26.09.2013 Views

IN DIT NUMMER O.A. 12 16 28 34 - Lievensberg ziekenhuis

IN DIT NUMMER O.A. 12 16 28 34 - Lievensberg ziekenhuis

IN DIT NUMMER O.A. 12 16 28 34 - Lievensberg ziekenhuis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tref.<br />

SEH-teamleidster Marian Joosen:<br />

“We kunnen nu in rust genieten van de hectiek”<br />

Trefpunt magazine<br />

voorjaar 20<strong>12</strong><br />

41e jaargang<br />

<strong>IN</strong> <strong>DIT</strong> <strong>NUMMER</strong> O.A.<br />

<strong>12</strong> Keuze voor één ERP- en<br />

EPDsysteem in volle gang<br />

<strong>16</strong> Maatschap Neurologie:<br />

Duidelijke indeling in acute en<br />

chronische zorg<br />

<strong>28</strong> Klantbeloften in <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong><br />

<strong>34</strong> Tussentijdse evaluatie van<br />

<strong>ziekenhuis</strong>reorganisatie


Voorwoord<br />

‘Wij zijn er voor u’? Daar heb ik niet veel van gemerkt.’<br />

Als bestuur heb ik regelmatig contact met patiënten. En helaas<br />

niet altijd om te horen dat het zo goed is gegaan. Zo sprak<br />

ik laatst een echtpaar. De man was voor een opname in ons<br />

<strong>ziekenhuis</strong> geweest. Een aantal zaken was niet goed gelopen.<br />

Zonder diep op de casus in te gaan, kwam het er in hoofdlijnen<br />

hier op neer. De communicatie en informatie waren - voorzichtig<br />

uitgedrukt - niet optimaal. De behandeling werd uitgesteld.<br />

Dat was helaas niet tijdig meegedeeld. Een reden werd pas na<br />

herhaald navragen gegeven. De overdracht tussen de hulpverleners<br />

ging ook niet adequaat. De man had het idee dat hij<br />

iedere keer zijn verhaal opnieuw moest vertellen. Ook het ontslagtraject<br />

verliep niet vlekkeloos. Eenmaal thuis maakte het<br />

telefoontje van de ontslagverpleegkundige wel weer veel goed.<br />

De man voelde geen behoefte om een klacht in te dienen.<br />

“Maar”, zei hij, “ik vind het wel belangrijk dat u het weet en hier<br />

wat aan doet.”<br />

Dit is één van de tientallen gesprekken die ik jaarlijks voer met<br />

patiënten en met familie van patiënten. Veelal gaan ze niet met<br />

me in gesprek om hun gelijk te halen. De meesten willen een<br />

bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de<br />

zorg. (Gelukkig komen er ook complimenten binnen voor de<br />

aandacht en de zorg die men heeft gekregen.)<br />

In dit voorval draaide alles om informatie en communicatie en<br />

het nakomen van afspraken: aspecten waaraan wij binnen ons<br />

<strong>ziekenhuis</strong> de laatste jaren veel aandacht hebben gegeven.<br />

En, zoals uit het bovenstaande blijkt, ook moéten geven. Dat is<br />

de reden dat wij als <strong>ziekenhuis</strong> recent een aantal klantbeloften<br />

hebben opgesteld. Hierin worden zaken benoemd die je als patiënt<br />

- en als ‘gast’ van <strong>Lievensberg</strong> – van ons mag verwachten.<br />

In de hotelwereld zijn klantenbeloften al jaren heel gewoon. In<br />

de zorg wordt daar nu een start mee gemaakt. <strong>Lievensberg</strong> wil<br />

ook graag meedoen door haalbare beloften te formuleren. In<br />

dit nummer van Trefpunt kunt u hier meer over lezen.<br />

Ook de voorbereiding en invoering van het basisdossier, elektronisch<br />

patiëntendossier en verpleegkundig dossier gaan in<br />

<strong>Lievensberg</strong> gestaag door. Het is straks mogelijk (voor degenen<br />

die daartoe geautoriseerd zijn) om op iedere plek gegevens<br />

in te zien. En hiermee voorkom je dat patiënten iedere<br />

keer weer dezelfde basale gegevens moeten geven.<br />

Het jaar 2011 hebben we op alle gebieden goed afgesloten:<br />

zowel zorginhoudelijk als fi nancieel. Een enorme prestatie is<br />

geleverd op het gebied van ziekteverzuim.<br />

2<br />

Iedereen heeft hiervoor zelf een eigen verantwoordelijkheid<br />

genomen. We hebben nu zelfs van alle ziekenhuizen het laagste<br />

ziektepercentage. Mijn complimenten, een pluim is op zijn<br />

plaats voor alle medewerkers.<br />

Van de <strong>ziekenhuis</strong>organisatie wordt in 20<strong>12</strong> veel gevraagd.<br />

Mijn collega Hans Ensing gaf in het vorige voorwoord van Trefpunt<br />

al aan dat we momenteel volop voor uitdagingen staan.<br />

Als u het nieuws over de zorg volgt, dan is wel duidelijk wat er<br />

aan de hand is. De fi nanciering staat onder druk. Er is discussie<br />

over de concentratie en spreiding van zorg. De rol van de zorgverzekeraars<br />

verandert. De eisen die worden gesteld op het<br />

gebied van kwaliteit en veiligheid en transparantie nemen toe.<br />

Er is discussie over samenwerking tussen ziekenhuizen… Dat<br />

alles vraagt veel van ons: niet alleen van de organisatie, maar<br />

ook van u als medewerker. <strong>Lievensberg</strong> gaat desondanks door<br />

op de ingeslagen weg: we willen onze patiënten goede zorg<br />

blijven leveren: samen met onze samenwerkingspartners en in<br />

welke vorm dan ook.<br />

Ik kom tot slot nog even terug op het hierboven genoemde gesprek.<br />

Boven de hoofdingang van ons <strong>ziekenhuis</strong> staat in grote<br />

letters ‘Wij zijn er voor u’. De patiënt merkte op: “Daar heb ik<br />

niet veel van gemerkt”. Laten we met elkaar onze leuze waarmaken.<br />

Ik ben er van overtuigd dat wij, als <strong>Lievensberg</strong>ers, dat<br />

kunnen.<br />

Ton Ruikes


Inhoud<br />

Rubrieken<br />

Dit doe ik 29<br />

<strong>Lievensberg</strong> blijft bij de les 31<br />

Dit houdt mij bezig 32<br />

Vanuit de Cliëntenraad <strong>34</strong><br />

Tot slot 35<br />

2 Voorwoord<br />

3 Inhoudsopgave<br />

4-7 Kort Nieuws<br />

8-9 Even voorstellen<br />

10-11 In rust genieten van de hectiek op SEH<br />

<strong>12</strong>-13 Kiezen voor één ERP en –EPDsysteem<br />

14-15 Verpleegkundige Advies Raad (VAR)<br />

<strong>16</strong>-17 Specialisme belicht: neurologie<br />

18-19 Tussentijdse evaluatie van reorganisatie<br />

20-21 ICT, kloppend hart in het zorgproces<br />

22-23 Ziekteverzuim loopt sterk terug<br />

24-25 Digitaal lab-orderen in de polikliniek<br />

26-27 Beter voorbereid op donatiegesprek<br />

<strong>28</strong> Klantbeloften in <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong><br />

Ziekteverzuim loopt sterk terug<br />

Pagina 22-23<br />

26-27<br />

<strong>28</strong><br />

35<br />

3


Kees van der Meulen:<br />

Deskundige Steriele Medische<br />

Hulpmiddelen<br />

4<br />

Kees van der Meulen is sinds<br />

begin dit jaar deskundige en<br />

adviseur op het gebied van (her)<br />

gebruik en logistiek van steriele<br />

medische hulpmiddelen.<br />

Kees van der Meulen is sinds begin dit jaar deskundige en adviseur<br />

op het gebied van (her)gebruik en logistiek van steriele<br />

medische hulpmiddelen. “Dit is voor de Centrale Sterilisatie Afdeling<br />

(CSA) en voor alle afdelingen die met steriele materialen<br />

werken.”<br />

Kees van der Meulen vervult deze functie voor het <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong> en voor het Franciscus Ziekenhuis Roosendaal.<br />

Onder zijn verantwoordelijkheid valt het steriele beleid<br />

van beide ziekenhuizen. Hij is verantwoordelijk voor toezicht<br />

op inkoop, opslag en productie van steriele materialen. Van der<br />

Meulen geeft adviezen en controleert bijvoorbeeld of de weten<br />

regelgeving goed wordt toegepast. Behalve Deskundige<br />

Steriele Medische Hulpmiddelen is hij tevens deskundige op<br />

het gebied van reiniging, desinfectie en logistiek van fl exibele<br />

endoscopen.<br />

Roodkapjesneeuwwitje<br />

In de hal van de polikliniek, nabij de apotheek, hangt sinds<br />

kort een opvallend glas-in-lood-raam. Dit werkstuk met de titel<br />

Roodkapjesneeuwwitje, is gemaakt door Roland Sohier in samenwerking<br />

met Mike Lancaster. De afdeling Bouw & Techniek<br />

zorgde voor een omlijsting op maat.<br />

In de nacht naar<br />

binnen via Spoed<br />

Sinds februari is de hoofdingang van het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong><br />

dicht tijdens de nachtelijke uren. Patiënten en bezoekers<br />

kunnen zich tussen 23.30 uur en 6.00 uur melden<br />

bij de balie van de Spoedeisende hulp en Huisartsenpost,<br />

het nieuwe gebouw aan de Van Swietenlaan in gebruik genomen.<br />

Mede met het oog op de veiligheid is besloten om<br />

het aantal toegangsmogelijkheden van het <strong>ziekenhuis</strong> in de<br />

nacht zo veel mogelijk te beperken.<br />

Raad van Toezicht in 20<strong>12</strong><br />

De samenstelling van de Raad van Toezicht is sinds 1 januari<br />

gewijzigd. De heren K. Hielkema en W. van Egeraat<br />

zijn afgetreden. Nieuw in de raad is de heer L.A.M. van den<br />

Nieuwenhuijzen.<br />

Van den Nieuwenhuijzen werkt als registeraccountant. Hij vervulde<br />

na zijn opleiding op de Koninklijke Militaire Academie<br />

diverse offi ciersfuncties bij Defensie, zowel operationeel als<br />

(fi nancieel) bestuurlijk, onder meer als directeur van de Defensie<br />

Accountantsdienst. Zijn affi niteit met de zorg is gelegen<br />

in de relatie met de (fi nanciering) van de Militaire Gezondheidszorg<br />

en met het aan het Universitair Medisch Centrum<br />

Utrecht verbonden Centrale Militaire hospitaal en het Calamiteitenhospitaal.<br />

Verder heeft hij namens de NBA (Nederlandse<br />

Beroepsorganisatie voor Accountants) in november 2010 een<br />

adviesrapport uitgebracht over de sector Care: ‘Nieuwe Bakens<br />

voor de Zorg’.<br />

De raad bestaat met ingang van 1 januari uit de volgende leden:<br />

mevrouw C.J.M. ter Bekke-Heijboer, lid, de heer mr. A.C.<br />

Blom, voorzitter, de heer prof. dr. mr. M.A.J.M. Buijsen, lid, de<br />

heer J. Dingelstad, huisarts, vice-voorzitter, de heer L.A.M. van<br />

den Nieuwenhuijzen, RA, lid, de heer J.W.M. Smits, lid.


Bouwperikelen in en rond <strong>Lievensberg</strong><br />

De bouwactiviteiten in en rond het <strong>ziekenhuis</strong> gaan voort.<br />

Het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> is in 20<strong>12</strong> gestart met een serie<br />

grote en kleine verbouwingen.<br />

Klein in omvang, maar groot in uitvoering is bijvoorbeeld de<br />

opknapbeurt van de buitenbank vóór het <strong>ziekenhuis</strong>. De vooral<br />

in de zomer veel gebruikte bank bestaat uit heel veel latten.<br />

Deze hardhouten latten worden in etappes één voor één losgeschroefd,<br />

in de werkplaats van Bouw & Techniek geschuurd<br />

en gelakt, en weer teruggeplaatst. Dit is een fl inke klus voor<br />

huisschilder Jan Lodewijks.<br />

Strand en zee<br />

De afdeling Bouw & Techniek is druk bezig met de verbouwing<br />

van de poli Kindergeneeskunde. Als thema is gekozen voor<br />

Strand en Zee. De vloerbedekking wordt zandkleurig. Deze<br />

kleur loopt door op de muren en gaat over in een vergezicht<br />

met parasols en een zeegezicht.<br />

Vriend en gids voor kinderen<br />

met diabetes in 3D<br />

Prikkie, het beeldmerk van het kinderdiabetesteam<br />

van het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong>, is uit het papier gestapt.<br />

