Verloskundige - KNOV

Verloskundige - KNOV Verloskundige - KNOV

leden.knov.nl
from leden.knov.nl More from this publisher
26.09.2013 Views

KNOV Stuurgroeprapport zorgt voor goed bezochte themabijeenkomsten Over casemanagement, zorgplan, 34 weken huisbezoek en continue begeleiding Margriet Weide Het Stuurgroeprapport houdt heel verlos - kundig Nederland alweer een jaar bezig. De KNOV heeft na raadpleging van haar leden, de aanbevelingen over casemanagement, het zorgplan, het huisbezoek en continue begeleiding tijdens de bevalling uitgewerkt. Vervolgens is deze uitwerking aan haar leden gepresenteerd tijdens de themabijeenkomsten eind 2010. Maar liefst 624 leden hebben de themabijeenkomsten bezocht. Een teken dat het leeft! Hoe ziet de uitwerking er nu uit en hoe verliepen de themabijeenkomsten? Verlaging perinatale sterfte? Verbetering van kwaliteit! We weten het allemaal: de Stuurgroep is in het leven geroepen om te kijken hoe de relatief hoge babysterfte in Nederland omlaag kan. De kracht van de aanbevelingen van de stuurgroep is dat ze multidisciplinair tot stand zijn gekomen. Of deze aanbevelingen ook bijdragen aan verlaging van de babysterfte moet nog blijken. De KNOV verwacht dat die aanbevelingen in ieder geval bijdragen aan een meer cliëntgerichte zorg en daardoor aan ver - betering van de verloskundige zorg. Wat is de belangrijkste boodschap van de KNOV? Casemanager De casemanager is een verloskundige die het vaste aanspreekpunt en vertrouwenspersoon voor de vrouw is in niet-acute situaties. Zij coördineert het totale zorg - traject van intake tot en met de eindevaluatie. Om de continuïteit van de zorg voor de vrouw te garanderen, krijgt iedere zwangere één verloskundige toegewezen die alle zorg rond haar coördineert. Zij neemt het voortouw in alle benodigde, niet-acute Margriet Weide is beleidsmedewerker KNOV 20 TvV januari 2011 • KNOV contacten. Zij doet in ieder geval de intake en het tweede consult waarin zij samen met de vrouw het zorgplan opstelt. Verder brengt zij het huisbezoek rond de 34ste week en tenminste één bezoek tijdens de kraamperiode. Zij verzorgt de overdracht naar de JGZ en huisarts en zij voert de nacontrole bij zes weken na de bevalling uit. Tijdens deze momenten evalueert zij de zorg en stelt zij zo nodig het zorgplan van de vrouw bij. Ook is zij de aangewezen persoon voor de eindevaluatie. Bij ziekte, verlof en vakantie draagt zij haar casemanagement over aan een collega. Bij overdracht van de vrouw naar de tweedelijn draagt de casemanager in principe ook het casemanagement over. Er kunnen echter situaties zijn waarin een gedeeld casemanagerschap met de eerste-/tweedelijn de voorkeur heeft. Zorgplan De casemanager stelt samen met de vrouw rond de 12e week het zorgplan op. Het zorgplan bestaat uit een aantal vaste onderdelen en wordt daarnaast toegespitst op iedere individuele zwangere. Dit plan kan gedurende de zorg veranderen en gaat mee met een eventuele overdracht naar de tweedelijn.

