26.09.2013 Views

intraveneus regionaal block of Bierse blokkade anesthesie

intraveneus regionaal block of Bierse blokkade anesthesie

intraveneus regionaal block of Bierse blokkade anesthesie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Informatie over<br />

<strong>intraveneus</strong> <strong>regionaal</strong> <strong>block</strong> <strong>of</strong> <strong>Bierse</strong> <strong>blokkade</strong> <strong>anesthesie</strong><br />

Binnenkort wordt u geopereerd. Het besluit voor deze operatie heeft u samen met uw behandelend arts<br />

genomen. De operatie wordt uitgevoerd onder een vorm van <strong>anesthesie</strong> waarbij de anesthesioloog<br />

betrokken is. In deze informatie leest u over de vorm van <strong>anesthesie</strong> die de anesthesioloog met u<br />

besproken heeft.<br />

Na besluit tot operatie<br />

Nadat u samen met uw behandelend arts tot operatie besloten heeft, ondergaat u afhankelijk van uw<br />

leeftijd en lichamelijke conditie, een aantal onderzoeken. De meeste onderzoeken zullen poliklinisch<br />

worden gedaan. Afhankelijk van uw leeftijd en gezondheid, krijgt u een bloedonderzoek, een<br />

elektrocardiogram (hartfilmpje) en/<strong>of</strong> een röntgenfoto van de borstkas. Zonodig wordt u door een internist,<br />

cardioloog <strong>of</strong> longarts nog verder onderzocht. Als dat wenselijk blijkt, wordt u ook door deze specialisten<br />

behandeld tijdens de opname.<br />

Anesthesie<br />

Anesthesie betekent ‘gevoelloosheid’. De reden dat u <strong>anesthesie</strong> krijgt is om uw lichaam te beschermen<br />

tegen de schadelijke gevolgen van stress die een operatie onvermijdelijk met zich meebrengt. Een<br />

anesthesioloog is een medisch specialist die samen met een <strong>anesthesie</strong>medewerker zorg draagt voor uw<br />

veiligheid rondom een operatie onder <strong>anesthesie</strong>. U kunt uw voorkeur voor een bepaalde vorm van<br />

<strong>anesthesie</strong> met de anesthesioloog bespreken. Op grond van de beschikbare gegevens worden de<br />

mogelijkheden van <strong>anesthesie</strong> met u besproken.<br />

We onderscheiden lokale <strong>anesthesie</strong>, algehele <strong>anesthesie</strong>, lokoregionale <strong>anesthesie</strong> en een combinatie van<br />

bovengenoemde technieken.<br />

Locoregionale <strong>anesthesie</strong><br />

Met lokoregionale <strong>anesthesie</strong> verdo<strong>of</strong>t de anesthesioloog, nadat u een infuus heeft gekregen, dat deel van<br />

het lichaam waaraan u geopereerd wordt. Hiervoor krijgt u bijvoorbeeld een prik in de rug, in de handrug,<br />

in de oksel <strong>of</strong> rond en achter het oog. Het verdo<strong>of</strong>de lichaamsdeel voelt na de prik aan als<strong>of</strong> het niet meer<br />

van u is. Tijdens de operatie kunt u soms wel aanrakingen voelen maar geen pijn. Als u toch pijn voelt,<br />

krijgt u op de plaats van de operatie extra verdoving toegediend, <strong>of</strong> via het infuus een middel dat de<br />

pijnsensatie vermindert. In het uiterste geval krijgt u algehele <strong>anesthesie</strong> via het infuus toegediend. Het<br />

gebruikte verdovingsmiddel bepaalt de duur van de verdoving. De verdoving werkt één uur tot vele uren.<br />

Een verdovingsprik is niet pijnlijker dan een prik waar dan ook.<br />

Intraveneus <strong>regionaal</strong> <strong>block</strong> <strong>of</strong> <strong>Bierse</strong> <strong>blokkade</strong><br />

