26.09.2013 Views

Verloskundige - KNOV

Verloskundige - KNOV

Verloskundige - KNOV

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tijdschrift voor<br />

<strong>Verloskundige</strong>n g<br />

Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van <strong>Verloskundige</strong>n<br />

januari 2011<br />

36e jaargang


FINANCIEEL ADVISEURS<br />

VOOR VERLOSKUNDIGEN<br />

Sibbing & Wateler is een onafhankelijk<br />

financieel adviesbureau, gespecialiseerd in<br />

de praktijkbegeleiding van vrije medische<br />

beroepsbeoefenaren, waaronder verloskundigen.<br />

Wij bieden u een gevarieerd<br />

dienstenpakket voor al uw financiële zaken,<br />

nu en in de toekomst.<br />

Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl


TIJDSCHRIFT<br />

Redactieteam 5<br />

Redactie<br />

<strong>KNOV</strong><br />

Bestuurlijke zaken 8<br />

Bestuur <strong>KNOV</strong><br />

Een nieuwe lente 10<br />

Angela Verbeeten<br />

E-learning 13<br />

André Matera<br />

Anemie in de verloskundige praktijk 16<br />

Mieke Beentjes, Suze Jans<br />

Stuurgroeprapport zorgt voor goed bezochte<br />

themabijeenkomsten 20<br />

Margriet Weide<br />

Positionering klinisch verloskundigen 22<br />

Greta Rijninks, Juliet Droog<br />

Kinderwensspreekuur:<br />

geen tarief in de basisverzekering 27<br />

Inger Aalhuizen en Bernadet Naber<br />

WETENSCHAP<br />

Even aandacht voor ontschotten 29<br />

Simone Buitendijk<br />

<strong>Verloskundige</strong>nzorg in cijfers 30<br />

Judith Manniën, Trudy Klomp, Evelien Spelten<br />

Kennispoort Verloskunde 33<br />

INHOUD<br />

ONDERWIJS<br />

Raymond de Vries: derde hoogleraar<br />

voor de verloskunde in Nederland 37<br />

Suze Jans<br />

Video-opnamen in de verloskundige praktijk 40<br />

Relinde van der Stouwe<br />

Geaccrediteerde trainingen over tiener -<br />

zwangerschappen en zwangerschapsverlies 42<br />

PRAKTIJK<br />

Nyx 39<br />

Wil van Veen<br />

Met passie en lef de eerstelijn versterken 41<br />

Myrte de Geus<br />

Natuurlijk omgaan met vruchtbaarheid 48<br />

Gertrude de Wildt-Brouwer<br />

INTERNATIONAAL<br />

You midwives bring the hospital home 51<br />

Sanne Feijen en Sophie Zeegers<br />

Joan Shepherd, voorzitter SMLA en twin 52<br />

Franka Cadee<br />

Workshop over bestuur en beleid SLMA 53<br />

Dr. Dame Karlene C. Davis D.B.E.<br />

FORUM<br />

Groeten uit Italië 55<br />

Kerstmarkt 55<br />

Petitie tekenen 56<br />

BERICHTEN<br />

Media 57<br />

TvV Next 58<br />

Congres en Cursus 60<br />

Personalia 62<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

3


TIJDSCHRIFT<br />

Redactie<br />

Relinde van der Stouwe, Suze Jans,<br />

Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman<br />

Medewerkers januari 2011<br />

Inger Aalhuizen, Jos Becher Hoff, Mieke Beentjes,<br />

Jolijn Betlem, Simone Buitendijk, Franka Cadee,<br />

Ton van de Coevering, Dame Karlene C. Davis,<br />

Juliet Droog, Sanne Feijen, Myrte de Geus, Erna Kerkhof,<br />

Trudy Klomp, Judith Manniën, André Matera,<br />

Bernadet Naber, Joelle Renders, Linda Rentes,<br />

Henk van Ruitenbeek, Greta Rijninks, Evelien Spelten,<br />

Angela Verbeeten, Raymond de Vries, Margriet Weide,<br />

Marianne Wigbers, Sophie Zeegers, Jolanda Zocchi<br />

Redactieadres<br />

Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n<br />

Wielingenweg 318, 1826 BX Alkmaar<br />

E: tvv@knov.nl<br />

E: grote bestanden: capp@xs4all.nl<br />

Abonnementen, personalia en adreswijzigingen<br />

<strong>KNOV</strong>, Jolanda Zocchi<br />

Postbus 2001, 3500 GA Utrecht<br />

T: 030 282 3115, F: 030 282 3101<br />

E: jzocchi@knov.nl<br />

Personeelsannonces<br />

Wil van Veen<br />

T: 072 5624400 / 06 53359153<br />

E: tvv@knov.nl<br />

Advertentie-exploitatie<br />

Ovimex bv, Frank Dijkman<br />

T: 0570 674240<br />

E: frank.dijkman@ovimex.nl<br />

Vormgeving<br />

Annemiek Voogd, Ovimex bv<br />

Druk<br />

Ovimex bv, Deventer<br />

Abonnementsprijzen<br />

Abonnementsprijs voor niet-leden van de <strong>KNOV</strong>:<br />

€ 130,- per jaar (11 nummers), Europa € 156,-, buiten<br />

Europa € 182,-. Voor studenten aan buitenlandse<br />

opleidingen: € 104,-.<br />

Los nummer € 17,- aan te vragen bij de <strong>KNOV</strong>.<br />

Alle prijzen zijn incl. BTW en verzendkosten.<br />

© 2011 Koninklijke Nederlandse<br />

Organisatie van <strong>Verloskundige</strong>n<br />

Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht<br />

T: 030 282 3100<br />

Voorzitter <strong>KNOV</strong><br />

Angela Verbeeten<br />

Foto’s:<br />

Henny van Nieuwpoort, Den Haag<br />

Nationale Beeldbank,<br />

Beata Bosma, Alkmaar<br />

Bionda Heeringa, Delft<br />

Oplage: 3850<br />

ISSN 0378-1925<br />

4 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Cover foto<br />

In 2007 ben ik begonnen aan de opleiding tot verloskundige in<br />

Groningen, inmiddels vierdejaars student. Tijdens de opleiding<br />

overleed mijn stiefvader. Mijn moeder had iets nodig om haar verdriet<br />

te verwerken en is een cursus beeldhouwen gaan volgen.<br />

Haar eerste kunstwerk zou voor mij worden. Ze keek daarbij net<br />

zo trots als ik vroeger wanneer ik met een diertje of asbak van<br />

klei thuis kwam. Ik verwachtte er niet heel veel van.<br />

Toen ze het bij mij thuis kwam brengen, stond<br />

ik met open mond te kijken. Ik vond het<br />

prachtig! Het is haar eerste werk en meet<br />

60x30x30cm! Ze heeft ook de grafsteen voor<br />

mijn stiefvader gemaakt en later nog een<br />

beeld voor mijn zus. Hierna is ze gestopt.<br />

Ze kreeg last van haar handen door het<br />

harde slaan. Dat deze beelden voor<br />

mijn zus en mij onvervangbaar zijn,<br />

mag duidelijk zijn.<br />

Heike Ankoné<br />

Het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n wordt uitgegeven door de Koninklijke<br />

Neder landse Organisatie van <strong>Verloskundige</strong>n (<strong>KNOV</strong>), opgericht op<br />

22 september 1975. De vereniging is tot stand gekomen uit een fusie van<br />

de Bond van Nederlandse vroed vrouwen (opgericht 8 juni 1926) en de<br />

Nederlandse R.K. Vereniging van Vroed vrouwen (opgericht 8 juli 1921).<br />

De <strong>KNOV</strong> stelt zich ten doel de bevordering van de verlos kundige zorg in<br />

zijn geheel in Nederland, de versterking van de positie die de verlos -<br />

kundige daarin inneemt, alsmede de belangen behartiging van alle<br />

verloskundigen in Nederland. Een van de manieren om dit doel te<br />

bereiken, is het uitgeven van het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n.<br />

Het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n is in de eerste plaats een vakblad op<br />

het gebied van de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogt<br />

verloskundigen op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwik -<br />

ke lingen. Daarnaast is het een forum voor discussie over de verloskunde<br />

en verwante disciplines. In het redactionele beleid wordt ernaar gestreefd<br />

een zo ruim mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen.<br />

In de tweede plaats is het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n een verenigings -<br />

orgaan en als zodanig een middel voor het hoofd bestuur van de <strong>KNOV</strong><br />

om in contact te treden met de leden. In dit kader dient het Tijdschrift<br />

voor bestuur en leden als forum om van gedachten te wisselen.<br />

Inzenden kopij en advertenties<br />

De redactie nodigt de lezers uit om reacties, artikelen en opiniebijdragen<br />

in te zenden. Bij voorkeur speciaal voor het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n<br />

geschreven kopij, maar ook elders aangeboden of gepubliceerde bijdragen<br />

zijn welkom; onder vermelding van bladtitel, jaargang en nummer.<br />

Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonder speciale bekopping, voet -<br />

noten, paginacijfers, tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, in Word<br />

via e-mail: tvv@knov.nl. Van tabellen of grafieken daarom alleen de<br />

onderzoeksgegevens aanleveren; deze worden door de vormgever opgemaakt.<br />

Referenties in de tekst tussen vierkante haakjes (geen superscript).<br />

Beeld apart aanleveren, bij voorkeur digitaal en in hoge resolutie.<br />

Bij tekstwijziging pleegt de redactie overleg. Ingezonden brieven worden<br />

zo nodig bekort. De <strong>KNOV</strong> en de redactie zijn niet verantwoordelijk voor<br />

de inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen.<br />

Het auteursrecht van artikelen berust bij de individuele auteur. Citeren<br />

met bronvermelding is toegestaan, mits binnen de wettelijke regels.<br />

Overname van (langere delen van) artikelen is uitsluitend toegestaan na<br />

toestemming van de redactie en de auteur.<br />

Personeelsadvertenties van leden voor het volgende nummer tot<br />

25 januari. Gelieve bij de plaatsingsopdracht het gewenste<br />

formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties:<br />

zie colofon. Het februarinummer verschijnt op 8 februari 2011.


Redactieteam<br />

REDACTIONEEL<br />

TIJDSCHRIFT<br />

Met een etentje nam de redactie afscheid van drie trouwe<br />

medewerkers: Brigitte Tebbe, Myrte de Geus en van Nyx,<br />

weliswaar geen redactielid, maar wel sterk met het tijdschrift<br />

verbonden. De redactie voor 2011 bestaat uit Suze Jans,<br />

Relinde van der Stouwe, Wil van Veen en Kristel Zeeman.<br />

Een hernieuwde kennismaking.<br />

Suze Jans<br />

Suze Jans maakt sinds de zomer deel uit van de redactie. Deze blonde dame<br />

studeerde in Engeland verloskunde, want in Nederland kwam ze er niet tussen.<br />

En als je het dan toch per se wilt… Eenmaal afgestudeerd en voldaan hebbend<br />

aan de eisen om in Nederland te mogen werken, werd ze een echte Amsterdamse<br />

verloskundige. Intelligent, scherp en to the point, dat is Suze. En veel lachen!<br />

Suze draagt het tijdschrift een warm hard toe. “Gek eigenlijk”, zegt ze, “ik had<br />

vroeger een hekel aan taal en nu vind ik het heerlijk om te schrijven. Mijn, nee,<br />

onze uitdaging is het om het tijdschrift telkens een beetje naar een hoger plan<br />

te tillen. Daar ga ik voor. Daarbij is het leuk om andere mensen te ontmoeten in<br />

het kader van het tijdschrift, mijn creativiteit wordt er door aangewakkerd en ja,<br />

ook belangrijk: we hebben met elkaar een heel leuk team.”<br />

Relinde van der Stouwe<br />

Relinde van der Stouwe studeerde in 1989 af als verlos kundige aan de toenmalige<br />

Kweekschool in Heerlen. Ze oefende in eerste instantie haar vak uit in de<br />

eerstelijn in Nederland en in verschillende landen buiten Europa. Daarnaast studeerde<br />

zij medische antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens<br />

werkte zij een<br />

aantal jaar als beleidsmedewerker bij de <strong>KNOV</strong>. Op dit moment is zij weer eerstelijns<br />

verloskundige in Friesland. Relinde kwam in 2007 min of meer toevallig<br />

als redacteur bij het Tijdschrift. In eerste instantie als vervanger tijdens het zwangerschapsverlof<br />

van Kristel; maar het dynamische karakter van het redactiewerk<br />

bleek leuk en maakte dat ze bleef. “Het werk is afwisselend, van het redigeren<br />

van kopij, puzzelen op een wetenschappelijk stuk, tot het uitwerken van een<br />

interview. Elke maand weer een tijdschrift in elkaar zetten, vind ik gewoon een<br />

sport.” Relinde vindt het een grote uitdaging om een vakblad neer te zetten dat<br />

aansluit bij de lezers. Haar ambitie is om van het tijdschrift ooit een online versie<br />

neer te zetten, zoals het Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde dat nu al<br />

heeft: “een mix van interessante casuïstiek en een duidelijk overzicht van wetenschappelijke<br />

artikelen, met goed beeldmateriaal”.<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

5


Klinisch verloskundige<br />

Ter versterking van het verloskundig<br />

team van het HagaZiekenhuis zijn<br />

wij op zoek naar één klinisch verloskundige<br />

voor 24-36 uur per week.<br />

Onze vraag<br />

U levert verloskundige zorg op<br />

tweedelijns niveau aan patiënten met<br />

een medische indicatie, waarbij u zelf -<br />

standig werkt onder supervisie van de<br />

gynaecoloog. Daarnaast heeft u een<br />

belangrijke rol in het onderwijs van<br />

arts-assistenten, student verlos kun digen<br />

en co-assistenten. U bent in het<br />

bezit van het diploma verloskundige<br />

en u bent BIG-geregistreerd. U heeft<br />

minimaal 2 jaar ervaring als<br />

verloskundige in de eerste lijn.<br />

Echo-ervaring is een pré. Collegialiteit,<br />

fl exibiliteit en een servicegerichte<br />

instelling zijn belangrijke eigen schappen.<br />

Wij bieden u een afwisselende,<br />

zelfstandige functie in een plezierige<br />

werkomgeving, met ruimte voor<br />

vakinhoudelijke ontwikkeling.<br />

Uw werkkring<br />

Het HagaZiekenhuis is een topklinisch<br />

opleidingsziekenhuis in Den Haag<br />

waarvan één van de speerpunten het<br />

Moeder Kind Centrum is. Er bevallen<br />

circa 2400 vrouwen, waarvan 1900<br />

met een medische indicatie. Het team<br />

van verloskundigen bestaat momenteel<br />

uit zeven verloskundigen. Er is een<br />

nauwe samenwerking met gynaecologen,<br />

arts-assistenten en verpleegkun-<br />

digen. Tevens is er nauw contact met<br />

verloskundigen uit de eerste lijn. Met<br />

elkaar bieden wij hoogwaardige zorg<br />

waarbij de patiënt centraal staat. Het<br />

verloskamercomplex bestaat uit acht<br />

verloskamers en drie weeënkamers,<br />

die tezamen met de klinische afdeling<br />

en de polikliniek een organisatorische<br />

eenheid vormen. De polikliniek<br />

bevindt zich op twee locaties, locatie<br />

Sportlaan en locatie Leyweg. Eind 2008<br />

is in ons ziekenhuis een geboortehotel<br />

geopend voor eerstelijns partussen.<br />

Uw vragen<br />

Voor meer informatie kunt u contact<br />

opnemen met mevr. drs. A. H. Feitsma,<br />

gynaecoloog, via (070)2100000, pieper<br />

7474 of bij de heer W.L. Kouijzer,<br />

sectormanager van de RVE Gynaecologie,<br />

Urologie, Obstetrie, Dagbehandeling<br />

en Seksuologie, via (070)2100000,<br />

pieper 6830. Zie voor meer informatie<br />

ook: www.gyn-care.nl.<br />

De arbeidsvoorwaarden zijn conform<br />

CAO ziekenhuizen.<br />

Uw sollicitatie<br />

Stuur uw schriftelijke sollicitatie met<br />

curriculum vitae voor 1 februari 2011,<br />

onder vermelding van<br />

“Klinisch verloskundige”<br />

aan HagaZiekenhuis, t.a.v.<br />

mevr. drs. A.H. Feitsma, gynaecoloog,<br />

Postbus 60605, 2506 LP Den Haag<br />

of per e-mail naar:<br />

h.feitsma@hagaziekenhuis.nl<br />

Het HagaZiekenhuis is hét<br />

toonaangevende topklinisch<br />

opleidingsziekenhuis van<br />

de regio Haaglanden met de<br />

erkenning voor 23 medisch<br />

specialistische opleidingen,<br />

waarvan 14 poortspecialismen.<br />

Het HagaZiekenhuis biedt<br />

uitstekende basiszorg en<br />

onderscheidende topklinische<br />

functies zoals het Hartcentrum<br />

en de geneeskunde bij kinderen<br />

in het Juliana Kinderziekenhuis.<br />

Bovendien huisvest het<br />

ziekenhuis de drukstbezochte<br />

SEH van Nederland.<br />

Het HagaZiekenhuis stimuleert<br />

wetenschappelijk onderzoek<br />

en bericht daarover in het eigen<br />

wetenschapsmagazine<br />

HagaScoop. Tot 2014 wordt<br />

het ziekenhuis ingrijpend<br />

gemoderniseerd. Kortom een<br />

ideale setting voor ambitieuze<br />

professionals.<br />

Het HagaZiekenhuis is gevestigd<br />

aan de Leyweg en Sportlaan<br />

in Den Haag.<br />

HagaZiekenhuis is<br />

lid van de Vereniging<br />

Samenwerkende Topklinische<br />

opleidingsZiekenhuizen


Agenda<br />

17 februari 2011<br />

Eileen Hutton houdt haar oratie<br />

VUmc te Amsterdam.<br />

8 maart 2011<br />

Internationale vrouwendag<br />

21 maart 2011<br />

Overleg Kringvoorzitters<br />

19 april 2011<br />

Cursus Kringbestuurders, dag III<br />

TIJDSCHRIFT<br />

Wil van Veen<br />

Wil van Veen is sinds 2003 hoofd- en eindredacteur van het Tijdschrift voor<br />

<strong>Verloskundige</strong>n. Samen met zijn team van redacteuren bepaalt hij elke maand de<br />

inhoud van het tijdschrift. Hij is in alle opzichten eindverantwoordelijk: inhoudelijk,<br />

vormtechnisch, financieel. Wil is dan ook een duizendpoot. Hij onderhoudt contacten<br />

met veel mensen en organisaties in het verloskundig veld. Hij initieert kopij,<br />

corrigeert en redigeert, interviewt, signaleert belangrijke ontwikkelingen, stuurt<br />

zijn redacteuren en de vaste vormgever aan, werft advertenties etc etc.<br />

Wil is vader van vier kinderen, drie dochters en een zoon, en sinds kort opa van<br />

kleindochter Elin. Hij begon zijn loopbaan ooit in Congo als projectleider van<br />

een landbouwproject. Zeven jaar later terug in Nederland rolde hij, via PR-werk<br />

bij het ministerie van VROM in een eigen onderneminkje: het begeleiden van<br />

tijdschriften. Behalve voor het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n is hij voor twee<br />

andere tijdschriften verantwoordelijk en een berg kopij. “Wie schrijft, die blijft”<br />

is zijn devies. Tussen de bedrijven door werkt hij aan een triologie waarin zijn<br />

belangstelling voor geschiedenis, religies en filosofie tot uitdrukking komt.<br />

