26.09.2013 Views

Algemene geschiedenis van de drinkwatervoorziening

Algemene geschiedenis van de drinkwatervoorziening

Algemene geschiedenis van de drinkwatervoorziening

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Algemene</strong> <strong>geschie<strong>de</strong>nis</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>drinkwatervoorziening</strong>en<br />

Oudheid<br />

Water heeft altijd een fundamentele rol<br />

gespeeld in het bestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens.<br />

Hij heeft water nodig voor allerlei behoeften,<br />

op <strong>de</strong> eerste plaats als drank.<br />

Drinkwater is voor <strong>de</strong> mens <strong>van</strong> levensbelang.<br />

Het menselijk lichaam bestaat<br />

gemid<strong>de</strong>ld voor 60% uit water, waar<strong>van</strong><br />

een <strong>de</strong>el verdampt en wordt gebruikt<br />

om afvalstoffen af te voeren, zodat <strong>de</strong><br />

voorraad opnieuw moet wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

Daartoe verbruikt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

Belg per dag 1,5 l water, on<strong>de</strong>r allerlei<br />

vormen. Dit dagelijks terugkerend fenomeen<br />

getuigt <strong>van</strong> <strong>de</strong> essentiële rol<br />

die water speelt voor <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> wezens<br />

en voor het leven in het algemeen:<br />

water ligt aan <strong>de</strong> bron <strong>van</strong> alle<br />

leven op <strong>de</strong>ze planeet.<br />

Reeds in <strong>de</strong> prehistorie was <strong>de</strong> aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> water een belangrijk element<br />

bij het zoeken <strong>van</strong> een geschikte<br />

verblijfplaats. Bijvoorbeeld in het Mesolithicum,<br />

een perio<strong>de</strong> gekenmerkt door<br />

jagers-verzamelaars verbleef men vaak<br />

op iets hogere zandige heuvelruggen in<br />

<strong>de</strong> nabijheid <strong>van</strong> bronnen of <strong>van</strong> an<strong>de</strong>r<br />

drinkbaar water.<br />

Vanaf het ontstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste ne<strong>de</strong>rzettingen<br />

in <strong>de</strong> Jonge Steentijd<br />

(Neolithicum) komt <strong>de</strong> belangrijke rol<br />

<strong>van</strong> water dui<strong>de</strong>lijk tot uiting in <strong>de</strong> keuze<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vestingplaatsen bij waterlopen<br />

of bronnen.<br />

Reeds vrij vroeg on<strong>de</strong>rnam <strong>de</strong> mens<br />

dan ook pogingen om zoveel mogelijk<br />

drinkbaar water op te <strong>van</strong>gen en te<br />

bewaren. Bronnen waren nu eenmaal<br />

niet overal aanwezig. Poelen waren<br />

geschikt als drenkplaats voor <strong>de</strong> dieren.<br />

De mens verkoos grondwater en dien<strong>de</strong><br />

daarvoor waterputten te graven.<br />

In Jericho, in het Nabije Oosten werd<br />

het water ca. 7.000 jaar gele<strong>de</strong>n uit<br />

eenvoudige waterputten gehaald.<br />

2.000 jaar later ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> stad Mohendjo-Daro<br />

in <strong>de</strong> Indusvallei een heuse<br />

watervoorziening, weliswaar gebaseerd<br />

op waterputten, maar met waterleidin-<br />

18<br />

Indien <strong>de</strong>ze pagina in een nieuw (volledig) venster verschijnt (na web-zoekopdracht,...):<br />

(dubbel)klik op on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> link voor <strong>de</strong> pagina in zijn volledige context (met keuzelijsten,...)<br />

http://www.heemkringopwijk.be/fr/omd-2010-publicatie.htm<br />

gen in <strong>de</strong> huizen, met badinrichtingen<br />

en met een afvoersysteem. Het beroem<strong>de</strong><br />

paleis <strong>van</strong> Knossos op Kreta<br />

ken<strong>de</strong> eveneens een compleet aan- en<br />

afvoersysteem, en hier is voor het eerst<br />

sprake <strong>van</strong> aanvoerleidingen, opgebouwd<br />

uit buisstukken <strong>van</strong> aar<strong>de</strong>werk.<br />

Se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> Bronstijd tel<strong>de</strong> elke ne<strong>de</strong>rzetting,<br />

ook in onze streek, wel enkele<br />

ondiepe waterputten met wan<strong>de</strong>n voorzien<br />

<strong>van</strong> vlechtwerk. 2.200 jaar gele<strong>de</strong>n<br />

werd in Pergamon <strong>de</strong> eerste kilometers<br />

lange aanvoerleiding aangelegd. De<br />

oudste schriftelijke vermelding <strong>van</strong> een<br />

waterleidingssysteem vind men in <strong>de</strong><br />

bijbel. Het gaat over Jerusalem on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> Assyrische koningen (8ste eeuw<br />

v.C.).<br />

In het Romeinse Rijk kwam <strong>de</strong> watervoorzieningtechniek<br />

tot een grote bloei,<br />

die vooral gekenmerkt wordt door <strong>de</strong><br />

bouw <strong>van</strong> aquaducten (zowel in steen,<br />

zoals <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n in Frankrijk,<br />

als in aar<strong>de</strong>n ophopingen zoals <strong>de</strong><br />

aquaduct <strong>van</strong> Tongeren). De uitgebrei<strong>de</strong><br />

watervoorzieningen in Rome zijn<br />

overbekend. Van tal <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bouwwerken<br />

die het platteland en <strong>de</strong> stad<br />

doorkruisten zijn <strong>de</strong> resten nog te zien.<br />

De leidingen, gebouwd in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

300 v.C.- 200 n.C., brachten in hoofdzaak<br />

water uit het brongebied <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

rivieren ten oosten <strong>van</strong> Rome naar <strong>de</strong><br />

stad. In Rome zelf werd het ver<strong>de</strong>eld<br />

over geprivilegieer<strong>de</strong> gebruikers, <strong>de</strong><br />

thermen en <strong>de</strong> openbare fonteinen.<br />

Rome beschikte dan ook over <strong>de</strong> meest<br />

indrukwekken<strong>de</strong> watervoorziening uit<br />

<strong>de</strong> Oudheid.<br />

Ook buiten het Mid<strong>de</strong>landse-Zeegebied<br />

treft men 'Romeinse' watervoorzieningen<br />

aan. Dichterbij ons herinnert <strong>de</strong><br />

Beukenberg te Tongeren (Atuatuca<br />

Tongrorum) eveneens aan <strong>de</strong> 5 km<br />

lange aquaduct die <strong>de</strong> stad <strong>van</strong> water<br />

uit Widooie voorzag, en op tal <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re<br />

plaatsen wer<strong>de</strong>n restanten gevon<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> constructies die onze voorou<strong>de</strong>rs<br />

