26.09.2013 Views

200602-relatietherapie.pdf - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

200602-relatietherapie.pdf - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

200602-relatietherapie.pdf - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WTA-lezing 2006<br />

Relatietherapie<br />

Op deze en volgende pagina’s wordt de WTA-lezing 2006<br />

geprojecteerd zoals gehouden door Hester Kuiper en<br />

Henk Walder op 9 juni jl. Dit naar aanleiding van hun<br />

bekroonde artikel ‘Relatietherapie bij ASS (echt)paren’<br />

zoals dat verscheen in het WTA nr. 2, 2005. Ten opzichte<br />

van dit artikel wordt in deze lezing duidelijk dat – aangestuurd<br />

door verdere praktijkervaring met deze problematiek<br />

– er sprake is van voortschrijdend en verdiepend<br />

inzicht in deze therapie. De tekst werd samengesteld door<br />

C. Weber en is geautoriseerd door de sprekers.<br />

‘<br />

Bij het ontwikkelen van een behandelmodule voor <strong>relatietherapie</strong><br />

waarbij een van de partners ASS heeft, zijn wij uitgegaan van een<br />

drietal vooronderstellingen. In de eerste plaats: bij de speciale thera-<br />

pie voor deze (echt)paren zijn nadrukkelijk drie dimensies in het<br />

geding. De partner met de autistische stoornis, de partner zonder<br />

autistische stoornis en de relatie zelf. Op het eerste gezicht lijkt dit<br />

een open deur maar dan wel een die verwijst naar een belangrijk<br />

inzicht dat aan de basis staat van de relatie die wij hier bespreken.<br />

In deze speciale relatie ligt telkens het gevaar op de loer te denken<br />

in de beperkingen die het autisme met zich meebrengt. Naar ons<br />

oordeel is dat een pitfall die vermeden kan worden door ons telkens<br />

te realiseren dat ook de dimensie van de partner zonder ASS met<br />

(meestal) haar eigen inbreng, en de inhoud en dynamiek van de<br />

relatie zelf evenzeer van belang zijn.<br />

De tweede vooronderstelling is dat wij vermoeden dat het demand-<br />

withdrawal patroon bij deze relaties vaker voor zou komen dan gemid-<br />

deld. De hypothese was dat de partner zonder ASS initiatief neemt tot<br />

het bespreken van problemen, meer vragen stelt, meer kritiek geeft en<br />

dat de partner met ASS (meestal de man) zich vervolgens meer zou<br />

terugtrekken. Bij het vormgeven aan een <strong>relatietherapie</strong> is het dan<br />