Kristel Zeeman<br />

Kristel Zeeman is in Rotterdam opgeleid tot verloskundige en behaalde in 1993<br />

haar diploma. Zij werkt al acht jaar voor het tijdschrift en is daarmee het meest<br />

ervaren redactielid. In1997 reageerde ze op een advertentie en werd zij als junior<br />

medewerker aangenomen. In die tijd leerde zij de eerste kneepjes van het<br />

(redactionele) vak.<br />

In verband met de drukke werkzaamheden in haar eigen praktijk in Amsterdam<br />

moest ze haar werkzaamheden voor de redactie stoppen. Maar het tijdschrift<br />

bleef trekken en in 2004 kwam ze terug. “Ik houd heel erg veel van schrijven”,<br />

zegt ze zelf, “vooral over mijn eigen vak. Ik krijg op deze manier de kans om<br />

verschillende kanten van het vak van dichtbij te bekijken. Wat ik vooral leuk<br />

vind, is het houden van interviews. Zo spreek ik mensen uit alle hoeken van het<br />

veld, die ik anders nooit zou ontmoeten.”<br />

Ze is erg enthousiast over de zogenoemde ‘cirkels’ die het tijdschrift heeft opgericht<br />

om de input van de leden bij het tijdschrift te vergroten, zodat de inhoud<br />

van het tijdschrift beter aansluit bij de behoefte van de leden. Kristel is samen<br />

met Wil verantwoordelijk voor de eerstelijns cirkel.<br />

Kristel Zeeman is tevens medisch antropoloog en werkt als beleidsmedewerker<br />

richtlijn ontwikkeling bij het bureau van de <strong>KNOV</strong>. ■<br />

26 mei 2011<br />

Raymond de Vries houdt zijn oratie<br />

27 mei 2011<br />

Algemene Ledenvergadering<br />

19-23 juni 2011<br />

ICM congres – Durban<br />

1 augustus 2011<br />

Begin Ramadan<br />

30 augustus 2011<br />

Einde Ramandan<br />

Ied al-fitr - Suikerfeest<br />

12 september 2011<br />

Overleg Kringvoorzitters<br />

18 november 2011<br />

Algemene Ledenvergadering<br />

Kijk voor meer informatie in de rubriek<br />

Congres en Cursus achter in dit tijdschrift<br />

of op www.kennispoort-verloskunde.nl<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

7


8<br />

<strong>KNOV</strong><br />

Bestuurlijke zaken<br />

Goede voornemens en nieuwjaarswensen<br />

2010 was voor mij het jaar van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, met ruim 50 concrete aanbevelingen<br />

en met veel discussie hierover. Er is dit jaar een aanzet gemaakt voor de uitvoering van die aanbevelingen,<br />

waarbij moeder en kind, meer dan voorheen, centraal komen te staan. De daadwerkelijke uitvoering zullen we in dit<br />

nieuwe jaar ter hand moeten nemen.<br />

Ik ben benieuwd naar uw goede voornemens voor 2011.<br />

Krijgen uw cliënten een casemanager, een vaste aanspreekpersoon, die elke zwangere meer continuïteit en<br />

coördinatie moet gaan geven? Maakt u dit jaar een (door)start met Preconceptiezorg?<br />

Gaat u uw cliënten in achterstandssituaties intensiever begeleiden? Start u met het brengen van huis -<br />

bezoeken bij uw zwangeren rond 34 weken voor laagdrempelige voo rlichting over de bevalling en een<br />

inschatting van de thuissituatie?<br />

Gaat u een zorgplan invoeren, zodat niet alleen in uw hoofd het complete plaatje zit maar dit ook<br />

inzichtelijk is voor uw cliënt? Ik wens u een vruchtbaar jaar toe voor al deze onder werpen.<br />

Ook de <strong>KNOV</strong> is van plan 2011 tot een vruchtbaar jaar te maken. Samen met de andere beroepsbeoefenaren in de<br />

verloskunde richten we deze maand het College Perinatale Zorg op. Het college zal gaan toezien op een betere kwaliteit<br />

van verloskundige zorg. Wereldwijd blijven we ons inspannen voor het terugdringen van de moedersterfte onder andere<br />

met een verdere uitrol van Midwives4Mothers. Dit jaar zullen 25 Nederlandse verloskundigen hun twinsisters uit<br />

Sierra Leone gaan ontmoeten. Dat heeft een groter effect op de kwaliteit van de zorg in Sierra Leone dan op het<br />

eerste oog lijkt: de verloskundigen daar worden gesterkt door het contact met hun twinsisters en dat vertaalt zich<br />

terug in effectievere zorg, betere opleiding en meer onderzoek. Internationaal is er veel belangstelling voor het project en<br />

andere landen willen het idee overnemen.<br />

Mijn wens is dat verloskundigen in heel Nederland een krachtig eigen geluid laten horen. Vanuit eigen kracht kunnen<br />

we de hoognodige veranderingen verwezenlijken, samen met onze partners in de zorg. Het is tijd voor een nieuwe lente<br />

in de verloskunde. Verderop in dit tijdschrift leest u meer hierover. Persoonlijk wens ik u een veilig en gezond 2011 toe.<br />

Angela Verbeeten<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Mijn wens voor 2011 is dat we een solide netwerk bouwen van<br />

eerstelijns praktijken met verloskundigen die participeren in goed en<br />

mooi onderzoek, waar we in de hele keten plezier van hebben. Zo<br />

kan de verloskunde, die wij een warm hart toedragen, positief<br />

in het nieuws komen. Ik wens dat we ons geïnspireerd weten om<br />

door te gaan en te komen tot een samenwerking binnen de keten<br />

waar we onze vingers bij aflikken. Verder wens ik dat we met<br />

een grote delegatie van Nederlandse verloskundigen aanwezig<br />

zijn op het ICM congres in Durban omdat ik zeker weet dat<br />

we daar blij van worden.<br />

Erna Kerkhof


<strong>KNOV</strong><br />

Ik wens voor elke zwangere in Nederland dat verloskundigen en gynaecologen meer<br />

laten zien dat ze haar vertrouwen waard zijn, zodat ze weet dat ze echt veilig is.<br />

En ik wens voor het jaar 2011 de goedkeuring van de Minister voor het instellen van<br />

het specialistenregister voor de klinisch verloskundigen en een eigen beroepsprofiel voor<br />

deze groep verloskundigen. Als we ons dan ook nog beter groeperen, staan we samen<br />

sterker en kan de <strong>KNOV</strong> beter voor de belangen van klinisch verloskundigen opkomen.<br />

Jolijn Betlem<br />

Wordt 2011 een roerig jaar? Als verloskundige<br />

zal ik mijn vak in ieder geval met onverminderde<br />

bezieling blijven uitoefenen. Als bestuurslid is mijn<br />

wens voor het komende jaar een kwaliteitswens.<br />

Laten we er voor zorgen dat onze verloskundige<br />

kwaliteit piekfijn in orde is en<br />

blijft. Het Kwaliteitsregister is er voor<br />

eerstelijns verloskundigen en klinisch verloskundigen.<br />

Zorg dat je geregistreerd<br />

staat, werk aan het op peil houden van je<br />

kennis en kunde. Zo kunnen we glashelder<br />

laten zien wat we waard zijn. Roerig of<br />

niet…, laat 2011 maar komen.<br />

Voor allen een veilig, verstandig en voorspoedig<br />

verloskundig 2011!<br />

Marianne Wigbers<br />

Voor 2011 wens ik dat we in onze<br />

zorg de cliënt echt centraal stellen en<br />

de zorg in de keten zo organiseren dat<br />

continue begeleiding vanzelfsprekend wordt.<br />

Ook wens ik dat professionals afspraken maken<br />

rondom de cliënt met respect voor elkaars kunde en<br />

kennis en dat dit tot uiting komt in de communicatie<br />

naar buiten toe.<br />

De derde K, na kennis en kunde, is voor mij laten<br />

zien dat wij als verloskundigen Kwaliteit leveren....<br />

Respect kun je niet afdwingen, maar wel verdienen!<br />

Linda Rentes<br />

Voor 2011 staan ons een paar stevige uitdagingen te wachten. De belangrijkste daarvan zal zijn om samen iedereen<br />

die er toe doet en dus zeker de zwangeren en aanstaande zwangeren, van onze meerwaarde te overtuigen. Dit is een<br />

belangrijke activiteit voor het bestuur van de <strong>KNOV</strong>, de werkorganisatie maar zeker ook voor jullie. Jullie zijn<br />

immers degenen die de directe contacten met de vrouwen en hun partners hebben. Jullie zijn directe partner van zorgverzekeraars<br />

in jullie regio. Jullie onderhouden contacten met de andere relevante beroepsbeoefenaren en sectoren.<br />

Wij, het bestuur en de werkorganisatie, zullen jullie hierbij waar mogelijk ondersteunen en bijstaan.<br />

En natuurlijk zullen wij op centraal niveau met de politiek, met de overheid en met onze partner -<br />

organisaties onder andere in het College Perinatale Zorg, ook zorgen dat deze uitdaging gaat slagen.<br />

Ik wens dat wij samen en eendrachtig in 2011 onze doelstellingen halen.<br />

Jos Becker Hoff, secretaris van het bestuur, directeur van de werkorganisatie<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

9


10 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

<strong>KNOV</strong><br />

Een nieuwe lente<br />

<strong>Verloskundige</strong>n in den lande, verenigt u!<br />

Angela Verbeeten<br />

Is het de tijdgeest? Laten de maatschappij en<br />

politiek zich vooral leiden door het zaaien van<br />

angst en kun je alleen hiermee scoren? En<br />

gaat het er in de verloskunde net zo aan toe?<br />

Je zult maar moeder worden in 2011. In de<br />

krant en op het internet wordt zwangere<br />

vrouwen angst aangepraat. Kan je nog wel<br />

veilig bevallen bij de verloskundige? Durf je<br />

nog te kiezen om thuis te bevallen als er op<br />

feestjes lacherig wordt gedaan om deze<br />

keuze? Durf je nog naar het ziekenhuis als je<br />

hoort dat de gynaecoloog liever met een mes<br />

in je buik of perineum snijdt dan dat hij een<br />

spontaan verloop van de bevalling afwacht?<br />

Dit is geen ideale tijdgeest om kinderen te krijgen. Angst<br />

is een slechte raadgever en draagt niet bij aan een fijne<br />

zwangerschap en goede uitkomsten. En het wordt er niet<br />

beter op als wij, verloskundigen, onze professionaliteit te<br />

grabbel laten gooien door schreeuwende opportunisten,<br />

bij wie het eigenbelang zwaarder lijkt te tellen dan het<br />

belang van de zwangere vrouw. Dus is het de hoogste<br />

tijd voor nieuw elan!<br />

Discussie over verloskundige zorg is niet nieuw. Nieuw is<br />

de toon waarop de opvattingen de maatschappij worden<br />

toegeschreeuwd. In de jaren ‘70 werd de poliklinische<br />

bevalling uitgevonden en dat leidde tot een toestroom<br />

naar baren in het ziekenhuis. Poliklinisch betekende toen<br />

24-uur-klinisch-zonder-medische-indicatie want de eerstelijns<br />

verloskundige was met haar cliënt niet welkom in<br />

het ziekenhuis. Zo dacht een clubje dokters een einde<br />

te maken aan de autonome verloskundige en die vermaledijde<br />

thuisbevalling die zij toen al als een anachronisme<br />

zagen. <strong>Verloskundige</strong>n maakten zich zorgen maar hielden<br />

zich opvallend stil, op een enkele uitzondering na. Zij<br />

lieten hun geluid niet horen. Gelukkig maakten politici<br />

en zorgverzekeraars snel een einde aan de situatie. Zij<br />

Angela Verbeeten is voorzitter van de <strong>KNOV</strong><br />

waren geschrokken door de reacties van consumenten<br />

en meer nog door een enorme stijging van de bevallingskosten<br />

zonder dat die leidde tot een verbetering van de<br />

uitkomsten. De poliklinische baring bleef bestaan, maar<br />

was voortaan ook toegankelijk voor vrouwen die met<br />

hun eerstelijns verloskundige in het ziekenhuis kwamen<br />

bevallen.<br />

Hoe treffend zijn de parallellen met de huidige tijd? Een<br />

clubje dokters roept op tot ontschotting mét afschaffing<br />

Zij luistert naar wat zwangere vrouwen werkelijk wensen<br />

<strong>Verloskundige</strong>n moeten niet onderdeel van het probleem zijn<br />

