26.09.2013 Views

Richtlijn voor begeleiding en behandeling van ... - Spaogs.org

Richtlijn voor begeleiding en behandeling van ... - Spaogs.org

Richtlijn voor begeleiding en behandeling van ... - Spaogs.org

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Richtlijn</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>begeleiding</strong> <strong>en</strong> <strong>behandeling</strong><br />

<strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> die zijn blootgesteld<br />

aan of geïnfecteerd met HIV


Colofon:<br />

Opdrachtgever: Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid<br />

Productie: Nationaal AIDS Programma juli 2010<br />

Design/Layout: I.D. Graphic Design, Claudett de Bruin<br />

Druk: Suriprint NV


Voorwoord<br />

Kwaliteitsz<strong>org</strong> aan person<strong>en</strong> geïnfecteerd met HIV is e<strong>en</strong> integraal<br />

onderdeel <strong>van</strong> ons Nationaal Strategisch Plan <strong>voor</strong> de aanpak <strong>van</strong><br />

HIV. Het doel hier<strong>van</strong> is om de overleving <strong>van</strong> person<strong>en</strong> met HIV te<br />

verhog<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als de kwaliteit <strong>van</strong> het lev<strong>en</strong>.<br />

Volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> nu <strong>voor</strong> <strong>behandeling</strong> terecht bij hun<br />

huisarts. De medische <strong>behandeling</strong> <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> met HIV is echter<br />

complexer dan die <strong>van</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarom heeft het ministerie<br />

<strong>van</strong> Volksgezondheid deze richtlijn ontwikkeld, speciaal <strong>voor</strong> de<br />

<strong>behandeling</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong> z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> met HIV. Kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

0 <strong>en</strong> 12 jaar met HIV word<strong>en</strong> door de huisarts <strong>voor</strong> <strong>behandeling</strong><br />

verwez<strong>en</strong> naar de kinderarts.<br />

Door e<strong>en</strong> goede toepassing <strong>van</strong> deze richtlijn kunn<strong>en</strong> z<strong>org</strong>verl<strong>en</strong>ers<br />

bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> optimale <strong>behandeling</strong> <strong>van</strong> HIV bij kinder<strong>en</strong>.<br />

Deze richtlijn is bestemd <strong>voor</strong> alle gezondheidswerkers<br />

(kinderarts<strong>en</strong>, huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> verpleegkundig<strong>en</strong>) die betrokk<strong>en</strong> zijn<br />

bij HIV-z<strong>org</strong> <strong>en</strong> -<strong>behandeling</strong>.<br />

Op u doe ik e<strong>en</strong> beroep de richtlijn te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> uw bijdrage te<br />

lever<strong>en</strong> aan het garander<strong>en</strong> <strong>van</strong> kwaliteitsz<strong>org</strong> <strong>voor</strong> person<strong>en</strong> die<br />

geïnfecteerd zijn met HIV.<br />

Drs. M. Eersel MPH<br />

Directeur <strong>van</strong> Volksgezondheid<br />

Suriname<br />

3


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord 3<br />

Lijst <strong>van</strong> afkorting<strong>en</strong> 8<br />

1. Inleiding 11<br />

Indeling <strong>en</strong> natuurlijk verloop 12<br />

Transmissie 12<br />

2. Laboratoriumdiagnose <strong>en</strong> -controles 15<br />

2.1 HIV-diagnostiek 15<br />

2.2 Laboratoriumcontroles 17<br />

2.2.1 Initieel lab <strong>voor</strong> aan<strong>van</strong>g therapie 17<br />

2.2.2 Labcontroles tijd<strong>en</strong>s therapie 17<br />

2.2.3 Indicatie <strong>voor</strong> CD4-bepaling 18<br />

3. Stadiëring <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> het geïnfecteerde kind 19<br />

3.1 Klinische diagnose 19<br />

3.2 Klinische stadiëring 21<br />

3.3 Immunologische stadiëring 23<br />

3.4 Verwijzing naar kinderarts 25<br />

4. Tweedelijnsz<strong>org</strong> (kinderarts): medicam<strong>en</strong>teuze therapie<br />

(ART) <strong>voor</strong> het geïnfecteerde kind 26<br />

4.1 Indicaties om ART te start<strong>en</strong> 26<br />

4.2 Behandelschema’s 27<br />

4.2.1 ART-profylaxe <strong>voor</strong> neonat<strong>en</strong> 27<br />

4.2.2 Eerstelijnscombinatie ART <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> 28<br />

4.2.3 Tweedelijnscombinatie ART <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> 28<br />

4.2.4 Dosering <strong>voor</strong> de premature pasgebor<strong>en</strong>e 29<br />

4.2.5 Intrav<strong>en</strong>euze toedi<strong>en</strong>ing 29<br />

5


4.3 Bijwerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik <strong>van</strong> ART bij kinder<strong>en</strong> 30<br />

4.3.1 Managem<strong>en</strong>t bij bijwerking<strong>en</strong> 31<br />

4.4 Aanmeldings- <strong>en</strong> vervolgformulier<strong>en</strong> 31<br />

4.5 Strategieën om therapietrouw te bevorder<strong>en</strong> 31<br />

5. Behandeling <strong>van</strong> acute infecties <strong>en</strong> andere aan<br />

HIV gerelateerde infecties 33<br />

5.1 Anemie 33<br />

5.2 Co-infecties 33<br />

5.3 Diarree 33<br />

5.4 HIV-<strong>en</strong>cephalopathie 34<br />

5.5 Huidafwijking<strong>en</strong> 34<br />

5.6 Invasieve bacteriële infecties 34<br />

5.7 Luchtweginfecties 35<br />

5.8 Malaria 36<br />

5.9 Maligniteit<strong>en</strong> 36<br />

5.10 Mond- <strong>en</strong> gebitsafwijking<strong>en</strong> 36<br />

5.11 Neurologische stoorniss<strong>en</strong> 36<br />

5.12 Ondervoeding 37<br />

5.13 Opportunistische infecties <strong>van</strong> het c<strong>en</strong>traal z<strong>en</strong>uwstelsel 37<br />

5.14 Otitis media 37<br />

5.15 Parotitis 38<br />

5.16 Persister<strong>en</strong>de geg<strong>en</strong>eraliseerde lymphad<strong>en</strong>opathie 38<br />

5.17 R<strong>en</strong>ale <strong>en</strong> cardiale complicaties <strong>van</strong> HIV-infectie 38<br />

6


6. Z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> het geïnfecteerde kind <strong>en</strong> psychosociale<br />

ondersteuning <strong>voor</strong> moeder/verz<strong>org</strong>er <strong>en</strong> overige familie 39<br />

6.1 Z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> het geïnfecteerde kind 39<br />

6.1.1 Groei <strong>en</strong> ontwikkeling 39<br />

6.1.2 Voeding 40<br />

6.1.3 Vaccinatie 41<br />

6.1.4 Pneumocystis Carinii Pneumonie (PCP) profylaxe 41<br />

6.2 Psychosociale ondersteuning <strong>voor</strong> moeder/verz<strong>org</strong>er <strong>en</strong><br />

overige familie 42<br />

C<strong>en</strong>ter of Excell<strong>en</strong>ce (ook <strong>voor</strong> informatie over buddyz<strong>org</strong>) 48<br />

Verantwoording 49<br />

Bronn<strong>en</strong> 50<br />

7


Lijst <strong>van</strong> afkorting<strong>en</strong><br />

3TC Lamivudine<br />

AIDS Acquired Immune Defici<strong>en</strong>cy Syndrome<br />

(verworv<strong>en</strong> immunodeficiëntiesyndroom)<br />

ART Antiretrovirale therapie<br />

ARV Antiretrovirale medicatie<br />

AZT Zidovudine (Azidothymidine)<br />

CMV Cytomegalovirus<br />

CT Computer Tomografie<br />

CZS C<strong>en</strong>traal Z<strong>en</strong>uwstelsel<br />

d4T Stavudine<br />

ddI Didanosine<br />

DBS Dried Blood Spots<br />

DNA Deoxyribonucleic Acid<br />

DEET N,N-diethyl-3-methylb<strong>en</strong>zamide<br />

EBV Epstein-Barr Virus<br />

ELISA Enzyme-linked Immunosorb<strong>en</strong>t Assay<br />

GI Gastro-Intestinaal<br />

HAART Highly Active Antiretroviral Therapy<br />

HIV Humaan Immunodeficiëntie Virus<br />

HPV Humaan Papilloma Virus<br />

HSV Herpes Simplex Virus<br />

NFV Nelfinavir<br />

NRTI Nucleoside reverse transcriptase-remmer<br />

NNRT Non nucleoside reverse transcriptase-remmer<br />

NVP Nevirapine<br />

PAHO Pan American Health Organization<br />

PAIDS Paediatric AIDS<br />

PCP Pneumocystis Carinii Pneumonie<br />

PCR Polymerase Chain Reaction<br />

PEP Post Expositie Profylaxe<br />

8


PMTCT Prev<strong>en</strong>tion of Mother To Child Transmission<br />

SOI Seksueel Overdraagbare Infectie<br />

TBC Tuberculose<br />

TLC Total Lymfocyte Count<br />

WHO World Health Organization<br />

9


1. | Inleiding<br />

In Suriname lev<strong>en</strong> naar schatting <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> met<br />

HIV. Zonder <strong>behandeling</strong> overlijdt meer dan de helft <strong>van</strong> deze<br />

kinder<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de tweede verjaardag.<br />

Sinds 1996 is Highly Active Antiretroviral Therapy (HAART) ook<br />

<strong>voor</strong> HIV-geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> de standaardtherapie. In dit<br />

protocol beschouw<strong>en</strong> we iedere<strong>en</strong> <strong>van</strong> 0 tot <strong>en</strong> met 12 jaar als<br />

kind.<br />

De pathog<strong>en</strong>ese <strong>van</strong> de HIV-infectie <strong>en</strong> de algem<strong>en</strong>e virologische<br />

<strong>en</strong> immunologische principes waarop de <strong>behandeling</strong> <strong>van</strong><br />

HIV-infectie is gebaseerd, zijn in principe gelijk <strong>voor</strong> iedere met HIV<br />

geïnfecteerde persoon. Voor het verloop <strong>en</strong> de <strong>behandeling</strong> <strong>van</strong><br />

HIV-infectie bij kinder<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> echter specifieke aandachtspunt<strong>en</strong>.<br />

De HIV-infectie bij kinder<strong>en</strong> vindt plaats in e<strong>en</strong> onrijp, zich<br />

ontwikkel<strong>en</strong>d immuunsysteem. De klinische verschijnsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

virologisch <strong>en</strong> immunologisch verloop zijn bij kinder<strong>en</strong> anders dan<br />

bij volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Bij kinder<strong>en</strong> tot 18 maand<strong>en</strong> wordt de infectie vastgesteld met e<strong>en</strong><br />

PCR-test, bij oudere kinder<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> we, net als bij<br />

volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, de aanwezigheid <strong>van</strong> antistoff<strong>en</strong>. Herk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong><br />

klinische verschijnsel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de infectie kan moeilijk zijn, zeker bij<br />

het jonge kind.<br />

Langetermijn<strong>behandeling</strong> met meerdere antiretrovirale middel<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> heeft specifieke problem<strong>en</strong>. De pediatrische<br />

doseringsregimes kunn<strong>en</strong> ingewikkelder zijn, omdat per kilogram<br />

lichaamsgewicht of per vierkante meter lichaamsoppervlak wordt<br />

gerek<strong>en</strong>d.<br />

Ook qua therapietrouw zijn er bij kinder<strong>en</strong> specifieke problem<strong>en</strong>.<br />