zaak om daar alert op te zijn en daar rekening mee te houden.<br />

Verdieping 1: demand-withdrawal<br />

Christensen onderscheidde het demand-withdrawal patroon als<br />

veel voorkomend in vrouw-man relaties. De partners van ASS, vaak<br />

vrouwen, nemen in de regel het initiatief tot een gesprek en komen<br />

dus in een positie van vrager (willen overleggen over opvoeding van<br />

de kinderen of over het huishouden of over hun werk of over de<br />

relatie en de gevoelens die ze daarover hebben). Zij zijn vaak<br />

degenen die kritiek uiten over te weinig respons en wat we zien is<br />

dat de ASS man zich meer terugtrekt.<br />

In 2003 beschrijft Baron-Cohen in: “The essential difference” de<br />

problemen die Aspergers hebben met empathie. Hij vat zijn theorie<br />

over autisme op als een extreme vorm van het mannelijk brein,<br />

de zogenaamde “Extreme Male Brain”. Volgens deze theorie heeft<br />

elke man of vrouw een bepaald “hersentype”. Er zijn drie veel<br />

voorkomende hersentypen, te weten:<br />

78<br />

<strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />

Het E-type ofwel vrouwelijk brein: sterk ontwikkeld empathisch vermogen;<br />

Het S-type ofwel mannelijk brein: sterk ontwikkeld systematisch,<br />

analytisch vermogen;<br />

Het B-type ofwel meer gebalanceerd man/vrouw brein. Hier zijn<br />

het empathisch en het systematisch-analytisch vermogen met<br />

elkaar in evenwicht.<br />

Baron-Cohen veronderstelt dat bij ASS sprake is van extreem S-brein.<br />

Recent was er in de Volkskrant bijlage een interview met 4 mannen<br />

van rond de veertig jaar. Zij bezochten hun stamkroeg en werden<br />

geïnterviewd over hun relatie. Alle 4 vertelden ze hoe lastig zij het<br />

vonden om te gaan met de verschillende verwachtingen die aan hen<br />

gesteld werden: hun rol als vader, verzorger, opvoeder, hun rol als<br />

collega in hun werk (ook zorg dragen voor mede-collega’s), hun rol<br />

als bestuurder in de voetbalvereniging van hun zoon, hun rol als<br />

partner van hun vrouw et cetera. Kenneth Gergen onderscheidt in<br />

zijn boek “The saturated Self” drie verschillende fasen van bewust-<br />

wording van het “zelf-besef” en plaatst dat in een historisch-<br />

sociologisch perspectief: van modernisme naar post-modernisme:<br />

Bij het modernistische zelf-besef staan aanzien en sociaal voordeel<br />

centraal. In de overgangsfase naar het post-modernisme wordt de<br />

expressie van het zelf voor het zelf-besef van belang; het is de fase<br />

van het zogenaamde ik-tijdperk.<br />

In de periode van het post-modernisme is het zelf-besef veel meer<br />

verankerd in de veelheid van relaties, zoals ook de 4 geïnterviewde<br />

mannen lieten zien.<br />

Je verhouden tot en staan in de verschillende, veelzijdige relaties is<br />

niet alleen van belang, maar bepaalt ook wie je bent. Je moet in staat<br />

zijn verwachtingen te begrijpen, te voorspellen en de context van de<br />

relatie begrijpen, aanvoelen en kunnen anticiperen. Kortom: dit doet<br />

een enorm beroep op het empathisch vermogen ofwel het vrouwelijk<br />

brein zoals Baron-Cohen stelt. Het is van belang het demand-with-<br />

drawal communicatiepatroon ook te plaatsen tegen deze achter-<br />

grond van socio-culturele verwachtingspatronen, tijdsperspectief en<br />

veranderende rolopvattingen van man-en-vrouw.<br />

Ook voor de diagnose autisme spectrum stoornis geldt deze achter-<br />

grond wanneer we kijken naar de criteria in de afgelopen twintig<br />

jaar. Het is niet alleen beter te diagnosticeren, maar het heeft ook<br />

te maken met de verwachtingen, het tijdsbeeld en de betekenis-<br />

geving binnen de maatschappij.<br />

Hester Kuiper, Henk Walder<br />

In zijn boeken: “De woorden en de dingen” en “De geschiedenis<br />

van de waanzin” beschrijft de Franse filosoof Michel Foucault een<br />

archeologie van de menswetenschappen. Hier laat hij zien hoe<br />

de menswetenschappen steeds meer zich het gebied toe-eigenen<br />

van diegene die buiten de maatschappijnormen vallen en patho-<br />

logiserende uitspraken doen over deze groepen mensen.<br />

Zij worden in verschillende categorieën opgedeeld om hen te<br />

kunnen onderscheiden van hen die wel binnen de maatschappij-<br />

norm vallen. Deze indeling “gezond versus niet-gezond” brengt


impliciet met zich mee dat de deelnemende vertegenwoordigers<br />

van deze twee groepen een demand-withdrawal opstelling<br />

innemen.<br />

De derde vooronderstelling is dat de vaststelling van de diagnose<br />

autisme spectrum stoornis op zichzelf al aanleiding zal geven tot<br />

het openen van andere, nieuwe perspectieven voor het (echt)paar.<br />

Zo’n ander perspectief kan zijn dat de partner een ander zicht ont-<br />

wikkelt op gedragingen van de wederhelft door bijvoorbeeld<br />

niet meer uit te gaan van de onwil van de ander maar van de<br />

onmacht. De perceptie wordt dan veel meer gevoed door de idee<br />

dat hij het niet kan in plaats van dat hij het niet wil. Ook de vraag<br />

naar schuld kan hierdoor in een ander licht komen te staan waardoor<br />

de mogelijke woede binnen de relatie afneemt. Voor de persoon<br />

met de ASS zou door het vaststellen van de diagnose het nieuwe<br />

inzicht kunnen ontstaan dat hij wellicht zijn best doet maar een<br />

aantal dingen eenvoudigweg niet kan vanwege de aan het autisme<br />

klevende beperkingen. Dit inzicht kan het gevoel van steeds maar<br />

weer te falen nuanceren en reduceren. Door deze perspectief-<br />

wisselingen bij beide personen kan er voor de relatie zelf ook een<br />

nieuw perspectief ontstaan: als er rekening wordt gehouden met<br />

de beperkingen kan er ruimte komen voor veranderingen<br />

bijvoorbeeld in het ervaren van meer respect voor de ander<br />

waarmee de strijd om de onwil meer naar de achtergrond verdwijnt.<br />

Uit de ervaringen die wij in de <strong>relatietherapie</strong> opdeden, bleek de<br />