maar de oplossing er van<br />

van de zelfstandige verloskundige en minimalisering van<br />

de keuzevrijheid van aanstaande moeders zoals voor de<br />

plaats van bevallen. De honderd huidige ziekenhuizen<br />

kunnen de verloskundige zorg concentreren in 40 grote<br />

centra waar dezelfde 900 gynaecologen als nu verantwoordelijk<br />

worden voor een verdriedubbeld aantal bevallingen.<br />

De bevallende vrouw krijgt de gynaecoloog niet<br />

méér te zien. <strong>Verloskundige</strong>n gaan allen vanuit de kliniek<br />

werken onder leiding van diezelfde gynaecoloog die zo<br />

zijn handen vrijhoudt voor zorg waar zijn voorkeur naar<br />

uitgaat: de oncologie, de infertiliteitpoli of het wetenschappelijk<br />

onderzoek. Dat de barende vrouw door de<br />

langere reistijd naar het ziekenhuis meer risico loopt om<br />

onderweg een bermbaby te baren, neemt men op de<br />

koop toe. Dat het hierbij vaak gaat om een bij voorbaat<br />

acuut-risico-bevalling wordt ook acceptabel gevonden.<br />

© Bionda Heeringa


Een premature bevalling verloopt immers sneller dan een<br />

normale geboorte bij negen maanden. Waarom horen<br />

we nooit de gynaecoloog zich zorgen maken over het<br />

toegenomen vervoersrisico van zijn hoogrisicopatiënt?<br />

Hoe stelt de verloskundige zich op in deze openbare<br />

discussie? Neemt zij er actief aan deel, luistert zij naar<br />

wat zwangere vrouwen werkelijk wensen en laat zij<br />

voldoende van zich horen? Trekt zij, in het belang van<br />

moeder en kind, het initiatief naar zich toe? Werkt zij<br />

actief samen met collega’s in het zorgnetwerk vanuit<br />

haar eigen professionele kracht?<br />

Ik vind dat dit te weinig gebeurt, terwijl er genoeg te<br />

melden is over vernieuwende zorg waarbij moeder en<br />

kind echt centraal staan. In meerdere regio’s verenigen<br />

verloskundigen zich in bovenpraktijkse coöperaties en<br />

sluiten prachtige verbonden met huisartsen, GGD’s,<br />

diagnostische centra, kraamzorg én ziekenhuizen. Er<br />

zijn inspirerende initiatieven van kinderwensspreekuur<br />

en prenatale screening tot bevalcentra onder eigen regie.<br />

In grote delen van het land wordt, samen met de kraamzorg,<br />

de vrouw niet langer alleen gelaten tijdens de<br />

bevalling. Samen met maatschappelijke instellingen en<br />

GGD’s wordt huiselijk geweld aangepakt. Door samen te<br />

werken met de huisarts worden moeilijke doelgroepen<br />

bereikt met preconceptievoorlichting. Er wordt gewerkt<br />

aan een aanbod van pijnstilling waarvoor je niet naar het<br />

ziekenhuis hoeft.<br />

Maar binnen onze beroepsgroep blijft het te stil. Te vaak<br />

komt er geen antwoord op de negatieve toon in het<br />

debat. Sommige verloskundigen zeggen: ‘bewijs eerst<br />

maar eens dat het aan ons ligt’ of kraaien eenzijdig<br />

halleluja over de thuisbevalling. Dat ondertussen een<br />

groot deel van de aanstaande ouders zich rechtstreeks<br />

tot dure ziekenhuiszorg wendt, lijkt deze collega’s een<br />

zorg te zijn. Anderen worden moe van de aanhoudende<br />

<strong>KNOV</strong><br />

aanvallen op hun autonomie en leggen gefrustreerd het<br />

hoofd in de schoot: misschien moeten we dan maar<br />

onze praktijken sluiten en onder leiding van de gynaecoloog<br />

gaan werken? Alsof moeder en kind daarmee<br />

gebaat zijn. Een complicerende factor is dat positief<br />

nieuws moeilijk de krant haalt. Positief nieuws lijkt geen<br />

nieuws in deze tijd waarin je het liefst hard en grof<br />

moet roepen om gehoord te worden door de media.<br />

En in tegenstelling tot dertig jaar terug lijkt ook de<br />

consument zich nu mee te laten slepen door de<br />

negatieve publiciteit.<br />

Wat moet het antwoord zijn van de beroepsgroep? Ik<br />

ken verloskundigen als krachtige vrouwen en mannen<br />

die hun cliënten echt iets te bieden hebben: aantoonbaar<br />

veilige zorg, dicht bij huis, met ruimte voor een persoonlijke,<br />

op de cliënt afgestemde aanpak met veel keuze -<br />

opties en dat alles voor een lage prijs. Dat kunnen we<br />

met trots uitdragen naar cliënt en VSV. Ontschotting kan<br />

heel goed en waarschijnlijk beter, zonder verlies van de<br />

autonomie van de verloskundige. Zorgverleners werken<br />

beter samen op basis van gelijkwaardigheid dan in<br />

hiërarchie. Ook de keuzevrijheid van aanstaande ouders<br />

over de plaats van baren kan veilig in stand blijven. Maar<br />

dan moet je wel willen innoveren. Je hardnekkig blijven<br />

afzetten tegen elke nieuwe ontwikkeling is geen optie<br />

meer. Start niet passief een kinderwensspreekuur waar<br />

geen mens op af komt maar ga de buurt in en zoek<br />

contact met vrouwen uit risicogroepen. Sta niet mokkend<br />

aan de kant te kijken als het ziekenhuis een geboortecentrum<br />

opricht, maar neem zelf de regie! Blijf samenwerken<br />

met de gynaecoloog, maar neem ook de andere<br />

zorgpartners op in samenwerkingsverbanden zoals huisarts,<br />

diëtist, jeugdarts, maatschappelijk werker en nuldelijners.<br />

Doe mee aan onderzoek, onderhandel met zorgverzekeraars<br />

en maak gebruik van de ROS’en. Waarom<br />

Samen kan je sterk staan<br />

© Wil van Veen<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

11


<strong>KNOV</strong><br />

nemen niet meer verloskundigen een voorbeeld aan de<br />

positieve initiatieven en richten zelf een coöperatie op<br />

samen met de buurpraktijken? Verenigd in een coöperatie<br />

of andere rechtspersoon sta je sterker in de samenwerking<br />

met andere zorgverleners.<br />

Trekt zij, in het belang van moeder en kind, het initiatief naar<br />

zich toe?<br />

Verenigd in een coöperatie kunnen verloskundigen een<br />

krachtige alliantie aangaan met gynaecologen en kraamzorg<br />

waarbij alle schotten plat gaan en perinatale sterfte<br />

beter wordt voorkomen. Verenigd in een coöperatie<br />

wordt beter samengewerkt met de vertrouwde eerstelijns<br />

partners als GGD, jeugdzorg en huisarts. Samenwerking<br />

betekent niet dat we een eind moeten maken aan eerstelijns<br />

zorg waar onze cliënten goed in gedijen, waarbij de<br />

verloskundige de medische taak heeft risico’s in te schatten<br />

en op basis van de afspraken in het medisch netwerk<br />

daar naar te handelen. Integratie van de eerstelijns verloskundige<br />

zorg in het ziekenhuis ondermijnt deze taak.<br />

Als je dit allemaal alleen moet doen als verloskundige of<br />

als praktijk lukt het niet. Samen kan je sterk staan!<br />

Stop met negatieve concurrentie. Werk samen met die<br />

nieuwe vestiging in jouw gebied, hoe lastig dat (in het<br />

begin) ook is. Samenwerken kan ook tot betere arbeidsomstandigheden<br />

en meer werkplezier leiden.<br />

Dat hoeft geen coöperatie te zijn maar kan ook een<br />

vereniging, BV of andere rechtspersoon zijn. <strong>KNOV</strong>, STBN<br />

en de regionale ROS’en hebben de modellen klaarliggen.<br />

Maar verloskundigen moeten wel zelf in actie komen.<br />

Wat de <strong>KNOV</strong> doet is de lijn uitzetten met de landelijke<br />

partners. Wij maken met hen richtlijnen en modellen die<br />

regionaal uitgewerkt kunnen worden. Wij zetten in op<br />

afspraken met de overheid en de zorgverzekeraars om<br />

jullie te faciliteren in het versterken van jullie positie in de<br />

12 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

© Bionda Heeringa<br />

verloskundige keten of netwerk. Wij zetten samen met<br />

andere zorgverleners het College Perinatale Zorg op voor<br />

landelijke sturing aan de kwaliteit van verloskundige zorg<br />

in Nederland. In dit college pleiten wij voor een sterke<br />

consumentenorganisatie van (aanstaande) ouders die<br />

meepraat over beleid, zodat de barende vrouw écht<br />

centraal kan staan. We gaan door met perinataal<br />

registreren en het auditeren van perinatale sterfgevallen.<br />

We doen dat straks met één webbased verloskundig<br />

dossier dat fouten bij de overdracht kan voorkomen.<br />

Maar dit alles gaat alleen lukken als jullie meedoen en in<br />

de eigen regio initiatief nemen!<br />

Het is tijd voor een nieuwe lente in de verloskunde. Ik<br />

roep verloskundigen op om met nieuw elan te werken<br />

aan onze oude K3-principes: Kwaliteit, Keuzevrijheid en<br />

Kostenefficiëntie.<br />

<strong>Verloskundige</strong>n van Nederland: blijf niet aan de kant<br />

zitten mokken, maar doe actief mee! Verenigt u, laat van<br />

u horen in het regionaal netwerk en laat vooral cliënten<br />

zien dat verloskundigen niet onderdeel van het probleem<br />

zijn maar de oplossing er van.<br />

Graag ontvang ik uw reactie op deze oproep, schriftelijk<br />

aan de redactie van TVV of via het <strong>KNOV</strong> Forum ■<br />

ICM CONGRESS<br />

DURBAN - ZUID AFRIKA<br />

Dit jaar in juni naar Zuid Afrika – de unieke kans om<br />

een prachtige vakantie in dat land mee te maken!<br />

Mijn zus en zwager, Colin en Theony, hebben een<br />

lodge in een safaripark waar je een onvergetelijke<br />

vakantie kunt doorbrengen op:<br />

Colin’s Horseback Africa<br />

www.horsebackafrica.com<br />

Ze kunnen je een geheel verzorgde vakantie<br />

aanbieden afgestemd op je eigen wensen.<br />

Natuurlijk ook voor niet-ruiters!<br />

Het is er authentiek Afrikaans welkom, persoonlijk,<br />

“onthaastend”, veilig, betrouwbaar, boeiend,<br />

heerlijk eten, verrukkelijke wijn bij de barbecue met<br />

de Afrikaanse nacht geluiden en de leeuwen die<br />

brullen ..… je krijgt waar voor elke cent!<br />

Hartelijke groeten en tot ziens in Durban!<br />

Marion Vuijk, verloskundige in Burgum<br />

info@verloskundigepraktijklytsepoppe.nl


E-learning<br />

André Matera<br />

In de afgelopen vijf tot zes jaar heeft e-learning<br />

zich tot een vast onderdeel van de bij- en<br />

nascholing van zorgprofessionals ontwikkeld.<br />

Voor verloskundigen is er tot nu toe nog<br />

weinig ontwikkeld. Daar gaat nu verandering<br />

in komen. De <strong>KNOV</strong> start in 2011 met een<br />

eigen e-learningaanbod. E-learning is een leermethode<br />

die uitermate geschikt is voor verloskundigen.<br />

Geen reistijd, geen waarneming,<br />

geen spreekuur omgooien maar leren wanneer<br />

het u uitkomt.<br />

Ervaringen en stand van zaken<br />

In uw werkomgeving bent u als verloskundige misschien<br />

al in aanraking gekomen met e-learning. Bijna elk ziekenhuis<br />

in Nederland is bezig e-learning voor zijn mede -<br />

werkers ter beschikking te stellen. Maar ook beroeps -<br />

verenigingen zoals de Landelijke Huisartsenvereniging<br />

bieden hun leden een uitgebreid aanbod<br />

bij- en nascholingen via<br />

e-learning. Deze ontwikkeling<br />

is ongeveer zes jaar<br />

geleden begonnen. Een<br />

van de eerste partijen<br />

die e-learning modules<br />

voor zorgprofessionals<br />

heeft ontwikkeld is het<br />

Wenckebach Instituut,<br />

aangesloten aan het<br />

Universitair Medisch<br />

Centrum in<br />

Groningen. In eerste<br />

instantie is dit aanbod<br />

ontwikkeld voor<br />

verpleegkundigen die<br />

op regelmatige basis<br />

hun competenties en<br />

bekwaamheden op het<br />

gebied van de voorbehouden<br />

handelingen<br />

moeten bijhouden.<br />

Sinds 2005 zijn ook<br />

de eerste commerciële<br />

initiatieven ondernomen.<br />

Elsevier Gezondheidszorg startte in<br />

André Matera: Manager Health eLearning Noordhoff Uitgevers<br />

<strong>KNOV</strong><br />

samenwerking met de KNMG een website met een uitgebreid<br />

e-learning aanbod voor artsen. Sinds 2006 is ook<br />

de educatieve Uitgeverij Noordhoff Uitgevers betrokken bij<br />

de ontwikkeling van e-learning voor zorgprofessionals. In<br />

2007 is Noordhoff een samenwerking aangegaan met<br />

het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. In het<br />

kader van deze samenwerking is een breed aanbod van<br />

e-learning cursussen ontstaan dat inmiddels in 25 ziekenhuizen<br />

in Nederland wordt gebruikt. Andere zorginstellingen<br />

en ziekenhuizen zijn op eigen initiatief gestart met<br />

het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal voor hun zorgpersoneel.<br />

Het bekendste aanbod is ontwikkeld door het<br />

Elizabeth Ziekenhuis in Tilburg. Inmiddels is e-learning<br />

breed geaccepteerd en niet meer weg te denken uit de<br />

dagelijkse praktijk van zorgprofessionals. Wat is de redenen<br />

voor deze voorspoedige ontwikkeling?<br />

Voordelen van e-learning<br />

De afgelopen jaren is steeds meer<br />

nadruk komen te liggen op het bijhouden<br />

van kennis en competenties.<br />

Voor artsen bestaat al geruime tijd<br />

een verplichting voor bij- en<br />

nascholing.<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

© Henk van Ruitenbeek<br />

13


<strong>KNOV</strong><br />

Zo moeten huisartsen bijvoorbeeld aantonen in een tijdsbestek<br />

van vijf jaar minimaal tweehonderd klokuren aan<br />

bij- en nascholing gevolgd te hebben.<br />

Sinds 2006 zijn ook andere beroepsgroepen in de zorg<br />

geleidelijk begonnen met het inrichten van vergelijkbare<br />

structuren. Ook de <strong>KNOV</strong> biedt voor de registratie van<br />

<strong>Verloskundige</strong>n een kwaliteitsregister. <strong>Verloskundige</strong>n<br />

die hier lid van zijn laten zien dat zij actief investeren in<br />

nieuwe kennis en vaardigheden. Zo geldt voor her -<br />

registratie na vijf jaar de eis dat zij minimaal 200 uur<br />

besteed hebben aan deskundigheidsbevorderende<br />

activiteiten. Denk daarbij aan nascholing, vaardigheids -<br />

trainingen voor spoed eisende handelingen, publicaties,<br />

stagebegeleiding of methodisch intercollegiaal overleg.<br />

E-learning kan hier van grote toegevoegde waarde zijn.<br />

Bestaande leervormen zijn meestal zeer tijdsintensief.<br />

Bij de deelname aan een traditionele nascholing bent u<br />

gebonden aan een plaats en datum waarop deze wordt<br />

aangeboden. Hier kan e-learning een significante tijds -<br />

besparing opleveren. U bent niet meer aan vaste tijden<br />

gebonden en kunt e-learning tijd- en plaatsonafhankelijk<br />

gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld in de avonduren vanuit<br />

huis. Een ander voordeel is de gestandaardiseerde<br />

kwaliteit. Ook al wordt nascholing door excellente vakdeskundigen<br />

aangeboden, de kwaliteit van de bijeenkomsten<br />

kan sterk verschillen. Met behulp van e-learning<br />

kan door iedereen een hoogwaardig aanbod met gestandaardiseerde<br />

inhoud worden gebruikt. Dit is voornamelijk<br />

bij het bekend maken van nieuwe richtlijnen een groot<br />

voordeel. U als professional wordt op die manier optimaal<br />

ondersteund bij het bijhouden van kennis en het ontwikkelen<br />

van nieuwe competenties.<br />

Effectief<br />

E-learning vergroot de effectiviteit van het leerproces.<br />

Stel, u gaat online een cursus volgen over pijnmanagement<br />

tijdens de bevalling. Vanuit een eerdere cursus weet u<br />

nog het een en ander. Aan hand van een korte instaptoets<br />

kan deze kennis geëvalueerd worden en indien u<br />

nog goed op de hoogte bent, kan de cursus op basis van<br />

uw kennis ingekort en individueel op uw behoeften<br />

afgestemd worden. Dit bespaart waardevolle tijd en<br />

maakt leren effectief. Tijdens het gebruiken van de<br />

e-learning worden opdrachten, feedback en verschillende<br />

materialen zoals video’s aangeboden. Het lesmateriaal is<br />

visueel ingesteld, wat helpt bij het leren van complexe<br />

onderwerpen. Na afronding van de cursus krijgt u een<br />

toets aangeboden. Als deze wordt gehaald, wordt er<br />

automatisch een certificaat aangemaakt dat u kunt<br />

gebruiken voor het bewijzen van behaalde accreditatiepunten.<br />

14 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Voor grotere organisaties zoals ziekenhuizen<br />

biedt e-learning nog meer voordelen. Soms is<br />

het noodzakelijk in een korte periode grote<br />

groepen van medewerkers te scholen. Deze<br />

activiteiten zijn meestal lastig te organiseren.<br />

Wisseldiensten en hoge werkdruk zorgen<br />

ervoor dat bijna nooit iedereen op tijd de<br />

nascholing kan volgen. Bij e-learning kan<br />

iedereen tegelijkertijd aan de slag. Vaak is<br />

dit de enige manier om organisatiebreed<br />

scholingen succesvol uit te voeren. Een goed<br />

voorbeeld hiervan zijn bij- en nascholingen<br />

op het gebied van rekenen voor verpleegkundigen.<br />

Maar ook voor stafmedewerkers<br />

en leidinggevenden in organisaties biedt<br />

e-learning grote voordelen. Activiteiten zoals<br />

het behalen van accreditatiepunten worden<br />

centraal bijgehouden. Iedere leidinggevende<br />

kan inzicht in de resultaten van zijn medewerkers<br />

verkrijgen en zijn aansturing aan de<br />

behaalde resultaten aanpassen.<br />

E-learning als onderdeel van doelgerichte<br />

nascholing<br />

Uiteraard is e-learning niet bedoeld als vervanging van<br />

bestaande vormen van nascholing. Intercollegiaal overleg,<br />

symposia of praktijkoefeningen zullen ook in de<br />

toekomst een belangrijk onderdeel uitmaken van het<br />

nascholingsaanbod voor verloskundigen. De kracht van<br />

e-learning ligt juist in de combinatie van alle vormen. Het<br />

vak van verloskundige is gebaseerd op een combinatie<br />

van kennis, vaardigheden en sociale competenties. Met<br />

behulp van e-learning kan het opbouwen van nieuwe<br />

kennis optimaal worden ondersteund. Maar regelmatig<br />

contact met collega’s en het oefenen van handelingen,<br />

zijn uitermate belangrijk om de kwaliteit van de zorgverlening<br />

te waarborgen. In de toekomst zouden trainingen<br />

dus aangevuld kunnen worden door middel van e-learning.<br />

In een eerste stap wordt de nodige kennis opgebouwd<br />

of opgefrist. Voordat u na een praktijkoefening gaat hebt<br />

u de mogelijkheid gehad uw theoretische kennis uit te<br />

breiden. Dit biedt de mogelijkheid om tijdens de oefeningen<br />

de praktische handelingen zo effectief mogelijk te<br />

oefenen en individuele vragen die tijdens het gebruik van<br />

e-learning zijn ontstaan, te bespreken met een docent of<br />

collega. Op die manier wordt het leerrendement van<br />

deze nascholing verhoogd. Omdat iedereen voor deel -<br />

name aan een bijeenkomst de mogelijkheid heeft gehad<br />

kennis op te bouwen, kan het niveau van de nascholing<br />

verhoogd worden. Op die manier worden ook bijeenkomsten<br />

interessanter en bieden een grotere meerwaarde<br />

voor u als professional.


<strong>KNOV</strong> en e-learning<br />

Sinds 2009 werkt de <strong>KNOV</strong> aan het idee een online<br />

academie voor leden van de beroepsvereniging aan te<br />

bieden. Tot nu toe is er achter de schermen al het een en<br />

ander gebeurd. Er ligt een concreet plan voor de uitrol<br />

van deze online academie en er wordt op dit moment aan<br />

een eerste online-cursus - specifiek voor verloskundigen -<br />

gewerkt. Deze cursus ontstaat in het kader van een<br />

groter project, ondersteund door het Ministerie van<br />

Volksgezondheid, Welzijn en Sport in samenwerking<br />

met Pharos. Het onderwerp is “Vrouwelijke genitale<br />

verminking”. De e-learning cursus die in het kader van<br />

dit project ontstaat, is voor iedere verloskundige bedoeld<br />

die haar kennis op dit gebied wil uitbreiden. De inhoud<br />

van de module is op het “Standpunt vrouwelijke genitale<br />

verminking” van de <strong>KNOV</strong> gebaseerd. Tijdens het door-<br />

Advertorial<br />

<strong>KNOV</strong><br />

lopen van deze interactieve cursus zult u naast de nodige<br />

medische kennis, ook oefeningen en informatie aangeboden<br />

krijgen over de culturele achtergrond van meisjesbesnijdenis,<br />

het wettelijk kader en interculturele communicatie.<br />

Deze cursus zal eind 2011 aan u aangeboden<br />

worden.<br />

Wilt u meer weten over de plannen van de <strong>KNOV</strong> met<br />

betrekking tot e-learning? Kijk dan regelmatig op onze<br />

website of neem contact op met Mieke Aitink bij de<br />

<strong>KNOV</strong> (maitink@knov.nl). Als u alvast een voorproefje<br />

wilt, kunnen wij u verwijzen na de online academie van<br />

de V&VN die wordt aangeboden door de beroeps -<br />

vereniging in samenwerking met Noordhoff Uitgevers<br />

(http://academie.venvn.nl/). ■<br />

Verena Schmid in Nederland<br />

Je huidige verloskundige kennis vermeerderen met de biologische, psychische en de<br />

meetbare wereld overstijgende kennis naar het gezondheidscheppende (saluto -<br />

genetische) model volgens Verena Schmid. Daarmee ben je beter in staat de<br />

gezondheid van moeder en kind te beschermen, te behouden en zelfs te verbeteren.<br />

Volgens haar model wordt de vrouw zelf in het middelpunt gezet en gesterkt door<br />

het aanbieden van kennis, praktische middelen (oa om om te gaan met baringspijn)<br />

en motivatie. De focus verandert zich van risico naar gezondheid bevorderen!<br />

Na deze driedaagse cursus zul je niet meer de zelfde verloskundige zijn!<br />

Docent: Verena Schmid, verloskundige, oprichtster en hoofd van de opleiding tot<br />

verloskundige te Florenz, schrijfster van boeken over zwangerschap en geboorte,<br />

internationaal verloskundig docent, werd in 2000 beloond met de Astrid Limburg<br />

prijs!<br />

Wanneer: 7,8 en 9 april 2011 te Driebergen. Drie aaneengesloten dagen.<br />

Slechts toegankelijk voor een beperkt aantal verloskundigen (20!).<br />

Prijs € 685,- met koffie, thee, biologische (uitgebreide) lunches. Accreditatie is<br />

aangevraagd. Engels gesproken. Ook voor de docent is het Engels een tweede taal<br />

zodat het taalniveau eenvoudig zal zijn.<br />

Meer informatie en aanmelden: uiterlijk voor 31 januari 2011, mail naar<br />

cobi.v.d.coevering@planet.nl met uw naam, adres, emailadres en tel nr.<br />

Uw aanmelding is definitief na overmaking van het bedrag op rek: 116941782<br />

t.n.v. J.C.A. van de Coevering te Gouderak o.v.v. “cursus Verena Schmid + uw eigen<br />

naam”. De studiedagen worden gehouden op het prachtige landgoed<br />

Kraaybeekerhof Diedrichslaan 25 te Driebergen.<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

15


<strong>KNOV</strong><br />

Anemie in de verloskundige praktijk:<br />

de eerste <strong>KNOV</strong> standaard herzien<br />

Mieke Beentjes, Suze Jans<br />

In 2000 werd de eerste <strong>KNOV</strong> standaard<br />

gepubliceerd. Dit was de standaard Anemie<br />

in de eerstelijns verloskundige praktijk.<br />

Aangezien anemie veel aandacht kreeg in de<br />

verloskundige praktijk en weinig controverse<br />

opriep, werd dit onderwerp destijds gekozen<br />

voor de start van het richtlijnenbeleid van de<br />

<strong>KNOV</strong>. De eerste standaard is inmiddels tien<br />

jaar oud. Hoogtijd dus voor een herziening.<br />

Tijdens de ontwikkeling van de standaard, toen nog<br />

onder auspiciën van TNO, bleek dat anemie tijdens de<br />

zwangerschap in de Westerse wereld helemaal niet zo<br />

veel voorkomt en ook geen ernstige consequenties heeft<br />

voor zowel moeder als kind. Het probleem leek aanwezig<br />

omdat men tot dan toe onvoldoende oog had voor de<br />

fysiologische aanpassingen van het zwangere lichaam<br />

waardoor de diagnose ijzergebreksanemie vaak ten<br />

onrechte werd gesteld.<br />

De standaard zorgde voor een kleine revolutie. Vóór het<br />

verschijnen van de standaard in 2000 werd gemiddeld<br />

drie maal tijdens de zwangerschap het hemoglobine -<br />

gehalte bepaald en kreeg 72% van de zwangeren ijzer<br />

voorgeschreven. De standaard gaf inzicht in de fysio -<br />

logische aanpassingen van het lichaam aan de zwangerschap<br />

en in de achterliggende processen met als doel<br />

de preventie, diagnosestelling en behandeling van ijzergebreksanemie<br />

aanzienlijk te verbeteren. De verloskundige<br />

wist met behulp van wetenschappelijk onderbouwd<br />

beleid onderscheid te maken tussen een laag Hb veroorzaakt<br />

door fysiologische hemodilutie of door een werkelijke<br />

ijzergebreksanemie. Dit leidde tot zwangerschapsduurspecifieke<br />

referentiewaarden waarbij het 5e<br />

percentiel als normaalwaarde voor het Hb werd aangehouden<br />

en waarbij het Hb in principe nog maar twee<br />

maal in de zwangerschap wordt bepaald.<br />

Evaluatie<br />

De standaard werd in 2003 geëvalueerd door het Centre<br />

for Quality of Care Research (WOK) (Offerhaus et al,<br />

2003). Hieruit bleek dat de standaard in principe goed<br />

Mieke Beentjes en Suze Jans hebben als beleidsmedewerkers van<br />

de <strong>KNOV</strong> het herzieningstraject van de standaard Anemie geleid.<br />

16 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

<strong>KNOV</strong>-standaard<br />

Auteurs:<br />

Suze Jans<br />

Mieke Beentjes<br />

KONINKLIJKE NEDERLANDSE<br />

ORGANISATIE VAN VERLOSKUNDIGEN<br />

Anemie in de verloskundige praktijk<br />

Aanbevelingen voor preventie,<br />

diagnostiek en behandeling<br />

was geïmplementeerd. Wel kwamen er een aantal knelpunten<br />

naar voren die gebruikt zijn als uitgangsvragen bij<br />

het literatuuronderzoek (vanaf 2000) voor de herziening<br />

van de standaard.<br />

Nadat de VAS (<strong>Verloskundige</strong> Adviesraad Standaarden,<br />

zie TvV nov. 2010) in 2006 opdracht gaf de standaard te<br />

herzien, is in 2008 een nieuwe werkgroep geïnstalleerd.<br />

Deelnemers aan deze werkgroep waren onder andere<br />

twee verloskundigen die in het verleden deel hebben uitgemaakt<br />

van de oorspronkelijke werkgroep, een verloskundig<br />

actieve huisarts en een tweedelijns verloskundige.<br />

Op basis van de conclusies uit het literatuuronderzoek en<br />

de discussies in de werkgroep over de knelpunten uit de<br />

eerste versie van de standaard, zijn sommige aanbevelingen<br />

uit de oorspronkelijke standaard aangepast en waar<br />

nodig nieuwe aanbevelingen geformuleerd.<br />

Daarbij is ook het format van de standaard zo goed<br />

mogelijk aangepast aan de huidige opzet van de <strong>KNOV</strong><br />

standaarden.