Omdat er (nog) weinig combinatiepreparat<strong>en</strong> bestaan <strong>voor</strong><br />

11<br />

1


kinder<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij dagelijks meerdere mal<strong>en</strong> medicam<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

nem<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn kinder<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de inname <strong>van</strong> medicatie<br />

do<strong>org</strong>aans afhankelijk <strong>van</strong> hun ouders/verz<strong>org</strong>ers.<br />

Indeling <strong>en</strong> natuurlijk verloop<br />

Er zijn belangrijke verschill<strong>en</strong> in het verloop <strong>van</strong> e<strong>en</strong> HIV-infectie<br />

bij kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit is grot<strong>en</strong>deels het gevolg <strong>van</strong> het<br />

(nog) onvoldo<strong>en</strong>de ontwikkelde immuunsysteem <strong>van</strong> het kind.<br />

Hierdoor verloopt de progressie <strong>van</strong> HIV-infectie bij kinder<strong>en</strong> veel<br />

sneller, met e<strong>en</strong> kortere duur <strong>van</strong> elke fase.<br />

Categorieën <strong>van</strong> perinataal geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> (zonder ART):<br />

Categorie 1 (25-30%):<br />

De ‘snelle progressors’: ze overlijd<strong>en</strong> in het eerste lev<strong>en</strong>sjaar,<br />

waarschijnlijk omdat ze vroeg in utero of vroeg perinataal<br />

geïnfecteerd zijn geraakt.<br />

Categorie 2 (50-60%):<br />

Kinder<strong>en</strong> die vroeg symptom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> snelle progressie<br />

ontwikkel<strong>en</strong>, zij overlijd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hun derde <strong>en</strong> vijfde jaar.<br />

Categorie 3 (5-20%):<br />

De ‘long term survivors’, kinder<strong>en</strong> die ouder word<strong>en</strong> dan 8 jaar.<br />

Transmissie<br />

Transmissie <strong>van</strong> moeder op kind<br />

De meeste kinder<strong>en</strong> met HIV zijn geïnfecteerd via de moeder -<br />

tijd<strong>en</strong>s de zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding. De kans<br />

op infectie kan oplop<strong>en</strong> tot ca. 40%. E<strong>en</strong> goed uitgevoerd PMTCTprogramma<br />

reduceert de kans op HIV-transmissie <strong>van</strong> moeder op<br />

kind tot minder dan 2% (zie het PMTCT-protocol).<br />

12


Accid<strong>en</strong>tele transmissie (dus niet <strong>van</strong> moeder op kind)<br />

Seksueel misbruik<br />

E<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de verworv<strong>en</strong> HIV-infecties is het gevolg <strong>van</strong> seksueel<br />

misbruik. Soms is het moeilijk uit te mak<strong>en</strong> of de infectie perinataal<br />

of door seksueel misbruik is veroorzaakt.<br />

Transfusie <strong>van</strong> bloedproduct<strong>en</strong><br />

Door de gebruikelijke ‘donor scre<strong>en</strong>ing’ is er nauwelijks sprake <strong>van</strong><br />

transmissie door transfusie <strong>van</strong> bloedproduct<strong>en</strong>. Deze vorm <strong>van</strong><br />

transmissie kan nog <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> HIV-geïnfecteerde<br />

tijd<strong>en</strong>s de ‘windowperiode’ wordt gescre<strong>en</strong>d, of wanneer in<br />

overmachtssituaties wordt gewerkt met onveilige bloedproduct<strong>en</strong>.<br />

In ieder geval wordt er alles aan gedaan om het gebruik <strong>van</strong> veilige<br />

bloedproduct<strong>en</strong> te garander<strong>en</strong>.<br />

Overige transmissieroutes<br />

Transmissie kan ook optred<strong>en</strong> na prikaccid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met besmette<br />

naald<strong>en</strong>, na contact met medische apparatuur, na contact met<br />

andere lichaamsvloeistoff<strong>en</strong> dan bloed, of na e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>beet met<br />

verwonding/laceratie <strong>van</strong> de huid.<br />

Overweeg in al deze gevall<strong>en</strong> postexpositieprofylaxe (zie het PEPprotocol).<br />

13<br />

1


Stroomdiagram | Bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> HIV-antistoff<strong>en</strong> in perifeer bloed<br />

ART tot 4 wek<strong>en</strong> post partum<br />

Vaststell<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de HIV-status<br />

Indi<strong>en</strong> HIV (+)<br />

getest<br />

14<br />

KIND<br />

Pasgebor<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> HIV (+) moeder<br />

≥ 18 maand<strong>en</strong> HIV-antistoff<strong>en</strong>test (+) Kinderarts<br />

Indi<strong>en</strong><br />

2 x HIV (-) getest<br />

Leeftijd: 4-6 wkn HIV-DNA-PCR<br />

positief<br />

Kind is HIVseropositief<br />

positief<br />

negatief<br />

Dan nog e<strong>en</strong><br />

3 e test do<strong>en</strong><br />

Beschouw<strong>en</strong> als<br />

niet geïnfecteerd<br />

Monitor groei <strong>en</strong> ontwikkeling<br />

Co-trimoxazolprofylaxe zo nodig<br />

Vanaf 6 wek<strong>en</strong> tot 1 jaar<br />

Verwijs naar kinderarts indi<strong>en</strong>:<br />

- Recidiver<strong>en</strong>de infecties<br />

- Failure to thrive<br />

- Ontwikkelingsachterstand<br />

negatief<br />

Herhal<strong>en</strong> HIV-DNA-PCR na 1 mnd<br />

positief<br />

Dan nog e<strong>en</strong><br />

3 e test do<strong>en</strong><br />

negatief<br />

Kind is HIVseronegatief


2. | Laboratoriumdiagnose <strong>en</strong> -controles<br />

2.1. HIV-diagnostiek<br />

AANBEVELING<br />

Pasgebor<strong>en</strong><strong>en</strong> (kinder<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> 18 maand<strong>en</strong>):<br />

• HIV-DNA-PCR-test op de leeftijd <strong>van</strong> 4-6 wek<strong>en</strong>. De test<br />

herhal<strong>en</strong> na 1 maand. Twee gelijkluid<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

de definitieve testuitslag. Anders na e<strong>en</strong> maand e<strong>en</strong> derde<br />

test do<strong>en</strong>.<br />

Kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> 18 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouder:<br />

• Bepaal HIV-antistoff<strong>en</strong> in het bloed via e<strong>en</strong> HIV-ELISA of<br />

sneltest met confirmatie via het C<strong>en</strong>traal Lab met e<strong>en</strong> ELISA-<br />

test.<br />

Het HIV-RNA-verloop in perinataal geïnfecteerde kinder<strong>en</strong><br />

verschilt met dat <strong>van</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het HIV-RNA stijgt tot hoge<br />

waard<strong>en</strong> (> 100.000 kopieën/ml) gedur<strong>en</strong>de de eerste twee<br />

lev<strong>en</strong>smaand<strong>en</strong>, blijft dan hoog gedur<strong>en</strong>de het eerste lev<strong>en</strong>sjaar<br />

<strong>en</strong> daalt vervolg<strong>en</strong>s geleidelijk in de jar<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>. Dit komt<br />

waarschijnlijk doordat het immuunsysteem <strong>van</strong> de pasgebor<strong>en</strong>e<br />

niet in staat is tot beteugeling <strong>van</strong> de virale replicatie <strong>en</strong> mogelijk<br />

ook het grotere aantal HIV-gevoelige cell<strong>en</strong>.<br />

15<br />

2


Na de geboorte biedt de gezondheidswerker aan de ouder/<br />

verz<strong>org</strong>er de mogelijkheid om de HIV-status te bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

kind gebor<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> met HIV geïnfecteerde moeder. Dat kan in<br />

Suriname op twee manier<strong>en</strong>:<br />

1. Bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> HIV-antistoff<strong>en</strong> in perifeer bloed<br />

Dit kan al direct na de geboorte. De baby kan echter nog<br />

maternale antistoff<strong>en</strong> in het bloed hebb<strong>en</strong> tot de leeftijd <strong>van</strong><br />

18 maand<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> positieve uitslag vóór de leeftijd <strong>van</strong> 18 maand<strong>en</strong><br />

is dus niet diagnostisch. E<strong>en</strong> negatieve HIV-testuitslag is dat wel<br />

<strong>en</strong> met twee maal e<strong>en</strong> negatieve test is het kind definitief als HIVseronegatief<br />

te beschouw<strong>en</strong>. Doe de ouder/verz<strong>org</strong>er 18 maand<strong>en</strong><br />

na de geboorte <strong>van</strong> het kind het <strong>voor</strong>stel om te test<strong>en</strong> op HIVantistoff<strong>en</strong>.<br />

2. Bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> HIV-antige<strong>en</strong> (HIV1-DNA-PCR of<br />

nested HIV1-RNA-PCR) in perifeer bloed<br />

PCR kan in vol bloed word<strong>en</strong> bepaald, maar ook in <strong>en</strong>kele druppels<br />

bloed die op e<strong>en</strong> filtreerpapiertje zijn opge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedroogd:<br />

de ‘dried blood spots’ (DBS). Het <strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> de DBS-methode is<br />

dat er weinig bloed nodig is <strong>en</strong> dat dit bloed gemakkelijk is af te<br />

nem<strong>en</strong>.<br />

Deze test toont de aanwezigheid aan <strong>van</strong> HIV in het bloed <strong>en</strong> geeft<br />

sneller uitsluitsel over de HIV-status <strong>van</strong> het kind. Bij vrijwel alle<br />

perinataal geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> zal de test positief uitvall<strong>en</strong> op<br />

de leeftijd <strong>van</strong> vier (4) wek<strong>en</strong>: op die leeftijd heeft de test al e<strong>en</strong><br />

s<strong>en</strong>sitiviteit <strong>van</strong> 96% (<strong>en</strong> die stijgt tot 100% 1-2 maand<strong>en</strong> later) <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> specificiteit <strong>van</strong> 99%. Mede door ART-gebruik <strong>van</strong> de moeder<br />

kan de betrouwbaarheid <strong>van</strong> de test de eerste maand lager<br />

uitvall<strong>en</strong>. Voer daarom de HIV-DNA-PCR-test uit op de leeftijd <strong>van</strong><br />

4-6 wek<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> negatieve testuitslag ter bevestiging na e<strong>en</strong><br />

maand herhal<strong>en</strong>.<br />

Bij e<strong>en</strong> positieve testuitslag na 2 wek<strong>en</strong> opnieuw test<strong>en</strong>. Beschouw<br />

tweemaal dezelfde testuitslag als bind<strong>en</strong>d.<br />

16


2.2 Laboratoriumcontroles<br />

2.2.1 Initieel lab <strong>voor</strong> aan<strong>van</strong>g therapie:<br />

• Hb, Ht, ery’s, MCV, leucocyt<strong>en</strong> met differ<strong>en</strong>tiatie incl. absoluut<br />

aantal lymfocyt<strong>en</strong>, thrombocyt<strong>en</strong>, ASAT, ALAT, alk. fosfatase,<br />

gamma-GT, LDH, creatinine, bloedsuiker, amylase<br />

• Hepatitis B, C, VDRL; indi<strong>en</strong> mogelijk: EBV, CMV, toxoplasmose<br />

• indi<strong>en</strong> mogelijk: HLA-B 5701 (bij kinder<strong>en</strong> die HLA-B 5701-<br />

positief zijn is abacavir gecontraïndiceerd)<br />

• CD4-cell<strong>en</strong> (zie 2.2.3)<br />

viral load<br />

• urine op eiwit <strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>t<br />