vraag naar de erkenning van de gestelde diagnose een bijzonder<br />

belangrijk gegeven. Het bepaalt in hoge mate de weg die het echt-<br />

paar gaat of deze erkenning er al dan niet is. Bij deze erkenning speelt<br />

de psycho-educatie die op de diagnosestelling volgt een rol van grote<br />

betekenis. Voor de goede orde gaat het daarbij om psycho-educatie<br />

aan beide partners. Binnen de psycho-educatie zal plaats dienen te<br />

zijn voor erkenning van de diagnose, rouwverwerking en de sterkte-<br />

zwakte analyse van de partner met ASS. Als er geen erkenning is van<br />

de diagnose dan is er veel strijd. (Zie figuur 1, triade van Gottman).<br />

Figuur 1:<br />

GEEN ERKENNING VAN DE DIAGNOSE<br />

Het samenspel tussen de drie domeinen van Gottman is sterk nega-<br />

tief gekleurd. Zo zal bijvoorbeeld bij de pool perceptie, bij strijd over<br />

de diagnose, het gedrag van de ander negatief gelabeld worden:<br />

“hij doet het expres, hij wil niet veranderen”, zal de partner kunnen<br />

denken. En de persoon met ASS zou kunnen denken: “zij wil mij niet<br />

helpen”. Een dergelijke negatieve perceptie kan de spanning in de<br />

relatie snel en hoog doen oplopen en ook de interactie, de communi-<br />

catie zal niet makkelijk verlopen. Als er wel sprake is van erkenning<br />

van de diagnose dan is er bijvoorbeeld – te beginnen bij perceptie<br />

– een andere waarneming van het gedrag van de ander: de beteke-<br />

nisverlening aan het gedrag verandert. Er ontstaat ruimte voor<br />

tolerantie door de perspectiefwisseling van vermeende onwil naar<br />

erkende onmacht.<br />

Dit heeft een positieve doorwerking, zowel in de sfeer van de<br />

interactie als in de sfeer van de fysiologie.<br />

Al met al, zo moet de conclusie luiden, speelt de erkenning van<br />

de diagnose een cruciale rol en is positieve verandering in de relatie<br />

alleen mogelijk indien beide partners de beperkingen erkennen<br />

die de ASS met zich meebrengt.<br />

Tony Attwood beschrijft in 2003 een aantal strategieën om de<br />

liefdesrelatie in ASS relaties te verbeteren. Hij noemt uitdrukkelijk<br />

het erkennen van de diagnose als een belangrijke fase. Ook Isabelle<br />

Hénault stelt in haar boek: “Asperger syndroom en seksualiteit”<br />

dat het erkennen en accepteren van de diagnose ASS essentieel is<br />

voor de relatie.<br />

De beperkingen als gevolg van ASS brengt asymmetrie met zich<br />

mee. Evenwel zijn er voor een aantal relaties mogelijkheden om op<br />

cognitieve wijze communicatieve vaardigheden te verbeteren zodat<br />

de relatie meer complementair kan worden.<br />

Verdieping 2: asymmetrie in de relatie<br />

In het artikel ‘Pilot: <strong>relatietherapie</strong> bij ASS (echt)paren (WTA, 2,<br />