Preconceptiezorg en anemie<br />

Aan de standaard is een hoofdstuk toegevoegd over het<br />

beleid rond anemie tijdens het preconceptionele consult.<br />

Bij een gezonde levensstijl zou anemie in de fertiele<br />

periode van een vrouw nauwelijks voor moeten komen.<br />

Er zijn wel vrouwen die een groter risico hebben op<br />

anemie: vrouwen met afwijkende voedingsgewoonten,<br />

vrouwen met een langdurige of zware menstruatie, vrouwen<br />

die hemoglobinopathie hebben of drager zijn hiervan<br />

en vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst.<br />

Aanbevolen wordt om alleen bij deze vrouwen een Hb te<br />

bepalen. Het verdere beleid indien een laag Hb gevonden<br />

wordt, is afwijkend van het anemiebeleid tijdens de<br />

zwangerschap. Bij een Hb van < 7,5 mmol/l wordt een<br />

ijzergebreks anemie verondersteld en voor een periode<br />

van 6 weken ijzer voorgeschreven. In alle gevallen wordt<br />

de vrouw met anemie doorverwezen naar de huisarts<br />

voor follow-up na 4-6 weken. De huisarts wordt schriftelijk<br />

door de verloskundige geïnformeerd over de uitkomst<br />

van het bloedonderzoek. Met vrouwen uit de risicogroep<br />

voor hemoglobinopathie zoals vrouwen van niet-Noord-<br />

Europese afkomst, wordt de mogelijkheid van dragerschapsdiagnostiek<br />

besproken.<br />

De kraamperiode en anemie<br />

In de eerste editie van de anemiestandaard kreeg anemie<br />

tijdens de kraamperiode weinig aandacht. De indruk<br />

bestond dat de indicaties voor een Hb-controle na de<br />

bevalling niet altijd werden opgevolgd.<br />

De werkgroep heeft daarom besloten om ook aan dit<br />

onderwerp een apart hoofdstuk te wijden. Het beleid<br />

tijdens de postpartum periode is meer in lijn gebracht<br />

met het beleid tijdens de zwangerschap. Dat wil zeggen<br />

het Hb wordt gecontroleerd 4-6 weken na de start van<br />

de behandeling, ongeacht of de behandeling bestaat uit<br />

medicatie of dat de vrouw een bloedtransfusie heeft<br />

gehad. Indien tijdens de partus ruim bloedverlies optrad<br />

of daadwerkelijk een fluxus, is een Hb-controle aan het<br />

einde van het kraambed (7-10 dagen postpartum) geïndiceerd.<br />

Risicogroepen voor anemie tijdens de<br />

zwangerschap<br />

Er zijn drie risicogroepen voor anemie tijdens de zwangerschap<br />

toegevoegd aan deze standaard. Uit de geïnventariseerde<br />

knelpunten bleken veel verloskundigen te<br />

ervaren dat vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst<br />

meer kans op anemie bleken te hebben. Dit is door het<br />

literatuuronderzoek bevestigd. Waarom deze vrouwen<br />

een verhoogde kans hebben is met behulp van beschik-<br />

<strong>KNOV</strong><br />

Wat is er veranderd vergeleken met de standaard uit 2000?<br />

baar onderzoek niet te achterhalen. Mogelijk spelen<br />

sociaaleconomische factoren een rol.<br />

Indien tijdens de eerste controle het bloedonderzoek<br />

inclusief het Hb, via het laboratorium wordt aangevraagd,<br />

wordt meestal ook de uitslag van het MCV doorgegeven.<br />

Het kan voorkomen dat een normaal Hb wordt gevonden<br />

en een afwijkend MCV (


18<br />

zonder klinische aanwijzingen dan ook geen meerwaarde.<br />

Een Hb < 5,6 mmol/l is natuurlijk wel reden voor<br />

verdere diagnostiek naar de mogelijke oorzaak hiervan.<br />

Bij een Hb van die hoogte moet uitgesloten zijn dat er<br />

niet meer achter zit dan alleen ijzergebreksanemie. Is er<br />

geen sprake van pathologie bij de moeder? Zeker voor<br />

een optimale behandeling. Literatuur uit de oude standaard<br />

geeft aan dat een Hb< 5,6 mmol/l samen gaat met een<br />

grotere kans op pathologie. De zwangere wordt hiervoor<br />

naar de huisarts verwezen.<br />

Er is in de literatuur geen verband gevonden tussen een<br />

erg laag Hb en de verhoogde kans op een fluxus of de<br />

veiligheid bij een thuisbevalling. De werkgroep is van<br />

mening dat bij een ernstige anemie in het derde trimester<br />

individueel beoordeeld moet worden of de bevalling<br />

nog thuis gepland kan worden. Zowel de plaatselijke<br />

omstandigheden, de obstetrische anamnese en mogelijke<br />

risicofactoren voor ruim bloedverlies dienen te worden<br />

meegenomen in de beslissing of een thuis bevalling<br />

verantwoord is. Aanbevolen wordt om het nageboortetijdperk<br />

van een barende vrouw met ijzer gebreksanemie<br />

actief te leiden.<br />

Voeding als preventie<br />

Bij de preventie van anemie ligt altijd veel nadruk op het<br />

voorschrijven van ijzerrijke voeding. Veel verloskundigen<br />

geven lijstjes mee met ijzerrijke voeding en adviezen over<br />

wat wel en niet bij de maaltijd te gebruiken om de ijzeropname<br />

te stimuleren. Het voedingsadvies is in de herziene<br />

standaard een stuk vereenvoudigd. Het advies komt neer<br />

op een gezonde en met name gevarieerde voeding waarbij<br />

zoveel mogelijk producten uit de zogenaamde ‘schijf<br />

van vijf’ worden genuttigd. Op het moment dat de<br />

voeding gevarieerd is, zijn de remmende en bevorderende<br />

factoren die een rol spelen bij de ijzerabsorptie in<br />

evenwicht. Een glas melk heeft bijvoorbeeld nauwelijks<br />

invloed op de ijzerabsorptie bij een gevarieerde maaltijd.<br />

Een aangetoonde ijzergebreksanemie is met uitsluitend<br />

goede voeding niet of nauwelijks op te lossen. Goede<br />

voeding is daar in tegen wel een uitstekende preventie.<br />

Medicatie verlaagd<br />

Een van de belangrijkste veranderingen in het beleid<br />

rondom anemie is de aanbeveling om de voorgeschreven<br />

medicatie te verlagen. Het advies is nu om bij een ijzergebreksanemie<br />

in de zwangerschap slechts 1 tablet ferrofumaraat<br />

200 mg per dag voor te schrijven. De ernst van<br />

de aandoening weegt niet op tegen de aanzienlijke bijwerkingen<br />

die vrouwen ervaren bij de medicatie<br />

waardoor tevens de therapietrouw beïnvloedt wordt. In<br />

het afgelopen jaar werd een trial gepubliceerd waarbij<br />

bleek dat met een lagere medicatie de ijzergebreksanemie<br />

even goed behandeld kan worden en daardoor veel<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

<strong>KNOV</strong><br />

minder bijwerkingen veroorzaakt (Zhou et al., 2009).<br />

Aangezien de absorptie van de ijzermedicatie bij inname<br />

tijdens de maaltijd met wel 30-50% kan afnemen, is het<br />

advies om de tablet vóór de maaltijd in te nemen. Bij<br />

aanhoudende klachten, kan dit eventueel na de maaltijd.<br />

In de verloskundige praktijk worden nog veel multi -<br />

vitaminen of alternatieve (kruiden)medicatie als Floradix<br />

voorgeschreven. Voor de therapeutische waarde hiervan<br />

bij de behandeling van ijzergebreksanemie is geen<br />

bewijs. De ijzerabsorptie is afhankelijk van de samen -<br />

stelling van het middel. De samenstelling van deze<br />

middelen is niet altijd duidelijk en wisselt per fabrikant.<br />

De hoeveelheid ijzer in een dergelijke tablet of kruidendrank<br />

is daarbij niet voldoende om een ijzergebreks -<br />

anemie te behandelen. Bovendien zijn deze middelen<br />

vaak duur en worden ze niet vergoed door de zorg -<br />

verzekeraar.<br />

Aandacht voor hemoglobinopathie<br />

Het opsporen van (dragerschap van) hemoglobinopathie<br />

ten behoeve van reproductieve keuzes alleen, hoort in<br />

principe niet in de anemie standaard thuis. Gezien de<br />

relatie met anemie is het wel belangrijk om extra aandacht<br />

aan vrouwen met deze aandoening te besteden.<br />

De samenstelling van de Nederlandse bevolking bestaat<br />

steeds meer uit mensen met verschillende etnische<br />

achtergronden waardoor meer kennis over hemoglobinopathie<br />

noodzakelijk is. In de gehele standaard is daarom<br />

meer aandacht voor de zwangere met (verdenking van)<br />

hemoglobinopathie of met name dragerschap daarvan.<br />

Patiënten met een ernstige hemoglobinopathie zullen<br />

over het algemeen niet door de verloskundige gezien<br />

worden. Zij bevinden zich al in het medische circuit van<br />

specialisten en zijn waarschijnlijk direct verwezen naar<br />

de gynaecoloog. De risicogroep voor dragerschap op<br />

hemoglobinopathie bestaat uit mensen die zelf of wiens<br />

(voor)ouders oorspronkelijk afkomstig zijn uit Afrika,<br />

Zuidoost-Azië, Suriname, Antillen, Middellandse<br />

Zeegebied(Turkije, Marokko), het Midden-Oosten: samenvattend<br />

vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst.<br />

Zowel preconceptioneel als tijdens de zwangerschap<br />

dient de verloskundige alert te zijn op mogelijk hemoglobinopathiedragerschap<br />

bij een laag Hb bij vrouwen<br />

afkomstig uit de risicogroep. Indien tijdens de eerste<br />

controle een laag Hb wordt gevonden bij vrouwen uit de<br />

risicogroep voor hemoglobinopathie, is dragerschaps -<br />

diagnostiek geïndiceerd. De diagnostiek van ijzergebreksanemie<br />

dient bij deze groep uitgebreid te worden met<br />

een ferritine bepaling. In tegenstelling tot wat vaak<br />

gedacht wordt, is de verloskundige bevoegd om dragerschapsdiagnostiek<br />

voor hemoglobinopathie aan te vragen.<br />

Zij dient echter wel bekwaam te zijn om de uitslag te<br />

kunnen inter preteren. Tevens is de aanbeveling om


HbP-dragers te suppleren met 0,5 mg foliumzuur per<br />

dag. Extra achtergrondinformatie over hemoglobinopathie,<br />

inclusief de diagnostiek, is opgenomen in bijlage 2<br />

van de standaard.<br />

Praktijkkaart opgefrist<br />

Er is na consultatie van verschillende verloskundigen in<br />

de commentaarfase gekozen om de nieuwe praktijkkaart<br />

te baseren op het oude model. Wel is de lay-out vernieuwd<br />

en is de informatie aangepast. Adviezen rond<br />

anemie en het preconceptionele consult zijn toegevoegd<br />

en er is minder plaats ingeruimd voor voedingsadviezen.<br />

Anemie in de verloskundige praktijk<br />

praktijkkaart behorend bij de gelijknamige <strong>KNOV</strong>-standaard 2010<br />

Tijdens de zwangerschap wordt het Hb<br />

gecontroleerd op de volgende momenten:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Hb-referentiewaarden (p5-waarden) in mmol/l<br />

7,5<br />

Zwangerschap (in wk Am))<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Postpartum (in wk)<br />

<br />

<br />

Risicogroepen met verhoogde kans op anemie in de zwangerschap (20 wk controle)<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Schema A. Eerste controle hemoglobinebepaling (referentiewaarde tot 14 wk)<br />

Hemoglobinegehalte in mmol/l actie<br />

<br />

<br />

ga door naar schema B<br />

ga door naar schema C<br />

<br />

<br />

Schema B. Vervolgcontrole hemoglobinebepaling bij 20 of 30 weken<br />

zwangerschapsduur hemoglobinegehalte in mmol/l actie<br />

<br />

<br />

ga door naar schema C<br />

ga door naar schema C<br />

<br />

Schema C. Aanvullende diagnostiek d.m.v. MCV-bepaling bij een laag Hb<br />

MCV-gehalte (in fL) actie<br />

<br />

ga door naar schema D<br />

<br />

<br />

Tevens staat er op een rijtje in welke gevallen u de<br />

zwangere met anemie naar de huisarts moet verwijzen<br />

voor verdere diagnostiek.<br />

Samenwerking<br />

Omdat de anemie standaard 2011 zich concentreert op<br />

samenwerking met de huisarts is het van belang dat u<br />

hieraan extra aandacht besteed in uw regio. Ter ondersteuning<br />

voor de regionale samenwerking tussen verloskundigen<br />

en huisartsen werd in 2007 door de NHG in<br />

samenwerking met de <strong>KNOV</strong> de LESA Anemie ontwikkeld<br />

A<br />

B<br />

C<br />

<strong>KNOV</strong><br />

(Verstappen et al., 2007). Verschillende regio’s in Nederland<br />

zijn hier actief mee aan de slag gegaan en hebben gezamenlijke<br />

beleidsafspraken gemaakt. Van belang is dat<br />

deze beleidsafspraken worden herzien nu ook de<br />

standaard van de <strong>KNOV</strong> is herzien. De huidige LESA is<br />

verlopen en zal niet worden herzien. In de toekomst<br />

zullen samenwerkingsafspraken zoveel mogelijk worden<br />

verwerkt in zowel de standaarden van <strong>KNOV</strong> als die van<br />

de NHG. Ook in de huidige anemie-standaard van de<br />

<strong>KNOV</strong> is een hoofdstuk gewijd aan afspraken in de keten<br />

rondom anemie. In de herziene versie van de NHG<br />

standaard Zwangerschap en Kraambed die in 2011<br />

verschijnt, zal ook een aparte samenwerkingsparagraaf<br />

worden opgenomen waarin onder andere het anemie -<br />

beleid wordt besproken. De verwachting is dat het beleid<br />

grotendeels wordt aangepast aan de <strong>KNOV</strong> standaard.<br />

Toetsprogramma<br />

In januari zal ook het bijbehorende toetsprogramma voor<br />

deze standaard uitkomen. Hiermee kunt u samen met de<br />

ITV-groep toetsen hoe het huidige beleid rondom anemie<br />

in uw praktijk is geïmplementeerd en of uw kennis rondom<br />

anemie adequaat is. Bovendien wordt met behulp van<br />

het toetsprogramma duidelijk welke (regionale) afspraken<br />

gemaakt moeten worden om een goede samenwerking<br />

rondom anemie met uw ketenpartners te kunnen<br />

bewerkstelligen.<br />

De werkgroep Herziening anemie standaard bestond uit:<br />

Suze Jans; Mieke Beentjes; Tineke van Dijk; Jan Vinders;<br />

Roelande Kuiperij; Anke Selles; Ton Deerenberg en<br />

Jan Henk Oldenziel. ■<br />

Referenties<br />

Heringa, M. (1998). Computer-ondersteunde screening in de prenatale<br />

zorg [dissertatie]. Groningen: RU Groningen.<br />

Offerhaus, P., Fleuren, M., & Wensing, M. (2003). De impact van de eerste<br />

<strong>KNOV</strong>-standaard voor eerstelijnsverloskundigen. Nijmegen/Leiden:<br />

Centre for Quality of Care Research (WOK)/TNO.<br />

Verstappen, W.H.J.M., Jans, S.M.P.J., Van Egmond, N., Van Laere, A.,<br />

Schippers-van Mourik, M.M.,<br />

Labots-Vogelesang, S.M. et al. (2007). Landelijke Eerstelijns<br />

Samenwerkings Afspraak Anemie tijdens de zwangerschap en kraamperiode.<br />

Utrecht: <strong>KNOV</strong>/NHG.<br />

Zhou, S. J. et al. (2009). Should we lower the dose of iron when treating<br />

anaemia in pregnancy? A randomized dose-response trial. Eur J Clin<br />

Nutr.;63:(2)183-190.<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

19


<strong>KNOV</strong><br />

Stuurgroeprapport zorgt voor goed<br />

bezochte themabijeenkomsten<br />

Over casemanagement, zorgplan, 34 weken huisbezoek en<br />

continue begeleiding<br />

Margriet Weide<br />

Het Stuurgroeprapport houdt heel verlos -<br />

kundig Nederland alweer een jaar bezig. De<br />

<strong>KNOV</strong> heeft na raadpleging van haar leden,<br />

de aanbevelingen over casemanagement, het<br />

zorgplan, het huisbezoek en continue begeleiding<br />

tijdens de bevalling uitgewerkt.<br />

Vervolgens is deze uitwerking aan haar leden<br />

gepresenteerd tijdens de themabijeenkomsten<br />

eind 2010. Maar liefst 624 leden hebben de<br />

themabijeenkomsten bezocht. Een teken dat<br />

het leeft!<br />

Hoe ziet de uitwerking er nu uit en hoe<br />

verliepen de themabijeenkomsten?<br />

Verlaging perinatale sterfte?<br />

Verbetering van kwaliteit!<br />

We weten het allemaal: de Stuurgroep is in het leven<br />

geroepen om te kijken hoe de relatief hoge babysterfte<br />

in Nederland omlaag kan. De kracht van de aanbevelingen<br />

van de stuurgroep is dat ze multidisciplinair tot stand zijn<br />

gekomen. Of deze aanbevelingen ook bijdragen aan<br />

verlaging van de babysterfte moet nog blijken. De <strong>KNOV</strong><br />

verwacht dat die aanbevelingen in ieder geval bijdragen<br />

aan een meer cliëntgerichte zorg en daardoor aan ver -<br />

betering van de verloskundige zorg.<br />

Wat is de belangrijkste boodschap van de<br />

<strong>KNOV</strong>?<br />

Casemanager<br />

De casemanager is een verloskundige die het vaste aanspreekpunt<br />

en vertrouwenspersoon voor de vrouw<br />

is in niet-acute situaties. Zij coördineert het totale zorg -<br />

traject van intake tot en met de eindevaluatie.<br />

Om de continuïteit van de zorg voor de vrouw te<br />

garanderen, krijgt iedere zwangere één verloskundige<br />

toegewezen die alle zorg rond haar coördineert. Zij<br />

neemt het voortouw in alle benodigde, niet-acute<br />

Margriet Weide is beleidsmedewerker <strong>KNOV</strong><br />

20 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

contacten. Zij doet in ieder geval de intake en het tweede<br />

consult waarin zij samen met de vrouw het zorgplan<br />

opstelt. Verder brengt zij het huisbezoek rond de 34ste<br />

week en tenminste één bezoek tijdens de kraamperiode.<br />

Zij verzorgt de overdracht naar de JGZ en huisarts en zij<br />

voert de nacontrole bij zes weken na de bevalling uit.<br />

Tijdens deze momenten evalueert zij de zorg en stelt zij<br />

zo nodig het zorgplan van de vrouw bij. Ook is zij de<br />

aangewezen persoon voor de eindevaluatie. Bij ziekte,<br />

verlof en vakantie draagt zij haar casemanagement over<br />

aan een collega.<br />

Bij overdracht van de vrouw naar de tweedelijn draagt de<br />

casemanager in principe ook het casemanagement over.<br />

Er kunnen echter situaties zijn waarin een gedeeld casemanagerschap<br />

met de eerste-/tweedelijn de voorkeur heeft.<br />

Zorgplan<br />

De casemanager stelt samen met de vrouw rond de<br />

12e week het zorgplan op. Het zorgplan bestaat uit een<br />

aantal vaste onderdelen en wordt daarnaast toegespitst<br />

op iedere individuele zwangere. Dit plan kan gedurende<br />

de zorg veranderen en gaat mee met een eventuele<br />

overdracht naar de tweedelijn.