De Bergse kunstenaars Hendrik Boot en Corrie<br />

Hagenaars gaven Prikkie vorm in 3D.<br />

Het door kunstschilder Hendrik Boot bedachte stripfi -<br />

guurtje is sinds enkele jaren gids en vriend voor kinderen<br />

met diabetes. Prikkie speelt een belangrijke rol in het leren<br />

omgaan met suikerziekte: hij helpt bij het geven van<br />

uitleg, zet aan tot goede zelfzorg en laat zien dat je met<br />

diabetes een normaal leven kunt leiden. Als stripfi guurtje<br />

kom je hem tegen in de speciale informatiemap voor kinderen.<br />

Hij duikt op tijdens de door de diabetesverpleegkundigen<br />

georganiseerde kinderactiviteiten en hij is present<br />

als er extra informatie wordt gegeven. Prikkie heeft<br />

inmiddels een eigen serie ballonnen,<br />

T-shirts en potloodjes.<br />

Sinds dinsdag 23 januari staat<br />

Prikkie in 3D in de wachtruimte<br />

bij de spreekkamers van de diabetesverpleegkundigen.Hendrik<br />

Boot en Corrie Hagenaars<br />

gaven hem samen vorm. De<br />

kunstenaars werkten met veel<br />

In de naastgelegen buitenruimte, de voormalige ambulanceingang<br />

van de Spoedeisende hulp, is een nieuwe fundering<br />

aangebracht en een betonvloer gestort. Daarna volgde het<br />

dichtbouwen van de ruimte en het wegbreken van de oude buitenmuren.<br />

Een gedeelte van deze vierkante meters wordt bij<br />

de nieuwe kinderpoli getrokken. Ook de functieafdeling krijgt<br />

hiervan een deel. Vóór de bouwvakantie zijn de nieuwe ruimten<br />

in gebruik. Een gedeelte van de functieafdeling is verhuisd<br />

naar de leegstaande ruimten van de oude Spoed.<br />

Keuken<br />

Cofely, het vaste installatiebedrijf van het <strong>ziekenhuis</strong>, start in<br />

mei met de aanpassingen aan de keuken voor het Meals on<br />

Wheels-concept. Op dit moment werkt de keuken nog met<br />

voornamelijk stoom. Cofely verwijdert een stuk van het kookgedeelte.<br />

De ventilatie en afzuiging worden aangepast en de<br />

oude koelmachines (R22) vervangen. Het huidige installatiewerk,<br />

zoals de riolering en waterleidingen, wordt volledig vervangen.<br />

Aan het einde van het eerste kwartaal van 20<strong>12</strong> is het<br />

dienbladensysteem verleden tijd en zijn alle afdelingen in het<br />

<strong>ziekenhuis</strong> van de Meals on Wheels-wagens voorzien. Cofely<br />

verwacht de klus in drie maanden tijd te klaren.<br />

Nieuwe website voor <strong>Lievensberg</strong><br />

De <strong>Lievensberg</strong>website is volledig vernieuwd<br />

en heringedeeld. Bij de inrichting<br />

is geprobeerd om de website nog<br />

overzichtelijker en patiëntvriendelijker<br />

te maken. De mogelijkheid om media,<br />

zoals korte informatiefi lms, toe te voegen<br />

is verbeterd. Informatie over aandoeningen<br />

en behandelingen is sneller te vinden. Het uitgebreide<br />

Medisch ABC met video’s en teksten over een grote diversiteit<br />

aan aandoeningen biedt zeer veel informatie. Het <strong>ziekenhuis</strong> wil<br />

op de nieuwe website meer gebruik gaan maken van videomateriaal<br />

en sociale media. Suggesties daarvoor, en voor tekst en<br />

foto’s, zijn welkom via pr@lievensberg.nl.<br />

plezier aan Prikkie. Boot: “We hebben in het beeld kenmerken<br />

van hedendaagse pubers verwerkt: merkkleding, de<br />

voorliefde voor gadgets maar ook de onzekerheid.”<br />

Corrie Hagenaars maakte in de afgelopen jaren voor het<br />

<strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> diverse beelden in dezelfde stijl. Op<br />

elke etage is bij de liften een exemplaar te vinden. In november<br />

leverde zij een beeld voor de nieuwe Spoedeisende hulp<br />

en Huisartsenpost.<br />

Vlnr: Kunstschilder Hendrik Boot, de diabetesverpleegkundige Astrid Jumelet en Nicole Boel en<br />

beeldhouwster Corrie Hagenaars, met in hun midden Prikkie.<br />

5


Accreditatiepunten halen in <strong>Lievensberg</strong><br />

Een opleiding volgen in <strong>Lievensberg</strong> en daar meteen<br />

ook accreditatiepunten voor binnenhalen? Het <strong>ziekenhuis</strong><br />

mag voor de duur van drie jaar punten toekennen.<br />

De afdeling Opleidingen haalde de hiervoor<br />

benodigde erkenning binnen.<br />

Verpleegkundigen kunnen geregistreerd blijven in het<br />

kwaliteitsregister Verpleegkundigen en Verzorgenden<br />

(V&V), als zij over vijf jaar verdeeld 40 uur van de in totaal<br />

184 bij- en nascholingsuren besteden aan geaccrediteerde<br />

activiteiten. Opleidingscoördinator René Hagenaars:<br />

“Wij kunnen nu alle onderwijsactiviteiten in aanmerking<br />

laten komen voor het behalen van accreditatiepunten. Te<br />

denken valt aan klinische lessen, intervisie, scholingen,<br />

casuïstiekbesprekingen, et cetera”.<br />

De accreditatie door de Accreditatiecommissie V&V betekent<br />

dat het <strong>ziekenhuis</strong> kwaliteit levert op het gebied van<br />

onderwijs en dat zij deskundigheidsbevordering serieus<br />

neemt.<br />

Eén van de eerste opleidingen waarvoor het <strong>ziekenhuis</strong><br />

accreditatiepunten mocht geven, was de bijscholing ’De<br />

oncologische patiënt’. Deze scholing richtte zich op verpleegkundigen<br />

en vierdejaars leerling-verpleegkundigen<br />

die in hun werk te maken hebben met de zorg voor patienten<br />

met een oncologische aandoening.<br />

Vaatchirurg Tim Bikkers versterkt<br />

sindskort het dermaTeam.<br />

6<br />

dermaTeam Middelburg breidt uit<br />

Vaatchirurg werkt samen met dermatologen<br />

Sinds kort zijn er niet alleen dermatologen<br />

werkzaam bij dermaTeam Middelburg. Erkend<br />

vaatchirurg Tim Bikkers is het team<br />

komen versterken. In de polikliniek voor<br />

dermatologie worden patiënten met spataderen<br />

en chronische wonden nu in één<br />

traject door verschillende zorgprofessionals<br />

gezien en behandeld.<br />

In het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> bestaat al geruime<br />

tijd een nauwe samenwerking tussen<br />

vaatchirurgen en dermatologen. Mensen uit<br />

heel Nederland komen hiervoor speciaal naar<br />

Bergen op Zoom. Deze unieke samenwerking<br />

is nu ook in Middelburg beschikbaar.<br />

Snelle groei<br />

Dermatologie is één van de snelst groeiende<br />

De Voedingsdienst is op maandag<br />

2 april gestart met het in<br />

fasen uitrollen van het nieuwe<br />

Meals-on-Wheels-concept.<br />

Meals on Wheels rolt voort<br />

De Voedingsdienst is op maandag 2 april gestart met het in<br />

fasen uitrollen van het nieuwe Meals-on-Wheels-concept. Met<br />

Meals on Wheels kiest de patiënt pas wat hij of zij zal gaan<br />

eten als de wagen met diverse keuzemogelijkheden komt voorrijden.<br />

In de oude situatie werden de maaltijden ’s ochtends<br />

besteld en ’s avonds afgepast op een dienblad aangeboden.<br />

De nieuwe wijze van het opdienen van warme maaltijden<br />

kende een uitgebreide voorbereidingstijd. De nieuwe methode<br />

vraagt aanpassingen van de keuken en van het personeel.<br />

Ton Oomes, hoofd Voedingsdienst: “Alle investeringen die behoren<br />

bij het nieuwe voedingsconcept ‘Meals on Wheels’ zijn<br />

uitgevoerd. Wel wordt er nog hard gesleuteld aan formatieuitbreiding<br />

van de voedingsassistenten.” Medewerkers van de<br />

Voedingsdienst bieden de voedingsassistenten op de afdelingen<br />

de eerste dagen optimale ondersteuning. De maaltijden<br />

worden opgediend op een nieuw servies. Modern, strak, wit en<br />

met een blauwe streep. Voor de brood- en warme maaltijden<br />

is gekozen voor een extra groot bord. Ton Oomes: “Het grote<br />

bord zal de presentatie van de gerechten ten goede komen<br />

en tevens de gastvrijheid mede doen verhogen. Het huidige<br />

(oude) servies zal door de voedingsdienst per afdeling worden<br />

omgeruild.<br />

specialismen. Dat komt mede door een sterke<br />

toename van mensen met huidkanker. Nederland<br />

kent een tekort aan dermatologen. Dit<br />

was de reden voor de Vlissingse dermatoloog<br />

Werner Habets en Dick van Gerwen van het<br />

<strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> om vorig jaar met dermaTeam<br />

te starten. Van Gerwen: “Na het vertrek<br />

van de Vlissingse dermatoloog dr. Prens<br />

lukte het maar niet om een geschikte vervanger<br />

te vinden. Door de samenwerking met de<br />

dermatologen van <strong>Lievensberg</strong> (die landelijk<br />

bekend staan als de beste dermatologen van<br />

Nederland), is het wel gelukt om goede dermatologen<br />

aan te trekken.” Aan dermaTeam<br />

zijn inmiddels vijf dermatologen verbonden.<br />

De inwoners van Zeeland zijn daardoor in de<br />

toekomst verzekerd van goede dermatologische<br />

zorg.


Operaties vrouwenziekten<br />

met daVinci operatierobot<br />

De gynaecologen zetten sinds kort de daVinci operatierobot<br />

in voor ingrepen op microchirurgisch<br />

niveau. De geavanceerde robot vertaalt de handbewegingen<br />

van de medisch specialist in kleine, trillingvrije<br />

handelingen. De operatierobot kan worden<br />

ingezet bij vrouwen voor baarmoederverwijderingen,<br />

verzakkingsproblemen, baarmoederslijmvlieskanker<br />

en bij overgewicht. In de toekomst zijn ook operaties<br />

bij vrouwen met eierstokkanker mogelijk.<br />

De daVinci Robot is een op afstand bestuurbaar instrument,<br />

waarmee zeer nauwkeurig kan worden gewerkt.<br />

De operatie is in feite een kijkoperatie (laparoscopie).<br />

Het apparaat neemt geen beslissingen en voert ook geen<br />

zelfstandige handelingen uit. Een camera met driedimensionale<br />

beeldvergroting (ongeveer 10 maal ten opzichte<br />

van het blote oog) toont de specialist alle details van het<br />

operatiegebied. Door de combinatie van scherp zicht, de<br />

kleine, trillingsvrije en zeer beweeglijke robotinstrumenten<br />

wordt de operatie nauwkeurig uitgevoerd. Belangrijke<br />

structuren als zenuwen en bloedvaten worden gespaard<br />

en het bloedverlies is veelal minimaal. In plaats van een<br />

grote snede worden voor de operatie slechts een paar<br />

gaatjes gemaakt. De littekens blijven daardoor klein. Ook<br />

zijn minder pijnstillers nodig. De patiënt herstelt over het<br />

algemeen sneller en kan eerder naar huis.<br />

In het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> wordt de operatierobot<br />

sinds een aantal maanden gebruikt voor operaties op het<br />

gebied van bariatrie, urologie en gynaecologie. Diverse<br />

medisch specialisten en OK-medewerkers zijn inmiddels<br />

intensief getraind in het werken met deze geavanceerde<br />

robot.<br />

In plaats van een grote snede worden voor bijvoorbeeld een<br />

baarmoederverwijdering slechts een paar gaatjes gemaakt.<br />

Aftellen naar 25 mei<br />

Het Basisdossier en het Verpleegkundig Dossier gaan op 25<br />

mei ‘live’ op verpleegafdeling GF6 bij het medisch specialisme<br />

‘Chirurgie’. Vanaf deze datum starten de chirurgen als eerste<br />

met digitale dossiervoering. Daarna volgen fasegewijs de overige<br />

specialisten. Het Basisdossier is vanaf deze datum in de<br />

gehele polikliniek te raadplegen door specialisten en ondersteuners.<br />

Twee werkgroepen houden zich bezig met de invulling en uitwerking.<br />

In deze werkgroepen zitten verpleegkundigen, specialisten,<br />

overige zorgprofessionals en projectondersteuners.<br />

Doel is om voor <strong>Lievensberg</strong> een helder en effectief Basisdossier<br />

en Verpleegkundig dossier te realiseren. Alle medische en<br />

behandelinformatie van de patiënt is in <strong>Lievensberg</strong> straks bij<br />

alle relevante en geautoriseerde zorgverleners altijd en up-todate<br />

beschikbaar. Alle belangrijke zorginformatie van de patiënt<br />

komt daardoor overal beschikbaar. De patiënt hoeft de<br />

algemene vragen slechts eenmaal te beantwoorden. En uiteraard<br />

wordt steeds de privacy van de patiënten zoveel mogelijk<br />

gewaarborgd.<br />

Bestuurswisseling binnen<br />

Stichting Vrienden van<br />

<strong>Lievensberg</strong><br />

Voorzitter Jan Slokkers<br />

(l.) nam na ruim 10 jaar<br />

afscheid van de Vrienden<br />

van <strong>Lievensberg</strong>.<br />

Een bestuurstermijn is<br />

eigenlijk 2 x 4 jaar; Jan<br />

Slokkers is 2 jaar langer<br />

gebleven, vooral omdat<br />

hij de Vrienden een warm<br />

hart toedraagt. Maar de tijd<br />

brak aan dat hij de voorzittershamer<br />

overdroeg aan<br />

zijn opvolger Piet van de<br />

Kieboom (r.).<br />

De Vrienden zijn blij met hun nieuwe voorzitter. Het bestuur<br />

gaat ook dit jaar weer enthousiast aan de slag met diverse projecten<br />

voor het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong>.<br />

Ook Anton de Groen heeft afscheid genomen van de Vrienden;<br />

hij wordt opgevolgd door Cristel Hoek, medewerker van de afdeling<br />

inkoop.<br />

7


Even voorstellen<br />

Liselore van Esch,<br />

spoedeisende hulp-arts<br />

8<br />

Liselore van Esch werkt<br />

sinds oktober als SEHarts<br />

bij het <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong>.<br />

Liselore van Esch werkt sinds oktober als SEH-arts bij het <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong>. Ze heeft nog net de overgang naar de<br />

nieuwbouw meegemaakt. Van Esch: “Het is echt een andere<br />

werkomgeving geworden.”<br />

Na haar studie geneeskunde werkte Van Esch een aantal jaren<br />

als arts-assistent chirurgie. Hieruit kwam de interesse en ook<br />

de mogelijkheid voort om de specialisatie tot SEH-arts te volgen.<br />

“De afwisseling in het vakgebied spreekt me erg aan. Ook<br />

het contact met de diverse andere diensten, zoals de huisarts,<br />

de ambulancedienst, collega-specialisten en de verpleegkundigen<br />

maakt het vak interessant en uitdagend.”<br />

Het begeleiden van de arts-assistenten op de afdeling vindt<br />

ze een welkome aanvulling van haar werkzaamheden. “SEHartsen<br />

zijn in Nederland betrekkelijk nieuw. We zijn nog druk<br />

bezig met het schrijven van protocollen en het afstemmen van<br />

taken en verantwoordelijkheden met andere specialismen. Het<br />

vak is nog volop in ontwikkeling en dat maakt het ook erg leuk<br />

en uitdagend.”<br />

Gerhard van ’t Hof kwam per 1 februari het team van het<br />

behandelcentrum voor Overgewicht en Obesitas versterken.<br />

Victor Meuleman,<br />

cardioloog<br />

Victor Meuleman trad in januari toe<br />

tot de maatschap Cardiologie.<br />

Victor Meuleman trad in januari toe tot de maatschap Cardiologie.<br />

Meuleman heeft een voorkeur voor het beschouwend deel<br />

van zijn vakgebied. “De afwisseling tussen de chronische en<br />

acute zorg spreekt mij aan. Veel van de diagnostiek doen we<br />

zelf, ook dat maakt het vak afwisselend.”<br />

Meuleman is positief over zijn eerste weken in het Bergse <strong>ziekenhuis</strong>.<br />