2005) probeerden we deze asymmetrie te verklaren vanuit het<br />

autisme en vanuit de hechtingstheorie. Vanuit het autisme zijn er<br />

aanknopingspunten te vinden bij de Theory of Mind, de Centrale<br />

Coherentie en de Executieve Functies.<br />

De Theory of Mind verwijst naar het vermogen zich te verplaatsen<br />

in de mentale toestanden van de ander, de zogenaamde mind-<br />

reading. Het gaat hier niet alleen om de gevoelens en emoties,<br />

maar ook om andere mentale toestanden zoals: verlangens, wensen,<br />

verwachtingen en overtuigingen. Het tekort aan mind-reading van<br />

degene met ASS maakt een intieme relatie al asymmetrisch.<br />

Mind-reading is een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot<br />

zelfreflectie zeggen Van Dijk en Blom in hun artikel “Vroege hechting<br />

en volwassen partner relaties”. Peter Fonagy zegt in zijn boek:<br />

“Attachment theory and psychoanalysis” over de reflectieve functie:<br />

de reflectieve functie stelt mensen in staat andermans gevoelens,<br />

gedachten, gedragingen en verlangens te begrijpen en betekenis<br />

79<br />

nummer 2 • augustus 2006


WTA-lezing 2006<br />

te geven. Dit bevordert de voorspelbaarheid in het contact, men<br />

kan ook eigen gedrag afstemmen en nadere betekenis geven.<br />

De centrale coherentie verwijst naar het vermogen samenhang te<br />

zien, en te begrijpen. Detail-waarneming van mensen met ASS<br />

wordt vaak aangehaald. Als voorbeeld kan hier de man dienen die<br />

de onderliggende boodschap mist in zijn kontakt met zijn vrouw.<br />

Zij wilde praten over hun relatieproblemen en de gevoelens die zij<br />

daarbij had en hij zocht naarstig naar oplossingen.<br />

Zij voelde zich tenslotte niet gehoord en onbegrepen, hij werd boos.<br />

Peter Vermeulen zegt in zijn artikel “Emotionele intelligentie en<br />

sociale coherentie”: “Wat sociale situaties zo moeilijk maakt voor<br />

mensen met autisme is dat ze niet logisch te beredeneren zijn, maar<br />

slechts begrepen kunnen worden via goed gissen.” Hij pleit voor een<br />

zekere mate van acceptatie van het tekort aan centrale coherentie<br />

bij mensen met ASS. Hij zegt verder: “Als we willen dat mensen<br />

met autisme rekening houden met onze gevoelens en intenties zullen<br />

wij in de eerste plaats onze communicatie moeten veranderen en de<br />

dingen voor hen verduidelijken. Daarnaast kunnen we hen een aan-<br />

tal functioneel compenserende vaardigheden aanleren zoals: leren<br />

vragen wat de ander denkt of voelt.”<br />

Het logisch beredeneren ervaren wij bij de mannen met ASS eerder<br />

als een coping strategie in een niet voorspelbare sociale “gis”<br />

context. Deze sociale “gis”context en de meer voorspelbaarheid<br />

hiervan ontwikkelt zich naar ons idee juist in het vermogen van<br />

reflectief bewustzijn zoals door Fonagy omschreven. Een veilige<br />

hechting speelt hierin een belangrijke rol.<br />

Executieve Functies verwijst naar het kunnen plannen en uitvoeren<br />

van taken. De mensen met ASS hebben vaak een slecht overzicht<br />

over hun taken en zijn weinig slagvaardig in situaties die vragen<br />

om een herziening van het vaststaande plan van aanpak.<br />

Sommige mensen met ASS houden strikt vast aan hun vaste<br />

gewoonte en rituelen; zij raken te zeer gespannen wanneer zij hier-<br />

van moeten afwijken. Ook de overgang bijvoorbeeld van werk naar<br />

privé-leven levert voor sommigen veel problemen op; zij hebben<br />

meer tijd nodig om deze overgang te kunnen maken. Ook vanuit<br />

dit gezichtspunt is er dus sprake van asymmetrie.<br />

Hechtingstheorie:<br />

Als gezegd kan asymmetrie ook verklaard worden vanuit de hechtings-<br />

relatie die veel mensen met ASS hebben. Bij veel ASS relaties is het<br />

