordt gerekend tot huishoudelijk restafval)<br />
1.5 grof tuinafval plantaardige (of organische) afvalstoffen door aard,<br />
samenstelling of omvang niet vallend onder GFT-afval en<br />
vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van<br />
particulier groen (tuinen, particuliere watergangen, particuliere<br />
bos- en natuurterreinen)<br />
bijvoorbeeld grof loofafval, snoeihout, etc.<br />
1.6 oud papier en karton oud papier en karton, zoals bont, druk, wit, etc.<br />
1.7 glas<br />
1.7.1 verpakkingsglas glas van verpakkingen, zoals bijvoorbeeld flessen, potten, etc.<br />
1.7.2 vlakglas vlakglas van ramen en spiegels<br />
1.8 KCA gevaarlijk afval van huishoudens, dat is aangewezen als KCA<br />
1.9 textiel<br />
1.9.1 kleding en schoeisel kleding waaronder ook schoeisel of delen daarvan<br />
1.9.2 vloerbedekking tapijten en andere vloerbedekking van textiel<br />
1.9.3 overig textiel overige ingezamelde textielsoorten, zoals lakens en dekens<br />
1.10 wit- en bruingoed<br />
1.10.1 koel- en vriesapparatuur koel-, vries- en airconditioningapparatuur<br />
1.10.2 overig groot witgoed groot witgoed zoals: kookplaat, oven, combi-oven, magnetron,<br />
grill, fornuis en afzuigapparatuur<br />
1.10.3 ICT-apparatuur papierbedrukkende-, computer- en telecommunicatieapparatuur<br />
1.10.4 televisies televisies<br />
1.10.5 overig wit- en bruingoed overig wit- en bruingoed (bijvoorbeeld hifi-apparatuur, elektrisch<br />
gereedschap en keukenapparatuur en kleine apparaten)<br />
1.11 metalen<br />
1.11.1 metalen verpakkingen blik, ferro- en non ferro-verpakkingsmaterialen<br />
1.11.2 overige metalen overige ferro en non-ferrometalen<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 15<br />
nummer stroom/component beschrijving<br />
1.12 kunststoffen<br />
1.12.1 folies kunststof folies<br />
1.12.2 flacons kunststof flacons<br />
1.12.3 overig kunststofafval overig kunststofafval<br />
1.13 houtafval houtafval dat vrijkomt als rest- en/of sloophout niet zijnde (grof)<br />
tuinafval<br />
1.14 puin harde steenachtige materialen, zoals schoon puin, dakgrind,<br />
dakpannen, serviesgoed, etc.<br />
1.14.1 schoon puin puin geschikt voor de puinbreker<br />
1.14.2 dakgrind grind dat op daken wordt gebruikt als ballastbed<br />
1.15 asbesthoudend afval afval met producten van asbest<br />
1.16 meubilair meubilair of delen ervan<br />
1.17 drankenkartons laminaatachtige drankverpakkingen<br />
1.99 overige componenten overige componenten die gescheiden worden ingezameld ter beof<br />
verwerking<br />
2 reinigingsdienstenafval (RDA)<br />
2.1 veegafval afvalstoffen die door vegen (machinaal of handmatig) worden<br />
verzameld van openbare straten, terreinen, stranden en<br />
dergelijke, inclusief het afval dat via openbare prullenbakken<br />
wordt ingezameld<br />
2.2 riool-, kolken- en gemalenafval afval ontstaan door verwijdering van bezinksel in een<br />
rioleringssysteem, kolken of gemalen<br />
2.3 drijfafval afvalstoffen bestaande uit voorwerpen/componenten die op of in<br />
oppervlaktewater, zoals in havens, kanalen, sloten, vijvers en<br />
dergelijke drijven of aanwezig zijn, exclusief havenslib en<br />
baggerspecie<br />
2.4 groenafval plantaardige (of organische) afvalstoffen door aard,<br />
samenstelling of omvang niet vallend onder (analoog) GFT-afval<br />
en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van<br />
openbaar groen (parken, watergangen, bos- en natuurterreinen),<br />
zoals loofafval, snoeihout, bermmaaisel, etc.<br />
2.5 analoog GFT-afval uit RDA deel van het reinigingsdienstenafval dat qua samenstelling en<br />
grootte overeenkomt met GFT-afval van huishoudens, zoals het<br />
organische gedeelte van marktafval dat gescheiden wordt<br />
ingezameld<br />
2.6 houtafval uit RDA houtafval dat vrijkomt als resthout niet zijnde groenafval of<br />
analoog GFT-afval, zoals houten kratten uit marktafval die<br />
gescheiden worden ingezameld<br />
2.7 oud papier en karton uit RDA oud papier en karton, zoals kartonnen verpakkingen uit<br />
marktafval die gescheiden worden ingezameld<br />
2.8 gemengd evenementenafval ongescheiden afval van evenementen die plaatsvinden op basis<br />
van een ad hoc karakter zoals een braderie, concerten, etc.<br />
2.9 gemengd marktafval ongescheiden afval van markten die structureel van aard zijn<br />
2.99 overig reinigingsdienstenafval overige afvalstoffen die vrijkomen bij reinigings- en/of<br />
onderhoudsactiviteiten door de gemeente<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 16<br />
2-3.3 Meetpunten/meetmomenten<br />
Afspraken over meetpunten en meetmomenten zijn van belang voor goede monitoring.<br />
Voor het benoemen van meetpunten is het van noodzakelijk dat per afvalstroom<br />
danwel afvalcomponent de keten van ontdoen tot verwerking inzichtelijk is. Ook moet<br />
duidelijk zijn waar gemeten kan worden.<br />
In figuur 2-3.1 is een verwijderingsschema opgenomen dat voor alle afvalstromen kan<br />
worden gebruikt. De cijfers geven aan op welke momenten de hoeveelheden per<br />
afvalstroom gemeten kunnen worden.<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 17<br />
Figuur 2-3.1: Het verwijderingsproces<br />
NUTTIGE<br />
TOEPASSING<br />
ONTDOENER<br />
INZAMELING:<br />
1 2<br />
HALEN of BRENGEN<br />
BEWERKING<br />
4 DEFINITIEVE<br />
VERWIJDERING<br />
5<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid<br />
3
schakel in verwijderingsproces<br />
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 18<br />
Het verwijderingsproces lichten we toe in onderstaand schema:<br />
beschrijving<br />
ontdoeners herkomst: particuliere huishoudens, kleine bedrijven (KWD-sector)<br />
herkomstgebied: gemeente, wijk, deelgemeente, samenwerkingsverband<br />
inzameling inzamelaar:<br />
- gemeentelijke dienst<br />
- buurgemeente<br />
- dienst van een gemeenschappelijke regeling<br />
- commercieel bedrijf<br />
- vereniging<br />
- charitatieve instelling<br />
- kringloopbedrijf<br />
door of namens de gemeente wordt ingezameld via een<br />
haalsysteem, huis-aan-huis of op afroep:<br />
- los, gebundeld of in dozen<br />
- minicontainers<br />
- duocontainers<br />
- straatvoorziening (< 75 m van ontdoener; max. 125 m [10])<br />
en/of<br />
met een brengsysteem:<br />
- straatvoorziening (> 75 m van ontdoener)<br />
- milieupark<br />
- gemeentewerf<br />
- kringloopbedrijf<br />
- voorziening commercieel bedrijf (retourshop)<br />
- Regionaal Overslag Station (ROS)<br />
bewerking hier worden de stromen gesorteerd, gescheiden op- of overgeslagen ter be-/verwerking<br />
elders<br />
nuttige toepassing het zodanig bewerken of verwerken van afvalstoffen dat de daaruit voortkomende<br />
producten worden toegepast:<br />
- voor hetzelfde doel als waarvoor deze oorspronkelijk zijn gebruikt<br />
- voor een ander doel dan waarvoor deze oorspronkelijk zijn gebruikt<br />
- met een hoofdgebruik als brandstof of een andere wijze van energieopwekking, dan<br />
wel het toepassen van afvalstoffen op een van de onder a tot en met c genoemde<br />
wijzen zonder dat daar een bewerking of verwerking aan voorafgaat<br />
(art. 1.1 wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer)<br />
definitieve<br />
verwijdering<br />
het storten, verbranden of op andere wijze vernietigen van afvalstoffen, met uitzondering<br />
van verbranden met een hoofdgebruik als brandstof of een hoofdgebruik voor een<br />
andere wijze van energieopwekking<br />
(art. 1.1 wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer)<br />
Aan de hand van de vragen, de definities en het proces kunnen de meetpunten<br />
benoemd worden. In het volgende schema laten we u de meetpunten zien voor de<br />
vragen die in de CBS-enquête Van gemeentewege ingezameld afval gesteld worden.<br />
Om de antwoorden te geven is vaak een combinatie van gegevens van verschillende<br />
meetpunten noodzakelijk. De cijfers in de rechter kolom verwijzen naar de cijfers in<br />
figuur 2-3.1.<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 19<br />
nummer stroom meetpunten voor CBS-enquête<br />
1.1 huishoudelijk restafval 1 2 3 5<br />
1.2 grof huishoudelijk restafval 1 2 3 5<br />
1.3 verbouwingsrestafval 1 2 3 5<br />
1.4 GFT-afval 1 2 3 4<br />
1.5 grof tuinafval 1 2 3 4<br />
1.6 oud papier en karton 1 2<br />
1.7.1 verpakkingsglas 1 2<br />
1.7.2 vlakglas 2<br />
1.8 KCA 1 2<br />
1.9.1 kleding en schoeisel 1 2<br />
1.9.2 vloerbedekking 1 2<br />
1.9.3 overig textiel 1 2<br />
1.10.1 koel- en vriesapparatuur 1 2<br />
1.10.2 overig groot witgoed 1 2<br />
1.10.3 ICT-apparatuur 1 2<br />
1.10.4 televisies 1 2<br />
1.10.5 overig wit- en bruingoed 1 2<br />
1.11.1 metalen verpakkingen 1 2<br />
1.11.2 overige metalen 1 2<br />
1.12 kunststoffen 1 2<br />
1.13 houtafval 1 2<br />
1.14 puin 2<br />
1.15 asbesthoudend afval 1 2<br />
1.16 meubilair 1 2<br />
1.17 drankenkartons 2<br />
1.99 overige gescheiden componenten 1 2<br />
2.1 veegafval 3 4 5<br />
2.2 riool-, kolken- en gemalenafval 3 4 5<br />
2.3 drijfafval 3 4 5<br />
2.4 groenafval 3 4<br />
2.5 analoog GFT-afval uit RDA<br />
2.6 houtafval uit RDA<br />
2.7 oud papier en karton uit RDA<br />
2.8 gemengd evenementenafval 3 4 5<br />
2.9 gemengd marktafval 3 4 5<br />
2.99 overig reinigingsdienstenafval 3 4 5<br />
2-3.4 Betrokken partijen en wijze van meten<br />
Vastgelegd moet worden welke partijen betrokken zijn bij de inzameling en afvoer van<br />
het afval. Vervolgens is het van belang goede afspraken te maken en vast te leggen<br />
over het meten, registreren en aanleveren van de gegevens aan de afdeling die de<br />
monitoring verzorgt.<br />
Wijze van meten<br />
Aangezien de taakstellingen zijn uitgedrukt in gewichtsprocenten, verdient het de<br />
voorkeur afvalgegevens in kilogrammen te registreren.<br />
Idealiter zou elk inzamelmiddel bij lediging gewogen moeten worden: alleen dan is op<br />
elk gewenst detailniveau (aansluiting, wijk, gemeente) inzicht mogelijk in de<br />
inzamelresultaten.<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 20<br />
In de praktijk is dit echter niet realistisch. De mogelijkheden voor gewichtsregistratie zijn<br />
onder andere afhankelijk van de aanwezigheid van weegvoorzieningen op het<br />
inzamelvoertuig.<br />
Als weging per inzamelmiddel niet aan de orde is (denk hierbij bijvoorbeeld aan de<br />
lediging van textielcontainers), kan een combinatie van de volgende gegevens toch<br />
globaal inzicht geven in de gemiddelde inzamelresultaten per inzamelmiddel:<br />
- vullingsgraad per container<br />
- gewicht totale vracht<br />
- totaal aantal geleegde containers.<br />
Uit bovenstaande blijkt dat het mogelijk is bij benadering de gewenste gegevens te<br />
verkrijgen. Het spreekt voor zich dat goede afspraken met de betrokkenen van cruciaal<br />
belang zijn.<br />
Leg de afspraken met betrekking tot het meten, registreren en aanleveren van afvalhoeveelheden<br />
vast in de contracten met de betrokken partijen en/of de inzamelvergunningen van de betrokken<br />
instanties.<br />
Verbind consequenties aan het in gebreke blijven van deze instanties.<br />
2-3 Registratie ingezamelde hoeveelheid
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 21<br />
2-4 Sorteeranalyses<br />
2-4.1 Inleiding<br />
Doel<br />
Inzicht krijgen in de inzamelrespons per afvalfractie door combinatie van de volgende<br />
gegevens:<br />
- samenstelling van het restafval<br />
- totaal aanbod restafval op jaarbasis<br />
- gescheiden ingezamelde hoeveelheid afval per fractie per jaar.<br />
Informatie over de samenstelling van het restafval geeft inzicht in welk deel van het<br />
restafval nog gescheiden kan worden ingezameld in plaats van verwerkt in een<br />
afvalverbrandingsinstallatie of gestort.<br />
Hoe<br />
De Werkgroep Gemeentelijke Afvalmonitoring van de NVRD heeft samen met het AOO<br />
in 1999, in overleg met een aantal bureaus dat sorteeranalyses uitvoert, de Concept<br />
richtlijn voor sorteeranalyses opgesteld [11]. Deze richtlijn is te beschouwen als een<br />
handvat bij het zelf doen of het uitbesteden van sorteeranalyses. De volgende aspecten<br />
van sorteeranalyses komen aan de orde:<br />
- doel en aanleiding<br />
- steekproef, frequentie en monstername<br />
- sortering<br />
- rapportage.<br />
2-4.2 Doel en aanleiding<br />
Voordat wordt overgegaan tot het (laten) uitvoeren van een sorteeranalyse, moet eerst<br />
het “waarom” van de sorteerproef duidelijk zijn. De sorteeranalyse is in eerste instantie<br />
een instrument om inzicht te krijgen in de actuele stand van zaken met betrekking tot<br />
(gescheiden) afvalinzameling. De vraag naar deze informatie kan op verschillende<br />
manieren tot stand komen. Te denken valt aan:<br />
- bepalen van een nul-situatie<br />
- een evaluatie van het huidige inzamelsysteem<br />
- het meten van de gescheiden inzameling in een bepaalde wijk<br />
- een algemene toetsing van het beleid<br />
- de (on)mogelijkheden van het inzetten van nieuw beleid (bijvoorbeeld invoeren van<br />
tariefdifferentiatie)<br />
- de (on)mogelijkheden van het intensiveren van de gescheiden inzameling (wat is<br />
er nog te halen?).<br />
Door publiciteit te geven aan het uitvoeren van een sorteeranalyse en de resultaten<br />
ervan kan het afvalbeleid uitgedragen worden. De sorteeranalyse is een goede<br />
aanleiding om de burgers te confronteren met resultaten van het beleid en met wat van<br />
hen verwacht wordt.<br />
2-4 Sorteeranalyses
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 22<br />
2-4.3 Steekproef, frequentie en monstername<br />
Een sorteeranalyse wordt uitgevoerd op een gedeelte van het afval afkomstig uit een<br />
bepaald gebied. Om een goed en vergelijkbaar beeld te krijgen zijn afspraken nodig<br />
over de volgende onderdelen van een sorteeranalyse: de steekproef, het aantal keren<br />
meten en (de grootte van) het monster. Per onderdeel wordt hieronder aangegeven<br />
hoe een kwalitatief goede sorteeranalyse bereikt kan worden.<br />
Steekproef<br />
Voor de sorteeranalyse wordt gebruik gemaakt van een steekproef. De steekproef moet<br />
een zo representatief mogelijk beeld geven van het gebied waarover informatie<br />
gewenst is. Uitgangspunt is dat een steekproef een gebied van maximaal 20.000<br />
inwoners dekt. Naast de hoeveelheid inwoners wordt de steekproef ook bepaald door<br />
zaken als:<br />
- de aanwezige bebouwingstypen<br />
- de toegepaste inzamelmethoden (minicontainers, zakken, alternerend, wekelijks,<br />
etc.)<br />
- de aanwezigheid van bedrijven/winkels<br />
- praktijkervaringen van de gemeente en het inzamelbedrijf.<br />
Er wordt uitgegaan van een steekproefmonster van 750 kg. Deze hoeveelheid wordt<br />
behaald met 40 minicontainers of met circa 100 zakken. Een steekproef bestaat dus uit<br />
afval van in ieder geval 40 huishoudens. Bij 20.000 inwoners (circa 8.000 huishoudens)<br />
is dit 1 op de 200 huishoudens. De containers/zakken kunnen op verschillende<br />
manieren uit het steekproefgebied geselecteerd worden. Bij verzamelcontainers wordt<br />
niet altijd gebruik gemaakt van zakken; hier moet op een andere manier tot een<br />
steekproefmonster van 750 kg gekomen worden.<br />
Een steekproef moet een zo representatief mogelijk beeld geven van een gemeente.<br />
Dit betekent dat een gemeente opgedeeld moet worden in gebieden met zoveel<br />
mogelijk dezelfde kenmerken. Zoals we in hoofdstuk 2-6 ook toelichten is er een<br />
diversiteit aan kenmerken die van invloed kunnen zijn op het afvalaanbod en -<br />
scheidingsgedrag.<br />
Voor inzicht in de resultaten van gescheiden inzameling is een indeling die minimaal<br />
aansluit op inzamelmethode gewenst. Een geaccepteerde, vereenvoudigde typering<br />
hiervoor is een indeling naar de volgende wijktypen (zie ook hoofdstuk 2-2 Monitoring):<br />
- hoogbouw (collectieve inzamelmiddelen)<br />
- laagbouw (veelal individuele inzamelmiddelen, soms collectief)<br />
- centrum (afwijkend van hoog- en laagbouw door aanwezigheid van veel winkels<br />
e.d.)<br />
- buitengebied (buiten de bebouwde kom).<br />
Afhankelijk van de aanwezigheid van de typen wijken in uw gemeente, moet de<br />
steekproef bestaan uit een evenredig aanbod uit de verschillende gebieden. Aan de<br />
hand van de resultaten kan dan geëxtrapoleerd worden naar het onderzoeksgebied<br />
(gemeente, wijk, inzamelgebied).<br />
2-4 Sorteeranalyses
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 23<br />
Gemeente X heeft de volgende verdeling van aantal inwoners per type wijk. Per gemiddeld 20.000<br />
inwoners wordt er een sorteerproef uitgevoerd.<br />
type wijk aantal inwoners aantal sorteerproeven<br />
hoogbouw 45.000 2<br />
laagbouw 35.000 2<br />
centrum 25.000 1<br />
buitengebied 15.000 1<br />
totaal 120.000 6<br />
Frequentie van meten<br />
Een sorteeranalyse bestaat uit een combinatie van minimaal twee analyses per jaar.<br />
Dit om de seizoensinvloeden te beperken. De praktijk wijst uit dat de proeven het beste<br />
in het voor- en in het najaar gedaan kunnen worden. Bij herhaling dienen de proeven<br />
weer in een vergelijkbare periode te worden genomen.<br />
Een ander onderdeel van frequentie is hoe vaak sorteeranalyses gehouden moeten<br />
worden. Indien de sorteeranalyse bijvoorbeeld als nul-meting van het afvalstoffenplan<br />
wordt gebruikt, lijkt het voor de hand te liggen aan het eind van de termijn van het<br />
afvalstoffenplan wederom een analyse te plannen. Afhankelijk van de wensen en<br />
doelen van gemeenten of diensten kan de frequentie verhoogd worden.<br />
De bruikbaarheid van sorteeranalyses is het grootst indien de gegevens voor trends<br />
worden gebruikt. Doordat de nauwkeurigheid van een sorteerproef niet of nauwelijks is<br />
vast te stellen, is het bijna niet mogelijk een enkele sorteeranalyse op waarde te<br />
schatten. Met een cyclus van proeven worden de foutmarges enigszins gerelativeerd.<br />
Sorteermonster<br />
Uit de ervaringen van het RIVM blijkt dat de meest betrouwbare resultaten te behalen<br />
zijn met het volledig sorteren van het steekproefmonster van 750 kg. Uit<br />
kostenoverwegingen is het aantrekkelijker een kleinere hoeveelheid te sorteren. Hiertoe<br />
wordt met behulp van een uitkruismethode uit de 750 kg een monster gemaakt van 250<br />
kg. Deze 250 kg wordt gesorteerd.<br />
Indien blijkt dat één vuilniszak of minicontainer volledig gevuld is met nagenoeg één<br />
monostroom, moet deze uit de hoeveelheid van 750 kg verwijderd worden. Wel moet in<br />
de rapportage aangegeven worden, dat deze monostroom eruit gehaald is.<br />
In het kader van het project Optimalisatie <strong>GIHA</strong> via benchmarking onderzoekt Bureau<br />
Milieu & Werk de invloed van de reductie van het monster van 750 kg tot 250 kg op de<br />
betrouwbaarheid van de resultaten. Op grond van de voorlopige resultaten [12] lijkt een<br />
monstergrootte van 250 kg voldoende voor een analyse van <strong>GIHA</strong>-componenten.<br />
2-4 Sorteeranalyses
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 24<br />
2-4.4 Het sorteren<br />
Aantal afvalstromen<br />
Minimaal moet er worden gesorteerd naar de volgende zes afvalfracties:<br />
- GFT-afval<br />
- oud papier/karton<br />
- textiel<br />
- glas<br />
- KCA<br />
- (klein) WEB.<br />
Dit aantal fracties kunt u, al naar gelang uw eigen specifieke wensen, verder uitbreiden.<br />
Technische aspecten<br />
De daadwerkelijke sortering vindt vrijwel altijd handmatig plaats met eventueel<br />
mechanische ondersteuning van zeven, lopende banden, magneten. Om versmering te<br />
voorkomen is het zaak ‘handzame porties’ op de tafels en banden te brengen.<br />
Bij het sorteren is het belangrijk dat één persoon toezicht houdt en niet actief mee<br />
sorteert. Dit om eventuele fouten te kunnen herstellen en de voortgang te controleren<br />
en te coördineren. Daarnaast is het aan te bevelen met vaste ploegen te werken. Vaste<br />
ploegen hebben het voordeel dat minder ingewerkt hoeft te worden, dat ze sneller<br />
werken en dat minder toezicht en correctie nodig is.<br />
Indien een sorteeranalyse in eigen beheer wordt uitgevoerd is het belangrijk de doelen<br />
en dergelijke goed te communiceren met het personeel (ook degenen die niet<br />
sorteren). Het blijkt namelijk dat het deelnemen aan het daadwerkelijk sorteren<br />
stigmatiserend werkt (met je handen in andermans afval 'graaien' wordt door velen als<br />
minderwaardig werk beschouwd) en dit is niet wenselijk.<br />
2-4.5 Rapportage<br />
In de rapportage moet aandacht besteed worden aan de volgende aspecten:<br />
- methode van onderzoek<br />
* onderzoeksgebied(en)<br />
* steekproef(ven)<br />
* sorteermonster(s)<br />
- resultaten<br />
- van resultaten naar inzamelrespons<br />
- foutenanalyse.<br />
2-4.6 Kosten<br />
De kosten van een sorteeranalyse worden bepaald door de volgende factoren:<br />
- voorbereiding<br />
- inzamelen<br />
- voorbehandeling monster (mengen, kruisen, koelen)<br />
- sorteren<br />
- rapportage.<br />
Een sorteeranalyse die op bovenstaande manier wordt uitgevoerd kost circa ƒ 3.500,=<br />
tot ƒ 4.250,= per monster (exclusief B.T.W. en exclusief de kosten voor afvoer en<br />
verwerking van het monster na sortering).<br />
2-4 Sorteeranalyses
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 25<br />
2-5 Kostenanalyse<br />
2-5.1 Inleiding<br />
Doel<br />
Inzicht krijgen in de kosten/baten van (on)gescheiden afvalinzameling.<br />
Genereren kostenkentallen om te kunnen vergelijken met andere gemeenten of tussen<br />
wijken.<br />
Hoe<br />
Door een duidelijke registratie en doorrekeningsmethodiek te hanteren.<br />
2-5.2 Inzicht en vergelijking<br />
Een belangrijk doel van de kostenanalyse is inzicht te krijgen in de kosten en baten van<br />
de gescheiden afvalinzameling. Met dit inzicht kunt u onder andere bepalen waar de<br />
financiële zwaartepunten liggen als het gaat om de afvalinzameling. Ook is het mogelijk<br />
kostenkentallen te genereren aan de hand waarvan u bijvoorbeeld het rendement van<br />
haal- en brengsystemen onderling kunt vergelijken.<br />
Randvoorwaarde voor een goede kostenanalyse is een goede kostenregistratie. Hiermee<br />
bedoelen we een registratie waaraan afspraken over definities van kostengegevens ten<br />
grondslag liggen. De bedrijfsvoering en administratie dienen hierop te zijn ingericht.<br />
Door de kostengegevens in een centraal systeem te koppelen aan informatie over<br />
inzamelmethoden, -resultaten en achtergrondkenmerken krijgt u belangrijke sturings- en<br />
beheersinformatie ter beschikking.<br />
2-5.3 Methodiek<br />
Er zijn verschillende manieren om de kosten voor de afvalverwijdering in kaart te<br />
brengen, toe te rekenen en door te rekenen.<br />
In deze leidraad presenteren we voor de kostenanalyse de methodiek die wordt<br />
gehanteerd in het project 'Benchmarking' dat op initiatief van de NVRD-branchesector<br />
in 1996 is gestart.<br />
2-5 Kostenanalyse
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 26<br />
NVRD-project ‘Benchmarking’<br />
De NVRD heeft vanuit haar streven naar een verdere professionalisering van de afval- en<br />
reinigingsbranche in 1996 het initiatief genomen tot het project ‘Benchmarking’. Het project heeft twee<br />
doelen voor ogen, te weten:<br />
- het realiseren van een uniforme vorm van prestatie- en kostenvergelijking tussen<br />
overheidsgedomineerde afvalinzamel- en reinigingsorganisaties<br />
- het verkrijgen van een adequate en meer gestructureerde, gestandaardiseerde informatieverzorging<br />
bij de deelnemers, ter onderbouwing van deze prestatie- en kostenvergelijking.<br />
De bedrijfsvoering van de deelnemers wordt ontleed in drie onderdelen: milieudoelstellingen,<br />
operationele organisatie en financiële organisatie. Enkele voorbeelden van prestatie-indicatoren zijn:<br />
afvalscheidingspercentage, aantal ledigingen en ploegkosten per dag.<br />
Het project is in 2000 voor de derde keer in successie herhaald. Het verzorgingsgebied van de<br />
deelnemers, allemaal leden van de NVRD-branchesector, bestrijkt inmiddels vijf miljoen inwoners.<br />
De kracht van de benchmarking zit in het grote aantal deelnemers en de jaarlijkse herhaling. Hierdoor<br />
ontstaat er inzicht in de ontwikkelingen bij zowel elke deelnemer als in de branche en ook wordt duidelijk<br />
of de door het management genomen maatregelen naar aanleiding van eerdere uitkomsten van de<br />
benchmarking het beoogde effect sorteren.<br />
De deelnemers gebruiken de benchmarking onder andere om 'de vinger op de zere plek te leggen' en<br />
als verantwoordingsinstrument richting de wethouder.<br />
Daarnaast blijkt de benchmarking inderdaad te leiden tot een herziening en optimalisering van het<br />
managementinformatiesysteem.<br />
Voor informatie over de benchmarking kunt u terecht bij de NVRD, tel. 026-3771333.<br />
In deze leidraad beperken we ons tot het onderdeel financiële organisatie.<br />
Achtereenvolgens gaan we in deze paragraaf in op de volgende aspecten van de<br />
methodiek:<br />
- definities kostenposten<br />
- toerekening<br />
- doorrekening<br />
- kostenkentallen<br />
- benchmarking.<br />
Definities kostenposten<br />
De kostenanalyse in het kader van <strong>GIHA</strong> dient per fractie en systeem (halen/brengen)<br />
inzicht te geven in de diverse kostenposten die bij de (gescheiden) afvalinzameling<br />
onderscheiden kunnen worden.<br />
In het volgende schema presenteren we een overzicht van de verschillende<br />
kostenposten die per fractie onderscheiden moeten worden en geven we de<br />
belangrijkste definities [13].<br />
2-5 Kostenanalyse
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 27<br />
kostenpost specificatie definitie<br />
inzameling personeelslasten<br />
werkgeverslasten uitvoerende medewerkers<br />
(chauffeurs en beladers)<br />
kosten inhuur personeel derden t.b.v. buitendienst<br />
(chauffeurs en beladers)<br />
kapitaallasten rente en afschrijving van inzamelmiddelen en<br />
voertuigen<br />
exploitatielasten brandstof, onderhoud materieel, wegenbelasting,<br />
verzekeringen e.d.<br />
overslag kosten voor overslag van ingezameld afval<br />
(exploitatielasten eigen overslagstation of<br />
contractprijs)<br />
transport kosten voor transport van overslag naar plaats van<br />
verwerking<br />
verwerking herverwerking gescheiden ingezamelde<br />
stromen<br />
kosten voor verwerking<br />
eindverwerking (grof) huishoudelijk<br />
restafval<br />
kosten voor verbranding c.q. storten<br />
overige gerelateerd aan personeelslasten werkgeverslasten:<br />
kosten afvalbeleid en<br />
- binnendienst reiniging (management en<br />
uitvoering<br />
ondersteuning)<br />
- control<br />
- financiële administratie<br />
- personeelszaken<br />
- automatisering<br />
- voorlichting en dergelijke<br />
huisvesting rente en afschrijving van kantoor, kantine, garage<br />
en dergelijke<br />
gerelateerd aan overige zaken binnen gemeente 1<br />
bijvoorbeeld rente en afschrijving van nieuw<br />
zwembad<br />
totaal sommatie of overall-kosten<br />
1<br />
: Het is van belang deze kostenpost duidelijk te specificeren, omdat deze een belangrijk effect kan hebben op de totale<br />
kosten en daarmee onder andere de benchmarking tussen gemeenten onzuiver maakt.<br />
De gepresenteerde kostenuitsplitsing gaat vrij ver. In de praktijk loopt u onder andere<br />
tegen het probleem aan dat de tijdsbesteding van het personeel niet per fractie wordt<br />
geregistreerd. Indien binnen uw gemeente de afvalinzameling is uitbesteed, heeft u<br />
veelal te maken met een vast bedrag per inwoner of per aansluiting en is een<br />
specificatie van de inzamelkosten in de genoemde sub-posten niet mogelijk en niet<br />
relevant.<br />
Daarnaast zal het onderscheid in de aangegeven kostenposten voor een aantal<br />
afvalfracties niet bekend zijn, bijvoorbeeld omdat een overall-tarief betaald wordt aan<br />
de inzamelaar. Denkt u maar aan de gesubsidieerde papierinzameling: u betaalt dan<br />
alleen een vergoeding voor het ingezamelde papier. Ook de glasinzamelaar splitst de<br />
kosten meestal niet uit in de aangegeven posten. Hij brengt bijvoorbeeld een<br />
huurbedrag in rekening voor de glasbakken en een prijs per lediging voor de afvoer van<br />
het aangeboden glas.<br />
Probeer de aangegeven kostenposten zoveel mogelijk per afvalfractie te onderscheiden.<br />
Specificeer in ieder geval de inzamelkosten per afvalfractie.<br />
2-5 Kostenanalyse
specificatie<br />
bestede uren<br />
toerekening overige<br />
personeelslasten naar<br />
afzonderlijke fracties<br />
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 28<br />
Toerekening<br />
In de voorgaande tekst hebben we beschreven welke kostenposten u bij voorkeur moet<br />
onderscheiden. Voor een aantal kostenposten geldt dat deze toegerekend moeten<br />
worden aan de verschillende afvalfracties.<br />
Aan de hand van een aantal voorbeelden illustreren we op welke wijze u kosten kunt<br />
toerekenen en welke aandachtspunten hierbij van belang zijn.<br />
Overige kosten<br />
Idealiter zouden de personeelslasten voor management en ondersteuning, control,<br />
financiële administratie en dergelijke, toegerekend moeten worden naar rato van de<br />
uren die hier per afvalfractie daadwerkelijk aan besteed worden.<br />
In de praktijk rekenen gemeenten deze personeelslasten veelal door als vast onderdeel<br />
in de kosten van de buitendienstmedewerkers. Op deze manier worden deze lasten<br />
toegerekend naar de afvalfracties op basis van de uren die de<br />
buitendienstmedewerkers aan de betreffende afvalfractie besteden.<br />
Het volgende voorbeeld illustreert de beschreven toerekeningswijze.<br />
GFT-afval 3.000 (35%)<br />
restafval 3.500 (41%)<br />
papier/karton 750 (9%)<br />
grof huishoudelijk afval 1.250 (15%)<br />
2-5 Kostenanalyse<br />
tijdsbesteding afvalbeleid en -uitvoering (uren/jaar)<br />
inzameling overig totaal<br />
totaal 8.500 (100%) 850 9.350<br />
GFT-afval 298 (35%)<br />
restafval 349 (41%)<br />
papier/karton 76 (9%)<br />
grof huishoudelijk afval 127 (15%)<br />
totaal 850 (100%)<br />
Brengstation<br />
Bijna alle gemeenten hanteren een brengstation waar burgers hun (grof) huishoudelijk<br />
afval gescheiden kunnen aanbieden. Kenmerkend voor deze brengstations is dat<br />
meerdere fracties aangeboden kunnen worden. Veelal bieden gemeenten ook de<br />
mogelijkheid KCA gescheiden aan te bieden.<br />
Om per afvalfractie inzicht te krijgen in de kosten voor gescheiden inzameling is<br />
toerekening van de exploitatielasten naar de afzonderlijke fracties noodzakelijk.<br />
Idealiter zou dit als volgt moeten plaatsvinden:<br />
- personeelskosten: op basis van (geschatte) handlingtijd per afvalfractie (inname en<br />
registratie KCA kost relatief meer tijd dan inname van bijvoorbeeld grof tuinafval)<br />
- kapitaallasten inzamelvoertuigen: op basis van (geschatte) handlingtijd per<br />
afvalfractie<br />
- kapitaallasten inzamelmiddelen / huur containers: per afvalfractie<br />
- algemene kosten (afschrijving aanschaf en inrichting terrein, telefoonaansluiting,<br />
elektriciteit, water en dergelijke): naar rato van ingezamelde hoeveelheden per<br />
fractie.<br />
Hierbij hebben we aangenomen dat de overslag en transportkosten al apart inzichtelijk<br />
zijn gemaakt.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 29<br />
In de praktijk zal een dergelijke uitsplitsing veel inspanning vragen. Een alternatief, dat<br />
veel gemeenten toepassen, is het toerekenen van de totale exploitatielasten van het<br />
brengstation naar rato van de aangeboden hoeveelheden per afvalfractie.<br />
We bevelen aan een uitzondering te maken voor het KCA, vanwege de specifieke<br />
handling die deze afvalfractie vergt.<br />
Voor een dergelijke toerekeningswijze is het van belang om duidelijk onderscheid te<br />
maken tussen afval dat afkomstig is van huishoudens en afval met een andere<br />
herkomst (bedrijven, gemeentelijke diensten).<br />
De voorgestelde toerekeningswijzen vereisen minimaal een per afvalfractie gespecificeerde<br />
urenregistratie van de buitendienstmedewerkers.<br />
fractie<br />
GFT-afval<br />
papier/karton<br />
etcetera<br />
GFT-afval<br />
oud papier/karton<br />
glas (verpakkingsglas)<br />
textiel<br />
KCA<br />
huishoudelijk restafval<br />
klein WEB<br />
groot WEB<br />
grof huishoudelijk restafval<br />
kosten haalsysteem<br />
kosten brengsysteem<br />
Doorrekening<br />
De doorrekening van de verzamelde kostengegevens moet per fractie resulteren in een<br />
overzicht van de onderscheiden kostenposten.<br />
Voor zover per fractie meerdere inzamelsystemen worden toegepast, bevelen we aan<br />
te streven naar uitsplitsing van alle kosten naar inzamelsysteem. Aan de hand van<br />
deze informatie kunt u later eventueel ook de kostenkentallen uitsplitsen naar systeem.<br />
Een voorbeeld hiervan is gepresenteerd in het volgende schema.<br />
inzamelkosten<br />
(ƒ/jaar)<br />
2-5 Kostenanalyse<br />
overslagkosten<br />
(ƒ/jaar)<br />
etcetera totale verwijderingskosten<br />
(ƒ/jaar)<br />
halen brengen totaal halen brengen totaal halen brengen totaal<br />
Kostenkentallen<br />
In onderstaand schema presenteren we een overzicht van de kostenkentallen die aan<br />
de hand van de kostenregistratie gegenereerd kunnen worden (zie ook [14]).<br />
In het benchmarkingproject noemt men dit de prestatie-indicatoren met betrekking tot<br />
de financiële organisatie.<br />
verwijderingskosten per aansluiting<br />
(ƒ/aansluiting)<br />
verwijderingskosten per ton (ƒ/ton)