• op indicatie: viral load + resist<strong>en</strong>tiepatroon, lipidespectrum,<br />

lactaat, urinezuur, plasmaspiegel <strong>van</strong> de medicatie<br />

2.2.2 Labcontroles tijd<strong>en</strong>s therapie:<br />

Verricht tijd<strong>en</strong>s therapie elke 12 maand<strong>en</strong> laboratoriumcontroles<br />

(<strong>en</strong> op indicatie eerder):<br />

• Hb, Ht, ery’s, MCV, leucocyt<strong>en</strong> met differ<strong>en</strong>tiatie incl. absoluut<br />

aantal lymfocyt<strong>en</strong>, thrombocyt<strong>en</strong>, ASAT, ALAT, alk. fosfatase,<br />

gamma-GT, LDH, creatinine, bloedsuiker, amylase<br />

• CD4-cell<strong>en</strong><br />

• urine op eiwit <strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>t<br />

• op indicatie: HIV-RNA-PCR, lipidespectrum, lactaat, urinezuur,<br />

plasmaspiegel <strong>van</strong> de medicatie<br />

17<br />

2


2.2.3 Indicaties <strong>voor</strong> CD4-bepaling:<br />

Kinder<strong>en</strong> jonger dan 18 maand<strong>en</strong>:<br />

• elk nieuw kind binn<strong>en</strong> eerste maand post partum<br />

• elke 3-4 maand<strong>en</strong>, afhankelijk <strong>van</strong> de symptom<strong>en</strong> vaker<br />

• indi<strong>en</strong> CD4 < 20% <strong>voor</strong> de leeftijd: elke 2 maand<strong>en</strong><br />

Kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> 18 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouder:<br />

• bij eerste aanmelding<br />

• elke 4-6 maand<strong>en</strong><br />

• indi<strong>en</strong> CD4 < 15% <strong>voor</strong> de leeftijd: elke 3 maand<strong>en</strong><br />

18


3. | Stadiëring <strong>van</strong> de ziekte <strong>van</strong> het<br />

geïnfecteerde kind<br />

3.1 Klinische diagnose<br />

Het stell<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> klinische diagnose kan moeilijk zijn, omdat<br />

de symptom<strong>en</strong> <strong>van</strong> HIV-geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> vaak lijk<strong>en</strong> op<br />

verschijnsel<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> zonder HIV. In tabel 1 staan symptom<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> toestand<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op HIV-infectie met verschill<strong>en</strong>de<br />

specificiteit.<br />

Doe bij e<strong>en</strong> klinisch vermoed<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> HIV-infectie laboratoriumonderzoek<br />

(zie sectie Laboratorium).<br />

19<br />

3


Tabel 1. Symptom<strong>en</strong> <strong>en</strong> toestand<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op<br />

HIV-infectie<br />

Specificiteit <strong>voor</strong> Diagnose<br />

HIV-infectie<br />

erg verdacht • pneumocystis pneumonie<br />

<strong>voor</strong> HIV • oesophageale candidiasis<br />

• extrapulmonale cryptococcosis<br />

• invasieve salmonella-infectie<br />

• lymphoïde interstitiële pneumonitis<br />

• herpes zoster met meerdere<br />

dermatom<strong>en</strong> geïnfecteerd<br />

• kaposisarcoom<br />

vaker <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>d • ernstige recidiver<strong>en</strong>de bacteriële infecties<br />

bij HIV <strong>en</strong> minder • persister<strong>en</strong>de of recidiver<strong>en</strong>de orale<br />

bij niet-HIV candidiasis<br />

• bilaterale pijnloze parotiszwelling<br />

• geg<strong>en</strong>eraliseerde persister<strong>en</strong>de nietinguïnale<br />

lymphad<strong>en</strong>opathie<br />

• hepatospl<strong>en</strong>omegalie<br />

• persister<strong>en</strong>de <strong>en</strong>/of recidiver<strong>en</strong>de koorts<br />

• neurologische stoorniss<strong>en</strong><br />

• herpes zoster, <strong>en</strong>kel dermatoom<br />

• persister<strong>en</strong>de geg<strong>en</strong>eraliseerde<br />

dermatitis niet reager<strong>en</strong>d op therapie<br />

• chronische recidiver<strong>en</strong>de otitis met<br />

otorrhoe<br />

• persister<strong>en</strong>de of recidiver<strong>en</strong>de diarree<br />

• ernstige pneumonie<br />

• tuberculosis<br />

• bronchiëctasieën<br />

• ‘failure to thrive’<br />

• marasmus<br />

20


3.2 Klinische stadiëring<br />

De klinische stadiëring <strong>van</strong> de ziekte gaat volg<strong>en</strong>s het WHOschema.<br />

In tabel 2 staan de richtlijn<strong>en</strong>.<br />

Tabel 2. Klinische stadiëring <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> met HIV/AIDS volg<strong>en</strong>s<br />

WHO-richtlijn<strong>en</strong><br />

Stadium 1 • asymptomatisch<br />

• persister<strong>en</strong>de geg<strong>en</strong>eraliseerde lymphad<strong>en</strong>opathie<br />

Stadium 2 • hepatospl<strong>en</strong>omegalie<br />

• papulaire pruritische erupties<br />

• seborrhoïsche dermatitis<br />

• schimmelinfecties nagels<br />

• angulaire chelitis<br />

• lineaal gingivaal erythema<br />

• uitgebreide HPV- of molluscuminfectie<br />

(> 5% lich. opp.)<br />

• recidiver<strong>en</strong>de orale ulceraties<br />

(> 2 episodes/6 mnd)<br />

• parotiszwelling<br />

• herpes zoster (> 1 episode/12 mnd)<br />

• recidiver<strong>en</strong>de of chronische bov<strong>en</strong>steluchtweginfecties:<br />

otitis media, otorrhea, sinusitis<br />

(> 2 episodes/6 mnd)<br />

Stadium 3 • onverklaarde matige malnutritie (G/L -2 SD of<br />

≤ P3) niet reager<strong>en</strong>d op standaardtherapie<br />

• persister<strong>en</strong>de diarree eci (> 14 dg)<br />

• febris eci (intermitter<strong>en</strong>d of constant, > 1 mnd)<br />

• orale candidiasis (na de neonatale periode)<br />

• orale hairy leukoplakie<br />

• pulmonale tuberculose<br />

21<br />

3


Stadium 3 • ernstige recidiver<strong>en</strong>de bacteriële pneumonie<br />

(> 2 episodes/12 mnd)<br />

• acute necrotiser<strong>en</strong>de ulceratieve gingivitis/<br />

periodontitis<br />

• lymphoïde interstitiële pneumonitis<br />

• onverklaarde anemie (< 5 mmol/l), neutrop<strong>en</strong>ie<br />

(< 1,000/mm 3 ), of thrombocytop<strong>en</strong>ie<br />

(< 30,000/mm 3 ) > 1 mnd<br />

Stadium 4 twee of meer <strong>van</strong> de volg<strong>en</strong>de aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>:<br />

kind • orale candidiasis<br />

< 18 mnd. • ernstige pneumonie<br />

• ernstige ondervoeding<br />

• sepsis<br />

Stadium 4 • onverklaarde ernstige ondervoeding<br />

elke (G/L -3 SD of 2 episodes/12 mnd, niet zijnde pneumonie)<br />

• chronische orolabiale of cutane HSV (> 1 mnd)<br />

• extrapulmonale tuberculose<br />

• Kaposisarcoom<br />

• oesophageale candidiasis<br />

• CZS toxoplasmosis<br />

• cryptococc<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ingitis<br />

• elke gedissemineerde <strong>en</strong>demische mycose<br />

• cryptosporidiosis of isosporiasis<br />

(met diarree > 1 mnd)<br />

• CMV-infectie elders dan in lever, milt, lymfeklier<strong>en</strong><br />

(<strong>en</strong> leeftijd > 1 mnd)<br />

• gedissemineerde mycobacteriële ziekte anders dan<br />

tuberculose<br />

22


• candida <strong>van</strong> trachea/bronchi/long<strong>en</strong><br />

• HIV-<strong>en</strong>cephalopathie<br />

• cerebraal/B cell non-Hodgkin lymfoom<br />

• progressieve multifocale leuko-<strong>en</strong>cephalopathie<br />

• HIV-gerelateerde cardiomyopathie<br />

• HIV-gerelateerde nefropathie<br />

3.3 Immunologische stadiëring<br />

Immunologische stadiëring <strong>van</strong> de ziekte geschiedt op basis <strong>van</strong><br />

CD4-cell<strong>en</strong>.<br />

Niet-geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> normaliter e<strong>en</strong> hoger aantal<br />

CD4-cell<strong>en</strong> dan niet-geïnfecteerde volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het normale<br />

aantal CD4-cell<strong>en</strong> varieert met de leeftijd, waarbij we volwass<strong>en</strong><br />

waard<strong>en</strong> al hanter<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de leeftijd <strong>van</strong> 5 jaar. In tabel 3 staan<br />

de refer<strong>en</strong>tiewaard<strong>en</strong> bij gezonde kinder<strong>en</strong>.<br />

Tabel 3. Normaalwaard<strong>en</strong> <strong>van</strong> het absolute aantal CD4-cell<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

CD4-perc<strong>en</strong>tage T-lymfocyt<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>.<br />

Leeftijd CD4 (aantal cell<strong>en</strong>/mm3 ) CD4 (%)<br />

P5 P95 P5 P95<br />

0-4 maand<strong>en</strong> 1460 5110 41 64<br />

4-9 maand<strong>en</strong> 1690 4600 36 61<br />

9-12 maand<strong>en</strong> 1355 4100 34 58<br />

12-24 maand<strong>en</strong> 1020 3600 31 54<br />

24-60 maand<strong>en</strong> 900 2860 35 51<br />

60 maand<strong>en</strong>-volwass<strong>en</strong> 689 1566 33 59<br />

Op basis <strong>van</strong> het absolute aantal CD4-cell<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> bepaalde<br />

stadiëring <strong>van</strong> immuunsuppressie gemaakt, die verandert met de<br />

23<br />

3


leeftijd. Het CD4-perc<strong>en</strong>tage T-lymfocyt<strong>en</strong> <strong>van</strong> elk stadium <strong>van</strong><br />

immuunsuppressie verandert niet: CD4 > 25% is normaal terwijl<br />

CD4 < 15% ernstige immuunsuppressie weergeeft. Gebruik daarom<br />

het CD4-perc<strong>en</strong>tage T-lymofocyt<strong>en</strong> om het verloop <strong>van</strong> de ziekte<br />

goed te monitor<strong>en</strong>. In tabel 4 staat de immunologische classificatie.<br />

Deze is erg praktisch bij de WHO-stadiëring, <strong>voor</strong>al wanneer m<strong>en</strong><br />

overweegt te start<strong>en</strong> met ART.<br />

Tabel 4. Immunologische classificatie <strong>voor</strong> HIV-geïnfecteerde<br />

kinder<strong>en</strong><br />

24<br />

Immunologische<br />

stadiëring<br />

ge<strong>en</strong><br />

suppressie<br />

matige<br />

suppressie<br />

ernstige<br />

suppressie<br />

Leeftijd <strong>van</strong> het kind<br />

< 12 maand<strong>en</strong> 1-5 jaar > 5 jaar<br />

cell<strong>en</strong>/mm3 (%) cell<strong>en</strong>/mm3 (%) cell<strong>en</strong>/mm3 (%)<br />

