Oefenexamen Wft-Hypothecair krediet algemeen PE - NIBE SVV

1. Wat is JUIST met betrekking tot banksparen?
© NIBE-SVV, juni 2009 2
Wft-Hypothecair krediet algemeen PE
A. Een overlijdensverzekering die wordt gesloten bij een SEW of een BEW valt
in box 3.
B. Het rendement op een SEW of een BEW mag tussentijds worden opgenomen.
C. Bij de SEW en de BEW is de bandbreedte van 1 : 10 NIET van toepassing.
2. Hieronder volgen twee beweringen in het kader van vermogensopbouw binnen de
hypotheek.
I. Voor de KEW, de SEW en het BEW geldt een gezamenlijke vrijstelling.
II. Een spaarhypotheek kan voorkomen als KEW en SEW.
Wat is JUIST?
A. Alleen I is juist.
B. Alleen II is juist.
C. I en II zijn juist.
3. De heer Peters heeft een andere woning gekocht. Zijn oude woning heeft hij pas
geleden verkocht voor EUR 375.000,-. De nieuwe woning kost EUR 250.000,-. De
oude eigenwoningschuld bedraagt EUR 265.000,-. De aan- en verkoopkosten blijven
buiten beschouwing.
Hoeveel bedraagt de maximale eigenwoningschuld na de overdracht van de oude
en de nieuwe woning?
A. EUR 140.000,-.
B. EUR 250.000,-.
C. EUR 265.000,-.
4. Jeroen en Leonie hebben beiden een eigen woning. Jeroen trekt bij Leonie in. Hij
verkoopt zijn eigen woning en zet de op die manier gerealiseerde overwaarde op
een spaarrekening.
Wat is JUIST?
A. Leonie mag de oude eigenwoningschuld van Jeroen bij die van haar optellen.
B. De eigenwoningreserve van Jeroen komt in mindering op de eigenwoningschuld
van Leonie.
C. De eigenwoningreserve van Jeroen heeft GEEN invloed op de eigenwoningschuld
van Leonie.
5. Een geldgever verstrekte in 2008 een hypothecaire lening onder NHG met een
hoofdsom van EUR 220.000,-. Naast de hypotheek opende de geldnemer een beleggingsrekening.
De eerste storting op de beleggingsrekening bedroeg
EUR 15.000,-.
Hoeveel bedroeg de door geldnemer verschuldigde borgtochtprovisie, uitgedrukt in
hele euro’s?
A. EUR 922,-.
B. EUR 990,-.
C. EUR 1.057,-.