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 30<br />
Aan de hand van deze kostenkentallen kunt u onder andere inzichtelijk maken hoe de<br />
totale verwijderingskosten per ton gescheiden ingezameld afval zich verhouden tot de<br />
verwijderingskosten per ton restafval.<br />
Ter illustratie presenteren we u in figuur 2-5.1 enerzijds de verwijderingskosten in<br />
gemeente X voor diverse gescheiden ingezamelde afvalfracties en anderzijds de<br />
verwerkingskosten voor restafval.<br />
Figuur 2-5.1: Verwijderingskosten diverse afvalfracties versus verwerkingskosten restafval in gemeente X<br />
verwijderingskosten per ton<br />
250,00<br />
200,00<br />
150,00<br />
100,00<br />
50,00<br />
0,00<br />
papier/karton glas textiel verw erkingstarief<br />
restafval<br />
In figuur 2-5.1 kunt u zien dat de verwerkingskosten voor restafval in gemeente X ver<br />
uitstijgen boven de verwijderingskosten van papier/karton, glas en textiel.<br />
Hieruit kunt u twee belangrijke conclusies trekken:<br />
1. Als de resultaten van gescheiden inzameling teruglopen, heeft dit direct een<br />
kostenstijging tot gevolg. Doordat de hoeveelheid restafval stijgt, nemen de<br />
verwerkingskosten toe.<br />
2. De grootte van het verschil tussen de verwerkingskosten voor restafval enerzijds<br />
en de gescheiden fracties anderzijds, bepaalt de 'speelruimte' die u als gemeente<br />
heeft om onderzoek en verbeteringsmaatregelen te kunnen financieren.<br />
Een verslechtering van de resultaten van gescheiden inzameling leidt veelal direct tot een<br />
kostenstijging. Het onderhouden van de resultaten is dus van belang.<br />
Het verschil tussen de verwijderingskosten per gescheiden ingezamelde afvalfractie en het<br />
verwerkingstarief voor restafval bepaalt de financiële speelruimte die u heeft om onderzoek te<br />
doen en verbeteringsmaatregelen te treffen.<br />
Benchmarking<br />
Wanneer u voor uw eigen gemeente kentallen voor de inzamelkosten op wijkniveau<br />
heeft gegenereerd, kunt u de wijken onderling vergelijken. Heeft u de kentallen op<br />
gemeenteniveau bepaald, dan is het natuurlijk interessant deze te vergelijken met de<br />
kentallen van andere gemeenten.<br />
Het spreekt voor zich dat deze vergelijking alleen zinvol is indien de andere gemeenten<br />
de kostenanalyse op dezelfde wijze en volgens dezelfde definities hebben uitgevoerd.<br />
2-5 Kostenanalyse
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 31<br />
2-6 Achtergrondkenmerken<br />
2-6.1 Inleiding<br />
Doel<br />
Inzicht verkrijgen in kenmerken die van invloed kunnen zijn op het resultaat van de<br />
gescheiden inzameling.<br />
Hoe<br />
Door de diverse achtergrondkenmerken op het gewenste niveau vast te leggen.<br />
2-6.2 Te registreren kenmerken<br />
Voor een aantal kenmerken heeft de ervaring geleerd dat deze van invloed zijn op het<br />
afvalaanbod en/of de mate van afvalscheiding en/of de mogelijke<br />
inzamelvoorzieningen. Een aantal voorbeelden hiervan is:<br />
- bebouwingstype<br />
- tuingrootte<br />
- mate van stedelijkheid (bebouwingsdichtheid).<br />
Daarnaast is nog een groot aantal kenmerken te benoemen die mogelijk van invloed<br />
zijn op het scheidingsgedrag (en daarmee de inzamelrespons), maar waarvan op dit<br />
moment nog onderzocht wordt of en zo ja, in welke mate deze kenmerken verschillen in<br />
scheidingsgedrag kunnen verklaren.<br />
Dit onderzoek vindt plaats in de regio IJmond-Zaanstreek in het kader van het project<br />
Optimalisatie <strong>GIHA</strong> via benchmarking [12].<br />
Gedurende de periode 2000-2002 worden 16 wijken, verdeeld over vier gemeenten,<br />
gemonitored. Getracht wordt een verklaring te vinden voor het afvalscheidingsgedrag<br />
tussen de lager en hoger scorende gebieden:<br />
- Wat zijn met name de condities die leiden tot een relatief beter of slechter<br />
afvalscheidingsgedrag?<br />
- Op welke wijze zijn die condities met betrekking tot de motivatie, de capaciteit en<br />
de gelegenheid positief te beïnvloeden met een structureel beter<br />
scheidingsresultaat?<br />
Binnen dit project wordt van elk onderzoeksgebied een profiel opgesteld, waarin alle<br />
mogelijk relevante achtergrondkenmerken worden vastgelegd.<br />
Een volledig overzicht van de geregistreerde kenmerken is hieronder opgenomen.<br />
Hierbij is onderscheid gemaakt tussen twee gegevensbronnen:<br />
1. de gemeente (diverse afdelingen)<br />
2. de CBS-statistiek Kerncijfers wijken en buurten [2] (diskette; meest recente versie<br />
gebaseerd op statistische gegevens van 1997).<br />
2-6 Achtergrondkenmerken
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 32<br />
kenmerk CBS [2] gemeente bron(nen)<br />
stedelijkheid omgevingsadressendichtheid per km 2 land<br />
(mate van stedelijkheid)<br />
woning/<br />
woningtype<br />
woningbezetti<br />
ng<br />
huur/koop<br />
inwoners<br />
aantal mannen<br />
aantal vrouwen<br />
inwoners van 0-14 jr (%)<br />
inwoners van 15-24 jr (%)<br />
inwoners van 25-44 jr (%)<br />
inwoners van 45-64 jr (%)<br />
inwoners van 65 jr en ouder<br />
2-6 Achtergrondkenmerken<br />
% eengezinswoningen<br />
% gestapelde bouw / flats<br />
tuingrootte<br />
aantal woningen /<br />
aansluitingen<br />
aantal woningen per hectare<br />
% flats<br />
gemiddelde woningbezetting<br />
huurwoningen (%)<br />
corporatiebezit (%)<br />
huren lager dan ƒ 650,=/m<br />
(%)<br />
aantal inwoners<br />
nationaliteit allochtonen (%) etnische groepen<br />
gezinsopbouw niet in gezinsverband levende personen (%)<br />
aantal gezinnen<br />
gezinnen met kinderen (%)<br />
gemiddelde gezinsgrootte<br />
% gezinnen<br />
inkomen gemiddeld besteedbaar inkomen per gezin of<br />
per inwoner<br />
gemiddeld inkomen<br />
gemiddeld besteedbaar inkomen per gezinnen met een laag<br />
inkomensontvanger<br />
inkomen (%)<br />
inkomensontvangers met een laag<br />
besteedbaar inkomen (%)<br />
werkloosheid (%)<br />
inkomensontvangers met een hoog<br />
besteedbaar inkomen (%)<br />
niet-actieve inkomensontvangers (%)<br />
cliënten sociale dienst (%)<br />
opleidingsnive<br />
au<br />
laag opleidingsniveau (%)<br />
buurt prettige buurt (%<br />
respondenten)<br />
overig<br />
score sociale samenhang<br />
(rapportcijfer)<br />
score algemeen oordeel buurt<br />
(rapportcijfer)<br />
slachtoffer criminaliteit (%)<br />
bekendheid wijkbeheer<br />
wijkorganisatie actief<br />
afdeling Statistiek<br />
en Onderzoek<br />
bewonersenquête
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 33<br />
De kenmerken score sociale samenhang en score algemeen oordeel buurt lichten we<br />
hier even nader toe.<br />
De score sociale samenhang (of bewoners elkaar kennen en contact hebben) is een<br />
belangrijke factor van de leefbaarheid in een wijk. Aan de hand van bijvoorbeeld de<br />
volgende vier stellingen kunt u de sociale kwaliteit van een buurt meten:<br />
- In deze buurt staan veel slecht onderhouden woningen.<br />
- De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks.<br />
- Ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is.<br />
- Ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen.<br />
De score algemeen oordeel buurt kunt u toetsen met bijvoorbeeld de volgende vijf<br />
stellingen:<br />
- Ik vind deze buurt prettig om in te wonen.<br />
- De mensen in deze buurt blijven hier graag wonen.<br />
- Het is vervelend om in deze buurt te wonen.<br />
- Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen.<br />
- Als je in deze buurt woont, heb je het goed getroffen.<br />
Voor de precieze definitie van de verschillende kenmerken die in het schema genoemd<br />
zijn, verwijzen we naar de leeswijzer bij de CBS-gegevens [2] respectievelijk de<br />
rapportages over het project IJmond-Zaanstreek [12].<br />
Na afloop van genoemd project zal er meer duidelijkheid zijn over de factoren die een rol spelen<br />
bij het verklaren en verbeteren van inzamelrespons en scheidingsgedrag en daarom zinvol zijn<br />
om te monitoren.<br />
Neem in eerste instantie in ieder geval de volgende gegevens op in de monitor:<br />
- stedelijkheid<br />
- bebouwingstype<br />
- aantal inwoners<br />
- aantal aansluitingen<br />
- gemiddelde gezinsgrootte.<br />
2-6 Achtergrondkenmerken
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 34<br />
2-6 Achtergrondkenmerken
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 35<br />
2-7 Bewonersonderzoek<br />
2-7.1 Inleiding<br />
Doel<br />
Inzicht krijgen in kennis, houding en gedrag van de bewoners.<br />
Hoe<br />
Door middel van onderzoek onder bewoners op basis van representatieve<br />
steekproeven.<br />
2-7.2 Bestaande onderzoeken<br />
Landelijk niveau<br />
Het Ministerie van VROM is in 1999 gestart met de zogenaamde<br />
afvalscheidingsmonitor. Dit is een periodiek onderzoek waarmee de ontwikkelingen in<br />
kennis, houding en gedrag ten aanzien van gescheiden inzameling van huishoudelijk<br />
afval worden gevolgd. Het betreft een mondelinge enquête onder ruim 1.000<br />
Nederlanders van 16 jaar en ouder.<br />
Een deel van de resultaten van de nul-meting die in 1999 is uitgevoerd, hebben we in<br />
deel 4 van deze leidraad verwerkt [15].<br />
Gemeentelijk niveau<br />
Veel middelgrote en grote gemeenten voeren nu reeds periodiek bewonersonderzoek<br />
uit. Bijvoorbeeld in het kader van een milieumonitor. Of in de omnibusenquête die<br />
onder andere gericht is op de beleefde kwaliteit van de dienstverlening van de<br />
gemeente. In deze enquêtes wordt nu al in meer of mindere mate aandacht besteed<br />
aan het onderwerp afvalscheiding.<br />
Niet alleen gemeentelijke overheden voeren bewonersonderzoek uit, ook nietoverheidsorganisaties<br />
doen onderzoek naar de mening van burgers. Denkt u<br />
bijvoorbeeld maar aan onderzoeken van woningbouwverenigingen onder haar huurders<br />
naar de (gewenste) kwaliteit van de woonomgeving.<br />
Om nu te voorkomen dat bewoners 'enquête-moe' worden, kunt u voor het verkrijgen<br />
van inzicht in de ervaringen met afvalscheiding het beste proberen aan te sluiten bij<br />
één of meerdere van de bestaande onderzoeken.<br />
Onderzoek welke organisaties binnen uw gemeente nu reeds bewonersonderzoek uitvoeren.<br />
Zoek, voor zover mogelijk, aansluiting met uw vragen bij de onderzoeken van deze organisaties.<br />
2-7 Bewonersonderzoek
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 36<br />
2-7.3 Mogelijke onderzoeksvormen<br />
De mening van de burgers in uw gemeente over afvalscheiding kunt u op verschillende<br />
manieren onderzoeken. Aan elke onderzoeksvorm kleven bepaalde voor- en nadelen.<br />
We hebben ze voor u in een schema gezet.<br />
type specificatie voordelen nadelen<br />
enquête mondeling (vis-à-vis) mogelijkheid tot door-vragen arbeidsintensief, dus relatief duur<br />
telefonisch respondenten makkelijker te afhankelijk van telefonische<br />
bereiken dan bij mondeling<br />
onderzoek<br />
bereikbaarheid respondenten<br />
schriftelijk kost weinig tijd om enquête uit te verspreidingskosten<br />
zetten<br />
respons relatief laag<br />
internet kost minste tijd en geen<br />
selecte groep respondenten<br />
verspreidingskosten, dus<br />
goedkoopste vorm<br />
(internetgebruikers)<br />
overleg wijk- of<br />
veelal bestaande structuren, geeft steeds maar voor een bepaalde<br />
buurtvertegenwoordigers waarbij kan worden aangehaakt<br />
met het onderwerp afvalscheiding<br />
wijk of doelgroep inzicht in de beleving<br />
specifieke doelgroepen geeft direct inzicht in wat er leeft bij<br />
(bijvoorbeeld jongeren) deze doelgroep<br />
In de praktijk kiezen de meeste gemeenten voor telefonisch of schriftelijk onderzoek.<br />
2-7.4 Aanpak<br />
Steekproef<br />
Om statistisch verantwoorde uitspraken te kunnen doen is het van belang dat u een aselecte<br />
steekproef trekt van voldoende omvang. Uw afdeling Onderzoek en Statistiek<br />
kan u hierbij behulpzaam zijn.<br />
Bij het trekken van de steekproef dient u op voorhand rekening te houden met de<br />
mogelijke uitval tijdens de voorbereiding en tijdens het onderzoek. Hierbij kunt u onder<br />
andere denken aan de volgende vormen van uitval:<br />
- mondeling<br />
* weigering tot deelname<br />
* taalbarrière<br />
- telefonisch<br />
* geheime telefoonnummers<br />
* niet bereikbaar op gehanteerde beltijden<br />
* weigering tot deelname<br />
* taalbarrière<br />
- schriftelijk<br />
* niet-bestaande adressen<br />
* niet geretourneerde enquêtes.<br />
2-7 Bewonersonderzoek
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 2 37<br />
Vragenlijst<br />
Voordat u de vragenlijst opstelt, moet u duidelijk voor ogen hebben waar u specifiek<br />
inzicht in wilt krijgen. Gaat het u met name om inzicht in het kennisniveau van de<br />
burger? Of wilt u met name ingaan op de motivatie van de burger?<br />
Ons analysemodel in deze leidraad is gebaseerd op het gedragsmodel, waarin<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid een belangrijke rol spelen. Het spreekt daarom<br />
voor zich dat wij u aanraden in uw onderzoek aan elk van deze drie factoren aandacht<br />
te schenken.<br />
Neem in uw bewonersonderzoek vragen op die betrekking hebben op elk van de drie factoren uit<br />
het gedragsmodel:<br />
- motivatie<br />
- capaciteit<br />
- gelegenheid.<br />
In deel 5 van deze leidraad (bijlage 3) hebben we een voorbeeld opgenomen van een<br />
vragenlijst, die recentelijk voor een schriftelijke enquête is gebruikt. Aan de hand van<br />
deze lijst kunt u mogelijk ideeën opdoen voor uw eigen bewonersonderzoek.<br />
2-7.5 Kosten<br />
Voor het uitzetten en verwerken van een schriftelijke enquête onder 1.000 huishoudens<br />
(40% respons) moet u denken aan een kostenpost van circa ƒ 8.000,= [12].<br />
Met een telefonische enquête onder 400 huishoudens is een bedrag gemoeid van circa<br />
ƒ 12.000,= [16].<br />
De genoemde kosten zijn exclusief B.T.W.<br />
2-7 Bewonersonderzoek
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3<br />
3 Instrumenten om scheidingsgedrag te<br />
verbeteren<br />
3-1 Communicatie 1<br />
3-1.1 Inleiding 1<br />
3-1.2 Communicatie en de beleidslevenscyclus 1<br />
3-1.3 Geleverde communicatie-inspanningen 2<br />
3-1.4 Resultaat communicatie-inspanningen 2<br />
3-1.5 Knelpunten in communicatie anno 2000 3<br />
3-1.6 Verbeteringsmogelijkheden voor motivatie 4<br />
3-1.7 Verbeteringsmogelijkheden voor capaciteit 5<br />
3-2 Prikkels 11<br />
3-2.1 Inleiding 11<br />
3-2.2 Stimulerende prikkels 11<br />
3-2.3 Corrigerende prikkels 12<br />
3-3 Financiële instrumenten 13<br />
3-3.1 Inleiding 13<br />
3-3.2 Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht 13<br />
3-3.3 Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval 14<br />
3-3.4 Tariefstructuur grof huishoudelijk afval 17
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 1<br />
3-1 Communicatie<br />
3-1.1 Inleiding<br />
Communicatie speelt een belangrijke rol bij het verbeteren van afvalscheidingsgedrag.<br />
Uit het analysemodel dat we in deel 1 van deze leidraad hebben toegelicht, blijkt dat u<br />
communicatie als instrument kunt inzetten om bij de burger specifiek zijn motivatie en<br />
capaciteit te verbeteren.<br />
In dit hoofdstuk willen we wat dieper ingaan op dit onderwerp. Eerst gaan we in op de<br />
rol van communicatie in de beleidslevenscyclus. Vervolgens presenteren we een kort<br />
overzicht van de inspanningen die op het gebied van communicatie over afvalscheiding<br />
tot nu toe gepleegd zijn. De algemene knelpunten anno 2000 hebben we voor u<br />
samengevat.<br />
Vervolgens laten we u een aantal mogelijkheden zien voor verbetering van de motivatie<br />
en capaciteit door middel van communicatie.<br />
3-1.2 Communicatie en de beleidslevenscyclus<br />
Alle beleidsmaatregelen, dus ook die in het kader van afvalscheiding, doorlopen een<br />
bepaalde cyclus die we de ‘beleidslevenscyclus’ noemen (naar Winsemius). In de<br />
beleidslevenscyclus worden vijf fases onderscheiden waarin communicatie per fase<br />
een andere rol kan spelen. In het volgende schema hebben we dit voor u samengevat.<br />
fase beleidslevenscyclus doel communicatie rol communicatie<br />
1 probleemsignalering bewustwording groot agendasetting<br />
(stimulerende betrokkenheid)<br />
2 beleidsvoorbereiding verandering van houding<br />
3 beleidsvaststelling houding en acceptatie van<br />
maatregelen<br />
4 implementatie houding en<br />
gedragsverandering<br />
3-1 Communicatie<br />
groot kennis, oordeel, intentie<br />
(adoptieproces)<br />
ondersteunend (naast<br />
faciliteiten)<br />
5 handhaving gewoontevorming ondersteunend (naast<br />
faciliteiten, beloningen,<br />
sancties)<br />
attenderen, overhalen,<br />
stimuleren<br />
bevestigen<br />
(positieve feedback)<br />
In algemene zin kunnen we stellen dat voor de meeste afvalfracties geldt dat de fase<br />
van gewoontevorming is aangetreden. Uit het schema kunt u dan afleiden dat de rol<br />
van communicatie voor het handhaven van het gedrag met name ondersteunend is en<br />
dat het gaat om bevestiging van het gedrag middels positieve feedback.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 2<br />
3-1.3 Geleverde communicatie-inspanningen<br />
Het belang van communicatie voor een goed scheidingsresultaat wordt al sinds het<br />
eerste begin van afvalscheiding benadrukt. Maar wat hebben we daar in de praktijk<br />
mee gedaan?<br />
Landelijk<br />
Het Ministerie van VROM heeft vanaf begin jaren 90 diverse campagnes gevoerd op<br />
milieugebied en meer specifiek op het gebied van scheiding van huishoudelijk afval.<br />
De structuur die VROM hierbij hanteerde, ziet u in het volgende schema.<br />
type campagne onderwerp afvalstroom afvalfractie titel<br />
draaggolf milieu Een beter milieu begint bij jezelf<br />
thema huishoudelijk afval Minder afval heb je zelf in de hand<br />
actie<br />
GFT-afval Groente-, fruit- en tuinafval apart<br />
KCA Wat wel en niet chemisch afval is<br />
algemeen<br />
etcetera<br />
Recycling: van 't één komt 't ander<br />
Deze campagnes bestonden in het algemeen uit media-campagnes via nationale radio<br />
en televisie, advertenties en brochures voor inwoners. Daarnaast konden gemeenten<br />
gebruik maken van algemene middelen.<br />
Gemeenten<br />
Voor de meeste gemeenten geldt dat zij vooral een communicatie-inspanning hebben<br />
geleverd bij de invoering van een nieuw inzamelsysteem voor een (nieuwe) apart te<br />
houden afvalfractie. Hierbij hebben gemeenten onder andere huis-aan-huis mailings,<br />
folders, artikelen in het lokale huis-aan-huis blad, lokale radio, informatie /<br />
klachtennummer en dergelijke ingezet.<br />
We constateren dat veel gemeenten na de invoering de structurele communicatie over<br />
afvalscheiding beperken tot jaarlijks een afvalkalender, informatie in de gemeentegids<br />
en ad hoc informatie op de gemeentepagina.<br />
Daarnaast communiceren gemeenten met name met hun burgers als er iets niet goed<br />
gaat.<br />
3-1.4 Resultaat communicatie-inspanningen<br />
En wat hebben die communicatie-inspanningen nu opgeleverd tot op heden?<br />
(Het is natuurlijk te simpel om de huidige inzamelresultaten toe te schrijven aan<br />
uitsluitend de inspanningen op het gebied van communicatie. De voorzieningen<br />
(gelegenheid) voor het gescheiden aanbieden van het afval zijn eveneens sterk van<br />
invloed.)<br />
Het Ministerie van VROM laat in het kader van de zogenaamde afvalscheidingsmonitor<br />
periodiek onderzoek doen naar de kennis, houding en gedrag van de Nederlanders ten<br />
aanzien van gescheiden inzameling van huishoudelijk afval [15].<br />
De belangrijkste resultaten van het onderzoek dat eind 1998/begin 1999 is uitgevoerd,<br />
hebben we voor u samengevat.<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 3<br />
aspect % van onderzochte respondenten<br />
kennis<br />
gerapporteerd<br />
gedrag<br />
motivatie<br />
instrumenteel:<br />
kent de burger de<br />
scheidingsregel?<br />
thematisch:<br />
weet de burger waarom<br />
afvalscheiden van belang<br />
is?<br />
(bijna) altijd gescheiden<br />
interesse in milieuonderwerpen<br />
3-1 Communicatie<br />
GFT-afval 83%<br />
papier/karton 87%<br />
glas 95%<br />
textiel 87%<br />
KCA 52%<br />
restafval 36%<br />
50% of meer van<br />
stellingen goed<br />
beantwoord<br />
66%<br />
GFT-afval 81%<br />
papier/karton 91%<br />
glas 92%<br />
textiel 79%<br />
KCA 83%<br />
elektrische apparaten 75%<br />
huishoudelijk afval 73%<br />
(zeer) geïnteresseerd 66%<br />
afvalscheiding is zinvol (zeer) zinvol 76%<br />
Uit het schema kunt u aflezen dat de geleverde inspanningen op zichzelf een prima<br />
resultaat hebben gehad. Bijna driekwart van de Nederlanders zegt zijn afval te<br />
scheiden! En met de kennis over afvalscheiding is het op zich redelijk gesteld. Alleen<br />
voor KCA en restafval is de kennis van de scheidingsregel beduidend slechter dan voor<br />
de andere afvalfracties.<br />
Maar u weet ook dat de inzameltaakstellingen een hoog ambitieniveau hebben en dat<br />
deze, ondanks de ogenschijnlijk hoge deelname aan afvalscheiding, in de meeste<br />
gemeenten nog niet bereikt zijn.<br />
3-1.5 Knelpunten in communicatie anno 2000<br />
Om het instrument communicatie op een goede manier in te kunnen zetten voor het<br />
verbeteren van het scheidingsgedrag (en daarmee de scheidingsresultaten), is het van<br />
belang te weten waar het bij de burger aan ‘schort’. Het landelijk onderzoek naar het<br />
scheidingsgedrag geeft hiervan een algemeen beeld [15].<br />
Daarnaast kunnen er ook binnen de gemeentelijke knelpunten zijn ten aanzien van de<br />
voorbereiding, aanpak en uitvoering van communicatie-activiteiten.<br />
Vanuit onze ervaring geven we u hier een beknopt overzicht van deze knelpunten die<br />
we in het algemeen signaleren:<br />
- algemeen<br />
* negatieve berichtgeving in landelijke media en/of informeel circuit werkt sterker<br />
door/blijft langer hangen dan positieve berichten<br />
- burger<br />
* instrumentele kennis (onder andere kennis van de scheidingsregel) over<br />
verschillende soorten afval is redelijk tot matig; KCA en restafval scoren lager<br />
dan de andere afvalfracties<br />
* thematische kennis (waarom is afvalscheiding van belang) kan beter
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 4<br />
- gemeentelijke organisatie<br />
* niet structureel aangepakt / ingebed<br />
* vaak sluitpost binnen begroting<br />
* (te) weinig capaciteit voor uitvoering.<br />
In het landelijk onderzoek naar scheidingsgedrag is tevens de motivatie van de<br />
Nederlanders voor afvalscheiding bekeken. De resultaten hebben we hier kort<br />
samengevat.<br />
aspect % van<br />
onderzochte<br />
respondenten<br />
motivatie mogelijke redenen voor indien hij zou weten dat dat afval hergebruikt zou worden 66%<br />
de burger om meer en indien hij voor het restafval per kilogram moet gaan betalen 56%<br />
beter te scheiden als alles (aan huis) zou worden opgehaald 55%<br />
mogelijke redenen voor indien hij zou weten dat dat afval niet (meer) hergebruikt zou 64%<br />
de burger om minder te worden<br />
scheiden als hij alles zelf zou moeten wegbrengen 61%<br />
Uit dit overzicht blijkt onder andere dat het niet-hergebruiken van het gescheiden<br />
ingezamelde afval voor 64% van de respondenten een reden is om minder afval te<br />
gaan scheiden. Hieruit kunt u afleiden dat negatieve berichtgeving over afvalfracties die<br />
‘uiteindelijk toch op de stortplaats of in de verbrandingsoven terechtkomen’ zeer slecht<br />
kan zijn voor de motivatie en daarmee de deelname aan afvalscheiding.<br />
3-1.6 Verbeteringsmogelijkheden voor motivatie<br />
Het geven van feedback en stimulerende voorlichting is één van de instrumenten<br />
die u als gemeente kunt inzetten om de motivatie van de burgers te verbeteren. Met<br />
motivatie bedoelen we in het kader van deze leidraad de eigen belangstelling voor het<br />
milieu en afvalscheiding in het bijzonder.<br />
Onder stimulerende voorlichting verstaan we in deze leidraad voorlichting die:<br />
- is opgezet vanuit een positieve insteek<br />
- inspeelt op de waarden die burgers aan afvalscheiding kunnen ontlenen<br />
- het belang van afvalscheiding voor de eigen leefomgeving en het milieu in het<br />
algemeen erkent en benadrukt.<br />
Enkele algemene ideeën, onder andere gebaseerd op de landelijke ervaringen, hebben<br />
we hier voor u samengevat.<br />
- Zorg ervoor dat milieu (weer) op de agenda komt, bijvoorbeeld door in te zoomen<br />
op de directe woon- en leefomgeving.<br />
- Laat mensen zien dat scheiden zin heeft; toon vooral wat er gebeurt na de<br />
gescheiden inzameling en tot welk product het leidt.<br />
- Appelleer aan de gevoelens van respect/waardering en goed burgerschap die<br />
afvalscheiding kan oproepen bij de burgers.<br />
- De burger kan zijn maatschappelijke betrokkenheid tonen door zelf via<br />
afvalscheiding mee te werken aan een beter milieu.<br />
- Verhoog het kostenbewustzijn inzake afvalverwijdering voordat u overgaat tot het<br />
invoeren van een prijsmaatregel (financieel instrument). Informeer de burger<br />
bijvoorbeeld bij de inning van de afvalstoffenheffing hoe het staat met de<br />
gescheiden inzameling en welke kosten gemoeid zijn met de gescheiden en<br />
ongescheiden afvalstromen.<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 5<br />
- Maak afvalscheiding leuk!<br />
Betrokkenheid burger<br />
Betrokkenheid van de burgers bij het onderwerp afvalscheiding is van belang voor een<br />
(blijvend) goed scheidingsresultaat. Eén van de mogelijkheden om de burger meer bij<br />
het milieu en zijn eigen woon- en leefomgeving te betrekken, is het instellen van een<br />
wijkplatform waarmee u regelmatig overleg voert over de inrichting en het beheer van<br />
de wijk. Ook afvalscheiding is een onderwerp dat u hierin kunt meenemen. Denk maar<br />
eens aan het afstemmen van de inzamelvoorzieningen, bijvoorbeeld de gewenste<br />
plekken en ledigingsfrequenties voor glasbakken.<br />
Als voorbeeld van een mogelijke wijkaanpak presenteren we hier het initiatief van de<br />
gemeente Utrecht [17].<br />
Wijkmilieupunten<br />
In 1994 startte de gemeente Utrecht in één wijk met een milieupunt, als onderdeel van het landelijk<br />
project 'Wijken en milieu'. De aanpak bleek succesvol en kreeg navolging in andere wijken. Per 1 januari<br />
1999 hebben vier van de acht wijken een wijkmilieupunt.<br />
Deze wijkmilieupunten kennen elk een bestuur, dat bestaat uit actieve wijkbewoners. Het bestuur<br />
formuleert een activiteitenplan op basis van de behoefte in de eigen wijk. Dat leidt in een wijk met<br />
relatief veel groen tot activiteiten als een ecologische wandelroute en een cursus milieuvriendelijk<br />
tuinieren. In een andere wijk ligt de nadruk weer meer op afvalscheiding en het vergroten van de<br />
stallingsmogelijkheden van fietsen.<br />
De wijkmilieupunten beschikken over een eigen accommodatie en een parttime coördinator.<br />
De gekozen aanpak lijkt een goede manier om milieuparticipatie van wijkbewoners te bevorderen.<br />
3-1.7 Verbeteringsmogelijkheden voor capaciteit<br />
Eén van de knelpunten die uit de inventarisatie en analyse in uw gemeente naar voren<br />
kan komen, is dat de burgers niet voldoende op de hoogte zijn van het waarom, hoe en<br />
wat van afvalscheiding.<br />
In dat geval ligt de oplossing in het duidelijk communiceren van de ontbrekende<br />
informatie via een communicatiemiddel dat ook daadwerkelijk de betreffende groep<br />
burgers bereikt.<br />
Benodigde informatie<br />
Om goed afvalscheidingsgedrag te kunnen vertonen moet de burger voldoende<br />
milieukennis en voorstellingsvermogen hebben. Dit kan worden bereikt door informatie<br />
aan te bieden over het waarom, het hoe en wat van afvalscheiding. In algemene<br />
termen geven we in het volgende schema aan welke typen informatie van belang zijn.<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 6<br />
type informatie invulling<br />
waarom afvalscheiding? - benutten van herbruikbare grondstoffen<br />
- besparing van primaire grondstoffen<br />
- besparing van eindige energiebronnen<br />
- minder verbranding, waardoor minder uitstoot van eventuele schadelijke stoffen<br />
- minder storten<br />
- minder CO2-uitstoot<br />
wat moeten we scheiden? - welke afvalfracties apart<br />
- welke zaken behoren tot welke afvalfractie (scheidingsregel per afvalfractie)<br />
hoe moeten we gescheiden<br />
houden en gescheiden<br />
aanbieden?<br />
overig<br />
(achtergronden, ervaringen)<br />
- welke bewaar- en inzamelmiddelen beschikbaar<br />
- aanbiedmogelijkheden<br />
- halen: welke dag(en), hoe laat<br />
- brengen: welke dag(en), hoe laat, welke afvalfracties<br />
- aanbiedregels<br />
- plaats<br />
- wijze<br />
- kosten (per eenheid, per keer; ook: hoe afrekenen)<br />
- overig, bijvoorbeeld legitimatie of maximale hoeveelheid per keer<br />
- wat gebeurt er met het gescheiden ingezamelde afval<br />
- ervaringen van inzamelaars, verwerkers, burgers e.d. (bijvoorbeeld via interviews)<br />
Basispakket structurele communicatie<br />
Op grond van de ervaringen in den lande bevelen we aan minimaal het volgende<br />
pakket aan communicatiemiddelen in uw gemeente structureel in te zetten.<br />
Wij hebben de indruk dat dit basispakket op dit moment al door een groot aantal<br />
gemeenten wordt toegepast.<br />
middel aandachtspunten inhoud<br />
afvalkalender<br />
bewaarexemplaar - ophaaldagen GFT- en restafval<br />
ophanggat<br />
- voor zover mogelijk ook: papier en KCA<br />
aantal versies:<br />
- aanbiedregels grof huishoudelijk afval<br />
1 versie per inzamelwijk - inlevermogelijkheden papier, glas, textiel, KCA, WEB<br />
of<br />
- aanbiedregels per afvalfractie per systeem<br />
1 algemene versie met - telefoonnummers voor meer informatie, meldingen<br />
vermelding van alle<br />
inzamelwijken<br />
jaarlijks actualiseren<br />
grofvuil e.d.<br />
gemeentegids of afvalgids bewaarexemplaar - terugkoppeling resultaten voorgaande periode<br />
jaarlijks actualiseren<br />
- inlevermogelijkheden per afvalfractie<br />
- aanbiedregels per afvalfractie<br />
- scheidingsregels per afvalfractie<br />
- wijkindeling inzameling GFT- en restafval<br />
- telefoonnummer(s) en openstellingstijden voor meer<br />
informatie, meldingen grofvuil e.d.<br />
gemeentepagina in lokaal<br />
- periodiek overzicht met inlevermogelijkheden<br />
blad en/of kabelkrant<br />
papier/karton<br />
- aankondiging textielinzamelacties en KCA-inzameling<br />
(indien via chemokar)<br />
- minimaal twee keer per jaar terugkoppeling<br />
inzamelresultaten<br />
- ervaringen inzamelaars, reinigingsinspecteurs e.d.<br />
- telefoonnummer(s) en openstellingstijden voor meer<br />
informatie, meldingen grofvuil e.d.<br />
informatienummer (telefoon) ruime openstellingstijden voor alle praktische vragen en opmerkingen over de<br />
afvalinzameling<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 7<br />
Aanvullende communicatiemogelijkheden<br />
Naast het basispakket dat we in de vorige paragraaf hebben geschetst, zijn er diverse<br />
aanvullingen denkbaar ten behoeve van de structurele communicatie over<br />
afvalscheiding.<br />
We hebben ze voor u in een schema gezet.<br />
middel/medium inhoud<br />
(gemeentelijke) internetsite - inlevermogelijkheden per afvalfractie<br />
- ontwikkeling (gescheiden) ingezamelde hoeveelheid afval<br />
- meldpunt voor ophalen grofvuil<br />
- etcetera<br />
vrije publiciteit bij iedere gelegenheid die zich leent om aandacht te schenken aan afvalscheiding,<br />
bijvoorbeeld:<br />
- gemeentedag<br />
- nationale afvaldag<br />
- vrijkomen CBS-cijfers e.d.<br />
nieuwsbrief gemeente of<br />
reinigingsdienst<br />
(bijv. 1x per 2-3 maanden)<br />
- ophaaldagen KCA<br />
- toelichting nieuwe ontwikkelingen<br />
- ervaringen<br />
open dagen/excursies laten zien wat er met het afval gebeurt, bijvoorbeeld door mee te werken c.q. aandacht<br />
te vestigen op de nationale afvaldag (19 mei 2001)<br />
educatie via scholen aandacht vragen voor afvalscheiding<br />
ambassadeurs voorbeeldhuishoudens scheiden hun afval zo goed mogelijk, ondersteund door<br />
deskundigen, en zorgen voor verspreiding van hun kennis in hun eigen netwerk (zie<br />
ook kader over Energiek)<br />
De Nationale Afvaldag is één van de gelegenheden waarbij u de aandacht kunt<br />
vestigen op de gescheiden inzameling. Burgers worden uitgenodigd een dag hun afval<br />
eens te volgen en de geheimen achter de wereld van het afval te ontdekken. Een korte<br />
toelichting vindt u in onderstaand kader.<br />
Magie of mensenwerk: ontdek 't op de Nationale Afvaldag (19 mei 2001)<br />
Maar weinig mensen weten waar hun afval blijft nadat de vuilnisman het van de stoep meeneemt. In<br />
Nederland lopen we ver voorop wat betreft hergebruik, gescheiden inzameling en milieuhygiënische<br />
verwerking van afval. Toch bestaan er veel vooroordelen en misvattingen over afval en afvalverwerking.<br />
Voor veel mensen lijkt het alsof afval vanzelf verdwijnt of omgezet wordt in nuttige producten. Op de<br />
Nationale Afvaldag op 19 mei 2001 wordt de wereld van het afval onthuld. Geen wereld van magie,<br />
maar van mensenwerk. De eerste Nationale Afvaldag werd gehouden in september 1998 en trok 80.000<br />
bezoekers.<br />
De Nationale Afvaldag is een initiatief van de Vereniging van Afvalverwerkers (VVAV). Het doel is bij de<br />
doelgroepen het bewustzijn over afval te vergroten, vooroordelen en stereotypen te tackelen en het<br />