Een zorgplan draagt bij aan een goede afstemming van<br />

de verwachtingen en behoeftes van de vrouw (en haar<br />

partner) met die van de verloskundige. De zwangere<br />

weet beter wat ze aan zorg kan verwachten en op welke<br />

momenten. De casemanager stelt samen met de vrouw<br />

haar zorgplan op in het tweede consult. Onderdeel van<br />

het zorgplan is het individuele zorgpad van de vrouw<br />

(wanneer komt ze op consult, wat wordt er dan besproken<br />

en gedaan, wanneer is er groepsvoorlichting etcetera).<br />

Ook het geboorteplan met haar wensen en verwachtingen<br />

over de bevalling is een onderdeel van het zorgplan. De<br />

vrouw heeft het zorgplan altijd zelf bij zich zodat bij een<br />

eventuele overdracht haar situatie meteen bekend is bij<br />

de nieuwe zorgverlener. In de toekomst zal het zorgplan<br />

onderdeel zijn van het Perinataal Webbased Dossier: een<br />

elektronisch dossier waar zowel de zorgverlener als de<br />

vrouw inzage in heeft.<br />

Huisbezoek<br />

De casemanager brengt rond de 34 weken zwangerschap<br />

een huisbezoek om, volgens het Stuurgroeprapport, meer<br />

inzicht te krijgen in de mogelijke risico’s voor moeder en<br />

kind in de laatste fase van de zwangerschap, tijdens de<br />

bevalling, de kraamperiode en daarna. Deze inschatting<br />

maakt de verloskundig casemanager en in samenspraak<br />

met de zwangere wordt bepaald waar de bevalling in<br />

principe zal plaatsvinden.<br />

De <strong>KNOV</strong> ziet het huisbezoek bij uitstek als een kans om<br />

de vertrouwensrelatie met de zwangere te verdiepen.<br />

Thuis is er vaak meer tijd en aandacht voor de zwangere<br />

en haar partner dan op het spreekuur. Daarom is de<br />

thuissituatie ook erg geschikt voor het bevallingspraatje<br />

en voor het bespreken van het geboorteplan. Aangevuld<br />

met de medische controles thuis kan het huisbezoek dan<br />

een consult op de praktijk vervangen.<br />

Continue begeleiding tijdens de baring<br />

Iedere zwangere heeft recht op continue begeleiding. De<br />

verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van<br />

de vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig<br />

heeft. De verloskundige draagt zorg voor die begeleiding.<br />

Gezien de enorme voordelen voor moeder en kind, zijn<br />

we met de beroepsgroep al enige tijd aan de gang om<br />

continue begeleiding voor de zwangere te realiseren. De<br />

verloskundige spreekt met de zwangere af dat zij belt als<br />

zij denkt dat de bevalling begonnen is of als ze behoefte<br />

heeft aan het oordeel of ondersteuning van de verloskundige.<br />

Als de vrouw belt dan gaat de verloskundige er<br />

naar toe. Zij beoordeelt dan in welke fase van de baring<br />

de vrouw zich bevindt. Ook beoordeelt zij de draagkracht<br />

van de vrouw en de aanwezige steun en bespreekt de<br />

wensen en verwachtingen van de vrouw en haar behoefte<br />

aan ondersteuning. De verloskundige bepaalt op grond<br />

<strong>KNOV</strong><br />

van haar waarnemingen en in overleg met de vrouw het<br />

vervolgbeleid. Tijdens de latente fase kan, als de vrouw<br />

daar behoefte aan heeft of dit wenselijk is, de kraam -<br />

verzorgster de vrouw begeleiden. Vanaf de actieve fase<br />

blijft de verloskundige bij voorkeur zelf bij de barende.<br />

De vrouw wordt dan dus niet meer alleen gelaten.<br />

Tijdens de actieve fase kan een kraamverzorgster de<br />

verloskundige bijstaan.<br />

Themabijeenkomsten<br />

Gemiddeld werden de avonden beoordeeld met een 7,3.<br />

Veel verloskundigen benaderden de onderwerpen met<br />

een open blik. Positief kritische opmerkingen zijn<br />

gemaakt vooral over de onderbouwing van de effecten<br />

van de Stuurgroepaanbevelingen. Vragen zijn vooral<br />

gesteld over de praktische uitvoering en (financiële)<br />

consequenties.<br />

Inspirerend waren de vele positieve verhalen van verloskundigen<br />

die al ervaring hebben opgedaan met de<br />

onderwerpen.<br />

De verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van de<br />

vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig heeft.<br />

Uit de schriftelijke evaluatie bleek dat van de 624 aan -<br />

wezigen al 50 verloskundigen met casemanagement zijn<br />

begonnen, 34 met het zorgplan, 14 met het huisbezoek<br />

en 148 al met continue begeleiding. Ook veel verlos -<br />

kundigen hebben al een plan om binnenkort aan de slag<br />

te gaan. De meesten willen starten met invoering van het<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

© Bionda Heeringa<br />

21


<strong>KNOV</strong><br />

zorgplan. De werkwijze zal niet overal precies zo zijn als<br />

boven beschreven. Maar het belangrijkste is nu dat we<br />

ervaring op gaan doen en dat de verschillende uit -<br />

werkingen en ervaringen informatie op gaan leveren.<br />

Met deze informatie kunnen we straks het een en ander<br />

definitiever vorm gaan geven.<br />

Oproep<br />

Dat is ook de reden waarom de <strong>KNOV</strong> tijdens de themabijeenkomsten<br />

een oproep aan de leden deed om te<br />

kijken hoe we die onderwerpen in de praktijk kunnen<br />

oppakken. “Kies een onderwerp wat je het meeste<br />

aanspreekt en maak een start. Bijvoorbeeld door eerst op<br />

kleine schaal te beginnen of alleen voor een specifieke<br />

doelgroep. Experimenteer er mee!”<br />

De <strong>KNOV</strong> zal het komende jaar verschillende pilots uitzetten<br />

en initiatieven volgen zodat met die ervaringen<br />

in de hand de ‘best practices’ boven komen drijven en<br />

duidelijk wordt wat de gevolgen zijn voor de praktijk.<br />

Met die gegevens kan de <strong>KNOV</strong> zich vervolgens tot de<br />

financier wenden.<br />

De notitie met een beschrijving van de<br />

<strong>KNOV</strong>-visie over het het casemanagment, het<br />

zorgplan, het huisbezoek en de continue<br />

begeleiding tijdens de baring, kunt u downloaden<br />

van de ledensite van de <strong>KNOV</strong>.<br />

Vervolg<br />

De <strong>KNOV</strong> werkgroep die de pilots gaat begeleiden, is net<br />

gestart. Zij zal binnenkort contact opnemen met diegenen<br />

die op het evaluatieformulier van de themabijeenkomsten<br />

hebben aangegeven hun ervaringen te willen delen of mee<br />

te willen doen aan de pilots. We houden u op de hoogte<br />

over het verloop en de bevindingen van de pilots. ■<br />

22 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Positionering klinisch<br />

Greta Rijninks en Juliet Droog<br />

Klinisch verloskundigen zijn een fenomeen<br />

wat zich sneller ontwikkelt dan randvoorwaarden<br />

bij kunnen houden. Al eerder werd<br />

binnen het MOBG traject (Modernisering<br />

Opleidingen en Beroepsuitoefening in de<br />

Gezondheidszorg) door afgevaardigden van<br />

<strong>KNOV</strong> en NVOG, met financiering van VWS,<br />

een poging gedaan de positie van klinisch verloskundige<br />

te formaliseren. Het lukte niet om<br />

met alle partijen op een lijn te komen. Hoe<br />

urgent de situatie was bleek uit de uitkomsten<br />

van een workshop over de positionering en de<br />

taken van klinisch verloskundigen tijdens de<br />

zeer succesvolle eerste studiedag voor klinisch<br />

verloskundigen in 2008. Zonder supervisie<br />

werden, al dan niet onder druk van de gynaecoloog,<br />

allerlei handelingen verricht waartoe<br />

verloskundigen niet bevoegd zijn. Niet alleen<br />

dit maakte duidelijk dat er iets moest gebeuren,<br />

ook de Inspectie riep ons op snel te handelen.<br />

Lerend uit de gebeurtenissen rondom het<br />

MOBG traject, werd vanuit het platform klinisch<br />

verloskundigen een denktank opgericht.<br />

Onder de bezielende leiding van Geert Gerats<br />

(hoofd belangenbehartiging <strong>KNOV</strong>) en met<br />

ondersteuning van dossierhouder bij het<br />

bureau van de <strong>KNOV</strong>, Lucie Martijn, werden<br />

raamdocumenten opgesteld, waar de afgevaardigden<br />

van de nieuw op te zetten werkgroep<br />

mee aan de slag konden.<br />

Werkgroep <strong>KNOV</strong>-NVOG<br />

De werkgroep van de <strong>KNOV</strong> en NVOG bestond uit drie<br />

klinisch verloskundigen en drie gynaecologen, een externe<br />

voorzitter en een secretaris (zie overzicht). Voor juridisch<br />

advies werd hoogleraar gezondheidsrecht Mw. Prof. Dr.<br />

W.R. Kastelein van de Radboud Universiteit te Nijmegen<br />

uitgenodigd. Van meet af aan was het uitgangspunt om<br />

afspraken te maken die unaniem door de werkgroep<br />

werden gesteund. Basisprincipe van de werkgroep was<br />

“de klinische verloskundige brengt in het obstetrisch<br />

Greta C.Rijninks-van Driel MSc is verloskundige en was tot<br />

19 november 2010 bestuurslid van de <strong>KNOV</strong><br />

J.C.Droog MBA, is klinisch verloskundige en is lid van de<br />

werkgroep klinisch verloskundigen <strong>KNOV</strong>-NVOG


verloskundigen<br />

team haar specifieke deskundigheid in, waardoor in de<br />

perinatale zorg het fysiologisch verloskundig proces in<br />

samenhang met de pathologie wordt begeleidt. Dit leidt<br />

tot hoogwaardige verloskundige zorg.“<br />

De door de werkgroep uitgebrachte nota is goedgekeurd<br />

door beide besturen en geaccordeerd door de Algemene<br />

Ledenvergadering van de NVOG. Vervolgens lag de nota<br />

ter accordering voor aan de leden van de <strong>KNOV</strong> zoals<br />

bijeen in de Algemene Ledenvergadering van november<br />

2010.<br />

Juridische context<br />

Een klinisch verloskundige mag tot op heden doen wat<br />

ze in de initiële opleiding heeft geleerd. Volgens de<br />

Wet BIG artikel 3 zijn verloskundigen bevoegd om voorbehouden<br />

handelingen te verrichten. In de Algemene<br />

Maatregel van Bestuur staat beschreven wat er op de<br />

opleiding tot eerstelijns verloskundige geleerd moet<br />

worden voordat het diploma mag worden ontvangen.<br />

Wat mag dan een klinisch verloskundige? Exact hetzelfde,<br />

ze begeeft zich dus buiten haar deskundigheids -<br />

gebied, wanneer zij op de verloskamers handelingen<br />

uitvoert die hier buiten vallen. Zij is tot op heden niet<br />

bevoegd, maar zij wordt tijdens haar werk cq opleiding<br />

wel bekwaam, haar deskundigheidsgebied is verruimd<br />

ten opzichte van haar initiële opleiding zonder dat dit<br />

formeel geregeld is. Het domein van de klinisch verloskundige<br />

omvat complexere situaties dan buiten het<br />

ziekenhuis. De zorg betreft vaak gelijktijdig meerdere<br />

patiënten, en er is veel vaker sprake van acute problematiek.<br />

Adequate risico-inschatting en triage is dan<br />

essentieel, hiervoor zijn aanvullende competenties nodig.<br />

Bekwaam<br />

In toenemende mate is de opleiding van verloskundigen<br />

ingericht om de eerstelijns verloskundigen zo goed<br />

mogelijk voor te bereiden op de uitoefening van hun<br />

taken. Het aantal stage-uren in de eerstelijn is groot,<br />

zeker als je dat vergelijkt met ongeveer 25 jaar geleden.<br />

<strong>KNOV</strong><br />

Op 1 januari 2009 waren er 573 klinisch verloskundigen<br />

in Nederland van hen is 64% lid<br />

van de <strong>KNOV</strong>. Ter vergelijking: van alle zelfstandig<br />

gevestigde leden is 98% lid van de<br />

<strong>KNOV</strong> [Nivel 2009]. In de afgelopen jaren zijn<br />

er verschillende activiteiten door de <strong>KNOV</strong><br />

ontwikkeld speciaal voor klinisch verloskundigen.<br />

Er is een platform voor klinisch verloskundigen<br />

opgericht, waar viermaal per jaar<br />

afgevaardigden van verschillende ziekenhuizen<br />

elkaar ontmoeten en waar informatie<br />

uitwisseling plaatsvindt. Eenmaal per jaar<br />

organiseert de <strong>KNOV</strong> een studiedag voor<br />

klinisch verloskundigen; deze wordt druk<br />

bezocht. Ook de belangenbehartiging van<br />

klinisch verloskundigen neemt toe. Zo worden<br />

adviezen uitgebracht aan vakorganisaties bij<br />

het collectieve overleg arbeidsvoorwaarden.<br />

Klinisch verloskundigen kunnen in toenemende<br />

mate de <strong>KNOV</strong> helpdesk vinden, waar<br />

adviezen verstrekt worden over o.a. arbeidsrechtelijke<br />

problemen, arbeidstijden en werkdruk.<br />

Sinds kort is het mogelijk om op de <strong>KNOV</strong><br />

website informatie te plaatsen over vacatures<br />

en tijdelijke vervanging. Tevens is een voorzichtige<br />

start gemaakt met het opzetten van<br />

trainingen voor klinisch verloskundigen. Op<br />

hun beurt zijn klinisch verloskundigen steeds<br />

vaker actief binnen de vereniging, zo is er<br />

een vast lid in het bestuur en in de VAS.<br />

Verder zijn zij actief in richtlijnontwikkeling<br />

en geven commentaar op interne en externe<br />

richtlijnen, waaronder die van de NOVG.<br />

De klinische verloskundige brengt in het obstetrisch team<br />

haar specifieke deskundigheid in, waardoor in de perinatale zorg<br />

het fysiologisch verloskundig proces in samenhang<br />

met de pathologie wordt begeleidt.<br />

Dit leidt tot hoogwaardige verloskundige zorg.<br />

Dit is een groot goed, zo leren verloskundigen optimaal<br />

wat het vak inhoudt. Het aantal stage-uren in de kliniek<br />

is echter flink afgenomen en er is op korte termijn geen<br />

ruimte in het overvolle curriculum om dit uit te breiden.<br />

Als we willen dat alle verloskundigen zowel low- als<br />

mediumrisk zorg kunnen leveren moet er extra<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

23


<strong>KNOV</strong><br />

geschoold worden. Een van de redenen om te streven<br />

naar academisering, zodat ook hiervoor meer ruimte<br />

komt. In de tussentijd moet echter duidelijk zijn wat de<br />

klinisch verloskundige kan en mag! Zowel ter bescherming<br />

van de verloskundige, als voor het ziekenhuis, maar<br />

vooral voor de patiënt!<br />

In de denktank van de <strong>KNOV</strong> is hiervoor een model ontwikkeld<br />

(figuur 1). Alle verloskundigen hebben als basis<br />

het eigen wettelijke deskundigheidsgebied. Dan volgt<br />

een uitbreiding van het deskundigheidsgebied voor klinisch<br />

verloskundigen op basis van artikel 15 uit de wet<br />

BIG, het zogeheten specialisten register. Dat betekent<br />

dat de titel ‘klinisch verloskundige’ een beschermde titel<br />

wordt. Iemand mag zich alleen maar klinisch verlos -<br />

kundige noemen indien zij daadwerkelijk in dat register<br />

staat. Zij heeft extra expertise op het gebied van de<br />

pathologisch verlopende verloskunde. In zoverre is dit<br />

vergelijkbaar met echoscopisten, managers en opleiders.<br />

Werkgroep Klinisch <strong>Verloskundige</strong>n<br />

Extern Voorzitter Mr. P.H.G. Engelen<br />

Secretaris Mw. Drs. L.M. Martijn,<br />

<strong>KNOV</strong><br />

Leden namens de NVOG<br />

Dr. A. Franx, gynaecoloog<br />

Dr. A.J. van Loon, gynaecoloog<br />

Mw. dr. J.M. Middeldorp, gynaecoloog<br />

Leden namens de <strong>KNOV</strong><br />

Mw. J.M. Betlem, verloskundige<br />

Mw. Drs. J.C. Droog, verloskundige<br />

Mw. Drs. G.E. Kolkman, verloskundige<br />

Juridisch advies<br />

Mw. Prof. dr. W.R. Kastelein,<br />

hoogleraar Gezondheidsrecht<br />

Ook zij hebben zich ontwikkeld in een specifieke richting,<br />

maar behoren nog steeds tot de beroepsgroep verlos -<br />

kundigen. <strong>Verloskundige</strong>n kunnen zo bevoegd en<br />

bekwaam zijn in specifieke deelgebieden van de verloskundige<br />

zorgverlening.<br />

Specialistenregister<br />

Door instelling van een specialistenregister worden de<br />

bekwaamheden van de klinische verloskundige<br />

omschreven en begrensd. De verantwoordelijkheid en<br />

aansprakelijkheid van zowel de klinische verloskundige<br />

als de gynaecoloog zijn met een specialistenregister<br />

eenduidig geregeld. Daarmee is ook binnen de ziekenhuisorganisatie<br />

duidelijkheid over de rol en de positie van<br />

de klinisch verloskundige. Een wettelijk specialisten -<br />

24 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

register, met de daarbij horende beroeps- en opleidings -<br />

profielen, geeft de nodige flexibiliteit voor mogelijke<br />

veranderingen in de toekomst. Beroeps- en opleidingsprofielen<br />

zijn gemakkelijker dan wetgeving, aan te<br />

passen aan de veranderende eisen in de verloskunde.<br />

Nota<br />

De uitgebrachte nota geeft op hoofdlijnen aan wat van<br />

een klinisch verloskundige verwacht kan worden en wat<br />

niet. Elke verloskundige heeft een eigen medische verantwoordelijkheid<br />

en is tuchtrechtelijk aansprakelijk voor<br />

haar zorg. De staf of maatschap van gynaecologen is<br />

verantwoordelijk voor de organisatiestructuur en het<br />

protocollair vastleggen van afspraken. In de praktijk betekent<br />

dit dat de taken en verantwoordelijkheden van alle<br />

medische teamleden protocollair vastgelegd worden. Het<br />

vastleggen van de verantwoordelijkheden is gebaseerd op<br />

de bevoegdheden van de diverse beroepsbeoefenaren.<br />

De protocollen moeten duidelijkheid geven over enerzijds<br />

de overlegverplichting van de klinisch verloskundige en<br />

anderzijds de supervisie en overlegverplichting van de<br />

gynaecoloog. Deze blijven dus noodzakelijk!<br />

Het uitgangspunt bij verdeling van de werkzaamheden<br />

binnen het ziekenhuis is dat de klinische verloskundige<br />

een risico-inschatting kan maken van de benodigde<br />

obstetrische zorg voor de zwangere en barende, waarna<br />

zij aan de hand van deze risico-inschatting en de locale<br />

afspraken zelfstandig deze zorg verleent, dan wel in<br />

nauw overleg met de gynaecoloog (gedeeltelijk), of wel<br />

dat de gynaecoloog de zorg verleent.<br />

Voor klinisch verloskundige worden de volgende<br />

categorieën van werkzaamheden in de patiëntenzorg<br />

onderscheiden:<br />

1. Het verlenen van protocollair vastgelegde zorg<br />

De klinisch verloskundige begeleidt zelfstandig patiënten<br />

met een verhoogd risico mits dit voor deze patiënt -<br />

groepen binnen haar setting zo is afgesproken én de<br />

zorg voor deze patiëntgroep met dit verhoogde risico<br />

protocollair is vastgelegd. De gynaecoloog is daarbij<br />

verantwoordelijk voor de inhoudelijke protocollen en<br />

voor de multidisciplinaire overlegstructuur.<br />

2. Het verlenen van niet of deels protocollair<br />

vastgelegde zorg<br />

Dit betreft zorg aan patiënten met complexere medische<br />

problematiek, die niet eenduidig in een patiëntengroep<br />

of protocol te plaatsen is. Dit zal altijd onder (beperkte of<br />

strenge) supervisie van de gynaecoloog plaatsvinden.<br />

3. Het starten van behandeling bij calamiteiten<br />

In afwachting van de komst van de gynaecoloog, die<br />

onmiddellijk is ingelicht en komt, start de klinisch verloskundige<br />

de behandeling van calamiteiten. Behandeling<br />

van dergelijke calamiteiten zijn in een lokaal protocol<br />

vastgelegd en worden regelmatig getraind.