1550 (25) 1000 (25) 500 (25)<br />

750-1499 (15-24) 500-999 (15-24) 200-499 (15-24)<br />

< 750 (


3.4 Verwijzing naar de kinderarts<br />

Verwijs e<strong>en</strong> kind altijd naar de kinderarts bij klacht<strong>en</strong> die duid<strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> HIV-infectie (zie ook tabel 1), of wanneer uit laboratoriumonderzoek<br />

blijkt dat het kind is geïnfecteerd met HIV. Er kan<br />

sprake zijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong> HIV-infectie bij (e<strong>en</strong> combinatie <strong>van</strong>) de<br />

volg<strong>en</strong>de klacht<strong>en</strong>:<br />

• recidiver<strong>en</strong>de infecties, met name luchtweginfecties,<br />

huidinfecties, orale infecties, chronische<br />

(> 4 wek<strong>en</strong> bestaande) diarree<br />

• ‘failure to thrive’<br />

• ontwikkelingsachterstand met onbek<strong>en</strong>de oorzaak<br />

Als het kind als HIV-seropositief wordt gediagnosticeerd g<strong>en</strong>iet<br />

verdere <strong>begeleiding</strong> (inclusief CB) door de kinderarts de <strong>voor</strong>keur,<br />

maar wel met regelmatige rapportage naar de huisarts. Ziet de<br />

kinderarts e<strong>en</strong> indicatie om met ART te start<strong>en</strong>, dan gebeurt dit<br />

altijd in nauw overleg met de ouder/verz<strong>org</strong>er. De kinderarts<br />

rapporteert hierover aan de behandel<strong>en</strong>d (huis)arts.<br />

25<br />

3


4. | Medicam<strong>en</strong>teuze therapie (ART) <strong>voor</strong><br />

het geïnfecteerde kind<br />

Tweedelijnsz<strong>org</strong> (kinderarts):<br />

HAART is het <strong>en</strong>ige regime dat virale replicatie drastisch kan<br />

verminder<strong>en</strong> <strong>en</strong> resist<strong>en</strong>tie <strong>voor</strong> langere tijd kan <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>.<br />

Dit regime bestaat uit t<strong>en</strong>minste drie medicam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan de<br />

viral load terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot niet-detecteerbare hoeveelhed<strong>en</strong><br />

(< 50 kopieën/ml). In Suriname hebb<strong>en</strong> we gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

eerstelijnscombinatie <strong>van</strong> twee (2) NRT-remmers, zidovudine <strong>en</strong><br />

lamivudine, <strong>en</strong> één (1) NNRT-remmer, nevirapine.<br />

4.1 Indicaties om ART te start<strong>en</strong><br />

De correcte timing om therapie bij kinder<strong>en</strong> te start<strong>en</strong> kan<br />

moeilijk zijn. Kijk <strong>voor</strong> vaststelling <strong>van</strong> de indicatie naar klinische<br />

verschijnsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het CD4-aantal. De indicaties om met ART te<br />

start<strong>en</strong> staan in tabel 5.<br />

Tabel 5. Criteria om te start<strong>en</strong> met therapie<br />

Kijk naar klinische verschijnsel<strong>en</strong>, CD4-perc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong>/of CD4-aantal<br />

26<br />

Marker Leeftijd <strong>van</strong> het kind<br />

< 12 mnd 12-35 mnd 36-59 mnd ≥ 5 jaar<br />

Klinisch Behandel* WHO stadium WHO stadium WHO stadium<br />

stadium<br />

CD4-perc<strong>en</strong>tage<br />

<strong>en</strong> aantal<br />

3 & 4 3 & 4 3 & 4<br />

CD4-cell<strong>en</strong> Behandel* < 25% of < 20% of < 350<br />

< 1000/mm3 < 500/mm3 *pas nadat therapietrouw gegarandeerd is


4.2 Behandelschema’s<br />

In tabel 6 staat het behandelschema <strong>voor</strong> neonat<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> uit<br />

e<strong>en</strong> HIV-seropositieve moeder. In de tabell<strong>en</strong> 7 <strong>en</strong> 8 staan de<br />

behandelschema’s <strong>voor</strong> ART bij kinder<strong>en</strong>. Kan e<strong>en</strong> kind, om wat<br />

<strong>voor</strong> red<strong>en</strong> dan ook, e<strong>en</strong> eerstelijnsmiddel niet innem<strong>en</strong>, ga dan<br />

over naar e<strong>en</strong> combinatie met e<strong>en</strong> tweedelijnsmiddel. Doe dit altijd<br />

in overleg met de behandel<strong>en</strong>d kinderarts.<br />

Streef naar e<strong>en</strong> viral load < 50 kopieën/ml.<br />

4.2.1 Tabel 6. ART-profylaxe <strong>voor</strong> neonat<strong>en</strong><br />

(zie ook PMTCT-protocol)<br />

medicam<strong>en</strong>t<br />

Therapie <strong>voor</strong> neonat<strong>en</strong><br />

zidovudine (AZT) tot 4 wek<strong>en</strong>: 2 dd 4 mg/kg<br />

lamivudine (3TC) tot 4 wek<strong>en</strong>: 2 dd 2mg/kg<br />

Is de neonaat gebor<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> HIV-seropositieve moeder die<br />

e<strong>en</strong> tweedelijnscombinatie gebruikt, geef de neonaat dan<br />

niet bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde combinatie (3TC/AZT/NVP), maar e<strong>en</strong><br />

tweedelijnscombinatie <strong>van</strong> ART.<br />

Is de neonaat gebor<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> HIV-seropositieve moeder die<br />

mogelijk e<strong>en</strong> resist<strong>en</strong>t virus heeft (bij<strong>voor</strong>beeld door slechte<br />

therapietrouw of eerder gebruik <strong>van</strong> ART), hou daar dan rek<strong>en</strong>ing<br />

mee bij de keus <strong>van</strong> ART <strong>voor</strong> de neonaat. Overleg ev<strong>en</strong>tueel met<br />

het C<strong>en</strong>ter of Excell<strong>en</strong>ce.<br />

27<br />

4


4.2.2 Tabel 7. Eerstelijnscombinatie ART <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> (alle<br />

kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> behandelindicatie)<br />

28<br />

medicam<strong>en</strong>t<br />

Eerstelijnscombinatie ART <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong><br />

zidovudine (AZT) 2 dd 180 mg/m 2<br />

lamivudine (3TC) 2 dd 4 mg/kg<br />

nevirapine (NVP)<br />

eerste 2 wek<strong>en</strong> na aan<strong>van</strong>g<br />

1 dd 120 mg/m 2 ,<br />

daarna 2 dd 200 mg/m 2<br />

4.2.3 Tabel 8. Tweedelijnscombinatie ART <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> (altijd in<br />

overleg met kinderarts)<br />

Bij e<strong>en</strong> overstap naar e<strong>en</strong> ander regime:<br />

1. Bepaal eerst het resist<strong>en</strong>tiepatroon, al tijd<strong>en</strong>s het oude regime<br />

of binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> nadat daarmee is gestopt.<br />

2. Ver<strong>van</strong>g niet slechts 1 medicam<strong>en</strong>t<br />

medicam<strong>en</strong>t<br />

Tweedelijnscombinatie <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong><br />

abacavir (ABC) 1 dd 16 mg/kg of 2 dd 8 mg/kg<br />

didanosine (ddI) 1 dd 240 mg/m2 of 2 dd 120 mg/m 2<br />

lopinavir/ritonavir †<br />

7-15 kg: 2dd 12/3 mg/kg<br />

15-40 kg: 2dd 10/2,5 mg/kg<br />

† proteaseremmers word<strong>en</strong> niet aanbevol<strong>en</strong> <strong>voor</strong> neonat<strong>en</strong>.<br />

Kies, afhankelijk <strong>van</strong> de beschikbaarheid, tijdelijk <strong>voor</strong> twee (2)<br />

NRTI’s + e<strong>en</strong> (1) NNRT of drie (3) NRTI’s. Overleg bij twijfel met het<br />

C<strong>en</strong>ter of Excell<strong>en</strong>ce.<br />

Lamivudine <strong>en</strong> abacavir kunn<strong>en</strong> 1 dd word<strong>en</strong> gedoseerd bij<br />

kinder<strong>en</strong> > 3 jaar


4.2.4 Dosering <strong>voor</strong> de premature pasgebor<strong>en</strong>e<br />

ouder dan 30 wek<strong>en</strong>:<br />

• zidovudine 2 dd 2 mg/kg gedur<strong>en</strong>de 2 wek<strong>en</strong>, daarna<br />

3 dd 2 mg/kg gedur<strong>en</strong>de 2 wek<strong>en</strong><br />

• lamivudine 2 dd 2 mg/kg gedur<strong>en</strong>de 4 wek<strong>en</strong><br />

tot 30 wek<strong>en</strong>:<br />

4.2.5 Intrav<strong>en</strong>euze toedi<strong>en</strong>ing indi<strong>en</strong> orale toedi<strong>en</strong>ing niet<br />

mogelijk is<br />

Aterme pasgebor<strong>en</strong>e:<br />

• zidovudine 2 dd 2 mg/kg gedur<strong>en</strong>de 4 wek<strong>en</strong><br />

• lamivudine 2 dd 2 mg/kg gedur<strong>en</strong>de 4 wek<strong>en</strong><br />

Premature pasgebor<strong>en</strong>e:<br />

• zidovudine 4 dd 1,5 mg/kg intrav<strong>en</strong>eus<br />

• ouder dan 30 wek<strong>en</strong>: zidovudine 2 dd 1,5 mg/kg intrav<strong>en</strong>eus<br />

2 wek<strong>en</strong>, daarna 3 dd 1,5 mg/kg intrav<strong>en</strong>eus 2 wek<strong>en</strong><br />

• tot 30 wek<strong>en</strong>: zidovudine 2 dd 1,5 mg/kg intrav<strong>en</strong>eus<br />

4 wek<strong>en</strong> 1<br />

N.B. Zidovudine <strong>voor</strong> intrav<strong>en</strong>eus gebruik is <strong>voor</strong>alsnog niet <strong>voor</strong>radig in Suriname.<br />

Heeft e<strong>en</strong> kind dit middel nodig, neem dan tijdig contact op met de ziek<strong>en</strong>huisapotheek<br />

<strong>voor</strong> meer informatie.<br />

Lamivudine <strong>en</strong> andere antiretrovirale middel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet i.v. gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

29<br />

4


4.3 Gebruik <strong>en</strong> mogelijke bijwerking<strong>en</strong> <strong>van</strong> ART bij kinder<strong>en</strong><br />

Gebruik <strong>en</strong> bijwerking<strong>en</strong> <strong>van</strong> ART bij kinder<strong>en</strong><br />