<strong>de</strong> kans moesten bie<strong>de</strong>n zich te


laven en in <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> badrituelen<br />

te voorzien. Zo wer<strong>de</strong>n te Doornik sporen<br />

gevon<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een waterleidingsysteem<br />

bestaan<strong>de</strong> uit lo<strong>de</strong>n leidingen en<br />

een hoofdleiding in gemetste Doornikse<br />

steen.<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwen en<br />

Mo<strong>de</strong>rne Tijd<br />

De technische kennis op gebied <strong>van</strong><br />

watervoorziening en -afvoer die in <strong>de</strong><br />

Romeinse Tijd een onbetwistbaar hoogtepunt<br />

bereikte, ging voor lange tijd<br />

verloren na <strong>de</strong> overname <strong>van</strong> Gallië<br />

door <strong>de</strong> Franken. Pas in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

zou dit peil opnieuw bena<strong>de</strong>rd<br />

wor<strong>de</strong>n, maar het bleef daarna nagenoeg<br />

ongewijzigd tot diep in <strong>de</strong> 19<strong>de</strong><br />

eeuw.<br />

Vanaf <strong>de</strong> Romeinse tijd stak men diepere<br />

waterputten die wer<strong>de</strong>n voorzien<br />

<strong>van</strong> een houten bekleding, bestaan<strong>de</strong><br />

uit een opeenvolging <strong>van</strong> vier planken<br />

die in <strong>de</strong> hoeken in elkaar grepen, of<br />

<strong>van</strong> uitgehol<strong>de</strong> boomstammen. In een<br />

aantal gevallen werd ook gebruik gemaakt<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> plaatselijk beschikbare<br />

natuursteen om <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n te versterken.<br />

Om een grotere diepte te kunnen<br />

bereiken schakel<strong>de</strong> men in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

over naar <strong>de</strong> tonput (met wan<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> opeengestapel<strong>de</strong> houten tonnen)<br />

of naar <strong>de</strong> op een wiel gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

plaggenput.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> was <strong>de</strong> watervoorziening<br />

in <strong>de</strong> Lage Lan<strong>de</strong>n hoofdzakelijk<br />

gebaseerd op waterputten. In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />

wer<strong>de</strong>n wijkputten ingesteld waar<strong>van</strong><br />

het on<strong>de</strong>rhoud gedragen moest wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> omwonen<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r toezicht<br />

<strong>van</strong> putmeesters. Talrijke privéwoningen<br />

beschikten over eigen putten, hetzij<br />

op een binnenplaats of in <strong>de</strong> tuin, hetzij<br />

in <strong>de</strong> woning zelf, eventueel in <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r.<br />

Het water werd opgehaald door<br />

mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een touw dat werd bewogen<br />

over een katrol, wiel of windas, opgehangen<br />

aan een eenvoudige balk boven<br />

<strong>de</strong> put of aan een sierlijke bovenbouw,<br />

<strong>de</strong> putkevie. De eenvoudigste vorm <strong>van</strong><br />

ophaalmechanisme is echter <strong>de</strong> putgalg,<br />

naargelang <strong>van</strong> <strong>de</strong> streek ook wip,<br />

wapper of sikse genoemd. Bij dit systeem<br />

hangt <strong>de</strong> emmer aan een boom<br />

met tegengewicht. Dit primitieve type<br />

had tot voor kort nog zijn plaats in het<br />

landschap <strong>van</strong> onze streken.<br />

Op enkele uitzon<strong>de</strong>ringen na, wer<strong>de</strong>n<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1650-1750 alle putten<br />

in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n afge<strong>de</strong>kt en voorzien<br />

<strong>van</strong> handpompen. Zoals blijkt uit talrijke<br />

verzoekschriften, is <strong>de</strong>ze evolutie het<br />

gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwetsbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

waterputten voor verontreiniging met<br />

vuilnis, krengen enz. Ook in het gebruik<br />

komen <strong>van</strong> metalen zuigerpompen<br />

droeg bij tot <strong>de</strong>ze evolutie.<br />

Van recentere datum zijn <strong>de</strong> natuurstenen<br />

en bakstenen waterputten (steenputten)<br />

waarmee men een aanzienlijke<br />

diepte kon bereiken. Het water werd<br />

opgehaald met behulp <strong>van</strong> een houten<br />

of ijzeren galg, een katrol, een touw en<br />

een emmer. Se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuw wer<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze waterputten gelei<strong>de</strong>lijk aan<br />

omgevormd tot pompputten. In <strong>de</strong><br />

woning of tegen <strong>de</strong> gevel <strong>van</strong> <strong>de</strong> woning<br />

werd een pomplichaam (arduin,<br />

hout) opgericht, <strong>van</strong> waaruit een meterslange<br />

lo<strong>de</strong>n buis vertrok. Water<br />

werd naar boven gehaald door een<br />

pompen<strong>de</strong> beweging te maken met <strong>de</strong><br />

smeedijzeren pomparm. Se<strong>de</strong>rt het<br />

mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />

ou<strong>de</strong> smeedijzeren pompen op hun<br />

beurt ver<strong>van</strong>gen door gietijzeren pompen.<br />

Naast grondwater kwam ook oppervlaktewater<br />

in aanmerking voor winning,<br />

voor zover <strong>de</strong> kwaliteit dit toeliet.<br />

De eenvoudigste vorm <strong>van</strong> bevoorrading<br />

maakte gebruik <strong>van</strong> voorzieningen<br />

zoals waterstraatjes of waterpoortjes<br />

die naar <strong>de</strong> waterloop leid<strong>de</strong>n, watertrappen<br />

die ernaar afdaal<strong>de</strong>n, en waterscheppen,<br />

dit zijn wippen waarmee men<br />

het water kon ophalen. Ook is er sprake<br />

<strong>van</strong> waterschepen of waterkarren<br />

waarmee water <strong>van</strong> el<strong>de</strong>rs werd aangevoerd<br />

of ver<strong>de</strong>eld.<br />

Ste<strong>de</strong>n die ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong> grote waterlopen<br />

gelegen waren, leg<strong>de</strong>n spaarbekkens<br />

aan of gebruikten vijvers of vestwaters<br />

als dusdanig. Dit gebeur<strong>de</strong> bij voorbeeld<br />

in Damme, dat in 1269 <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gravin <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, Margareta <strong>van</strong><br />