vaak de vrouw die de verzorgende rol op zich neemt.<br />

Zij neemt de verantwoordelijkheid op zich voor de opvoeding, de<br />

huishouding en de sociale contacten en biedt op die manier structuur<br />

en veiligheid aan haar partner. De ASS relatie is in die gevallen er<br />

één van caregiver-carereceiver en daarmee ook asymmetrisch.<br />

In ons werk met echtparen met ASS komen wij veel stellen tegen<br />

met “onveilige” hechtingservaringen, zowel bij degene met ASS als<br />

bij de partner. In hun interactie zie je: claimend of afwijzend of<br />

80<br />

<strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />

angstig-vermijdend gedrag. Het is van belang te weten of dit gedrag<br />

ontstaan is vanuit de ervaringen binnen de huidige relatie dan wel<br />

ontstaan is vanuit eerdere ervaringen in de jeugd. In het laatste geval is<br />

de hechtingstijl een mentale representatie gaan vormen en beïnvloedt<br />

sterk alle andere intieme relatievorming en vindt meer onbewust<br />

plaats. Verder heeft een onveilige hechting in de jeugd een stagnerend<br />

effect op de ontwikkeling van de reflectieve functie stelt Fonagy.<br />

Beschikbaarheid, ondersteuning wederzijds zijn zeer belangrijk voor<br />

een veilige volwassen intieme relatie. Susan Johnson zegt in haar boek<br />

“The practice of emotionally focused therapy” dat het niet beschik-<br />

baar zijn, het ontbreken van emotionele steun sterke negatieve<br />

gevoelens kunnen oproepen en negatieve interactiepatronen ont-<br />

wikkelen zoals claimen en vermijden. Dit zien wij bij onze echtparen<br />

geregeld. Een dergelijk patroon vergroot de onveiligheid en de kans<br />

op asymmetrie.<br />

Verdieping 3: asymmetrie? Nuancering<br />

Eén van onze conclusies uit het artikel zoals dat verscheen in het WTA<br />

was: “de partner relaties waarvan één van de partners gediagnosticeerd<br />

is met ASS zijn per definitie asymmetrisch. De beperkingen als gevolg<br />

van ASS brengen deze asymmetrie met zich mee. Binnen een aantal<br />

relaties zijn er mogelijkheden communicatievaardigheden te leren,<br />

waardoor verbetering intreedt en er meer complementariteit kan<br />

ontstaan.”<br />

Alleen het aanleren van communicatievaardigheden is niet voldoende<br />

voor meer complementariteit is onze ervaring nu.<br />

Het gaat met name ook om de groei naar meer veilige hechting, de<br />

emotionele verbondenheid en vertrouwen van de partners onderling<br />

en het veranderen van de negatieve interactiepatronen, waar kritiek<br />

en vermijding het decor vormen, naar meer steun en het durven<br />

uiten van verlangen, pijn en verdriet. In de relatie waar men zich<br />

veilig voelt, is de ontwikkeling van een reflectief vermogen meer<br />

mogelijk. Men zal minder de verlangens en teleurstelling uitageren<br />

dan wel projecteren in de partner.<br />

Vanuit deze emotionele verbondenheid is er ruimte voor differenta-<br />

tie, leren accepteren en kunnen omgaan met onderlinge verschillen.<br />

Op die manier, hebben een aantal echtparen ons laten zien, kan<br />

de asymmetrie op de achtergrond verdwijnen en krijgt de diagnose<br />

ASS een meer dynamische betekenis in plaats van een statische.<br />

In de statische betekenis staat vooral de handicap en blijvende<br />

beperking centraal. In de dynamische betekenis wordt wel stil gestaan<br />

bij de beperking, maar zijn beide partners bereid de mogelijkheden<br />

te onderzoeken naar verdere groei van beiden. Een korte casusbe-<br />

schrijving ter illustratie.<br />

Zij is begin veertig en van Chinese afkomst, hij ook begin veertig,<br />

Nederlander en heeft sinds een half jaar de diagnose Asperger.<br />

Zij is zeer teleurgesteld over het uitblijven van een tweede kind.