Medicam<strong>en</strong>t Bijwerking<strong>en</strong> Gebruik<br />

abacavir (ABC) uitslag, koorts, misselijkheid,<br />

diarree, keelpijn<br />

didanosine (ddI) diarree, buikpijn, nausea,<br />

perifere neuropathie,<br />

verhoogde leverfuncties,<br />

pancreatitis, lactaat<br />

acidose<br />

lamivudine (3TC) hoofdpijn, buikpijn,<br />

nausea, perifere<br />

neuropathie, neutrop<strong>en</strong>ie,<br />

verhoogde leverfuncties,<br />

lactaatacidose<br />

lopinavir/<br />

ritonavir<br />

hyperglycemie,<br />

pancreatitis,<br />

verhoogd cholesterol<br />

nevirapine (NVP) huiduitslag, Stev<strong>en</strong>s-<br />

Johnson syndroom,<br />

verhoogde leverfuncties,<br />

overgevoeligheid, hepatitis<br />

zidovudine (AZT) neutrop<strong>en</strong>ie, anemie,<br />

hoofdpijn, myopathie,<br />

verhoogde leverfuncties,<br />

lactaatacidose<br />

30<br />

met/zonder voeding,<br />

bewar<strong>en</strong> op<br />

kamertemperatuur<br />

op lege maag gev<strong>en</strong>, in<br />

koelkast bewar<strong>en</strong><br />

kan met voeding<br />

word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>,<br />

bewar<strong>en</strong> op<br />

kamertemperatuur<br />

met voeding, in<br />

koelkast bewar<strong>en</strong><br />

kan met voeding<br />

word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>,<br />

bewar<strong>en</strong> op<br />

kamertemperatuur<br />

kan met voeding<br />

word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>,<br />

bewar<strong>en</strong> op<br />

kamertemperatuur


4.3.1 Managem<strong>en</strong>t bij bijwerking<strong>en</strong><br />

• Bij e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de toxische reactie <strong>van</strong> de medicatie bij<br />

het kind: stop alle medicatie. Hervat de ART na herstel <strong>en</strong><br />

ver<strong>van</strong>g het verantwoordelijke medicam<strong>en</strong>t door e<strong>en</strong> ander<br />

retroviraal middel<br />

• Maakt het kind e<strong>en</strong> matige toxische reactie door, continueer<br />

dan de ART, onderzoek welk medicam<strong>en</strong>t verantwoordelijk is <strong>en</strong><br />

ver<strong>van</strong>g dit.<br />

• Kinder<strong>en</strong> met milde bijwerking<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>org</strong>aan met ART.<br />

Behandel deze kinder<strong>en</strong> symptomatisch.<br />

• Noteer in de status de ev<strong>en</strong>tuele toxische reacties <strong>en</strong><br />

bijwerking<strong>en</strong> op medicatie.<br />

• Verminder de dosis niet bij intolerantie, behalve wanneer er<br />

sprake kan zijn <strong>van</strong> overdosering.<br />

4.4 Aanmeldings- <strong>en</strong> vervolgformulier<strong>en</strong><br />

Vul bij de start <strong>van</strong> ART e<strong>en</strong> aanmeldingsformulier in <strong>en</strong> stuur dit<br />

naar het Nationaal AIDS Programma. Na 3 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />

na elke 6 maand<strong>en</strong> stuurt u de ingevulde vervolgformulier<strong>en</strong><br />

naar het NAP. Stuur bij wijziging <strong>van</strong> ART ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vervolgformulier.<br />

4.5 Strategieën om therapietrouw te bevorder<strong>en</strong><br />

Voor e<strong>en</strong> succesvolle <strong>behandeling</strong> is er e<strong>en</strong> therapietrouw <strong>van</strong><br />

minimaal 95% nodig. Bij e<strong>en</strong> therapietrouw <strong>van</strong> minder dan 95%<br />

faalt de <strong>behandeling</strong> <strong>en</strong> wordt de patiënt resist<strong>en</strong>t teg<strong>en</strong> ART. De<br />

systematische bevordering <strong>van</strong> therapietrouw is e<strong>en</strong> belangrijk<br />

onderdeel <strong>van</strong> antiretrovirale <strong>behandeling</strong>.<br />

Streef naar e<strong>en</strong> therapietrouw <strong>van</strong> 100%.<br />

Informatie aan <strong>en</strong> <strong>voor</strong>lichting <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> over hun HIV-status<br />

zijn ess<strong>en</strong>tieel. Om hun therapietrouw te bevorder<strong>en</strong> moet dit geleidelijk<br />

gebeur<strong>en</strong>, op e<strong>en</strong> manier die bij de leeftijd <strong>van</strong> het kind past.<br />

31<br />

4


Communiceer op<strong>en</strong> over de ziekte, zodat het kind de ruimte<br />

krijgt om ev<strong>en</strong>tuele angst<strong>en</strong> <strong>en</strong> emoties te kunn<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>. Het<br />

kind moet zich ondersteund voel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de HIV-infectie begrijp<strong>en</strong><br />

om te kunn<strong>en</strong> meed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> -besliss<strong>en</strong> over de <strong>behandeling</strong> <strong>en</strong><br />

de therapietrouw die daar bij hoort. Het is belangrijk dat ouders/<br />

verz<strong>org</strong>ers begrijp<strong>en</strong> dat het kind met HIV e<strong>en</strong> vol lev<strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong><br />

met ruimte <strong>voor</strong> spel, onderwijs <strong>en</strong> ontspanning.<br />

Therapietrouw <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> hangt in grote mate af <strong>van</strong> het<br />

begrip, doorzettingsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> de creativiteit <strong>van</strong> de ouders/<br />

verz<strong>org</strong>ers. Het is belangrijk dat kind én ouder/verz<strong>org</strong>er de wil,<br />

de vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om zich volledig in te<br />

zett<strong>en</strong> <strong>voor</strong> therapietrouw.<br />

Dat betek<strong>en</strong>t dat:<br />

• zij zich houd<strong>en</strong> aan afsprak<strong>en</strong> bij de poli, de apotheek <strong>en</strong><br />

het lab<br />

• het kind de juiste hoeveelheid medicijn<strong>en</strong> dagelijks inneemt op<br />

het juiste tijdstip<br />

• de medicatie niet uit eig<strong>en</strong> beweging wordt gestopt of<br />

veranderd<br />

• zij bij ziekte of problem<strong>en</strong> prompt hulp zoek<strong>en</strong><br />

De HIV-verpleegkundige is bij uitstek de persoon in het z<strong>org</strong>team<br />

die de psychosociale <strong>begeleiding</strong> biedt <strong>en</strong> therapietrouw tracht te<br />

versterk<strong>en</strong>. Hij of zij kan <strong>voor</strong> ondersteuning zonodig e<strong>en</strong> beroep<br />

do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> maatschappelijk werker of e<strong>en</strong> peer counselor.<br />

Zie verder hoofdstuk 6: Z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> het geïnfecteerde kind <strong>en</strong><br />

psychosociale ondersteuning <strong>voor</strong> moeder/verz<strong>org</strong>er <strong>en</strong> overige<br />

familie.<br />

32


5. | Behandeling <strong>van</strong> acute infecties <strong>en</strong><br />

andere aan HIV gerelateerde infecties<br />

5.1 Anemie<br />

• vaak het gevolg <strong>van</strong> helminthiasis, malaria of slechte voeding<br />

• <strong>behandeling</strong> lege artis, inclusief e<strong>en</strong> zesmaandelijkse<br />

wormkuur, op indicatie vaker<br />

5.2 Co-infecties<br />

Bij co-infecties met hepatitis B/C is er:<br />

• verhoogd risico op leverziekte<br />

• verhoogde hepatotoxiciteit <strong>van</strong> de ART<br />

• kans op interactie <strong>van</strong> ART <strong>en</strong> therapie <strong>voor</strong> hepatitis B/C<br />

Bij co-infecties met tuberculose:<br />

TBC moet initieel met 4 middel<strong>en</strong> behandeld word<strong>en</strong>.<br />

Rifampicine beïnvloedt de serumwaard<strong>en</strong> <strong>van</strong> NVP <strong>en</strong> PI’s,<br />

begin pas met ART na de <strong>behandeling</strong> <strong>van</strong> TBC of geef rifabutin<br />

i.p.v. rifampicine. CAVE-optred<strong>en</strong> <strong>van</strong> IRIS 3-4 wek<strong>en</strong> na start<br />

medicatie. In dat geval suppletie <strong>van</strong> steroïd<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>.<br />

Overleg met C<strong>en</strong>ter of Excell<strong>en</strong>ce.<br />

5.3 Diarree<br />

• meest <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de oorzaak <strong>van</strong> ziekte bij kinder<strong>en</strong> met HIV<br />

• belangrijkste doodsoorzaak onder kinder<strong>en</strong> met HIV<br />

• rotavirus is de belangrijkste verwekker (pres<strong>en</strong>teert zich vaak<br />

met respiratoire symptom<strong>en</strong>!)<br />

• <strong>behandeling</strong> is in principe gelijk aan die <strong>van</strong> andere kinder<strong>en</strong><br />

33<br />

5


5.4 HIV-<strong>en</strong>cephalopathie<br />

De diagnose HIV-<strong>en</strong>cephalopathie is e<strong>en</strong> klinische diagnose met<br />

minst<strong>en</strong>s twee <strong>van</strong> de volg<strong>en</strong>de symptom<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de t<strong>en</strong>minste<br />

2 maand<strong>en</strong>:<br />

• niet op tijd behal<strong>en</strong> of verlies <strong>van</strong> ontwikkelingsmijlpal<strong>en</strong> of<br />

verlies <strong>van</strong> intellectuele capaciteit<br />

• verminderde hers<strong>en</strong>groei of verworv<strong>en</strong> microcephalie<br />

• verworv<strong>en</strong> motorische stoorniss<strong>en</strong> met t<strong>en</strong>minste 2 <strong>van</strong> de<br />

volg<strong>en</strong>de symptom<strong>en</strong>: parese, pathologische reflex<strong>en</strong>, ataxie<br />

of loopstoorniss<strong>en</strong><br />

• normale liquor <strong>en</strong> op de CT-scan diffuse hers<strong>en</strong>atrofie<br />

5.5 Huidafwijking<strong>en</strong><br />

• ringworm<br />

• scabiës<br />

• eczeem<br />

• herpes zoster<br />

• herpes simplex<br />

• impetigo<br />

• atopische <strong>en</strong> seborrhoïsche dermatitis<br />

• g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>-exantheem<br />

5.6 Invasieve bacteriële infecties<br />

• bacteriële pneumonie, m<strong>en</strong>ingitis <strong>en</strong> sepsis<br />

• <strong>behandeling</strong> als bij kinder<strong>en</strong> zonder HIV<br />

• echter herstel is vaak langzamer <strong>en</strong> de <strong>behandeling</strong> slaat<br />

vaker niet aan<br />

34


5.7 Luchtweginfecties<br />

• bacteriële pneumonie (let op DD met malaria indi<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>demisch gebied)<br />

• pneumocystis pneumonie (PCP):<br />

- verwekker pneumocystis jiroveci (<strong>voor</strong>he<strong>en</strong> pneumocystis<br />

carinii)<br />

- belangrijke oorzaak <strong>van</strong> ernstige pneumonie (15-30%) <strong>en</strong><br />

dood (30-50%) bij zuigeling<strong>en</strong><br />

- m.n. eerste lev<strong>en</strong>sjaar met e<strong>en</strong> piek tuss<strong>en</strong> 3-6 maand<strong>en</strong><br />

- vaak ernstige respiratoire insufficiëntie maar weinig<br />

afwijking<strong>en</strong> bij tauscultatie <strong>en</strong> weinig of ge<strong>en</strong> koorts<br />

- <strong>behandeling</strong> met hoge dosis co-trimoxazol i.v. (20 mg/kg/<br />

dg trimethoprim) <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel prednison 2 mg/kg/dg i.v.<br />

• lymphoïde interstitiële pneumonitis (LIP)<br />

- veel vaker bij kinder<strong>en</strong> (40%) dan volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> (3%),<br />

m.n. kinder<strong>en</strong> > 2 jaar<br />

- mogelijk co-infectie HIV <strong>en</strong> EBV<br />

- vaak in goede conditie ondanks respiratoire symptom<strong>en</strong><br />

- vaak ook parotiszwelling, lymfad<strong>en</strong>opathie <strong>en</strong><br />

hepatospl<strong>en</strong>omegalie<br />

- X-thorax: diffuus bilateraal reticulonodulaire infiltrat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vergrote lymfeklier<strong>en</strong>, hilair <strong>en</strong> mediastinaal<br />