“Het werkproces verloopt op een effi ciënte manier en<br />

het is prettig samenwerken met de collega’s.” Het digitaal kunnen<br />

inzien van ECG’s zou volgens hem het werkproces nog<br />

verder stroomlijnen.<br />

In de in november geopende SEH is een Eerste Harthulp ingericht.<br />

Van patiënten met een acute hartaandoening kan daar<br />

direct een hartfi lmpje worden gemaakt. Een Eerste Harthulp<br />

wordt ook wel ‘observatorium’ genoemd. SEH-artsen en cardiologen<br />

zien gezamenlijk de patiënt. “Op dit moment wordt<br />

gewerkt met statussen waarin de gezondheidstoestand van de<br />

patiënt wordt weergegeven. Samen met de SEH-artsen zijn we<br />

bezig om deze statussen wat overzichtelijker op te stellen, zodat<br />

deze effectiever worden gelezen”.<br />

Gerhard van ’t Hof, bariatrisch<br />

Het behandelcentrum voor Overgewicht en Obesitas heeft<br />

in het afgelopen jaar meer dan 900 patiënten behandeld. De<br />

komst van een tweede en een derde chirurg zijn dan ook een<br />

welkome aanvulling op het multidisciplinair team.<br />

Gerhard van ’t Hof kwam per 1 februari het team versterken. In<br />

zijn laatste studiejaar specialiseerde hij zich in gastro-intestinale<br />

chirurgie. De stap naar overgewichtchirurgie is een logische.


chirurg<br />

Dr. Ruben Schouten,<br />

bariatrisch chirurg<br />

Dr. Ruben Schouten werkt sinds 1 maart in het behandelcentrum<br />

voor Overgewicht en Obesitas. Hij heeft<br />

naast zijn opleiding tot chirurg promotieonderzoek<br />

gedaan op het gebied van overgewichtchirurgie. Hij<br />

onderzocht de langetermijneffecten, complicaties en<br />

heroperaties na diverse bariatrische ingrepen. Schouten:<br />

“Binnen de geneeskunde is overgewichtchirurgie<br />

een relatief nieuw vakgebied. Het is dan ook belangrijk<br />

om te onderzoeken of de positieve effecten van de<br />

ingreep op lange termijn in stand worden gehouden”.<br />

De specialisten van het behandelcentrum zijn van plan<br />

om naast het behandelen van patiënten tevens wetenschappelijk<br />

onderzoek te starten. Schouten krijgt<br />

een belangrijke rol bij de opzet en uitvoering daarvan.<br />

“Door het grote aantal patiënten dat in ons centrum<br />

wordt behandeld, kan op een effectieve wijze waardevolle<br />

informatie worden verzameld voor onderzoek.”<br />

Peggy Vencken is sinds 1 februari de<br />

<strong>12</strong>e gynaecoloog van de maatschap.<br />

“Het interessante van het vakgebied chirurgie is dat het<br />

een combinatie is van kennis, techniek en handvaardigheid.<br />

Deze combinatie maakt het vak afwisselend”, legt<br />

Van ’t Hof uit. Het opereren via een kijkoperatie wordt binnen<br />

de chirurgie gezien als een van de meer complexe<br />

technieken. “Het vereist veel ervaring en training voordat<br />

je deze techniek goed beheerst.”<br />

Dr. Ruben Schouten werkt sinds 1 maart in het behandelcentrum<br />

voor Overgewicht en Obesitas.<br />

Peggy Vencken,<br />

gynaecoloog<br />

Gynaecologie is een praktisch vak waarin je<br />

mensen van verschillende leeftijden en met<br />

zeer diverse aandoeningen behandelt. Reden<br />

voor Peggy Vencken om voor de opleiding tot<br />

gynaecoloog te kiezen. Tijdens het laatste jaar<br />

van haar opleiding heeft zij zich voornamelijk beziggehouden<br />

met oncologische aandoeningen<br />

binnen de gynaecologie. Bij het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong><br />

is dit ook haar aandachtsgebied. Zij is<br />

bezig met een onderzoek naar erfelijke (BRCA)<br />

eierstokkanker. Binnen twee jaar wil ze dit promotieonderzoek<br />

afronden.<br />

De maatschap gynaecologie bestaat nu uit <strong>12</strong><br />

gynaecologen. De specialisten werken voor<br />

zowel het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> als het Franciscus<br />

<strong>ziekenhuis</strong>. Vencken werkt op woensdag<br />

en vrijdag in Bergen op Zoom en op dinsdag en<br />

donderdag in Roosendaal.<br />

9


Marian Joosen: “De aanschaf van een<br />

digitaal röntgenapparaat en een aparte,<br />

ingerichte röntgenkamer zijn ook een<br />

verademing”.<br />

10


Een gloednieuw digitaal röntgenapparaat, een hartbewakingsruimte<br />

voor vier patiënten, extra behandelkamers,<br />

infuuskarren en brancards. Met de ingebruikname<br />

van de nieuwe Spoedeisende hulp (SEH) is er heel<br />

wat veranderd. “En het mooie is, we hebben nu ook<br />

ramen!”, voegt Marian Joosen glimlachend toe.<br />

Als teamleidster van de SEH was zij in 2011 samen met<br />

aannemers, architect, automatisering, inkoop en medisch<br />

coördinator druk in de weer om de nieuwbouw in goede<br />

banen te leiden. Dat had veel meer voeten in aarde dan<br />

zij in eerste instantie dacht. De indeling van de ruimtes, de<br />

materiaalkeuze, de kleursamenstellingen, alle details van<br />

het bouwtraject passeerden de revue. “Het was een hele<br />

hectische tijd, maar het is zeker de moeite waard geweest.<br />

Er heerst nu veel meer rust op de afdeling, hoe druk het ook<br />

is. We hebben meer ruimte om tijdens drukke, hectische<br />

periodes patiënten te behandelen; in aparte kamers, dus<br />

niet in één ruimte slechts gescheiden door een gordijntje.<br />

De stress van ‘waar kunnen we de mensen plaatsen?’ is<br />

weg. Het is allemaal een stuk effi ciënter geworden en het<br />

ziet er nog prachtig uit ook.”<br />

Familieruimte<br />

De eerste vier maanden in het nieuwe onderkomen zijn<br />

voorbij gevlogen. “De eerste weken was het nog wel wennen,<br />

voor de andere SEH-medewerkers nog meer dan voor<br />

mij. Zij moesten soms nog wennen aan de nieuwe indeling.<br />

Maar iedereen spreekt over een grote vooruitgang.” Ook op<br />

SEH-teamleidster Marian Joosen<br />

“We kunnen nu in rust<br />

genieten van de hectiek”<br />

het gebied van veiligheid is er veel veranderd. Binnenwandelen<br />

op de eerste hulp is niet meer mogelijk. Bezoekers<br />

worden bij het betreden van het complex verwelkomd door<br />

speciaal opgeleide doktersassistentes van de Huisartsenpost,<br />

die hen vervolgens doorverwijzen naar de Spoedeisende<br />

hulp of de huisartsenpost. “Met een druk op de knop<br />

kan de balie zonodig worden afgeschermd met veiligheidsglas.<br />

Zo kunnen mogelijke problemen op het gebied van<br />

agressie snel de kop worden ingedrukt”, legt Marian uit. De<br />

SEH beschikt naast een algemene ontvangstkamer over<br />

een speciale familieruimte, waar mensen kunnen wachten<br />

terwijl hun gezinslid wordt behandeld.<br />

Hartbewaking<br />

“De aanschaf van een digitaal röntgenapparaat en een<br />

aparte, ingerichte röntgenkamer zijn ook een verademing”,<br />

vertelt de teamleidster verder. “De patiënt hoeft niet meer<br />

vervoerd te worden naar een andere ruimte en dat betekent<br />

dus tijdwinst. Het nieuwe apparaat kan zelfs in twee<br />

verschillende ruimtes gebruikt worden. Dat is ideaal.” Tegenwoordig<br />

kan ook een aantal patiënten met hartklachten<br />

voor maximaal twaalf uur worden opgenomen op de Eerste<br />

Hart Hulp van de SEH. “Wij kunnen ook alle benodigde<br />

onderzoeken op de SEH doen. Voorheen werd in dit soort<br />

gevallen de patiënt direct opgenomen op de hartbewaking<br />

van het <strong>ziekenhuis</strong>. Nu blijven die bedden vrij voor andere<br />

patiënten. Dankzij het nieuwe pand zijn we echt met stappen<br />

vooruitgegaan, op allerlei vlakken. Het was alle ‘verbouwstress’<br />

meer dan waard.”<br />

11


<strong>12</strong><br />

SESAM traject >><br />

Keuze voor één ERP- en<br />

EPD-systeem in volle gang<br />

Waarom ieder voor zich het wiel uitvinden? Samen<br />

ben je sterker. Dit is reden voor het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong><br />

en het Franciscus Ziekenhuis om hun krachten<br />

te bundelen in een zoektocht naar één ERP- en<br />

één EPD-systeem. De werkgroepen hebben voor het<br />

selectieproces al een aantal belangrijke stappen genomen.<br />

Na een eerste selectieronde en demo’s van<br />

leveranciers, volgden het opstellen van een programma<br />

van eisen, het bekijken van offerte en kennismaking<br />

met de praktijk.<br />

De samenwerking verliep vanaf de start vlot. Kees Helmons,<br />

hoofd fi nanciële administratie, is namens het<br />

<strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> projectleider van het ERP-projectteam:<br />

“Het is een mooie mogelijkheid om samen te<br />

werken. <strong>Lievensberg</strong> kan haar ervaring met de invoering<br />

van Navision in 2006 inbrengen in dit selectietraject waarmee<br />

beide ziekenhuizen hun voordeel kunnen doen.”<br />

Arnoud Slooff, zorggroepmanager Snijdend, namens<br />

<strong>Lievensberg</strong> projectleider van het EPD-projectteam: “Dit<br />

project is inderdaad een goede gelegenheid om als organisaties<br />

te leren samenwerken aan dergelijke projecten.<br />

Hoewel wij binnen het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> al bezig<br />

zijn met de invoering van een geïntegreerd EPD-systeem,<br />

hebben we toch besloten om samen met Franciscus<br />

een EPD te selecteren voor de toekomst. Hiermee<br />

anticiperen wij alvast op de toekomstige ontwikkelingen<br />

in EPD-systemen en natuurlijk op verdere samenwerking<br />

met het Franciscus.”<br />

Eisenpakket<br />

Na systeemdemonstraties van de geselecteerde bedrijven<br />

gingen de project- en werkgroepleden aan de slag<br />

om een defi nitief programma van eisen op te stellen. Hierin<br />

stonden de voorwaarden waaraan het voor het ‘ideale’<br />

systeem moest voldoen. Zeven verschillende bedrijven,<br />

drie EPD- en vier ERP-leveranciers, leverden op basis<br />

van deze eisenpakketten een offerte aan.<br />

Een plezierig en leerzaam onderdeel van het traject waren<br />

de oriëntaties op locatie. Gloedvolle powerpointdemonstraties<br />

en schitterende brochures zeggen immers<br />

ook niet alles. Een fl ink aantal project- en werkgroepleden<br />

nam dus een kijkje in de digitale keuken van ziekenhuizen<br />

die al een EPD- en ERP-systeem gebruiken.