Stemverklaring<br />

Tijdens de ALV werd een stemverklaring<br />

tegen het voorstel ‘positie klinisch verlos -<br />

kundigen’ voorgelezen. De stemverklaring<br />

was afkomstig van de afdeling Midwifery<br />

Science, AVAG en het EMGO+/VUmc<br />

Amsterdam.<br />

De tekst luidde als volgt:<br />

“Het is evident dat de positie van klinisch<br />

verloskundigen onduidelijk is en dat deze<br />

beter geregeld moet worden. Wij onder -<br />

steunen dan ook van harte de belangen van<br />

klinisch werkende verloskundigen.<br />

We maken ons echter zorgen over een onwenselijke<br />

tweedeling die mogelijk kan ontstaan<br />

tussen eerstelijns en klinisch werkende verloskundigen.<br />

Er wordt door de opleidingen hard<br />

gewerkt aan de academisering van de verloskunde<br />

opleiding. De eindtermen zullen zo<br />

zijn dat afgestudeerde verloskundigen de<br />

kwalificaties hebben om zowel in de eersteals<br />

in de tweedelijn te kunnen werken. Zij<br />

zijn uiteraard pas bevoegd als zij ook<br />

bekwaam zijn. We pleiten er dan ook voor<br />

om met de invoering van deze nieuwe<br />

opleiding alle verloskundigen blijvend te<br />

registreren in één register.<br />

Laten we met elkaar het belang van één<br />

geïntegreerde kwalitatief hoogstaande en<br />

sterke verloskundige beroepsgroep voor<br />

ogen houden die samen met andere zorg -<br />

verleners streeft naar optimale uitkomsten<br />

voor moeder en kind.”<br />

Ondanks deze stemverklaring stemde een<br />

overgrote meerderheid van de aanwezige<br />

leden in met het voorstel.<br />

Vervolg activiteiten<br />

Goedgekeurd door de Algemene<br />

Ledenvergadering van de <strong>KNOV</strong> dienen<br />

de NVOG en de <strong>KNOV</strong> nu gezamenlijk<br />

bij de Minister het verzoek in<br />

om een specialistenregister Klinisch<br />

<strong>Verloskundige</strong> in te stellen. Vervolgens<br />

stellen <strong>KNOV</strong> en NVOG samen een<br />

orgaan in dat registratie en herregistratie<br />

regelt en de bijbehorende kwaliteits -<br />

bewaking regelt en waarborgt. Hiermee wordt<br />

dan ook gestart met betere, continue educatie en<br />

trainingseisen voor klinisch verloskundigen, zodat deze<br />

<strong>KNOV</strong><br />

verplicht worden en niet langer onderwerp van bezuiniging<br />

zijn. Verder moet nagedacht worden over een overgangs -<br />

reglement voor de reeds werkzame verloskundigen en<br />

moet een beroepsprofiel geschreven worden, gevolgd<br />

door een opleidingsprofiel.<br />

Algemene Ledenvergadering<br />

In de ALV van 19 november 2010 is geopperd dat de<br />

instelling van een specialistenregister zal leiden tot<br />

tweedeling in de beroepsgroep en potentiële verzwakking<br />

van de positie van de eerstelijns verloskundigen.<br />

Het bestuur van de <strong>KNOV</strong> is van mening dat hier alleen<br />

sprake van zou zijn als we dit zelf laten gebeuren. Dat<br />

‘gebeuren’ kan intern, door elkaar af te vallen als eerstelijns<br />

en klinisch verloskundigen. Een andere mogelijkheid<br />

zouden mensen kunnen zijn die menen belang te<br />

hebben bij een dergelijke tweedeling. Wij geloven juist<br />

dat de klinisch verloskundige de brug kan zijn tussen de<br />

eerste- en de tweedelijn en elke zwangere is gebaat bij<br />

zorg door verloskundigen die sterk gepositioneerd zijn.<br />

Tegelijkertijd is actie juist voor die klinisch verloskundige<br />

van belang. Zelfregulering heeft niet gewerkt, en de<br />

positie van klinisch verloskundigen is kwetsbaar doordat<br />

zij tot nu toe afhankelijk waren van locale afspraken. Het<br />

is dan ook een enorme vooruitgang dat de leden van de<br />

Algemene Ledenvergadering van de <strong>KNOV</strong> ingestemd<br />

hebben met het voornemen om een specialistenregister<br />

voor klinisch verloskundigen in te stellen. Waarmee zij<br />

de eerste stap zetten om te regelen wat voor eerstelijns<br />

verloskundigen al lang geregeld is: een duidelijk beroepsprofiel<br />

en eenduidige opleidings- en kwaliteitseisen voor<br />

bij- en nascholing. ■<br />

Figuur 1 model deskundigheidsgebied klinisch<br />

verloskundige<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

25


<strong>KNOV</strong><br />

Aankondiging<br />

Halfdaagse cursus ITV: Evidence Based Medicine (EBM) 2011<br />

In 2010 zijn er vijf EBM trainingen gegeven voor leden<br />

van ITV groepen. Dit was een succes. Vandaar dat de<br />

<strong>KNOV</strong> ook in 2011 EBM trainingen zal aanbieden in<br />

samenwerking met de initiële opleidingen.<br />

Voor het Intercollegiaal Overleg <strong>Verloskundige</strong>n (ITV)<br />

moet per onderwerp objectieve informatie worden<br />

verzameld. Dit blijft een lastig onderdeel van de cyclus.<br />

De <strong>KNOV</strong> wil daarbij graag ondersteuning aanbieden<br />

door een verenigingstraining.<br />

Wilt u dé deskundige worden in uw groep op dit gebied?<br />

Volg dan, (eventueel) samen met een collega uit uw<br />

toetsgroep, de EBM training die de <strong>KNOV</strong> samen met de<br />

verloskundige opleidingen heeft ontwikkeld. Het resultaat<br />

is een compacte en praktische training waarbij de nadruk<br />

ligt op het zoeken van literatuur op internet op basis van<br />

praktijkgebonden vragen. Gezamenlijk wordt er geoefend<br />

om de vaardigheden onder de knie te krijgen.<br />

De training duurt één dagdeel, hoeft niet thuis voor -<br />

bereid te worden en is voor leden gratis.<br />

De training wordt u op de volgende datum aangeboden:<br />

Locatie Academie Verloskunde Maastricht:<br />

dinsdag 01 maart 2011 van 13.00-17.00 uur;<br />

digitale aanmeldingsformulier mailen naar:<br />

kenniscentrum@av-m.nl; info: www.av-m.nl<br />

Locatie Verloskunde Academie Amsterdam:<br />

dinsdag 19 april2011 van 13.00-17.00 uur;<br />

contactpersoon: A. van Aardenne (maandag, dinsdag,<br />

donderdag aanwezig); T: 020-512470<br />

26 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Digitale aanmeldingsformulier naar:<br />

andromeda.vanaardenne@inholland.nl<br />

Locatie Verloskunde Academie Groningen:<br />

maandag 30 mei 2011 van 13.00-17.00 uur;<br />

contactpersoon: E. Stender (maandag, dinsdag,<br />

donderdag aanwezig), T: 050-3610340<br />

Digitale aanmeldingsformulier mailen naar:<br />

eugenie.stender@inholland.nl<br />

Inschrijving geschiedt op basis van binnenkomst.<br />

Wees er snel bij, het aantal plaatsen is beperkt.<br />

Aanmeldingsprocedure<br />

U dient zich aan te melden bij de opleiding die de training<br />

aanbiedt. Het digitale aanmeldingsformulier vind u op de<br />

<strong>KNOV</strong> website en kunt u mailen naar de opleiding van<br />

uw keuze.<br />

Link: http://leden.knov.nl/leden/30Werken_aan_kwaliteit/<br />

20Methodisch_Intercollegiaal_Overleg/35Intercollegiale_<br />

Toetsing_<strong>Verloskundige</strong>n/<br />

Accreditatie is aangevraagd: accreditatienummer:<br />

A 10-024, score 3,5 uur<br />

De EBM training is een <strong>KNOV</strong> verenigingstraining en<br />

wordt u aangeboden door de <strong>KNOV</strong>. Na aanmelding<br />

verwachten wij ook dat u komt. Mocht er onverhoeds<br />

iets tussen komen dan kunt u tot uiterlijk 1 maand voor<br />

de training kosteloos annuleren. Daarna geldt een<br />

no-show-tarief van € 50,- ■<br />

Vooraankondiging Studiedag<br />

Klinisch <strong>Verloskundige</strong>n 2011<br />

Op vrijdag 1 april 2011 organiseert de <strong>KNOV</strong> de vierde<br />

studiedag voor Klinisch <strong>Verloskundige</strong>n in de Domus<br />

Medica in Utrecht.<br />

Het ochtendprogramma bevat interessante voordrachten<br />

over actuele onderwerpen zoals positionering van klinisch<br />

verloskundigen in ziekenhuizen, ketenzorg en weten -<br />

schappelijke studies.<br />

Tijdens het middagprogramma worden interactieve<br />

workshops georganiseerd. Via de website worden het<br />

volledige programma en de aanmeldingsprocedure<br />

bekend gemaakt.<br />

Klinisch <strong>Verloskundige</strong> leden ontvangen persoonlijk een<br />

uitnodiging. De studiedag is ook toegankelijk voor<br />

niet- leden. ■


Kinderwensspreekuur:<br />

Na vier jaar onderhandelen met ZN, de NZa en<br />

het ministerie van VWS zagen zij allen het nut<br />

en de noodzaak van een tarief voor het kinderwensspreekuur<br />

in. Helemaal in de lijn met het<br />

advies van de Stuurgroep Zwangerschap en<br />

Geboorte is preconceptievoorlichting naar de<br />

mening van de <strong>KNOV</strong> een instrument om de<br />

gezondheid van moeder en kind al voor de<br />

zwangerschap te verbeteren, daarmee de<br />

perinatale sterfte terug te dringen en het kind<br />

een goede start te geven. Helaas, half december<br />

besloot de nieuwe minister van VWS<br />

anders: er komt geen tarief voor het kinder -<br />

wensspreekuur en daarmee zet de minister<br />

een streep door alle ondernomen activiteiten<br />

op dit gebied. De <strong>KNOV</strong> is teleurgesteld over<br />

dit besluit en vreest dat het opnieuw niet<br />

opnemen van deze zorg in de basisverzekering<br />

en het uitblijven van een adequaat tarief, de<br />

preconceptiezorg tandeloos en ook dat de al<br />

lopende pilots in gevaar komen.<br />

De activiteiten zijn ingezet omdat algemene preconceptiezorg<br />

een eerstelijns activiteit is. Blijkt tijdens het consult<br />

dat mogelijk problemen te verwachten zijn dan volgt<br />

verwijzing naar de tweedelijn, geheel indachtig de systematiek<br />

van de risicoselectie.<br />

In de opzet en visie verlenen eerstelijns verloskundigen in<br />

principe één consult. Na dit eenmalige consult volgt<br />

mogelijk een interventie: het stoppen met roken programma,<br />

nader onderzoek naar anemie, etc. Interventies<br />

die, naar de mening van verloskundigen, primair in de<br />

eerstelijn thuis horen. Voor dergelijke interventies<br />

verwijzen verloskundigen naar andere voorzieningen in<br />

de eerstelijn waaronder de huisarts. Preconceptiezorg<br />

heeft een gezamenlijk eerstelijns belang.<br />

Dit artikel laat zien dat onze beroepsgroep goed voorbereid<br />

is op het kinderwensspreekuur, welke pilots er zijn<br />

gedaan en nog steeds lopen en dat er geen aanleiding is<br />

voor de minister van VWS om opnieuw de algemene<br />

introductie van deze zorg te vertragen.<br />

<strong>KNOV</strong><br />

geen tarief in de basisverzekering<br />

Inger Aalhuizen en Bernadet Naber<br />

Inger Aalhuizen is beleidsmedewerker <strong>KNOV</strong>,<br />

Bernadet Naber is PR-adviseur<br />

Buiten je praktijk?<br />

Het bespreken van een kinderwens met vrienden en familie<br />

ligt in de taboesfeer. Veel stellen hebben er daardoor<br />

moeite mee om naar een verloskundige praktijk te gaan<br />

voor een kinderwensconsult. ‘De buurvrouw zal je maar<br />

naar binnen zien lopen!’ Daarom kan je overwegen om<br />

de consulten buiten de praktijk op te zetten, bijvoorbeeld<br />

bij een JGZ of OKC. In veel gemeenten stellen zij graag<br />

een ruimte beschikbaar voor het voeren van een kinderwensspreekuur<br />

door een verloskundige. Maar je kunt het<br />

ook uitvoeren bij een welzijnsorganisatie, een diëtiste of<br />

gezondheidscentrum. Bekijk kringbreed wat de mogelijkheden<br />

bij jullie in de buurt zijn.<br />

Drie tips om je kinderwensspreekuur<br />

bekend(er) te maken<br />

1. Wat kan je als verloskundigen zelf doen het kinderwensspreekuur<br />

bekend te maken? Geef een zwangere<br />

vrouw na het eerste consult een ansichtkaart of de folder<br />

over het kinderwensspreekuur mee. Zij kan vriendinnen<br />

en familie hierover vertellen en hen wijzen op<br />

het bestaan van het kinderwensspreekuur.<br />

2. Wijs stellen na een miskraam op het bestaan van een<br />

kinderwensspreekuur.<br />

3. Leg de folder neer in de kraamkamer. Veel aanstaande<br />

zwangeren zitten onder het kraambezoek!<br />

Vóórdat je zwanger wordt<br />

kan de verloskundige<br />

je er alles over vertellen!<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

27


<strong>KNOV</strong><br />

Informatiematerialen<br />

Pak het kinderwensspreekuur nu weer op en maak<br />

gebruik van de landelijk ontwikkelde producten zoals de<br />

folder over het kinderwensspreekuur en de publieks -<br />

brochure Kinderen krijgen? Sta stil bij risico’s op uw werk!<br />

Daarnaast kun je gebruik maken van het Informatiekompas<br />

(medisch) professionals reproductie en arbeid. En u kunt<br />

ook de ansichtkaarten in het Nederlands, Turks en<br />

Arabisch evenals de posters van de <strong>KNOV</strong> opvragen om<br />

te verspreiden.<br />

Pilots die lopen om laag opgeleide vrouwen te<br />

bereiken<br />

Amsterdam<br />

In Amsterdam geven tien verloskundigen voorlichting over<br />

de ontwikkeling van een zwangerschap. Daarbij komt<br />

onder meer aan de orde waarom het belangrijk is om al<br />

voor de zwangerschap te zorgen voor een gezonde leefstijl,<br />

foliumzuurgebruik en medicatie. De voorlichting<br />

wordt gegeven tijdens inburgeringcursussen, bij welzijnsorganisaties,<br />

op VMBO’s (praktisch) en MBO-opleidingen<br />

(niveau 1 en 2)<br />

Leiden<br />

In Leiden worden zorgconsulenten (VECT’ers) ingezet om<br />

laag opgeleide vrouwen het nut te laten inzien van een<br />

preconceptieconsult. Op dit moment hebben zestig<br />

consulten plaatsgevonden met name aan lager opgeleide<br />

en immigrante vrouwen.<br />

Meer!<br />

Ook in Nijmegen, Venlo en Den Bosch, als ook op andere<br />

plaatsen in Nederland pakken de verloskundigen regionaal<br />

de preconceptiezorg op.<br />

Tot slot<br />

Het is een blijft een gemiste kans van de minister om het<br />

preconceptieconsult, waarvoor verloskundig Nederland<br />

klaar staat en dat volledig in de lijn ligt met de aanbevelingen<br />

van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte,<br />

niet op te nemen in het basispakket.<br />

We zijn er klaar voor, we weten dat wij hiermee een<br />

effectief middel in handen hebben om in een vroeg<br />

stadium, jonge stellen te informeren.<br />

We zijn er klaar voor om vanaf de basis een instrument in<br />

te zetten dat waarachtig een bijdrage kan leveren aan het<br />

terugdringen van de problematiek van prenatale sterfte.<br />

Kortom: een gemiste kans en zeker niet motiverend. ■<br />

28 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Voorbeeld uit de praktijk<br />

In de regio Leiden wordt het kinderwensspreekuur<br />

gegeven in De Poort: een groot<br />

gebouw waar diverse activiteiten plaatsvinden,<br />

waaronder prenatale screeningecho’s.<br />

Stellen, die een afspraak willen voor een kinderwensspreekuur,<br />

bellen voor een afspraak<br />

naar De Poort. Het kinderwensspreekuur kan<br />

naar wens van de cliënt plaatsvinden in De<br />

Poort of bij Hara,een centrum van de GGD. In<br />

dit centrum vinden verschillende activiteiten<br />

plaats, zoals: groepsvoorlichting (onder meer<br />

voor migrantenvrouwen over pijn, beweging,<br />

voeding), cursussen (Ontspanning door<br />

Inspanning, Over Grenzen), taalles, Aanpak<br />

Huiselijk Geweld en Advies en Informatie<br />

Gezondheidsbevordering.<br />

Op deze wijze kunnen stellen zich voor de<br />

buitenwereld anoniem laten voorlichten op<br />

een kinderwensspreekuur.<br />

Van links naar rechts:<br />

Els Larsen (lid werkgroep preconceptiezorg kring<br />

Leiden), Jacqueline Zuijderwijk (coördinator van<br />

De Poort), Lotte Kweekel (lid werkgroep<br />

preconceptiezorg Leiden)