Konstantinopel, toelating kreeg om<br />

water aan te voeren <strong>van</strong>af <strong>de</strong> vijver <strong>van</strong><br />

Male langs een lo<strong>de</strong>n buis. Ook te<br />

Brugge en te Rijsel bestond <strong>van</strong>ouds<br />

een <strong>de</strong>rgelijk systeem, waarbij het wa-<br />

19


ter werd afgeleid naar publieke putten<br />

of fonteinen waar het kon opgeschept<br />

wor<strong>de</strong>n. In het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> 13<strong>de</strong> eeuw<br />

bouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n Brugge, Ieper en<br />

Damme 'conduyten' uit lood (soms<br />

hout) om het water uit <strong>de</strong> reien en vijvers<br />

af te lei<strong>de</strong>n. In Brussel wer<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen bronnen op <strong>de</strong><br />

oostelijke helling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zennevallei<br />

opge<strong>van</strong>gen om verschillen<strong>de</strong> fonteinen<br />

te voe<strong>de</strong>n.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> waterputten voor <strong>de</strong><br />

<strong>drinkwatervoorziening</strong> moet tegelijk<br />

gerelativeerd wor<strong>de</strong>n. Men mag immers<br />

niet vergeten dat het waterverbruik<br />

voor <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw niet te vergelijken<br />

was met ons he<strong>de</strong>ndaagse verbruikspatroon.<br />

Water werd in <strong>de</strong> huishouding<br />

wel gebruikt voor het berei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

maaltij<strong>de</strong>n, maar nauwelijks als drank;<br />

men dronk vooral klein bier (tafelbier).<br />

Het waterverbruik moet dus vrij beperkt<br />

geweest zijn, ondanks het grote aantal<br />

inwoners. Wanneer <strong>de</strong> stadsmagistraat<br />

zich in <strong>de</strong> 15<strong>de</strong> tot 17<strong>de</strong> eeuw voor <strong>de</strong><br />

goe<strong>de</strong> staat <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkputten interesseer<strong>de</strong><br />

en maatregelen uitvaardig<strong>de</strong> om<br />

het gebruik er<strong>van</strong> veilig te stellen, had<br />

hij niet zozeer <strong>de</strong> gezondheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bevolking op het oog, maar eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

veiligheid; Naast oorlog, was brand<br />

immers het ergste dat een stad waarin<br />

<strong>de</strong> meeste huizen <strong>van</strong> hout waren gemaakt<br />

en met stro be<strong>de</strong>kt, kon overkomen.<br />

Een snelle aanvoer <strong>van</strong> grote<br />

hoeveelhe<strong>de</strong>n water was dan ook essentieel.<br />

De veror<strong>de</strong>ningen die <strong>de</strong> organisatie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> watervoorziening regel<strong>de</strong>n,<br />

moeten in dit licht gezien wor<strong>de</strong>n.<br />

De oudste nog in gebruik zijn<strong>de</strong> waterleiding<br />

in België is die <strong>van</strong> Ieper. In <strong>de</strong><br />

vroege 13<strong>de</strong> eeuw wer<strong>de</strong>n daar al<br />

spaarbekkens aangelegd om water <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Kemmelbeek op te <strong>van</strong>gen en via<br />

lo<strong>de</strong>n leidingen in <strong>de</strong> stad te ver<strong>de</strong>len.<br />

Dit leidingnet was zo uitgebreid, dat<br />

men beweer<strong>de</strong> dat Ieper op lood was<br />

gebouwd. Het distributienet dat nog<br />

steeds gebaseerd is op waterwinning uit<br />

<strong>de</strong> vijvers <strong>van</strong> Dikkebus en Zillebeke,<br />

werd in 1877 aangepast aan <strong>de</strong> eisen<br />

<strong>van</strong> een mo<strong>de</strong>rne watervoorziening. In<br />

streken met enig reliëf zoals in Mid<strong>de</strong>n-<br />

en Hoog-België kon<strong>de</strong>n bronnetjes in <strong>de</strong><br />

heuvelflanken opge<strong>van</strong>gen wor<strong>de</strong>n en<br />

het water via leidingen naar fonteinen<br />

20<br />

gebracht. Op <strong>de</strong>ze manier wer<strong>de</strong>n te<br />

Geraardsbergen al voor 1475 <strong>de</strong><br />

'Groote Fonteyne' en het 'Manneken' op<br />

<strong>de</strong> Markt gevoed. Te Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n<br />

in 1675 lo<strong>de</strong>n en houten leidingen<br />

aangelegd om bronwater <strong>van</strong> <strong>de</strong> E<strong>de</strong>lareberg<br />

tot in <strong>de</strong> stad bij <strong>de</strong> Fontaine<br />

Royale op <strong>de</strong> Grote Markt te brengen.<br />

Zoalang <strong>de</strong> te bevoorra<strong>de</strong>n stads<strong>de</strong>len<br />

op gelijk of lager gelegen peil waren<br />

dan <strong>de</strong> waterbron, kon een eenvoudige<br />

verbindingsleiding volstaan om <strong>de</strong> watertoevoer<br />

te verzekeren. Naar hoger<br />

gelegen stads<strong>de</strong>len moest het water op<br />

één of an<strong>de</strong>re manier kunstmatig wor<strong>de</strong>n<br />

opgevoerd. Te Brugge is al in <strong>de</strong><br />

oudste stadsrekeningen sprake <strong>van</strong> een<br />

'engien', waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> precieze ligging<br />

echter onbekend is. Van rond 1390<br />

dateert het ou<strong>de</strong> waterhuis bij <strong>de</strong> Boeveriepoort.<br />