vertrouwen in het functioneren van de afvalbranche te vergroten. De doelgroepen zijn onder andere het<br />
grote publiek, pers en buren en omgeving van de bedrijven. De deelnemende bedrijven willen het<br />
publiek laten zien en ervaren hoe het afval wordt ingezameld en verwerkt wordt en welke nuttige<br />
producten gemaakt kunnen worden uit het afval.<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 8<br />
Steeds meer gemeenten maken gebruik van het internet als medium om<br />
overheidsinformatie te communiceren. Ook landelijke overheden bieden u en uw<br />
inwoners de mogelijkheid informatie over afvalscheiding te raadplegen:<br />
- www.aoo.nl<br />
- www.minvrom.nl/milieu.<br />
Internet<br />
Om ideeën op te doen voor afvalinfo op uw eigen gemeentesite kunt u bijvoorbeeld de volgende sites<br />
raadplegen:<br />
- www.pijnacker.nl<br />
- www.almere.nl<br />
- www.roteb.rotterdam.nl<br />
- www.eindhoven.nl<br />
Omdat het maken en onderhouden van een internetsite een arbeidsintensieve en specialistische<br />
bezigheid is, kiezen sommige gemeenten ervoor in regioverband een site te ontwikkelen.<br />
De gemeenten in de regio Amstelland en Meerlanden (Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel<br />
en Uithoorn) bereiden een regionale website voor over natuur- en milieu. Eén van de thema's die zij<br />
zullen belichten, is het scheiden van afval. Doelgroepen zijn scholen, burgers, milieu-organisaties en<br />
bedrijven die alle op een interactieve manier benaderd zullen worden.<br />
Aandachtspunten [18]<br />
- Zorg voor een heldere structurering van de informatie zodat de gebruikers stap voor stap bij die<br />
informatie komen die ze zoeken.<br />
- Laat duidelijk zien voor wie de informatie is bedoeld: bijvoorbeeld huishoudens, bedrijven of pers.<br />
- Maak een verdere onderverdeling naar sub-doelgroepen: huishoudens bijvoorbeeld onderverdelen<br />
naar jongeren, ouderen en invaliden.<br />
- Geef afzonderlijk informatie voor allochtonen.<br />
- Bied volledige, duidelijke informatie die goed te begrijpen is voor de betreffende doelgroep.<br />
- Geef enerzijds informatie over algemene zaken en bied verder informatie per afvalstroom.<br />
- Zorg voor een 'zoekfunctie'.<br />
- Stel ‘links’ in en/of verwijs door naar andere interessante sites met afvalinformatie.<br />
De burgers krijgen de milieuboodschap vandaag de dag het meest van de overheid te<br />
horen. Er zijn echter ook andere boodschappers denkbaar, bijvoorbeeld de milieuorganisaties,<br />
de wetenschappelijke wereld of de burgers zelf. Deze laatste categorie<br />
speelt een belangrijke rol in het project Energiek waarmee de gemeente Amstelveen<br />
recentelijk is gestart [17]. In het volgende kader lichten we deze aanpak verder toe.<br />
Energiek: huishoudens als ambassadeur van energiebesparing<br />
In de gemeente Amstelveen fungeren 30 huishoudens, die zo efficiënt mogelijk met energie omgaan, als<br />
voorbeeld-huishouden. Zij worden hierbij ondersteund door deskundigen van de energiebedrijven en<br />
de gemeente.<br />
Kleine investeringen worden gedaan, zoals bijvoorbeeld het aanschaffen van spaarlampen en<br />
tochtstrippen. Daarnaast is verandering van het gedrag een belangrijk onderdeel van het project<br />
(gordijnen op tijd dicht, licht niet onnodig laten branden e.d.).<br />
De huishoudens zijn zelf ambassadeur van het project. Zij zorgen voor de verspreiding van hun kennis<br />
in hun eigen netwerk [17].<br />
De aanpak die in het Energiek-project is gekozen, kunt u uiteraard vertalen naar het<br />
thema afvalscheiding.<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 9<br />
Publiciteitsmomenten<br />
We bevelen aan goed na te denken over de mogelijke publiciteitsmomenten. Het gaat<br />
hierbij om gebeurtenissen en activiteiten waarbij u als gemeente met informatie over<br />
afvalscheiding kunt aanhaken. Op deze manier kunt u regelmatig op eigen initiatief en<br />
vanuit een positieve insteek de publiciteit zoeken.<br />
Een goede spreiding van de berichtgeving is van belang. In dit kader bevelen we u aan<br />
de mogelijke publiciteitsmomenten voor u zelf in een jaarkalender te plaatsen.<br />
Het idee van deze kalender is ontleend aan een GFT-project dat op initiatief van de<br />
VVAV begin 2000 is gestart [19]. Een voorbeeld van een dergelijke kalender vindt u<br />
hieronder.<br />
2001 aanleiding mogelijke actie<br />
januari afvoer kerstbomen inzameling door kinderen tegen vergoeding [am]<br />
maart nationale boomfeestdag? lespakket over composteren ten behoeve van scholen<br />
voorjaar tuin zomerklaar maken speciale inzamelronde snoei-afval<br />
19 mei nationale afvaldag<br />
open dag bij regionaal composteerbedrijf<br />
gratis verstrekken compost<br />
zomer vakantieperiode aandacht voor achterlaten GFT-container<br />
najaar CBS-cijfers over gescheiden artikel met vergelijking gemeentelijke 'score' voor GFT-scheiding (en<br />
inzameling<br />
andere fracties)<br />
tuin winterklaar maken speciale inzamelronde snoei-afval<br />
gemeentedag<br />
tonen inzamelmaterieel<br />
openbare sorteeranalyses (GFT en rest), gericht op zuiverheid GFT<br />
en volledige scheiding<br />
Kansen<br />
Samenwerking<br />
De ontwikkelkosten voor speciale (afval)campagnes zijn met name in kleine<br />
verzorgingsgebieden relatief hoog. Het is dus financieel aantrekkelijk om campagnes in<br />
samenwerking met andere buur- of regiogemeenten op te zetten.<br />
Gezamenlijke themamaanden<br />
In het kader van het project HAAS/BIS-afval, een initiatief van Provincie Limburg (zie ook deel<br />
2/hoofdstuk Beleid), wordt communicatie ingezet als belangrijke flankerende maatregel om de resultaten<br />
op het gebied van afvalscheiding te verbeteren.<br />
Voor de doelgroep huishoudens is gekozen voor een thematische aanpak in de vorm van zogenaamde<br />
themamaanden.<br />
De algemene boodschap van deze themamaanden is:<br />
- meer scheiden in het belang van het milieu<br />
- meer scheiden vanuit oogpunt van besparing van kosten.<br />
In de themamaanden staat gedurende de periode van ongeveer één maand een afvalfractie centraal.<br />
Vanuit verschillende hoeken wordt deze afvalfractie belicht met als doel de boodschap indringend over<br />
te brengen.<br />
De gemeenten leveren hun bijdrage aan deze themamaanden door in werkgroepverband mee te<br />
denken over de feitelijke invulling. Daarnaast zetten de gemeenten aanvullende acties op en stemmen<br />
deze af op de themamaanden.<br />
Door deze samenwerking en de daardoor bereikte schaalgrootte zijn de ontwikkelkosten per inwoner,<br />
inclusief de inhuur van een extern adviseur, relatief laag.<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 10<br />
Afstemming met alle betrokken partijen<br />
In de nieuwe communicatiestrategie van VROM wordt vooral naar<br />
samenwerkingsverbanden gezocht voor de communicatie. Gezamenlijk afzenderschap<br />
is hierbij te verkiezen boven afzonderlijke afzenders.<br />
Een goed voorbeeld hiervan is het GFT-project dat op initiatief van de VVAV van start<br />
is gegaan [19].<br />
Gezamenlijke communicatiestrategie voor GFT-afval<br />
De Vereniging van Afvalverwerkers (VVAV) heeft eind 1999 samen met het ministerie van VROM het<br />
initiatief genomen voor een gezamenlijke aanpak op het gebied van GFT-afval.<br />
Het uiteindelijk doel is het draagvlak voor het scheiden van GFT-afval bij burgers en gemeenten<br />
tenminste te behouden en waar mogelijk te verstevigen.<br />
Op landelijk niveau is een afstemmingsplatform opgericht met daarin vertegenwoordigers van de<br />
volgende organisaties:<br />
- VVAV als belangenbehartiger van de sector composteren<br />
- VROM als maker van het beleid<br />
- VNG als belangenbehartiger van gemeenten<br />
- NVRD als belangenbehartiger van de reinigingsdiensten<br />
- AOO als landelijk informatiepunt voor alle overheden met vragen over onder andere de gescheiden<br />
inzameling van GFT-afval<br />
- Stichting Natuur en Milieu.<br />
In een position paper hebben zij de algemene boodschap over de wenselijkheid van het gescheiden<br />
inzamelen van GFT-afval verwoord en hebben zij specifieke boodschappen geformuleerd, gericht op<br />
onderwerpen die door de pers telkenmale worden belicht: gezondheid, stank, milieurendement en<br />
compostkwaliteit.<br />
Door deze gezamenlijke aanpak is de inhoudelijke kennis en ervaring gebundeld en staan alle neuzen<br />
van de betrokken partijen dezelfde kant op.<br />
In het voorjaar van 2001 worden resultaten gepresenteerd uit drie pilotprojecten bij gemeenten om de<br />
kwantiteit en kwaliteit van het gescheiden ingezamelde GFT-afval te verbeteren. Het doel is andere<br />
gemeenten goede en geteste methoden aan te bieden om burgers te motiveren voor GFT-scheiding.<br />
3-1 Communicatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 11<br />
3-2 Prikkels<br />
3-2.1 Inleiding<br />
U kunt de motivatie van de burger om zijn afval te scheiden beïnvloeden door het<br />
geven van stimulerende en corrigerende prikkels.<br />
Directe financiële prikkels, zoals bijvoorbeeld tariefdifferentiatie (diftar), behandelen we<br />
apart in het volgende hoofdstuk (3-3).<br />
3-2.2 Stimulerende prikkels<br />
Beloningssystemen kunnen ingezet worden om de burger op een positieve manier te<br />
stimuleren zijn afval te scheiden. We hebben een aantal voorbeelden voor u op een rij<br />
gezet.<br />
Spaarsysteem voor gescheiden aangeboden afval<br />
Diverse gemeenten hanteren een spaarsysteem voor het gescheiden aangeboden<br />
afval. Dit is bijna altijd gekoppeld aan een brengvoorziening, zoals een brengdepot of<br />
een retourette.<br />
Iedere keer dat de burgers een bepaalde hoeveelheid afval of een specifieke fractie<br />
gescheiden aanbieden, sparen zij voor een beloning.<br />
Dit sparen kan verlopen via een stempel- of strippenkaart of via een chipkaart.<br />
Loterij gekoppeld aan gescheiden aangeboden afval<br />
Om burgers te motiveren een bepaalde afvalfractie gescheiden aan te bieden, geven<br />
gemeenten aan burgers die dit afval gescheiden inleveren, een lot waarmee zij kans<br />
maken op een prijs (bijvoorbeeld een fiets of een ander milieuvriendelijk artikel).<br />
Een aantal gemeenten heeft deze prikkel toegepast bij de introductie van de<br />
gescheiden inzameling van klein WEB. Maar u kunt deze prikkel natuurlijk ook<br />
toepassen om een impuls te geven aan de gescheiden inzameling van een bepaalde<br />
afvalfractie.<br />
Bloemen voor goede GFT-scheiding<br />
Een aantal gemeenten hanteert een beloningsbeleid voor huishoudens die hun GFTafval<br />
goed scheiden. Hier is altijd een reinigingsinspecteur bij betrokken die periodiek<br />
de kwaliteit van het GFT-afval in de GFT-containers controleert. Bij goede kwaliteit<br />
(geen verontreinigingen) komen de huishoudens in aanmerking voor een bos bloemen.<br />
Wijkvoorzieningen<br />
In het kader van wijkgericht werken, waarbij niet zozeer afvalscheiding maar in het<br />
algemeen de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving centraal staat, overwegen<br />
gemeenten wijkgerichte beloning toe te passen. Hierbij kunt u denken aan een bedrag<br />
dat de bewoners van de wijk naar eigen inzicht mogen besteden aan verbetering van<br />
de woon- en leefomgeving. De beloning kan onder andere gekoppeld worden aan het<br />
behalen van een bepaald inzamelresultaat.<br />
3-2 Prikkels
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 12<br />
3-2.3 Corrigerende prikkels<br />
Tegenover de stimulerende prikkels staan de corrigerende prikkels ofwel het 'straffen'<br />
van de burger voor het niet (goed) scheiden van zijn afval.<br />
Hoewel wij van mening zijn dat u de burger vooral vanuit een positieve insteek moet<br />
benaderen, zien wij toch ook het nut van en de noodzaak voor het corrigeren van<br />
verkeerd scheidingsgedrag.<br />
Enkele voorbeelden hebben we voor u uitgewerkt.<br />
Gele en rode kaarten<br />
Een groot aantal gemeenten past een systeem van gele en rode kaarten toe. Dit<br />
systeem is min of meer overgenomen uit de voetbalwereld: na één à twee<br />
waarschuwingen (geel) trekt de scheidsrechter na een volgende overtreding een rode<br />
kaart en moet de bewuste speler het veld uit.<br />
In de gemeentelijke praktijk wordt dit systeem vooral toegepast op de aanbieding van<br />
GFT- en restafval in zakken, minicontainers of duobakken. De reinigingsinspecteur<br />
deelt gele kaarten uit aan burgers die hun afval niet goed scheiden. Na een aantal<br />
overtredingen of bij een bijzonder zware overtreding krijgt de burger een rode kaart,<br />
met als consequentie dat zijn afval niet wordt meegenomen.<br />
Naar onze mening is een dergelijk systeem alleen zinvol als aan het verstrekken van de<br />
kaarten tevens een communicatietraject is gekoppeld waarbij mondeling of schriftelijk<br />
aan de burger goed wordt uitgelegd wat hij 'fout' heeft gedaan, waarom het van belang<br />
is dat hij het goed doet en hoe het dan wel moet.<br />
Boetes<br />
U kunt de reinigingsinspecteur (uiteindelijk) boetes uit laten delen aan burgers die, na<br />
diverse waarschuwingen, nog steeds het afval niet goed scheiden. Dit is een maatregel<br />
die slechts weinig gemeenten toepassen. Deze handhavingsactie kan alleen<br />
plaatsvinden indien de afvalscheidingsregels zijn vastgelegd in de<br />
afvalstoffenverordening of in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).<br />
3-2 Prikkels
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 13<br />
3-3 Financiële instrumenten<br />
3-3.1 Inleiding<br />
Naast communicatie en de in het vorige hoofdstuk beschreven prikkels kunt u de<br />
burgers in uw gemeente via financiële instrumenten stimuleren tot afvalscheiding.<br />
In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de kosten die de burger betaalt via de<br />
afvalstoffenheffing of het reinigingsrecht. Vervolgens behandelen we het effect van<br />
tariefdifferentiatie (diftar) op de scheidingsresultaten in een aparte paragraaf. Tenslotte<br />
bespreken we de invloed van de tariefstructuur voor grof huishoudelijk afval op de<br />
inzamelresultaten.<br />
3-3.2 Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht<br />
Gemeenten berekenen de kosten voor de inzameling van het afval meestal aan de<br />
burger door via de afvalstoffenheffing of het reinigingsrecht. De burgers betalen dus<br />
rechtstreeks mee aan de kosten voor de afvalverwijdering.<br />
In 2000 variëren de tarieven voor de afvalverwijdering gemiddeld tussen ƒ 450,= en<br />
ƒ 500,= [20]. De gemiddelde (gewogen) afvalstoffenheffing voor<br />
meerpersoonshuishoudens bedraagt ƒ 446,= per jaar. Ten opzichte van 1999 is dit een<br />
stijging van 4,4% [20].<br />
Het dekkingspercentage geeft aan welk deel van de begrote kosten voor de<br />
verwijdering van huishoudelijk afval gedekt wordt door de inkomsten uit de<br />
gemeentelijke afvalstoffenheffing. In 2000 bedraagt dit dekkingspercentage gemiddeld<br />
95% [20]. Gemeenten dekken de overige 5% van de kosten veelal uit de algemene<br />
middelen [7].<br />
De vraag is hoe de burger de (hoogte van de) afvalstoffenheffing ervaart en of het zijn<br />
scheidingsgedrag beïnvloedt.<br />
Uit een landelijk onderzoek [15] blijkt dat het kostenbewustzijn van de burgers voor<br />
wat betreft de afvalstoffenheffing laag is: 42% van de respondenten weet niet hoeveel<br />
zij voor de afvalverwijdering betalen en 9% denkt dat dit meer dan ƒ 1.000,= per jaar is<br />
[15].<br />
Ondanks het lage kostenbewustzijn noemen de respondenten financiële motieven als<br />
belangrijke reden om het afval meer en beter te gaan scheiden:<br />
- indien ik voor het afval per kilo moet gaan betalen (56% van de respondenten)<br />
- als ik in totaal minder moet betalen (51% van de respondenten)<br />
- indien de afvalzakken voor het restafval duurder worden (21% van de<br />
respondenten).<br />
Gemeenten passen voor de toerekening van de afvalverwijderingskosten aan de burger<br />
verschillende varianten toe:<br />
1. een gelijke heffing voor alle huishoudens<br />
2. onderscheid naar huishoudengrootte (bijvoorbeeld: 1-persoon, 2-personen en<br />
meer dan 2 personen)<br />
3. onderscheid naar aangeboden volume en/of frequentie<br />
4. onderscheid naar aangeboden gewicht.<br />
3-3 Financiële instrumenten
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 14<br />
Bij variant 3 en 4 is sprake van een directe link tussen het afvalaanbiedgedrag en het te<br />
betalen tarief. Deze vormen van tariefdifferentiatie behandelen we apart in de volgende<br />
paragraaf.<br />
3-3 Financiële instrumenten
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 15<br />
Maak de burgers bewust van de kosten voor afvalverwijdering. Laat bijvoorbeeld op/bij de<br />
factuur voor de afvalstoffenheffing zien welke diensten u biedt en met welk resultaat.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
Iedere week legen wij uw minicontainer, komt de voetbalvereniging uw papier ophalen, maken<br />
we de glasbakken leeg en staan we op het brengdepot voor u klaar om uw KCA en grofvuil aan te<br />
nemen.<br />
En dat voor een prijs van slechts ƒ 8,50 per week!<br />
Voor dat bedrag kunt u al het afval dat u in één week produceert, bij ons kwijt:<br />
- 5 kg restafval<br />
- 1,2 kg GFT<br />
- 1 kg papier/karton<br />
- 0,3 kg glas.<br />
3-3.3 Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval<br />
Tariefdifferentiatie voor huishoudelijk afval (kortweg: diftar) is een instrument dat u kunt<br />
inzetten om meer afvalscheiding te realiseren (milieudoel).<br />
Met diftar legt u een verband tussen het afvalgedrag en de kosten van de burger voor<br />
de afvalverwijdering. Diftar kan daarmee ook een middel zijn om de kosten<br />
rechtvaardiger te verdelen volgens het principe 'de vervuiler betaalt'.<br />
Diftar is in veel gemeenten een politiek item. Om de discussie over diftar zo zuiver<br />
mogelijk te kunnen voeren, is het van belang op voorhand vast te stellen wat het<br />
primaire doel is van de invoering van diftar: verbetering van de scheidingsresultaten en<br />
preventie of invulling geven aan het principe 'de vervuiler betaalt'.<br />
Het kader voor de afweging om wel of niet tot invoering van diftar te besluiten, bestaat<br />
in feite uit drie invalshoeken:<br />
1. politieke uitgangspunten<br />
2. financiële effecten<br />
3. milieu-effecten.<br />
De zwaarte die aan elke component wordt toegekend, kan verschillen per gemeente en<br />
per besluitvormer. Voor meer informatie over dit afwegingskader verwijzen we u naar<br />
het artikel Wel of geen diftar: een afwegingskader uit het blad GRAM [21].<br />
Gemeenten passen diftar momenteel toe bij de inzameling van restafval, in een beperkt<br />
aantal gevallen gecombineerd met een tarief voor de inzameling van GFT-afval.<br />
In deze paragraaf hebben we de belangrijkste informatie over diftar voor u samengevat.<br />
Deze informatie hebben we voor een belangrijk deel ontleend aan een onderzoek van<br />
KPMG uit 1999 naar de gedragseffecten van diftar [22].<br />
Aantal diftargemeenten<br />
Het aantal gemeenten dat een vorm van tariefdifferentiatie toepast is gestegen van 2%<br />
in 1993 naar 21% in 2000 [20]. Uit het feit dat deze 21% van de gemeenten voor circa<br />
13% bijdragen in het totale inwoneraantal in Nederland blijkt, dat het met name de wat<br />
kleinere gemeenten zijn die diftar toepassen. Het percentage grote diftargemeenten<br />
(> 50.000 inwoners) bedroeg in 1999 5% tegen bijna 30% van de kleine gemeenten<br />
(< 10.000 inwoners) [22].<br />
3-3 Financiële instrumenten
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 15<br />
Dit heeft waarschijnlijk alles te maken met het feit dat de invoering van diftar in<br />
verstedelijkte gemeenten als technisch niet of moeilijk haalbaar wordt gezien [22]. Met<br />
name de diversiteit aan inzamelsystemen voor bijvoorbeeld hoog- en laagbouw in<br />
combinatie met de gewenste individuele registratie, levert tot nu toe technische<br />
problemen op.<br />
Diftarsystemen<br />
We onderscheiden vier diftarsystemen, die we in het volgende schema voor u hebben<br />
omschreven [22].<br />
systeem omschrijving<br />
volume de burger kan kiezen uit verschillende groottes van de container, waarbij voor de verschillende<br />
groottes verschillende tarieven gelden<br />
volume/frequentie combineert diftar naar volume met een afrekening op basis van het aantal keren dat de burger de<br />
container laat legen<br />
dure zak de burger biedt zijn afval aan in speciale zakken, die hij kan kopen tegen een bepaald bedrag per<br />
zak<br />
gewicht een chip in de container en afleesapparatuur in de inzamelwagen bepalen het gewicht van het<br />
aangeboden afval; op basis hiervan vindt afrekening plaats<br />
In figuur 3-3.1 kunt u zien welk deel van de gemeenten in de periode 1993-2000 de<br />
verschillende diftarsystemen hebben toegepast [20, 22].<br />
Figuur 3-3.1: Percentage gemeenten met tariefdifferentiatie, per systeem [20, 22]<br />
% van totaal aantal gemeenten<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000<br />
dure zak gew icht volume/frequentie volume<br />
Ter nuancering willen we bij deze figuur nog eens opmerken dat de 21% van de<br />
gemeenten die in 2000 een diftarsysteem toepassen, slechts circa 13% van de<br />
Nederlandse bevolking vertegenwoordigen.<br />
Figuur 3-3.1 laat zien dat tot 1997 de dure zak en volume de meest voorkomende<br />
diftarsystemen waren. In 1999 ziet u een sterke toename van het aandeel gemeenten<br />
dat het volume/frequentie-systeem toepast, waardoor dat systeem vanaf dat jaar het<br />
meest voorkomende systeem is.<br />
3-3 Financiële instrumenten
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 16<br />
Afvalaanbod en afvalscheiding<br />
Huishoudens in diftargemeenten bieden in totaal minder huishoudelijk afval aan. Het<br />
aanbod ligt gemiddeld 15-23% lager dan in niet-diftargemeenten. Voor de afvalfracties<br />
GFT-afval, papier/glas/textiel en overige gescheiden fracties geldt dat de huishoudens<br />
in diftargemeenten beduidend meer gescheiden houden dan in niet-diftargemeenten.<br />
In het volgende schema hebben we deze resultaten per diftarsysteem op een rij gezet.<br />
De cijfers zijn gebaseerd op gegevens van 1997 [22].<br />
systeem<br />
verandering in gescheiden aangeboden hoeveelheid per fractie verandering in totale<br />
GFT-afval papier/glas/textiel overig gescheiden aangeboden hoeveelheid<br />
afval<br />
zonder diftar 0% 0% 0% 0%<br />
volume 28% 21% 10% 1%<br />
volume/frequentie 1% 41% 34% -15%<br />
dure zak 16% 36% 17% -22%<br />
gewicht -25% 46% 31% -23%<br />
Uit het schema blijkt dat het afrekenen op basis van de ingezamelde<br />
gewichtshoeveelheid afval de grootste reductie in het afvalaanbod levert (-23%) en<br />
tevens de grootste stijging tot gevolg heeft in de ingezamelde hoeveelheid papier, glas<br />
en textiel (46%).<br />
Hierbij willen we de kanttekening plaatsen dat een deel van de reductie in het totale<br />
afvalaanbod mogelijk een gevolg is van uitsluiting van bedrijfsafval. De registratie die<br />
aan een diftarsysteem gekoppeld is, leidt in principe tot uitsluiting van de bedrijven in<br />
de huisvuilroute waardoor een daling in het afvalaanbod kan optreden.<br />
Diftargemeenten kennen gemiddeld een grotere mate van afvalscheiding dan nietdiftargemeenten.<br />
In het algemeen ligt het scheidingspercentage in diftargemeenten 10-<br />
25% hoger dan in gemeenten zonder diftar.<br />
Tot op heden kan niet duidelijk vastgesteld worden welk deel van de verbetering in de<br />
afvalscheidingsresultaten rechtstreeks het gevolg is van de invoering van diftar en welk deel het<br />
gevolg is van de verbeteringen die met de invoering van diftar gepaard gaan, zoals bijvoorbeeld<br />
de communicatie over afvalscheiding en/of de aanpassingen in de inzamelstructuur.<br />
Ontwijkgedrag<br />
Burgers blijken ontwijkgedrag te ontwikkelen: zij nemen hun afval bijvoorbeeld mee<br />
naar hun werk of naar familie en laten het daar achter. Of zij deponeren het afval op<br />
een onbeheerde plek langs de openbare weg, op een parkeerplaats of ergens in de<br />
struiken.<br />
Het Ministerie van VROM onderzoekt op dit moment het ontwijkgedrag. De resultaten<br />
worden begin 2001 verwacht.<br />
Verdient diftar zich terug?<br />
De investeringskosten van invoering van een diftar-systeem hangen sterk af van de<br />
diftarvariant die u kiest. Het invoeren van een weegsysteem vergt relatief hoge<br />
investeringen in weeg- en registratie-apparatuur en is daarmee de duurste variant.<br />
Invoering van de dure zak brengt in het algemeen de minste investeringen met zich<br />
mee.<br />
De mate waarin u de extra exploitatielasten van het diftarsysteem kunt terugverdienen<br />
hangt sterk af van de winst die in uw gemeente nog te behalen is op het gebied van<br />
afvalscheiding en preventie.<br />
3-3 Financiële instrumenten
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 17<br />
Om te kunnen bepalen of invoering van diftar in uw gemeente zinvol is, bevelen wij aan<br />
het zogenaamde 'break-even-point' te berekenen. Hiermee bedoelen we de benodigde<br />
reductie in het (rest)afvalaanbod om het diftarsysteem kostenneutraal te kunnen<br />
invoeren.<br />
Op grond van deze berekening kunt u inschatten in hoeverre deze reductie u realistisch<br />
lijkt, mede in vergelijking met de landelijke ervaringen (zie het schema op voorgaande<br />
bladzijde [22]).<br />
Is diftar noodzaak voor realisatie taakstellingen?<br />
Uit de statusrapportage van het AOO over 1998 blijkt dat niet alleen diftar-gemeenten<br />
de inzamelrichtlijn voor papier/karton en glas reeds haalden.<br />
Met andere woorden: er is niet persé een diftarsysteem nodig om de inzamelrichtlijn te<br />
behalen.<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Invoering van een diftarsysteem is één van de manieren om de scheidingsresultaten te<br />
verbeteren.<br />
- Bepaal aan de hand van een breed afwegingskader, waarin zowel de positieve effecten als de<br />
ongewenste effecten (bijvoorbeeld ontwijkgedrag) zijn opgenomen, in hoeverre invoering<br />
van diftar in uw gemeente gewenst is.<br />
- Het systeem van afrekening op basis van aangeboden gewicht levert gemiddeld de beste<br />
resultaten, maar vereist tevens de hoogste investeringen.<br />
- Middels de betere registratie die met een diftarsysteem wordt ingevoerd, kunt u de<br />
aanbieding van bedrijfsafval in de huisvuilroutes uitsluiten.<br />
- Bepaal aan de hand van de benodigde reductie in de hoeveelheid restafval of u de diftarinvesteringen<br />
kunt terugverdienen.<br />
3-3.4 Tariefstructuur grof huishoudelijk afval<br />
Net zoals bij huishoudelijk afval kunt u ook de gescheiden inzameling van grof<br />
huishoudelijk afval beïnvloeden via de tariefstructuur. Dan gaat het niet zozeer om<br />
het principe 'de vervuiler betaalt', maar meer om het sturen van deze afvalstroom naar<br />
de inzamelmethode die de meest vergaande scheiding mogelijk maakt tegen (bij<br />
voorkeur) de laagste kosten. De praktijk wijst uit dat het brengen van afval naar een<br />
depot de beste mogelijkheden geeft voor het scheiden van het grof huishoudelijk afval.<br />
In het hoofdstuk Grof huishoudelijk afval (deel 4) gaan we hier dieper op in.<br />
Het IPH (tegenwoordig IPA) heeft in 1997 bij 40 gemeenten onderzoek gedaan naar de<br />
inzameling van grof huishoudelijk afval [23]. In deze paragraaf presenteren we u de<br />
belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek.<br />
Toepassing tarieven door gemeenten<br />
Ongeveer 90% van de onderzochte gemeenten hanteerde een tariefstelsel voor de<br />
inzameling van grof huishoudelijk afval.<br />
De gemeenten met een tariefstelsel hanteren sterk verschillende systemen, met<br />
variaties in zowel de grondslag en de hoogte van de tarieven als het aanvangsniveau<br />
(de grens waarboven de burger het tarief moet betalen; onder dit niveau geldt meestal<br />
een gereduceerd tarief of is de afgifte gratis).<br />
Gehanteerde tarieven<br />
3-3 Financiële instrumenten
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 3 18<br />
Gemeenten baseren de tarieven per stroom meestal niet op de verwerkingskosten. Uit<br />
het onderzoek [23] blijkt ook dat de hoogte van de tarieven sterk verschilt tussen en<br />
binnen stromen. In de ene gemeente kan de burger bouw- en sloopafval gratis<br />
aanbieden, terwijl de andere gemeente ƒ 21,= per 100 kg in rekening brengt.<br />
Het onderzoek was te beperkt van omvang om uitspraken te kunnen doen over een<br />
relatie tussen de hoogte van de tarieven en het effect op afvalscheiding.<br />
Tarief om brengen te stimuleren<br />
Gemeenten die het afval sterk richting brengdepot sturen, zamelen gemiddeld 80% van<br />
hun grof huishoudelijk afval in via het brengsysteem. Bij gemeenten die het brengen<br />
niet stimuleren is dit 50%.<br />
Deze sturing heeft ook een duidelijk positief effect op het scheidingsresultaat: het<br />
scheidingspercentage van de sterk sturende gemeenten ligt ongeveer 25% hoger dan<br />
het scheidingspercentage van niet-sturende gemeenten [23].<br />
Tariefstelling op brengdepot<br />
U kunt de mate van afvalscheiding op het brengdepot verbeteren door op het depot per<br />
afvalstroom verschillende tarieven te heffen. Uit het IPH-onderzoek [23] blijkt dat<br />
gemeenten met een uitgebreid tarievenstelsel gemiddeld 10% meer scheiding<br />
realiseren.<br />
Inschatting hoeveelheden<br />
Eén van de uitvoeringsaspecten die van belang is bij een tariefheffing per aangeboden<br />
hoeveelheid (gewicht of volume), betreft de inschatting van de hoeveelheden. Bepalend<br />
voor de prijs die de burger betaalt voor zijn grof huishoudelijk afval, is de aangeboden<br />
hoeveelheid (gewicht of volume). Slechts een beperkt aantal gemeenten heeft de<br />
mogelijkheid het aangeboden afval te wegen. De overige gemeenten schatten de<br />
aangeboden hoeveelheid. Hulpmiddelen hiervoor zijn bijvoorbeeld een 'voorbeeld-blok'<br />
van<br />
1 m 3 of een koppeling van de tarieven aan het vervoermiddel waarmee de burger naar<br />
het brengdepot komt:<br />
- fiets: ƒ 10,=<br />
- personenvoertuig: ƒ 30,=<br />
- personenvoertuig met aanhangwagen: ƒ 60,=.<br />
Afstemming met buur- en regiogemeenten<br />
Uiteraard is het niet wenselijk als burgers uit een buurgemeente gebruik maken van het<br />
inzamelsysteem in uw gemeente. Deze situatie kan ontstaan wanneer de tarieven<br />
tussen gemeenten sterk verschillen.<br />
U kunt dit oneigenlijk gebruik van uw depot voorkomen door het beleid, en dus ook het<br />
tarievenbeleid, af te stemmen met andere gemeenten in de regio. Registratie en/of<br />
legitimatie van de (herkomst van de) bezoekers is een mogelijkheid om oneigenlijk<br />
gebruik te voorkomen.<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Een tariefstelsel voor de inzameling van grof huishoudelijk afval voor zowel het<br />
haalsysteem als de aanbieding op het brengdepot, heeft een positief effect op het<br />
afvalscheidingsresultaat.<br />
- Afstemming met buur- en regiogemeenten is van belang om oneigenlijk gebruik van de<br />
inzamelvoorzieningen te voorkomen.<br />
3-3 Financiële instrumenten
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4<br />
4 Achtergrondinformatie en<br />
verbeteringsmogelijkheden per afvalfractie<br />
We hebben deze hoofdstukken allemaal volgens dezelfde structuur opgezet, vanuit de<br />
gedachte dat u elk hoofdstuk als naslagwerk kunt raadplegen.<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval 1<br />
4-1.1 Inleiding 1<br />
4-1.2 Deelname burgers 1<br />
4-1.3 Huidig inzamelresultaat 1<br />
4-1.4 Inzamelmethode 2<br />
4-1.5 Scheidingsregel 4<br />
4-1.6 Thuiscomposteren 5<br />
4-1.7 Verwerking 5<br />
4-1.8 Verbeteringsmogelijkheden 6<br />
4-2 Papier/karton 9<br />
4-2.1 Inleiding 9<br />
4-2.2 Deelname burgers 9<br />
4-2.3 Huidig inzamelresultaat 9<br />
4-2.4 Inzamelmethode 10<br />
4-2.5 Scheidingsregel 13<br />
4-2.6 Verwerking 14<br />
4-2.7 Verbeteringsmogelijkheden 14<br />
4-3 Glas 17<br />
4-3.1 Inleiding 17<br />
4-3.2 Deelname burgers 17<br />
4-3.3 Huidig inzamelresultaat 17<br />
4-3.4 Inzamelmethode 18<br />
4-3.5 Scheidingsregel 20<br />
4-3.6 Verwerking 20<br />
4-3.7 Verbeteringsmogelijkheden 21<br />
4-4 Textiel 23<br />
4-4.1 Inleiding 23<br />
4-4.2 Deelname burgers 23<br />
4-4.3 Huidig inzamelresultaat 23<br />
4-4.4 Inzamelmethode 24<br />
4-4.5 Scheidingsregel 27<br />
4-4.6 Verwerking 27<br />
4-4.7 Verbeteringsmogelijkheden 28
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4<br />
4-5 Klein chemisch afval 29<br />
4-5.1 Inleiding 29<br />
4-5.2 Deelname burgers 29<br />
4-5.3 Huidig inzamelresultaat 29<br />
4-5.4 Inzamelmethode 30<br />
4-5.5 Scheidingsregel 33<br />
4-5.6 Verwerking 34<br />
4-5.7 Verbeteringsmogelijkheden 34<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed 39<br />
4-6.1 Inleiding 39<br />
4-6.2 Deelname burgers 39<br />
4-6.3 Huidig inzamelresultaat 39<br />
4-6.4 Inzamelmethode 39<br />
4-6.5 Scheidingsregel 42<br />
4-6.6 Verwijderingsbijdrage 43<br />
4-6.7 Verwerking 43<br />
4-6.8 Verbeteringsmogelijkheden 44<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed 47<br />
4-7.1 Inleiding 47<br />
4-7.2 Deelname burgers 47<br />
4-7.3 Huidig inzamelresultaat 47<br />
4-7.4 Inzamelmethode 49<br />
4-7.5 Scheidingsregel 51<br />
4-7.6 Verwijderingsbijdrage 52<br />
4-7.7 Verwerking 52<br />
4-7.8 Verbeteringsmogelijkheden 52<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval 55<br />
4-8.1 Inleiding 55<br />