Een zorgplan draagt bij aan een goede afstemming van de verwachtingen en behoeftes van de vrouw (en haar partner) met die van de verloskundige. De zwangere weet beter wat ze aan zorg kan verwachten en op welke momenten. De casemanager stelt samen met de vrouw haar zorgplan op in het tweede consult. Onderdeel van het zorgplan is het individuele zorgpad van de vrouw (wanneer komt ze op consult, wat wordt er dan besproken en gedaan, wanneer is er groepsvoorlichting etcetera). Ook het geboorteplan met haar wensen en verwachtingen over de bevalling is een onderdeel van het zorgplan. De vrouw heeft het zorgplan altijd zelf bij zich zodat bij een eventuele overdracht haar situatie meteen bekend is bij de nieuwe zorgverlener. In de toekomst zal het zorgplan onderdeel zijn van het Perinataal Webbased Dossier: een elektronisch dossier waar zowel de zorgverlener als de vrouw inzage in heeft. Huisbezoek De casemanager brengt rond de 34 weken zwangerschap een huisbezoek om, volgens het Stuurgroeprapport, meer inzicht te krijgen in de mogelijke risico’s voor moeder en kind in de laatste fase van de zwangerschap, tijdens de bevalling, de kraamperiode en daarna. Deze inschatting maakt de verloskundig casemanager en in samenspraak met de zwangere wordt bepaald waar de bevalling in principe zal plaatsvinden. De KNOV ziet het huisbezoek bij uitstek als een kans om de vertrouwensrelatie met de zwangere te verdiepen. Thuis is er vaak meer tijd en aandacht voor de zwangere en haar partner dan op het spreekuur. Daarom is de thuissituatie ook erg geschikt voor het bevallingspraatje en voor het bespreken van het geboorteplan. Aangevuld met de medische controles thuis kan het huisbezoek dan een consult op de praktijk vervangen. Continue begeleiding tijdens de baring Iedere zwangere heeft recht op continue begeleiding. De verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van de vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig heeft. De verloskundige draagt zorg voor die begeleiding. Gezien de enorme voordelen voor moeder en kind, zijn we met de beroepsgroep al enige tijd aan de gang om continue begeleiding voor de zwangere te realiseren. De verloskundige spreekt met de zwangere af dat zij belt als zij denkt dat de bevalling begonnen is of als ze behoefte heeft aan het oordeel of ondersteuning van de verloskundige. Als de vrouw belt dan gaat de verloskundige er naar toe. Zij beoordeelt dan in welke fase van de baring de vrouw zich bevindt. Ook beoordeelt zij de draagkracht van de vrouw en de aanwezige steun en bespreekt de wensen en verwachtingen van de vrouw en haar behoefte aan ondersteuning. De verloskundige bepaalt op grond KNOV van haar waarnemingen en in overleg met de vrouw het vervolgbeleid. Tijdens de latente fase kan, als de vrouw daar behoefte aan heeft of dit wenselijk is, de kraam - verzorgster de vrouw begeleiden. Vanaf de actieve fase blijft de verloskundige bij voorkeur zelf bij de barende. De vrouw wordt dan dus niet meer alleen gelaten. Tijdens de actieve fase kan een kraamverzorgster de verloskundige bijstaan. Themabijeenkomsten Gemiddeld werden de avonden beoordeeld met een 7,3. Veel verloskundigen benaderden de onderwerpen met een open blik. Positief kritische opmerkingen zijn gemaakt vooral over de onderbouwing van de effecten van de Stuurgroepaanbevelingen. Vragen zijn vooral gesteld over de praktische uitvoering en (financiële) consequenties. Inspirerend waren de vele positieve verhalen van verloskundigen die al ervaring hebben opgedaan met de onderwerpen. De verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van de vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig heeft. Uit de schriftelijke evaluatie bleek dat van de 624 aan - wezigen al 50 verloskundigen met casemanagement zijn begonnen, 34 met het zorgplan, 14 met het huisbezoek en 148 al met continue begeleiding. Ook veel verlos - kundigen hebben al een plan om binnenkort aan de slag te gaan. De meesten willen starten met invoering van het TvV januari 2011 • KNOV © Bionda Heeringa 21

