intraveneus regionaal block of Bierse blokkade anesthesie

ontstoken ader en pijn in de gewrichten. Meestal duren deze ongemakken kort en zijn deze tijdelijk van
aard. De meeste van deze ongemakken zijn een gevolg van een combinatie van operatie en anesthesie. De
anesthesioloog en zijn team doen het uiterste om risico’s en ongemakken voor u als patiënt te vermijden
en of te beperken.
Voorbereiden op de dag van de operatie
Voor sommige operaties is het van belang dat uw darmen leeg zijn. Hiervoor krijgt u een klysma
(ontlasting-opwekkend middel).
Als algemene regel geldt dat u vóór de operatie vanaf 24.00 uur ’s nachts niet meer mag eten. Over het
algemeen mag u tot 2 uur voor het tijdstip dat u geopereerd wordt nog heldere vloeistoffen liefst met
suiker drinken, zoals thee met suiker, sportdrank, koffie zonder melk. Vloeistoffen met melk zijn te
beschouwen als vast voedsel en mogen tot 24.00 uur s’nachts worden genuttigd.
Uw medicijnen mag u innemen met een slokje water. De anesthesioloog heeft met u besproken welke u
wel en niet moet innemen op de operatiedag. De meeste medicijnen die u gebruikt moeten de dag van de
operatie ook worden gebruikt. Meestal worden bloedverdunnende medicijnen in overleg met de chirurg of
anesthesioloog al dan niet tijdelijk gestopt. Vaak start u voor de operatie al met pijnbestrijdend middel, de
anesthesioloog heeft met u afgesproken welk middel en hoe laat u deze inneemt.
Tijdens de operatie mag u:
• geen make-up of nagellak op (de normale kleur van de huid moet ter controle zichtbaar zijn)
• geen ringen om (deze kunnen de bloedsomloop belemmeren)
• geen contactlenzen in (deze kunnen tijdens de operatie het hoornvlies beschadigen)
• ook sieraden, oorbellen, piercings, gehoorapparaat en kunstgebit moet u voor de operatie uit en af
doen.
Vlak vóór de operatie krijgt u een operatiehemd aan. Een verpleegkundige brengt u naar de
operatiekamer.
Als een kind of een verstandelijk gehandicapte wordt geopereerd, dan mag één van de ouders/begeleiders
mee naar de operatieafdeling totdat deze patiënt(e) slaapt.
Op de operatiekamer
Op de operatieafdeling lopen alle medewerkers in groene kleding en met bedekte haren. Het komt soms
voor dat u op het operatiekamercomplex even moet wachten totdat de operatie vóór u klaar is. Vlak voor
de operatie krijgt u een infuusnaald in een ader van uw arm of hand ingebracht. Voor sommige operaties
wordt tijdens de anesthesie een blaaskatheter of neussonde ingebracht.
Tijdens de operatie wordt u door de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker voortdurend bewaakt. Zij
hebben de beschikking over monitoren die continu meerdere metingen verrichten. Deze bewaking heeft tot
doel te kijken hoe u reageert op het handelen van de chirurg zodat de pijnstilling en hoeveelheid narcose
aangepast kunnen worden. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat u tijdens de operatie
nog dingen hoort, bijvoorbeeld de geboorte van uw kindje tijdens een keizersnee.
Zodra de operatie klaar is wordt de toediening van het medicijn waarmee u in slaap werd gehouden
gestaakt en wordt u wakker op de uitslaapkamer. Op deze kamer, waar u door speciaal geschoolde
verpleegkundige bewaakt wordt, krijgt u meestal extra zuurstof toegediend, wordt de bloeddruk iedere 10
minuten gemeten en ligt u nog aan de monitor. Zodra u goed wakker bent en alle metingen stabiel blijven
wordt u door een verpleegkundige van uw afdeling opgehaald. Na sommige operaties gaat u direct vanuit
de operatiekamer naar de afdeling intensive care.
Pijn na de operatie (postoperatieve pijn)
Pijnbestrijding is het verminderen van pijn. Voor de operatie begint u al met pijnstillers te slikken. Direct
na de operatie schrijft de anesthesioloog voor op welke medicijnen u tegen pijn toegediend krijgt. Bij
lichtere ingrepen volstaat paracetamol, bij grotere operaties is het vaak nodig morfinepreparaten voor te
schrijven. U hoeft niet bang te zijn voor verslaving of gewenning. Morfinepreparaten door een arts
Spaarne Ziekenhuis intraveneus regionaal blok 2