fysiotherapeut - KNGF
fysiotherapeut - KNGF
fysiotherapeut - KNGF
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het kwaliteitsbeleid van het <strong>KNGF</strong> berust op vier pijlers:<br />
• bij- en nascholing<br />
• ontwikkeling en gebruik van evidence based richtlijnen<br />
• hanteren van kwaliteitsdeelsystemen<br />
• kwaliteitswaarborg<br />
Het Intercollegiaal Overleg Fysiotherapeuten (IOF) heeft als<br />
kwaliteitsdeelsysteem vanaf het begin een centrale plaats in het<br />
kwaliteitsbeleid gehad. Een IOF bestaat uit een groep <strong>fysiotherapeut</strong>en<br />
die samen aan kwaliteitsverbetering werken. In Nederland<br />
zijn ruim duizend IOF’s actief.<br />
De kwaliteitswaarborg vindt plaats via het Centraal Kwaliteitsregister<br />
Fysiotherapie. Een <strong>fysiotherapeut</strong> die aan de eisen van<br />
het kwaliteitssysteem voldoet, staat geregistreerd als algemeen<br />
<strong>fysiotherapeut</strong>, verbijzonderd <strong>fysiotherapeut</strong> (sport<strong>fysiotherapeut</strong>,<br />
geriatrie<strong>fysiotherapeut</strong>, bekken<strong>fysiotherapeut</strong>, manueel<br />
therapeut, kinder<strong>fysiotherapeut</strong>) of als <strong>fysiotherapeut</strong> met aantekening<br />
(oedeem<strong>fysiotherapeut</strong>).<br />
Het gevoerde kwaliteitsbeleid is vruchtbaar gebleken. In 2005<br />
telt het Kwaliteitsregister Fysiotherapie meer dan veertienduizend<br />
<strong>fysiotherapeut</strong>en (leden en niet-leden). Er zijn dertien<br />
evidence based <strong>KNGF</strong>-richtlijnen gepubliceerd en er zijn vijf<br />
richtlijnen in ontwikkeling. Hiermee wordt de helft van de tien<br />
meest frequente verwijzingen van de huisarts afgedekt.<br />
De effectiviteit van fysiotherapie wordt in het rapport ‘Oefentherapie’<br />
van de Gezondheidsraad (2003) expliciet bevestigd. De<br />
Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO) constateert in 2003<br />
een sterke professionalisering van de beroepsgroep fysiotherapie,<br />
onder andere te zien aan de sterke toename van het wetenschappelijk<br />
onderzoek vanaf de begin jaren negentig. De RGO is ook<br />
positief over het richtlijnenbeleid van het <strong>KNGF</strong> en pleit voor<br />
continuering met een goed systeem voor planning en controle<br />
met het oog op het onderhoud van de richtlijnen. Het NIVEL<br />
(2003) concludeert dat het kwaliteitssysteem van het <strong>KNGF</strong> sterk<br />
ontwikkeld is waarbij alle essentiële instrumenten beschikbaar<br />
zijn. Punt van aandacht is het relatief geringe gebruik van een<br />
deel van de instrumenten.<br />
Beleidsmatig worden binnen het <strong>KNGF</strong> voorbereidingen getroffen<br />
om vanaf 2006 het hanteren van kwaliteitsdeelsystemen<br />
niet meer (verplicht) te beperken tot het IOF maar ruimte te<br />
maken voor andere kwaliteitsdeelsystemen. Hoewel het IOF een<br />
belangrijke plaats blijft houden in het totale kwaliteitsbeleid, is<br />
deelname vanaf 2006 niet meer verplicht.<br />
5.3 Opleidingen<br />
De initiële opleiding tot <strong>fysiotherapeut</strong> is een vierjarige studie<br />
op hbo-niveau en leidt op tot bachelor. Kenmerkend voor de<br />
opleiding is dat ze onder de vlag van twee verschillende ministeries<br />
valt, namelijk VWS en Onderwijs.<br />
De eisen die aan de opleiding worden gesteld, zijn beschreven in<br />
de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek<br />
(WHW) en het Besluit Opleidingseisen en Deskundigheidsgebied<br />
Fysiotherapeut uit 1997, een Algemene Maatregel van<br />
Bestuur (AMvB) naar aanleiding van de Wet BIG. Belangrijke<br />
aspecten uit deze AMvB zijn:<br />
• De beroepsvoorbereidende periode wordt geplaatst in de<br />
