26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

30<br />

Het is een intrigerend leesvoorstel van Hofwijck, dat dan ook regelmatig wordt aangehaald.<br />

5° Wie echter een zorgvuldige verantwoording van een zo veelomvattende<br />

interpretatie verwacht, wordt teleurgesteld. De tekst is niet altijd correct gelezen,<br />

regels worden los van hun context geïnterpreteerd en passages die niet passen in de<br />

hypothese, blijven onvermeld. Ik geef enkele voorbeelden (cf. De Vries 1998, p.<br />

51).<br />

De diepere zin van het gedicht acht de auteur al aangekondigd in de volgende<br />

regels uit `Renden Leser': `Gaet, lieve leser, gaet uw' hersenen nu slijpen,/ Om door 't<br />

geheim te Bien van't mijmerigh gesegh' (r. 78-79). Direct na deze aansporing, zegt Van<br />

Pelt,<br />

anticipeert hij [Huygens] al op het resultaat van die speurtocht. De tuin is een weergave van<br />

Constantijns lichaam, en daarom voelt hij zich naakt: "Nu hebb ick mij ontkleedt: waer<br />

hael ick Vijgen-bladen/ Tot masker vande schaemt daer med ick stae beladen?" (r. 81-82)<br />

(Van Pelt 1983, p. 119).<br />

De betekenis van `mijmerigh gesegh' is echter niet `musing phrasing', zoals de auteur<br />

vertaalt (Van Pelt 1981, p. 151), maar `wartaal, onsamenhangend gepraat'. De regels<br />

staan in de context van de lezer die door de uitweidingen het verband in het gedicht<br />

kwijt is geraakt en de `naaktheid' van de dichter slaat op de bekentenis dat hij zelf ook<br />

de weg kwijt is geraakt.<br />

In de visie van Van Pelt is de benedentuin, het bos, de plek van tegenstellingen<br />

tussen goed en kwaad, gesymboliseerd door de kunstmatige heuvel die van afgegraven<br />

slechte grond is opgeworpen. Hier heeft de verteller het over de verschrikkingen<br />

van de oorlog en hij eindigt deze afdeling met overwegingen over diefstal. `Het is een<br />

laatste gedachte over de wereld zoals zij is, een wereld zonder hoop op verlossing' (Van<br />

Pelt 1983, p. 120). De dichter spreekt inderdaad regelmatig over goed en kwaad, maar<br />

dat thema komt bij deze moralist ook verder in het gedicht vaak aan de orde. De<br />

klacht om de oorlog herhaalt hij in het boomgaardge<strong>deel</strong>te en ook in het laatste stuk<br />

herinnert hij aan de Engelse koningsmoord, terwijl hij in dit ge<strong>deel</strong>te ook uitvoerig<br />

over diefstal spreekt (resp. r. 1231-4 5, r. 2I50-54 en r. 2 597-2632). Anderzijds is de tocht<br />

in het bos zeker niet volledig getypeerd met `een dwaaltocht door een labyrinth' (Van<br />

Pelt 1983, p. 121). Op een zodenbank gezeten leest de verteller er graag boeken en<br />

spreekt er met een vriend (r. 353 e.v.). Een hoogtepunt voor de verteller is de herinnering<br />

aan het zingen in het bos van Utricia Ogle en andere vriendinnen, waarop hij van<br />

deze plek alle onmuzikalen en ruziezoekers bant (r. 401 e.v.).<br />

Eenzelfde soort bezwaren is aan te voeren tegen de interpretatie van de boomgaard<br />

als plek van de door de Rede geleide mens, en het laatste ge<strong>deel</strong>te met de eilanden en<br />

het huis als plaats waar alleen God nog telt, zodat met de wandeling ook de geestelijke<br />

progressie van de verteller voltooid is (a.w. p. 122). In beide ge<strong>deel</strong>ten van Hofwijck<br />

komen passages voor die dit beeld weerspreken of die in deze veronderstelde opzet<br />

50 Recent bijvoorbeeld nog oin Taylor a 1995, p. 24 en Van der Leer i 6 .2 -2 en r 8 .20-22 en<br />

S g Y 99S^ p 4 99 ^ p 3 S 99 ^ p<br />

– met meer voorbehoud – Bezemer Sellers 2001, .16 -68 en p. 2 2.<br />

^ p 7 p S

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!