- lijkt erg op miliaire TBC<br />

- <strong>behandeling</strong> o.a. prednison 2 mg/kd/dg 4 wek<strong>en</strong>, daarna<br />

om de dag <strong>voor</strong> nog 2 tot 3 maand<strong>en</strong><br />

• virale pneumonitis<br />

- verwekkers: respiratoir syncytiaal virus,<br />

(para)influ<strong>en</strong>zavirus, varicellavirus, ad<strong>en</strong>ovirus,<br />

cytomegalievirus <strong>en</strong> mazel<strong>en</strong>virus<br />

• bronchiëctasieën<br />

• tuberculosis: zie 5.2 onder co-infecties <strong>en</strong> het nationaal<br />

tuberculoseprotocol<br />

35<br />

5


5.8 Malaria<br />

36<br />

• let op profylactische maatregel<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> die in<br />

<strong>en</strong>demische gebied<strong>en</strong> won<strong>en</strong>: geïmpregneerde klamboes,<br />

lange mouw, DEET<br />

5.9 Maligniteit<strong>en</strong><br />

• Kaposisarcoom: kan zich al in de eerste lev<strong>en</strong>smaand<br />

pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong><br />

• non-Hodgkin’s lymphoom (Burkitt’s lymphoom, B-cell<br />

lymphoom)<br />

5.10 Mond- <strong>en</strong> gebitsafwijking<strong>en</strong><br />

• orale candidiasis<br />

• cariës<br />

• aphteuze ulceraties (herpes simplex-gerelateerd)<br />

• orale hairy leukoplakie<br />

• stomatitis<br />

• HIV-geassocieerde gingivitis<br />

5.11 Neurologische stoorniss<strong>en</strong><br />

• HIV is e<strong>en</strong> neurotroop virus<br />

• 40-70% <strong>van</strong> HIV-geïnfecteerd<strong>en</strong> heeft neurologische<br />

verschijnsel<strong>en</strong><br />

• kinder<strong>en</strong> vaker dan volwass<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

• HIV-<strong>en</strong>cephalopathie met ontwikkelingsstoorniss<strong>en</strong> tot in 21%<br />

<strong>van</strong> de kinder<strong>en</strong>


5.12 Ondervoeding<br />

• HIV+ kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om vele red<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere kans op<br />

ondervoeding:<br />

- verminderde ‘intake’ bij anorexie door orale spruw <strong>en</strong><br />

ulceraties, algeme<strong>en</strong> ziek zijn etc.<br />

- verminderde opname door diarree, malabsorptie <strong>en</strong> HIV-<br />

<strong>en</strong>teropathie<br />

- verhoogd verbruik door onderligg<strong>en</strong>de infecties <strong>en</strong> HIV-<br />

infectie zelf<br />

• deficiënties <strong>van</strong> vitamine A, E, B6, B12 <strong>en</strong> C, zink <strong>en</strong> sel<strong>en</strong>ium<br />

kom<strong>en</strong> vaak <strong>voor</strong>, verminder<strong>en</strong> de immuniteit verder <strong>en</strong><br />

predisponer<strong>en</strong> tot meer infecties <strong>en</strong> verslechter<strong>en</strong>de<br />

voedingstoestand<br />

• <strong>behandeling</strong> als bij kinder<strong>en</strong> zonder HIV<br />

5.13 Opportunistische infecties <strong>van</strong> het c<strong>en</strong>traal<br />

z<strong>en</strong>uwstelsel<br />

• cytomegalovirus (<strong>en</strong>cephalitis met retinitis, radiculomyelitis,<br />

neuritis)<br />

• cryptococcosis (koorts, hoofdpijn, convulsies)<br />

• toxoplasmosis (<strong>en</strong>cephalitis, m<strong>en</strong>tale verandering<strong>en</strong>, koorts,<br />

hoofdpijn, convulsies)<br />

• herpes simplex virus (koortsconvulsies, focale-temporale<br />

neurologische verschijnsel<strong>en</strong>)<br />

5.14 Otitis media<br />

• vaker in het eerste lev<strong>en</strong>sjaar<br />

• vaak chronische infecties<br />

• <strong>behandeling</strong> lege artis (kwek<strong>en</strong>!)<br />

37<br />

5


5.15 Parotitis<br />

• bilaterale zwelling <strong>van</strong> de glandula parotis is e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

meest specifieke tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> HIV-infectie bij kinder<strong>en</strong><br />

• vaker geassocieerd met lymphoïde interstitiële pneumonitis<br />

• kan secundair bacterieel infecter<strong>en</strong>; behandel<strong>en</strong> met<br />

antibiotica<br />

• chirurgie heeft ge<strong>en</strong> plaats<br />

5.16 Persister<strong>en</strong>de geg<strong>en</strong>eraliseerde lymphad<strong>en</strong>opathie<br />

• e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de meest <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de vroege complicaties <strong>van</strong> HIV<br />

• vaker sam<strong>en</strong> met hepatospl<strong>en</strong>omegalie <strong>en</strong> parotiszwelling<br />

5.17 R<strong>en</strong>ale <strong>en</strong> cardiale complicaties <strong>van</strong> HIV-infectie<br />

• e<strong>en</strong> onderzoek in Uganda toonde bij 51% <strong>van</strong> de<br />

230 onderzochte symptomatische kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d<br />

echocardiogram<br />

• focale segm<strong>en</strong>tale glomerulopathie wordt tot bij 15% <strong>van</strong><br />

de patiënt<strong>en</strong> gerapporteerd; pres<strong>en</strong>teert zich met hematurie<br />

<strong>en</strong> proteïnurie<br />

38


6. | Z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> het geïnfecteerde kind <strong>en</strong><br />

psychosociale ondersteuning <strong>voor</strong><br />

moeder/verz<strong>org</strong>er <strong>en</strong> overige familie<br />

6.1 Z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> het kind<br />

Geef de moeder/verz<strong>org</strong>er goede <strong>voor</strong>lichting over optimale<br />

voeding, persoonlijke <strong>en</strong> voedingshygiëne. Stimuleer haar/hem om<br />

bij ziekte <strong>van</strong> het kind snel hulp te zoek<strong>en</strong>.<br />

Regelmatige controle is belangrijk, dit kan <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> (groot) deel<br />

ook in de eerste lijn gebeur<strong>en</strong>:<br />

• bij de geboorte<br />

• 1 <strong>en</strong> 2 maand<strong>en</strong> (voeding, groei <strong>en</strong> start vaccinaties)<br />

• daarna elke maand tot eerste verjaardag<br />

• tuss<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 jaar elke 3 maand<strong>en</strong><br />

• op de leeftijd <strong>van</strong> 18 maand<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> HIV-confirmatietest<br />

geadviseerd behalve <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> die via PCR reeds<br />

tweemaal HIV-seropositief getest zijn<br />

• na het tweede lev<strong>en</strong>sjaar minimaal twee maal per jaar<br />

6.1.1 Groei <strong>en</strong> ontwikkeling<br />

Groeiachterstand (‘failure to thrive’) <strong>en</strong> vertraagde ontwikkeling<br />

kom<strong>en</strong> vaak <strong>voor</strong> bij kinder<strong>en</strong> die met HIV zijn geïnfecteerd. Het<br />

monitor<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze twee parameters draagt niet alle<strong>en</strong> bij aan<br />

de klinische HIV-diagnose, maar ook aan optimalisering <strong>van</strong> de<br />

voedingstoestand <strong>van</strong> het geïnfecteerde kind.<br />

39<br />

6


De groei <strong>en</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> HIV-geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> blijft<br />

vaak achter door:<br />

• e<strong>en</strong> laag geboortegewicht (pre-/dysmaturitas)<br />

• HIV-infectie<br />

• andere onderligg<strong>en</strong>de ziekt<strong>en</strong><br />

• inadequate ‘intake’ (anorexie, orale candida)<br />

• verhoogd verlies <strong>van</strong> nutriënt<strong>en</strong> door diarree <strong>en</strong> malabsorptie<br />

• verhoogd metabolisme <strong>van</strong>wege HIV- of andere infectie<br />

• inadequate z<strong>org</strong> omdat de moeder zelf ziek of overled<strong>en</strong> is<br />

• e<strong>en</strong> combinatie <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde factor<strong>en</strong><br />

‘Close monitoring’ <strong>van</strong> de kinder<strong>en</strong> is dus cruciaal. Method<strong>en</strong> om<br />

de groei <strong>en</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> de kinder<strong>en</strong> te optimaliser<strong>en</strong> zijn:<br />

• regelmatige bezoek<strong>en</strong> aan het consultatiebureau<br />

• voedings<strong>voor</strong>lichting aan de moeder (verz<strong>org</strong>er)<br />

• <strong>voor</strong>schrijv<strong>en</strong> <strong>van</strong> ijzer- <strong>en</strong> vitaminesuppletie<br />

• vroegtijdige detectie <strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> <strong>van</strong> veel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de<br />

infecties<br />

6.1.2 Voeding<br />

Voldo<strong>en</strong>de kwalitatief goede voeding is ess<strong>en</strong>tieel <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

normale groei <strong>en</strong> ontwikkeling, ook <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> die met HIV<br />

zijn geïnfecteerd. In het algeme<strong>en</strong> geldt dat alle kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

uitgebalanceerde voeding di<strong>en</strong><strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> met alle <strong>voor</strong> de<br />

leeftijd noodzakelijke nutriënt<strong>en</strong>. De ouder/verz<strong>org</strong>er moet dus<br />

voedingsadviez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de huidige voedingsrichtlijn<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> slechte voedingstoestand vermindert de weerstand waardoor<br />

het risico op infectie to<strong>en</strong>eemt.<br />

HIV komt ook <strong>voor</strong> in moedermelk. Borstvoeding wordt afgerad<strong>en</strong>.<br />

Adviseer formulavoeding <strong>voor</strong> zover deze bereikbaar <strong>en</strong> betaalbaar<br />

is <strong>en</strong> op hygiënisch verantwoorde wijze wordt bereid.<br />

40


Kiest de moeder toch <strong>voor</strong> borstvoeding, raad dan de combinatie<br />

met fles- of bijvoeding sterk af. Wanneer de moeder ART<br />

gebruikt ivm PMTCT (dus niet <strong>voor</strong> haar eig<strong>en</strong> gezondheid) <strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> borstvoeding kiest, moet zij do<strong>org</strong>aan met ART tot zij stopt<br />

met voed<strong>en</strong>. De baby moet uitsluit<strong>en</strong>d borstvoeding krijg<strong>en</strong> tot<br />

maximaal 6 maand<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> combinatie met fles- of bijvoeding<br />

is het risico <strong>van</strong> HIV-transmissie veel groter dan wanneer alle<strong>en</strong><br />

borstvoeding wordt gegev<strong>en</strong> (zie het nationale PMTCT-protocol).<br />

Hanteer <strong>van</strong>af 6 maand<strong>en</strong> sowieso het reguliere voedingsschema<br />

(uiteraard zonder borstvoeding).<br />

Let op: wanneer de moeder ART gebruikt <strong>en</strong> <strong>voor</strong> borstvoeding<br />

kiest, moet zij do<strong>org</strong>aan met ART tot zij stopt met voed<strong>en</strong>.<br />