EPD en ERP<br />

SESAM staat voor het Selectieproces EPD/ERP in Saamhorigheid.<br />

Het is het gezamenlijke selectietraject van het<br />

Franciscus Ziekenhuis en het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong><br />

voor één ERP- en één EPD-systeem. ERP-software<br />

(ERP staat voor Enterprise resource planning) verzorgt de<br />

automatische afhandeling van logistieke, administratieve<br />

en fi nanciële bedrijfsprocessen in één bedrijfsbreed informatie-<br />

en managementsysteem. ERP is een geïntegreerd<br />

softwarepakket dat eenmalige opslag van gegevens mogelijk<br />

maakt. Dit systeem zal zoveel mogelijk het volledig<br />

medisch, verpleegkundig en paramedisch dossier, inclusief<br />

patiëntlogistiek en fi nanciële afhandeling, georganiseerd<br />

rondom de individuele patiënt, gaan omvatten. Het<br />

Bert Puiman, projectleider voor het Franciscus Ziekenhuis<br />

van het projectteam ERP: “Om een weloverwogen<br />

keuze te kunnen maken willen we de systemen<br />

van deze leveranciers graag in de praktijk zien<br />

en we willen ook graag weten hoe de betreffende ziekenhuizen<br />

het systeem in hun organisatie inzetten.”<br />

In het Lucas Andreas <strong>ziekenhuis</strong> in Amsterdam keek<br />

de groep naar de ervaringen met softwareleverancier<br />

Epic. Voor een kennismaking met het EPD-systeem<br />

van ChipSoft ging het richting UMC Utrecht. De volgende<br />

excursies gingen naar het Westfries Gasthuis,<br />

waar wordt gewerkt met het ERP-systeem van Avenade,<br />

AX4health genaamd. In Ziekenhuis Pantein in<br />

Boxmeer werd meegekeken naar het Vidavi-syteem<br />

van VCD. Het Pantein is de eerste organisatie in<br />

Nederland die met het ERP-systeem van deze leverancier<br />

gaat werken. Na de bezoeken kregen de<br />

gekozen leveranciers de gelegenheid om hun systemen<br />

aan de hand van aangeleverde casussen te<br />

demonstreren.<br />

nieuwe EPD-systeem (Electronic Paper Display ofwel<br />

Elektronisch patiëntendossier) is een zoveel mogelijk<br />

geïntegreerd systeem met één database. Daardoor zijn<br />

gegevens veel makkelijker en sneller terug te vinden. Dat<br />

levert tijdwinst op voor iedereen en daar hebben de patient<br />

en alle betrokkenen bij het zorgproces baat bij.<br />

De SESAM projectleden van Franciscus en <strong>Lievensberg</strong> zijn in<br />

de afgelopen weken opnieuw samen op pad geweest, maar nu<br />

om ERP systemen nader onder de loep te nemen. Zo werd onder<br />

meer meegekeken in het Westfries Gasthuis.<br />

13


De VAR komt op voor de belangen<br />

van het verpleegkundig beroep in het<br />

<strong>ziekenhuis</strong>.<br />

14<br />

Verpleegkundige Advies Raad<br />

Naast de Vereniging Medische Staf, Ondernemingsraad en de Cliëntenraad heeft<br />

<strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> een vierde formeel orgaan dat de Raad van Bestuur adviseert:<br />

de Verpleegkundige Advies Raad komt op voor de professionalisering van het<br />

verpleegkundig beroep in het <strong>ziekenhuis</strong>. Zowel de VAR als de Raad van Bestuur<br />

gaat ervan uit dat dit een positieve uitwerking krijgt op de kwaliteit van zorg.<br />

Maar waarom is er nu een VAR en niet eerder, zoals in 75<br />

% van de ziekenhuizen? Daarvoor gaan we even terug in de<br />

geschiedenis. De Verpleegkundige-Adviesraden ontstonden<br />

begin jaren negentig. Dat kwam doordat de invloed van de<br />

verpleegkundige beroepsgroep op het management steeds<br />

minder was geworden. Veel beslissingen die het werk van<br />

verpleegkundigen aangingen, werden genomen op plekken<br />

waar geen verpleegkundigen zaten. Een VAR is dan ook<br />

een adviescommissie van verpleegkundigen of verzorgenden.<br />

Er worden in het land ook wel andere namen gebruikt,<br />

zoals Verpleegkundig Convent, Stafconvent Verpleging,<br />

Verpleegkundige Staf of Verpleegkundige Raad.<br />

Schaalvergroting<br />

Tegelijkertijd hebben fusies en samenwerkingsverbanden<br />

geleid tot schaalvergroting in de gezondheidszorg en zijn<br />

grote organisaties ontstaan waar vaak duizenden mensen<br />

werken. Uit effi ciencyoverwegingen baseren de directeuren<br />

van deze grote organisaties hun beleid steeds meer op<br />

economische en beheersmatige motieven. Hierdoor raakt bij<br />

dergelijke grote organisaties de uitvoerende zorgverlening<br />

op de achtergrond.<br />

Het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> heeft hier in veel minder mate<br />

‘last’ van, omdat de organisatie minder groot is. Daarnaast<br />

was de lijn kort omdat het Hoofd Klinische Zorg een verpleegkundige<br />

was die deel uitmaakte van het Management


Team. Na de reorganisatie van vorig jaar heeft de Raad<br />

van Bestuur het initiatief genomen om een VAR op te<br />

richten om de koppeling tussen het management en de<br />

uitvoerende zorgverlening te handhaven.<br />

Na een periode van ontwikkeling is de VAR <strong>Lievensberg</strong><br />

sinds november vorig jaar een offi cieel orgaan in ons <strong>ziekenhuis</strong>.<br />

De VAR heeft geen wettelijke basis. Het gaat om advisering<br />

van het management. Ook is een werkgever niet<br />

verplicht om een VAR in te stellen. Dat de Raad van Bestuur<br />

dit wel heeft gedaan, beschouwt de VAR als een<br />

zeer positieve ontwikkeling. De Raad van Bestuur neemt<br />

adviezen van de Verpleegkundige Advies Raad serieus in<br />

zijn beslissingen en het beleid.<br />

Adviezen<br />

De VAR heeft op een aantal terreinen al gevraagd advies<br />

gegeven: over het nieuwe beleidsplan, het digitale verpleegkundig<br />

dossier en de samenwerkingsovereenkomst<br />

met het Amphia en Franciscus <strong>ziekenhuis</strong>. Maar ook over<br />

de kwaliteit van zorg buiten kantooruren is advies gegeven.<br />

In deze dossiers vragen we met name aandacht voor<br />

de verpleegkundige beroepsgroep, voor goede informatie<br />

en wat dat betekent voor de individuele verpleegkundige<br />

op termijn.<br />

Recent hebben we de Raad van Bestuur ongevraagd advies<br />

gegeven over het protocol maagsonde inbrengen.<br />

Landelijk is dit protocol aangepast naar aanleiding van<br />

wetenschappelijk onderzoek. Door dit protocol aan te<br />

passen en in te voeren op de werkvloer wordt de kwaliteit<br />

van zorg en met name de veiligheid voor de patiënt een<br />

stap beter.<br />

Is dat niet wat we als verpleegkundige beroepsgroep willen?<br />

De beste zorg bieden aan onze patiënten, geboden<br />

door verpleegkundigen die met volle overgave, volgens<br />

de laatste stand van de wetenschap, hun werk doen.<br />

Daarmee wordt goede zorg, die we allemaal geven, excellente<br />

zorg.<br />

Excellente Zorg<br />

Om het bovenstaande op professionele wijze in te voeren<br />

is er het project Excellente Zorg, een initiatief vanuit de<br />

Beroepsvereniging V&VN.<br />

<strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> wil hiervan, met de samenwerkende<br />

ziekenhuizen, mogelijk een project van maken.<br />

De verschillende Verpleegkundige Advies Raden van het<br />

Amphia, Franciscus en <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> zijn hier-<br />

bij in een vroeg stadium betrokken.<br />

Daarnaast willen we over dit project in het najaar een<br />

symposium organiseren. Buiten dit project streven we ernaar<br />

om komend jaar de VAR beter neer te zetten in de<br />

organisatie, door bekendheid te geven aan wat we doen<br />

en wat we willen.<br />

Hoewel de VAR niet bedoeld is om de individuele belangen<br />

van een verpleegkundige te behartigen, willen we<br />

wel initiatieven van de individuele verpleegkundigen op<br />

hun gebied waarderen. Zo is het gebruik van de PICCkatheter<br />

een goed en mooi initiatief van met name Gerard<br />

Kemperman van de CCU om de kwaliteit van zorg te verbeteren<br />

bij infusietherapie. Maar ook bijvoorbeeld Omar<br />

Akoudad, leerling verpleegkundige, schreef een prima<br />

werkstuk over de allochtone patiënt. Hij heeft daarover in<br />

de Nieuwsbrief geschreven én een Standaard Verpleeg<br />

Plan gemaakt voor de islamitische patiënt. Graag horen<br />

we van zulke initiatieven.<br />

De VAR is een mooi instrument voor de verpleegkundigen<br />

om rechtstreeks contact te hebben met de Raad van<br />

Bestuur waar het gaat over het verpleegkundige beroep.<br />

Daarbuiten is de VAR een enthousiaste groep collega’s<br />

die proberen een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van<br />

zorg in een goede werkomgeving in ons <strong>ziekenhuis</strong>.<br />

Jos van de Lande<br />

VAR-leden<br />

De Verpleegkundige Advies Raad bestaat uit de volgende<br />

leden:<br />

Brenda Plasman, voorzitter, Seniorverpleegkundige<br />

afdeling G7<br />

Coby Bevelander, vice-voorzitter, Consultatief<br />

Psychiatrisch verpleegkundige<br />

Eline Wilting, vice-voorzitter, Opleidingsfunctionaris<br />

Cathy Roelen, Lid, Verpleegkundige dialyse<br />

Diana Kodde, Lid, Seniorverpleegkundige afdeling GF6<br />

Jos van de Lande, Lid, ANW hoofd<br />

Ella van Koeveringe, Ambtelijk secretaris,<br />

Stafmedewerker Bureau KIV<br />

Voor reacties en / of opmerkingen naar aanleiding van<br />

dit artikel of de werkzaamheden van de VAR kun je<br />

contact opnemen met één van de leden van de VAR<br />

via de e-mail: VAR@<strong>Lievensberg</strong>.nl.<br />

15


<strong>16</strong><br />

Vlnr: Hilda Tjeerdsma, Bas Feensta en Gijs den Hartog.<br />

Maatschap Neurologie volop in beweging<br />

Neurologie is in de afgelopen jaren veranderd van een<br />

vakgebied met de nadruk op chronische zorg, in een<br />

vakgebied waar veel acute zorg wordt geleverd. “De<br />

eerste uren nadat de patiënt een herseninfarct heeft<br />

gehad, zijn essentieel. Er is dan veel te redden. Schade<br />

door zuurstofgebrek in de hersenen kan met tijdig<br />

ingrijpen worden tegengegaan”, legt neurologe Hilda<br />

Tjeerdsma uit. Een neuroloog kan steeds meer soorten<br />

zorg bieden aan de patiënt. Door nieuwe inzichten en<br />

ontdekkingen is het vakgebied in beweging geraakt.<br />

Acute zorg<br />

Een belangrijke verandering in de afgelopen jaren is de<br />

opvang van CVA-patiënten (CVA staat voor Cerebro Vasculair<br />

Accident, ofwel een beroerte). Mensen die een beroerte<br />

hebben gehad worden op dezelfde dag nog gezien.<br />

“Ook als de klachten al weer over zijn, doen we een con-<br />

trole om te kijken waar de klachten vandaan zijn gekomen.<br />

Als je zorg aan een patiënt met uitvalsverschijnselen op<br />

een geprotocolleerde wijze geeft, dan kan deze een stuk<br />

adequater worden geholpen.<br />

De maatschap neurologie heeft een samenwerking met<br />

verschillende partijen binnen en buiten het <strong>ziekenhuis</strong> om<br />

het zorgtraject voor de patiënt zo goed mogelijk te laten<br />

verlopen. “Hoe sneller mensen revalideren na een beroerte,<br />

hoe groter de kans op herstel. Dit blijkt uit diverse<br />

studies”, vertelt Tjeerdsma. Kort nadat patiënten met een<br />

beroerte worden binnengebracht kan trombolyse worden<br />

toegepast. Via een infuus wordt een sterke bloedverdunner<br />

toegediend die stolsels in de hersenvaten oplost. De<br />

kans op verdere schade aan de hersenen blijft hierdoor<br />

beperkt. Deze behandeling wordt toegepast op een beperkt<br />

aantal patiënten, omdat trombolyse tot 4,5 uur na het<br />

ontstaan van de beroerte effectief is.


Chronische zorg<br />

In de polikliniek zien de neurologen patiënten met pijnklachten,<br />

zoals hoofdpijnpatiënten, rug- en nekhernia patiënten,<br />

en met specifi eke neurologische aandoeningen, zoals epilepsie,<br />

Parkinson, MS. Zorg voor chronische aandoeningen<br />

wordt tegenwoordig samen gedaan met gespecialiseerde<br />

verpleegkundigen. “Er wordt meer gekeken naar het behoud<br />

van een goede kwaliteit van leven<br />

door het geven van goede nazorg en<br />

voorlichting. De MS- en Parkinsonverpleegkundigen<br />

hebben contacten<br />

met fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut<br />

en andere zorgverleners<br />

die patiënten begeleiden bij het leven<br />

met een chronische ziekte. In de omgeving zijn ook speciale<br />

Parkinsontherapeuten actief die een specifi ek behandeltraject<br />

aanbieden. De komst van dit soort gespecialiseerde<br />

therapeuten en gespecialiseerd verpleegkundigen heeft de<br />

kwaliteit van zorg in de afgelopen jaren duidelijk verbeterd.<br />

Teamverband<br />

Bij neurologie is er een duidelijke verschuiving naar multidisciplinaire<br />

zorg. Tjeerdsma: “Op het gebied van geheugenproblemen<br />

werken we samen met de geriaters, op het gebied<br />

van slaapproblemen doen we dat met de KNO-artsen en de<br />

longartsen.”<br />

Duizeligheid is erg invaliderend. Het kan veel oorzaken hebben.<br />

Daarom is het belangrijk dat meerdere specialisten<br />

hiernaar kijken. “Voor 20<strong>12</strong> willen we starten met een behandeltraject<br />

voor duizeligheid waarbij nauw zal worden samen-<br />

De drie neurologen zijn<br />

bewust algemeen neuroloog,<br />

zodat zij in principe<br />

alle patiënten met alle<br />

aandoeningen zien.<br />

gewerkt met KNO-artsen en longartsen.”<br />

In de regio is veel vraag naar neurologische zorg. De maatschap<br />

neurologie wordt gevormd door drie medisch specialisten.<br />

Ondanks dat zij iedere week een uitzonderlijke<br />

hoeveelheid patiënten zien, zijn de wachtlijsten opgelopen.<br />

Tjeerdsma: “We hopen dat we een vierde specialist erbij krijgen.<br />

Hiervoor is echter goedkeuring nodig van verschillende<br />

partijen”. Onlangs deed de maatschap<br />

mee aan een pilot voor een softwaresysteem<br />

dat het inspreken van statussen<br />

direct vertaalt in geschreven tekst<br />

op de computer. Tjeerdsma: “dit soort<br />

digitalisering is zeer welkom. Deze manier<br />

van het verwerken van statussen<br />

werkt effi ciënt en zorgt ervoor dat we meer administratie in<br />

minder tijd kunnen doen.”<br />

Algemeen neuroloog<br />

De drie neurologen zijn bewust algemeen neuroloog, zodat<br />

zij in principe alle patiënten met alle aandoeningen zien.<br />

Achter de schermen hebben zij wel de aandachtsgebieden<br />

enigszins verdeeld, zodat zij over het totale vakgebied up<br />

to date blijven. Zo is Hilda Tjeerdsma wat meer gespecialiseerd<br />

in slaapaandoeningen, Bas Feenstra richt zich meer<br />

op patiënten met geheugenproblemen en Gijs den Hartog<br />

is de gemandateerd medisch specialist die in samenspraak<br />

met de zorgmanager het beleid van de zorgeenheid uitzet. In<br />

de toekomst zal voor meer behandelingen de samenwerking<br />

met andere specialismen worden gezocht.<br />

17


Vinger aan de pols<br />

Tussentijdse<br />

evaluatie<br />

van de<br />

organisatiewijziging<br />

De nieuwe organisatiestructuur voor het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong><br />