4-8.2 Relatie met inzamelsysteem voor huishoudelijk afval 55<br />
4-8.3 Huidig inzamelresultaat 55<br />
4-8.4 Inzamelmethode 56<br />
4-8.5 Verbeteringsmogelijkheden 59
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval<br />
4-1.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we informatie over de gescheiden inzameling van groente-, fruiten<br />
tuinafval (GFT-afval). Het gaat hierbij in eerste instantie om het organisch afval dat<br />
in inzamelmiddelen aan de inzameldienst wordt aangeboden.<br />
Allereerst presenteren we de deelname aan gescheiden GFT-inzameling en de<br />
inzamelresultaten volgens de meest actuele rapportages. Daarna beschrijven we de<br />
inzamelmethodes die voor GFT-afval het meest gangbaar zijn. Verder presenteren we<br />
de scheidingsregel en geven we achtergrondinformatie over de verwerking van GFTafval<br />
tot compost.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we een aantal mogelijkheden om de<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid van burgers te verbeteren. Mogelijk is één van<br />
deze aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een<br />
idee voor uw eigen gemeente.<br />
4-1.2 Deelname burgers<br />
In een landelijk onderzoek naar scheidingsgedrag [15] geeft 81% van de respondenten<br />
aan GFT-afval altijd of bijna altijd apart te houden. Dit percentage blijkt in de hoogbouw<br />
aanzienlijk lager te liggen (60%) dan in de laagbouw (88%).<br />
Ook de mate van stedelijkheid is van invloed. Naarmate de gemeente minder<br />
verstedelijkt is, neemt het aantal 'scheidende' respondenten toe [15].<br />
4-1.3 Huidig inzamelresultaten<br />
In 1998 leverden de gemeenten bijna 1,5 miljoen ton GFT-afval apart aan [l]. Dit is<br />
gelijk aan 125.000 volle huisvuilwagens, met een totale lengte van 1.000 km ofwel de<br />
afstand tussen Amsterdam en Lyon.<br />
Omgerekend hebben gemeenten in 1998 per inwoner gemiddeld 95 kg GFT-afval<br />
gescheiden ingezameld.<br />
Een samenvatting van de inzamelresultaten voor GFT-afval, gebaseerd op de<br />
statusrapportage van het AOO over 1998 [6], hebben we hieronder weergegeven.<br />
In figuur 4-1.1 geven we u eerst de inzamelresultaten voor GFT-afval over de periode<br />
1996-1998 [24, 25, 26].<br />
Er is geen inzameltaakstelling geformuleerd voor GFT-afval, maar het AOO heeft wel<br />
een prognose opgesteld voor de verwachte hoeveelheid GFT-afval, exclusief grof<br />
tuinafval [27].<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval<br />
1
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4<br />
Op basis van deze prognose is de benodigde verwerkingscapaciteit voor GFT-afval<br />
bepaald. Per stedelijkheidsklasse hebben we de prognose weergegeven in figuur 4-1.1.<br />
Figuur 4-1.1: Ontwikkeling gescheiden inzameling GFT-afval voor Nederland en per stedelijkheidsklasse 1996-<br />
1998 [24, 25, 26], in relatie tot aanbodprognose [27]<br />
kg/inwoner/jaar<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
Nederland klasse 1 klasse 2 klasse 3 klasse 4 klasse 5<br />
stedelijkheid<br />
klasse 1 = zeer sterk stedelijk<br />
klasse 5 = niet stedelijk<br />
aanbodprognose: inschatting AOO van GFT-aanbod exclusief grof tuinafval ten behoeve van de bepaling van de benodigde<br />
composteringscapaciteit [27]<br />
In figuur 4-1.1 kunt u zien dat het aantal kilogram GFT-afval in alle gemeenten in 1998<br />
gedaald is ten opzichte van 1997. Deze daling is verhoudingsgewijs het grootst in de<br />
meer stedelijke gebieden (klasse 1-2-3).<br />
4-1.4 Inzamelmethode<br />
Voor de gescheiden inzameling van GFT-afval is geen meest geëigende methode<br />
voorgesteld of vastgesteld.<br />
De wet (Wm) verplicht de gemeenten het GFT-afval gescheiden in te zamelen met een<br />
frequentie van ten minste eenmaal per week (Wm, hoofdstuk 10 Afvalstoffen, artikel<br />
10.12).<br />
Indien men hiervan wil afwijken, bijvoorbeeld omdat vanuit bedrijfsmatig oogpunt de<br />
voorkeur geeft aan tweewekelijks inzamelen (alternerend), dan biedt de Wm daartoe de<br />
mogelijkheid via lid 5 van artikel 10. In de praktijk gebeurt dit volop. De Rijksoverheid<br />
heeft aan de ontheffing van de wekelijkse inzamelplicht de voorwaarde verbonden dat<br />
de gemeente een brengvoorziening creëert waar de burgers hun afval kunnen<br />
aanbieden.<br />
Inzamelmiddel<br />
Uit inventarisatie van het AOO [24] blijkt dat de meeste gemeenten voor de inzameling<br />
van GFT-afval gebruik maken van uitsluitend minicontainers (61%). Daarnaast gebruikt<br />
19% van de gemeenten minicontainers in combinatie met verzamelcontainers en 7% in<br />
combinatie met een emmer. Bijna 8% van de gemeenten gebruikt een duobak.<br />
De overige gemeenten (5%) gebruiken alleen verzamelcontainers of zakken of een<br />
combinatie van alle bovenstaande middelen [24].<br />
Het AOO heeft in haar onderzoek geen verband kunnen vinden tussen het verstrekte<br />
inzamelmiddel en het inzamelresultaat.<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval<br />
1996 1997 1998 aanbodprognose AOO<br />
2
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 3<br />
Inzamelfrequentie<br />
In onderstaand schema geven we een overzicht van de inzamelresultaten voor GFTafval<br />
anno 1998, onderverdeeld naar de inzamelfrequentie [24].<br />
wekelijks tweewekelijks<br />
(alternerend)<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval<br />
alternerend + zomers<br />
wekelijks<br />
anders<br />
1997 1998 1997 1998 1997 1998 1997 1998<br />
resultaat (kg/inw/jr) 69 59 111 109 107 104 77 78<br />
aantal gemeenten 98 83 358 283 26 116 9 9<br />
inwoners (miljoen) 4,2 4,0 7,9 6,6 0,6 3,6 0,5 0,5<br />
Zoals we al eerder hadden geconstateerd, zijn de inzamelresultaten in 1998 lager dan<br />
in 1997. Ook kunt u uit het overzicht aflezen dat het vooral grote (stedelijke) gemeenten<br />
zijn die het GFT-afval wekelijks inzamelen: het gemiddeld aantal inwoners per<br />
gemeente ligt rond de 50.000, terwijl dit bij de andere inzamelfrequenties circa 23.000<br />
is.<br />
Verder ziet u in het schema dat het aantal gemeenten met wekelijkse zomerinzameling<br />
duidelijk is toegenomen. In hoeverre de zomerinzameling in de betrokken gemeenten<br />
een positief effect heeft gehad op het inzamelresultaat en/of de tevredenheid van de<br />
betrokken burgers, is bij ons niet bekend. Wel heeft landelijk onderzoek aangetoond dat<br />
burgers die hun GFT-afval relatief vaak aan kunnen bieden, niet meer tevreden zijn dan<br />
burgers die hun GFT-afval minder vaak aan de inzameldienst kunnen meegeven [15].<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Er is geen verband tussen het verstrekte inzamelmiddel en het inzamelresultaat.<br />
- Steeds meer gemeenten schakelen in de zomermaanden over van alternerende inzameling<br />
naar wekelijkse inzameling van GFT-afval. In hoeverre dit een positief effect heeft, is niet<br />
bekend.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 4<br />
4-1.5 Scheidingsregel<br />
De scheidingsregel voor GFT-afval is sinds begin jaren negentig een paar keer<br />
aangepast.<br />
Hieronder treft u de meest recente versie aan [28].<br />
regel: afval van organische oorsprong<br />
wel niet<br />
- botjes<br />
- brood<br />
- doppen van pinda's en noten<br />
- eierschalen<br />
- etensresten (gekookt)<br />
- kaaskorsten<br />
- kattenbakkorrels met milieukeur 1<br />
- asbakinhoud (ook sigarettenpeuken)<br />
- bagger uit sloot of goot<br />
- haar van mensen en huisdieren<br />
- jus, vet, vloeibare slaolie<br />
- koffiefilters en koffiedik<br />
- loof en schillen<br />
- mest van kleine huisdieren, zoals duiven en konijnen<br />
- noten, pitten<br />
- plantenmateriaal en klein snoeiafval<br />
- stro<br />
- theebladeren en theezakjes<br />
- visgraten<br />
2<br />
- kattenbakkorrels zonder milieukeur 1<br />
- kauwgum<br />
- kerstbomen<br />
- koolresten barbecue, as van open haard<br />
- kurk van wijnflessen<br />
- lucifers (afgebrand)<br />
- luiers<br />
- melkpakken<br />
- papier<br />
- schelpen<br />
- slachtafval<br />
- steekschuim (oasis)<br />
- stofzuigerzakken (+inhoud)<br />
- tuinaarde, potgrond, turfmolm<br />
- vogelkooizand<br />
- zand<br />
bij twijfel altijd de verwerker raadplegen<br />
1 : Sommige verwerkers accepteren helemaal geen kattenbakkorrels.<br />
2 : Frituurvet: sinds de 'dioxinecrisis' wordt dit niet meer apart ingezameld. Het kan in principe bij het GFT-afval, maar<br />
vloeibaar frituurvet zou het inzamelmiddel kunnen bevuilen. In dat geval is het aanbieden in de originele verpakking in<br />
het restafval een oplossing.<br />
Pleeg overleg met de verwerker voordat u de scheidingsregel (nog eens) aan de burgers kenbaar<br />
maakt.<br />
Eventuele specifieke eisen worden dan op voorhand duidelijk en kunnen direct met de burger<br />
gecommuniceerd worden.<br />
GFT-boekje<br />
Voor meer informatie over de scheidingsregel en dan met name de vraag waarom een bepaald soort<br />
afval wel of niet bij het GFT-afval hoort, verwijzen we u naar de publicatie:<br />
Het GFT-boekje. Bijna alle antwoorden op vragen over groente-, fruit- en tuinafval.<br />
Dit boekje is een vraagbaak voor gemeenteambtenaren. Het is een uitgave van IPH/VROM en u kunt de<br />
publicatie bestellen bij het Distributiecentrum van VROM, tel. 0900-8052.<br />
Het boekje kost ƒ 10,=.<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 5<br />
4-1.6 Thuiscomposteren<br />
Verschillende gemeenten in Nederland stimuleren het thuiscomposteren van organisch<br />
afval door compostvaten gratis of tegen een gereduceerd tarief ter beschikking te<br />
stellen.<br />
Het gebruik van een eigen compostvat leidt in de praktijk tot een reductie van het GFTaanbod<br />
van circa 230 kg per huishouden per jaar (Hellevoetsluis [17]).<br />
De scheidingsregel voor het compostvat wijkt af van de scheidingsregel voor GFTafval.<br />
Dit komt vooral doordat het composteringsproces in het compostvat niet<br />
gecontroleerd wordt, zoals in een composteringsinstallatie en dus vrij snel verstoord<br />
wordt.<br />
Onderstaand schema bevat een overzicht van het organisch afval dat geschikt is om<br />
thuis in een compostvat (of op een composthoop) te verwerken [28].<br />
in het compostvat / op de composthoop<br />
wel niet<br />
- doppen van pinda's en noten<br />
- eierschalen<br />
- koffiefilters en koffiedik<br />
- loof en schillen 3<br />
- mest van kleine huisdieren, zoals duiven en konijnen<br />
- noten, pitten<br />
- plantenmateriaal en klein snoeiafval 4<br />
- stro 5<br />
- theebladeren en theezakjes<br />
- tuinaarde, potgrond, turfmolm<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval<br />
- botjes<br />
-<br />
brood 1<br />
- etensresten (gekookt) 2<br />
- kaaskorsten<br />
- kattenbakkorrels met milieukeur<br />
- visgraten<br />
1<br />
: (Oud) brood is te droog en gaat schimmelen. Deze schimmels remmen het composteringsproces.<br />
2<br />
: Gekookte etensresten zijn vaak zout en vet. Daardoor composteren ze moeilijk. Bovendien trekt het muizen en ratten<br />
aan.<br />
3<br />
: In het compostvat mogen schillen van aardappelen en van citrusvruchten slechts in beperkte mate worden gebruikt.<br />
Deze schillen bevatten vaak chemische middelen, die het composteringsproces remmen.<br />
4<br />
: Onkruiden die zaden hebben of via hun wortels uitlopen, kunnen beter niet in het compostvat. Zieke planten ook niet,<br />
want die kunnen andere planten besmetten. Grasmaaisel en bladeren van kastanje, es, esdoorn, vlier, els, linde, wilg en<br />
magnolia alleen in kleine hoeveelheden toevoegen.<br />
5<br />
: Stro is zeer droog en mag maar in beperkte mate in het compostvat.<br />
4-1.7 Verwerking<br />
Er zijn twee belangrijke redenen om GFT-afval apart te houden:<br />
1. vermindering van de hoeveelheid afval die moet worden verbrand of gestort<br />
2. hergebruik door verwerking tot compost van goede kwaliteit.<br />
GFT-afval is een verzamelnaam voor organisch afval dat in een gecontroleerd proces<br />
snel en in voldoende mate verteert c.q. composteert. Verspreid over Nederland zijn er<br />
25 composteerinstallaties waar GFT-afval van gemeenten tot compost wordt verwerkt.<br />
Hiervoor worden zowel aërobe als anaërobe processen toegepast.<br />
Aan het eind van het composteringsproces is de hoeveelheid GFT-afval ongeveer tot<br />
eenderde gereduceerd: van de 1,5 miljoen ton GFT-afval die in 1998 is ingezameld blijft<br />
ongeveer 0,5 miljoen ton compost over. Hiermee kunnen we de bodemstructuur<br />
verbeter van een landbouwareaal met een oppervlak van ruim 80.000 voetbalvelden<br />
[29].
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 6<br />
Kwaliteit<br />
- GFT-afval<br />
De meeste verwerkers controleren de kwaliteit van het aangeboden GFT-afval<br />
steekproefsgewijs. Officieel hanteren zij het criterium dat het GFT-afval niet meer<br />
dan 5 (gewichts)procent vervuiling mag bevatten. Onder vervuiling verstaan we in<br />
dit geval alle soorten afval die niet tot het GFT-afval behoren. Het gaat in de<br />
praktijk vooral om plastic zakken. In de praktijk voeren de toezichthouders veelal<br />
een visuele controle uit: zij bepalen 'op het oog' of het GFT-afval schoon genoeg is.<br />
- compost<br />
Voordat de compost in de verkoop gaat, controleert de verwerker of de compost<br />
aan de kwaliteitseisen voldoet. De kwaliteit wordt bepaald door onder andere het<br />
gehalte aan zware metalen en het drogestofgehalte. Uiteindelijk krijgt de compost<br />
een kwaliteitsaanduiding op grond van BOOM (Besluit kwaliteit en gebruik Overige<br />
Organische Meststoffen). Zo weten de kopers precies aan welke specificaties de<br />
compost voldoet en waarvoor en in welke hoeveelheden ze deze compost kunnen<br />
toepassen.<br />
4-1.8 Verbeteringsmogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu met name om gaat zijn de mogelijkheden<br />
die gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te<br />
verbeteren. We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het<br />
gedrag van de burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel<br />
1/hoofdstuk Model: de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden om het<br />
scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
Zorg ervoor aan alle drie de factoren in voldoende mate te voldoen om het gewenste<br />
scheidingsgedrag te verkrijgen.<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 7<br />
We presenteren u in het volgende schema een aantal mogelijkheden om de<br />
gescheiden inzameling van GFT-afval te verbeteren. Aan de hand van deze<br />
voorbeelden kunt u specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen bedenken.<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie verstrekken gratis compost (zakjes of zelf laten scheppen) o.a. Dongeradeel [am]<br />
gele/rode kaarten al dan niet in combinatie met beloning bij<br />
goed scheidingsgedrag<br />
pilot Breda (najaar 2000)<br />
capaciteit laten zien hoe en waar GFT-afval gecomposteerd wordt via samenwerking met<br />
excursies of open dagen<br />
anticiperen met verstrekken van info t.a.v. zomer (stank,<br />
maden) en winterperiode (vastvriezen)<br />
zelf zoeken van (positieve) publiciteitsmomenten (zie ook<br />
GFT-kalender in dit hoofdstuk)<br />
composteerbedrijf<br />
communiceren scheidingsregel GFT-afval in overleg met verwerker<br />
gelegenheid hoogbouw verstrekken c.q. beschikbaar stellen<br />
pilot in Leiden, Alphen a/d Rijn en<br />
composteerbare zakjes voor hoogbouw Oegstgeest (najaar 2000)<br />
afsluitbare zakjes van afbreekbaar<br />
materiaal (o.a. maiszetmeel)<br />
GFT-containers (samen met andere containers) goede ventilatie<br />
in een containerruimte<br />
goed schoonhouden<br />
gesloten GFT-containers met alleen sleutel<br />
voor gemotiveerde bewoners<br />
pilot in Leiden (2000)<br />
stoppen in wijken waar een<br />
gebruikersvriendelijk inzamelsysteem niet<br />
mogelijk is<br />
ter discussie<br />
inzameling kerstbomen door jongeren o.a. Almere [17]<br />
vergoeding ƒ 0,25/kerstboom +<br />
lootje<br />
promotie via flyers (uitdelen in<br />
scholen), posters en advertenties<br />
schoonmaakactie van GFT-bakken in de zomer om<br />
geurhinder te bestrijden<br />
pilot in Utrecht (zomer 2000)<br />
Composteerbaar GFT-zakje<br />
Drie gemeenten houden in het najaar van 2000 een proef met de verstrekking van composteerbare<br />
zakjes. De zakjes (keukenemmerformaat) lijken van plastic, maar zijn gemaakt van maiszetmeel,<br />
waardoor ze volledig composteerbaar zijn.<br />
Het zakje houdt de emmer in de keuken schoon en geurvrij. Vooral voor flatbewoners kan het zakje een<br />
belangrijke verbetering betekenen: zij hoeven niet meer met emmer en al naar buiten, want het afval kan<br />
met zakje en al weggegooid worden.<br />
Tijdens de proef verstrekken de deelnemende gemeenten de eerste tien zakjes gratis. De<br />
consumentenprijs bedraagt ƒ 27,50 voor een rol van 50 zakjes ofwel ƒ0,55 per stuk.<br />
De resultaten van de proef worden verwacht in het voorjaar van 2001.<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 8<br />
GFT-communicatie<br />
We bevelen aan de communicatie-activiteiten op het gebied van GFT-afval in een<br />
kalender op te nemen. Een voorbeeld van een dergelijke GFT-kalender voor 2001 is<br />
hieronder opgenomen. Het idee van deze kalender is ontleend aan een GFT-project dat<br />
op initiatief van de VVAV begin 2000 is gestart. Doel van dit project is een<br />
communicatiestrategie te ontwikkelen om het draagvlak voor het scheiden van GFTafval<br />
bij burgers en bij gemeenten tenminste te behouden en waar mogelijk te<br />
verstevigen [19].<br />
2001 aanleiding mogelijke actie<br />
januari afvoer kerstbomen inzameling door kinderen tegen vergoeding [17]<br />
maart nationale boomfeestdag? lespakket over composteren ten behoeve van scholen<br />
voorjaar tuin zomerklaar maken speciale inzamelronde snoei-afval<br />
19 mei nationale afvaldag<br />
open dag bij regionaal composteerbedrijf<br />
gratis verstrekken compost<br />
zomer vakantieperiode aandacht voor achterlaten GFT-container<br />
najaar CBS-cijfers over gescheiden artikel met vergelijking gemeentelijke 'score' voor GFT-scheiding (en<br />
inzameling<br />
andere fracties)<br />
tuin winterklaar maken speciale inzamelronde snoei-afval<br />
gemeentedag<br />
tonen inzamelmaterieel<br />
openbare sorteeranalyses (GFT en rest), gericht op zuiverheid GFT<br />
en volledige scheiding<br />
Een dergelijke kalender kunt u ofwel per afvalstroom of voor het gehele onderwerp<br />
afvalscheiding aan het begin van het jaar voor uw eigen gemeente maken, toegespitst<br />
op u lokale situatie.<br />
4-1 Groente-, fruit- en tuinafval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 9<br />
4-2 Papier/karton<br />
4-2.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we informatie over de gescheiden inzameling van papier en<br />
karton. Allereerst presenteren we de deelname aan gescheiden inzameling van<br />
papier/karton en de inzamelresultaten volgens de meest actuele rapportages. Daarna<br />
beschrijven we de inzamelmethodes die voor papier/karton het meest gangbaar zijn.<br />
Verder presenteren we de scheidingsregel en geven we achtergrondinformatie over de<br />
herverwerking van papier/karton.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we een aantal mogelijkheden om de<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid van burgers te verbeteren. Mogelijk is één van<br />
deze aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een<br />
idee voor uw eigen gemeente.<br />
4-2.2 Deelname burgers<br />
In een landelijk onderzoek naar scheidingsgedrag [15] geeft 91% van de respondenten<br />
aan papier/karton altijd of bijna altijd apart te houden. Dit percentage blijkt in de<br />
hoogbouw lager te liggen dan in de laagbouw.<br />
Ook de mate van stedelijkheid is van invloed. Naarmate de gemeente minder<br />
verstedelijkt is, neemt het aantal 'scheidende' respondenten toe [15].<br />
4-2.3 Huidig inzamelresultaat<br />
In 1998 leverden de gemeenten ruim 1 miljoen ton papier en karton aan (1.009.000 ton<br />
[24]). Dit is circa 62% van het inzamelbare papier/karton. Hierbij is nog geen rekening<br />
gehouden met het bedrijfsafvalpapier dat voor een deel vermengd met het papier uit<br />
huishoudens ingezameld wordt.<br />
Omgerekend hebben gemeenten in 1998 per inwoner gemiddeld 64 kg papier/karton<br />
gescheiden ingezameld.<br />
Een samenvatting van de inzamelresultaten voor papier/karton, gebaseerd op de<br />
statusrapportage van het AOO over 1998 [6], hebben we hieronder weergegeven.<br />
In figuur 4-2.1 geven we u eerst de inzamelresultaten voor papier/karton over de<br />
periode 1996-1998 [24, 25, 26].<br />
4-2 Papier/karton
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 10<br />
Figuur 4-2.1: Ontwikkeling gescheiden inzameling papier/karton voor Nederland en per stedelijkheidsklasse<br />
1996-1998 [24, 25, 26]<br />
kg/inwoner/jaar<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
klasse 1 = zeer sterk stedelijk<br />
klasse 5 = niet stedelijk<br />
Nederland klasse 1 klasse 2 klasse 3 klasse 4 klasse 5<br />
stedelijkheid<br />
In figuur 4-2.1 kunt u zien dat het inzamelresultaat voor papier/karton ieder jaar<br />
toeneemt, zowel voor Nederland als geheel als voor de verschillende<br />
stedelijkheidsklassen. Ook is duidelijk zichtbaar dat de ingezamelde hoeveelheid<br />
papier/karton toeneemt naarmate de mate van stedelijkheid afneemt. Dus hoe minder<br />
stedelijk het inzamelgebied, des te hoger het gemiddelde inzamelresultaat.<br />
4-2.4 Inzamelmethode<br />
Voor de gescheiden inzameling van papier/karton heeft het AOO in het Programma<br />
<strong>GIHA</strong> [3] de meest geëigende methode (MGM) vastgesteld: een haalsysteem met een<br />
inzamelfrequentie van minimaal 1 x per 4 weken (afhankelijk van het volume van het<br />
inzamelmiddel).<br />
Circa 62% van de gemeenten paste in 1998 minimaal de MGM toe voor de gescheiden<br />
inzameling van oud papier/karton [6].<br />
Inzamelwijze<br />
In onderstaand schema geven we een overzicht van de inzamelresultaten voor<br />
papier/karton over 1998, onderverdeeld naar inzamelwijze [6].<br />
alleen haalsysteem alleen brengsysteem gecombineerd systeem<br />
1997 1998 1997 1998 1997 1998<br />
resultaat (kg/inw/jr) 64 74 45 44 58 63<br />
aantal gemeenten 269 237 48 53 164 176<br />
aantal inwoners (miljoen) 5,2 4,5 1,8 2,1 6,0 7,4<br />
4-2 Papier/karton<br />
1996 1997 1998 taakstelling 2000
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 11<br />
Het merendeel van de gemeenten past een haalsysteem toe en dit systeem geeft<br />
tevens het hoogste gemiddelde inzamelresultaat. Een brengsysteem komt het minste<br />
voor en heeft ook een lager inzamelresultaat.<br />
Uit het schema blijkt dat in 1998 in vergelijking met 1997 een verschuiving heeft<br />
plaatsgevonden in de verdeling over de inzamelmethode van gemeenten met alleen<br />
een haalsysteem naar gemeenten met zowel een haal- als een brengsysteem.<br />
Met name kleinere gemeenten passen haalsystemen toe; grotere gemeenten zamelen<br />
papier/karton in met een combinatie van halen en brengen [6].<br />
Inzamelmiddel<br />
In veel gemeenten geschiedt het aanbieden van oud papier/karton in dozen of bundels.<br />
Een aantal gemeenten heeft een minicontainer of krat aan de huishoudens ter<br />
beschikking gesteld voor de huis-aan-huis inzameling.<br />
In het evaluatierapport van het Programma <strong>GIHA</strong> [7] hebben de onderzoekers onder<br />
andere gekeken of er een verband aangetoond kon worden tussen het beschikbaar<br />
stellen van een inzamelmiddel en de behaalde inzamelrespons. Dit verband bleek niet<br />
'hard' aanwezig, maar zowel de inzamelaars als de gemeenten hebben hier wel goede<br />
verwachtingen van.<br />
Inzameldichtheid<br />
Bij een brengsysteem met papierbakken zou de dichtheid waarin de papierbakken<br />
geplaatst zijn, van invloed kunnen zijn op het inzamelresultaat. De gemiddelde<br />
dichtheid waarin de papierbakken in 1998 in gemeenten geplaatst waren, bedroeg<br />
2.540 inwoners per inzamelpunt. Tot op heden kan geen verband aangetoond worden<br />
tussen de gemiddelde dichtheid en het inzamelresultaat.<br />
De verwachting is dat de locatiekeuze een grotere invloed heeft op het<br />
inzamelresultaat dan de dichtheid. Strategische plaatsen voor papierbakken zijn<br />
bijvoorbeeld [7]:<br />
- plaatsen met een hoge woondichtheid (flats)<br />
- plaatsen met een hoge bezoekdichtheid (winkelcentra).<br />
Voor elk van deze plaatsen geldt dat u steeds weer de meest strategische locatie moet<br />
zoeken.<br />
Inzamelfrequentie<br />
Bij een haalsysteem is de frequentie van inzameling van belang. In de <strong>GIHA</strong>-evaluatie<br />
[7] hebben de onderzoekers gekeken naar een mogelijk verband tussen de<br />
inzamelfrequentie en het inzamelresultaat bij toepassing van een haalmethode. Dus:<br />
neemt het inzamelresultaat voor papier/karton toe bij een hogere haalfrequentie? En zo<br />
ja, in welke mate?<br />
In figuur 4-2.2 laten we het verband zien tussen het inzamelresultaat (in<br />
kg/inwoner/jaar) en de inzamelfrequentie.<br />
4-2 Papier/karton
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 12<br />
Figuur 4-2.2: Verband tussen inzamelresultaat en inzamelfrequentie<br />
percentage gemeenten<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
< 72 kg 72-83 kg > 83 kg gemiddeld<br />
gemiddeld inzamelresultaat<br />
1 keer per maand 2 keer per maand 4 keer per maand<br />
Uit figuur 4-2.2 blijkt dat van de gemeenten die een haalsysteem toepassen 80%<br />
gekozen heeft voor een frequentie van één keer per maand. Verder kunt u zien dat in<br />
de groep gemeenten met het beste inzamelresultaat (> 83 kg/inwoner/jaar) relatief<br />
vaker een inzamelfrequentie van twee keer per maand wordt toegepast. Hieruit kunnen<br />
we concluderen dat het inzamelresultaat toeneemt bij een inzamelfrequentie van twee<br />
keer per maand.<br />
Inzamelende organisatie<br />
De inzameling van papier/karton via een haalsysteem kan door de gemeente zelf<br />
uitgevoerd worden, of de gemeente kan dit, al dan niet aanvullend, uitbesteden aan<br />
derden. Uit de <strong>GIHA</strong>-evaluatie is gebleken dat de verenigingen en scholen in 1997 bij<br />
90% van de gemeenten met uitsluitend een haalsysteem bij de inzameling betrokken<br />
waren. Ook blijken de verenigingen en scholen vaker hoge inzamelresultaten te<br />
bereiken [7]. Waarschijnlijk komt dit door de grotere betrokkenheid van de burgers bij<br />
verenigingen/scholen dan bij commerciële of gemeentelijke inzamelaars.<br />
Goede afspraken over het inzamelgebied, de frequentie, de registratie en de (vaste)<br />
inzameldagen zijn van belang.<br />
Een impuls richting de inzamelende verenigingen en scholen kunt u geven in de vorm<br />
van een extra financiële prikkel voor elke kg papier/karton die zij extra inzamelen boven<br />
het inzamelresultaat van het voorgaande kalenderjaar [7].<br />
Ook kringloopbedrijven zamelen in een aantal gemeenten papier en karton huis-aanhuis<br />
in. Ten opzichte van de inzameling door de gemeente zelf, worden van<br />
kringloopbedrijven betere inzamelresultaten verwacht [7]. Aangezien het maar om een<br />
klein aantal gemeenten gaat, kunnen we hier geen harde uitspraken over doen.<br />
4-2 Papier/karton
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 13<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Haalsystemen leveren een hoger inzamelresultaat dan brengsystemen.<br />
- Het beschikbaar stellen van een bewaar/inzamelmiddel kan een positieve invloed hebben op<br />
de inzamelresultaten.<br />
- Bij papierbakken is strategische plaatsing naar verwachting van grotere invloed op het<br />
inzamelresultaat dan de dichtheid.<br />
- Een inzamelfrequentie van twee keer per maand levert een beter inzamelresultaat dan een<br />
frequentie van één keer per maand.<br />
- De inzameling door verenigingen en scholen heeft, waarschijnlijk door de grotere<br />
betrokkenheid van de burgers, een positief effect op het inzamelresultaat, met name wanneer<br />
er goede afspraken worden gemaakt over het inzamelgebied, inzamelfrequentie en<br />
dergelijke.<br />
4-2.5 Scheidingsregel<br />
Hieronder treft u de scheidingsregel voor papier/karton aan [30].<br />
regel: droog en schoon oud papier en karton<br />
wel niet<br />
- kranten<br />
- papieren zakken<br />
- reclamedrukwerk<br />
- telefoongidsen<br />
- tijdschriften<br />
- computervellen<br />
- kadopapier<br />
- schrijfpapier<br />
- papiersnippers (bijvoorbeeld versnipperde<br />
persoonlijke documenten)<br />
- eierdozen<br />
- enveloppen (inclusief vensterenveloppen)<br />
- faxpapier<br />
- golfkarton<br />
- kartonnen dozen<br />
- kartonnen en papieren verpakkingen (bijvoorbeeld<br />
doosjes van hagelslag, kartonnen sigarendoosjes,<br />
papieren verpakkingen van wasmiddelen, papieren<br />
verpakkingen van koekjes, papieren doosjes voor<br />
soep, pastaproducten, rijst en dergelijke)<br />
4-2 Papier/karton<br />
- drankenkartons voor zuivel en frisdranken<br />
- ordners en ringbanden (metalen klem / plastic kaft)<br />
- geplastificeerd papier<br />
- sanitair papier (papieren zakdoekjes, wegwerpluiers,<br />
toiletpapier)<br />
- behang<br />
- vinyl<br />
- doorslagpapier<br />
Karton<br />
De acceptatie-eisen voor karton kunnen sterk variëren, zowel tussen de verschillende<br />
inzamelende organisaties als tussen de oudpapierhandelaren. Voor een goede<br />
herverwerking van papier/karton is de verhouding 80/20 in het algemeen acceptabel:<br />
op elke 4 kg oud papier mag 1 kg karton worden aangeleverd.<br />
Veel gemeenten en verenigingen/scholen zijn echter terughoudend in de acceptatie<br />
van karton. Enerzijds omdat karton een volumineuze, minder-goed-handelbare fractie is<br />
die relatief minder oplevert dan papier. Anderzijds omdat men wil voorkomen dat<br />
emballagemateriaal van bedrijven via de gesubsidieerde papierinzameling wordt<br />
aangeboden waardoor de afvoer van dit bedrijfsafval bekostigd wordt door de<br />
huishoudens.<br />
In de praktijk kan dit betekenen dat de inzamelende organisaties alleen kartonnen<br />
dozen, gevuld met oud papier, meenemen en los bijgeplaatst karton niet accepteren.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 14<br />
Stel met de oudpapierhandelaar de gewenste papier/karton-verhouding vast.<br />
Bepaal in overleg met de inzamelende instanties de acceptatie-eisen voor de diverse<br />
inzamelsystemen.<br />
Communiceer de afgesproken scheidingsregel en acceptatie-eisen met de burgers.<br />
4-2.6 Verwerking<br />
De gescheiden inzameling van papier/karton is met name van belang om energie en<br />
primaire grondstoffen te kunnen besparen.<br />
Bij de productie van nieuw papier en karton wordt gemiddeld 75% oud papier of karton<br />
ingezet [29].<br />
In 1998 leverde de herverwerking van oud papier/karton een energiebesparing op van<br />
10 miljoen gigajoule. Dit komt overeen met het gasverbruik van 223.000 huishoudens<br />
[29] ofwel het gasverbruik van zo ongeveer de hele gemeente Den Haag.<br />
Daarnaast levert de inzet van oud papier/karton een belangrijke besparing op van<br />
grondstoffen: 1.000 kilo papier kost 1.500 kilo hout. In 1998 werd dus 1.500 miljoen kilo<br />
hout bespaard [29].<br />
Afname<br />
Voor de afname van het ingezamelde oudpapier/karton kunnen gemeenten zich onder<br />
andere aansluiten bij de VAOP of bij het Papiervezelconvenant. Voor beide geldt dat zij<br />
u als gemeente de mogelijkheid bieden uw onderhandelingspositie als aanbieder van<br />
oudpapier te versterken door krachten van u en andere gemeenten te bundelen.<br />
In de praktijk blijkt dat gemeenten met name bij een goede marktprijs voor oud papier<br />
de touwtjes liefst zelf in handen houden: zij maken zelf afspraken met handelaren.<br />
Maar met name voor het geval de marktprijs gaat zakken kan het voor het maken van<br />
financiële afspraken voor u als gemeente voordelig zijn als onderdeel van een grote<br />
aanbiedende partij te kunnen optreden.<br />
4-2.7 Verbeteringsmogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu met name om gaat zijn de mogelijkheden<br />
die gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te<br />
verbeteren. We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het<br />
gedrag van de burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel<br />
1/hoofdstuk Model: de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden om het<br />
scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
Zorg ervoor aan alle drie de factoren in voldoende mate te voldoen om het gewenste<br />
scheidingsgedrag te verkrijgen.<br />
We presenteren u in het volgende schema een aantal mogelijkheden om de<br />
gescheiden inzameling van papier/karton te verbeteren. Aan de hand van deze<br />
voorbeelden kunt u specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen bedenken.<br />
4-2 Papier/karton
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 15<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie feedback vanuit inzamelende verenigingen en<br />
scholen over wat zij met het verkregen<br />
subsidiegeld hebben gedaan of gaan doen<br />
capaciteit laten zien hoe en waar papier/karton herverwerkt<br />
wordt via excursies of open dagen<br />
gelegenheid<br />
4-2 Papier/karton<br />
in lokale krant; verenigingsblad wordt slechts<br />
door deel van doelgroep gelezen<br />
samenwerking met oudpapierhandelaar en/of<br />