6.1.3 Vaccinatie<br />

Volg het normale vaccinatieschema. Vaccinaties met lev<strong>en</strong>d<br />

verzwakt virus (mazel<strong>en</strong>, gele koorts) zijn alléén gecontraïndiceerd<br />

bij kinder<strong>en</strong> met Paediatric AIDS (PAIDS) én e<strong>en</strong> ernstig<br />

verminderde weerstand.<br />

6.1.4 Pneumocystis Jiroveci (<strong>voor</strong>he<strong>en</strong> Carinii) Pneumonie<br />

(PCP) profylaxe<br />

Pneumocystis Jiroveci (<strong>voor</strong>he<strong>en</strong> Carinii) Pneumonie (PCP) is<br />

e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak <strong>van</strong> ziekte <strong>en</strong> dood onder zuigeling<strong>en</strong><br />

geïnfecteerd met HIV. Co-trimoxazolprofylaxe leidt tot e<strong>en</strong><br />

significante afname <strong>van</strong> deze problematiek. Daarnaast beschermt<br />

het ook teg<strong>en</strong> banale infecties, toxoplasmosis <strong>en</strong> malaria.<br />

41<br />

6


Welke kinder<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in aanmerking <strong>voor</strong> PCP-profylaxe?<br />

• Alle HIV-geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> jonger dan 12 maand<strong>en</strong>.<br />

Begin pas met co–trimoxazol-profylaxe op de leeftijd <strong>van</strong><br />

6 wek<strong>en</strong><br />

• Kinder<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de twaalf maand<strong>en</strong> met symptomatische<br />

HIV-infectie of e<strong>en</strong> ziekte die k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d is <strong>voor</strong> AIDS<br />

(WHO-stadium 2 <strong>en</strong> 3) of met e<strong>en</strong> CD4 < 15% of e<strong>en</strong> aantal<br />

lymfocyt<strong>en</strong> tot 1500/mm 3<br />

• Kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> PCP moet<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>slang do<strong>org</strong>aan<br />

Profylaxe bestaat uit cotrimoxazol (susp<strong>en</strong>sie 48 mg/ml)<br />

1 dd 0.6 ml/kg te beginn<strong>en</strong> <strong>van</strong>af zes (6) wek<strong>en</strong> post partum.<br />

Als co-trimoxazol is gecontraïndiceerd (bv. bij allergie): altijd<br />

overleg met de kinderarts. Deze zal do<strong>org</strong>aans adviser<strong>en</strong>:<br />

dapsone 1dd 2 mg/kg.<br />

Als co-trimoxazol <strong>en</strong> dapsone zijn gecontraïndiceerd (bij G6PDpatiënt<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> deze medicam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hemolyse): atovaquone<br />

30mg/kg/dag, kinder<strong>en</strong> > 3 maand<strong>en</strong>: 45mg/kg/dg<br />

6.2 Psychosociale ondersteuning <strong>voor</strong> moeder/verz<strong>org</strong>er <strong>en</strong><br />

overige familie<br />

E<strong>en</strong> kind met HIV heeft niet alle<strong>en</strong> behoefte aan klinische z<strong>org</strong>.<br />

Het heeft ook psychosociale <strong>en</strong> socio-economische nod<strong>en</strong>. Om hier<br />

optimaal aan te kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> moet de huisarts het kind tijdig<br />

<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>d opnem<strong>en</strong> in het z<strong>org</strong>circuit.<br />

Het is <strong>van</strong> belang om bij elk kind met HIV multidisciplinaire<br />

team<strong>behandeling</strong> in te stell<strong>en</strong>. De HIV verpleegkundige speelt e<strong>en</strong><br />

sleutelrol in de <strong>begeleiding</strong> <strong>van</strong> kind <strong>en</strong> familie.<br />

Do<strong>org</strong>aans zijn meerdere gezinsled<strong>en</strong> HIV-seropositief <strong>en</strong> dat leidt<br />

tot sociale, psychologische <strong>en</strong> economische stress in de familie.<br />

42


Psychosociale problem<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> bij tot suboptimale voeding<br />

<strong>van</strong> het kind met alle gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> di<strong>en</strong>. Zowel kinder<strong>en</strong> met<br />

HIV als niet-geïnfecteerde kinder<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> vaak slechter in e<strong>en</strong><br />

instabiele gezinssituatie met inadequate emotionele <strong>en</strong> sociale<br />

ondersteuning.<br />

Het is daarom belangrijk dat de huisarts <strong>en</strong>/of HIV-verpleegkundige<br />

tijdig e<strong>en</strong> plan <strong>voor</strong> de langere termijn mak<strong>en</strong> met duidelijke<br />

afsprak<strong>en</strong> over controlemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Het kind met HIV dat niet ziek is moet de reguliere controles bij<br />

de huisarts <strong>en</strong> kinderarts doorlop<strong>en</strong> <strong>voor</strong> monitoring <strong>van</strong> groei,<br />

ontwikkeling <strong>en</strong> voeding. Ook moet het alle vaccinaties volg<strong>en</strong>s<br />

schema krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> PCP-profylaxe <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele ART word<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>geschrev<strong>en</strong>.<br />

Wordt e<strong>en</strong> kind met HIV ziek, dan is het belangrijk om de ziekte<br />

tijdig te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> adequaat te behandel<strong>en</strong>. Teveel kinder<strong>en</strong><br />

met HIV sterv<strong>en</strong> aan banale infecties, nog <strong>voor</strong>dat ze ernstige<br />

afweerstoorniss<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>, omdat deze infecties niet op tijd<br />

word<strong>en</strong> ontdekt.<br />

Elke gezondheidswerker moet adequate voeding aan het kind<br />

beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> absolute prioriteit. ART moet word<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de inname moet word<strong>en</strong> gecontroleerd!<br />

De HIV-verpleegkundige, huisarts <strong>en</strong>/of kinderarts moet<strong>en</strong> veel<br />

tijd invester<strong>en</strong> in de informatie aan, <strong>en</strong> de scholing <strong>en</strong> counseling<br />

<strong>van</strong> de ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s) <strong>van</strong> het kind. Niet alle<strong>en</strong> praktische<br />

adviez<strong>en</strong> zijn belangrijk. Ook de emotionele <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel spirituele<br />

ondersteuning <strong>van</strong> de familie vormt e<strong>en</strong> belangrijk aspect <strong>van</strong> de<br />

z<strong>org</strong>. De HIV verpleegkundige kan met toestemming <strong>van</strong> verz<strong>org</strong>er<br />

e<strong>en</strong> buddy of peer counselor inschakel<strong>en</strong> die de <strong>begeleiding</strong> kan<br />

ondersteun<strong>en</strong>.<br />

43<br />

6


6.3 Voorbereiding <strong>voor</strong> ART-<strong>behandeling</strong> <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong><br />

44<br />

VOORBEREIDING VOOR ART-BEHANDELING VAN KINDEREN<br />

Zijn de patiënt <strong>en</strong><br />

ouder/verz<strong>org</strong>er<br />

gereed om te start<strong>en</strong><br />

met <strong>behandeling</strong>?<br />

Geef advies <strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>lichting aan<br />

kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ouders/verz<strong>org</strong>ers<br />

• Ga na wat de behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> nod<strong>en</strong> zijn in het gezin<br />

waar het kind opgroeit (financiele problem<strong>en</strong>, ziekte of<br />

sterfte <strong>van</strong> één of beide ouders, stigma, legale kwesties,<br />

e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>)<br />

• Ga na wat het kind <strong>en</strong> ouder/verz<strong>org</strong>er wet<strong>en</strong> over HIV<br />

<strong>en</strong> <strong>behandeling</strong><br />

• Onderzoek de interesse <strong>en</strong> motivatie <strong>van</strong> kind <strong>en</strong><br />

ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s) <strong>voor</strong> de <strong>behandeling</strong><br />

• Ga na of de ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s)<br />

• Id<strong>en</strong>tificeer of andere volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ondersteuning<br />

kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> aan de z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> het kind bez<strong>org</strong>d is/zijn<br />

over ev<strong>en</strong>tuele schade <strong>van</strong> de medicatie bij het kind<br />

• Vertel over HIV <strong>en</strong> gerelateerde ziekt<strong>en</strong>, de <strong>behandeling</strong><br />

met ART<br />

• Stimuleer vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> geef eerlijke antwoord<strong>en</strong> in<br />

begrijpelijke taal<br />

• B<strong>en</strong>adruk het belang <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zo normaal mogelijk <strong>en</strong><br />

gezond lev<strong>en</strong>, inclusief school, recreatie, spel <strong>en</strong> sociale<br />

interactie met andere kinder<strong>en</strong>, goede voeding <strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de rust<br />

• Geef uitleg over het medicijngebruik: tijdstipp<strong>en</strong>,<br />

mogelijke bijwerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> het belang <strong>van</strong> therapietrouw.<br />

• Wijs op de gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> therapie-ontrouw: ziekte,<br />

resist<strong>en</strong>tie, beperkt aantal opties <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>tzetting<br />

therapie<br />

• Leg uit waarom het belangrijk is om e<strong>en</strong> naaste in<br />

vertrouw<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>.


Kom tot overe<strong>en</strong>stemming<br />

Help bij het<br />

<strong>org</strong>aniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

inname<br />

6.3.1 Start <strong>van</strong> de <strong>behandeling</strong><br />

START VAN DE<br />

BEHANDELING<br />

Maak e<strong>en</strong><br />

inschatting <strong>van</strong><br />

de te verwacht<strong>en</strong><br />

therapietrouw<br />

• Z<strong>org</strong> vóór de start <strong>van</strong> de <strong>behandeling</strong> dat het kind<br />

<strong>en</strong> ouder/verz<strong>org</strong>er echt will<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> met medicatie,<br />

gemotiveerd zijn <strong>en</strong> duidelijk instemm<strong>en</strong> met<br />

<strong>behandeling</strong>.<br />

• Ga daarbij na:<br />

- of ouder/verz<strong>org</strong>er het kind trouw naar poli <strong>en</strong> lab<br />

br<strong>en</strong>gt<br />

- of moeder/verz<strong>org</strong>er therapietrouw is bij ev<strong>en</strong>tuele<br />

eig<strong>en</strong> medicatie<br />

- of ouder/verz<strong>org</strong>er ander<strong>en</strong> heeft geïnformeerd over<br />

de HIV-status <strong>van</strong> het kind.<br />

• Laat het schoolgaande kind meebesliss<strong>en</strong><br />

• Ga sam<strong>en</strong> met de verz<strong>org</strong>er <strong>en</strong> het kind na hoe de<br />

inname het best geïntegreerd kan word<strong>en</strong> in dagelijkse<br />

activiteit<strong>en</strong> of spelmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)<br />

• Bespreek ook, in geval er ge<strong>en</strong> disclosure <strong>van</strong> de status<br />

is, hoe de inname <strong>van</strong> medicam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan plaatsvind<strong>en</strong> op<br />

school of thuis<br />

Deze fase begint na e<strong>en</strong> succesvolle <strong>voor</strong>bereiding<br />

• Controleer of het kind <strong>en</strong> de ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s) de<br />

eerdere informatie hebb<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>, <strong>voor</strong>al over<br />

- gerelateerde ziekt<strong>en</strong><br />

- ART-<strong>behandeling</strong><br />

- noodzaak <strong>van</strong> volledige therapietrouw<br />

- mogelijke bijwerking<strong>en</strong><br />

45<br />

6


Geef advies <strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>lichting<br />

46<br />

• Herhaal ev<strong>en</strong>tueel informatie <strong>en</strong> check of die begrep<strong>en</strong> is<br />

• B<strong>en</strong>adruk opnieuw het belang <strong>van</strong> therapietrouw<br />