lijkt zonder haperen te zijn ingevoerd. Om deze algemene<br />

indruk te toetsen voerde organisatieadviesbureau<br />

DamhuisElshuisVerschure in het najaar van 2011 een tussentijds<br />

onderzoek uit. De algemene conclusie is in maart<br />

gepresenteerd. En inderdaad: op alle fronten scoort het<br />

<strong>ziekenhuis</strong> na de wijziging van de organisatie gelijk (soms)<br />

of beter (meestal) dan in de oude situatie. De evaluatie is<br />

een nulmeting, bedoeld om ontwikkelingen in de toekomst<br />

aan te spiegelen.<br />

De ontwikkelingen in de <strong>ziekenhuis</strong>wereld gaan snel. Om daarop<br />

snel te kunnen sturen was een bijstelling van de structuur<br />

nodig. Die kwam er in 2011. In het najaar van 2011 volgde een<br />

18<br />

Besluit<br />

Op 21 april 2010 nam de Raad van Bestuur het besluit<br />

om tot wijziging van de organisatiestructuur over<br />

te gaan. Na een uitvoerig en zorgvuldig voortraject<br />

werd de organisatiewijziging per 1 januari 2011 concreet.<br />

Zoals de Raad van Bestuur hechtte aan een zorgvuldige<br />

ontwerp- en voorbereidingsfase, hecht hij nu<br />

belang aan een zorgvuldige uitrol van het proces. De<br />

tussenevaluatie biedt zicht op de wijze waarop het<br />

nieuwe organisatiemodel zijn beslag krijgt en biedt<br />

aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling.<br />

eerste evaluatie. Deze is uitgevoerd met behulp van een breed<br />

vragenlijstonderzoek, interviews en een serie bijeenkomsten.<br />

Het volledige lijnmanagement, van seniorverpleegkundige tot<br />

Raad van Bestuur, medici, stafmanagers en stafadviseurs is<br />

ondervraagd. Ook de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad en<br />

de Verpleegkundig Advies Raad zijn bevraagd.<br />

Positief<br />

Hoewel het algemene beeld opvallend positief is, zijn wel kanttekeningen<br />

gemaakt en verbeterpunten benoemd. Toch is het<br />

positieve beeld dat naar voren komt volgens het onderzoeksbureau<br />

opvallend. Bij en na een organisatiewijziging is namelijk<br />

vaak sprake van onrust, weerstand, onduidelijkheid en tijdelijke<br />

terugval in resultaten. Ook loopt het ziekteverzuim vaak op. In


<strong>Lievensberg</strong> is dat alles niet aan de orde geweest; integendeel<br />

zelfs: het ziekteverzuim daalt, de kwaliteit neemt toe en de productiviteit<br />

blijft op peil.<br />

Slagvaardiger<br />

Uit deze evaluatie blijkt dat de verantwoordelijkheid en betrokkenheid<br />

van medewerkers met de organisatorische eenheid en<br />

het <strong>ziekenhuis</strong> groot is. Ook de voorwaarden voor het ondernemerschap<br />

worden positief bevonden.<br />

Het doel van de organisatiewijziging, meer slagvaardigheid,<br />

lijkt gerealiseerd te worden. Het procesmanagement wordt na<br />

de reorganisatie beter bevonden dan daarvoor. Met name de<br />

vorming van zorgeenheden, die een redelijk afgerond zorgproces<br />

kan worden geleverd, wordt als positief ervaren. Wel zijn er<br />

op diverse terreinen nog slagen te maken. Het hoger management<br />

blijkt iets positiever en ziet meer positieve ontwikkelingen<br />

dan mensen die dichter op het operationele proces zitten,<br />

zoals medici, seniorverpleegkundigen, teamleiders. Belangrijk<br />

punt van uitwerking is de wijze waarop de coördinatie en sturing<br />

van werkprocessen op de werkvloer vorm moet krijgen.<br />

Het streven is om medewerkers en teams meer eigen regelruimte<br />

en bevoegdheden te geven.<br />

Het onderzoeksbureau concludeert: “De informatievoorziening<br />

en aanpak van de verandering zijn goed geweest, maar er is<br />

nu duidelijk behoefte aan scholing en aan een gezamenlijk<br />

leer-/groeiproces waarin voortgang, problemen en successen<br />

worden besproken en aangepakt; op ‘naar een lerende organisatie’.”<br />

19


20<br />

Erik van Grinsven, hoofd automatisering<br />

ICT, kloppend hart in het zorgproces<br />

Smartphones, laptops, iPads. Ze zijn niet meer uit het straatbeeld<br />

weg te denken. Ook de medische wereld volgt de technologische<br />

ontwikkelingen op de voet, waarbij continu de<br />

vraag ‘hippe gadget of nuttige toepassing?’ centraal staat.<br />

Nieuwe technologieën brengen niet alleen gemak voor specialist<br />

en patiënt met zich mee, maar veelal ook een golf aan<br />

digitale data die verwerkt dient te worden. “En daar komt ons<br />

specialisme de hoek om kijken”, verklaart Erik van Grinsven,<br />

hoofd automatisering.<br />

De medewerkers van automatisering houden op de achtergrond<br />

een complexe, steeds groter wordende ICT-infrastructuur<br />

draaiende. “Het belang van deze afdeling valt niet<br />

te vergelijken met de situatie van<br />

vijftien jaar geleden. Toen werden<br />

computers en printers puur voor<br />

administratieve processen ingezet.<br />

Nu zitten we middenin het<br />

zorgproces. Alles gaat tegenwoordig<br />

digitaal. De patiëntendossiers,<br />

de röntgenfoto’s, MRI- en CT-scans, uitslagen van bloedonderzoeken,<br />

medicatiegegevens. Het gehele zorgproces<br />

wordt in het <strong>ziekenhuis</strong>informatiesysteem opgeslagen”, somt<br />

Van Grinsven op.<br />

Eén basissysteem<br />

Een groot voordeel is dat de gewenste gegevens op elke<br />

werkplek door de behandelaar zijn op te vragen. “Binnen een<br />

paar muisklikken is de specialist op de hoogte van de laatste<br />

ontwikkelingen omtrent de patiënt. Een ander groot voordeel<br />

is dat er geen dossiers op een verkeerde plaats terecht komen.<br />

Alle informatie is gelijk digitaal voorhanden.”<br />

Toch lijkt het systeem een stuk eenvoudiger dan het is. Zo<br />

werken niet alle disciplines met dezelfde computersystemen.<br />

“De labuitslagen worden bijvoorbeeld in een ander soort systeem<br />

verwerkt dan de scan van radiologie”, geeft Erik ter<br />

illustratie. Het is vervolgens aan de afdelingen Automatisering<br />

en Informatievoorzienig de taak om al deze gegevens te<br />

De medewerkers van<br />

automatisering houden op de<br />

achtergrond een complexe,<br />

steeds groter wordende<br />

ICT-infrastructuur draaiende.<br />

‘vertalen’ naar één basissysteem vanwaar de informatie door<br />

de geautoriseerde personen oproepbaar is.<br />

“Daarom hameren wij er altijd op dat de medewerkers alle<br />

informatie op de juiste manier invoeren. Een verpleegkundige<br />

kan ervoor kiezen om gegevens van patiënten in een<br />

eigen mapje op de afdelings-pc bij te houden, maar dan is<br />

niet meer met één klik de juiste status te vinden.”<br />

Ook het installeren van ‘vreemde software’ vormt een risico.<br />

“We werken met veel verschillende programma’s en<br />

systemen die met elkaar verbonden zijn. Dat valt niet te<br />

vergelijken met een eigen netwerkje thuis, waar hooguit<br />

een handvol pc’s actief zijn. In het <strong>ziekenhuis</strong> praat je over<br />

meer dan honderd servers, zo’n negenhonderd PC’s en vele<br />

printers en scanners. Alle software<br />

wordt dan ook nauwkeurig getest.<br />

Vreemde programma’s kunnen storingen<br />

veroorzaken die vergaande<br />

gevolgen hebben. Dat is een groot<br />

verschil met een thuiscomputer die<br />

vastloopt. Als automatisering faciliteren<br />

wij de techniek, het is aan de gebruikers om deze op<br />

de juiste manier toe te passen.”<br />

Datagroei<br />

Erik en zijn medewerkers houden zich iedere dag bezig met<br />

het zo betrouwbaar en beschikbaar mogelijk houden van de<br />

complexe ICT-infrastructuur. “Er wordt steeds meer gebruik<br />

gemaakt van de computer. Dat betekent een enorme groei<br />

aan data. Vijf jaar geleden hadden we slechts 5 Terabyte<br />

aan gegevens. Dat is inmiddels opgelopen tot 50 Terabyte (=<br />

50 miljoen Megabyte). De medische apparatuur wordt complexer,<br />

scans in hoge resoluties, het aantal applicaties groeit.<br />

Kortom, er wordt steeds meer gevraagd van de servers en<br />

de data opslag. Daar ligt ook onze uitdaging, om te zorgen<br />

dat de ICT-infrastructuur een goed geoliede machine blijft.<br />

Het <strong>ziekenhuis</strong>informatiesysteem moet te allen tijde beschikbaar<br />

zijn, dat is onze hoofdtaak.”


Eric van Grinsven: “In het <strong>ziekenhuis</strong><br />

praat je over meer dan honderd<br />

servers, zo’n negenhonderd PC’s en<br />

vele printers en scanners.”<br />

21


Het is de droom van iedere werkgever: een verzuimpercentage<br />

onder het landelijk gemiddelde van 4,4 procent.<br />

In de branche Algemene ziekenhuizen is dat percentage<br />

4,5 procent. Het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> - middelgroot en<br />

circa 1.400 medewerkers - zag het verzuim binnen de organisatie<br />

oplopen naar 5,6 procent. De meldingsfrequentie<br />

lag in <strong>Lievensberg</strong> op 1,4. Dat was vergelijkbaar met de<br />

branche, maar hoger dan het landelijk gemiddelde van 1<br />

keer per jaar.<br />

Verzuim kost een organisatie geld. Binnen een zorgorganisatie<br />

komt ook de kwaliteit van de zorg in het geding. Het <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong> besloot om bij het oplopen van het verzuimpercentage<br />

in actie te komen. Het <strong>ziekenhuis</strong> ontwikkelde een<br />

nieuwe visie waarin de aandacht werd verlegd naar het voorkómen<br />

en het bespreekbaar maken van verzuim. “Centraal staan<br />

een juiste balans tussen persoon en werk, waardering van de<br />

geleverde prestaties en motivatie om op het werk te zijn”, aldus<br />

22<br />

Van werken wordt uiteindelijk iedereen beter<br />

<strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> ziet ziekteverzuim<br />

de Raad van Bestuur. De nieuwe aanpak had in korte tijd succes.<br />

Het verzuim daalde van 5,6 naar 3,5 procent.<br />

Eigentijdse visie<br />

Het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> ging aan de slag met de eigentijdse<br />

visie op verzuim. Dat gebeurde onder begeleiding van<br />

organisatieadviesbureau Falke & Verbaan. Dit bureau kijkt op<br />

een andere manier naar het thema ziekteverzuim. In de cultuuromslag<br />

draait het om de volgende zaken: van spreken over<br />

ziektes naar ‘aanspreken op gedrag/keuzes’, van verzuimen<br />

is een recht naar ‘verzuimen is bespreekbaar’, van denken in<br />

beperkingen naar ‘denken in mogelijkheden’, van regie bij de<br />

medewerker en/of de arts naar ‘regie bij de direct leidinggevende’<br />

en van ze doen niet wat ik wil naar ‘wat doe ik, waardoor<br />

de ander niet doet wat ik wil?’<br />

Een eerste analyse leverde het beeld op van een organisatie<br />

waarin, in vergelijking met andere ziekenhuizen, opvallend<br />

vaak langdurig werd verzuimd. Verder werden aanzienlijke


Het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> kreeg<br />

op 22 maart de VERNET-oorkonde<br />

voor het terugdringen van het<br />

ziekteverzuim. “De organisatie kan<br />

zich nu met de besten uit de branche<br />

meten”, aldus VERNET.<br />

verzuimverschillen geconstateerd tussen afdelingen met vergelijkbare<br />

werkzaamheden. Daarnaast speelde de begin 2011<br />

ingezette organisatiewijziging het <strong>ziekenhuis</strong> parten. De focus<br />

van het management lag in deze periode van veranderingen<br />

nu niet direct op verzuimbeheersing.<br />

De regie in het verzuimproces lag formeel al bij de (direct)<br />

leidinggevenden. Het management had in de praktijk echter<br />

onvoldoende grip en kennis van het thema verzuim. Het oppakken<br />

van de regie lukte hierdoor onvoldoende. De aandacht<br />

sterk teruglopen<br />

ging vaker naar de (medische) klacht als oorzaak van het verzuim<br />

en nauwelijks naar het (ongewenste) verzuimgedrag zelf.<br />

De verschillende partijen hadden daarnaast uiteenlopende visies<br />

op verzuim. Zij hanteerden daarvoor verschillende modellen.<br />

Dat gaf veel ergernis, onbegrip én verzuim. Een andere<br />

aanpak was hard nodig. De eerste stap was het creëren van<br />

draagvlak voor de invoering van een nieuwe visie op verzuim<br />

en het bijbehorende model. Dat bleek snel te realiseren: op alle<br />

niveaus leefde een sterk urgentiebesef. Het beoogde traject<br />

werd daarnaast onderschreven en actief ondersteund door de<br />

ondernemingsraad.<br />

Stappen<br />

De volgende stap was een analyse van de verzuimsituatie. Gekeken<br />

werd naar onder meer oorzaken, cultuur, procedures, taken<br />

en verantwoordelijkheden. Ook de rol van de leidinggevenden<br />

en de samenwerking met, en de rol van, de bedrijfsarts/<br />

Arbo-dienst werd onder de loep genomen. Vervolgens werden<br />

Van: ‘Spreken over ziektes’ naar: ‘Aanspreken op gedrag/keuzes’<br />

Van: ‘Verzuimen is een recht’ naar: ‘Verzuimen is bespreekbaar’<br />

Van: ‘Denken in beperkingen’ naar: ‘Denken in mogelijkheden’<br />

Van: ‘Regie bij medewerker en/of arts’ naar: ‘Regie bij direct leidinggevende’<br />