Hierin stond een scheprad<br />

opgesteld dat voortbewogen werd door<br />

een rosmolen, en water lever<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />

moerbuis naar <strong>de</strong> Markt. In <strong>de</strong> 17<strong>de</strong><br />

eeuw werd dit systeem ver<strong>van</strong>gen door<br />

het nieuwe waterhuis waar zuigerpompen<br />

door een waterrad wer<strong>de</strong>n aangedreven.<br />

Mogelijk geïnspireerd op het<br />

ou<strong>de</strong> Brugse waterhuis, bestond te<br />

Antwerpen een installatie, waar water<br />

<strong>van</strong>uit <strong>de</strong> stadsvest werd aangevoerd<br />

naar het Waterhuis dat <strong>van</strong>af 1552 via<br />

een leiding het water lever<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />

omliggen<strong>de</strong> brouwerijen. De rosmolen<br />

bleef <strong>de</strong> bevoorrrading verzekeren tot<br />

1930 en is <strong>van</strong>daag nog steeds bewaard<br />

in het zgn. Brouwershuis. Deze<br />

aandrijvingsvorm werd algemeen gebruikt<br />

waar geen stromend water voorhan<strong>de</strong>n<br />

was en waar bijvoorbeeld door<br />

plaatsgebrek, geen beroep kon wor<strong>de</strong>n<br />

gedaan op win<strong>de</strong>nergie. Zo wordt hij bij<br />

voorbeeld gesignaleerd voor <strong>de</strong> Duinenabdij<br />

te Koksij<strong>de</strong> in <strong>de</strong> 16<strong>de</strong> eeuw, waar<br />

water werd opgehaald om het via lo<strong>de</strong>n<br />

buizen te ver<strong>de</strong>len.<br />

Waar stromend water wel <strong>de</strong> nodige<br />

energie kon leveren wer<strong>de</strong>n tot in <strong>de</strong><br />

20ste eeuw waterra<strong>de</strong>n gebruikt om<br />

water op te pompen, eerst via schepra<strong>de</strong>ren,<br />

maar <strong>van</strong>af <strong>de</strong> 16<strong>de</strong> eeuw door<br />

mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> zuigerpompen.<br />

Ook uit Duitsland kwam Georg Müller<br />

die in 1601 in opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> aartshertogen<br />

Albrecht en Isabella voor<br />

Brussel een watervoorziening uitbouw-


<strong>de</strong>. In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> werd <strong>de</strong> rijke Kou<strong>de</strong>nbergbuurt<br />

met het paleis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hertogen <strong>van</strong> Brabant, immers geconfronteerd<br />

met watertekorten. Om dit te<br />

verhelpen wer<strong>de</strong>n bronnen aangesproken<br />

in <strong>de</strong> vallei <strong>van</strong> <strong>de</strong> Maalbeek te<br />

Sint-Joost-ten-No<strong>de</strong>, waar<strong>van</strong> het water<br />

opgestuwd werd door pompen, aangedreven<br />

door een waterrad. Van hieruit<br />

kwam het water terecht in een als watertoren<br />

verbouw<strong>de</strong> hoektoren <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

stadswal in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> het huidige<br />

Madouplein. Vandaar werd het via lo<strong>de</strong>n<br />

leidingen in <strong>de</strong> wijk ver<strong>de</strong>eld.<br />

Aanloop tot <strong>de</strong> openbare<br />

watervoorziening: <strong>de</strong> 19<strong>de</strong><br />

eeuw<br />

Na <strong>de</strong> Franse revolutie heeft <strong>de</strong> wetgever<br />

geoor<strong>de</strong>eld <strong>de</strong> <strong>drinkwatervoorziening</strong><br />

te moeten toevertrouwen aan <strong>de</strong><br />

gemeentebesturen. De staat gaf <strong>de</strong><br />

eerste en uitzon<strong>de</strong>rlijke toelagen in<br />

1848.<br />

In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n trachtte men in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw, vooral uit hygiënische<br />

overwegingen en ter bestrijding<br />

<strong>van</strong> allerlei besmettelijke ziekten,<br />

<strong>de</strong> aangroeien<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsbevolking<br />

aan drinkbaar water te helpen door<br />

openbare pompen.<br />

In Hoog-België volstond het als het<br />

ware het water <strong>van</strong> bronnen en beken<br />

op te <strong>van</strong>gen om er een leidingnet mee<br />

te voe<strong>de</strong>n. In Laag-België daarentegen<br />

was het niet zo eenvoudig om aan grote<br />

hoeveelhe<strong>de</strong>n zuiver, drinkbaar water<br />

te geraken: <strong>de</strong> meeste waterlopen waren<br />

er toen al vervuild. Het gebruik <strong>van</strong><br />

oppervlaktewater werd zelfs a priori<br />

verworpen, ten eerste omwille <strong>van</strong> het<br />

latent aanwezige risico op verontreiniging,<br />

ver<strong>de</strong>r omwille <strong>van</strong> zijn min<strong>de</strong>r<br />

aangename smaak en temperatuur dan<br />

grondwater. Deze stelling werd verkondigd<br />

door een Commission Spéciale <strong>de</strong>s<br />

Eaux, die in 1888 verslag uitbracht. De<br />

Commissie zag, na <strong>de</strong> winning <strong>van</strong><br />

grondwater door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> putten of<br />

draineergalerijen, ook <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong><br />

stuwmeren in Hoog-België als een aanvaardbare<br />

oplossing. Pas wanneer geen<br />

<strong>van</strong> bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n gerealiseerd kon<br />

wor<strong>de</strong>n, mocht een beroep gedaan<br />

wor<strong>de</strong>n op oppervlaktewater, mits het<br />

te on<strong>de</strong>rwerpen aan bezinking, filtratie,<br />

en indien nodig aan een chemische<br />

behan<strong>de</strong>ling. Indien men in Laag-België<br />

over een mo<strong>de</strong>rne waterleiding wil<strong>de</strong><br />

beschikken, stond men voor <strong>de</strong> drievoudige<br />

keuze: grondwater winnen ter<br />

plaatse, of water aanvoeren <strong>van</strong>uit <strong>de</strong><br />

stuwmeren in Hoog-België, of oppervlaktewater<br />

zuiveren. In <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vorige eeuw was slechts <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze drie mogelijkhe<strong>de</strong>n, namelijk waterimport,<br />

technisch uitvoerbaar. Waar<br />

mogelijk, werd het grondwater in draineergalerijen<br />

opge<strong>van</strong>gen en via aquaducten<br />

naar <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> verbruik<br />

gebracht.<br />

De winning <strong>van</strong> grondwater door mid<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> geboor<strong>de</strong> putten is pas na <strong>de</strong> Eerste<br />