• Bespreek ook de voeding. Geef het kind, de ouder(s)/<br />

verz<strong>org</strong>er(s) <strong>en</strong> de begeleider uitleg over<br />

- mogelijke bijwerking<strong>en</strong>: welke zijn tijdelijk, welke blijv<strong>en</strong>?<br />

- manier<strong>en</strong> om met bijwerking<strong>en</strong> om te gaan<br />

- Welke serieus zijn <strong>en</strong> waarbij naar de huisarts di<strong>en</strong>t te<br />

word<strong>en</strong> gegaan<br />

Maak afsprak<strong>en</strong> - Bevestig dat het kind <strong>en</strong>/of de ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s)<br />

het e<strong>en</strong>s zijn met <strong>behandeling</strong> <strong>en</strong> dat zij begrijp<strong>en</strong> hoe<br />

belangrijk therapietrouw is.<br />

• Maak e<strong>en</strong> duidelijk plan <strong>voor</strong> psychosociale ondersteuning<br />

door e<strong>en</strong> of meerdere <strong>van</strong> de hierna volg<strong>en</strong>de<br />

- Begeleider of buddy<br />

- Peercounselor<br />

- HIV-verpleegkundige<br />

- Maatschappelijk werker of pedagoog<br />

- Praatgroep<strong>en</strong><br />

Bied hulp • Help om e<strong>en</strong> concreet plan te mak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> inname medicatie<br />

- toon de medicijn<strong>en</strong><br />

- vertel wanneer, hoe vaak <strong>en</strong> hoeveel <strong>van</strong> elk het kind<br />

moet krijg<strong>en</strong><br />

- kies in overleg vaste tijdstipp<strong>en</strong><br />

- b<strong>en</strong>adruk het belang <strong>van</strong> exacte tijdsintervall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de innames<br />

- leg uit dat de medicijn<strong>en</strong> met water of voeding moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

- d<strong>en</strong>k mee over manier<strong>en</strong> om de inname te integrer<strong>en</strong><br />

in de dagelijkse routine<br />

• Wijs op manier<strong>en</strong> om de medicijn<strong>en</strong> niet te verget<strong>en</strong>:<br />

- alarm (horloge, mobieltje, wekker)<br />

- schema’s op papier<br />

- pill<strong>en</strong>doosjes<br />

• Organiseer huisbezoek<strong>en</strong> door huisarts of<br />

HIV-verpleegkundige<br />

Maak<br />

vervolgafsprak<strong>en</strong><br />

• Spreek af <strong>voor</strong> vervolgbezoek, mogelijk huisbezoek door<br />

huisarts of HIV-verpleegkundige


6.3.2 Consolidatie <strong>van</strong> de <strong>behandeling</strong><br />

CONSOLIDATIE VAN DE BEHANDELING<br />

Maak e<strong>en</strong><br />

inschatting <strong>van</strong> de<br />

therapietrouw:<br />

• Ga na hoe de medicatie is gebruikt, sam<strong>en</strong> met het kind,<br />

ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s) <strong>en</strong> begeleider<br />

- Stel vrag<strong>en</strong> waarop het kind of ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s)<br />

e<strong>en</strong>voudig kunn<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>. Bijv.:<br />

- ‘Veel kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> om hun medicijn<strong>en</strong><br />

in te nem<strong>en</strong>. Welke problem<strong>en</strong> heb jij?<br />

- ‘Kan je me vertell<strong>en</strong> hoe <strong>en</strong> wanneer je elke pil<br />

(of drankje) inneemt?’<br />

- ‘Wanneer is het <strong>voor</strong> jou het moeilijkst om ze in te<br />

nem<strong>en</strong>?<br />

- ‘Het is soms moeilijk om de pill<strong>en</strong> (of drankjes) elke dag<br />

op tijd in te nem<strong>en</strong>. Hoeveel pill<strong>en</strong> heb je gister<strong>en</strong>,<br />

de afgelop<strong>en</strong> 3 dag<strong>en</strong>, de afgelop<strong>en</strong> maand niet<br />

ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong>?’<br />

• Onderzoek bij onvoldo<strong>en</strong>de therapietrouw de<br />

mogelijke oorzak<strong>en</strong>:<br />

- Ontk<strong>en</strong>ning HIV-status?<br />

- Slechte gemoedstoestand of ziekte <strong>van</strong> ouder(s)/<br />

verz<strong>org</strong>er(s)? (Behandel e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele depressie)<br />

- Stigma<br />

- Bijwerking<strong>en</strong>?<br />

- Simpelweg verget<strong>en</strong>?<br />

- Ge<strong>en</strong> pill<strong>en</strong> meer over?<br />

- Gebruik verkeerd begrep<strong>en</strong>?<br />

- Ge<strong>en</strong> vervoer naar de apotheek?<br />

- Onge<strong>org</strong>aniseerd lev<strong>en</strong>?<br />

- Uit loger<strong>en</strong> gaan?<br />

- Welke inname gemist?<br />

- ‘s M<strong>org</strong><strong>en</strong>s of ‘s avonds? Waarom?<br />

- Door de week of in het week<strong>en</strong>d? Waarom?<br />

• Overweeg bij virologisch fal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huisopname,<br />

om ook de therapietrouw te evaluer<strong>en</strong><br />

47<br />

6


48<br />

Adviseer • Bevestig <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adruk eerder gegev<strong>en</strong> informatie<br />

• Geef aanvull<strong>en</strong>de informatie om de therapietrouw<br />

te bevorder<strong>en</strong><br />

• Overleg met behandelaar of e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger<br />

regime kan word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>geschrev<strong>en</strong><br />

Maak afsprak<strong>en</strong> • Maak duidelijke afsprak<strong>en</strong> over verandering<strong>en</strong> in<br />

het <strong>behandeling</strong>splan <strong>en</strong> manier<strong>en</strong> om<br />

therapietrouw te stimuler<strong>en</strong><br />

Help bij • Ondersteuning therapietrouw<br />

• Z<strong>org</strong> dat de ouder/verz<strong>org</strong>er<br />

- e<strong>en</strong> plan heeft om innames te lat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong><br />

met dagelijkse activiteit<strong>en</strong> zoals maaltijd<strong>en</strong><br />

- gebruik maakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> reminder (bijv. alarm op<br />

e<strong>en</strong> mobieltje)<br />

- de nodige ondersteuning krijgt <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

begeleider, buddy, peercounselor, familie, <strong>en</strong>/of<br />

vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

• Doe huisbezoek<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> vaker innames gemist<br />

Maak vervolgafsprak<strong>en</strong><br />

Noteer mate <strong>van</strong> adher<strong>en</strong>ce op de poli-kaart of in het<br />

dossier<br />

• Z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> vervolgrecept<strong>en</strong><br />

• Z<strong>org</strong> <strong>voor</strong> vervolgafsprak<strong>en</strong>; polikliniek <strong>en</strong><br />

huisbezoek<br />

• Z<strong>org</strong> er <strong>voor</strong> dat het kind, de ouder(s)/verz<strong>org</strong>er(s)<br />

<strong>en</strong> de begeleider het follow-up plan begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

contact opnem<strong>en</strong> met de arts bij problem<strong>en</strong><br />

C<strong>en</strong>ter of Excell<strong>en</strong>ce, ook <strong>voor</strong> informatie<br />

over buddyz<strong>org</strong><br />

Naam Werkadres Telefoon E-mail<br />

Dr. S.G.S. Vred<strong>en</strong>, Internist<br />

Drs. S. Otte<strong>van</strong>ger, Huisarts<br />

Drs. M. Holtuin, Huisarts<br />

Academisch Ziek<strong>en</strong>huis<br />

Paramaribo<br />

8755119 coe@nhivs.<strong>org</strong>


Verantwoording<br />

Deze richtlijn is gepubliceerd na e<strong>en</strong> proces <strong>van</strong> consultaties<br />

waarbij in eerste instantie e<strong>en</strong> eerste concept <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nationale<br />

richtlijn was goedgekeurd. De druk <strong>van</strong> deze versie werd echter<br />

aangehoud<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de herzi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de overige HIVrichtlijn<strong>en</strong><br />

die volgde op de revisie <strong>van</strong> de WHO Guidelines.<br />

Deze versie kwam tot stand via de waardevolle bijdrage <strong>van</strong> vel<strong>en</strong><br />

onder leiding <strong>van</strong> Wilco Zijlmans, kinderarts Diakoness<strong>en</strong>huis, die<br />

ook de eindverantwoordelijkheid draagt <strong>voor</strong> de tekst.<br />

In verschill<strong>en</strong>d verband <strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sinds 2006 is<br />

ook aan deze richtlijn bijgedrag<strong>en</strong> door:<br />

Firoz Abdoel Wahid (huisarts), Nanja Braafheid (kinderarts),<br />

Frank Bu<strong>en</strong>o de Mesquita (kinderarts), Sonja Caffé (<strong>voor</strong>malig<br />

HIV-adviseur PAHO-Suriname), Diana Chan Jon Chu (huisarts),<br />

Rachel Eersel (Public Health-arts PAHO Suriname), Hedwig Goede<br />

(Public Health-arts), Arti Jessurun (kinderarts), Naomi Jessurun<br />

(apotheker), Amadu Juliana (kinderarts), Ank Kuipers (redacteur),<br />

Frederika Morpurgo (kinderarts), Roma Peroti (verpleegkundige),<br />

Beverly Ting A Kee (huisarts).<br />

Aanvull<strong>en</strong>de ondersteuning is ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> medewerkers <strong>van</strong> de<br />

ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid. Ook is e<strong>en</strong><br />

bijdrage geleverd door de Technische Werkgroep HIV-<strong>behandeling</strong><br />

<strong>en</strong> -z<strong>org</strong> <strong>van</strong> de Nationale HIV-Raad <strong>en</strong> haar secretariaat.<br />

Dit nationale protocol is onder meer gebaseerd op de herzi<strong>en</strong>e<br />

Antiretroviral Therapy Guidelines for Infants and Childr<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

World Health Organization (2009) alsook op de meest rec<strong>en</strong>te<br />

(2009) herzi<strong>en</strong>e Europese <strong>en</strong> Amerikaanse richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />

<strong>behandeling</strong> <strong>van</strong> HIV-positieve kinder<strong>en</strong>.<br />

49<br />

6


Bronn<strong>en</strong><br />

1. HIV-Infected Childr<strong>en</strong>. Guidelines for the Use of Antiretroviral<br />

Ag<strong>en</strong>ts in US. The Working Group on Antiretroviral Therapy<br />

and Medical Managem<strong>en</strong>t of Pediatric HIV Infection. May 1,<br />

2009. http://aidsinfo.nih.gov/guidelines/<br />

2. The 2009 PENTA Guidelines for the use of antiretroviral therapy<br />

in paediatric HIV infection. http://www.p<strong>en</strong>tatrials.<strong>org</strong>/<br />

guidelines.htm<br />

3. WHO Guidelines for the Use of Antiretroviral Ag<strong>en</strong>ts in<br />

Pediatric HIV Infection February 23, 2009<br />

4. Caribbean Guidelines for the Care and Treatm<strong>en</strong>t of Persons<br />

with HIV Infection, 2007.<br />

5. WHO revised clinical staging of HIV/AIDS and HIV/AIDS case<br />

definitions for surveillance, African region. 2006.<br />

6. Handbook on Paediatric AIDS in Africa. D. Tindyebwa et al. for<br />

The African Network for the Care of Childr<strong>en</strong> Affected by AIDS.<br />

ANECCA, 2004.<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!