Van: ‘Ze doen niet wat ik wil’ naar: ‘Wat doe ik, waardoor de ander niet doet wat ik wil?’<br />

de visie en doelstellingen (targets) bepaald. Leidinggevenden<br />

en P&O-adviseurs volgden een training. Daarin ontwikkelde zij<br />

vaardigheden voor het aanspreken van medewerkers en het<br />

sturen op (verzuim)gedrag.<br />

Het personeel kreeg een uitgebreide uitleg over de ingeslagen<br />

koers. Het onderwerp kwam aan de orde tijdens het werkoverleg<br />

en werd onder de aandacht gebracht via verschillende interne<br />

media. Zij ontvingen ook een persoonlijke brief waarin<br />

uitvoerig tekst en uitleg werd gegeven.<br />

In het najaar van 2011 analyseerde een externe bedrijfsarts<br />

zeven langdurige verzuimdossiers. Dat resulteerde in een verdere<br />

aanscherping van de plannen voor een betere eigen regie<br />

en een andere rol van de eigen bedrijfsarts. Uit het onderzoek<br />

rolde ook een effectievere ondersteuning voort vanuit de stafdienst<br />

Personeel & Organisatie en een betere dossiervorming<br />

door leidinggevenden.<br />

Mens centraal<br />

In het hele traject bleef de mens/medewerker in het proces<br />

centraal staan. Ziek zijn kan immers iedereen overkomen.<br />

Maar wat je vervolgens als medewerker doet verschilt per persoon.<br />

De leidinggevende spreekt zijn of haar medewerkers nu<br />

vooral aan op de eigen verantwoordelijkheid, de keuze die je<br />

maakt om bij ziekte wel of niet naar het werk te komen. De<br />

medewerkers zijn zich meer bewust van de gevolgen van een<br />

ziekmelding.<br />

Het resultaat van het ingezette traject is op de werkvloer goed<br />

merkbaar. “Een verademing”, verwoordt een verpleegkundige<br />

de nieuwe koers. “Minder ziekteverzuim zorgt voor minder extra<br />

inzet en meer handen aan bed.” Haar zorgmanager voegt<br />

daar aan toe: “Daarnaast zorgt het gedragsmodel voor een heldere<br />

open communicatie, rust in het team en voor een aanzienlijke<br />

daling van de kosten voor vervanging.”<br />

23


24<br />

Digitaal lab-orderen in de polikliniek<br />

‘Elke verandering geeft onrust,<br />

maar als je het nut ervan inziet<br />

is de acceptatiegraad maximaal’<br />

De klinisch geriaters vragen laboratoriumonderzoeken<br />

voor hun patiënten sinds enkele maanden<br />

digitaal aan. En naar tevredenheid. De voordelen<br />

zijn groot.<br />

Francine Kruyt, klinisch geriater over haar eerste ervaringen<br />

sinds de invoering van het lab-orderen in<br />

november 2011: “Het digitaal orderen van lab voor<br />

onder meer bloed, urine en andere onderzoeken is<br />

zeker een aanwinst voor de poli’s. Het bespaart tijd,<br />

zowel voor de artsen alsook voor het secretariaat.”<br />

Op de poli Geriatrie wordt tijdens het spreekuur vaak<br />

gebruik gemaakt van het digitaal orderen. De overgang<br />

van papieren aanvragen naar digitaal was bepaald<br />

geen grote shock. De klinisch geriaters werken<br />

al met EZIS, en dat is al duidelijk en overzichtelijk<br />

ingericht. Voor het orderen is er een extra knop toegevoegd.<br />

Op maat gemaakt<br />

De toepassing is overzichtelijk ingericht, op maat gemaakt<br />

naar de specifi eke wensen van de geriaters.


Klinisch geriater Francine Kruyt: “Na één keer<br />

voordoen snap je het en ben je ook meteen<br />

overtuigd van de voordelen.”<br />

Zo is het protocol voor labonderzoek Geriatrie al<br />

vooraangevinkt. Naar wens kun je hier bepaalde<br />

zaken aan toevoegen om de gewenste mix van<br />

onderzoeken aan te vragen. Op dit moment is dat<br />

alleen voor het KCH Laboratorium en Medische<br />

Microbiologie, maar in de toekomst komen hier<br />

nog meer mogelijkheden bij zoals orders voor Radiologie,<br />

Functieonderzoeken en Pathologie.<br />

Sneller<br />

Ook voor de patiënt heeft het digitaliseren van de<br />

aanvragen voordelen. De kans dat de tekst van<br />

een aanvraag niet leesbaar is, is nihil, en de patiënt<br />

hoeft geen briefje meer mee te nemen vanuit<br />

het spreekuur naar het secretariaat. Voor de<br />

artsen is het aanvragen per computer een stuk<br />

sneller dan de werkwijze<br />

van voorheen het<br />

briefje pakken, voorzien<br />

van de juiste patiëntensticker,<br />

keuzes aankruisen<br />

en dit alles met de<br />

patiënt meegeven naar<br />

het secretariaat. Zeker wanneer je er na de eerste<br />

dagen wat handigheid erin krijgt, spaart het tijd uit.<br />

Francine Kruyt hoopt ook dat deze toepassing snel<br />

voor de kliniek zal worden uitgerold. Het digitaal<br />

kunnen aanvragen van functieonderzoeken en het<br />

bijvoorbeeld digitaal beschikbaar zijn van ECG’s<br />

zou voor de klinisch geriaters een welkome verbe-<br />

De kans dat de tekst van een<br />

aanvraag niet leesbaar is, is nihil,<br />

en de patiënt hoeft geen briefje<br />

meer mee te nemen vanuit het<br />

spreekuur naar het secretariaat.<br />

tering zijn. De digitale vormgeving hiervan zou wel<br />

vooraf goed doordacht moeten worden. Het begrip<br />

’papieren visite’ zal wellicht ook herbenoemd<br />

moeten worden, maar ook daarvoor ziet mevrouw<br />

Kruyt mogelijkheden: “De grote visite bespreken<br />

kan prima via een beamer, daarmee bereik je dat<br />

iedereen naar dezelfde informatie kijkt.”<br />

Persoonlijke instructie<br />

De overgang naar het digitaal orderen is vooral erg<br />

goed begeleid door het projectteam. Er werd de<br />

mogelijkheid geboden voor persoonlijke instructie.<br />

Vooral het voordoen hoe de nieuwe situatie in de<br />

praktijk werkt, werd zeer gewaardeerd.<br />

“Na één keer voordoen snap je het en ben je ook<br />

meteen overtuigd van de voordelen”, aldus mevrouw<br />

Kruyt.<br />

Heeft ze nog een tip<br />

voor het Order Project,<br />

nu er nog fl inke uitdagingen<br />

in het verschiet<br />

liggen? “Natuurlijk geeft<br />

elke verandering onrust,<br />

maar als mensen het nut van de verandering<br />

inzien en op tijd in het veranderproces betrokken<br />

worden, is de acceptatiegraad van de verandering<br />

maximaal.” En dat is voor het projectteam zeker<br />

niet tegen dovemansoren gezegd.<br />

25


Het gesprek met nabestaanden van een potentiële<br />

donor is geen gemakkelijke opgave.<br />

Beter voorbereid op donatiegesprek na<br />

training Communicatie rond Donatie<br />

Daar staat u dan als arts of verpleegkundige. Oog in oog<br />

met mensen aan wie u moet vertellen dat een partner, ouder,<br />

kind of goede vriend(in) is overleden of dat de dood<br />

onafwendbaar is en verdere behandeling geen zin heeft.<br />

Hoe pakt u zoiets aan? Hoe zal de familie reageren? En<br />

dan is het aan u om in deze toch al moeilijke omstandigheden<br />

ook te beginnen over de mogelijkheid van orgaan- en/<br />

of weefseldonatie.<br />

Het gesprek met nabestaanden van een potentiële donor is<br />

geen gemakkelijke opgave. De betrokken arts of verpleegkundige<br />

moet de donatievraag stellen op een voor de familie emotioneel<br />

moment. Het is nog moeilijker als een wilsverklaring in<br />

het Donorregister ontbreekt en het onderwerp nooit in familieverband<br />

is besproken.<br />

Het is niet vreemd dat menig professional terugschrikt om<br />

donatie op een dergelijk moment ter sprake te brengen. De<br />

kennis over orgaan-en weefseldonatie, nodig voor het voeren<br />

van het donatiegesprek, heb je als arts of verpleegkundige niet<br />

26<br />

altijd paraat. Het geeft het gevoel tekort te schieten in de begeleiding<br />

van nabestaanden als zij een weloverwogen beslissing<br />

moeten nemen.<br />

Training Communicatie rond Donatie<br />

Door de Nederlandse Transplantatie Stichting is een training<br />

ontwikkeld. De training Communicatie rond Donatie bestaat<br />

uit een digitale leeromgeving en een praktische vaardigheidstraining.<br />

In de digitale leeromgeving leert de cursist de theorie<br />

over communicatievaardigheden, achtergrondinformatie over<br />

de wetgeving en het landelijk protocol. Het digitale gedeelte<br />

kan de cursist individueel doorlopen op een moment dat hem<br />

of haar uitkomt. Tijdens de vaardigheidstraining worden bij de<br />

gesprekken acteurs ingezet die de rol van nabestaanden spelen.<br />

De training wordt gegeven door opgeleide psychologen.<br />

“Met de training willen we zoveel mogelijk professionals in<br />

ziekenhuizen ondersteunen bij het begeleiden van nabestaanden”,<br />

zegt Nichon Jansen. Bij weefseldonatie zijn het meestal<br />

de arts-assistenten die het gesprek voeren en bij orgaandona-


tie vooral de medisch specialisten en verpleegkundigen van de<br />

intensive care afdelingen.<br />

Training in omliggende ziekenhuizen<br />

“Ik bemerk dat artsen het lang niet altijd gemakkelijk vinden<br />

om het onderwerp donatie te bespreken. Vooral de arts-assistenten<br />

zijn jong, missen de ervaring en zien op tegen het<br />

gesprek”, zegt Rieky Corstiaensen, werkzaam als donatiefunctionaris<br />

in <strong>Lievensberg</strong>. “In <strong>Lievensberg</strong> zijn geen psychologen<br />

opgeleid om de training te geven, maar artsen en verpleegkundigen<br />

kunnen aansluiten bij trainingen die gegeven worden in<br />

omliggende ziekenhuizen. Na de training met goed gevolg te<br />

hebben afgesloten, bemerk ik dat de artsen met meer zelfvertrouwen<br />

het gesprek voeren met de nabestaanden. Bewondering<br />

heb ik voor al de professionals die werkzaam zijn op de<br />

intensive care. Zij voeren het gesprek, terwijl mij opvalt dat het<br />

hun emotioneel raakt. Ik zie toe of het potentieel aan donoren<br />

herkend wordt en kan adviseren de training te volgen als men<br />

zich communicatief tekort voelt schieten.”<br />

Dr. Nichon Jansen, senior beleidsmedewerker/onderzoeker<br />

bij de Nederlandse<br />

Transplantatie Stichting.<br />

“Zit er meer in?”, vroeg Nichon Jansen<br />

“Ik werk sinds 1998 bij de Nederlandse Transplantatie<br />

Stichting. In al die jaren is er veel ten<br />

goede veranderd op het gebied van donatie in<br />

Nederland. Maar één ding, het tekort aan orgaandonoren,<br />

is gebleven. De centrale vraag<br />

die wij ons stelden: zit er meer in?”<br />

Aan het woord is dr. Nichon Jansen, senior<br />

beleidsmedewerker/onderzoeker bij de Nederlandse<br />

Transplantatie Stichting en onlangs<br />

gepromoveerd aan de Radboud Universiteit<br />

in Nijmegen. “Wij zijn in 2001 begonnen met<br />

het analyseren van data van patiënten die<br />

zijn overleden op een intensive care afdeling.<br />

Steeds opnieuw kwam als belangrijk knelpunt<br />

naar voren het bezwaar van nabestaanden tegen<br />

orgaandonatie. De focus moest liggen bij<br />

het terugdringen van het aantal familieweigeringen.<br />

Temeer, omdat uit de resultaten bleek<br />

dat het potentieel aan orgaandonoren drie<br />

keer hoger ligt dan het daadwerkelijke aantal<br />

donaties”.<br />

Respect voor de weloverwogen keuze<br />

Het primaire doel van de training Communicatie rond Donatie<br />

ligt niet bij een toename van het toestemmingspercentage voor<br />

orgaan- en weefseldonatie.<br />

“Uit de studie van Nichon Jansen is gebleken dat goede communicatie<br />

en begeleiding van de nabestaanden kan leiden tot<br />

meer toestemming”, zegt Rieky Corstiaensen. “Toch ligt hier<br />

niet het primaire doel, maar wel bij een keuze waar men achter<br />

staat. Een keuze vastgelegd in het Donorregister maakt het<br />

gemakkelijker, maar bij geen registratie komt het vaak voor dat<br />

nabestaanden geholpen moeten worden om tot een weloverwogen<br />

ja of nee te komen”.<br />

Het inschrijven voor de training Communicatie rond Donatie<br />

kan bij: Rieky Corstiaensen, donatiefunctionaris,<br />

(0<strong>16</strong>4) 278 636, dect 1102.<br />

27


Klantbeloften in <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong><br />

Binnen <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> staat de patiënt centraal.<br />

