HALO #3.pdf - Maatschappij Linkerscheldeoever

6
Natuur in de haven
Weidevogels vinden weg
naar Doelpolder-Noord
Als compensaties voor de natuurwaarden
die bij de aanleg van het Deurganckdok
verloren gegaan zijn, werden in 2006 onder
andere de natuurgebieden Doelpolder-
Noord (71 ha) en de Brakke Kreek (36 ha)
aangelegd. Uit de eerste evaluatie blijkt dat
heel wat unieke vogelsoorten intussen al
hun weg naar de nieuwe natuurgebieden
gevonden hebben.
Doelpolder-Noord en Brakke Kreek zijn
gelegen tussen de Westlangeweg en de
Schelde. Het gebied wordt enkel doorkruist
door de Oostlangeweg waar je een
prachtig zicht hebt op de natte graslanden.
De graafwerken werden voltooid in 2006.
In 2007 werden afsluitingen geplaatst en
akkoorden afgesloten met lokale landbouwers
om het land te laten begrazen door
koeien. Het Agentschap voor Natuur en
Bos en de Vlaamse Landmaatschappij volgen
het beheer op en sturen bij waar nodig.
In de komende jaren zal een in- en uitlaatconstructie
door de Scheldedijk gebouwd
worden. Zo zal onder invloed van het getij
Pendelbusproject enthousiast
onthaald
Het pendelbusproject van de Maatschappij
Linkerscheldeoever en de vzw Max Mobiel
is een groot succes. Sinds de opstart in oktober
2009 hebben al verschillende bedrijven
en uitzendkantoren hun medewerking
aan het project verleend, zodat al heel wat
pendelaars hun wagen thuis laten en met de
pendelbus naar het werk komen. Eén van de
meest fervente gebruikers is Herman Apers
die in de kerncentrale van Doel werkt.
brak Scheldewater binnenstromen in de
Brakke Kreek. Brak water tref je aan bij
de overgang van zoet naar zout water. In
brakke gebieden gedijen zeldzame zoutminnende
planten en ook verschillende
beschermde vogelsoorten komen er aan
hun trekken.
Doelpolder-Noord ontwikkelt zich tot een
echt paradijs voor weidevogels. Soorten als
tureluur, grutto, kluut en kievit vinden hier
in het voorjaar een geschikt broedgebied.
In totaal reden in de Waaslandhaven al
3.500 bussen, waardoor er 89.000 kilogram
CO2-uitstoot is bespaard. De bussen
zijn dus goed voor het milieu maar
in de eerste plaats is de service gericht
op de werknemers in de Waaslandhaven.
Herman Apers was er vanaf dag één als
de kippen bij om de pendelbus te nemen.
“Ik woon in het noorden van Deurne en
neem nu de tram op amper 100 meter
van m’n deur”, vertelt Herman. “Aan het
Frederik Van Eedenplein op Linkeroever
stapt ik over op de pendelbus. Ik heb dus
nooit meer file. De tram rijdt immers in
zijn eigen bedding.” Herman Apers zou
niet meer zonder de pendelbus kunnen.
“Ik verlies geen kostbare tijd meer in de
file en kan nu stressloos een boekje lezen
in de tram of op de bus. Dit initiatief had
tien jaar vroeger mogen komen”, lacht hij.
“Nooit meer
file voor mij”
Met de combinatie tram/bus doet Herman
een kwartiertje langer over het tra-
‘s Winters is het een verzamelplaats voor
doortrekkende en overwinterende steltlopers,
eenden en ganzen die er komen
rusten en voedsel zoeken. Een opvallende
vaststelling is dat de populatie overwinterende
eenden enorm is toegenomen.
De populaties grauwe gans (989), smient
(1036) en kievit (1172) nemen echter de
grootste aantallen overwinteraars voor hun
rekening.
ject maar dat heeft hij er graag voor over.
“Dit is immers gerekend als er geen files
zijn op de Antwerpse ring. De waarheid
gebiedt me te zeggen dat ik vaak een half
uur langer onderweg was door de vele
files. Ik werk immers in dagdienst en
stond ’s avonds vaak aan te schuiven aan
de Kennedytunnel.” Herman ziet de pendelbus
eigenlijk als een persoonlijke taxi.
“Ooit was ik drie minuten te laat door
een vertraging van de tram. Ik heb toen
met de gsm naar Max Mobiel gebeld en
de pendelbus is blijven wachten. Dat zou
bij een gewone lijnbus nooit kunnen.”
Bijkomend voordeel voor Herman is dat
Electrabel zijn lijnabonnement terugbetaalt.
“Mijn auto gebruik ik nog amper.
Vroeger deed ik 34.000 km per jaar en nu
zal ik nog slechts 13.000 km halen. De
pendelbus is een uitstekend initiatief en
ik promoot ze dan ook op het werk. Het
is gewoon een kwestie van de mentaliteit
te veranderen en onze ‘heilige koe’ die de
auto nog steeds is, wat meer in de garage
te laten.”