papierfabriek<br />
h-a-h aankondigen ophaaldagen (via flyers) door verenigingen zelf<br />
communiceren scheidingsregel papier/karton in overleg met oudpapierhandelaar<br />
verhogen inzamelfrequentie bij voorkeur 2x per maand<br />
strategische plaatsing papierbakken tijdig legen (vooral voor en na weekend) en<br />
omgeving goed schoonhouden<br />
goede afspraken met verenigingen en scholen streven naar 100% dekkingsgraad<br />
over het inzamelgebied garantie voor voldoende vrijwilligers<br />
verstrekken inzamelmiddel grootte inzamelmiddel afstemmen op ruimte<br />
in/bij woning<br />
inzamelfrequentie afstemmen op grootte<br />
inzamelmiddel<br />
Een manier om de inzameling van papier/karton een impuls te geven, is het houden<br />
van een themamaand over de afvalfractie.<br />
Om u een idee te geven van mogelijke activiteiten presenteren we de opzet die in<br />
Limburg in november 1997 is toegepast.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 16<br />
Themamaand papier/karton<br />
In het kader van het project HAAS/BIS-afval is in Limburg in november 1997 een themamaand<br />
georganiseerd over papier en karton. De opzet geven we hier kort weer.<br />
Betrokkenen<br />
Provincie Limburg, AVL, Limburgse gemeenten en gewesten, Limburgse Milieufederatie, Natuur- en<br />
Milieu-educatie, oudpapierhandelaren, Roermond Zülpich Papier, Informatiecentrum voor karton en<br />
papier, Van Gansewinkel en een extern communicatie-adviseur.<br />
Activiteiten<br />
- openingsmanifestatie (schoolkinderen en kunstenaars maken kunstwerk van papier)<br />
- (openings)acties in de gemeenten (o.a. veiligheidsvestjes voor inzamelende verenigingen)<br />
- TV-programma Cirkel van Papier<br />
- radioprogramma<br />
- postercampagne<br />
- uitdelen nee/ja-stickers door milieugroepen<br />
- verspreiden van flyers door papierinzamelende verenigingen (datum volgende inzameling)<br />
- open dag bij oudpapierhandelaren<br />
- open dag Roermond Papier<br />
- actie papierzorg op scholen<br />
- artikelen in huis-aan-huis bladen en ‘stoppers’<br />
- slotmanifestatie (rondleiding + lunch voor papieren bruidsparen (2 jaar getrouwd)).<br />
Effect<br />
In de twee maanden na de papieractie lag de ingezamelde hoeveelheid papier/karton 24% (2.000 ton)<br />
hoger dan het jaar daarvoor, bij een jaargemiddelde stijging van 12%. De actie is dus een succes<br />
geweest.<br />
Aandachtspunten (op grond van ervaringen betrokken gemeenten)<br />
Gemeentelijke acties bij voorkeur met geringe eigen inspanning (uren, kosten).<br />
Goede afstemming (tijdig, duidelijk) met gemeenten van groot belang.<br />
4-2 Papier/karton
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 17<br />
4-3 Glas<br />
4-3.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we informatie over de gescheiden inzameling van glas.<br />
Allereerst presenteren we de inzamelresultaten volgens de meest actuele rapportages.<br />
Daarna beschrijven we de inzamelmethodes die voor glas het meest gangbaar zijn en<br />
geven we indicatieve inzamelkosten voor de verschillende methodes. Verder<br />
presenteren we de scheidingsregel en geven we achtergrondinformatie over de<br />
herverwerking van glas.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we u een aantal mogelijkheden om de<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid van burgers te verbeteren. Mogelijk is één van<br />
deze aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een<br />
idee voor uw eigen gemeente.<br />
4-3.2 Deelname burgers<br />
In een landelijk onderzoek naar scheidingsgedrag [15] geeft 91% van de respondenten<br />
aan glas altijd of bijna altijd apart te houden. Dit percentage blijkt in de hoogbouw lager<br />
te liggen (85%) dan in de laagbouw (91-95%).<br />
Tussen de stedelijkheidsklassen verschilt de deelname niet veel. Alleen in de (zeer)<br />
sterk stedelijke gebieden (89%) lijkt de deelname iets lager te zijn dan in de andere<br />
stedelijkheidsklassen [15].<br />
4-3.3 Huidig inzamelresultaat<br />
In 1998 leverden de gemeenten ruim 324.000 ton glas aan [24] ofwel circa 71% van het<br />
inzamelbare eenmalige glas [31].<br />
Omgerekend hebben gemeenten in 1998 per inwoner gemiddeld 21 kg glas<br />
gescheiden ingezameld.<br />
Een samenvatting van de inzamelresultaten voor glas, gebaseerd op de<br />
statusrapportage van het AOO over 1998 [6], hebben we hieronder weergegeven.<br />
In figuur 4-3.1 tonen we u eerst de inzamelresultaten voor glas over de periode 1996-<br />
1998 [24, 25, 26].<br />
4-3 Glas
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 18<br />
Figuur 4-3.1: Ontwikkeling gescheiden inzameling glas voor Nederland en per stedelijkheidsklasse 1996-1998<br />
[24, 25, 26]<br />
kg/inwoner/jaar<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
klasse 1 = zeer sterk stedelijk<br />
klasse 5 = niet stedelijk<br />
Nederland klasse 1 klasse 2 klasse 3 klasse 4 klasse 5<br />
stedelijkheid<br />
In figuur 4-3.1 kunt u zien dat het inzamelresultaat voor glas tussen de verschillende<br />
stedelijkheidsklassen niet of nauwelijks varieert en min of meer lijkt te stagneren rond<br />
20 kilo per inwoner per jaar.<br />
4-3.4 Inzamelmethode<br />
Voor de gescheiden inzameling van glas heeft het AOO in het Programma <strong>GIHA</strong> [3] de<br />
meest geëigende methode (MGM) vastgesteld: een brengsysteem met glasbakken in<br />
een voldoende dichtheid (richtlijn: één bol/bak op 650 inwoners).<br />
Bijna alle gemeenten (99%) pasten in 1998 een brengsysteem toe of een combinatie<br />
van een breng- en haalsysteem. Bijna de helft van de gemeenten (49%) haalt de in de<br />
MGM als richtlijn gegeven dichtheid van 1 container op 650 inwoners.<br />
Inzamelwijze<br />
In onderstaand schema geven we een overzicht van de inzamelresultaten voor glas,<br />
onderverdeeld naar inzamelwijze [6].<br />
alleen haalsysteem alleen brengsysteem gecombineerd systeem<br />
1997 1998 1997 1998 1997 1998<br />
resultaat (kg/inw/jr) 26 23 18 19 22 23<br />
aantal gemeenten onbekend 5 onbekend 441 onbekend 42<br />
Het merendeel van de gemeenten past een brengsysteem toe. Uit het schema kunt u<br />
aflezen dat toepassing van een gecombineerd systeem betere resultaten lijkt op te<br />
leveren dan alleen een brengsysteem.<br />
4-3 Glas<br />
1996 1997 1998 taakstelling 2000
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 19<br />
Inzameldichtheid<br />
De gemeenten die glas inzamelen via een brengsysteem hadden in totaal in 1998<br />
10.622 brengpunten beschikbaar. In combinatie met een totaal aantal glasbakken van<br />
circa 22.000 [31] betekent dit dat in de gemeenten veelal 2 glasbakken per inzamelpunt<br />
uitstaan [6].<br />
Tot op heden kan, net als voor de papierbakken, geen verband aangetoond worden<br />
tussen de gemiddelde dichtheid van de glasbakken en het inzamelresultaat.<br />
Uit diverse bevolkingsonderzoeken uit 1999 blijkt dat 8-13% van de respondenten glas<br />
niet (altijd) scheidt omdat de glasbak te ver weg staat [29, 31]. Ook geeft men aan dat<br />
de glasbak bij voorkeur op de route naar of bij een winkel moet staan, omdat zij het<br />
glas wegbrengen als zij boodschappen gaan doen [29]. Voor 55% van de Nederlanders<br />
is dit het favoriete moment om glas naar de glasbak te brengen [31].<br />
Hieruit blijkt dat, net als voor de papierbakken, ook voor glasbakken geldt dat de<br />
locatiekeuze naar verwachting een grotere invloed heeft op het inzamelresultaat dan<br />
de dichtheid. Strategische plaatsen voor glasbakken zijn dus met name plaatsen op de<br />
route naar of bij supermarkten en/of in winkelcentra [7], bijvoorbeeld op de<br />
parkeerplaatsen en bij parkeergarages.<br />
Verder betekent het dat gemeenten die qua winkelvoorzieningen een regiofunctie<br />
vervullen, gemiddeld meer glas per inwoner zullen inzamelen dan de buurgemeenten<br />
zonder een dergelijke functie.<br />
Inzamelfrequentie<br />
Het spreekt voor zich dat (over)volle glascontainers geen visitekaartje zijn voor de<br />
reinigingsdienst en dat dit bij de burger tot irritatie kan leiden.<br />
Vooral flatbewoners en inwoners van matig tot zeer verstedelijkte gebieden noemen de<br />
volle glasbakken als reden om glas niet (altijd) gescheiden te houden [7].<br />
Kleurscheiding<br />
Kleurscheiding is nodig voor een optimale verwerking van al het ingezamelde glas.<br />
Toch is ook ongesorteerd glas ('bont' glas) geschikt voor recycling. Van bont glas<br />
maakt men in de glasfabriek, met toevoeging van een extra hoeveelheid groene<br />
scherven, groene flessen.<br />
Ten tijde van het opstellen van het Programma <strong>GIHA</strong> [3] is met de glasverwerkende<br />
industrie overeengekomen dat 50% van het gescheiden ingezamelde glas in Nederland<br />
op kleur gescheiden moet worden.<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Een gecombineerd inzamelsysteem (halen en brengen) levert een beter inzamelresultaat dan<br />
alleen brengen.<br />
- Bij glasbakken is strategische plaatsing (supermarkten, winkelcentra) naar verwachting van<br />
grotere invloed op het inzamelresultaat dan de dichtheid.<br />
- Volle c.q. overlopende glasbakken kunnen in bepaalde situaties tot problemen leiden, vooral<br />
als dit regelmatig gebeurt.<br />
4-3 Glas
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 20<br />
4-3.5 Scheidingsregel<br />
Hieronder treft u de meest recente scheidingsregel voor glas aan [31].<br />
regel: eenmalige glasverpakkingen<br />
wel niet<br />
alle lege eenmalige glasverpakkingen (flessen en<br />
potten) waarin dranken, eten, cosmetica en<br />
medicijnen hebben gezeten<br />
hieronder valt ook klein glas, zoals bijvoorbeeld:<br />
- potjes van babyvoeding<br />
- sambalpotjes<br />
- kruidenpotjes<br />
- tabascoflesjes<br />
- parfumflesjes<br />
- deodorantflesjes<br />
N.B.:<br />
nog gedeeltelijk gevulde glazen verpakkingen van<br />
medicijnen moeten bij de apotheek worden<br />
ingeleverd<br />
4-3 Glas<br />
glas, o.a.:<br />
- gebroken ruiten (vlakglas)<br />
- glaskeramiek (ovenschalen)<br />
- (gebroken) drinkglazen<br />
- gloeilampen<br />
- TL-buizen<br />
- kannen<br />
- kristal<br />
- spiegels<br />
niet-glas (al het overige afval):<br />
- doppen<br />
- deksels<br />
- porselein<br />
- plastic tasjes<br />
- jeneverkruiken<br />
- aardewerk<br />
Verpakkingsglas heeft een specifieke samenstelling. Wanneer er bij de productie van<br />
nieuwe glasverpakkingen glasscherven aan de grondstoffen worden toegevoegd,<br />
moeten die dezelfde samenstelling hebben. Daarom is niet al het glas geschikt voor de<br />
glasbak [31].<br />
4-3.6 Verwerking<br />
Glasrecycling bespaart niet alleen grondstoffen, maar ook veel kostbare energie. Iedere<br />
10% scherven die aan de grondstoffen wordt toegevoegd, levert een energiebesparing<br />
op van 2,5%. Want door glasscherven te gebruiken in het productieproces, kan er bij<br />
veel lagere temperaturen glas worden gemaakt [31].<br />
In nieuw glas wordt gemiddeld 50% oud glas (scherven) verwerkt [29]. Dit levert dus<br />
een energiebesparing op van 12,5%.<br />
Daarnaast levert de glasrecycling een besparing op van grondstoffen: door de inzet van<br />
50% glasscherven wordt de helft van de oorspronkelijk benodigde hoeveelheid zand,<br />
kalk en soda uitgespaard.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 21<br />
4-3.7 Verbeteringsmogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu met name om gaat zijn de mogelijkheden<br />
die gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te<br />
verbeteren. We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het<br />
gedrag van de burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel<br />
1/hoofdstuk Model: de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden om het<br />
scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
Zorg ervoor aan alle drie de factoren in voldoende mate te voldoen om het gewenste<br />
scheidingsgedrag te verkrijgen.<br />
We presenteren u in het volgende schema een aantal mogelijkheden om de<br />
gescheiden inzameling van glas te verbeteren. Aan de hand van deze voorbeelden<br />
kunt u specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen bedenken.<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie actie 'Glas voor glas' (eenmalige uitreiking in overleg met Stichting Kringloop Glas<br />
glasservies aan willekeurige glasbakgebruiker) kosteloos voor gemeenten<br />
zelf publiciteit regelen<br />
feedback over gerealiseerde besparingen: zoveel mogelijk visualiseren en vertalen naar<br />
- energieverbruik<br />
-grondstoffen<br />
'tastbare' hoeveelheden<br />
capaciteit laten zien hoe en waar glas herverwerkt wordt via<br />
bijvoorbeeld videomateriaal<br />
website www.glasbak.nl onder de aandacht<br />
brengen van burgers, scholen e.d.<br />
zie nadere toelichting in kader<br />
communiceren scheidingsregel glas in overleg met glasverwerker<br />
gelegenheid strategische plaatsing glasbakken (op de route afstemmen locaties met buurgemeenten<br />
naar en bij supermarkten, winkelcentra)<br />
afvalbak naast glasbak plaatsen voor deksels,<br />
doppen, kurken en dergelijke<br />
tijdig legen en omgeving goed schoonhouden<br />
De Stichting Promotie Glasbak heeft een eigen website opgezet met feiten over de<br />
inzameling en verwerking, promotiemateriaal en dergelijke. Ook de nieuwsbrieven de<br />
stichting (Nieuws uit de glasbak) kunt u via deze site opvragen en lezen.<br />
4-3 Glas
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 22<br />
WWW.GLASBAK.NL<br />
De website van de Stichting Promotie Glasbak bevat de volgende elementen:<br />
- over de glasbak: feiten en weetjes over de glasinzameling in Nederland en Europa<br />
- flessenpost: een mogelijkheid om te communiceren met willekeurige mensen<br />
- glasnieuws: nieuwsbrieven en meest recente persberichten<br />
- van glas tot glas: in 45 seconden de glasrecycling in beeld.<br />
Specifiek voor de communicatie richting de burgers kijkt u bij Pers & Promotie. Hier vindt u onder<br />
andere:<br />
- artikelen voor gratis gebruik in eigen publicaties, met onder andere de volgende titels:<br />
* de glasbak heeft nooit vakantie<br />
* ook klein glas in de glasbak<br />
* door weer en wind<br />
* rondje glas<br />
* wie het kleine niet eert …<br />
- promotiemateriaal (aan te vragen via een op te vragen bestelformulier)<br />
* sticker<br />
* folder<br />
* videofilm 'Operatie glasbak'<br />
- strip/cartoons van glasbakje<br />
- logo voor gebruik op etiketten.<br />
Deze website is niet alleen handig voor u als gemeente om informatie in te winnen en<br />
voorlichtingsmaterialen van af te nemen. Ook voor de inwoners van uw gemeente of de<br />
scholen is het een leuk opgezette en bezoekwaardige site.<br />
4-3 Glas
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 23<br />
4-4 Textiel<br />
4-4.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we informatie over de gescheiden inzameling van textiel.<br />
Allereerst presenteren we de deelname aan gescheiden inzameling van textiel en de<br />
inzamelresultaten volgens de meest actuele rapportages. Daarna beschrijven we de<br />
inzamelmethodes die voor textiel het meest gangbaar zijn. Verder presenteren we de<br />
scheidingsregel en geven we achtergrondinformatie over de herverwerking van textiel.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we u een aantal mogelijkheden om de<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid van burgers te verbeteren. Mogelijk is één van<br />
deze aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een<br />
idee voor uw eigen gemeente.<br />
4-4.2 Deelname burgers<br />
In een landelijk onderzoek naar scheidingsgedrag [15] geeft 79% van de respondenten<br />
aan textiel altijd of bijna altijd apart te houden. Dit percentage blijkt in de hoogbouw<br />
lager te liggen (69%) dan in de laagbouw (82%).<br />
Gemiddeld gezien stijgt het deelnamepercentage naarmate de stedelijkheid van de<br />
gemeenten afneemt [15].<br />
4-4.3 Huidig inzamelresultaat<br />
In 1998 leverden de gemeenten, volgens opgave aan het CBS, ruim 43.000 ton textiel<br />
aan [24]. Gemiddeld is dit 2,6 kg per inwoner. Het is zeer waarschijnlijk dat deze<br />
hoeveelheid in werkelijkheid hoger ligt. De aanwezigheid van commerciële inzamelaars<br />
beperkt het zicht van de gemeenten op de ingezamelde hoeveelheid textiel.<br />
Volgens schattingen van de branche is in 1998 circa 34% meer textiel ingezameld dan<br />
door de gemeenten is opgegeven. In dit geval zou het gemiddelde inzamelresultaat<br />
3,5 kg per inwoner zijn (in plaats van 2,6 kg).<br />
Een samenvatting van de inzamelresultaten voor textiel, gebaseerd op de<br />
statusrapportage van het AOO over 1998 [6], hebben we hieronder weergegeven.<br />
In figuur 4-4.1 tonen we u eerst de inzamelresultaten voor textiel over de periode 1996-<br />
1998 [24, 25, 26].<br />
4-4 Textiel
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 24<br />
Figuur 4-4.1: Ontwikkeling gescheiden inzameling textiel voor Nederland en per stedelijkheidsklasse 1996-<br />
1998 [24, 25, 26]<br />
kg/inwoner/jaar<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
klasse 1 = zeer sterk stedelijk<br />
klasse 5 = niet stedelijk<br />
Nederland klasse 1 klasse 2 klasse 3 klasse 4 klasse 5<br />
stedelijkheid<br />
In figuur 4-4.1 kunt u zien dat het inzamelresultaat voor textiel toeneemt naarmate de<br />
mate van stedelijkheid afneemt.<br />
Ook is uit figuur 4-4.1 af te lezen dat het inzamelresultaat in de meer stedelijke<br />
gemeenten lijkt te stagneren, terwijl in de minder stedelijke gemeenten nog een<br />
stijgende tendens zichtbaar is.<br />
4-4.4 Inzamelmethode<br />
Voor de gescheiden inzameling van textiel heeft het AOO in het Programma <strong>GIHA</strong> [3]<br />
de meest geëigende methode (MGM) vastgesteld: een haalsysteem met een inzamelfrequentie<br />
van minimaal 1 keer per kwartaal, aangevuld met een brengsysteem met<br />
textielbakken in een voldoende dichtheid (richtlijn: één bol/bak op 4.500 inwoners).<br />
Circa 60% van de gemeenten paste in 1998 minimaal het haalsysteem van de MGM<br />
toe voor de gescheiden inzameling van textiel [24].<br />
4-4 Textiel<br />
1996 1997 1998 taakstelling 2000
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 25<br />
Inzamelwijze<br />
In het volgende schema geven we een overzicht van de inzamelresultaten voor textiel<br />
over 1998, onderverdeeld naar inzamelwijze [6].<br />
alleen haalsysteem alleen brengsysteem gecombineerd systeem<br />
1997 1998 1997 1998 1997 1998<br />
resultaat (kg/inw/jr) 2,0 1,9 1,6 1,8 2,9 3,1<br />
aantal gemeenten 124 116 50 61 258 272<br />
aantal inwoners (miljoen) 3,1 3,0 2,1 2,1 6,8 8,6<br />
Het merendeel van de gemeenten past een gecombineerd systeem toe (halen en<br />
brengen) en dit systeem geeft tevens het hoogste gemiddelde inzamelresultaat. Alleen<br />
een brengsysteem komt het minste voor en heeft ook het laagste inzamelresultaat.<br />
Uit het schema blijkt dat in 1998 in vergelijking met 1997 een verschuiving heeft<br />
plaatsgevonden in de verdeling over de inzamelwijze van gemeenten met alleen een<br />
haalsysteem naar gemeenten met alleen een brengsysteem of een gecombineerd<br />
systeem.<br />
Inzamelmiddel<br />
In 375 gemeenten maakten de inzamelende organisatie(s) in 1998 gebruik van de<br />
plastic zak als inzamelmiddel voor de huis-aan-huis inzameling van textiel. Uit een<br />
enquête die KICI in 1999 heeft laten uitvoeren [32], blijkt dat een dergelijke zak voor<br />
veel mensen aanleiding is om 'een opruimactie' te houden in de kledingkast. De zak en<br />
de opruimactie zijn de belangrijkste besliscriteria om met een kledinginzamelingsactie<br />
mee te doen [7].<br />
Inzameldichtheid<br />
De gemeenten die (onder andere) een brengsysteem toepassen voor de inzameling<br />
van textiel, hadden in totaal in 1998 2.496 brengpunten beschikbaar [7]. Dit komt<br />
overeen met gemiddeld 4.309 inwoners per inzamelpunt. Hiermee voldoen de<br />
gemeenten dus min of meer aan de landelijke richtlijn van 1 bak per 4.500 inwoners<br />
Tot op heden kan op basis van de CBS-cijfers geen verband aangetoond worden<br />
tussen de gemiddelde dichtheid en het inzamelresultaat [6]. Er zijn echter ook<br />
onderzoeken uitgevoerd, waaruit blijkt dat de afstand tot de textielbak voor 20% van de<br />
respondenten een reden is om textiel niet in deze bak aan te bieden [7].<br />
Inzamelfrequentie<br />
In 1998 paste 84% van de gemeenten uitsluitend of onder andere een haalsysteem toe<br />
voor de inzameling van textiel. In 72% van deze gemeenten kwamen de inzamelaars<br />
minimaal vier keer per jaar aan huis [6].<br />
Het verband tussen de inzamelfrequentie en het inzamelresultaat is tot op heden niet<br />
onderzocht.<br />
4-4 Textiel
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 26<br />
Inzamelende organisatie<br />
Op de inzamelmarkt voor textiel zijn diverse partijen actief:<br />
- professionele charitatieve instellingen (KICI, HUMANA, Mensen in Nood en Leger<br />
des Heils)<br />
- charitatieve instellingen op vrijwilligers basis<br />
- commerciële inzamelaars: onder andere CORO, DMW-RECO, COEXA<br />
- kringloopbedrijven, gemeenten of samenwerkende gemeenten<br />
- stichtingen, verenigingen, scholen, kerken (incidentele acties).<br />
De terugkoppeling van de ingezamelde hoeveelheid textiel door de inzamelende<br />
organisaties naar de gemeente is vaak gebrekkig of zelfs geheel afwezig. De meeste<br />
gemeenten hebben weliswaar in de inzamelvergunning de verplichting opgenomen dat<br />
het resultaat aan de gemeente gemeld moet worden, maar in de praktijk blijken deze<br />
meldingen veelal achterwege te blijven. Gemeenten moeten zelf toezien op naleving<br />
van deze meldingsplicht en zouden bij het ingebreke blijven kunnen besluiten tot het<br />
niet meer verstrekken van een volgende vergunning voor de betreffende organisatie.<br />
Volgens de <strong>GIHA</strong>-evaluatie heeft bijna 80% van de gemeenten de inzameling van<br />
textiel uitbesteed aan kringloopbedrijven en charitatieve instellingen [7]. Dit is een<br />
goede zet, aangezien acht op de tien Nederlanders zijn textiel liever aan een<br />
charitatieve instelling geeft, dan aan een commerciële inzamelaar [32]. Hiervoor is<br />
echter geen cijfermatige onderbouwing voorhanden. Hieruit blijkt echter eens te meer<br />
dat het belangrijk is de burgers goede feedback te geven over het behaalde<br />
inzamelresultaat en, belangrijker nog, wat de charitatieve instellingen met de opbrengst<br />
hebben gedaan.<br />
Gemeenten die goede afspraken hebben gemaakt over het inzamelgebied, halen<br />
betere resultaten dan gemeenten die dat niet doen.<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Een gecombineerd systeem (halen + brengen) levert het hoogste inzamelresultaat.<br />
- Het verstrekken van een inzamelmiddel (plastic zak) heeft een positieve invloed op de<br />
inzamelresultaten.<br />
- Goede terugkoppeling van inzamelresultaten naar de gemeente is van belang voor goed<br />
inzicht. Via de inzamelvergunning (of het niet-verlenen van de vergunning bij een volgende<br />
aanvraag) kan de gemeente dit afdwingen.<br />
- Onder andere vanwege de grotere betrokkenheid van burgers met charitatieve instellingen<br />
dan met commerciële inzamelaars, verdient de inzameling via deze charitatieve instellingen<br />
de voorkeur.<br />
- Goede afspraken met de inzamelaars over het inzamelgebied leiden tot hogere<br />
inzamelresultaten.<br />
4-4 Textiel
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 27<br />
4-4.5 Scheidingsregel<br />
Hieronder treft u de scheidingsregel voor textiel aan [30].<br />
regel: draagbare kleding en lakens, dekens, grote lappen stof en gordijnen<br />
wel niet<br />
- kleding (ook sokken, ondergoed e.d.)<br />
- lakens<br />
- dekens<br />
- grote lappen stof (minimaal 25x25 cm)<br />
- gordijnen<br />
- handdoeken<br />
4-4 Textiel<br />
- schoeisel<br />
De definities van de textielstromen, zoals deze door het IPH in 1999 zijn vastgesteld,<br />
stroken niet met de hierboven genoemde scheidingsregel voor textiel. We hebben de<br />
textieldefinities nog even voor u samengevat in onderstaand schema.<br />
nummer stroom/component beschrijving<br />
1.9 textiel<br />
1.9.1 kleding en schoeisel kleding waaronder ook schoeisel of delen daarvan<br />
1.9.2 vloerbedekking tapijten en andere vloerbedekking van textiel<br />
1.9.3 overig textiel overige ingezamelde textielsoorten, zoals lakens en dekens<br />
Zoals u ziet worden bij de definities van het ingezamelde textiel kleding en schoeisel op<br />
één hoop gegooid, terwijl schoeisel niet onder de scheidingsregel valt en derhalve ook<br />
niet onder de inzameltaakstelling valt. Door in de sorteeranalyses dezelfde indeling<br />
voor de textielstromen te hanteren als in de monitoring, kunt u toch een goed beeld<br />
krijgen van de resultaten van de textielinzameling en krijgt u inzicht of het met name<br />
kleding of lakens zijn die de burgers via het restafval ongescheiden aanbieden.<br />
Hanteer zowel voor de registratie van de inzamelresultaten als voor de sorteeranalyses dezelfde<br />
textieldefinities.<br />
Bij huis-aan-huis inzamelacties hanteren de inzamelende organisaties soms eigen<br />
scheidingsregels. Deze regels staan in dat geval afgedrukt op de plastic zak die veelal<br />
verspreid wordt in de week voorafgaand aan de inzameldag.<br />
4-4.6 Verwerking<br />
Het gescheiden ingezamelde textiel wordt uitgesorteerd in een aantal substromen [29]:<br />
- draagbare kleding gaat naar humanitaire doelen<br />
- andere (grote) lappen worden verwerkt tot poetsdoeken<br />
- een deel van het textiel wordt in de textielindustrie als grondstof ingezet.<br />
Over de besparingen die de herverwerking van textiel met zich meebrengt, zijn geen<br />
gegevens bekend.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 28<br />
4-4.7 Verbeteringsmogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu met name om gaat zijn de mogelijkheden<br />
die gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te<br />
verbeteren. We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het<br />
gedrag van de burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel<br />
1/hoofdstuk Model: de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden om het<br />
scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
Zorg ervoor aan alle drie de factoren in voldoende mate te voldoen om het gewenste<br />
scheidingsgedrag te verkrijgen.<br />
We presenteren u in het volgende schema een aantal mogelijkheden om de<br />
gescheiden inzameling van textiel te verbeteren. Aan de hand van deze voorbeelden<br />
kunt u specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen bedenken.<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie feedback over opbrengst voor inzamelende<br />
instanties en goede doelen die hiermee gesteund<br />
worden<br />
capaciteit laten zien hoe en waar textiel herverwerkt wordt<br />
via excursies of open dagen<br />
communiceren scheidingsregel diverse<br />
textielstromen<br />
gelegenheid strategische plaatsing textielbakken (bij<br />
supermarkten, winkelcentra)<br />
huis-aan-huis inzamelaars verplichten tot tijdige<br />
verstrekking plastic zak<br />
4-4 Textiel<br />
verplichting tot terugkoppeling resultaten<br />
vastleggen tussen inzamelaar en gemeente<br />
via lokale krant<br />
samenwerking met textielsorteerder / verwerker<br />
in overleg met inzamelende organisaties<br />
tijdig legen en omgeving goed schoonhouden<br />
verhoogt de respons
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 29<br />
4-5 Klein chemisch afval<br />
4-5.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we informatie over de gescheiden inzameling van klein<br />
chemisch afval (KCA). Allereerst presenteren we de deelname aan de gescheiden<br />
inzameling en de inzamelresultaten volgens de meest actuele rapportages. Daarna<br />
beschrijven we de inzamelmethodes die voor KCA het meest gangbaar zijn. Verder<br />
presenteren we de scheidingsregel en geven we achtergrondinformatie over de<br />
herverwerking van KCA.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we u een aantal mogelijkheden om de<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid van burgers te verbeteren. Mogelijk is één van<br />
deze aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een<br />
idee voor uw eigen gemeente.<br />
4-5.2 Deelname burgers<br />
In een landelijk onderzoek naar scheidingsgedrag [15] geeft 83% van de respondenten<br />
aan KCA altijd of bijna altijd apart te houden. Dit percentage blijkt in de hoogbouw lager<br />
te liggen (76%) dan in de laagbouw (84-87%).<br />
Gemiddeld gezien stijgt het deelnamepercentage naarmate de stedelijkheid van de<br />
gemeenten afneemt [15].<br />
4-5.3 Huidig inzamelresultaat<br />
In 1998 leverden de gemeenten ruim 22.000 ton KCA aan [24]. Gemiddeld is dit 1,4 kg<br />
per inwoner. De gemiddelde inzamelrespons bedraagt daarmee 56%, uitgaande van<br />
een totale vrijkomende hoeveelheid van 2,5 kg per inwoner. Deze 2,5 kg is de<br />
vrijkomende hoeveelheid KCA per inwoner per jaar waarmee tot en met 2000 gerekend<br />
is.<br />
In figuur 4-5.1 tonen we u eerst de inzamelresultaten voor KCA over de periode 1996-<br />
1998 [24, 25, 26].<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 30<br />
Figuur 4-5.1: Ontwikkeling gescheiden inzameling KCA voor Nederland en per stedelijkheidsklasse 1996-1998<br />
[24, 25, 26]<br />
kg/inwoner/jaar<br />
2,0<br />
1,5<br />
1,0<br />
0,5<br />
0,0<br />
klasse 1 = zeer sterk stedelijk<br />
klasse 5 = niet stedelijk<br />
Nederland klasse 1 klasse 2 klasse 3 klasse 4 klasse 5<br />
stedelijkheid<br />
In figuur 4-5.1 kunt u zien dat het inzamelresultaat voor KCA iets lijkt toe te nemen<br />
naarmate de mate van stedelijkheid afneemt.<br />
Ook is uit figuur 4-5.1 af te lezen dat het inzamelresultaat in alle gemeenten in 1998 is<br />
afgenomen ten opzichte van 1996.<br />
Herziene inzameltaakstelling en inzamelrichtlijn<br />
Recentelijk heeft de Rijksoverheid het beleid ten aanzien de gescheiden inzameling<br />
van KCA gewijzigd. Zowel de producten die tot het KCA worden gerekend als de<br />
inzameltaakstelling is gewijzigd:<br />
- Op basis van de nieuwe KCA-lijst komt het landelijk gemiddelde aanbod aan KCA<br />
op 2,1 kg per inwoner per jaar.<br />
- Het streven naar een 100% inzameling is vertaald naar een 90%-taakstelling.<br />
Dit levert een inzamelrichtlijn van 1,9 kg per inwoner per jaar (90% van 2,1 kg).<br />
4-5.4 Inzamelmethode<br />
Voor de inzameling van KCA bij huishoudens is geen meest geëigende methode<br />
vastgesteld.<br />
De drie belangrijkste basismethoden voor de inzameling van KCA zijn:<br />
1. KCA-depot<br />
2. chemokar (huis-aan-huis, op afroep of standplaats)<br />
3. detailhandel-inzamelsysteem (DIS).<br />
In 1998 hanteerden de meeste gemeenten (58%) een combinatie van<br />
inzamelsystemen, met het accent op één van de genoemde basismethoden [4, 6].<br />
4-5 Klein chemisch afval<br />
1996 1997 1998
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 31<br />
Inzamelwijze<br />
Onderstaand schema bevat een samenvatting van de resultaten naar inzamelmethode<br />
op grond van de bevindingen van het AOO over 1998 [6].<br />
haalsysteem brengsysteem<br />
resultaat (kg/inwoner/jaar) 0,55 1,0<br />
aantal gemeenten 341 439<br />
aantal inwoners (miljoen) 11,1 13,4<br />
Aan de hand van het vermelde aantal inwoners per systeem kunt u zien dat de meeste<br />
gemeenten een combinatie van beide systemen toepassen. Hierover zijn echter geen<br />
concrete gegevens beschikbaar.<br />
Uit het schema blijkt dat gemeenten het grootste gedeelte van het KCA inzamelen via<br />
het brengsysteem. Ook andere onderzoeken tonen aan de inzameling via een depot<br />
gemiddeld genomen een hoger inzamelresultaat levert dan via de chemokar (huis-aanhuis<br />
of op standplaatsen) [33, 34]. Zeer waarschijnlijk is de combinatie van een KCAdepot<br />
met een brengdepot voor grof huishoudelijk afval een verklarende factor voor dit<br />
succes [33].<br />
Inzamelfrequentie<br />
De frequentie waarmee gemeenten KCA halen varieert van 4 tot 52 keer per jaar.<br />
Diverse onderzoeken geven aan dat er geen verband is tussen de inzamelfrequentie en<br />
het inzamelresultaat [33, 34, 35, 36]. Een hogere frequentie leidt dus niet per definitie<br />
tot een hoger inzamelresultaat.<br />
Chemokarmethode<br />
We kunnen drie verschillende inzamelmethoden onderscheiden voor de chemokar:<br />
- standplaats<br />
- huis-aan-huis<br />
- op afroep.<br />
Drie onderzoeken naar de relatie tussen de inzamelresultaten en de verschillende<br />
chemokarmethoden spreken elkaar tegen. De ene keer vinden de onderzoekers geen<br />
relatie [33], in de andere twee onderzoeken blijkt een zekere voorkeur voor de<br />
inzameling van KCA middels standplaatsen [34, 37]. Een belangrijke reden voor deze<br />
voorkeur is de duidelijkheid voor de burger over tijd en plaats bij toepassing van een<br />
standplaatsmethode [34].<br />
Aandachtspunt bij de toepassing van de chemokar is de (ontwerp) chemokarregeling<br />
[38], waarbij tevens een groot aantal bepalingen van de Regeling vervoer over land van<br />
gevaarlijke stoffen (VLG) [39] van toepassing zijn bij inzameling van KCA via een<br />
chemokar.<br />
Inzamelmoment/openingstijden<br />
De dag en het tijdstip van inzameling zijn wel van invloed op het inzamelresultaat.<br />
Inzameling op zaterdag (standplaatsen of depot) kunnen we zeer zeker als<br />