Met dit uitblijven, het niet vervullen van haar verlangen, voelt zij<br />

ook meer verdriet over haar vertrek vanuit China.<br />

Zij uit zich kritisch, geregeld geïrriteerd naar hem. Hij verdedigt<br />

zich, beargumenteert. Na de psycho-educatie en betere afstemming<br />

rond huishouden wordt in de gesprekken meer stil gestaan bij hun<br />

conflict, haar verwachtingen en teleurstelling over de relatie en zijn<br />

onbegrip hierover. Na enige tijd en uitleg kan hij haar boosheid<br />

vertalen in de pijn en het verdriet dat zij voelt. Hij kan haar hierna<br />

adequaat troosten. Zij stelt zich minder agressief op naar hem,<br />

zij raken meer betrokken op elkaar en er is meer wederzijdse steun<br />

ook in de praktische zaken. Zij steunt hem meer in de planning<br />

van het huishouden, hij ondersteunt haar in de Engelse lessen<br />

die zij volgt.<br />

In de relatie ontstaat er tussen beiden meer acceptatie en ook<br />

ruimte voor differentatie. Hij besteedt weer samen met zijn vroegere<br />

vriend tijd aan zijn hobby fotografie, zij spreekt 1 maal per week<br />

af met een Chinese vriendin, terwijl hij op hun dochter past.<br />

De relatie wordt meer complementair en de asymmetrie verdwijnt<br />

naar de achtergrond. Overigens schuilt ook in de relatie behandelaar-<br />

echtpaar het risico van “blijvende” asymmetrie, wanneer de behan-<br />

delaar zich opstelt als de wetende deskundige.<br />

In de therapeutische relatie is complementariteit noodzakelijk wel<br />

met ieders eigen verantwoordelijkheid.<br />

Deze verantwoordelijkheid betekent voor de behandelaar dat hij/zij<br />

respect, betrokkenheid en wil tot samenwerken en gezamenlijk<br />

onderzoeken zal moeten tonen, zodat een veilig klimaat kan ont-<br />

staan waar ruimte is voor reflectie.<br />

Verdieping 4: emoties en gevoelens in ASS relaties<br />

In de therapie komen gevoelens van beiden aan de orde; beiden<br />

uiten die op verschillende wijze. Aandacht hiervoor is van belang.<br />

Voor de partner met ASS zullen de gevoelens meer toegelicht en<br />

benoemd moeten worden. Het doel is tot meer begrip te komen,<br />

in het begin eerder op cognitief niveau maar bij sommigen is<br />

integratie meer mogelijk en zijn zij ook in staat tot meer aanvoelen<br />

en zich kunnen verplaatsen in de partner.<br />

Bij de partner zonder ASS: zij zal gevoelens kort en bondig moeten<br />

leren gaan verwoorden en in haar woede zich minder heftig moeten<br />

tonen. In later stadium van de therapie kan onder andere met<br />

behulp van de technieken uit de Emotionally focused therapy<br />

van Susan Johnson het verdriet, de angst en het verlangen van<br />

beiden meer gedeeld worden. Belangrijke voorwaarde is herstel<br />

van zogenaamde basic trust bij beiden.<br />

Voor elke relatie geldt: je durft je pas kwetsbaar op te stellen<br />

wanneer je je veilig weet. De veilige hechting, je verbonden voelen,<br />

is met andere woorden hierin van belang.<br />

Emotionally focused therapy stelt dat mensen in onveilige relaties<br />

een negatief interactiepatroon ontwikkelen zoals bijvoorbeeld<br />

voortdurende kritiek en vermijding; dergelijke interactiepatronen<br />

versterken op hun beurt weer de onveiligheid en hebben uiteraard<br />

ook effect op de reflectie.<br />

De vermijding en aanhoudende boosheid/kritiek noemt Susan<br />

Johnson secundaire emoties. Vaak ligt hieronder een primaire emotie<br />

zoals bijvoorbeeld verdriet of angst voor verlating ten gevolge van<br />

ervaringen of een verlangen naar meer geborgenheid. Het is van<br />

belang na de de-escalatie van het conflict deze primaire emotie<br />

naar voren te halen.<br />

Een korte schets<br />

Een echtpaar waar de man recent diagnose Asperger heeft.<br />

Het begin van de therapie stond in teken van psycho-educatie.<br />

Bij beiden ontstaat meer herkenning en erkenning van de diagnose.<br />

Daarna waren zij beter in staat af te stemmen; hij kwam eerder<br />

thuis van zijn werk en zette zich meer in voor de opvoeding van<br />

hun dochter. Zij stelde zich minder vermijdend op in het contact<br />

naar hem. Haar vermijding had te maken met haar angst voor zijn<br />

verbale agressie. Hij uitte zich agressief op de momenten wanneer<br />

hij zich buiten gesloten voelde.<br />

