fysiotherapeut - KNGF
fysiotherapeut - KNGF
fysiotherapeut - KNGF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KNGF</strong>-het beroepsprofi el van de <strong>fysiotherapeut</strong> 2005<br />
5 Organisatie, kwaliteitsborging en opleidingscontinuüm<br />
5.1 Het <strong>KNGF</strong><br />
Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie<br />
(<strong>KNGF</strong>) is de overkoepelende vereniging voor alle <strong>fysiotherapeut</strong>en<br />
in Nederland en behartigt de belangen van bijna twintigduizend<br />
leden op beroepsinhoudelijk, sociaal-maatschappelijk<br />
en economisch gebied. Het <strong>KNGF</strong> werd in 1889 opgericht als<br />
‘Genootschap ter beoefening van de Heilgymnastiek in Nederland’.<br />
De redenen voor oprichting waren destijds onder andere:<br />
het brengen van eenheid in de wijzen van behandeling en het<br />
bevorderen van een goede verstandhouding tussen medici en<br />
heilgymnasten. In 1989 kreeg het Nederlands Genootschap voor<br />
Fysiotherapie het predikaat Koninklijk.<br />
Het <strong>KNGF</strong> heeft als doel de voorwaarden te scheppen waardoor<br />
<strong>fysiotherapeut</strong>ische zorg van goede kwaliteit gerealiseerd wordt,<br />
die toegankelijk is voor de gehele Nederlandse bevolking, met<br />
erkenning van de professionele deskundigheid van de <strong>fysiotherapeut</strong>.<br />
5.1.1 De structuur<br />
De verenigingsstructuur van het <strong>KNGF</strong> is gebaseerd op enerzijds<br />
een geografi sche indeling in twaalf Regionale Genootschappen<br />
voor Fysiotherapie (RGF) en anderzijds specialisatie in<br />
deelgebieden binnen negen beroepsinhoudelijke verenigingen.<br />
De verscheidenheid binnen de beroepsorganisatie maakt dat<br />
permanente uitwisseling en afstemming belangrijk zijn; eenheid<br />
in verscheidenheid is voor het <strong>KNGF</strong> een belangrijk thema.<br />
Elk (werkend) lid van het <strong>KNGF</strong> is eveneens lid van een RGF en<br />
kan ook lid zijn van één of meer beroepsinhoudelijke verenigingen.<br />
Het hoogste orgaan van het <strong>KNGF</strong> is de Algemene Vergadering<br />
(AV). De Regionale Genootschappen hebben gezamenlijk<br />
100% van de stemmen inde Algemene Vergadering. Het <strong>KNGF</strong><br />
kent hiermee een getrapte verenigingsdemocratie. De beroepsinhoudelijke<br />
verenigingen hebben op de AV wel spreekrecht<br />
maar geen stemrecht. Hun adviserende stem op beroepsinhoudelijk<br />
gebied is echter wel van groot belang voor het Algemeen<br />
Bestuur (AB) en de AV. De beroepsinhoudelijke verenigingen<br />
zijn op hun beurt verenigd in het College Beroepsinhoudelijke<br />
Verenigingen (CBI). Het CBI is een formeel adviesorgaan voor<br />
het Algemeen Bestuur.<br />
5.1.2 De beroepsinhoudelijke verenigingen<br />
Een belangrijke pijler in het <strong>KNGF</strong> zijn de negen beroepsinhoudelijke<br />
verenigingen, die zich elk richten op een bepaald<br />
deelgebied van de fysiotherapie. Het gaat om de volgende<br />
verenigingen:<br />
• Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie (NVMT)<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de<br />
Sportgezondheidszorg (NVFS)<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Geriatrie<br />
(NVFG)<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij<br />
Bekkenproblematiek en pré- en postpartumgezondheidszorg<br />
(NVFB)<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Kinder- en<br />
jeugdgezondheidszorg (NVFK)<br />
26<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de<br />
Tandheelkunde (NVFT)<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Hart- en<br />
vaatziekten (NVFH)<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie volgens de<br />
Psychosomatiek (NFP)<br />
• Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie binnen de<br />
Lymfologie (NVFL)<br />
5.1.3 Visie<br />
In 2002 heeft het <strong>KNGF</strong> zijn langetermijnvisie tot 2006 vastgesteld<br />
met op hoofdlijnen de volgende resultaten:<br />
• Het domein van de <strong>fysiotherapeut</strong> is het dagelijks bewegen.<br />
Het dagelijks bewegen wordt uitgelegd als het functioneren<br />
van mensen in hun dagelijkse omgeving (sport, hobby of<br />
werk) mede in relatie tot relatief nieuwe markten voor de<br />
<strong>fysiotherapeut</strong> op het gebied van preventie, arbeidsgerelateerde<br />
problemen en bestrijding van bewegingsarmoede. Het<br />
domein is helder omschreven en er bestaan goede afspraken<br />
over de verdeling van het vakgebied. De deelgebieden<br />
worden uitgewerkt door wetenschappelijke verenigingen (de<br />
voormalige beroepsinhoudelijke verenigingen).<br />
• De fysiotherapie kent een eigen wetenschappelijke traditie.<br />
Er vindt voortdurend wetenschappelijk onderzoek op het<br />
terrein van de fysiotherapie plaats. De wetenschappelijke<br />
onderbouwing van het vak is een continu proces.<br />
• De <strong>fysiotherapeut</strong> heeft binnen de BaMa-structuur de mogelijkheid<br />
zich via masteropleidingen verder (wetenschappelijk)<br />
te ontwikkelen.<br />
• De <strong>fysiotherapeut</strong> is direct toegankelijk.<br />
• De <strong>fysiotherapeut</strong> anticipeert op de markt door middel van<br />
samenwerking en schaalvergroting.<br />
Anno 2005 lijkt het erop dat grote delen van de langetermijnvisie<br />
in 2006 gerealiseerd zullen zijn. Het meest in het oog springende<br />
onderdeel is de directe toegankelijkheid die op 1 januari<br />
2006 wordt geformaliseerd. In 2005 wordt de langetermijnvisie<br />
tot 2010 ontwikkeld.<br />
5.2 Kwaliteitsborging<br />
Kwaliteitsborging en -verbetering hebben sinds de jaren<br />
negentig een belangrijke plaats gekregenin de gezondheidszorg.<br />
Sindsdien is het bewustzijn enorm toegenomen dat werken<br />
aan kwaliteit en het garanderen ervan belangrijk is. Mede op<br />
basis van dat bewustzijn is het kwaliteitsbeleid van het <strong>KNGF</strong> in<br />
1995 ontstaan. Dit beleid is vanuit verschillende perspectieven<br />
ontstaan:<br />
• behoefte aan verdere professionalisering en positionering<br />
van het vakgebied<br />
• van kracht worden van wetgeving met betrekking tot kwaliteit<br />
in de gezondheidszorg<br />
• toenemende mondigheid van de patiënt<br />
• druk door bezuinigingsmaatregelen<br />
• openlijke twijfel aan het nut en de noodzaak van<br />
fysiotherapie