succesfactor benoemen [4, 33, 37].<br />
De onderzoeken zijn niet eenduidig wanneer het gaat om avondinzameling: in een<br />
aantal gemeenten leidt dit tot goede resultaten [37], in andere gemeenten gaat dit niet<br />
op [33].<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 32<br />
Tot op heden is de vraag wat de meest geëigende methode is, onbeantwoord<br />
gebleven. Enerzijds kunnen de verschillende methoden tot dezelfde inzamelrespons<br />
leiden en anderzijds kunnen ogenschijnlijk dezelfde inzamelmethoden leiden tot zowel<br />
hoge als lage inzamelresultaten.<br />
Combinatie KCA/KGA<br />
De inzameling van klein gevaarlijk afval (KGA) van bedrijven verloopt niet altijd even<br />
succesvol [34]. Dit komt onder andere doordat binnen de huidige regelgeving de<br />
inzameling relatief hoogdrempelig is: bedrijven mogen hun KGA alleen afgeven aan<br />
een bedrijf dat een vergunning heeft voor inzamelen en/of verwerken van gevaarlijk<br />
afval. Voordat de inzameling plaatsvindt moet bekend zijn welke stoffen aan de<br />
inzamelaar worden aangeboden en dit moet vastgelegd zijn in een begeleidingsbrief<br />
die in het inzamelvoertuig aanwezig moet zijn.<br />
De nieuwe (ontwerp) chemokarregeling [38] geeft gemeenten de mogelijkheid een<br />
laagdrempelige inzamelvoorziening op te zetten voor KGA van bedrijven, in combinatie<br />
met KCA. De administratieve handelingen zijn verminderd, maar er dient nog steeds<br />
een aparte registratie gevoerd te worden voor het aangeboden KGA.<br />
Registratie<br />
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat de registratie van het ingezamelde KCA, en dan bij<br />
voorkeur per systeem, voor verbetering vatbaar is.<br />
Voor u betekent dit dat u bij de opzet van uw monitoringsysteem rekening houdt met<br />
alle mogelijke variabelen die van invloed kunnen zijn op het inzamelresultaat. In<br />
onderstaand schema ziet de gegevens die naar onze mening in ieder geval<br />
geregistreerd zouden moeten worden.<br />
inzamelwijze systeem specificatie te registreren gegevens<br />
algemeen herkomst aangeboden afval (huishoudens of bedrijven)<br />
brengen KCA-depot vast of mobiel<br />
ingezamelde hoeveelheid per KCA-product per dag<br />
openingstijden<br />
registratie aantal bezoekers (bij voorkeur op tijd)<br />
aangeboden hoeveelheid per bezoeker<br />
kosten inzameling<br />
DIS ingezamelde hoeveelheid per KCA-product per detaillist<br />
openingstijden<br />
1<br />
kosten inzameling<br />
halen chemokar standplaatsen<br />
ingezamelde hoeveelheid per KCA-product<br />
tijdstip en periode per standplaats<br />
aantal bezoekers per standplaats<br />
gemiddelde loopafstand binnen doelgebied tot<br />
standplaats<br />
type bewoners per doelgebied<br />
kosten inzameling<br />
op afroep etcetera<br />
huis-aan-huis etcetera<br />
1 : DIS = detailhandel-inzamel-systeem<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 33<br />
De NVRD start binnenkort een landelijk onderzoek naar de inzamelmethoden voor KCA<br />
en de mogelijkheden voor optimalisatie. De conclusies en aanbevelingen worden<br />
verwacht in 2001 [4].<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Een brengsysteem levert gemiddeld een beter inzamelresultaat dan een haalsysteem. Een<br />
hogere inzamelfrequentie leidt niet per definitie tot een hoger inzamelresultaat.<br />
- Nader landelijk onderzoek naar de inzamelmethoden moet verdere<br />
optimaliseringsmogelijkheden opleveren.<br />
- Goede registratie van inzamelresultaten en toegepaste inzamelsystemen zijn van groot<br />
belang om tot optimalisatie te kunnen komen.<br />
4-5.5 Scheidingsregel<br />
De scheidingsregel voor KCA is recentelijk herzien en vastgesteld [4]. Deze lijst gaat<br />
per 1 januari 2001 in gebruik.<br />
Een belangrijk criterium voor de producten op de nieuwe lijst was de eenduidigheid<br />
richting de burger.<br />
Van een welles/nietes-lijst is omgeschakeld naar een KCA-lijst, die is ingedeeld naar<br />
categorieën die overeenkomen met de manier waarop men thuis de producten gebruikt.<br />
categorie product (apart houden en aanbieden als KCA)<br />
huishoudelijk<br />
batterijen<br />
spaarlampen/energiezuinige lampen<br />
TL-buizen<br />
vloeibare gootsteenontstopper<br />
lampenolie<br />
petroleum<br />
bestrijdingsmiddelen / insecticiden<br />
medicijnkastje<br />
medicijnen<br />
injectienaalden<br />
kwikthermometers<br />
doe-het-zelf<br />
verf, lak, beits en houtverduurzamingsmiddelen<br />
bij het verven gebruikte producten, zoals terpentine, thinner, verfafbijtmiddel,<br />
verfverdunner, kwastreiniger, kwastontharder en wasbenzine<br />
kwikschakelaars (zoals 'niet-digitale' verwarmingsthermostaten)<br />
hobby<br />
fotofixeer<br />
foto-ontwikkelaar<br />
etsvloeistoffen zoals salpeterzuur of zwavelzuur<br />
zoutzuur<br />
vervoer<br />
accu's<br />
benzine<br />
motorolie, afgewerkte olie, remolie<br />
oliefilters<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 34<br />
4-5.6 Verwerking<br />
Er zijn momenteel 10 producten op de KCA-lijst die na gescheiden inzameling<br />
succesvol (kunnen) worden hergebruikt: (lood)accu's, afgewerkte olie, batterijen,<br />
fotofixeer, foto-ontwikkelaar, kwikschakelaars, kwikthermometers, oliefilters, remolie,<br />
spaarlampen en TL-buizen.<br />
Hiervoor worden verschillende herverwerkingstechnieken toegepast.<br />
Voor de overige producten op de KCA-lijst geldt dat ze in speciale chemische ovens<br />
onder zeer hoge temperaturen worden verbrand, waardoor de uitstoot aan<br />
verontreinigende stoffen tot een minimum beperkt wordt.<br />
4-5.7 Verbeteringsmogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu met name om gaat zijn de mogelijkheden<br />
die gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te<br />
verbeteren. We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het<br />
gedrag van de burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel<br />
1/hoofdstuk Model: de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden om het<br />
scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 35<br />
Zorg ervoor aan alle drie de factoren in voldoende mate te voldoen om het gewenste<br />
scheidingsgedrag te verkrijgen.<br />
We presenteren u in het volgende schema een aantal mogelijkheden om de<br />
gescheiden inzameling van KCA te verbeteren. Aan de hand van deze voorbeelden<br />
kunt u specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen bedenken.<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie feedback over inzamelresultaten<br />
feedback over milieuresultaten:<br />
zoveel mogelijk visualiseren en vertalen naar<br />
- besparing energie en grondstoffen<br />
'tastbare' hoeveelheden<br />
- vermindering emissies schadelijke stoffen<br />
spaarsysteem (per KCA-aanbieding) met plaats en wijze van uitgifte spaarkaart<br />
beloning bij volle kaart 1 knip/stempel per aanbieding<br />
capaciteit communiceren nieuwe KCA-lijst (eenduidig en gebruik maken van c.q. aanhaken bij<br />
meerdere malen)<br />
communicatiecampagne VROM<br />
gerichte communicatie voorafgaand aan de opnemen op jaarlijkse afvalkalender<br />
inzameling (huis-aan-huis of halteplaats) reminder in lokale krant om burgers te<br />
attenderen op komende inzameling<br />
laten zien hoe en waar KCA herverwerkt wordt samenwerking met KCA-verwerkers (olie-<br />
via excursies of open dagen<br />
recycling, chemie-ovens)<br />
gelegenheid algemeen gratis aanbiedmogelijkheden<br />
verstrekken KCA-box (eenmalig)<br />
(ontleend aan inzameldep bij voorkeur onderbrengen bij<br />
Programma ot<br />
brengdepot voor grofvuil<br />
GIKCA [4])<br />
afstemming openingstijden op<br />
wensen burgers (bijvoorbeeld<br />
koopavonden, zaterdag)<br />
inlevermogelijkheid bij retourette<br />
chemokar als mobiel depot inzetten op<br />
brengdepot / gemeentewerf<br />
zowel bij haal- als brengsysteem<br />
afstemming inzameltijden op<br />
wensen burgers<br />
herkenbare standplaats op bij dichtbevolkte bebouwing (flats) en op<br />
strategische locatie<br />
drukbezochte punten (winkelcentra)<br />
DIS laagdrempelig voor burgers<br />
zorgen voor inzamelmiddelen, afvoer en<br />
verwijdering (goede afspraken)<br />
vergoeding voor detailhandel overwegen<br />
aanbieding KGA door bedrijven zo veel<br />
mogelijk proberen te voorkomen<br />
1<br />
huidig aanbod (batterijen,<br />
loodaccu's, medicijnen,<br />
injectienaalden) uitbreiden met:<br />
- spaarlampen<br />
- TL-buizen<br />
- verf<br />
- oplosmiddelen gemeentelijk depot nodig als achtervang voor<br />
burgers en innamepunt voor detailhandel<br />
1 : DIS = detailhandel-inzamel-systeem<br />
Voor de genoemde verbeteringsmogelijkheden voor de gelegenheid van de burger,<br />
geldt dat onderzoek tot op heden nog niet heeft kunnen aantonen dat ze effect hebben.<br />
Ook hier geldt weer dat met name de balans tussen motivatie, capaciteit en<br />
gelegenheid goed in het oog moet worden gehouden.<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 36<br />
Nieuwe KCA-lijst<br />
De introductie van de nieuwe KCA-lijst dient zorgvuldig te verlopen. Met name de reden<br />
waarom de overheid bepaalde producten nu niet langer tot het KCA rekent, moet<br />
duidelijk naar voren komen in de communicatie met de burgers. We willen immers<br />
voorkómen dat de burgers bijvoorbeeld een onveilig gevoel krijgen nu 'gevaarlijk' afval<br />
weer gewoon bij het restafval mag.<br />
Het Ministerie van VROM zal zorgen voor een landelijke voorlichtingscampagne voor<br />
burgers, het ontwikkelen van ondersteunend voorlichtingsmateriaal voor gemeenten en<br />
het informeren van inzamelaars en detailhandel (via de diverse branches).<br />
De communicatie-activiteiten die VROM gepland heeft, hebben we hieronder<br />
samengevat.<br />
middelen en activiteiten planning verantwoordelijk<br />
bekendmaken lijst door<br />
medio oktober 2000 VROM/AOO<br />
- directe mailing aan gemeenten, provincies en<br />
inzamelbranche<br />
- informatie op internet<br />
- persbericht aan landelijke en vakpers<br />
verspreiden Programma GIKCA oktober 2000 VROM/AOO<br />
versturen voorlichtingsmateriaal aan gemeenten,<br />
inzamelbranche en andere organisaties<br />
november/december 2000 VROM/AOO<br />
versturen mailing aan branches november 2000 VROM<br />
organiseren informatiebijeenkomst gescheiden<br />
inzameling<br />
19 december 2000 AOO<br />
uitvoeren landelijke media/advertentiecampagne via<br />
tijdschriften (vrouwen-, hobby- en vakbladen)<br />
januari en voorjaar 2001 VROM/AOO<br />
versturen mailing aan bedrijven en inzamelaars januari 2001 branche-organisaties<br />
Zoals u in het schema kunt zien, ontwikkelt VROM een aantal middelen die u als<br />
gemeente kunt gebruiken in de informatievoorziening richting de burger. Concreet gaat<br />
het om de volgende middelen:<br />
- informatiefolder (lijst + korte achtergronden / uitleg KCA)<br />
- sticker met KCA-lijst.<br />
Daarnaast krijgt u onder andere een vraag- en antwoordbrochure, die u helpt vragen<br />
van de burgers te beantwoorden. Ook ontwikkelt VROM een aantal voorbeeldartikelen,<br />
die u kunt gebruiken voor bijvoorbeeld uw gemeentepagina.<br />
Alle informatie kunt u ook digitaal opvragen op de websites van het AOO (www.aoo.nl)<br />
en VROM (www.minvrom.nl/milieu).<br />
Voor u is de invoering van de nieuwe KCA-lijst een goed aanknopingspunt om de<br />
gescheiden inzameling van KCA een impuls te geven. Bijvoorbeeld door de<br />
communicatie over de nieuwe KCA-lijst te koppelen aan verbetering van de<br />
inzamellogistiek.<br />
Denkt u nog maar eens aan het analysemodel: niet alleen de capaciteit aanpakken<br />
(kennis overdragen), maar ook de gelegenheid verbeteren voor zover nodig.<br />
Een aantal belangrijke aandachtspunten bij de communicatie over de nieuwe KCA-lijst<br />
hebben we hier voor u samengevat.<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 37<br />
Aandachtspunten bij communicatie rond nieuwe KCA-lijst<br />
- Informatie geven over recycling (wat gebeurt er mee).<br />
- Informatie over hoe de KCA-producten die van de lijst zijn verdwenen, op een veilige manier<br />
kunnen worden weggegooid.<br />
- Hoe gaat de inzamelaar om met aanbieding van een product dat niet meer op de KCA-lijst<br />
staat?<br />
- Aandacht op afvalkalender voor nieuwe KCA-lijst (eventueel verwijzen naar folder).<br />
- Overbrugging periode dat 'oude' KCA-producten wel voorzien zijn van een KCA-logo, maar<br />
niet meer op de KCA-lijst staan (bijvoorbeeld nagellak).<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 38<br />
4-5 Klein chemisch afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 39<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed<br />
4-6.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we informatie over de gescheiden inzameling van klein wit- en<br />
bruingoed (klein WEB).<br />
De gescheiden inzameling van een deel van de productcategorieën uit het Besluit<br />
verwijdering wit- en bruingoed [40] is verplicht gesteld vanaf 1 januari 2000. In het<br />
algemeen worden deze productcategorieën aangeduid als klein wit- en bruingoed.<br />
Allereerst presenteren we de deelname aan gescheiden inzameling van klein WEB en<br />
de inzamelresultaten volgens de meest actuele rapportages. Daarna beschrijven we de<br />
inzamelmethodes die voor klein WEB tot nu toe worden toegepast. Verder presenteren<br />
we de scheidingsregel en geven we achtergrondinformatie over de herverwerking van<br />
klein WEB.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we een aantal mogelijkheden om de<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid van burgers te verbeteren. Mogelijk is één van<br />
deze aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een<br />
idee voor uw eigen gemeente.<br />
4-6.2 Deelname burgers<br />
Er is ons geen landelijk onderzoek bekend naar de deelname van de burgers aan de<br />
gescheiden inzameling van klein WEB.<br />
4-6.3 Huidig inzamelresultaat<br />
In 1999 hebben de Nederlandse gemeenten 50.000 stuks klein WEB gescheiden<br />
ingezameld [41]. In totaal gaat het om een gewicht van circa 387 ton.<br />
Hoewel de gescheiden inzameling van klein WEB in 1999 nog niet verplicht was,<br />
hebben gemeenten toch al 10% van het aanbodpotentieel van ruim 500.000 stuks klein<br />
WEB ingezameld.<br />
De NVRD heeft op basis van monitoringgegevens van CREM uit 1998<br />
referentiegetallen ontwikkeld voor het aantal afgedankte wit- en bruingoedapparaten<br />
[42], dat na de inwerkingtreding van het gehele Besluit verwijdering wit- en bruingoed<br />
naar verwachting zal vrijkomen.<br />
Voor de afvalstroom klein WEB, zoals we die in deze leidraad definiëren, is het<br />
potentiële jaaraanbod bepaald op 305 afgedankte apparaten per 1.000 inwoners ofwel<br />
circa 0,7 stuks per huishouden. Klein WEB is dus een relatief kleine afvalstroom.<br />
4-6.4 Inzamelmethode<br />
Met ingang van 1 januari 2000 verplicht het Besluit wit- en bruingoed [40] gemeenten<br />
niet alleen groot WEB maar ook klein WEB gescheiden in te zamelen. Verder moet in<br />
de gemeente een brengvoorziening zijn.<br />
Met ingang van de genoemde datum geldt de oud-voor-nieuw-regeling ook voor klein<br />
WEB. Dit betekent dat de detailhandel, als de burger een 'klein WEB apparaat' koopt,<br />
verplicht is een soortgelijk apparaat in te nemen als de burger daarom vraagt.<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 40<br />
Diverse gemeenten hebben in de afgelopen jaren 1999 proefprojecten uitgevoerd met<br />
betrekking tot de inzameling van klein WEB. Hierover is een samenvattende rapportage<br />
verschenen [43].<br />
In deze leidraad geven we een overzicht van de verschillende inzamelmethoden die<br />
gemeenten voor klein WEB kunnen toepassen. Hierbij maken we onderscheid tussen<br />
burgers en detailhandel.<br />
Burgers<br />
Voor de gescheiden inzameling van klein WEB passen gemeenten de volgende<br />
methoden toe:<br />
- brengen naar brengdepot<br />
- brengen naar kringloopbedrijf<br />
- brengen naar deelnemende detaillisten<br />
* oud voor nieuw<br />
* algemeen inleverpunt<br />
- brengen naar WEB-bak (à la glasbak)<br />
- brengen naar chemokar (standplaatsen)<br />
- halen via de chemokar.<br />
Aanvullende mogelijkheden die in de proefprojecten verder niet zijn toegepast, zijn<br />
onder andere halen via een kringloopbedrijf of door de gemeente. Ook is inzameling via<br />
een retourette nog een aanvullende brengmogelijkheid voor de burgers.<br />
Detaillisten<br />
De inzameling van klein WEB dat burgers bij detaillisten hebben ingeleverd, kan op de<br />
volgende manieren plaatsvinden:<br />
- WEB-container op afroep laten legen door inzameldienst<br />
- brengen naar gemeentewerf<br />
- brengen naar regionaal overslagstation (ROS) of kringloopbedrijf.<br />
Hierbij willen we nog opmerken dat gemeenten op basis van afspraken met de Stichting<br />
Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (NVMP) niet verplicht zijn klein WEB<br />
van detaillisten op de gemeentewerf te accepteren.<br />
De belangrijkste conclusies die uit alle projecten getrokken kunnen worden, hebben we<br />
hier voor u samengevat. Voor een uitgebreide beschrijving verwijzen we naar [43].<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande inzamelsystemen, zoals brengdepot, chemokar,<br />
inzameling groot WEB en kringloopbedrijf.<br />
- Inzameling via detailhandel als aanvullende mogelijkheid (meest laagdrempelige voorziening<br />
(eenvoudig en gemakkelijk) en goede WEB-kwaliteit).<br />
- Laagdrempelige inzamelvoorzieningen moeten burgers weerhouden van de gemakkelijkste<br />
weg (afvoer via het restafval).<br />
- Meerdere systemen naast elkaar toepassen teneinde de burger voldoende<br />
inlevermogelijkheden te bieden.<br />
- Inzameling via detailhandel en chemokar beperken tot apparaten met maximaal<br />
boodschappentasformaat.<br />
- WEB-bak (à la glasbak) leidt tot slechte WEB-kwaliteit.<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 41<br />
Regionaal Overslag Station (ROS)<br />
Voor een efficiënte afvoer van WEB van de gemeenten naar de<br />
producenten/importeurs is door de NVRD een landelijk dekkende structuur opgezet van<br />
regionale overslagstations (ROSsen). Op de ROSsen vindt inname, opslag, sortering<br />
en registratie van het gemeentelijk WEB plaats [41].<br />
Als gemeente moet u een contract sluiten met één van de ROSsen om WEB aan te<br />
mogen leveren. In deze contracten zijn onder andere de aanlevervoorwaarden en<br />
vergoedingen vastgelegd. De NVRD coördineert voor gemeenten en ROSsen de<br />
verwijdering van het WEB. Het ROS heeft op haar beurt contracten met de organisaties<br />
waarin de producenten vertegenwoordigd zijn: de NVMP en ICT Nederland.<br />
Via het ROS krijgt u containers en boxpallets ter beschikking voor de inzameling van<br />
WEB. U kunt het aangeboden WEB in principe ongesorteerd in de containers plaatsen.<br />
De containers kunt u op afroep door het ROS laten legen of ophalen [41].<br />
De ROSsen sorteren het aangeboden wit- en bruingoed in de volgende vijf categorieën:<br />
1. koel- en vriesapparatuur<br />
2. overig groot witgoed<br />
3. televisies<br />
4. ICT-apparatuur<br />
5. overig wit- en bruingoed.<br />
In het volgende schema hebben we voor u op een rij gezet welke productcategorieën<br />
en producten uit de Regeling aanwijzing producten wit- en bruingoed [5] nu tot de<br />
categorie 'overig wit- en bruingoed' worden gerekend. Deze indeling komt overeen met<br />
de indeling die onder andere in de CBS-enquête gehanteerd wordt.<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 42<br />
categorie (art.nr. uit [5]) specificatie<br />
geluidsapparatuur (8) - radio-ontvangstapparatuur en –weergaveapparatuur, zoals tuner, versterker,<br />
receiver, antenne, geluidsbox en koptelefoon<br />
- geluidsopname en –weergaveapparatuur, zoals platenspeler, band- en<br />
cassetterecorder, DAT-recorder, cd-speler of MD-speler<br />
- audiorack of stack-, mini- of midiset<br />
- klokradio, soundmixer en elektr(on)ische muziekinstrumenten<br />
elektrische en<br />
elektronische<br />
oplaadapparatuur (13)<br />
elektrische en<br />
elektronische<br />
keukenapparatuur (14)<br />
elektrische en<br />
elektronische gereedschap<br />
(15)<br />
andere elektrische en<br />
elektronische<br />
huishoudelijke apparatuur<br />
(16)<br />
- batterij-oplader<br />
- accu-oplader en adaptor<br />
- kook- en voedselbereidingsapparatuur waaronder dompelaar, kook- of<br />
warmhoudplaat, bordenwasser, barbecue-, fondue- en gourmetset, friteuse (zonder<br />
olie of vet), snelkoker, flessenwarmer, eierkoker, broodbakmachine, broodrooster,<br />
tosti- of wafelijzer, steengrill en ijsmachinekoffiemolen en koffie-, thee- en espressoapparaat<br />
- keuken- of snijmachine, mes, messenslijper, blikopener, citruspers, sapcentrifuge,<br />
mixer en blender<br />
- draai-, frees- of schaafmachine<br />
- boor-, zaag-, slijp-, niet-, schuur- of schroefapparatuur<br />
- regel- en meetapparatuur<br />
- tuingereedschap<br />
- soldeerbout, verfstripper, hogedrukspuit<br />
- naaimachine, breimachine, strijkijzer, stofzuiger (zonder stofzuigerzak) en<br />
kruimeldief<br />
- zonnebank en -hemel, gezichtsbruiner, solarium en infraroodlamp<br />
- overige personal care apparaten waaronder haarbehandelingsapparatuur,<br />
scheerapparaat, krultang, haardroger, tandenborstel, monddouche,<br />
massageapparaat en neustondeuse<br />
- deken, speelgoed, pomp en klok<br />
Indien u inzicht wilt krijgen in de omvang van de afvalfractie klein WEB, kunt u ofwel<br />
zelf het aangeboden WEB tellen en/of wegen of u maakt afspraken met het ROS over<br />
terugkoppeling van de uitgesorteerde hoeveelheden WEB per categorie.<br />
4-6.5 Scheidingsregel<br />
Zoals in de inleiding reeds is aangegeven, worden alle productcategorieën die de<br />
gemeenten met ingang van 1 januari 2000 gescheiden moeten inzamelen, globaal als<br />
klein wit- en bruingoed aangemerkt. Onder deze productcategorieën bevinden zich<br />
echter apparaattypen die niet direct als klein van omvang kunnen worden aangemerkt.<br />
Denk bijvoorbeeld maar aan de omvang van warmwaterapparatuur, zoals boilers en<br />
geisers.<br />
In de paragraaf over inzamelmethoden hebben we al aangegeven dat de<br />
hanteerbaarheid van het product van invloed is op de toe te passen inzamelmethode.<br />
Daarom spreken we in het kader van deze leidraad bij klein WEB over het<br />
'boodschappentasformaat'.<br />
Met andere woorden: onder klein wit- en bruingoed verstaan we die producten, die min<br />
of meer in een boodschappentas passen.<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 43<br />
De scheidingsregel voor klein WEB die u als gemeente met de burgers kunt<br />
communiceren, luidt als volgt:<br />
alle elektrische apparaten,<br />
voorzien van een stekker, adaptor, accu of batterij,<br />
die in een boodschappentas passen<br />
De wijze waarop u als gemeente vervolgens het aangeboden wit- en bruingoed moet<br />
sorteren, staat in principe los van de scheidingsregel die u met de burger<br />
communiceert.<br />
4-6.6 Verwijderingsbijdrage<br />
Voor een deel van de kleine elektrische apparaten wordt sinds 1 april 2000 een<br />
verwijderingsbijdrage geheven. Dit betekent dat de burgers bij aankoop van een nieuw<br />
apparaat een bedrag betalen, waarmee de herverwerking van deze afvalstroom<br />
bekostigd wordt.<br />
Lijsten waarop deze verwijderingsbijdragen vermeld staan, kunt u opvragen bij de<br />
Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (NVMP). Ook heeft deze<br />
stichting lijsten met zogenaamde vrije artikelen waarop geen verwijderingsbijdrage<br />
geheven wordt, maar waarvoor wel een innameverplichting geldt.<br />
Tevens heeft de NVMP een lijst opgesteld met producten die niet onder het Besluit<br />
verwijdering wit- en bruingoed vallen.<br />
De genoemde lijsten kunt u opvragen op het volgende adres:<br />
Stichting NVMP<br />
tel. 079-3531123<br />
e-mail: nvmp@fme.nl<br />
internet: http://www.nvmp.nl<br />
4-6.7 Verwerking<br />
Een belangrijk doel van de gescheiden inzameling van klein WEB is het streven naar<br />
producthergebruik.<br />
Voor zover de ingeleverde apparaten kapot zijn en niet meer te repareren, worden de<br />
apparaten gedemonteerd en gescheiden in de afzonderlijke materiaalcomponenten.<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 44<br />
4-6.8 Verbeteringsmogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu met name om gaat zijn de mogelijkheden<br />
die gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te<br />
verbeteren. We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het<br />
gedrag van de burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel<br />
1/hoofdstuk Model: de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden om het<br />
scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
Zorg ervoor aan alle drie de factoren in voldoende mate te voldoen om het gewenste<br />
scheidingsgedrag te verkrijgen.<br />
De gescheiden inzameling van klein WEB is nog relatief nieuw. We presenteren u in<br />
het volgende schema een aantal mogelijkheden om de gescheiden inzameling van<br />
klein WEB vorm te geven of te verbeteren. Aan de hand van deze voorbeelden kunt u<br />
specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen bedenken.<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie feedback over inzamelresultaten<br />
feedback over milieuresultaten:<br />
zoveel mogelijk visualiseren en<br />
- besparing energie en grondstoffen<br />
vertalen naar 'tastbare' hoeveelheden<br />
- vermindering emissies schadelijke stoffen<br />
beloning (of kans op prijs) bij aanbieding klein WEB registratie adresgegevens aanbieders<br />
capaciteit klein WEB-lijst duidelijk en meerdere malen communiceren zie ook NVMP<br />
gelegenheid<br />
inlevermogelijkheden via alle mogelijke kanalen duidelijk<br />
maken<br />
laten zien hoe en waar klein WEB gesorteerd wordt via<br />
excursies of open dagen<br />
algemeen aanhaken bij bestaande inzamelstructuren<br />
voor grofvuil, groot WEB, KCA (DIS 1 ) en<br />
dergelijke<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed<br />
samenwerking met ROS,<br />
kringloopbedrijf<br />
gezien laag aanbodpotentieel in<br />
eerste instantie geen nieuwe<br />
inzamelstructuur opzetten<br />
brengdepot aparte bak / box-pallet voor klein WEB zorgen voor goede herkenbaarheid<br />
chemokar naast KCA ook klein WEB accepteren zie nieuwe chemokar-regeling<br />
kringloopbedr<br />
ijven<br />
DIS 1<br />
1 : DIS = detailhandel-inzamel-systeem<br />
betrekken bij inzameling<br />
kansrijke aanvulling op bestaande<br />
systemen (voorkeur voor supermarkten)<br />
goede registratie vereist<br />
(producthergebruik/materiaalhergebru<br />
ik, stuks/kg's)<br />
controle mogelijk op <strong>compleet</strong>heid<br />
aangeboden apparaten<br />
minder vervuiling in ingezameld<br />
materiaal<br />
medewerking/enthousiasme van<br />
eigenaar/filiaalhouder van groot<br />
belang voor succes<br />
opvallende plaatsing van<br />
inzamelmiddel (120-140 l) in winkel<br />
goede afspraken over afvoer<br />
ingezameld materiaal (inzameling<br />
door gemeente of brengen naar<br />
gemeentewerf of ROS)
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 45<br />
Als voorbeeld van een campagne om de burgers bekend te maken met de<br />
inlevermogelijkheden voor klein WEB bij de detaillist (oud voor nieuw), presenteren we<br />
u de opzet van de campagne van het Platform Voorlichting Afvalstoffen (PVA)<br />
Amsterdam, die in mei 2000 is uitgevoerd.<br />
Aanbieding: U de nieuwe, wij de oude<br />
Dit is de slogan die in de campagne-opzet is gebruikt, 'uitgesproken' door aansprekende<br />
Amsterdammers die trots hun oude apparaat tonen, dat zij niet weggooien maar inleveren voor een<br />
tweede leven.<br />
De pay off geeft de motivering: Belangrijk voor ons milieu!<br />
Opzet<br />
Het concept is uitgewerkt in de volgende middelen/media:<br />
- thema-advertenties in weekbladen en Parool<br />
- actie-advertenties in weekbladen<br />
- uitzendingen Migranten-TV<br />
- radiospotjes<br />
- persbericht<br />
- items in het Amsterdams Afvaljournaal en de Stadsbladadvertorial<br />
- bioscoopreclame (dia)<br />
- posters op mupi's<br />
- campagnestoppers voor eigen publicaties van stadsdelen.<br />
De campagne presenteert de nieuwe regeling als een service van de winkelier. De consument wordt<br />
gewezen op het gemak en nut in plaats van dat hij 'gemaand' wordt iets te doen.<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 46<br />
4-6 Klein wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 47<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed<br />
4-7.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk geven we informatie over de gescheiden inzameling van groot wit- en<br />
bruingoed (groot WEB).<br />
De gescheiden inzameling van een deel van de productcategorieën uit het Besluit<br />
verwijdering wit- en bruingoed [40] is voor gemeenten verplicht gesteld vanaf 1 januari<br />
1999. In het algemeen worden deze productcategorieën aangeduid als groot wit- en<br />
bruingoed.<br />
Allereerst presenteren we de deelname aan de gescheiden inzameling van groot WEB<br />
en de inzamelresultaten volgens de meest actuele rapportages. Daarna beschrijven we<br />
de inzamelmethodes die voor groot WEB tot nu toe worden toegepast. Verder<br />
presenteren we de scheidingsregel en geven we achtergrondinformatie over de<br />
herverwerking van groot WEB.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we u een aantal mogelijkheden om de<br />
motivatie, capaciteit en gelegenheid van burgers te verbeteren. Mogelijk is één van<br />
deze aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een<br />
idee voor uw eigen gemeente.<br />
4-7.2 Deelname burgers<br />
In een landelijk onderzoek naar scheidingsgedrag [15] geeft 75% van de respondenten<br />
aan elektrische apparaten altijd of bijna altijd apart te houden. Dit percentage is<br />
constant in de verschillende bouwtypen.<br />
Gemiddeld gezien is het deelnamepercentage met name in de zeer stedelijke gebieden<br />
lager dan in de niet-stedelijke gebieden [15].<br />
4-7.3 Huidig inzamelresultaat<br />
In 1998 leverden de gemeenten, volgens opgave aan het CBS, ruim 25.000 ton wit- en<br />
bruingoed aan [24]. Aangezien gescheiden inzameling van klein wit- en bruingoed in<br />
1998 nog nauwelijks aan de orde was, gaan we ervan uit dat de genoemde<br />
hoeveelheid volledig betrekking heeft op groot wit- en bruingoed.<br />
Volgens cijfers van de NVRD is de hoeveelheid ingezameld groot wit- en bruingoed in<br />
1999 gestegen tot 32.819 ton [42], ofwel een stijging van ruim 30% ten opzichte van<br />
1998.<br />
Uit deze cijfers kunt u afleiden dat de gemeenten in 1999 een belangrijke stap vooruit<br />
gemaakt hebben in de gescheiden inzameling van deze afvalstroom.<br />
De NVRD heeft op basis van monitoringgegevens van CREM uit 1998<br />
referentiegetallen ontwikkeld voor het aantal afgedankte wit- en bruingoedapparaten<br />
[42], dat na de inwerkingtreding van het gehele Besluit verwijdering wit- en bruingoed<br />
[40] naar verwachting zal vrijkomen.<br />
Voor de productcategorieën die we in het kader van deze leidraad tot het groot WEB<br />
rekenen, hebben we in het volgende schema het jaarlijks aanbodpotentieel<br />
weergegeven (de verwachte afgedankte apparaten) [42, 44].<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 48<br />
1998 eenheid koel- en vriesapparatuur<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed<br />
overig groot<br />
witgoed<br />
televisies ICT-apparatuur totaal<br />
afgedankt per 1.000 aantal 37,7 71,7 30 86,3 225,7<br />
inwoners kg 1.275 4.322 896 644 7.137<br />
afgedankt per 1.000 aantal 86,0 163,5 68,4 196,8 514,6<br />
huishoudens kg 2.907 9.854 2.043 1.468 16.272<br />
Gemiddeld komen er per huishouden jaarlijks 0,5 stuks groot WEB-apparaten vrij.<br />
In figuur 4-7.1 vergelijken we de inzamelresultaten voor groot WEB over 1999 met het<br />
aantal apparaten dat we per jaar verwachten als het gehele Besluit verwijdering wit- en<br />
bruingoed inwerking is getreden [40].<br />
Figuur 4-7.1: Inzamelresultaten 1999 per productgroep versus aanbodpotentieel 2000 [42]<br />
hoeveelheid (ton)<br />
80.000<br />
60.000<br />
40.000<br />
20.000<br />
0<br />
koel- en vries overig groot w itgoed televisies ICT-apparatuur<br />
gescheiden ingezameld 1999 afgedankte hoeveelheid per jaar<br />
In figuur 4-7.1 kunt u zien dat met name de gescheiden inzameling van koel- en<br />
vriesapparatuur in 1999 al goed van de grond is gekomen.<br />
Onvolledig zicht op inzamelstromen<br />
Als gemeente heeft u geen zicht op het totaal van alle gescheiden ingezamelde WEB-stromen.<br />
De detaillisten hebben de keuze de apparaten bij u in te leveren of bij het ROS of de<br />
producenten/importeurs. Doen ze dat bij de laatstgenoemde groep dan zijn de gemeentelijke<br />
inzamelresultaten natuurlijk lager.<br />
Ook de afzet aan de oud-ijzerhandel kan de inzamelresultaten van de gemeente beïnvloeden.<br />
Een andere mogelijke vertroebeling treedt met name op in gemeenten die een winkelcentrum hebben<br />
met een regiofunctie. Via de wit- en bruingoeddetaillisten ontvangen de gemeenten apparaten die<br />
afkomstig zijn uit buurgemeenten.<br />
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn dat een laag inzamelresultaat niet per definitie betekent<br />
dat de inzamelstructuur in uw gemeente ontoereikend zou zijn!