Even aandacht voor …<br />

ontschotten<br />

WETENSCHAP<br />

Ontschotten is een nieuwe panacee in de Nederlandse verloskunde. Als we maar<br />

ontschotten dan zijn alle problemen verdwenen, zo lijkt het in de huidige discussie.<br />

Alle problemen? Over welke hebben we het precies? En wat bedoelen we met<br />

ontschotten?<br />

Ik kreeg vorige week van een vriend in de VS een link opgestuurd naar een<br />

geweldige presentatie over het belang van het vragen naar het ‘waarom’ achter<br />

ondernemingen (www.startwithwhy.com), maar eigenlijk achter alles wat we<br />

doen. De video duurt twintig minuten en je MOET hem zien als je je (weer) wilt<br />

afvragen waarom je bepaalde keuzes moet maken in je leven. De reden dat ik hem<br />

hier noem, is dat je hem ook moet zien als je een goede basis wil voor bedenken<br />

van het waarom we ons verloskundig systeem wel of niet zouden willen veranderen.<br />

De centrale boodschap van de video is dat de meeste ondernemingen precies<br />

weten wat ze produceren en ook nog hoe, maar waarom ze dat doen, kunnen ze<br />

vaak niet goed uitleggen. Terwijl het weten van het waarom en het uitleggen ervan<br />

Eerdere uitgaven<br />

aan jezelf en anderen cruciaal is voor succes. Het waarom vertelt wat de drive is<br />

en een visie van een beweging, het hoe en het wat zijn slechts de afgeleiden.<br />

In eerdere uitgaven van ‘Even<br />

Succesvolle bewegingen kunnen hun waarom uitleggen. We laten ons meenemen<br />

aandacht voor…’ kwamen de<br />

en overtuigen vanuit dat waarom, dat geeft de essentie weer en raakt ons in ons<br />

volgende onderwerpen aan de<br />

orde:<br />

hart, het hoe en het wat volgen. Hoe en wat doen er minder toe en kunnen nooit<br />

- De gynaecoloog<br />

leidend zijn.<br />

- De media<br />

Waarom doe ik mijn onderzoek en wat is mijn drive in mijn werk? Ik wil vrouwen<br />

- Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland de best mogelijke bevallingservaring te geven. Dat is een bevallings-<br />

- 12 maart 2010<br />

ervaring die optimaal is voor de vrouw en die uiteraard veilig is voor de baby. Ik<br />

- Allochtone vrouwen, hun<br />

wil eraan werken dat vrouwen niet hoeven kiezen en niet het gevoel hebben dat<br />

zwangerschap en bevalling<br />

- Risico, angst en ons primitieve ze hun eigen welbevinden moeten opgeven voor de gezondheid van hun baby.<br />

brein<br />

De ervaring van vrouwen met hun bevalling, het gevoel controle te hebben, het<br />

- Het bevalcentrum<br />

gevoel dat zij de baby ter wereld brengen en niet de zorgverlener, is essentieel.<br />

- Canada, Engeland, Nederland Het is belangrijk voor de psyche van de vrouw en zelfs als dat ons niet kan schelen,<br />

- Moeder, of kind eerst?<br />

moeten we ons er nog steeds druk om maken, want het is ook belangrijk voor de<br />

- De academisering van de<br />

band van de vrouw met haar baby en daarmee voor het ouderschap dat minstens<br />

verloskunde<br />

achttien jaar gaat duren. Hoe meer interventies, hoe kleiner de kans op een<br />

goede bevallingservaring, hoe slechter de start voor het moeder-kindpaar. Hoe<br />

meer de tweedelijn de normale zwangerschap en bevalling gaat begeleiden, hoe groter de kans op onnodige interventies<br />

en hoe groter de kans op een slechte ervaring. Dat lijkt in het huidige debat iets dat geen aandacht meer mag krijgen. Dat<br />

vind ik heel erg. De rechten van vrouwen worden zo met voeten getreden.<br />

Wat heeft dat met ontschotten te maken? Als ontschotten het hogere doel dient, namelijk zo veel mogelijk vrouwen een<br />

veilige en goede bevallingservaring geven, dan is het een geweldig idee. Dan moeten we goed nadenken hoe we continuïteit<br />

leveren van zorg, hoe we de wensen van vrouwen respecteren, hoe we verlies van controle minimaliseren en hoe we de<br />

overdracht beter regelen dan we nu doen. Maar dan blijven we zorgen voor een sterke eerstelijn, om onnodig medicaliseren<br />

te voorkomen. Als ontschotten betekent dat de tweedelijn de regie voert en dat verloskundigen gaan werken voor de<br />

gynaecoloog hebben we een verkeerde drive en denken we alleen in wat en hoe en niet meer in waarom-ook-al-weer?<br />

Dan verdwijnt de zelfstandige verloskundige als poortwachter en case manager. Er is geen wetenschappelijke evidence dat<br />

daarmee de perinatale sterfte zal dalen en voor vrouwen kan daar alleen maar ellende van komen.<br />

Met alle partijen die willen ontschotten om de vrouw centraal te stellen, moet een goed gesprek worden gevoerd. De<br />

prangende vraag daarbij moet zijn: waarom? Als het antwoord is: ‘om de babysterfte te verlagen’, moeten er twee wedervragen<br />

zijn: ‘waar is de evidence?’ en ‘waar is de vrouw?’. ■<br />

Simone Buitendijk, Buitengewoon hoogleraar Eerstelijns Verloskunde en Ketenzorg, AMC/UvA & TNO<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 29


WETENSCHAP<br />

<strong>Verloskundige</strong>nzorg in cijfers<br />

Praktijken van de Deliverstudie<br />

Judith Manniën, Trudy Klomp, Evelien Spelten<br />

Het afgelopen anderhalf jaar hebben twintig<br />

verloskundigenpraktijken veel werk verricht in<br />

het kader van de grootschalige Deliverstudie<br />

(www.deliver-studie.nl), om de eerstelijns<br />

verloskundige zorg in Nederland in kaart te<br />

brengen. Hieronder wordt beschreven welke<br />

praktijken dit zijn, hoe de werving is verlopen<br />

en wat de kenmerken van deze praktijken<br />

zijn.<br />

De auteurs zijn verbonden aan de Afdeling Midwifery Science,<br />

AVAG en het EMGO+ Instituut voor Gezondheid en Zorg, VUmc<br />

Kenmerken van de deelnemende praktijken aan de Deliver-studie<br />

30 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

De Deliverpraktijken zijn gerecruteerd op basis van zogenoemde<br />

‘purposive sampling’. Er werd getracht praktijken<br />

te vinden die samen een afspiegeling vormen van de<br />

nationale verdeling van praktijken qua regio, urbanisatiegraad<br />

en type praktijk (groepspraktijk of duo-praktijk).<br />

Voornamelijk werden praktijken benaderd waarmee het<br />

projectteam van de Deliver-studie en de AVAG al bekend<br />

waren en/of waarvan werd verwacht dat de kans op deelname<br />

groot was. Helaas konden (of wilden) ruim twintig<br />

van de meer dan veertig benaderde praktijken niet deelnemen<br />

aan de Deliver studie, voornamelijk vanwege tijdgebrek.<br />

Uiteindelijk werd het doel van twintig deel -<br />

nemende praktijken wel gehaald. De kenmerken van<br />

Plaats Naam Provincie Regio Urbanisatie Type Respons<br />

cliënten1<br />

Amsterdam Verloskunde Centrum West Noord-Holland Midden Urbaan Groepspraktijk 24%<br />

Deventer Anno Overijssel Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 51%<br />

Eelde 't Stroomdal Drenthe Noord Ruraal Groepspraktijk 61%<br />

Elburg <strong>Verloskundige</strong> Praktijk<br />

't Klaverblad Gelderland Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 63%<br />

Franeker Verloskunde Praktijk de Tantes Friesland Noord Ruraal Duopraktijk 67%<br />

Groningen <strong>Verloskundige</strong> Stadspraktijk Groningen Noord Urbaan Groepspraktijk 36%<br />

Haarlem Bolwerk Noord-Holland Midden Urbaan Groepspraktijk 58%<br />

Heerhugowaard <strong>Verloskundige</strong>npraktijk<br />

Heerhugowaard Noord-Holland Noord Ruraal Groepspraktijk 52%<br />

Nunspeet De Triangel Gelderland Midden Ruraal Groepspraktijk 49%<br />

Roosendaal Roos Noord-Brabant Zuid Urbaan+ruraal Groepspraktijk 47%<br />

Nieuwerkerk a/d IJssel Een Goed Begin Zuid-Holland Zuid Urbaan+ruraal Groepspraktijk 48%<br />

Sneek Verloskundig Centrum Sneek Friesland Noord Urbaan Groepspraktijk 53%<br />

Veenendaal Maatschap <strong>Verloskundige</strong>n<br />

Veenendaal Utrecht Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 57%<br />

Venlo Astrea Limburg Zuid Urbaan+ruraal Groepspraktijk 51%<br />

Wageningen De Bakermat Gelderland Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 60%<br />

Winschoten Leda Praktijk voor<br />

Verloskunde Groningen Noord Ruraal Groepspraktijk 55%<br />

Winterswijk Wel en Wee <strong>Verloskundige</strong>n Gelderland Midden Ruraal Groepspraktijk 60%<br />

Zaandam Lavita Noord-Holland Midden Urbaan Groepspraktijk 38%<br />

Zierikzee Lena Zeeland Zuid Urbaan+ruraal Duopraktijk 53%<br />

Zwolle <strong>Verloskundige</strong> Praktijk Zwolle Overijssel Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 63%<br />

1 Percentage van alle cliënten dat minimaal 1 vragenlijst heeft ingevuld. Voorlopige cijfers dd 30-9-2010.


De hier beschreven gegevens zijn afkomstig<br />

van de Deliver-studie (Data EersteLijns<br />

Verloskunde, 2009-2010) naar de actuele<br />

kwaliteit, organisatie en toegankelijkheid van<br />

de verloskundige zorg. Het onderzoek is een<br />

initiatief van de AVAG en wordt uitgevoerd<br />

door EMGO+ in samenwerking met het NIVEL.<br />

De dataverzameling vond (voor namelijk)<br />

plaats in twintig verloskundigenpraktijken.<br />

Gegevens zijn verzameld op cliëntniveau<br />

(vragenlijsten, LVR data, zwangerschapskaartgegevens,<br />

video-opnames, focusgroepen),<br />

verloskundigeniveau (vragenlijsten,<br />

dagboek met werkgerelateerde activiteiten)<br />

en praktijkniveau (vragenlijst).<br />

(http://www.deliver-studie.nl)<br />

deze praktijken zijn weergegeven in de tabel. Het zuiden<br />

van het land is iets ondervertegenwoordigd in de studie.<br />

Qua urbanisatiegraad en type praktijk zijn de deelnemende<br />

praktijken een goede afspiegeling van de nationale situatie<br />

(Hingstman L. Kenens RJ., 2009). De mediane grootte<br />

van de praktijken was 378 zorgeenheden in 2008, en<br />

varieerde van 100 tot 920 zorgeenheden.<br />

Elke deelnemende praktijk ondertekende aan het begin<br />

van de studie, in 2009, een contract waarin zij aangaven<br />

in principe aan alle onderdelen van de studie mee te<br />

zullen werken. Echter, gedurende de studie bleek dit voor<br />

enkele praktijken toch niet haalbaar. Hierbij zal hebben<br />

meegespeeld dat op het moment van rekrutering van de<br />

praktijken nog niet alle studieonderdelen bekend waren.<br />

Over de basisdataverzameling waren wel duidelijke<br />

afspraken gemaakt. De belangrijkste werkzaamheden<br />

voor de verloskundigen hiervoor waren: gedurende een<br />

jaar alle cliënten informeren over de Deliverstudie en<br />

maandelijks een overzicht maken van nieuwe cliënten,<br />

gedurende een week een tijdregistratie bijhouden en<br />

eenmalig zelf een vragenlijst invullen. Daarnaast werden<br />

in de loop van 2010 zes praktijken gezocht waar videoopnames<br />

gemaakt konden worden van intakegesprekken<br />

en werd aan alle praktijken verzocht om ook vragenlijsten<br />

te laten invullen door verloskundigen en door<br />

cliënten en hun partners over prenatale screening.<br />

Hierdoor kostte de studie meer tijd dan de verloskundigen<br />

hadden verwacht.<br />

Het grote aantal onderzoekers, dat verbonden is aan de<br />

Deliverstudie, maakte het soms ook lastig om de data -<br />

verzameling goed te coördineren. Zo bleek er verwarring<br />

te ontstaan bij de verloskundigen toen zij ongeveer tegelijkertijd<br />

drie vragenlijsten uit verschillende deelprojecten<br />

ontvingen, waardoor ze niet door hadden dat het<br />

WETENSCHAP<br />

verschillende vragenlijsten betrof en zij (in eerste instantie)<br />

niet alle vragenlijsten invulden.<br />

Inmiddels is de gegevensverzameling bijna afgerond en<br />

zijn er op allerlei manieren (vragenlijsten, interviews,<br />

focusgroepen, video-opnames, LVR-registratie) zeer veel<br />

nuttige gegevens verzameld in de twintig deelnemende<br />

praktijken. Het betreft multidisciplinaire gegevens over de<br />

praktijken, verloskundigen, samenwerkende zorgverleners,<br />

cliënten en hun partners. Een leerpunt voor vervolgstudies<br />

is om voorafgaand aan elke onderzoek zeer duidelijk in<br />

kaart te brengen wat er precies van wie wanneer verwacht<br />

wordt en hoeveel tijd dat kost. Dit maakt het voor<br />

deelnemers makkelijker zich aan het onderzoeksprotocol<br />

te houden, wat de kwaliteit van de dataverzameling ten<br />

goede zal komen. ■<br />

Referenties<br />

Hingstman L. Kenens RJ. Cijfers uit de registratie van verloskundigen, peiling<br />

2009. NIVEL 2009).<br />

U p g r a d e Y o u r F u t u r e<br />

Talmor is er voor eerstelijns zorgverleners die<br />

investeren in hoge kwaliteit van zorg. Graag vragen<br />

we je aandacht voor de volgende twee events:<br />

De dag van de Assistent 2011<br />

Verras je (praktijk)assistente met een dag waarop zij zich<br />

kan opladen en nieuwe energie en inzichten opdoen. Op de<br />

is er onderlinge uitwisseling,<br />

verwennerij en zijn er diverse vakinhoudelijke en creatieve<br />

workshops om uit te kiezen. Een originele en leerzame blijk<br />

van waardering voor het visitekaartje van je praktijk!<br />

Transculturele Zorg<br />

Zorg op maat voor de allochtone zwangere vraagt om<br />

aanvullende kennis en vaardigheden. Talmor organiseert<br />

daarom het seminar vol nieuwe<br />

informatie en diverse workshops. Een nieuwe, leerzame<br />

benadering van culturele overeenkomsten en verschillen.<br />

Ook geschikt voor klinisch verloskundigen en assistenten!<br />

Dag v/d Assistent: 15/2/11 /11 (Arnhem)<br />

Transculturele zorg: 25/1/11 (Amsterdam)<br />

Voor meer Informatie: kijk op www.talmor.nl of bel met<br />

Ruth Evers 06-24742472 of met Marije Zuidervaart tel:<br />

06-50744612 Inschrijving via e-mail naar: info@talmor.nl<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

31


Professioneel en integer?<br />

Wij zoeken mensen die niet<br />

alleen hun vak verstaan, maar<br />

vooral mensen verstaan.<br />

Een behandeling begint<br />

namelijk met hoe je iemand<br />

behandelt. Je ziet onze<br />

patiënten als onze gasten<br />

en als goede ‘gastvrouw of<br />

gastheer’ leef je jezelf in hun<br />

ervaringswereld in. Samen<br />

met ons ga je voor kwaliteit<br />

en resultaat.<br />

Maasstad Ziekenhuis. Van ons allemaal.<br />

Bij het Maasstad Ziekenhuis staan gastgerichtheid en goede medische zorg in alle facetten met stip bovenaan de<br />

prioriteitenlijst. Dit blijft niet onopgemerkt: we staan in de AD topvijf van beste ziekenhuizen en scoren goed bij de<br />

Elsevierranking! We werken eraan STZ-ziekenhuis (Stichting Topklinische ziekenhuizen) te worden. Als vernieuwend<br />

ziekenhuis breiden we steeds uit. Het Maasstad Ziekenhuis investeert in mensen en in hightech medische apparatuur.<br />

Vanaf 1 maart 2011 bieden wij optimale zorg in onze nieuwbouw bij NS-station Lombardijen.<br />

De poli gynaecologie is onderdeel van de zorgeenheid Gynaecologie, Obstetrie en Kindergeneeskunde. Per<br />

1 maart 2011 hebben we in ons nieuwe ziekenhuis de beschikking over twee moderne echokamers. Ons team van<br />

drie echoscopisten werkt nauw samen met de gynaecologen, arts assistenten en doktersassistenten. Wij zijn er trots<br />

op te kunnen vertellen dat we een ambitieus team gynaecologen hebben en op onze afdeling heerst een goede<br />

collegiale sfeer. Met twee naaste collega’s ga je spreekuur draaien. In verband met zwangersschap van één van de<br />

collega’s bieden we in eerste instantie een jaarcontract aan. Wij zoeken een<br />

ECHOSCOPIST VOOR DE POLI<br />

GYNAECOLOGIE (PARTTIME)<br />

Jij<br />

− bent een gediplomeerd echoscopist<br />

− bent gecertificeerd voor prenatale counseling, NTL<br />

en SEO<br />

− interpreteert, bespreekt en rapporteert<br />

onderzoeksresultaten<br />

− werkt binnen vastgestelde richtlijnen en protocollen<br />

en stelt hierin prioriteiten<br />

− bent communicatief vaardig, denkt klantgericht en<br />

handelt met tact en integriteit<br />

− bent bereid om arts assistenten en stagiaires te<br />

begeleiden<br />

− bent bereid om af en toe een avondspreekuur te<br />

draaien<br />

Wij<br />

− verlenen zorg aan een boeiende, diverse<br />

patiëntenpopulatie<br />

− werken in een flexibel en collegiaal team<br />

− stimuleren bijscholing en verdere ontwikkeling in<br />

je vak<br />

− bieden je een afwisselende baan voor 28–32 uur<br />

per week<br />

− stellen professionele kwaliteit en klantgerichtheid<br />

centraal in al ons handelen<br />

− vragen bij aanstelling een Verklaring Omtrent<br />

Gedrag (VOG)<br />

Meer weten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique van Manen, teamleider zorg, bereikbaar<br />

via 010 – 291 18 59.<br />

Arbeidsvoorwaarden conform CAO Ziekenhuizen. Solliciteren kan via ons online sollicitatieformulier.<br />

Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.<br />

Het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven is één van de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen in Nederland.<br />