Wereldoorlog tot ontwikkeling kunnen<br />

komen, enerzijds omdat het met<br />

zuigerpompen niet mogelijk was om<br />

water <strong>van</strong> op een betrekkelijk grote<br />

diepte op te halen, an<strong>de</strong>rzijds omdat<br />

nog weinig bekend was over metho<strong>de</strong>n<br />

om <strong>de</strong> watervoeren<strong>de</strong> aardlagen te<br />

verkennen. Het hoeft dan ook niet te<br />

verwon<strong>de</strong>ren dat, wanneer in 1833 in<br />

Parijs met gunstig gevolg begonnen<br />

werd met <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> artesische<br />

putten, daarna overal in ons land <strong>de</strong>rgelijke<br />

putten wer<strong>de</strong>n geboord. Het<br />

resultaat was echter ontgoochelend:<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> 126 in België geboor<strong>de</strong> putten<br />

bleven er in 1847 maar 67 productief;<br />

Bovendien liet <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> dit artesisch<br />

water meestal te wensen over: zo<br />

trof men in Gent 2,5 g/l zout aan, in<br />

Antwerpen 3 g/l.<br />

Toch was niet alle moeite vergeefs geweest.<br />

Op <strong>de</strong> eerste plaats had men<br />

dank zij <strong>de</strong> talrijke boringen een beter<br />

inzicht verkregen in <strong>de</strong> geologische<br />

opbouw <strong>van</strong> onze gewesten, en op <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> plaats bleken sommige (semi)artesische<br />

putten het grondwater toch<br />

zo dicht bij het bo<strong>de</strong>moppervlak op te<br />

voeren dat zuigerpompen volston<strong>de</strong>n<br />

om het op te halen. De eerste aldus<br />

uitgevoer<strong>de</strong> grondwaterwinningen<br />

kwamen in gebruik rond <strong>de</strong> eeuwwisseling.<br />

Deze <strong>van</strong> Turnhout (1904) is hier<strong>van</strong><br />

een typisch voorbeeld. Grondwater<br />

werd er opgepompt uit semiartesische<br />

putten waarna het ontijzerd werd door<br />

schroeiing over cokesbed<strong>de</strong>n en filtratie<br />

over zand. De grondwaterwinning door<br />

21


mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> geboor<strong>de</strong> putten zou pas<br />

een <strong>de</strong>finitieve doorbraak kennen rond<br />

1930, dank zij <strong>de</strong> elektrisch aangedreven<br />

centrifugaalpompen.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> oppervlaktewater voor<br />

<strong>de</strong> watervoorziening was in <strong>de</strong> 19<strong>de</strong><br />

eeuw zeer beperkt. De meeste traagstromen<strong>de</strong><br />

rivieren <strong>van</strong> Laag-België<br />

waren toen al sterk vervuild en dus<br />

weing geschikt als bron voor drinkwaterproductie.<br />

Bovendien was het arsenaal<br />

<strong>van</strong> zuiveringstechnieken waarover<br />

men beschikte uitermate beperkt, en<br />

ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bacteriologische en chemische<br />

analysemetho<strong>de</strong>n om het ren<strong>de</strong>ment<br />

er<strong>van</strong> te bepalen nog in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rschoenen.<br />

Oorspronkelijk volstond<br />

het om water via een zandfilter te lei<strong>de</strong>n,<br />

een procédé dat door <strong>de</strong> Engelse<br />

ingenieur James Simpson in 1829 bij <strong>de</strong><br />

Lon<strong>de</strong>nse Chelsea Company ingevoerd<br />

was. Sinds Dr. Snow in 1850 te Lon<strong>de</strong>n<br />

ont<strong>de</strong>kt had dat een (langzame) zandfilter<br />

in staat was pathogene bacteriën<br />

tegen te hou<strong>de</strong>n, ken<strong>de</strong> dit zuiveringsprocédé<br />

een wereldwij<strong>de</strong> verbreiding.<br />

An<strong>de</strong>re filtertechnieken, zoals grindfilters<br />

en snelle filters kwamen pas rond<br />

1900 in gebruik. Hetzelf<strong>de</strong> geldt in wezen<br />

voor <strong>de</strong> meeste zuiveringstechnieken<br />

die <strong>van</strong>daag in gebruik zijn: uitvlokking,<br />

ozonering, actievekoolfiltratie,<br />

<strong>de</strong>sinfectie op basis <strong>van</strong><br />

chloor of chloordioxi<strong>de</strong>, ontston<strong>de</strong>n alle<br />

rond <strong>de</strong> eeuwwisseling, hoewel een<br />

<strong>de</strong>finitieve doorbraak <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze procédés<br />

soms lang op zich heeft laten wachten.<br />

Het algemene gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> stoommachine<br />

maakte het mogelijk water<br />

on<strong>de</strong>r hoge druk te vervoeren, wat het<br />

besmettingsgevaar vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

waterlevering in hoger gelegen stads<strong>de</strong>len<br />

vergemakkelijkte. Bij brandbestrijding<br />

was een hoge druk uiteraard <strong>van</strong><br />

vitaal belang. De leidingen zelf moesten<br />

echter aan <strong>de</strong>ze nieuwe eisen kunnen<br />

voldoen. De invoering <strong>van</strong> het verticale<br />

gietprocédé maakte het mogelijk buizen<br />

te fabriceren die ondanks een dunne<br />

wand, toch aan een hoge druk kon<strong>de</strong>n<br />

weerstaan.<br />

In het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw ontstond<br />

<strong>de</strong> behoefte aan openbare waterleidingsnetten<br />

in <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> ons land. Diverse factoren speel<strong>de</strong>n<br />

22<br />

daarbij een stuwen<strong>de</strong> rol. Vanaf 1832<br />

teister<strong>de</strong>n do<strong>de</strong>lijke cholera- en tyfusepi<strong>de</strong>mieën<br />

<strong>de</strong> bevolking <strong>van</strong> <strong>de</strong> West-<br />