Dat komt tot uiting in het kerndoel ‘thuis<strong>ziekenhuis</strong> voor<br />

patiënten’. De kernwaarden ‘kwaliteit & veiligheid’, ‘vertrouwen<br />

& warmte’ en ‘discipline & aanspreekbaarheid’<br />

ondersteunen deze kerndoelstelling. Het <strong>ziekenhuis</strong> wil<br />

doel en kernwaarden concreet maken voor patiënten; de<br />

patiënt laten weten waar hij of zij op kan rekenen.<br />

Het <strong>ziekenhuis</strong> heeft al enkele jaren een gedragscode. Hierin<br />

staan de huisregels die worden<br />

gehanteerd in de contacten<br />

tussen medewerkers<br />

en patiënten/bezoekers. Het<br />

<strong>ziekenhuis</strong> wil een stap verder<br />

gaan en introduceert de<br />

klantbelofte. Sinds vorig jaar werkt een werkgroep onder leiding<br />

van zorggroepmanager Bart de Graaf aan het uitwerken<br />

hiervan.<br />

Het ontwikkelen van een klantbelofte<br />

Een klantbelofte bedenk je niet zomaar. Als klantbeloften worden<br />

opgesteld dient een organisatie met een aantal zaken<br />

rekening te houden. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen<br />

(NVZ), de Nederlandse Patiënten en Consumenten<br />

Platform (NPCF) en enkele ziekenhuizen hebben in 2010 een<br />

invoeringsplan voor klantbeloften in ziekenhuizen opgesteld.<br />

<strong>28</strong><br />

Wat is een klantbelofte?<br />

Klantbeloften tref je aan onder verschillende benamingen: servicenormen,<br />

servicegaranties of zorggaranties. Hoe je het ook<br />

noemt, het is in elk geval een belofte die een organisatie doet<br />

naar haar klanten. Het geeft aan waarop de klant kan rekenen.<br />

Inmiddels is hiermee aardig wat ervaring opgedaan: ziekenhuizen,<br />

overheidsinstellingen en non profi torganisaties maken al<br />

geruime tijd gebruik van klantbeloften. De klantbelofte zorgt niet<br />

alleen voor tevreden klanten, het verbetert ook het eigen plezier<br />

in het werk. Het biedt organisaties daarnaast de mogelijkheid zich<br />

te onderscheiden van andere organisaties. Naleving vermindert<br />

overigens het aantal klachten.<br />

Een klantbelofte bedenk je niet zomaar.<br />

Als klantbeloften worden opgesteld<br />

dient een organisatie met een<br />

aantal zaken rekening te houden.<br />

Uit dit invoeringsplan blijkt dat een effectieve klantbelofte moet<br />

voldoen aan 3 C’s:<br />

Cliëntgerichte klantbelofte: de klantbeloften gaan over onderwerpen<br />

die patiënten of ketenpartners belangrijk vinden in de<br />

dienstverlening.<br />

Communicatie: de terugkoppeling van patiënten is alleen effectief<br />

als zij de normen zelf kunnen toetsen, op het moment<br />

van de dienstverlening de klantbeloften kennen en kunnen beoordelen<br />

of de belofte wordt waargemaakt.<br />

Compensatie: klantbeloften komen<br />

neer op ‘zeggen wat je doet<br />

en doen wat je zegt’. Daarom<br />

geeft een organisatie aan wat<br />

zij doet als de klantbelofte niet is<br />

waargemaakt. In de meeste gevallen<br />

is dit een duidelijk excuus, eventueel gecombineerd met<br />

een kleinigheidje, bijvoorbeeld een gratis uitrijkaart.<br />

<strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> klantbeloften<br />

Het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> stelt klantbeloften op die gelden<br />

voor al haar patiënten. Als uitgangspunt is gekozen voor de<br />

acht klantenbeloften zoals geformuleerd door de NVZ. Deze<br />

beloften bieden een geschikt kader voor vertaling naar afdeling/<br />

zorgeenheid en patiëntengroep. Dit traject is nu gestart. In een<br />

latere editie van Trefpunt leest u meer over de klantbeloften.


Josh van den Broek zorgt dat defect<br />

<strong>ziekenhuis</strong>meubilair wordt hersteld.<br />

In de kelder van het <strong>ziekenhuis</strong> is de werkplaats van de<br />

servicedienst waar reparaties worden verricht aan nietmedische<br />

inventaris, bijvoorbeeld bedden, nachtkastjes,<br />

rolstoelen, meubilair en rollend materieel. Dit is de werkplek<br />

van Jan de Vos en Josh van de Broek. De reparatie<br />

van medische inventaris wordt uitgevoerd door collega’s<br />

van de Medisch Elektronische Dienst (MED).<br />

In deze werkplaats worden niet alleen reparaties verricht aan<br />

niet-medische inventaris. Het geplande onderhoud aan deze<br />

inventaris wordt hier ook uitgevoerd. Jan en Josh zorgen er<br />

samen voor dat de inventaris goed wordt onderhouden, zodat<br />

deze veilig op de afdelingen kan worden gebruikt. Jan is naast<br />

zijn onderhoudswerkzaamheden verantwoordelijk voor alle administratie<br />

rondom deze werkzaamheden.<br />

Dit doe ik<br />

Josh van den Broek, medewerker servicedienst, afdeling Bouw & Techniek.<br />

‘We besteden graag veel aandacht<br />

aan een reparatie’<br />

Naast zijn onderhoudswerkzaamheden assisteert Josh ook<br />

regelmatig zijn collega’s van de servicedienst. Zo vervangt hij<br />

bijvoorbeeld defecte verlichting en handdoekautomaten. En hij<br />

levert hand- en spandiensten bij grotere klussen. Kortom: de<br />

mannen zijn onmisbare schakels in de lange zorgketting.<br />

Werken naar vermogen<br />

Josh: “Ik ben door de WVS (de sociale werkvoorziening in<br />

West Noord-Brabant) als werknemer in het <strong>ziekenhuis</strong> geplaatst.<br />

Aanvankelijk repareerde ik vooral brandscheidingen.<br />

Op een gegeven moment ben ik steeds meer onderhoud- en<br />

reparatiewerkzaamheden gaan doen in de werkplaats en op<br />

afdelingen. Dat is nu zo’n 3 jaar geleden en ik werk hier nog<br />

steeds met plezier.”<br />

>>><br />

29


De werkdagen zijn heel gevarieerd.<br />

Josh en Jan proberen zoveel mogelijk<br />

inventaris te herstellen. “Soms lukt dat<br />

niet, een artikel wordt dan afgekeurd.<br />

De afdeling waar het product vandaan<br />

komt krijg dan een afkeurbon waarmee<br />

bij de afdeling inkoop een vervangend<br />

product kan worden besteld.”<br />

Josh vindt het grote voordeel van zijn<br />

werkzaamheden dat deze aangepast<br />

zijn aan zijn arbeidsmogelijkheden.<br />

Door zijn collega’s van de servicedienst<br />

wordt hij goed begeleid. Ook krijg hij<br />

ondersteuning waar nodig. “Als de<br />

werkdruk toeneemt en ik mijn werkzaamheden<br />

niet meer afgewerkt krijg,<br />

dan bespreek ik dat met mijn collega’s<br />

zodat ze mij helpen totdat ik het weer<br />

alleen af kan.”<br />

Werkplaats servicedienst<br />

De werkplaats van de servicedienst<br />

(in de kelder bij de<br />

blauwe liften) is op werkdagen<br />

van 8.00 tot <strong>16</strong>.30 uur geopend.<br />

Tijdens de openingstijden kan<br />

defecte niet-medische inventaris<br />

uit het <strong>ziekenhuis</strong> worden<br />

afgegeven ter reparatie.<br />

30<br />

Wie: Manon Hopmans, Tessa Walsorie Wolff, Anita van<br />

Oers<br />

Zij zijn: dialyseverpleegkundigen op het Dialysecentrum<br />

Zij volgden: opleiding Dialyse Verpleegkundige<br />

Aan: Albeda College (Verpleegkundige<br />

Vervolgopleidingen) in Rotterdam<br />

Manon, Anita en Tessa geven in hun verhaal herhaaldelijk aan dat intensieve<br />

verpleegkunde hen boeit. Manon startte haar verpleegkundige carrière op de<br />

GAAZ, Tessa en Anita op Interne Geneeskunde, met als affi niteit oncologie.<br />

Toen er vacatures kwamen op het Dialysecentrum op G8, dat in januari 2010<br />

werd gestart, aarzelden zij niet: ze zochten en vonden daar een gedreven<br />

nieuwe start.<br />

Vierentwintig plaatsen<br />

G8 heeft nu 9 stoelen met 36 dialyseplaatsen en 1 acute kamer. Na drie<br />

maanden werken op de afdeling (een voorwaarde om, vóór de opleiding, al<br />

enige oriëntatie op het reilen en zeilen van zo’n omgeving te hebben) startte<br />

hun specialistische vervolgopleiding van 15 maanden. Eén keer in de maand<br />

was er een blok van drie of vier lesdagen, waarin je met vijftien collega’s<br />

intensief met elkaar optrekt. Verder was er een (verplichte) stage op een<br />

afdeling Peritoneaal Dialyse en op een locatie voor Acute Dialyse.<br />

Theoretisch<br />

Ze ervoeren dat de opleiding overwegend theoretisch is. Een van de redenen<br />

daarvan is dat er zoveel verschillende dialyseapparaten zijn, dat het<br />

voor een school niet te doen is om deze allemaal in huis te hebben. In essentie<br />

werken alle apparaten hetzelfde. In de praktijk, op je eigen afdeling, leer<br />

je dan hoe ze daadwerkelijk functioneren. Alles wat ze op school leerden,<br />

zetten ze meteen in praktijkkennis om.<br />

Hoofdstromen<br />

De hoofdstromen zijn de zogenoemde Acute en de Chronische dialyse. Er<br />

werd daarin niet zozeer onderricht in afzonderlijke vakken, maar in modules:<br />

Circulatie van hart en nieren, Intensieve zorg, de Chronische patiënt, Complicaties,<br />

Complexe Verpleegsituaties en Voorlichting en Preventie. Daarin<br />

werden dan vakken gestopt als anatomie van de nieren en van het hart, dialysetechnieken,<br />

dieetleer en waterbehandeling: het water dat gebruikt wordt<br />

moet extreem schoon zijn omdat het met het bloed in contact kan komen.<br />

Deze modules en vakken werden uiteraard met een dialyseblik bekeken.<br />

Ook is nog een belangrijk onderdeel de Predialyse, het traject voorafgaand<br />

aan het daadwerkelijk starten met dialyseren. Dát heeft de ene keer een<br />

acuut, de andere keer een meer chronisch karakter, afhankelijk van hoe de<br />

nieraandoening zich ontwikkelt.<br />

Psychosociale kant<br />

Naast deze medisch-technische aspecten was er ook de nodige aandacht<br />

voor de psychosociale kant. Het hebben van een nieraandoening die dialyse


Tessa Walsorie Wolff (l) en Anita van Oers (r).<br />

Manon Hopmans ontbreekt op de foto.<br />

vereist is, een levensbedreigende ziekte. Psychisch heeft dat<br />

een grote impact, ook al vanwege de zware leefregels waaraan<br />

je je moet houden. Je gaat, wanneer iemand moet dialyseren,<br />

een langdurige band met elkaar aan. Of, zoals Manon<br />

het uitdrukt: “Je ziet de mensen vaker dan je je eigen oma<br />

<strong>Lievensberg</strong> blijft bij de les<br />

ziet!” Het is daarom belangrijk dat je de mensen daarin kunt<br />

opvangen, begeleiden of doorverwijzen.<br />

Tessa, Anita en Manon vinden dat ze goed gekozen hebben.<br />

Ze voelen zich alle drie thuis in de technische én de verpleegkundige<br />

diepgang die dit werk hen biedt.<br />

31


Dit houdt mij bezig<br />

‘Ik luister goed naar ouders van oudere kinderen.<br />

Daar heb ik iets aan voor in de toekomst’<br />

Ellen is elf. Een vrolijke jonge meid. Caroline Suijkerbuijk<br />

is de moeder van Ellen. Ze is als een van de gastouders<br />

en ervaringsdeskundige betrokken bij het Downsyndroom<br />

Team West-Brabant. Caroline is ervaringsdeskundig,<br />

omdat haar dochter het Downsyndroom heeft. Ze vertelt<br />

openhartig over wat dat betekent voor haar en haar gezin.<br />

Bij het Downsyndroom Team West-Brabant komen kinderen<br />

met Downsyndroom van 0 tot 18 jaar met hun ouders. Ze bezoeken<br />

op één ochtend een aantal specialisten in het <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong>. Deze geven, op basis van screening, waar<br />

nodig advies over (para)medische aandachtspunten. Eén taak<br />

van de gastouder is om samen met een vrijwilliger, de bezoekende<br />

gezinnen de weg te wijzen door het <strong>ziekenhuis</strong>.<br />

Lotgenotencontact<br />

Een ander en minstens zo belangrijk facet van het bezoek aan<br />

dit team is lotgenotencontact, contact tussen de ouders onderling<br />

en contact met de gastouders, hun andere belangrijke<br />

32<br />

Caroline Suijkerbuijk en Ellen: “Ik luister goed<br />

naar ouders van oudere kinderen. Daar heb ik<br />

dan weer iets aan voor in de toekomst.”<br />

taak. Caroline vertelt dat zo: “Je zit met z’n allen in hetzelfde<br />

schuitje. Het is altijd aftasten waar ouders mogelijk mee zitten.<br />

We geven een opening. De een wil het wel over zijn problemen<br />

hebben, de ander niet.”<br />

Praktische dingen komen eigenlijk altijd wel ter sprake: wat<br />

voor regelingen zijn er voor extra begeleiding? Wat voor the-<br />

21-3<br />

De Verenigde Naties heeft dit jaar 21 maart uitgeroepen<br />

tot Wereld Downsyndroomdag. Die datum is niet toevallig<br />

zo gekozen. Mensen met Downsyndroom hebben<br />

drie chromosomen 21 (in plaats van twee), medisch gesproken<br />

heet dat Trisomie 21, vandaar 21-3. Het is een<br />

dag die wereldwijd in het teken staat van integratie van<br />

mensen met Downsyndroom in de samenleving. Een dag<br />

waarop er aandacht is voor mensen met Downsyndroom,<br />

hun mogelijkheden en hun wensen om mee te doen in de<br />

maatschappij.