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 49<br />
4-7.4 Inzamelmethode<br />
Met ingang van 1 januari 1999 zijn gemeenten op grond van het Besluit wit- en<br />
bruingoed verplicht een aantal productcategorieën, samengevat onder de noemer groot<br />
WEB, gescheiden in te zamelen.<br />
De gemeenten hebben zowel een haal- als een brengplicht voor deze afvalstroom.<br />
Verder geldt met ingang van de genoemde datum een oud-voor-nieuw-regeling. Dit<br />
betekent dat de detailhandel, als de burger een 'groot WEB apparaat' koopt, verplicht is<br />
een soortgelijk apparaat in te nemen als de burger daarom vraagt.<br />
Burgers<br />
Voor de gescheiden inzameling van groot WEB passen gemeenten de volgende<br />
methoden toe:<br />
- brengen naar brengdepot<br />
- brengen naar kringloopbedrijf<br />
- brengen naar deelnemende detaillisten (oud voor nieuw)<br />
- halen aan huis<br />
* als onderdeel van grofvuilinzameling<br />
* aparte WEB-route.<br />
Het AOO heeft bij 100 gemeenten onderzocht hoe zij in 1999 het groot WEB<br />
inzamelden [41]. Alle onderzochte gemeenten maken gebruik van een brengpunt<br />
binnen de gemeente. De meeste gemeenten exploiteren dit brengpunt zelf, maar in 7%<br />
van de gemeenten is de exploitatie in handen van een ROS, kringloopwinkel of<br />
particuliere inzamelaar. Daarnaast maakt 9% van de gemeenten gebruik van een<br />
brengpunt in een buurgemeente.<br />
In 51% van de onderzochte gemeenten haalt de gemeentelijke reinigingsdienst zelf het<br />
WEB bij de burger aan huis op, maar steeds meer gemeenten laten dit over aan<br />
kringloopwinkels. Hun aandeel in de inzameling neemt toe, en bedroeg in juni 1999 al<br />
26%.<br />
De methoden die voor de inzameling aan huis worden toegepast, hebben we<br />
weergegeven in figuur 4-7.2.<br />
Figuur 4-7.2: Toegepaste haalmethoden voor WEB in 1999 [41]<br />
47%<br />
6%<br />
4%<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed<br />
8%<br />
35%<br />
halen via grofvuil op afroep<br />
halen via vaste grofvuilroute<br />
halen via WEB op afroep<br />
halen via vaste WEB-route<br />
geen hah-inzameling
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 50<br />
Uit figuur 4-7.2 kunt u aflezen dat in 53% van de gemeenten (47% + 6%) het WEB<br />
ingezameld wordt via een speciaal voor dit doel ingesteld WEB-haalsysteem,<br />
grotendeels op afroep.<br />
De overige gemeenten (43%) zamelen WEB tegelijkertijd met het overige grofvuil in,<br />
veelal op afroep. Men laadt het WEB in een aparte vrachtwagen of selecteert het later<br />
uit. In 4% van de gemeenten wordt WEB niet aan huis ingezameld.<br />
Voor u als gemeente is met name van belang te weten welke methode het meest<br />
efficiënt werkt. Mede door veelal gebrekkige registratie van de ingezamelde WEBstromen<br />
is het niet mogelijk gebleken de inzamelresultaten per inzamelmethode te<br />
analyseren.<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- Gemeenten besteden de inzameling aan huis steeds meer uit aan kringloopbedrijven.<br />
Hierdoor is naar verwachting meer producthergebruik mogelijk dan via de andere<br />
inzamelsystemen.<br />
- De registratie van ingezamelde hoeveelheden is nog gebrekkig.<br />
- Meer dan de helft van de (onderzochte) gemeenten hanteert een apart haalsysteem voor<br />
WEB, veelal op afroep.<br />
Regionaal Overslag Station (ROS)<br />
Voor een efficiënte afvoer van WEB van de gemeenten naar de<br />
producenten/importeurs is door de NVRD een landelijk dekkende structuur opgezet van<br />
regionale overslagstations (ROSsen). Op de ROSsen vindt inname, opslag, sortering<br />
en registratie van het gemeentelijk WEB plaats [41].<br />
Als gemeente moet u een contract sluiten met één van de ROSsen om WEB aan te<br />
mogen leveren. In deze contracten zijn onder andere de aanlevervoorwaarden en<br />
vergoedingen vastgelegd. De NVRD coördineert voor gemeenten en ROSsen de<br />
verwijdering van het WEB. Het ROS heeft op haar beurt contracten met de organisaties<br />
waarin de producenten vertegenwoordigd zijn: de Stichting Nederlandse Verwijdering<br />
Metalektro Producten (NVMP) en ICT Nederland.<br />
Via het ROS krijgt u containers en boxpallets ter beschikking voor de inzameling van<br />
WEB. U kunt het aangeboden WEB in principe ongesorteerd in de containers plaatsen.<br />
De containers kunt u op afroep door het ROS laten legen of ophalen [41].<br />
De ROSsen sorteren het aangeboden wit- en bruingoed in de volgende vijf categorieën:<br />
1. koel- en vriesapparatuur<br />
2. overig groot witgoed<br />
3. televisies<br />
4. ICT-apparatuur<br />
5. overig wit- en bruingoed.<br />
Categorie 5 (overig wit- en bruingoed) hebben we in deze leidraad globaal aangeduid<br />
als klein WEB (zie het hoofdstuk Klein wit- en bruingoed).<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 51<br />
In onderstaand schema hebben we voor u op een rij gezet welke productcategorieën<br />
en producten uit de Regeling aanwijzing producten wit- en bruingoed [5] onder de<br />
nieuwe verzamelnamen van categorie 1 tot en met 4 vallen. De gepresenteerde<br />
indeling komt overeen met de indeling die onder andere in de CBS-enquête gehanteerd<br />
wordt.<br />
nieuwe verzamelnaam productcategorie Besluit<br />
(art.nr uit [5])<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed<br />
specificatie producten<br />
1 koel- en vriesapparatuur koel- en vriesapparatuur (3) koelkast, vrieskast, koel- en vriescombinatie,<br />
airconditioning- en ventilatieapparatuur<br />
2 overig groot witgoed verwarmingsapparatuur (4) cv-ketel en combiketel, radiator en kachel<br />
warmwaterapparatuur (5) boiler, geiser, heetwatertoestel<br />
was- en droogapparatuur (6) wasmachine, wasdroger, was- en droogcombinatie,<br />
centrifuge voor was, vaatwasmachine,<br />
apparatuur voor koken,<br />
bakken en braden (7)<br />
kookplaat, oven, combi-oven, fornuis of grill,<br />
microgolfoven, afzuigapparatuur<br />
3 televisies beeldontvangstapparatuur (9) televisie, beeldopname- en weergaveapparatuur,<br />
signaalversterker en decoder, bewakingsinstallatie<br />
4 ICT-apparatuur<br />
computers (10) desktop computer, personal computer, mainframe,<br />
portable computer, notebook, calculator, beeldscanner,<br />
spelcomputer, modem/drive<br />
papierbedrukkende<br />
apparatuur (11)<br />
telecommunicatieapparatuur<br />
(12)<br />
schrijf- of rekenmachine, kopieerapparaat, printer,<br />
faxapparatuur<br />
telefooninstallatie, telefoontoestel en antwoordapparaat,<br />
mobilofoon, marifoon, autotelefoon, babyfoon,<br />
intercominstallatie, overige al dan niet mobiele zend- en<br />
ontvangstapparatuur<br />
Categorie 5 (overig wit- en bruingoed) behandelen we in hoofdstuk 4-6 (Klein wit- en bruingoed) van deze leidraad.<br />
4-7.5 Scheidingsregel<br />
Zoals in de inleiding reeds is aangegeven, worden alle productcategorieën die de<br />
gemeenten met ingang van 1 januari 1999 gescheiden moeten inzamelen, globaal als<br />
groot wit- en bruingoed aangemerkt.<br />
Voor de burger is met name van belang te weten op welke manieren hij zijn afgedankte<br />
grote elektrische apparaten kwijt kan. Dit betekent dat u in de communicatie met uw<br />
burger per inzamelmethode aan moet geven op welke stromen de inzameling<br />
betrekking heeft.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 52<br />
4-7.6 Verwijderingsbijdrage<br />
Voor het meeste grote wit- en bruingoed wordt een verwijderingsbijdrage geheven. Dit<br />
betekent dat de burgers bij aankoop van een nieuw apparaat een bedrag betalen,<br />
waarmee de herverwerking van deze afvalstroom bekostigd wordt.<br />
Lijsten waarop deze verwijderingsbijdragen vermeld staan, kunt u opvragen bij de<br />
Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (NVMP). Ook heeft deze<br />
stichting lijsten met zogenaamde vrije artikelen waarop geen verwijderingsbijdrage<br />
geheven wordt, maar waarvoor wel een innameverplichting geldt.<br />
Tevens heeft de NVMP een lijst opgesteld met producten die niet onder het Besluit<br />
verwijdering wit- en bruingoed vallen.<br />
De genoemde lijsten kunt u opvragen op het volgende adres:<br />
Stichting NVMP<br />
tel. 079-3531123<br />
e-mail: nvmp@fme.nl<br />
internet: http://www.nvmp.nl<br />
4-7.7 Verwerking<br />
Een belangrijk doel van de gescheiden inzameling van groot WEB is het streven naar<br />
producthergebruik.<br />
Voor zover de ingeleverde apparaten kapot zijn en niet meer te repareren, worden de<br />
apparaten gedemonteerd en gescheiden in de afzonderlijke materiaalcomponenten.<br />
4-7.8 Verbetermogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu met name om gaat zijn de mogelijkheden<br />
die gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te<br />
verbeteren. We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het<br />
gedrag van de burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel<br />
1/hoofdstuk Model: de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden die u als gemeente<br />
heeft om het scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
Houd voortdurend in gedachte dat aan alle drie de factoren in voldoende mate voldaan moet zijn<br />
om het gewenste scheidingsgedrag te verkrijgen!!<br />
De gescheiden inzameling van groot WEB is nog relatief nieuw. We presenteren u in<br />
het volgende schema een aantal mogelijkheden om de gescheiden inzameling van<br />
groot WEB vorm te geven of te verbeteren. Aan de hand van deze voorbeelden kunt u<br />
specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen bedenken.<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 53<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie<br />
capaciteit<br />
gelegenheid<br />
feedback over inzamelresultaten<br />
feedback over milieuresultaten:<br />
zoveel mogelijk visualiseren en<br />
- besparing energie en grondstoffen<br />
vertalen naar 'tastbare' hoeveelheden<br />
- vermindering emissies schadelijke stoffen<br />
inlevermogelijkheden via alle mogelijke kanalen duidelijk<br />
maken<br />
laten zien hoe en waar groot WEB gesorteerd wordt via samenwerking met ROS,<br />
excursies of open dagen<br />
communiceren scheidingsregel groot WEB<br />
kringloopbedrijf<br />
algemeen aanhaken bij bestaande inzamelstructuren<br />
voor grofvuil<br />
aandacht voor bereikbaarheid brengpunt hoe gemakkelijker te bereiken, hoe<br />
meer de burger geneigd zal zijn zijn<br />
apparaat in te leveren<br />
haalsystemen bij voorkeur gratis laagdrempelige voorziening<br />
lekstromen proberen te voorkomen o.a. oudijzerhandel<br />
brengdepot detaillisten mogelijkheid bieden apparaten vergroot het zicht van de gemeente<br />
daar aan te bieden<br />
op de inzamelstroom<br />
kringloopbedr betrekken bij inzameling<br />
niet alleen gericht op<br />
ijven<br />
producthergebruik, maar ook op<br />
materiaalhergebruik<br />
goede registratie vereist<br />
(producthergebruik/materiaalhergebru<br />
ik, stuks/kg's, halen/brengen)<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 54<br />
4-7 Groot wit- en bruingoed
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 55<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval<br />
4-8.1 Inleiding<br />
In deze leidraad richten we ons in eerste instantie op de gescheiden inzameling van<br />
componenten uit het huishoudelijk afval. Het inzamelsysteem voor huishoudelijk afval<br />
heeft echter een sterke invloed op de inzameling van grof huishoudelijk afval.<br />
Inzamelmiddelen, tariefdifferentiatie en de invulling van de gescheiden inzameling van<br />
droge componenten uit huishoudelijk afval bepalen mede (het succes van) de<br />
inzamelstructuur voor grof huishoudelijk afval.<br />
Daarom gaan we in dit hoofdstuk globaal in op de gescheiden inzameling van deze<br />
afvalstroom.<br />
Allereerst gaan we nader in op de relatie met het inzamelsysteem voor huishoudelijk<br />
afval. Vervolgens presenteren we de inzamelresultaten volgens de meest actuele<br />
rapportages. Daarna beschrijven we de inzamelmethodes die voor grof huishoudelijk<br />
afval het meest gangbaar zijn.<br />
Aan het eind van dit hoofdstuk presenteren we u een aantal verbeteringsmogelijkheden<br />
voor de motivatie, capaciteit en gelegenheid van de burger. Mogelijk is één van deze<br />
aanpakken ook in uw gemeente toepasbaar of brengen de voorbeelden u op een idee<br />
voor uw eigen gemeente.<br />
4-8.2 Relatie met inzamelsysteem voor huishoudelijk afval<br />
Inzamelmiddelen<br />
De hoeveelheid grof huishoudelijk afval die uw burgers aanbieden, hangt onder andere<br />
af van het inzamelmiddel dat u hen verstrekt heeft voor huishoudelijk restafval. De<br />
ervaring leert dat de burgers bij gebruik van een minicontainer voor restafval een deel<br />
van hun grof huishoudelijk afval ook in deze container aanbieden. Soms treffen<br />
gemeenten zelfs televisies aan in de restafvalcontainers.<br />
Bij het gebruik van zakken voor restafval kan dit niet en is de hoeveelheid grof<br />
huishoudelijk afval die de burgers apart aanbieden dan ook groter.<br />
Tariefdifferentiatie<br />
Heffing van een tarief op restafval heeft consequenties voor het aanbod grof<br />
huishoudelijk afval, vooral wanneer u voor grof huishoudelijk afval geen of een lager<br />
tarief rekent. Burgers neigen dan tot ontwijkgedrag: het is voor hen goedkoper<br />
huishoudelijk restafval aan te bieden als grof huishoudelijk afval [23].<br />
4-8.3 Huidig inzamelresultaat<br />
In 1998 leverden de gemeenten ruim 1,6 miljoen ton grof huishoudelijk aan [24].<br />
In figuur 4-8.1 geven we u de inzamelresultaten voor grof huishoudelijk afval over de<br />
periode 1996-1998 [24, 25, 26].<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 56<br />
Figuur 4-8.1: Ontwikkeling inzamelresultaten grof huishoudelijk afval 1996-1998 [24, 25, 26]<br />
kg/inwoner/jaar<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
1996 1997 1998<br />
groot WEB metalen grof tuinafval bouw - en sloopafval meubilair grof restafval<br />
In figuur 4-8.1 kunt u zien dat de totale hoeveelheid grof huishoudelijk afval in de<br />
periode vanaf 1996 is toegenomen.<br />
In 1998 is bijna 60% van het grof huishoudelijk afval gescheiden ingezameld.<br />
4-8.4 Inzamelmethode<br />
Er bestaat geen uniforme inzamelstructuur voor grof huishoudelijk afval. Gemeenten<br />
hanteren veelal zowel een haal- als een brengsysteem. In de loop van de jaren 90 is de<br />
nadruk bij gemeenten verschoven van het halen van grof huishoudelijk afval naar het<br />
brengen naar een brengdepot (millieustraat, milieustation, milieupark, gemeentewerf).<br />
Het IPH (tegenwoordig IPA) heeft in 1997 bij 40 gemeenten onderzoek gedaan naar de<br />
inzameling van grof huishoudelijk afval [23]. In deze paragraaf presenteren we u de<br />
belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek.<br />
Gemeenten hanteren verschillende haal- en brengsystemen. Op basis van<br />
laagdrempeligheid en serviceniveau onderscheiden we de volgende systemen:<br />
haalsystemen brengsystemen<br />
vaste grofvuilroute, gratis alle fracties brengen, gratis<br />
halen op afroep, gratis alle fracties gratis, mits gescheiden<br />
halen herbruikbare fracties, gratis herbruikbare fracties gratis, rest tarief<br />
beperkt aantal keer gratis halen, daarna tarief aantal fracties gratis, rest tarief<br />
bepaalde hoeveelheid gratis halen, daarna tarief bepaalde hoeveelheid gratis, rest tarief<br />
halen voor bepaald tarief (per keer, per m aantal keer gratis, daarna tarief<br />
alle fracties tarief, per fractie gedifferentieerd<br />
3 )<br />
alle fracties één tarief<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 57<br />
De onderzochte gemeenten hanteren geen 'standaardcombinaties' van een bepaald<br />
type haalsysteem met een bepaald type brengsysteem.<br />
De keuze van gemeenten voor een haal- en brengsysteem hangt onder andere af van<br />
de gewenste laagdrempeligheid, het gewenste serviceniveau, de<br />
hergebruiksdoelstellingen en de kosten van de systemen.<br />
Meer scheiding bij brengen<br />
Op een brengdepot hebben gemeenten betere mogelijkheden voor afvalscheiding.<br />
Gemiddeld kunnen de burgers 11 verschillende componenten aanbieden op de<br />
onderzochte brengdepots [23].<br />
Bij haalsystemen zamelen gemeenten maximaal vier stromen gescheiden in, waarvan<br />
bouw- en sloopafval de belangrijkste stroom vormt.<br />
De belangrijkste componenten, die de burgers op minimaal 78% van de onderzochte<br />
depots kunnen inleveren, zijn [23]:<br />
- papier/karton<br />
- grof schroot<br />
- KCA<br />
- olie<br />
- grof tuinafval<br />
- schoon puin.<br />
Tariefstelling<br />
De inzameling en scheiding van grof huishoudelijk afval kan gestimuleerd worden door<br />
de tariefstelling. Hiervoor verwijzen we naar deel 3 (hoofdstuk Financiële instrumenten),<br />
waarin we de mogelijkheden en effecten van de tariefstelling voor grof huishoudelijk<br />
afval hebben beschreven.<br />
Stimuleren brengsysteem<br />
Een deel van de onderzochte gemeenten [23] stimuleert het brengen van grof<br />
huishoudelijk afval door de burgers door bijvoorbeeld het brengsysteem gratis te maken<br />
en te laten betalen voor het haalsysteem. Een andere manier om het brengen aan te<br />
moedigen is het verlagen van de haalfrequentie, waardoor de wachttijd tussen de<br />
melding en het daadwerkelijk ophalen langer wordt.<br />
Sommige gemeenten kiezen er bewust voor ook het haalsysteem laagdrempelig te<br />
maken om te voorkomen dat de burgers het afval op straat dumpen.<br />
Registreren herkomst<br />
Vooral bij inzameling via een brengstation is het van belang de herkomst van het afval<br />
te registreren, zodat uiteindelijk een goed beeld ontstaat van het aanbod grof<br />
huishoudelijk afval. Hierbij gaat het erom zowel afvalaanbod vanuit andere gemeenten<br />
te voorkomen als aanbod van niet-huishoudelijk afval (bijvoorbeeld bedrijfsafval) te<br />
weren.<br />
Registratie en/of legitimatie van de (herkomst van de) bezoekers is een mogelijkheid<br />
om oneigenlijk gebruik te voorkomen.<br />
Samenwerking met kringloopbedrijven<br />
Steeds meer gemeenten zetten kringloopbedrijven in voor de inzameling van grof<br />
huishoudelijk afval, onder andere vanwege de toename van het hergebruikspotentieel.<br />
Met deze term bedoelen we het haalbare hergebruikspercentage.<br />
De inbreng van de kringloopbedrijven varieert per gemeente. In het volgende schema<br />
hebben we de inzamelvarianten weergegeven die we onderscheiden. In het schema<br />
hebben we ook het hergebruikspotentieel weergegeven [23].<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 58<br />
inzamelvariant rol kringloopbedrijf rol gemeente hergebruikspotentieel<br />
product-variant inzameling van die goederen die<br />
direct voor verkoop in de<br />
kringloopwinkel geschikt zijn te<br />
maken<br />
product/materiaalvariant<br />
inzameling herbruikbaar deel van grof<br />
huishoudelijk afval (WEB, meubilair,<br />
(woning)textiel)<br />
totaal-variant inzameling gehele stroom grof<br />
huishoudelijk afval<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval<br />
exploitatie van het<br />
brengstation en de<br />
maandelijkse grofvuilroute<br />
exploitatie brengstation en<br />
inzameling overige<br />
stromen grof huishoudelijk<br />
afval in (verbouwingsafval,<br />
grof tuinafval)<br />
exploitatie brengstation (of<br />
uitbesteed aan<br />
kringloopbedrijf)<br />
40%<br />
60-65%<br />
60-65%<br />
De hergebruiksmogelijkheden blijken het grootst te zijn bij toepassing van de<br />
product/materiaal- of de totaal-variant. Als kringloopbedrijven nauwelijks ruimte hebben<br />
om producten te repareren of uit elkaar te halen voor materiaalhergebruik, kiezen zij<br />
vaak voor de product-variant.<br />
Bij de product- en materiaal-variant kan de gemeente een vergoeding betalen aan het<br />
kringloopbedrijf voor de uitvoering van een deel van de gemeentelijke inzameltaken. Dit<br />
kan een jaarlijkse, van tevoren vastgestelde vergoeding zijn, een prijs per aansluiting of<br />
een bedrag per ingezameld product.<br />
Bij de inzet van een kringloopbedrijf is het met name van belang onduidelijkheid bij de<br />
burger te voorkomen. In het contract met het kringloopbedrijf moeten duidelijke<br />
afspraken vastgelegd worden over de voorlichting, vergunningvoorschriften,<br />
kwaliteitseisen, inzamelmethode, registratie en monitoring [23].<br />
Aanvulling gescheiden inzameling papier/karton, glas, textiel en KCA<br />
Het brengdepot biedt goede mogelijkheden om ook de herbruikbare fracties uit het<br />
huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen. De meeste gemeenten plaatsen dan ook<br />
containers voor papier/karton, glas en textiel op het brengdepot en creëren een<br />
inlevermogelijkheid voor KCA.<br />
Daarnaast kunnen specifieke stromen, die buiten de scheidingsregels van de<br />
genoemde herbruikbare fracties vallen, via het brengdepot verzameld worden. Een<br />
goed voorbeeld hiervan is de deelstroom woningtextiel (onder andere gordijnen), die<br />
door veel charitatieve inzamelaars niet wordt geaccepteerd.<br />
Belangrijkste conclusies:<br />
- De betere scheidingsmogelijkheden op een brengdepot leiden in het algemeen tot betere<br />
scheidingsresultaten dan een haalsysteem.<br />
- Het brengsysteem kan gestimuleerd worden door dit laagdrempeliger te maken dan het<br />
haalsysteem. Let wel: een hoge drempel voor het haalsysteem geeft een risico op illegale<br />
afvaldumping.<br />
- Registratie van de herkomst van het afval is vooral bij een brengsysteem van belang om<br />
goed inzicht te hebben in het afvalaanbod.<br />
- Kringloopbedrijven kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan verbetering van de<br />
scheidingsresultaten. Goede afspraken zijn van belang voor succesvolle inzameling.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 59<br />
4-8.5 Verbeteringsmogelijkheden<br />
Waar het in het kader van deze leidraad nu vooral om gaat zijn de mogelijkheden die<br />
gemeenten hebben om de inzamelresultaten kwalitatief en/of kwantitatief te verbeteren.<br />
We hebben deze mogelijkheden gekoppeld aan de drie factoren die het gedrag van de<br />
burger bepalen: motivatie, capaciteit en gelegenheid (zie ook deel 1/hoofdstuk Model:<br />
de burger centraal).<br />
Voor elk van deze factoren geven we u een aantal mogelijkheden die u als gemeente<br />
heeft om het scheidingsgedrag en daarmee de inzamelresultaten te beïnvloeden.<br />
Houd voortdurend in gedachte dat aan alle drie de factoren in voldoende mate voldaan moet zijn<br />
om het gewenste scheidingsgedrag te verkrijgen!!<br />
We presenteren u in het volgende schema een aantal mogelijkheden om de<br />
gescheiden inzameling van grof huishoudelijk afval te verbeteren. Aan de hand van<br />
deze voorbeelden kunt u specifiek voor uw eigen gemeente oplossingsrichtingen<br />
bedenken.<br />
factor mogelijke aanpak aandachtspunten<br />
motivatie feedback over inzamelresultaten<br />
aandacht voor relatie tussen goede wijze van<br />
aanbieden en straatbeeld / kwaliteit<br />
woonomgeving<br />
alleen van toepassing voor haalsysteem<br />
capaciteit aandacht vestigen op (belang) juiste aanbiedwijze zie voorbeeld van Platform Voorlichting<br />
via speciale campagne<br />
Afvalstoffen Amsterdam<br />
laten zien hoe en waar bepaalde fracties,<br />
bijvoorbeeld metalen, herverwerkt worden via<br />
excursie of open dag<br />
communiceren scheidingsregel grof huishoudelijk<br />
afval<br />
samenwerking met herverwerker<br />
gelegenheid algemeen gebruik gewenst inzamelsysteem beleid (tarieven, acceptatie-eisen) afstemmen<br />
stimuleren via tariefstelsel en<br />
wachttijd<br />
met regiogemeenten<br />
haalsystee inzet kringloopbedrijf om<br />
afspraken over acceptatie, serviceniveau,<br />
m<br />
herbruikbaar afval op afroep aan registratie meldingen en ingezamelde<br />
huis in te zamelen<br />
hoeveelheden<br />
brengsyste afstemming openingstijden<br />
em brengdepot op wensen burgers<br />
(bijvoorbeeld koopavonden,<br />
zaterdag)<br />
logistieke inrichting op depot inlevervolgorde: eerst herbruikbare fracties,<br />
afstemmen op scheidingseisen restfractie als laatste<br />
tarieven differentiëren tussen praktische manier zoeken om aangeboden<br />
afvalfracties<br />
hoeveelheid vast te stellen<br />
Als voorbeeld van een campagne om de burgers bewust te maken van de spelregels<br />
voor de inzameling van grof huishoudelijk afval, presenteren we de opzet van de<br />
grofvuilcampagne van het Platform Voorlichting Afvalstoffen (PVA) Amsterdam. Deze<br />
campagne is in juni 1999 uitgevoerd en in het najaar van 1999 herhaald.<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 4 60<br />
Amsterdammers hebben iets met grofvuil<br />
De visueel gerichte campagne spreekt de Amsterdammer aan op positieve emoties:<br />
- Steeds meer Amsterdammers hebben oog voor een mooie en leefbare stad: zij bieden hun grof<br />
huishoudelijk afval op de juiste wijze aan.<br />
- Het stadsdeel maakt het u makkelijk: u kunt het laten halen, op de vaste ophaaldag aanbieden of zelf<br />
naar een Afvalsorteerstation brengen.<br />
- Goed aangeboden grof huishoudelijk afval kan worden hergebruikt en dat is belangrijk voor ons<br />
milieu.<br />
De pay off geeft de uiteindelijke bedoeling weer: Grofvuil. Op de juist plek, op de juiste tijd.<br />
Opzet<br />
Het Platform Voorlichting Afvalstoffen (PVA) zet de volgende middelen en media in:<br />
- advertenties in het Parool en het Stadsblad<br />
- posters voor openbare- en buurtgebouwen, verspreid door stadsdelen<br />
- campagnestoppers in eigen publicaties van stadsdelen.<br />
5 Bijlagen<br />
Bijlage 1: Organisaties voor meer informatie 1<br />
Bijlage 2: Geraadpleegde literatuur en bronnen 3<br />
Bijlage 3: Checklist inventarisatie huidige situatie 7<br />
Bijlage 4: Voorbeeld bewonersenquête 11<br />
4-8 Grof huishoudelijk afval
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 1<br />
Bijlage 1: Organisaties voor meer informatie<br />
Provincie Noord-Holland<br />
afdeling Economie, Landbouw en Milieu<br />
Bureau Afvalstoffen, Technologie en Innovatie<br />
Postbus 3007<br />
2001 DA HAARLEM<br />
tel: 023-5143574<br />
fax: 023-5143030<br />
e-mail: edixhovenp@noord-holland.nl<br />
internet: www.noord-holland.nl<br />
contactpersoon: mevrouw ing. P.M.C. Edixhoven, beleidsmedewerker hoogwaardige<br />
toepassing afvalstoffen<br />
NVRD Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement<br />
Postbus 1218<br />
6801 BE ARNHEM<br />
tel: 026-3771333<br />
fax: 026-4450155<br />
e-mail: post@nvrd.nl<br />
internet: www.nvrd.nl <br />
contactpersoon: de heer drs. G.T.M. de Bruin, senior beleidsmedewerker<br />
Informatie Punt Afval (IPA)<br />
onderdeel van het Afval Overleg Orgaan (AOO)<br />
Postbus 19015<br />
3501 DA UTRECHT<br />
tel: 030-2348888<br />
fax: 030-2342260<br />
e-mail: informatiepunt@aoo.nl<br />
internet: www.aoo.nl<br />
De Straat Milieu-adviseurs B.V.<br />
Postbus 270<br />
2600 AG DELFT<br />
tel: 015-2516300<br />
fax: 015-2625365<br />
e-mail: receptie@destraat.nl<br />
contactpersoon: mevrouw ir. M.J. Zegwaard, projectleider afval<br />
Bijlage 1 Organisaties voor meer informatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 2<br />
Bijlage 1 Organisaties voor meer informatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 3<br />
Bijlage 2: Geraadpleegde literatuur en bronnen<br />