Europese ste<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> regelmaat <strong>van</strong><br />

een klok.<br />

Lang voordat Koch en Pasteur <strong>de</strong><br />

grondslagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bacteriologie leg<strong>de</strong>n,<br />

werd het besmettelijk karakter <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> ziekten in verband gebracht met <strong>de</strong><br />

ellendige hygiënische omstandighe<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> volksbuurten, waar dan ook <strong>de</strong><br />

meeste slachtoffers vielen; Vanaf 1848<br />

ontston<strong>de</strong>n begrippen zoals 'volksgezondheid',<br />

'openbare gezondheid', of<br />

'openbare reinheid' en <strong>de</strong> administratief<br />

georganiseer<strong>de</strong> gezondheidszorg zag<br />

het levenslicht. Omdat <strong>de</strong> putwaters in<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n meer en meer vervuild raakten<br />

ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> sterk toenemen<strong>de</strong><br />

bevolking, werd <strong>de</strong> centrale<br />

waterbevoorrading via leidingnetten,<br />

samen met <strong>de</strong> waterafvoer via rioleringsnetten,<br />

gezien als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> noodzakelijke saneringsmaatregelen.<br />

Het duur<strong>de</strong> tot 1860-1870 vooraleer<br />

<strong>de</strong>ze vaste vorm aannamen. Zoals te<br />

Parijs gingen <strong>de</strong>ze maatregelen gepaard<br />

met <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> bre<strong>de</strong> lanen na <strong>de</strong><br />

afbraak <strong>van</strong> dichtbevolkte en verkrotte<br />

wijken en <strong>de</strong> overwelving <strong>van</strong> waterlopen<br />

die als open riool dienst <strong>de</strong><strong>de</strong>n.<br />

De stadsuitbreiding die na 1860 plaatsgreep<br />

als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> afschaffing <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> octrooiheffing, en het tot stand komen<br />

<strong>van</strong> 'resi<strong>de</strong>ntiewijken' <strong>de</strong>ed <strong>de</strong><br />

behoefte aan meer komfort en dus ook<br />

aan stromend water toenemen. Ten<br />

slotte heeft op sommige plaatsen ook<br />

het streven naar een meer efficiënte<br />

brandbestrijding <strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong> een<br />

waterleiding in <strong>de</strong> hand gewerkt.<br />

De waterleidingbedrijven ontwikkel<strong>de</strong>n<br />

zich snel: in 1860 waren er in België<br />

24, in 1880 164, in 1890 al 407, en in<br />

1910 meer dan 500. De toename situeer<strong>de</strong><br />

zich vooral in Wallonië, wat blijkt<br />

uit <strong>de</strong> gegevens per provincie: in <strong>de</strong><br />

provincie Antwerpen beschikten maar<br />

twee gemeenten over een waterleiding<br />

(Antwerpen en Turnhout) op een totaal<br />

<strong>van</strong> 152, terwijl <strong>de</strong> provincie Luxemburg<br />

het maximum <strong>van</strong> 219 haal<strong>de</strong> op<br />

225 gemeenten.<br />

In Laag-België waren <strong>de</strong> behoeften het<br />

scherpst in <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n, waar ook<br />

wel <strong>de</strong> financiële mid<strong>de</strong>len voorhan<strong>de</strong>n


waren. De lan<strong>de</strong>lijke gemeenten daarentegen<br />

waren niet opgewassen tegen<br />

<strong>de</strong> technische moeilijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong><br />

uitbouw <strong>van</strong> een waterleidingnet met<br />

zich bracht. Bovendien is het dui<strong>de</strong>lijk<br />

dat <strong>de</strong> kostprijs <strong>van</strong> een leidingnet met<br />

zeer versprei<strong>de</strong> aansluitingen slechts<br />

door een grotere gemeenschap kan<br />

gedragen wor<strong>de</strong>n. Pas na <strong>de</strong> Eerste<br />

Wereldoorlog ontston<strong>de</strong>n kleinere groeperingen<br />

<strong>van</strong> gemeenten, vooral in<br />

Wallonië, waar het aantal waterleidingdiensten<br />

en -bedrijven nu nog 140 bedraagt,<br />

terwijl dit in Vlaan<strong>de</strong>ren tot een<br />

twintigtal is gereduceerd.<br />

De eerste Belgische stad die over een<br />

mo<strong>de</strong>rne openbare waterleiding beschikte<br />

was Brussel in 1858. Het drinkwater<br />

<strong>van</strong> Brussel werd opge<strong>van</strong>gen in<br />

het bronnengebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hain nabij<br />

Eigenbrakel door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> draineergalerijen<br />

en <strong>van</strong>daar werd het door<br />

zwaartekracht naar een reservoir in<br />

Elsene geleid, <strong>van</strong>waar het ver<strong>de</strong>r in <strong>de</strong><br />

stad werd ver<strong>de</strong>eld. Voor Brussel bleken<br />

<strong>de</strong> aangeboor<strong>de</strong> bronnen uit 1858 al<br />

spoedig ontoereikend: <strong>de</strong> galerijen<br />

wer<strong>de</strong>n verdiept en bijkomen<strong>de</strong> winningen<br />

wer<strong>de</strong>n aangelegd (Ophain-Lillois,<br />

Zoniënwoud). Ver<strong>de</strong>re uitbreiding <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> grondwaterwinning ter plaatse werd<br />

echter niet meer tot <strong>de</strong> reële mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

gerekend en men keek uit naar<br />

aanvoer <strong>van</strong> oppervlaktewater <strong>van</strong>uit<br />

Wallonië.<br />

In 1877 werd <strong>de</strong> zeshon<strong>de</strong>rdjarige waterdienst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> stad Ieper voorzien<br />

<strong>van</strong> aanvoer- en distributieleidingen in<br />

gietijzer, evenals <strong>van</strong> een pompstation<br />

en een watertoren, die in <strong>de</strong> jaren 1890<br />

vernieuwd wer<strong>de</strong>n. Na <strong>de</strong> verwoesting<br />

<strong>van</strong> Ieper tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze installaties ver<strong>van</strong>gen<br />

door nieuwe die nog steeds dienst<br />

doen.<br />

In 1878 volg<strong>de</strong> Verviers met een waterleiding<br />

die nu nog gevoed wordt <strong>van</strong>uit<br />

het toen pas voltooi<strong>de</strong> stuwmeer <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Gileppe.<br />