tweede helft van de hoofdfase (de laatste fase van de oplei-<br />
<strong>KNGF</strong>-het beroepsprofi el van de <strong>fysiotherapeut</strong> 2005<br />
ding) en omvat minimaal twaalfhonderd uur. De student<br />
beschikt over een nagenoeg volledige deskundigheid om op<br />
verantwoorde wijze patiënten in de beroepsvoorbereidende<br />
stage te kunnen onderzoeken en behandelen. De beroepsvoorbereidende<br />
periode beperkt zich niet tot één instelling<br />
of praktijk.<br />
• De opleiding legt in het onderwijsprogramma het accent<br />
op het centrale vakgebied en de beroepsvoorbereidende<br />
periode. Het centrale vakgebied is primair toegespitst op het<br />
onderzoeken en behandelen van de patiënt.<br />
• Preventieve werkzaamheden kunnen in principe op eigen<br />
initiatief van de <strong>fysiotherapeut</strong>worden verricht; daartoe<br />
wordt de student opgeleid.<br />
Momenteel wordt samen met de evaluatie en bijstelling van de<br />
Wet BIG ook de AMvB bijgesteld. Dit traject wordt in 2005 afgerond.<br />
Een belangrijke verandering is dat er een kader beschreven<br />
wordt waarbij uitgegaan wordt van kwaliteiten van afgestudeerden<br />
(behaalde competenties en niveaus) in plaats van kwantiteiten<br />
(zoals verplicht aantal uren stage). Daarbijwordt de directe<br />
toegankelijkheid van de fysiotherapie een prominent nieuw<br />
facet in de bijstelling van de wet; de artikelen over verwijzing<br />
van de arts komen in de AMvB te vervallen.<br />
Nederland telt elf opleidingen fysiotherapie aan hogescholen<br />
en één particuliere opleiding. De instroom betrof in 2002 bijna<br />
achttienhonderd studenten per jaar waarvan 68% vrouwelijke<br />
studenten. De uitstroom van afgestudeerde <strong>fysiotherapeut</strong>en<br />
bedroeg in 2001 circa duizend, waarvan 64% vrouwen (NIVEL<br />
2003).<br />
Opleidingen hebben de verantwoordelijkheid studenten zodanig<br />
op te leiden dat ze startbekwaam zijn voor het werkveld van<br />
de <strong>fysiotherapeut</strong>ische beroepsuitoefening. De opleidingen staat<br />
daarbij een breed opgeleid bachelor fysiotherapie voor ogen,<br />
competent ten aanzien van zowel de preventie als de curatie,<br />
en in staat om als beginnend beroepsbeoefenaar in alle werksettings<br />
aan de slag te gaan. De bachelor is een hulpverlener-<strong>fysiotherapeut</strong><br />
met de juiste zorghouding. Om de afstemming tussen<br />
beroepspraktijk en de inhoud van de opleiding zoveel mogelijk<br />
te waarborgen onderhouden de opleidingen structureel maar<br />
ook incidenteel contacten met externe organisaties en instellingen.<br />
Deze contacten worden onder andere zichtbaar in de<br />
samenwerking op beleids- en uitvoerend niveau van het Studie<br />
Richtings Overleg Fysiotherapie (SROF) met het <strong>KNGF</strong>.<br />
De initiële opleidingen fysiotherapie worden eens per vijf à<br />
zes jaar van overheidswege geaccrediteerd. De kwaliteit van de<br />
opleidingen wordt aldus voortdurend gemonitord, ook in de<br />
interactie met het werkveld. Daardoor is er veel aandacht voor<br />
de wensen die in het veld leven ten aanzien van de opleidingen;<br />
deze wensen worden structureel met enquêtes geïnventariseerd,<br />
opleidingen laten lessen verzorgen door gastdocenten en ze<br />
voeren een bewust beleid met betrekking tot parttime docenten.<br />
Externen worden bovendien bij onderwijsontwikkeling betrokken<br />
in de vorm van commissies beroepenveld, raden van advies<br />
en externe examinatoren.<br />
5.4 Vernieuwingen in het onderwijs<br />
In de Verklaring van Bologna (1999) die door 26 Europese<br />
onderwijsministers is ondertekend, is het streven opgenomen<br />
27