Intraveneus <strong>regionaal</strong> blok <strong>of</strong> <strong>Bierse</strong> <strong>blokkade</strong>: prik in de handrug (Biers <strong>block</strong>), wordt gebruikt voor korte<br />

operaties aan hand <strong>of</strong> onderarm. Rond de bovenarm wordt een soort bloeddrukband aangebracht. Hierna<br />

wordt in de hand van dezelfde arm een infuusnaald geprikt. De arm wordt gezwachteld met een rubber<br />

zwachtel waardoor de arm “bloedleeg” wordt. De bloeddrukband wordt strak opgeblazen. Daarna worden<br />

de bloedvaten in de arm via de infuusnaald gevuld met verdovende vloeist<strong>of</strong>. Na 10 minuten kan de<br />

operatie beginnen. Na de operatie wordt de bloeddrukband leeg gemaakt, het gevoel komt daarna weer<br />

snel terug.<br />

Risico’s en ongemakken<br />

Ondanks de moderne <strong>anesthesie</strong>techniek blijven er risico’s en ongemakken. Vaker voorkomende<br />

ongemakken na een operatie zijn: keelpijn, droge mond, ho<strong>of</strong>dpijn, misselijkheid, braken, zenuwletsel,<br />

Spaarne Ziekenhuis <strong>intraveneus</strong> <strong>regionaal</strong> blok 1


ontstoken ader en pijn in de gewrichten. Meestal duren deze ongemakken kort en zijn deze tijdelijk van<br />

aard. De meeste van deze ongemakken zijn een gevolg van een combinatie van operatie en <strong>anesthesie</strong>. De<br />

anesthesioloog en zijn team doen het uiterste om risico’s en ongemakken voor u als patiënt te vermijden<br />

en <strong>of</strong> te beperken.<br />

Voorbereiden op de dag van de operatie<br />

Voor sommige operaties is het van belang dat uw darmen leeg zijn. Hiervoor krijgt u een klysma<br />

(ontlasting-opwekkend middel).<br />

Als algemene regel geldt dat u vóór de operatie vanaf 24.00 uur ’s nachts niet meer mag eten. Over het<br />

algemeen mag u tot 2 uur voor het tijdstip dat u geopereerd wordt nog heldere vloeist<strong>of</strong>fen liefst met<br />

suiker drinken, zoals thee met suiker, sportdrank, k<strong>of</strong>fie zonder melk. Vloeist<strong>of</strong>fen met melk zijn te<br />

beschouwen als vast voedsel en mogen tot 24.00 uur s’nachts worden genuttigd.<br />

Uw medicijnen mag u innemen met een slokje water. De anesthesioloog heeft met u besproken welke u<br />

wel en niet moet innemen op de operatiedag. De meeste medicijnen die u gebruikt moeten de dag van de<br />

operatie ook worden gebruikt. Meestal worden bloedverdunnende medicijnen in overleg met de chirurg <strong>of</strong><br />

anesthesioloog al dan niet tijdelijk gestopt. Vaak start u voor de operatie al met pijnbestrijdend middel, de<br />

anesthesioloog heeft met u afgesproken welk middel en hoe laat u deze inneemt.<br />

Tijdens de operatie mag u:<br />

• geen make-up <strong>of</strong> nagellak op (de normale kleur van de huid moet ter controle zichtbaar zijn)<br />

• geen ringen om (deze kunnen de bloedsomloop belemmeren)<br />

• geen contactlenzen in (deze kunnen tijdens de operatie het hoornvlies beschadigen)<br />

• ook sieraden, oorbellen, piercings, gehoorapparaat en kunstgebit moet u voor de operatie uit en af<br />

doen.<br />

Vlak vóór de operatie krijgt u een operatiehemd aan. Een verpleegkundige brengt u naar de<br />

operatiekamer.<br />

Als een kind <strong>of</strong> een verstandelijk gehandicapte wordt geopereerd, dan mag één van de ouders/begeleiders<br />

mee naar de operatieafdeling totdat deze patiënt(e) slaapt.<br />

Op de operatiekamer<br />

Op de operatieafdeling lopen alle medewerkers in groene kleding en met bedekte haren. Het komt soms<br />

voor dat u op het operatiekamercomplex even moet wachten totdat de operatie vóór u klaar is. Vlak voor<br />

de operatie krijgt u een infuusnaald in een ader van uw arm <strong>of</strong> hand ingebracht. Voor sommige operaties<br />

wordt tijdens de <strong>anesthesie</strong> een blaaskatheter <strong>of</strong> neussonde ingebracht.<br />

Tijdens de operatie wordt u door de anesthesioloog en de <strong>anesthesie</strong>medewerker voortdurend bewaakt. Zij<br />

hebben de beschikking over monitoren die continu meerdere metingen verrichten. Deze bewaking heeft tot<br />

doel te kijken hoe u reageert op het handelen van de chirurg zodat de pijnstilling en hoeveelheid narcose<br />

aangepast kunnen worden. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat u tijdens de operatie<br />

nog dingen hoort, bijvoorbeeld de geboorte van uw kindje tijdens een keizersnee.<br />