apieën volgen de kinderen? Hoe kom je op het spoor van een<br />

geschikte school of dagopvang? Deze zaken komen ook aan<br />

de orde bij de leden van het team maar, zoals Caroline dat<br />

aangeeft: “Je deelt dat op een andere manier. Ik zal niet zelf<br />

zomaar praten over mijn eigen dingen. Maar als blijkt dat we<br />

hetzelfde ervaren hebben, heb je het daarover. Ik geef dan wel<br />

mijn eigen visie.”<br />

Die visie, haar bagage zoals ze dat noemt, is gevoed door de<br />

ervaringen die ze opdeed in de afgelopen jaren. “Ook”, vertelt<br />

ze eerlijk, “luister ik goed naar ouders van oudere kinderen.<br />

Daar heb ik dan weer iets aan voor in de toekomst.”<br />

In haar eigen tempo<br />

Caroline en haar man werden gelijk na de geboorte geconfronteerd<br />

met het feit dat Ellen Downsyndroom bleek te hebben.<br />

Caroline: “Natuurlijk, dat is voor niemand leuk. Het moeilijke<br />

was bijvoorbeeld dat ze er maanden over deed voordat ze<br />

goed ging drinken en eten. Dat gaf veel stress. Toen ze eindelijk<br />

goed at, konden we pas echt genieten. Dat deden we<br />

daarvoor ook wel, maar het was toch anders. Ze ontwikkelt<br />

zich nu, met onze stimulans, op haar eigen manier, in haar<br />

eigen tempo.”<br />

Ellen heeft in Nieuw-Vossemeer, waar zij geboren en getogen<br />

is, aan die grote ‘Wereld Downsyndroomdag’ misschien niet<br />

zoveel boodschap. Maar in haar eigen kleine stukje wereld<br />

brengt zij ook de boodschap over: meedoen, net als ieder kind,<br />

met haar eigen beperkingen en mogelijkheden.<br />

Downsyndroom Team West-Brabant<br />

Het Downsyndroom Team West-Brabant is een multidisciplinair<br />

team voor kinderen van 0-18 jaar met het Downsyndroom<br />

en hun ouders/verzorgers. Het is een samenwerking<br />

tussen medici en paramedici van <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong> in Bergen op Zoom en van het Franciscus<br />

Ziekenhuis in Roosendaal. Gedurende één ochtend bezoeken<br />

de ouders met hun kind de leden van het team.<br />

Een gastouder (een ouder van een kind met het Downsyndroom<br />

als ervaringsdeskundige) en een vrijwilliger<br />

van het <strong>Lievensberg</strong> <strong>ziekenhuis</strong> begeleiden de ouder(s)<br />

tijdens deze ochtend. In de downscreening worden kinderen<br />

met het syndroom van Down vanuit een grote regio<br />

(Zeeland - West Brabant) gezien door het multidisciplinair<br />

team, waarna ze een advies krijgen voor verdere<br />

behandeling / begeleiding in hun eigen regio. De Downscreening<br />

vindt iedere maand plaats in het <strong>Lievensberg</strong><br />

<strong>ziekenhuis</strong>.<br />

Ellen ontwikkelt zich nu, met de stimulans<br />

van haar ouders, op haar eigen manier,<br />

in haar eigen tempo.<br />

33


Vanuit de Cliëntenraad<br />

De zorgwereld verandert. Participatie en het delen van informatie<br />

komen meer en meer centraal te staan. Voor goede<br />

zorg is het van belang dat patiënten zelf meedenken<br />

en meebeslissen over hun behandeling. De patiënt en de<br />

zorgverlener zijn als partners in het zorgproces, en hebben<br />

daarin ook beiden een aandeel.<br />

Het startpunt voor goede zorg en van goede zorgverlening is<br />

de vertrouwensband tussen de patiënt en zijn zorgverlener.<br />

Daarbij gaat het om een goed contact, met ruimte om vragen<br />

te stellen, wensen te uiten en zonodig ook een kritisch geluid<br />

te laten horen. Essentieel is ook een zorgverlener die daar met<br />

aandacht op reageert. Hierdoor ervaart de patiënt dat hij gerespecteerd<br />

wordt en dat hij zijn afwegingen mag maken.<br />

Een betrokken patiënt laat zich beter informeren. Dat is nodig<br />

om een juiste keuze te kunnen maken en toestemming te geven<br />

voor een behandeling. Bovendien wordt de zorg veiliger<br />

als de communicatie met de zorgverlener goed verloopt. Gebreken<br />

in de informatievoorziening en de communicatie tussen<br />

arts en patiënt kunnen namelijk de basis vormen van mogelijke<br />

medische fouten en klachten. Kortom: patiëntenparticipatie<br />

kan de kwaliteit en veiligheid verhogen.<br />

Participatie vereist wel maatwerk. Voor de meer kwetsbare en<br />

minder zelfredzame mensen moeten alternatieve vormen van<br />

patiëntenparticipatie worden ingezet. Dit kan door meer tijd te<br />

nemen voor deze groep patiënten en door aangepaste informatievormen.<br />

In dat verband neemt <strong>Lievensberg</strong> in 20<strong>12</strong> en 2013<br />

deel aan een project dat zich richt op de gezondheidsvaardigheden<br />

van laaggeletterden. De Cliëntenraad is benieuwd naar<br />

de resultaten van dit project.<br />

<strong>34</strong><br />

‘Een betrokken patiënt<br />

laat zich beter informeren.’<br />

Vertrouwensband is basis van goede zorg<br />

Patiënten moeten zich ook bewust weten van de rol die ze zelf<br />

kunnen spelen in hun eigen zorgproces. Goede en afgestemde<br />

informatie vormt een randvoorwaarde voor de invulling van die<br />

eigen rol. De genoemde waarden - vertrouwensband en betrokkenheid<br />

- maken dat zorgverleners en patiënten samen de<br />

zorgcultuur richting een verantwoorde, nog betere en veilige<br />

zorg bewegen. Daarmee wordt dan ook in dit opzicht de titel<br />

van de beleidskoers van <strong>Lievensberg</strong> waargemaakt: Samen<br />

nog beter!<br />

Jan Hazendonk<br />

voorzitter cliëntenraad<br />

Jaarverslag Cliëntenraad<br />

‘De kracht van samenwerking’, dat is de titel van het jaarverslag<br />

2011 van de Cliëntenraad (CR). Daarin geeft de<br />

raad een brede inkijk in zijn ‘koers’ van het afgelopen jaar.<br />

Met de titel wordt ingehaakt op de ontwikkelingen, zowel<br />

intern als extern, waarbij samenwerken meer dan voorheen<br />

een dragend onderdeel van de kwaliteit van zorg is.<br />

Samenwerken vormt ook, aldus het voorwoord, de kracht<br />

van waaruit de CR binnen het <strong>ziekenhuis</strong> wil opereren.<br />

Belangrijke kaders voor de CR vormen de nieuwe beleidskoers<br />

en het samenwerkingsconvenant van de<br />

West-Brabantse ziekenhuizen. Verder wordt ingegaan op<br />

de diverse uitgebrachte adviezen: in totaal <strong>12</strong>, gelijk aan<br />

het aantal in 2010.<br />

Refererend aan de verschillende ontwikkelingen constateert<br />

de CR dat ‘<strong>Lievensberg</strong> voor de uitdaging van verandering<br />

staat, maar vooral ook trots moet zijn op wat er<br />

is: een combinatie die voor de juiste balans kan en moet<br />

zorgen’. Het volledige jaarverslag is terug te vinden op de<br />

website van <strong>Lievensberg</strong> > Over <strong>Lievensberg</strong> > Organisatie<br />

> Cliëntenraad.


Afscheidscadeau in kamer 6<br />

Als je na vijfendertig-en-een-half jaar afscheid neemt, dan<br />

kun je natuurlijk met een doos gebak aankomen. SEH-verpleegkundige<br />

Elly Vriezen koos voor wat anders. Zij wilde<br />

iets tastbaars nalaten. Het werd een muurschildering in<br />

behandelkamer 6 van de Spoedeisende hulp.<br />

Elly Vriezen gaat met vervroegd pensioen. “Met ingang van 1<br />

mei. Maar in het weekend van 3 en 4 maart heb ik mijn laatste<br />

dienst gedraaid. Daarna neem ik de gespaarde PLB uren en<br />

vakantiedagen op.”<br />

De afdeling Spoedeisende hulp is spik-splinter-nieuw. De afdeling<br />

Bouw zorgde voor een fraai kleurenpallet met veel lila<br />

en kalme paarstinten, onder meer voor de behandelkamers.<br />

Ondanks al deze serene, kalmerende kleuren werd op de afdeling<br />

al enige tijd gepraat over een kindvriendelijke aankleding<br />

van kamer 6. De ruimte wordt veel voor de behandeling van<br />

jeugdige patiënten gebruikt. Een bezoek aan de spoed is voor<br />

een kind soms traumatisch. Van het ene op het andere moment<br />

beland je - vaak gewond en wel - in het <strong>ziekenhuis</strong>. En dan heb<br />

je troost nodig. Wil je gerustgesteld worden. Dat beseffen de<br />

zorgverleners als geen ander.<br />

De Vrolijke Muur<br />

Een hele muur laten beschilderen? Dat kan in de papieren lopen.<br />

Elly Vriezen dacht voor haar plan een medesponsor nodig<br />

te hebben; de Vrienden van <strong>Lievensberg</strong> bijvoorbeeld. Maar<br />

tijdens een zoektocht op het internet kwam zij op de website<br />

terecht van Marjolein Daemen uit Rijsbergen. Onder haar bedrijfsnaam<br />

‘De Vrolijke Muur’ maakt zij op bestelling vrolijke<br />

muurschilderingen voor bedrijven en particulieren. Haar werkt<br />

paste binnen het budget van Elly. De deal was snel gemaakt.<br />

Marjolein kwam met een auto vol schildersbenodigdheden<br />

naar Bergen op Zoom. Terwijl zij op haar knieën in de gang<br />

verf mengde, rende het personeel om haar heen van kamer<br />

naar kamer. De lange vorstperiode in februari zorgde voor<br />

topdrukte. De offi ciële overhandiging ging dus snel en tussen<br />

de werkzaamheden door. De behandelkamer zou zo weer nodig<br />

kunnen zijn. In het bijzijn van teamleidster Marjan Joosen,<br />

zorgmanager Frans van Geel en hoofd SEH Robert Groenewegen<br />

schonk Elly op 13 februari háár tekening, samen met de<br />

maakster Marjolein Daemen, aan de afdeling.<br />

Manusje van alles<br />

Na de overhandiging werd in de teamruimte van de SEH nog<br />

even nagepraat. Elly blikte tijdens de koffi e en gevulde koek terug<br />

op een lange en veelzijdige loopbaan in de zorg. Het leeuwendeel<br />

daarvan bracht zij door in <strong>Lievensberg</strong>. In de loop van<br />

Tot slot<br />

Elly Vriezen (l) en Marjolein Daemen (r).<br />

Marjolein kwam met een auto vol<br />

schildersbenodigdheden naar Bergen op Zoom. Terwijl zij op<br />

haar knieën in de gang verf mengde, rende het personeel om<br />

haar heen van kamer naar kamer.<br />

de tijd veranderde veel. “In de eerste jaren hadden we gebroken<br />

diensten en bereikbare arbeidsdiensten na je late dienst.<br />

’s Morgens stond je dan in de verbandkamer Orthopedie te<br />

wachten tot de specialist een ronde kwam doen. We werkten<br />

ook in de poliklinieken en op de eerste hulp, nu Spoedeisende<br />

hulp. We assisteerden bij de ‘pokjes’, intern onderzoek (ook<br />

laparoscopie), kaakchirurgie, oogpoli en oog-OK’s. We hielpen<br />

mee op de gipskamer als de gipsmeester op vakantie was, ook<br />

assisteerden we bij urologische behandelingen… met andere<br />

woorden: je was manusje van alles. Ongeveer 20 jaar geleden<br />

werden de disciplines gesplitst in polikliniek en SEH. Het aanbod<br />

van spoedeisende hulp nam steeds meer toe.”<br />

“Mijn hart ging uit naar actie. Ik was altijd bezig voor de afdeling<br />

(het is ook een beetje míjn afdeling geworden): verbandlessen<br />

geven aan collega’s en ook een tijdje aan groepen huisartsenin-opleiding.<br />

Een kunst die je in je vingers moet hebben. En het<br />

meedenken en handelen tijdens de behandelingen is een pré<br />

voor een SEH-verpleegkundige.”<br />

In de jaren dat ik dit werk heb gedaan is er veel veranderd en<br />

zeker verbeterd. Ook de patiënt is mondiger geworden. Vorige<br />

week vroeg een kind me, terwijl ik aan het gipsen was: Hoeveel<br />

gipsen hebt u in al die jaren aangelegd? Ik wist het op dat moment<br />

niet. Maar het zullen er ongeveer 40.200 zijn geweest.“<br />

35


Trefpunt Magazine verschijnt 3 x per jaar (oplage 2.200)<br />

Redactie: Afdeling PR & Communicatie<br />

Teksten: Daniëlle van Beers<br />

Dick Krabbendam<br />

Elma Gortworst<br />

RITHOtekst / Bregje van Gurp<br />

Frank Rietveld (donatie)<br />

Bart Verhaeghe de Naeyer<br />

Meta Vrijhoef, Projectbureau ICT<br />

Fotografi e: Afdeling PR & Communicatie<br />

Nick Franken<br />

RITHOtekst / Bregje van Gurp<br />

en anderen<br />

Vormgeving en druk: DWD, Roosendaal<br />

Redactieadres: Postbus 135<br />

4600 AC Bergen op Zoom<br />

Telefoon: 0<strong>16</strong>4 – 278 732<br />

dect: 1149<br />

e-mail: pr@lievensberg.nl<br />

internet: www.lievensberg<strong>ziekenhuis</strong>.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!