In zijn familie had hij altijd het gevoel gehad: “ïk doe er niet toe”.<br />

Ook in zijn relatie met haar had hij vaak dit gevoel. Naarmate hij<br />

zijn angst en verdriet meer kon verwoorden, kon zij meer open<br />

staan en kon zij hem haar angst vertellen over haar agressieve,<br />

gewelddadige vader. Beiden waren in staat meer naar elkaars verhaal<br />

te luisteren en elkaar steun en troost te bieden. Hun negatieve<br />

interactiepatroon veranderde, werd veiliger en meer verbonden.<br />

Vanuit de grotere veiligheid is er ook meer ruimte voor reflectie<br />

op eigen handelen en op de reactie van de ander.<br />

Tenslotte: het moge duidelijk zijn, deze therapie is in ontwik-<br />

keling. Er zal nog veel studie nodig zijn en praktische ervaring<br />

moeten worden opgedaan om deze therapie te verbeteren en<br />

te vervolmaken.<br />

Daarbij is ook uw inzet van groot belang maar vooral ook de inzet<br />

van de vele echtparen die dagelijks vechten voor het verbeteren<br />

van hun relatie. ’<br />

81<br />

nummer 2 • augustus 2006


WTA-lezing 2006<br />

Impressie van een zaaldiscussie<br />

Een probleem, een aandachtspunt en een stelling<br />

Als aangegeven in het redactioneel op pagina 51 had deze WTA-<br />

lezing een bijzondere opzet. Twee deskundigen – mw. Carla van<br />

Zuijden en mw. Ciska Aerts – werden bereid gevonden hun inzichten<br />

te formuleren in de vorm van stellingen om zo de discussie breed te<br />

houden en de uitwisseling van ideeën met de zaal te verlevendigen.<br />

Van Zuijden is relatietherapeute werkzaam bij Symfora en mw.<br />

Ciska Aerts is als psychiater/psychotherapeut werkzaam bij het<br />

Leo Kannerhuis. Hieronder enige stellingen en fragmenten uit een<br />

zaaldiscussie die van belang lijken voor de ontwikkeling van deze<br />

bijzondere therapie.<br />

Een probleem: generalisatie<br />

Het generaliseren van nieuw geleerde vaardigheden is voor veel<br />

mensen met een autisme spectrum stoornis een serieus probleem.<br />

Dit probleem moet beschouwd worden als een intrinsiek onderdeel<br />

van de therapie zelf.<br />

De vraag doet zich dan ook voor hoe binnen de therapeutische<br />

setting voorwaarden kunnen worden geschapen om hier mee om<br />

te gaan. Een sluitend en eenduidig antwoord op deze vraag bleek<br />

in dit stadium van de ontwikkeling van de therapie nog niet voor-<br />

radig. Binnen de therapie kan men de vormtechnische interactie<br />

structureren door het plannen van vaste afspraken tussen de part-<br />

ners. Bijvoorbeeld: op dinsdagavond van acht uur tot half negen<br />

spreken jullie met elkaar met als uitgangspunt een agenda waar jullie<br />

het over willen hebben. Daarbij zijn hulpmiddelen denkbaar als het<br />

meegeven van een afsprakenlijstje en het beschikbaar hebben van<br />

filmfragmenten om de kern van een boodschap vast te leggen.<br />

Maar toch blijft plannen iets anders dan uitvoeren. Het element van<br />

de mate van strijd tussen de partners speelt daarbij op de achter-<br />

grond een belangrijke rol. De wijze waarop de communicatie<br />

gevoerd wordt, is niet eenvoudig te transfereren. Oude patronen –<br />

zoals bijvoorbeeld agressief taalgebruik- kunnen in de therapeutische<br />

setting ingedamd worden maar weer opkomen in de thuissituatie.<br />

Daarmee komt de veiligheid binnen de relatie in het geding. Er zijn<br />

uiteraard trainingen tegen agressie. Maar ook communicatie via<br />

e-mail kan wellicht uitkomst bieden. Het effect van dit verkeer kan<br />

zijn dat de inhoud van de communicatie belangrijker wordt dan de<br />

vorm. Uit de beschikbare ervaringsgegevens blijkt voorlopig wel dat<br />

naarmate de (echt)paren meer verwijderd kunnen blijven van hun<br />

relationele strijd, de afstemming van de gemaakte afspraken en dus<br />

de generalisatie beter verloopt.<br />

Een aandachtspunt: de komst van kinderen<br />

Een vaak onbesproken gelaten maar wel degelijk medebepalend<br />

element in de keuze van een relatiepartner kan in sommige gevallen<br />

juist zijn, dat er sprake is van mogelijk autisme, zonder dat de<br />

82<br />

<strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />

partners dat op dat moment behoeven te weten. In de lezing van<br />

Doreleijers (<strong>Autisme</strong> en forensische psychiatrie; WTA 2006, nr. 1;<br />