Een zorgplan draagt bij aan een goede afstemming van<br />

de verwachtingen en behoeftes van de vrouw (en haar<br />

partner) met die van de verloskundige. De zwangere<br />

weet beter wat ze aan zorg kan verwachten en op welke<br />

momenten. De casemanager stelt samen met de vrouw<br />

haar zorgplan op in het tweede consult. Onderdeel van<br />

het zorgplan is het individuele zorgpad van de vrouw<br />

(wanneer komt ze op consult, wat wordt er dan besproken<br />

en gedaan, wanneer is er groepsvoorlichting etcetera).<br />

Ook het geboorteplan met haar wensen en verwachtingen<br />

over de bevalling is een onderdeel van het zorgplan. De<br />

vrouw heeft het zorgplan altijd zelf bij zich zodat bij een<br />

eventuele overdracht haar situatie meteen bekend is bij<br />

de nieuwe zorgverlener. In de toekomst zal het zorgplan<br />

onderdeel zijn van het Perinataal Webbased Dossier: een<br />

elektronisch dossier waar zowel de zorgverlener als de<br />

vrouw inzage in heeft.<br />

Huisbezoek<br />

De casemanager brengt rond de 34 weken zwangerschap<br />

een huisbezoek om, volgens het Stuurgroeprapport, meer<br />

inzicht te krijgen in de mogelijke risico’s voor moeder en<br />

kind in de laatste fase van de zwangerschap, tijdens de<br />

bevalling, de kraamperiode en daarna. Deze inschatting<br />

maakt de verloskundig casemanager en in samenspraak<br />

met de zwangere wordt bepaald waar de bevalling in<br />

principe zal plaatsvinden.<br />

De <strong>KNOV</strong> ziet het huisbezoek bij uitstek als een kans om<br />

de vertrouwensrelatie met de zwangere te verdiepen.<br />

Thuis is er vaak meer tijd en aandacht voor de zwangere<br />

en haar partner dan op het spreekuur. Daarom is de<br />

thuissituatie ook erg geschikt voor het bevallingspraatje<br />

en voor het bespreken van het geboorteplan. Aangevuld<br />

met de medische controles thuis kan het huisbezoek dan<br />

een consult op de praktijk vervangen.<br />

Continue begeleiding tijdens de baring<br />

Iedere zwangere heeft recht op continue begeleiding. De<br />

verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van<br />

de vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig<br />

heeft. De verloskundige draagt zorg voor die begeleiding.<br />

Gezien de enorme voordelen voor moeder en kind, zijn<br />

we met de beroepsgroep al enige tijd aan de gang om<br />

continue begeleiding voor de zwangere te realiseren. De<br />

verloskundige spreekt met de zwangere af dat zij belt als<br />

zij denkt dat de bevalling begonnen is of als ze behoefte<br />

heeft aan het oordeel of ondersteuning van de verloskundige.<br />

Als de vrouw belt dan gaat de verloskundige er<br />

naar toe. Zij beoordeelt dan in welke fase van de baring<br />

de vrouw zich bevindt. Ook beoordeelt zij de draagkracht<br />

van de vrouw en de aanwezige steun en bespreekt de<br />

wensen en verwachtingen van de vrouw en haar behoefte<br />

aan ondersteuning. De verloskundige bepaalt op grond<br />

<strong>KNOV</strong><br />

van haar waarnemingen en in overleg met de vrouw het<br />

vervolgbeleid. Tijdens de latente fase kan, als de vrouw<br />

daar behoefte aan heeft of dit wenselijk is, de kraam -<br />

verzorgster de vrouw begeleiden. Vanaf de actieve fase<br />

blijft de verloskundige bij voorkeur zelf bij de barende.<br />

De vrouw wordt dan dus niet meer alleen gelaten.<br />

Tijdens de actieve fase kan een kraamverzorgster de<br />

verloskundige bijstaan.<br />

Themabijeenkomsten<br />

Gemiddeld werden de avonden beoordeeld met een 7,3.<br />

Veel verloskundigen benaderden de onderwerpen met<br />

een open blik. Positief kritische opmerkingen zijn<br />

gemaakt vooral over de onderbouwing van de effecten<br />

van de Stuurgroepaanbevelingen. Vragen zijn vooral<br />

gesteld over de praktische uitvoering en (financiële)<br />

consequenties.<br />

Inspirerend waren de vele positieve verhalen van verloskundigen<br />

die al ervaring hebben opgedaan met de<br />

onderwerpen.<br />

De verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van de<br />

vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig heeft.<br />

Uit de schriftelijke evaluatie bleek dat van de 624 aan -<br />

wezigen al 50 verloskundigen met casemanagement zijn<br />

begonnen, 34 met het zorgplan, 14 met het huisbezoek<br />

en 148 al met continue begeleiding. Ook veel verlos -<br />

kundigen hebben al een plan om binnenkort aan de slag<br />

te gaan. De meesten willen starten met invoering van het<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

© Bionda Heeringa<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!