Zodra de operatie klaar is wordt de toediening van het medicijn waarmee u in slaap werd gehouden<br />

gestaakt en wordt u wakker op de uitslaapkamer. Op deze kamer, waar u door speciaal geschoolde<br />

verpleegkundige bewaakt wordt, krijgt u meestal extra zuurst<strong>of</strong> toegediend, wordt de bloeddruk iedere 10<br />

minuten gemeten en ligt u nog aan de monitor. Zodra u goed wakker bent en alle metingen stabiel blijven<br />

wordt u door een verpleegkundige van uw afdeling opgehaald. Na sommige operaties gaat u direct vanuit<br />

de operatiekamer naar de afdeling intensive care.<br />

Pijn na de operatie (postoperatieve pijn)<br />

Pijnbestrijding is het verminderen van pijn. Voor de operatie begint u al met pijnstillers te slikken. Direct<br />

na de operatie schrijft de anesthesioloog voor op welke medicijnen u tegen pijn toegediend krijgt. Bij<br />

lichtere ingrepen volstaat paracetamol, bij grotere operaties is het vaak nodig morfinepreparaten voor te<br />

schrijven. U hoeft niet bang te zijn voor verslaving <strong>of</strong> gewenning. Morfinepreparaten door een arts<br />

Spaarne Ziekenhuis <strong>intraveneus</strong> <strong>regionaal</strong> blok 2


voorgeschreven en onder toezicht gebruikt, zijn veilig. De aanpassing van de hoeveelheid pijnmedicatie<br />

vindt plaats aan de hand van de door verpleegkundigen genoteerde pijnscores.<br />

Bij grote pijnlijke ingrepen kan de anesthesioloog in sommige gevallen een PCA-pomp (Patient Controlled<br />

Analgesia) voorschijven. Met deze pomp heeft u zelf, binnen vooraf bepaalde grenzen, de controle over de<br />

pijnstilling. Zodra u meer pijn voelt, kan u zichzelf door middel van een druk op een knop een hoeveelheid<br />

medicijn toedienen. Niemand anders dan uzelf mag deze pomp bedienen.<br />

Na de operatie<br />

Afhankelijk van het soort operatie en de <strong>anesthesie</strong>techniek kunt u na de operatie kortere <strong>of</strong> langere tijd<br />

wat suffig zijn. Na een algehele <strong>anesthesie</strong> kunt u pijn in de keel hebben als gevolg van het buisje dat u in<br />

de luchtpijp heeft gehad tijdens de <strong>anesthesie</strong>. Afhankelijk van de aard van de operatie kunt u een<br />

misselijk gevoel hebben, dit is meestal het gevolg van de operatie en <strong>anesthesie</strong>techniek samen.<br />

Na de operatie moet u weer herstellen. Dit herstel kost u en uw lichaam erg veel energie. Vraag vóór de<br />

operatie hiervoor begrip aan uw familie en kennissen.<br />

Arts-assistent in opleiding<br />

Op meerdere afdelingen zijn arts-assistenten in opleiding uit een academisch ziekenhuis aanwezig, die in<br />

het Spaarne Ziekenhuis stage lopen. Op de afdeling anesthesiologie van het Spaarne ziekenhuis zijn twee<br />

assistenten uit het VU-ziekenhuis die in opleiding zijn tot specialist aanwezig.<br />

Vragen<br />

Het is van belang dat u juiste en duidelijke informatie heeft gekregen. Aan de hand van deze informatie<br />

beslist u, samen met uw arts, <strong>of</strong> u de behandeling laat doen. Heeft u na het gesprek met uw arts en na het<br />

lezen van deze informatie nog vragen, stel deze dan gerust. Noteer eventueel uw vragen van tevoren,<br />

zodat u niets vergeet.<br />

Vragen over de operatie kunt u bespreken met uw behandelend arts. Vragen over de <strong>anesthesie</strong> bespreekt<br />

u met de anesthesioloog. Vragen over de gang van zaken op de afdeling kunt u bespreken met de<br />

verpleegkundige die u opneemt.<br />

Waar in deze tekst hij staat kunt u ook zij lezen.<br />

190.390-<strong>intraveneus</strong> <strong>regionaal</strong> <strong>block</strong><br />

© 07/2006, Spaarne Ziekenhuis<br />

Eindredactie: patiëntenvoorlichting<br />

Spaarne Ziekenhuis <strong>intraveneus</strong> <strong>regionaal</strong> blok 3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!