pag 11) lezen we bijvoorbeeld: “De echtelieden waren gelukkig<br />

getrouwd. De moeder had de man leren kennen toen hij in de dertig<br />

was en hij had daarvoor nog nooit iets met het andere geslacht<br />

gehad; zij vond hem een heel veilige man.” Ook in de hier besproken<br />

<strong>relatietherapie</strong> bleek, dat alle betrokkenen perioden hebben gehad<br />

waarin ze gelukkig met elkaar waren. De gesignaleerde asymmetrie<br />

– voor zover die al specifiek zou zijn voor de hier bedoelde ASS-relaties –<br />

speelt dus niet altijd een negatieve rol maar kan ook mensen bij elkaar<br />

brengen. Wat wél uit de voortgang van de ervaringen met deze relati-<br />

etherapie naar voren kwam is dat veel echtparen aangaven dat met<br />

name de komst van de kinderen een verschuiving betekende in de<br />

relatie omdat er problemen kwamen met overzicht en planning die de<br />

komst van kinderen nu eenmaal met zich meebrengt.<br />

Een stelling: mensen met ASS hebben dezelfde emoties als<br />

mensen zonder ASS<br />

Een korte zaaldiscussie over deze stelling leverde algemene instem-<br />

ming op. Deze instemming betekent niet dat de stelling als obligaat<br />

gekarakteriseerd zou kunnen worden. Integendeel: er schuilt een<br />

belangrijk uitgangspunt achter met implicaties voor behandelaars.<br />

Als de diagnose ‘autisme’ eenmaal gesteld is, bestaat er nog steeds<br />

een neiging – zeker bij kinderen – te stoppen met therapie onder<br />

het motto: tegen een dergelijk voldongen feit helpt – even los van<br />

enige cognitief geïnspireerde behandelingen – geen enkele therapie.<br />

Bij de onderhavige problematiek, waar het gaat over de diagnose<br />

bij volwassenen, zou men wensen dat hulpverleners de mensen<br />

met ASS op hun emotionaliteit blijven aanspreken en niet tot de<br />

conclusie komen dat er tegen autisme geen kruit gewassen is.<br />

Duidelijk is wel dat – terwijl er sprake is van dezelfde emoties –<br />

de uiting van deze emoties anders verloopt. Ook daar zal in een<br />

<strong>relatietherapie</strong> rekening mee moeten worden gehouden. Het meest<br />

frappant kwam dit tot uitdrukking in een voorbeeld vanuit de zaal:<br />

“Als ik een emotie heb, dan uit ik hem niet; als ik hem wel uit, ben<br />

ik ’m kwijt.” In de <strong>relatietherapie</strong> moet men zich rekenschap geven<br />

van de onderscheiden manier van het uiten van emoties bijvoorbeeld<br />

door goed te kijken naar stereotiepen die mensen met autisme<br />

vertonen. Stereotiepen zijn betekenisvol en verwijzen naar emoties.<br />

De redactie realiseert zich dat de regels op deze pagina nog<br />

geen begin van een adequate samenvatting vertegenwoor-<br />

digen van de zaaldiscussie zoals die zich na het referaat van<br />

Kuiper en Walder ontwikkelde. Daarom stelt de redactie de<br />

Forumpagina van het volgend nummer van het WTA open<br />

voor aanvullende bijdragen van de aanwezige discussianten.


Bijlage bij artikel <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />

Dit artikel is verschenen in het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong>. Het tijdschrift is<br />

online te vinden op www.wetenschappelijktijdschriftautisme.nl.<br />

Over het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />

Het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong> is een uitgave van de NVA, de Nederlandse<br />

Vereniging voor <strong>Autisme</strong>. De website van de NVA is www.autisme.nl.<br />

Het blad verschijnt 3 keer per jaar. Het verschijnt onder de verantwoordelijkheid van een<br />

onafhankelijke redactie.<br />

Contact<br />

U kunt ons per mail bereiken op: redactie@wetenschappelijktijdschriftautisme.nl<br />

De overige contactgegevens vindt u op onze website.<br />

Deze pagina is aan de PDF toegevoegd in augustus 2010.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!