[1] Gedragsmanagement; waarom mensen zich (niet) gedragen, Prof.dr.<br />
Th.B.C.<br />
Poiesz; Inmerc bv Wormer, 1999 (ISBN 90 6611 216 6)<br />
[2] Kerncijfers wijken en buurten 1997, CBS, 2000<br />
[3] Programma gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval (AOO 95-21),<br />
AOO, Utrecht, 1995 (ISBN: 90-5484-109-5)<br />
[4] Programma gescheiden inzamelen van KCA, AOO, Utrecht, september<br />
2000<br />
[5] Regeling aanwijzing producten wit- en bruingoed, Staatscourant 1998, nr.<br />
97 / pag. 10<br />
[6] Statusrapportage Programma Gescheiden inzamelen van huishoudelijk<br />
afval 1998 (IPA 2000-02), IPA, Utrecht, 2000<br />
[7] Evaluatie Programma <strong>GIHA</strong> (eindrapport), CREM, Amsterdam, 1999<br />
[8] Afvalmonitoring: nieuwe perspectieven, NVRD, Arnhem, november 1998<br />
[9] Informatiedocument: Definities "Gemeentelijke Afvalstoffen" (IPH 99-05),<br />
IPH, Utrecht, november 1999<br />
[10] Regeling voorwaarden inzamelen huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel,<br />
Staatscourant 1998, nr. 213 / pag. 41<br />
[11] Concept richtlijn voor sorteeranalyses (IPH 99-04), IPH, Utrecht, 1999<br />
[12] Diverse onderzoeksresultaten van project Optimalisatie <strong>GIHA</strong> via benchmarking,<br />
Bureau Milieu & Werk, Tilburg, 2000<br />
[13] Doorrekening en selectie van verwijderingsmodellen voor droge componenten in<br />
het huishoudelijk afval (bijlagen), AOO 94-20, Centrum voor Energiebesparing /<br />
De Straat Milieu-adviseurs, Delft, 1994<br />
[14] Inleiding afvalinzameling. Beleidsinformatie over huishoudelijk afval en<br />
bedrijfsafval voor gemeenten (IPH 99-03), IPH, Utrecht, 1999<br />
[15] 0-meting "Afvalscheidingsmonitor": onderzoek naar kennis, houding en gedrag ten<br />
aanzien van gescheiden inzameling van huishoudelijk afval, R&M Research and<br />
Marketing BV, Maastricht, 1999<br />
[16] Diverse bewonersonderzoeken De Straat Milieu-adviseurs, Delft, 1990-2000<br />
[17] Projectenoverzicht Sociaal Instrumentarium Milieu (SIM), VNG/sector Fysieke en<br />
Economische Infrastructuur (FEI), Den Haag, juli 2000<br />
Bijlage 2 Geraadpleegde literatuur en bronnen
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 4<br />
[18] Gemeentelijke sites volop in ontwikkeling: tips en aandachtspunten voor<br />
afvalinformatie, Informatiebulletin Afval Informatief, IPA, nr. 01, maart 2000<br />
[19] Composteerders zoeken regionaal de samenwerking voor de communicatie over<br />
het GFT-afval, B&A Groep, Den Haag, maart 2000<br />
[20] Gemeentelijke afvalstoffenheffingen in 2000 (AOO 2000-03), AOO, Utrecht, juli<br />
2000<br />
[21] Wel of geen diftar: een afwegingskader, Gemeentereiniging & Afvalmanagement,<br />
NVRD, nr. 07/08, 1999<br />
[22] Tariefdifferentiatie en gedragseffecten: onderzoek naar de feiten (Publicatiereeks<br />
afvalstoffen nr. 1999-51), KPMG Bureau voor Economische Argumentatie,<br />
Hoofddorp, september 1999<br />
[23] Informatiedocument Grof Huishoudelijk Afval (IPH 97-06), IPH, Utrecht, juli 1997<br />
[24] Van gemeentewege ingezameld afval 1998 / deel A: hoeveelheden, CBS, 2000<br />
[25] Van gemeentewege ingezameld afval 1996 / deel A: hoeveelheden, CBS, 1998<br />
[26] Van gemeentewege ingezameld afval 1997 / deel A: hoeveelheden, CBS, 1999<br />
[27] Aanbodprognose GFT-afval (AOO 94-14), AOO, Utrecht, 1994<br />
[28] Het gft-boekje. Bijna alle antwoorden op vragen over groente-, fruit- en tuinafval,<br />
IPH/VROM, 1996<br />
[29] Van 't één komt 't ander, Recycling: de stand van zaken (folder), VROM<br />
[30] Handreiking gescheiden inzamelen huishoudelijke afvalstoffen, Milieureeks, deel<br />
2, Zoest, A.J. van, 1995, 9.08.00.01<br />
[31] Stichting Promotie Glasbak, website www.glasbak.nl (augustus 2000)<br />
[32] KICI: verslag van een marktonderzoek, Mediad, Rotterdam, 1999<br />
[33] Evaluatie en opzet KCA-structuur GVB-regio, De Straat Milieu-adviseurs, Delft,<br />
oktober 2000<br />
[34] Inventarisatie KCA inzamelwijzen in de provincie Zuid-Holland (concept), De<br />
Straat Milieu-adviseurs, Delft, 1999<br />
[35] Afvalscheiding van KCA uit huishoudens in Nederland, De Straat Milieu-adviseurs,<br />
Delft, 1994<br />
[36] Inzameling van klein chemisch afval: resultaten van een inventarisatie onderzoek<br />
in de provincie Noord-Brabant, De Straat Milieu-adviseurs, Delft, 1995<br />
[37] Evaluatie klein chemisch afval in de Gevulei-gemeenten, Firma Eclat, Leiden,<br />
1999<br />
Bijlage 2 Geraadpleegde literatuur en bronnen
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 5<br />
[38] Concept Regeling vervoer huishoudelijk gevaarlijk afval 2000, Ministerie van<br />
Verkeer en Waterstaat, 25 oktober 1999<br />
[39] Regeling vervoer gevaarlijke stoffen<br />
[40] Besluit verwijdering wit- en bruingoed, Staatsblad 238, april 1998<br />
[41] Voortgangsrapportage monitoring WEB (IPA 2000-03), IPA, Utrecht, januari 2000<br />
[42] Resultaten inzameling wit- en bruingoed 1999, NVRD, fax van Maarten Goorhuis<br />
van de NVRD van 7 maart 2000 (referentiehoeveelheden zijn gebaseerd op een<br />
onderzoek van CREM uit 1998 dat is bewerkt door VROM/NVRD)<br />
[43] Proefprojecten inzameling klein wit- en bruingoed (IPA 2000-01), IPA, Utrecht,<br />
januari 2000<br />
[44] Statistisch jaarboek 2000, CBS, januari 2000<br />
Bijlage 2 Geraadpleegde literatuur en bronnen
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 6<br />
Bijlage 2 Geraadpleegde literatuur en bronnen
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 7<br />
Bijlage 3: Checklist inventarisatie huidige situatie<br />
Als hulpmiddel voor de inventarisatiefase hebben we een checklist gemaakt, aan de<br />
hand waarvan u kunt concluderen op welke fronten de gescheiden afvalinzameling in uw<br />
gemeente verbeterd kan worden.<br />
Geformaliseerd beleid<br />
Is er in het verleden beleid geformuleerd ten aanzien van gescheiden afvalinzameling?<br />
Is het beleid reeds zodanig lang geïmplementeerd dat er al sprake kan zijn van een evaluatie van het beleid?<br />
Is het vigerend landelijk en provinciaal beleid reeds vertaald in gemeentelijk beleid?<br />
Wordt bij het opstellen en de implementatie van het beleid altijd aandacht besteed aan elk van de drie Triade-factoren?<br />
(motivatie, capaciteit, gelegenheid)<br />
Verwijderingstraject<br />
Is per afvalfractie bekend volgens welk systeem ze worden ingezameld?<br />
Is per afvalfractie vastgelegd volgens welk systeem ze worden ingezameld?<br />
Wordt er volgens de meest<br />
geëigende methode<br />
ingezameld? [3]<br />
Is de inzamelsystematiek<br />
per afvalfractie optimaal,<br />
rekening houdend met de (in<br />
de wijk) geldende<br />
achtergrondkenmerken?<br />
fractie meest geëigende methode<br />
papier/karton haalsysteem<br />
frequentie: minimaal 1 x per 4 weken (afhankelijk van<br />
volume inzamelmiddel)<br />
glas brengsysteem<br />
bakken: voldoende dichtheid<br />
(richtlijn: 1 bak/bol op 650 inwoners)<br />
textiel haalsysteem aangevuld met een brengsysteem<br />
frequentie: minimaal 1 x per kwartaal<br />
bakken: voldoende dichtheid<br />
(richtlijn: 1 bak op 4500 inwoners)<br />
aspect specificatie<br />
bewaarmiddel beschikbaarheid (in woning)<br />
afstemming volume<br />
inzamelmiddel ruimtegebruik in en om de woning<br />
loopafstand (brengvoorziening)<br />
inzamellocatie dichtheid<br />
inzamelfrequentie afstemming op volume inzamelmiddel<br />
inzamelmoment (dag/ tijdstip aanwezigheid bewoners in woning<br />
c.q. openingstijden)<br />
aanbied- en acceptatie-eisen duidelijkheid en bekendheid<br />
afstemming met buur- en regiogemeenten<br />
betrokken partijen betrokkenheid burgers bij inzamelende instanties<br />
Zijn de gegevens van alle betrokken partijen bekend? (inzamelaars, transporteurs, verwerkers e.d.)<br />
Is vastgelegd (en zo ja, hoe?) op welke wijze de registratie van de ingezamelde hoeveelheden plaats dient te vinden<br />
en welke partijen daar verantwoordelijk voor zijn?<br />
- in het veld<br />
- op kantoor<br />
- anders, nl.<br />
Zijn de prijsafspraken bekend en eenduidig vastgelegd?<br />
Bijlage 3 Checklist inventarisatie huidige situatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 8<br />
Inzamelrespons<br />
Is de gescheiden ingezamelde hoeveelheid (kg) per fractie resultaat gemeente (kg/inw/jr)<br />
afvalfractie bekend?<br />
GFT<br />
papier/karton<br />
glas<br />
textiel<br />
KCA<br />
klein WEB<br />
groot WEB<br />
Worden de gescheiden ingezamelde hoeveelheden op het gewenste niveau (gemeente, wijk, straat, aansluiting)<br />
geregistreerd?<br />
Is de samenstelling van het restafval periodiek onderzocht?<br />
Indien sorteeranalyse is uitgevoerd: conform de richtlijn van NVRD/AOO?<br />
Zijn/worden de sorteeranalyses op het gewenste niveau (gemeente, wijk, straat, aansluiting) uitgevoerd?<br />
Voldoet de<br />
inzamelrespons aan<br />
fractie taakstelling (%) respons gemeente (%) verschil (%)<br />
de<br />
GFT -<br />
inzameltaakstelling? papier/<br />
85%<br />
En zo niet, hoe groot karton [3]<br />
is dan de afstand tot glas [3] 90%<br />
de taakstelling? textiel [3] 50%<br />
KCA [4] 90%<br />
Kan de inzamelrespons op het gewenste niveau (gemeente, wijk, straat, aansluiting) worden bepaald?<br />
Varieert de inzamelrespons per afvalfractie tussen de onderscheiden wijken/straten/..?<br />
Achtergrondkenmerken<br />
Welke van de volgende achtergrondkenmerken kunnen inzichtelijk gemaakt factor<br />
worden?<br />
mate van stedelijkheid<br />
woning/woningtype<br />
woningbezetting<br />
inwoners<br />
nationaliteit<br />
gezinsopbouw<br />
inkomen<br />
opleidingsniveau<br />
buurt<br />
overig<br />
Kunnen de achtergrondkenmerken op het gewenste niveau (gemeente, wijk , straat, aansluiting) inzichtelijk gemaakt<br />
worden?<br />
Motivatie burger<br />
Is recentelijk onderzoek gedaan naar de motivatie van de burger om afval te scheiden?<br />
- hoeveel % zegt te willen scheiden<br />
- wat zijn, volgens zeggen, redenen om niet (meer) of juist wel weer te gaan scheiden)<br />
Is dit onderzoek op het gewenste niveau (gemeente, wijk, straat, aansluiting) uitgevoerd?<br />
Bijlage 3 Checklist inventarisatie huidige situatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 9<br />
Capaciteit burger<br />
Is recentelijk onderzoek gedaan naar de capaciteit van de burger om afval te scheiden?<br />
Is dit onderzoek op het gewenste niveau (gemeente, wijk, straat, aansluiting) uitgevoerd?<br />
Weet de burger waarom scheiden van de verschillende afvalfracties zinvol is? fractie<br />
GFT<br />
papier/karton<br />
glas<br />
textiel<br />
KCA<br />
klein WEB<br />
groot WEB<br />
grof huishoudelijk afval<br />
anders, nl.<br />
Weet de burger van alle afvalfracties wat en hoe hij moet scheiden?<br />
fractie<br />
GFT<br />
papier/karton<br />
glas<br />
textiel<br />
KCA<br />
klein WEB<br />
groot WEB<br />
grof huishoudelijk afval<br />
anders, nl.<br />
Gelegenheid burger<br />
Is recentelijk onderzoek gedaan naar de belemmeringen die de burger ondervindt bij het scheiden van zijn afval?<br />
Is dit onderzoek op het gewenste niveau (gemeente, wijk, straat, aansluiting) uitgevoerd?<br />
Is de burger tevreden over de inzamelvoorzieningen?<br />
Is de burger tevreden over de (service van de) inzameldienst?<br />
Bijlage 3 Checklist inventarisatie huidige situatie
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 10<br />
Kosten/baten<br />
Zijn de totale verwijderingskosten per afvalfractie bekend?<br />
Kunnen de verwijderingskosten op het gewenste niveau (gemeente, wijk, straat, aansluiting) inzichtelijk gemaakt<br />
worden?<br />
Kunnen de verwijderingskosten per<br />
afvalfractie in de volgende<br />
kostenposten worden uitgesplitst?<br />
kostenpost<br />
inzamelmiddelen<br />
- jaarlasten<br />
- onderhoud<br />
inzameling<br />
- mensen en materieel (incl. jaarlasten)<br />
of<br />
- vaste vergoeding inzamelaar (per lediging, per aansluiting oid)<br />
transport<br />
overslag (incl. containerhuur)<br />
verwerking<br />
overige kosten<br />
vermeden verwerkingskosten (op basis van gescheiden ingezamelde<br />
hoeveelheid per fractie en verbrandingstarief per ton restafval)<br />
Flankerende maatregelen<br />
Communiceert de gemeente op structurele wijze over afvalscheiding volgens een communicatieplan met meetbare<br />
doelstellingen?<br />
Worden de volgende middelen op structurele basis ingezet en wordt de<br />
volgende inhoud gecommuniceerd?<br />
Is de verplichting tot het gescheiden aanbieden van de diverse afvalfracties in<br />
regelgeving vastgelegd?<br />
Is er in de gemeente een reinigingsinspecteur werkzaam?<br />
Wordt structureel aandacht gegeven aan controle en handhaving?<br />
Bijlage 3 Checklist inventarisatie huidige situatie<br />
middel<br />
afvalkalender<br />
afvalkatern in gemeentegids<br />
artikelen op gemeentepagina<br />
nieuwsbrief<br />
internetpagina<br />
anders, nl.<br />
inhoud<br />
terugkoppeling resultaten<br />
achtergrondinfo over waarom<br />
achtergrondinfo over hoe en wat<br />
informatie over kosten/baten<br />
anders, nl.<br />
fractie<br />
GFT<br />
papier/karton<br />
glas<br />
textiel<br />
KCA<br />
klein WEB<br />
groot WEB<br />
grof huishoudelijk afval<br />
anders, nl.
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 11<br />
Bijlage 4: Voorbeeld bewonersenquête<br />
Ter illustratie presenteren we in deze bijlage een voorbeeld van een schriftelijke<br />
bewonersenquête. Het betreft een enquête die door Bureau Milieu & Werk in het kader<br />
van het project Optimalisatie <strong>GIHA</strong> via benchmarking in het verzorgingsgebied van<br />
Reinunie (Velsen, Beverwijk en Heemskerk) is uitgezet [12].<br />
De enquête is in het najaar van 2000 uitgezet onder een steekproef van bewoners van<br />
het betreffende gebied.<br />
De enquêteresultaten [12] geven aanleiding om de vragenlijst bij de tweede<br />
onderzoeksronde (najaar 2001) aan te passen en op enkele punten verder te verdiepen.<br />
Beschouwt u deze vragenlijst dan ook niet als een standaard-lijst maar als een mogelijke<br />
opzet die nadere verfijning behoeft.<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 12<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 13<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
Enquête afvalscheiding Reinunie<br />
Dit is een vragenformulier voor een onderzoek naar meningen en ideeën van<br />
de burgers van de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk over de<br />
gescheiden afvalinzameling. Dit onderzoek wordt in opdracht van Reinunie<br />
uitgevoerd door Bureau Milieu & Werk uit Tilburg.<br />
Het is de bedoeling dat dit vragenformulier wordt ingevuld door degene die<br />
doorgaans het huishoudelijk werk verricht (koken, boodschappen e.d.). De<br />
gegevens uit dit onderzoek worden vertrouwelijk behandeld. Deelname<br />
is anoniem.<br />
De ingevulde vragenlijst kunt u in bijgaande antwoordenvelop kosteloos<br />
retourneren.<br />
Het merendeel van de vragen kunt u beantwoorden door middel van het<br />
plaatsen van een kruisje in het blanco gedeelte van de vraag. Bij de overige<br />
vragen volstaat een kort antwoord.<br />
voorbeeld<br />
Houdt u glas apart voor de glasbak? ja, altijd<br />
soms wel, soms niet X<br />
nee<br />
Woonsituatie<br />
01 Wat is uw postcode?<br />
De vragen beginnen hieronder.<br />
.................... 1<br />
02 In welk type woning woont u? vrijstaande woning 1<br />
twee onder een kap 2<br />
woning in een rij 3<br />
portiekwoning 4<br />
flat zonder lift 5<br />
flat met lift 6<br />
anders, nl. .......................................... 7<br />
03 Hebt u een tuin bij de woning? ja 1<br />
nee GA DOOR NAAR VRAAG 06 2
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 14<br />
04 Wat is de grootte van uw tuin kleiner dan 50 m² 1<br />
(zonder tegels, schuur e.d.)? tussen de 50 en 100 m² 2<br />
tussen de 100 en 200 m² 3<br />
groter dan 200 m² 4<br />
05 Composteert u afval in uw tuin? ja, met een composthoop 1<br />
ja, met een compostvat 2<br />
ja, met hoop én vat 3<br />
nee, ben gestopt 4<br />
nee, nooit gedaan 5<br />
Gft- en restafval<br />
06 Welk inzamelmiddel hebt u 1 kleine groene container (140 liter) 1<br />
in gebruik om gft-afval apart 1 grote groene container (240 liter) 2<br />
te houden? 2 grote groene containers 3<br />
keukenemmer 4<br />
verzamelcontainer 5<br />
geen inzamelmiddel 6<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
anders, nl................................................ 7<br />
07 Welk inzamelmiddel hebt u 1 kleine grijze container (140 liter) 1<br />
in gebruik om restafval apart 1 grote grijze container (240 liter) 2<br />
te houden? 2 grote grijze containers 3<br />
huisvuilzakken 4<br />
verzamelcontainer 5<br />
geen inzamelmiddel 6<br />
anders, nl................................................ 7<br />
08 Houdt u gft-afval apart? ja, altijd GA DOOR NAAR VRAAG 10 1<br />
soms wel, soms niet 2<br />
nee, nooit 3
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 15<br />
09 Waarom houdt u gft-afval niet te weinig afval 1<br />
(altijd) apart? composteer in tuin 2<br />
zie het nut er niet van in 3<br />
(meerdere antwoorden mogelijk) te veel werk 4<br />
stankoverlast / onhygiënisch 5<br />
te weinig ruimte in en om het huis 6<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
alles komt volgens mij toch op één hoop 7<br />
anders, nl............................................. 8<br />
10 Hoe vaak zet u de groene heb geen groene container 1<br />
container meestal buiten om 1 x per 2 weken 2<br />
te legen? 1 x per maand 3<br />
minder vaak dan 1 x per maand 4<br />
nooit 5<br />
11 Hoe vaak brengt u gft-afval meestal nooit 1<br />
weg naar een verzamelcontainer? 1 x per week 2<br />
1 x per dag 3<br />
vaker dan 1 x per dag 4<br />
wanneer keukenemmer vol is 5<br />
13 Wat zou u verbeterd willen zien niets, ben tevreden 1<br />
aan de inzameling van gft-afval? wekelijkse inzameling gft-afval 2<br />
oplossen stank en ongedierte 3<br />
(meerdere antwoorden mogelijk) grotere groene container 4<br />
gratis reinigen groene container 5<br />
anders, nl……………………………….. 6<br />
14 Wat zou u verbeterd willen zien niets, ben tevreden 1<br />
aan de inzameling van restafval? wekelijkse inzameling restafval 2<br />
oplossen stank en ongedierte 3<br />
(meerdere antwoorden mogelijk) grotere grijze container 4<br />
gratis reinigen grijze container 5<br />
anders, nl……………………………….. 6
Papier en karton<br />
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 16<br />
15 Levert u oud papier en karton ja, altijd GA DOOR NAAR VRAAG 17 1<br />
apart in? soms wel, soms niet 2<br />
nee, nooit 3<br />
16 Waarom houdt u papier en te veel werk 1<br />
karton niet (altijd) apart? denk er meestal niet aan 2<br />
de papierbak is te ver weg 3<br />
wordt niet vaak genoeg opgehaald 4<br />
weet niet wanneer scholen en verenigingen<br />
5<br />
(meerdere antwoorden<br />
langskomen<br />
mogelijk) inwerpopening papierbak is te klein 6<br />
papierbak is altijd vol 7<br />
te weinig ruimte in en om het huis 8<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
anders, nl.................................................. 9<br />
17 Op welke wijze levert u oud lever niet apart in 1<br />
papier en karton apart in? bij vereniging of school 2<br />
bij gemeentewerf / milieustraat 3<br />
in de papierbak 4<br />
anders, nl.................................................. 5<br />
18 Bewaart u onderstaande produkten als oud papier en karton?<br />
ja nee<br />
a kranten en tijdschriften 1 2<br />
b reclamefolders 1 2<br />
c enveloppen 1 2<br />
d melkpakken en sappakken 1 2<br />
e papieren zakjes 1 2<br />
f waspoederdozen 1 2<br />
g kartonnen dozen 1 2<br />
h wc rollen 1 2<br />
i adreswikkels, kassabonnetjes 1 2<br />
j kartonnen pakjes en doosjes 1 2<br />
19 Vindt u dat er voldoende mogelijkheden zijn om ja 1<br />
oud papier en karton apart in te leveren? nee 2
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 17<br />
20 Hebt u klachten met betrekking heb geen klachten 1<br />
tot de mogelijkheden om papier papierbakken zijn altijd vol 2<br />
en karton apart in te leveren? papierbakken staan te ver weg 3<br />
opening in papierbak is te klein 4<br />
weet niet wanneer scholen en<br />
verenigingen langskomen<br />
6<br />
(meerdere antwoorden mogelijk) scholen en verenigingen komen niet of<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
onregelmatig langs 7<br />
anders, nl............................................... 8<br />
21 Wat zou Reinunie moeten<br />
doen, zodat u het papier en karton ..............................................................<br />
(nog) beter apart gaat houden?<br />
..............................................................<br />
Glas<br />
.............................................................. 1<br />
22 Houdt u glas apart ja, altijd GA DOOR NAAR VRAAG 24 1<br />
voor de glasbak? soms wel, soms niet 2<br />
nee 3<br />
23 Waarom houdt u glas niet te veel werk 1<br />
(altijd) apart? denk er meestal niet aan, nog geen gewoonte 2<br />
glasbak te ver weg 3<br />
(meerdere antwoorden kapot glas gaat direct in grijze container 4<br />
mogelijk) vies glas gaat direct in grijze container 5<br />
kleine potjes en flesjes gaan in grijze container 6<br />
glasbak is altijd vol 7<br />
grote stukken glas gaan niet in de glasbak 8<br />
anders, nl.................................................. 9
Textiel<br />
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 18<br />
24 Levert u overbodig ja, altijd GA DOOR NAAR VRAAG 26 1<br />
geworden textiel soms wel, soms niet 2<br />
apart in? nee, nooit 3<br />
25 Waarom houdt u textiel te veel werk 1<br />
niet (altijd) apart? denk er meestal niet aan, nog geen gewoonte 2<br />
textielbak altijd vol 3<br />
(meerdere antwoorden textielbak te ver weg 4<br />
mogelijk) kleding gaat direct in grijze container 5<br />
weet niet wanneer er aan huis wordt<br />
opgehaald<br />
6<br />
te weinig ruimte in en om het huis 7<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
anders, nl.................................................. 8<br />
26 Wat doet u met onderstaande overbodig geworden textiel?<br />
in grijze<br />
container<br />
in<br />
textielbak<br />
meegeven met<br />
inzamelacties<br />
anders<br />
a bruikbare kleding 1 2 3 4<br />
b vuile en kapotte kleding 1 2 3 4<br />
c bruikbare schoenen 1 2 3 4<br />
d kapotte schoenen 1 2 3 4<br />
e dweilen en lappen 1 2 3 4<br />
f gordijnen 1 2 3 4<br />
g lapjes stof 1 2 3 4<br />
Klein chemisch afval<br />
27 Houdt u klein chemisch ja, altijd GA DOOR NAAR VRAAG 29 1<br />
afval apart? soms wel, soms niet 2<br />
nee 3<br />
28 Waarom houdt u heb geen of weinig klein chemisch afval 1<br />
klein chemisch afval loont niet de moeite om dit apart te houden 2<br />
niet apart? twijfel aan het nut van gescheiden inzameling 3<br />
chemocar komt niet vaak genoeg langs 4<br />
(meerdere antwoorden<br />
mogelijk) anders, nl................................................................. 5
Grof vuil<br />
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 19<br />
29 Op welke manier voert heb nooit grof vuil 1<br />
u grof vuil af? laten ophalen door Reinunie 2<br />
brengen naar afvalbrengstation 3<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
anders, nl.....................................................……….<br />
30 Bent u tevreden over de tevreden 1<br />
wijze waarop u grof vuil matig tevreden 2<br />
kunt afvoeren? niet tevreden 3<br />
geen ervaring mee GA DOOR NAAR VRAAG 32 4<br />
31 Hebt u klachten met heb geen klachten 1<br />
betrekking tot het kunnen weet niet hoe of waar ik het kwijt kan 2<br />
aanbieden van grof vuil? niet alle grof vuil wordt geaccepteerd 3<br />
afvalbrengstation te ver weg 4<br />
(meerdere antwoorden moet er soms extra voor betalen 5<br />
mogelijk) afvalbrengstation niet vaak genoeg open 6<br />
Algemeen<br />
anders, nl.................................................... 7<br />
32 Bent u in het algemeen tevreden over tevreden 1<br />
de manier waarop Reinunie het matig tevreden 2<br />
afval ophaalt? niet tevreden 3<br />
weet niet / geen mening 4<br />
33 Wat zijn uw punten heb geen punten van kritiek 1<br />
van kritiek op de mijn container is niet altijd goed leeg gemaakt 2<br />
dienstverlening? de huisvuilwagen laat rotzooi achter op straat 3<br />
de verzamelcontainer is altijd vol (voor<br />
flatbewoners) 4<br />
(meerdere antwoorden containers worden op verkeerde plaats teruggezet 5<br />
mogelijk) afval wordt niet vaak genoeg opgehaald 6<br />
anders, nl.................................................... 7<br />
4
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 20<br />
34 Vindt u dat Reinunie u goed informeert over de mogelijkheden<br />
om de volgende afvalstoffen apart te kunnen aanbieden?<br />
goed matig slecht weet<br />
niet<br />
a gft-en restafval 1 2 3 4<br />
b papier en karton 1 2 3 4<br />
c glas 1 2 3 4<br />
d textiel 1 2 3 4<br />
e kca 1 2 3 4<br />
f grof vuil 1 2 3 4<br />
35 Hebt u wel eens naar Reinunie gebeld met ja 1<br />
vragen of klachten over de afvalinzameling? nee GA DOOR NAAR<br />
VRAAG 38 2<br />
36 Wat was uw vraag of klacht?<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
..............................................................<br />
..............................................................<br />
.............................................................. 1<br />
37 Bent u tevreden over de wijze tevreden 1<br />
waarop Reinunie uw vraag niet tevreden 2<br />
of klacht heeft behandeld? weet niet 3<br />
38 Hebt u ideeën of suggesties hoe<br />
Reinunie de voorlichting<br />
nee 1<br />
over gescheiden inzameling<br />
zou kunnen verbeteren?<br />
ja, nl........................................................<br />
...............................................................<br />
Zo ja, welke?<br />
39 Wilt u de volgende vragen met ja of nee beantwoorden?<br />
............................................................... 2<br />
ja nee<br />
a Doet u uw boodschappen meestal met de auto? 1 2<br />
b Maakt u bij het boodschappen doen gebruik van eigen<br />
boodschappentas?<br />
1 2<br />
c Koopt u iets te drinken voornamelijk in statiegeldflessen? 1 2<br />
d Kiest u bij het boodschappen doen producten met minder<br />
verpakking?<br />
1 2
Achtergrondkenmerken<br />
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 21<br />
40 Bent u een vrouw of een man? vrouw 1<br />
man 2<br />
41 Wat is uw leeftijd? jonger dan 25 jaar 1<br />
tussen de 25 en 45 jaar 2<br />
tussen de 45 en 65 jaar 3<br />
ouder dan 65 jaar 4<br />
42 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden? 1 persoon 1<br />
2 personen 2<br />
3 personen 3<br />
4 personen 4<br />
meer dan 4 personen 5<br />
43 Bent u (en/of uw partner) werkzaam buitenshuis?<br />
Zo ja, hoeveel uren per week?<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête<br />
u zelf uw partner<br />
a nee, werk(t) niet buitenshuis 1 2<br />
b ja, minder dan 15 uur 1 2<br />
c ja, tussen de 15 en 35 uur 1 2<br />
d ja, meer dan 35 uur 1 2<br />
Tot zover de vragen die wij u wilden stellen. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking.<br />
Als u nog aanvullende opmerkingen wilt maken of bepaalde vragen wilt toelichten, dan kunt<br />
u dit hieronder doen.<br />
44
<strong>Leidraad</strong> <strong>GIHA</strong>, deel 5 2<br />
Bijlage 4 Voorbeeld bewonersenquête