Uit <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dateert <strong>de</strong> Gentse<br />

waterleiding, die in 1879 door een<br />

Frans-Belgische maatschappij werd<br />

aangevat op basis <strong>van</strong> grondwater dat<br />

uit 13 m diepe galerijen werd gewonnen.<br />

Deze firma, die ook <strong>de</strong> twee watertorens<br />

aan <strong>de</strong> Kattenberg oprichtte,<br />

ging echter failliet in 1885. Daarna nam<br />

<strong>de</strong> stad <strong>de</strong> waterdienst in regie over.<br />

Antwerpen zag haar waterleiding tot<br />

stand komen in 1881. De Engelse<br />

maatschappij Antwerp Water Works Cy<br />

Ltd. won het water uit <strong>de</strong> Neterivier te<br />

Rumst, op 17 km ten zui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

stad, bij het dorpje Walem. Het ingenomen<br />

water werd na bezinking geleid<br />

over ijzerfilters vermengd met grind.<br />

Een twee<strong>de</strong> filtratie, ditmaal over een<br />

gewone zandfilter, moest <strong>de</strong> ontstane<br />

ijzervlokken verwij<strong>de</strong>ren. Dit leid<strong>de</strong> tot<br />

kwalitatief uitsteken<strong>de</strong> resultaten.<br />

Te Leuven nam het stadsbestuur in<br />

1889 contact op met <strong>de</strong> Waterleiding<br />

Exploitatie Maatschappij uit Rotterdam,<br />

die <strong>de</strong> waterwinning Kadol te Heverlee<br />

inrichtte. De Ne<strong>de</strong>rlandse firma nam <strong>de</strong><br />

nu nog in bedrijf zijn<strong>de</strong> installatie in<br />

dienst in 1890, en bleef <strong>de</strong> waterdienst<br />

verzekeren tot in 1950, wanneer het<br />

net werd overgedragen aan <strong>de</strong> NMDW.<br />

De randgemeenten <strong>van</strong> Brussel, die zich<br />

door het stadsbestuur in <strong>de</strong> steek gelaten<br />

voel<strong>de</strong>n, richtten in 1885 zelf een<br />

Commissie op om <strong>de</strong> waterbevoorrading<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> agglomeratie te bestu<strong>de</strong>ren.<br />

Deze inspanningen leid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>cember<br />

1891 tot <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> Compagnie<br />

Intercommunale <strong>de</strong>s Eaux (CIE), <strong>de</strong><br />

eerste intercommunale watermaatschappij.<br />

De stad zelf verzette zich<br />

echter tegen <strong>de</strong> oprichting omdat zij<br />

<strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el was dat zij over het monopolierecht<br />

voor waterlevering kon beschikken.<br />

De CIE keer<strong>de</strong> zich eerst naar<br />

het brongebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> Bocq, waar het<br />

water uit <strong>de</strong> Carboonkalk door mid<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> galerijen werd opge<strong>van</strong>gen. Het<br />

eerste 'Bocqwater' werd in Brussel geleverd<br />

op 1 januari 1899. On<strong>de</strong>rtussen<br />

nam <strong>de</strong> naijver tussen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke en<br />

intercommunale waterdienst zulke afmetingen<br />

aan, dat ze een blijven<strong>de</strong><br />

stempel zou drukken op <strong>de</strong> watervoorziening<br />

<strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. Ingenieur Putzeys<br />

kwam kort na <strong>de</strong> eeuwwisseling<br />

tot <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking <strong>van</strong> 'kolossale waterreserves'<br />

in <strong>de</strong> neogene zan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Kempen. Hij lanceer<strong>de</strong> in 1904 het i<strong>de</strong>e<br />

om <strong>van</strong> hieruit gans Laag-België <strong>van</strong><br />

drinkwater te voorzien. Dit was zeer tot<br />

ongenoegen <strong>van</strong> <strong>de</strong> CIE. Een aantal<br />

ste<strong>de</strong>n in Oost- en West-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

waren namelijk al se<strong>de</strong>rt 1898 in on-<br />

23


<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ling met <strong>de</strong> CIE met het oog<br />

op <strong>de</strong> levering <strong>van</strong> water uit <strong>de</strong> kalklagen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Condroz. Hoewel <strong>de</strong> CIE<br />

oorspronkelijk weigerachtig stond, werd<br />

in 1905 toch een overeenkomst afgesloten.<br />

De ministeriële goedkeuring <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze waterlevering werd dan nog lange<br />

tijd tegengehou<strong>de</strong>n door een negatief<br />

advies <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> Hoge Raad voor <strong>de</strong><br />

Hygiëne, die het project Putzeys voorstond.<br />

Het contract voorzag dat <strong>de</strong> CIE<br />

water zou leveren aan Gent, Brugge,<br />

Oosten<strong>de</strong> en Blankenberge die het door<br />

een eigen stadsdienst zou<strong>de</strong>n laten<br />

ver<strong>de</strong>len. Aalst, Asse, Lebbeke, Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong>,<br />

Sint-Gillis-Den<strong>de</strong>rmon<strong>de</strong> en<br />

Sint-Niklaas zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong><br />

hun leidingnet aan <strong>de</strong> CIE overlaten. In<br />

1913 kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> werken aan <strong>de</strong> winning<br />

te Modave en <strong>de</strong> aanvoerleidingen Modave-Mazy<br />

(aansluiting Bocqwater) en<br />

Ukkel-Kust een aan<strong>van</strong>g nemen. De<br />

werken wer<strong>de</strong>n uitgesteld, eerst door<br />

oorlogsomstandighe<strong>de</strong>n, daarna door<br />

onenigheid tussen <strong>de</strong> contracteren<strong>de</strong><br />

partijen, en het duur<strong>de</strong> tot 1923 eer het<br />

eerste water uit Modave in Oosten<strong>de</strong><br />

toekwam. Het meningsverschil tussen<br />

<strong>de</strong> 'Brusselse Intercommunale Watermaatschappij'<br />

(BIWM), die in 1909 <strong>de</strong><br />

CIE was opgevolgd, en <strong>de</strong> Vlaamse<br />

ste<strong>de</strong>n, had betrekking op <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> financiële lasten voor <strong>de</strong> aanleg<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> 'leiding <strong>de</strong>r Vlaan<strong>de</strong>ren' en werd<br />

slechts bijgelegd door <strong>de</strong> tussenkomst<br />

<strong>van</strong> Carton <strong>de</strong> Wiart, die <strong>de</strong> stichting<br />

<strong>van</strong> een intercommunale maatschappij<br />

voorstel<strong>de</strong> om <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Vlaamse ste<strong>de</strong>n te groeperen.<br />

De wet <strong>van</strong> 18 augustus 1907 op <strong>de</strong><br />

vereniging <strong>van</strong> gemeenten en<br />

particulieren voor <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong><br />

waterleidingdiensten.<br />

Hoewel het in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1870-1910<br />

niet aan initiatieven ontbrak om <strong>de</strong><br />

watervoorziening <strong>van</strong> ons land <strong>van</strong>uit<br />

een beperkt aantal voedingspunten<br />

centraal te laten geschie<strong>de</strong>n, heeft <strong>de</strong><br />

rijksoverheid toen niet <strong>de</strong> kans aangegrepen<br />

om een gedurfd en vooruitziend<br />

drinkwaterbeleid te voeren. Waar <strong>de</strong><br />

winning <strong>van</strong> water geen probleem<br />

vorm<strong>de</strong> zoals in Hoog-België, leid<strong>de</strong> dit<br />

gebrek aan planning tot een wildgroei<br />

<strong>van</strong> kleine netten.<br />

24<br />

Dergelijke vorm <strong>van</strong> groepering <strong>van</strong><br />

gemeenten kreeg een juridische basis<br />

dank zij <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 18 augustus 1907<br />

op <strong>de</strong> vereniging <strong>van</strong> gemeenten en<br />

particulieren voor <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong><br />

waterleidingdiensten. Deze wet voorzag<br />

o.m. In <strong>de</strong> mogelijkheid om onteigeningen<br />

voor openbaar nut uit te voeren, en<br />

in een aantal financiële voor<strong>de</strong>len. De<br />

Brusselse Compagnie plaatste zich als<br />

eerste on<strong>de</strong>r het regime <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe<br />

wet als 'Brusselse Intercommunale<br />

Watermaatschappij' (BIWM).<br />

Het aantal gemeenten dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 1907 op <strong>de</strong> intercommunale<br />

bedrijven gebruik maakte<br />

was zo laag dat <strong>de</strong> wetgever zelf het<br />

initiatief nam tot <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> een<br />

maatschappij die <strong>de</strong> gemeenten in het<br />

ontwikkelen en exploiteren <strong>van</strong> een<br />

waterleiding moest bijstaan: <strong>de</strong> parastatale<br />

'Nationale Maatschappij <strong>de</strong>r<br />

Waterleidingen' (NMDW), gesticht in<br />

1914. In 1922 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eerste werken<br />

in <strong>de</strong> Borinage en in Limburg aanbesteed<br />

en 20 jaar later tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> NMVW al<br />

59 plaatselijke of gewestelijke diensten<br />

die inston<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong><br />

180 gemeenten. Dit bedrijf werd in<br />

1984 ingevolge <strong>de</strong> staatshervorming<br />

gesplitst in een 'Vlaamse Maatschappij<br />

voor Watervoorziening' (VMW), en een<br />

'Société Wallonne <strong>de</strong>s Distributions<br />

d'Eau' (SWDE), die hun activiteiten<br />

effectief <strong>van</strong>af 1 januari 1987 aanvatten.<br />

Bij <strong>de</strong> bevoorrading <strong>van</strong> hun abonnees<br />

betrekken bei<strong>de</strong> bedrijven zowel<br />

grond- als oppervlaktewater, dat wordt<br />

aangevoerd uit winplaatsen die over het<br />

gehele land verspreid liggen.<br />

On<strong>de</strong>r het regime <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 1907,<br />

werd in 1910 <strong>de</strong> Provinciale en Intercommunale<br />

Drinkwatermaatschappij<br />

<strong>de</strong>r Provincie Antwerpen' (PIDPA) opgericht<br />

om <strong>de</strong> studie voort te zetten <strong>van</strong><br />

een provinciale watervoorziening met<br />

grondwater en eventueel een waterleiding<br />

aan te leggen. Uitein<strong>de</strong>lijk zag<br />

PIDPA af <strong>van</strong> een enige grote winning<br />

en zou opteren voor <strong>de</strong> oprichting binnen<br />

<strong>de</strong> provincie <strong>van</strong> een groot aantal<br />

lokale netten.<br />

De 'Tussengemeentelijke Maatschappij<br />

<strong>de</strong>r Vlaan<strong>de</strong>ren voor Waterbe<strong>de</strong>ling'<br />

(TMVW) zag het levenslicht in 1923. Op


<strong>de</strong>ze wijze kon een jaar later een <strong>de</strong>finitief<br />

contract wor<strong>de</strong>n afgesloten met <strong>de</strong><br />

BIWM die maximaal 36.000 m³ water<br />

per dag zou leveren.<br />

In 1930 verkoos Antwerpen en enkele<br />

randgemeenten met <strong>de</strong> Antwerp Water<br />

Works een gemeng<strong>de</strong> intercommunale<br />

te stichten, <strong>de</strong> huidige 'Antwerpse Waterwerken'<br />

(AWW).<br />

(1) Bronnen, on<strong>de</strong>r meer:<br />

Van CRAENENBROEK W. (samenstelling),<br />

Eenheid in verschei<strong>de</strong>nheid.<br />

Watertorens in België, Nationale Vereniging<br />

<strong>van</strong> Waterleidingbedrijven<br />

(NAVEWA) en Gemeentekrediet <strong>van</strong><br />

België, Brussel, 1991.<br />

TMVW 1923-1963, Verslagen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

beheerraad en het college <strong>van</strong> commissarissen.<br />

Dienstjaar 1962 – 40e<br />

jaar. Balans en bedrijfsrekening, Tussengemeentelijke<br />

Maatschappij <strong>de</strong>r<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren voor Waterbe<strong>de</strong>ling<br />

(TMVW), 1963.<br />

PIETERAERENS Martine, Stromend<br />

water uit <strong>de</strong> kraan! In 20ste eeuw.<br />

Mo<strong>de</strong>rn <strong>de</strong>nken. Themabrochure<br />

Open Monumentendag 2008,<br />

Provinciebestuur Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />

2008.<br />

STROOBANTS A., 'Vier Elementen' voor<br />

Open Monumentendag, in Den<strong>de</strong>rmondse<br />

Museum en Archievenberichten,<br />

nr. 70- juli 2010, pag. 5-11.<br />

De vroegere openbare pomp op <strong>de</strong><br />

hoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> Heirbaan en <strong>de</strong><br />

Stationsstraat.<br />

Detail <strong>van</strong> een ou<strong>de</strong> prentkaart begin<br />

20ste eeuw.<br />

Zie ook pag. 29.<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!