We zijn innovatief en ambitieus en we bieden onze medewerkers een dynamische werkomgeving. Een baan in het Catharinaziekenhuis<br />

geeft volop mogelijkheden voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Binnen de afdeling Gynaecologie en Verloskunde<br />

is er een tijdelijke vacature (ter vervanging van zwangerschaps- en ouderschapsverlof) voor de functie van:<br />

verloskundige (20 - 36 uur)<br />

De Kraamafdeling en de afdeling Verloskunde beschikken<br />

over zeven verloskamers, twee labour-rooms, achttien<br />

bedden verloskunde en vijftien wiegen.<br />

Functie-inhoud en eisen In deze functie richt u zich op<br />

een breed gebied van verloskunde in een groot regionaal<br />

ziekenhuis. U begeleidt verloskundigen en artsen die<br />

in opleiding zijn. U bent in het bezit van het diploma<br />

Verloskunde en de BIG-registratie. Klinische ervaring en/of<br />

ervaring als eerstelijns verloskundige strekt tot aanbeveling.<br />

U bent bereid te werken in wisselende diensten (vroege, late,<br />

nacht en weekenddiensten). U heeft affi niteit met opleiden.<br />

Arbeidsvoorwaarden De functie is ingedeeld in FWG<br />

60. De overige arbeidsvoorwaarden zijn conform CAO-<br />

Ziekenhuizen.<br />

Inlichtingen en sollicitatie Inlichtingen over deze<br />

vacature kunt u inwinnen bij Hans Bijsterveld, manager<br />

verpleegafdeling Gynaecologie en Verloskunde,<br />

of Ingrid de Leeuw, verloskundige,<br />

tel.nr. (040) 239 81 50 / 81 40.<br />

Uw schriftelijke sollicitatie kunt u tot<br />

26 januari 2011 per mail sturen naar<br />

infosollicitatie@cze.nl.<br />

Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld


Nieuwsbrief - januari 2011, jaargang 7<br />

Moeder-kind binding:<br />

wat betekent dat?<br />

Altaweli R, Roberts J. Maternal-infant bonding: a concept analysis.<br />

British Journal of Midwifery 2010; 18: 552-559<br />

Het begrip ‘moeder-kind binding’ (m-kb) is geïntroduceerd in 1976 door<br />

de Amerikaanse kinderartsen Klaus en Kennell en wordt tegenwoordig te<br />

pas en te onpas gebruikt. In dit artikel wordt een analyse van het begrip<br />

beschreven, omdat het een belangrijk concept is dat de fysieke en<br />

psychologische ontwikkeling van het kind kan beïnvloeden.<br />

Er is gezocht in woordenboeken naar de betekenis van binding en m-kb.<br />

Voor een overzicht van theorievorming over m-kb is gezocht in<br />

databases als Pubmed en Maternity and Infant care. De auteurs hebben<br />

daarnaast de karakteristieken van het begrip m-kb gedefi nieerd, zoals<br />

‘een unieke gebeurtenis die één persoon aan een andere verbindt’. Er is<br />

gezocht naar onderscheid met verwante begrippen zoals hechting. Hechting<br />

is een onderdeel van de m-kb: hechting is een interactioneel proces<br />

en m-kb is meer dan dat. M-kb begint in de zwangerschap en resulteert<br />

in liefde en hechting. Er zijn drie cases beschreven: een modelcasus<br />

waarin alle elementen van m-kb optimaal aanwezig zijn, een casus met<br />

het andere uiterste en één er tussenin.<br />

M-kb wordt bevorderd door huid-op-huid contact direct postpartum,<br />

borstvoeding en ‘rooming-in’. M-kb kan negatief beïnvloed worden door<br />

medicalisatie van de geboorte. Het is aan te bevelen vrouwen met een<br />

kinderwens al preconceptioneel vertrouwd te maken met het begrip<br />

m-kb en het belang van m-kb.<br />

www.kennispoort-verloskunde.nl<br />

Cerebral palsy en de relatie<br />

met de Apgar Score<br />

PKveim Lie K, Grøholt E, Eskild A. Association of cerebral<br />

palsy with Apgar score in low and normal birthweight infants:<br />

population based cohort study. BMJ 2010: 341: c4990<br />

De defi nitie van cerebral palsy (CP) luidt: een verzameling van<br />

blijvende afwijkingen in de ontwikkeling van houding en beweging,<br />

die een beperking in activiteit veroorzaken en worden toegeschreven<br />

aan niet-progressieve verstoringen in de ontwikkeling van de<br />

hersenen, foetaal of bij het kind. De diagnose CP wordt gesteld op<br />

basis van alleen klinische symptomen. Er is al veel onderzoek<br />

gedaan naar de oorzaken van CP. De Apgar Score is een maat voor<br />

de vitaliteit van de pasgeborene. In dit Noorse onderzoek wordt het<br />

verband tussen 5 minuten Apgar Score (AS


34<br />

Proefschrift: Hartmonitoring<br />

van ongeboren baby via fECG<br />

Margo Graatsma. Monitoring of fetal heart rate and uterine<br />

activity. 18 november 2010, Universiteit Utrecht<br />

Een nieuwe techniek maakt het mogelijk om langdurig de foetale<br />

conditie te bewaken met ECG-plakelektroden (fECG) bevestigd op<br />

de zwangere buik. Dat laat Margo Graatsma zien in haar<br />

proefschrift, waarop ze 18 november promoveerde in Utrecht.<br />

Het herkennen van afwijkende foetale hartfrequentiepatronen<br />

komt van pas bij gecompliceerde zwangerschappen, zoals<br />

diabetes mellitus of groeiachterstand van de foetus.<br />

Ten opzichte van de bestaande methode (ultrageluid) biedt de<br />

ECG-techniek een aantal voordelen, zoals langdurige, non-invasieve<br />

metingen en een betere herkenning van afwijkende hartfrequentiepatronen.<br />

Daarnaast kunnen deze plakelektroden ook de<br />

activiteit van de baarmoederspier (= weeën) registreren, waarmee<br />

mogelijk efficiënte weeën kunnen worden onderscheiden van<br />

inefficiënte weeën. De nieuwe methode voor foetaal ECG &<br />

weeënregistratie is ontwikkeld door Monica Healthcare en is in<br />

het kader van dit onderzoek gevalideerd. In totaal is bij 150<br />

zwangeren (zwangerschapsduur tussen 20 en 41 weken)<br />

gedurende gemiddeld 15 uur een eenmalige fECG-meting<br />

verricht. Daarnaast is bij 22 vrouwen tijdens de bevalling een<br />

gelijktijdige meting gedaan van abdominaal fECG met plakelektroden<br />

en fECG zoals gemeten met de schedelelektrode.<br />

(bron: Universiteit Utrecht)<br />

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat fECG-metingen<br />

kwalitatief goed zijn, met name gedurende de nacht wanneer de<br />

zwangere slaapt en het foetale ECG-signaal niet wordt verstoord<br />

door elektrische (spier)activiteit. De methode is volstrekt<br />

non-invasief en kan dankzij het kleine formaat van de ECG/<br />

weeën-recorder langdurig worden gebruikt, zonder belemmering<br />

van de mobiliteit van zwangeren.<br />

kennispoort-verloskunde.nl<br />

heart rate<br />

www.kennispoort-verloskunde.nl<br />

Agis-onderzoek:<br />

internet vaker geraadpleegd<br />

dan verloskundige<br />

Zorgverzekeraar Agis<br />

heeft laten onderzoeken<br />

waar zwangere<br />

vrouwen hun<br />

informatie vandaan<br />

halen. Het betreft een<br />

(bron: AGIS)<br />

schriftelijk onderzoek,<br />

dat is gehouden onder 4.000 vrouwen die contact hebben gehad met<br />

de Kraamzorglijn van Agis in de periode april-mei 2010. De respons<br />

bedroeg 35%, oftewel 1.380 vrouwen hebben meegedaan.<br />

Uiteraard scoort de verloskundige hoog als informatiebron (68%), maar<br />

het internet is voor zwangere vrouwen de meest belangrijke<br />

informatiebron (75%). Daarnaast haalt 51% van de vrouwen de<br />

informatie over haar ongeboren kind en alles om de zwangerschap<br />

heen uit tijdschriften. Vrienden en familie geven de meeste informatie<br />

aan 42% van de vrouwen.<br />

Van de zwangere vrouwen, die het internet als een van de belangrijkste<br />

informatiebronnen beschouwt, zoekt meer dan de helft (62%) naar<br />

informatie over de ontwikkeling van de ongeboren baby. Ook<br />

kraamzorg is een interessant onderwerp voor de aanstaande moeders:<br />

59% van hen zoekt hier meer informatie over, gevolgd door informatie<br />

over zwangerschapskwalen( 53%), de bevalling zelf (47%) en<br />

‘vergoedingen vanuit zorgverzekering’ (46%).<br />

Verder valt het verschil op tussen vrouwen zonder kinderen, en die met<br />

meer kinderen: hoe méér kinderen een vrouw heeft, hoe minder ze<br />

naar informatie zoekt. Nullipara zoeken het liefst naar informatie over<br />

de bevalling zelf, terwijl vrouwen met meerdere kinderen vaker op zoek<br />

zijn naar informatie over vergoedingen en voedingsadvies.<br />

kennispoort-verloskunde.nl<br />

geboortezorg


PreCare studie: studieprotocol<br />

van lopend onderzoek<br />

Delahaije DHJ, Bruinse HW, van der Post JAM et al. Costeffectiveness<br />

of recurrence risk guided care versus care as usual<br />

in women who sufferd from early-onset preeclampsia including<br />

HELLP syndrome in their previous pregnancy (the PreCare study).<br />

Study protocol. BMC Pregnancy and Childbirth 2010,10:60.<br />

Zwangeren met pre-eclampsie en/of HELLP (Hemolysis Elevated<br />

Liverenzymes Low Platelets) in de vorige zwangerschap hebben een<br />

herhalingsrisico: 0-31% op pre-eclampsie en 3-7% op HELLP. Maar<br />

voor de meeste van deze zwangeren verloopt de volgende zwangerschap<br />

ongecompliceerd.<br />

De PreCare studie, waarvan hier de opzet beschreven wordt, gaat een<br />

eerder ontwikkeld predictiemodel gebruiken en valideren. Het<br />

predictiemodel geeft, bij gebruik in de dagelijkse praktijk, een schatting<br />

van het individuele herhalingsrisico van de zwangere. De PreCare<br />

studie heeft als tweede doel de kosten-effectiviteit van extra zorg versus<br />

normale zorg tijdens de huidige zwangerschap te onderzoeken.<br />

In dertien ziekenhuizen wordt een zogeheten 'before-after studie'<br />

uitgevoerd. De groepen die vergeleken worden zijn een groep die,<br />

retrospectief, (intensief) begeleid werd volgens lokaal protocol voor<br />

pre-eclampsie/ HELLP in de vorige zwangerschap (de before-groep).<br />

En een prospectieve groep, waarvan alleen diegenen met een<br />

individueel ingeschat verhoogd risico de intensieve begeleiding krijgen<br />

(‘after’-groep). In deze groep krijgen vrouwen met een als normaal<br />

ingeschat risico de standaard zwangerschapsbegeleiding. De primaire<br />

uitkomstmaat is het vóórkomen van herhaalde pre-eclampsie/ HELLP<br />

in de groep die standaard begeleiding kreeg. De kosteneffectiviteit voor<br />

en na invoering van het predictiemodel wordt berekend. Daarbij wordt<br />

de uitkomst voor zowel moeder als kind gebruikt.<br />

De resultaten van de studie kunnen vertaald worden in nieuwe<br />

aanbevelingen voor de NVOG-richtlijn hypertensieve aandoeningen<br />

tijdens de zwangerschap.<br />

HELP, mijn perineum<br />

Shek KL, Dietz HP. Intrapartum risk factors for levator trauma. BJOG 2010;117:1485-1492<br />

Postpartum blijkt bij 15-35% van de vrouwen na een vaginale baring, de<br />

belangrijke bekkenbodemspier ‘musculus levator ani’ beschadigd te zijn.<br />

Het kennen van de risicofactoren voor het optreden ervan kan een reductie<br />

geven in het later optreden van een prolaps. Deze studie had als doel om<br />

zowel macrotrauma als microtrauma te meten door middel van ultrasound.<br />

(Dit gebeurde in een tertiar centrum in Sydney).<br />

Er werden 488 nulliparae geïncludeerd. Alle vrouwen werden tussen de 36<br />

en 38 weken zwangerschap geïnterviewd en kregen een vierdimensionale<br />

echo van de bekkenspieren.<br />

Drie tot vier maanden na de bevalling werden het interview en de echo<br />

herhaald door een assessor, geblindeerd voor de data van de bevalling. Er<br />

werd macrotrauma gediagnosticeerd als op drie slides van de echo een<br />

Een grens van 38 weken<br />

Hutcheon JA, Lisonkova S, Magee LA et al. Optimal timing of<br />

delivery in pregnancies with pre-existing hypertension. BJOG<br />

2010 Nov 4. doi: 10.1111/j.1471-0528.2010.02754.x.<br />

Het blijft een spannende beslissing of je moet ingrijpen in een<br />

zwangerschap die gecompliceerd wordt door een chronische<br />

hypertensie, mogelijk gecompliceerd met zwangerschapshypertensie.<br />

Je moet het risico afwegen dat het kind ineens overlijdt als je niet<br />

ingrijpt, tegen het risico van neonatale sterfte en morbiditeit als je<br />

ingrijpt. In de Verenigde Staten werden tussen 1995 en 2005 171.669<br />

eenlingzwangerschappen geanalyseerd met een zwangerschapsduur<br />

van 36-41 weken, die niet gecompliceerd werden door andere<br />

risicofactoren. De primaire uitkomstmaat was doodgeboorte, neonatale<br />

mortaliteit en ernstige neonatale morbiditeit (neonatale convulsies,<br />

respiratoire problemen en een Apgar score 3).<br />

Het risico op doodgeboorte<br />

bleek stabiel tussen 36 en 38<br />

weken: 1 per 1000 zwangerschappen.<br />

Daarna was er een<br />

toename in doodgeboorte met<br />

een maximum van 3,5 per<br />

1.000 bij 41 weken. De<br />

neonatale mortaliteit en<br />

ernstige morbiditeit vertoonden<br />

een tegengesteld beeld:<br />

(bron: BJOG)<br />

als er ingeleid werd bij 36<br />

weken was de prevalentie 137 per 1.000 en bij 38 weken 26 per 1.000<br />

kinderen. Voorbij de 39 weken stabiliseerde het risico. Het doen van<br />

een sectio caesarea bleek het meest risicovol bij 41 weken zwangerschap<br />

(32,1%); het minst bij 38 weken (22,4%) en bij 36 weken<br />

bedroeg het risico 28%.<br />

De onderzoekers concluderen dat het optimale punt van ingrijpen bij<br />

vrouwen met een door chronische hypertensie gecompliceerde<br />

zwangerschap ligt bij 38-39 weken, als de afweging wordt gemaakt van<br />

de risico’s voor het kind om dood te gaan of ernstige neonatale<br />

morbiditeit op te lopen.<br />

abnormale spieraanhechting te zien was. Er waren analysedata van 240<br />

vrouwen: bij 32 vrouwen trad er een macrotrauma op (normaal vaginaal<br />

bevallen 22/186; na vacuüm 3/34 en na forceps 7/20). Na multivariate<br />

analyse bleef de forcipale extractie een risicofactor (OR 3.83;1.34-10.94).<br />

Microtrauma, een onomkeerbare overrekking van de bekkenbodemspieren,<br />

werd beschouwd als een > 20% toename van de opening tussen<br />

de spieren in een aangespannen toestand (Valsalva). Microtrauma ontstond<br />

bij 28,5% van de vaginaal bevallen primiparae. Er werd een positieve<br />

associatie gevonden met de duur van de uitdrijving. Het optreden van<br />

schouderdystocie bleek geassocieerd, maar niet significant. Het krijgen van<br />

een epiduraal intrapartum werkte beschermend tegen het optreden van<br />

microtraumata (OR 0.42,0.19-0.93).<br />

35


36<br />

Proefschrift: Liever MLPA<br />

dan karyotypering<br />

Elisabeth Boormans. Rapid aneuploidy detection (RAD) in<br />

prenatal diagnosis. 21 oktober 2010, Universiteit Leiden<br />

Wat verdient de voorkeur om foetale chromosomale afwijkingen te<br />

detecteren: de bekende methodiek karyotypering of MLPA (Multiplex<br />

ligation-dependent probe amplification)? Deze ‘nieuwe’ test (sinds 2003<br />

beschikbaar) detecteert de meest voorkomende chromosomale<br />

afwijkingen (trisomie 13, 18, 21 en niet-mozaïek geslacht chromosomale<br />

afwijkingen) op ongekweekte vruchtwatercellen. Dit promotieonderzoek<br />

betreft een grote prospectieve klinische vergelijkende studie om de twee<br />

grondig te evalueren. Daarbij is niet alleen naar de diagnostische<br />

kenmerken gekeken van de twee testen, maar ook naar de impact op de<br />

kwaliteit van leven van patiënten, de kosten en de voorkeur van patiënten<br />

en artsen.<br />

De M.A.K.E. (MLPA En Karyotypering, een evaluatie) studie concludeert<br />

dat MLPA even nauwkeurig is als karyotypering: 100% sensitiviteit<br />

(0.99-1.00) en specificiteit (0.999-1.00) voor afwijkingen van chromosoom<br />

X, Y, 13, 18 of 21. In totaal werden 4.585 vruchtwatersamples<br />

onderzocht van zwangere vrouwen met een indicatie voor vruchtwaterpunctie<br />

op basis van maternale leeftijd (36 jaar of ouder), een verhoogd<br />

risico op downsyndroom na prenatale screening, danwel op verzoek. Van<br />

26 (0,6%) samples waren de testuitslagen niet gelijk, en vond karyotypering<br />

een chromosale afwijking, die MLPA niet kan detecteren. Daarvan was<br />

er in 3 gevallen sprake van een ernstige afwijking, waarbij in 1 geval tevens<br />

echoscopische afwijkingen werden gezien. 3 zwangerschappen werden<br />

afgebroken op basis van de extra informatie. Kortom, MLPA gecombineerd<br />

met echoscopische screening mist dus 2/4.585 (=0.004%) van de<br />

ernstige afwijkingen.<br />

MLPA is wel veel sneller en goedkoper: De periode tussen de vruchtwaterpunctie<br />

en de terugkoppeling van de uitslag aan de patiënt was 3 dagen<br />

(IQR 3-7) voor MLPA en 18 dagen (IQR 16-21) voor karyotypering. MLPA<br />

was 47% goedkoper dan karyotypering. Een overstap naar MLPA gevolgd<br />

door karyotypering in geval van een chromosomale afwijking, leidt ten<br />

opzichte van alleen karyotypering tot een aanzienlijke kostenverlaging met<br />

weinig verlies van informatie. De meerkosten voor de detectie van de<br />

zeldzame ernstige afwijking die alleen met karyotypering wordt vastgesteld<br />

ligt boven de 350.000 euro per afwijking.<br />

Ten slotte is onderzocht wat de voorkeur is van patiënten en artsen ten<br />

aanzien van breed of smal testen. Zorgverleners (verloskundigen, klinisch<br />

genetici, klinisch cytogenetici, verloskundigen en huisartsen) geven de<br />

voorkeur aan RAD boven karyotypering. De meningen van zwangere<br />

vrouwen waren bijna gelijkwaardig verdeeld tussen RAD en karyotypering.<br />

De onderzoekers prefereren de invoering van een vrije individuele keuze in<br />

de prenatale diagnostiek. Zo kunnen ouders, verantwoordelijk voor de zorg<br />

van hun kind besluiten na niet-directieve counseling welke test voldoet aan<br />

hun individuele behoefte en risico.<br />

kennispoort-verloskunde.nl<br />

mlpa<br />

www.kennispoort-verloskunde.nl<br />

Ervaringen met een<br />

zwangerschapsafbreking<br />

Kelly T, Suddes J, Howel D et al. Comparing medical versus<br />

surgical termination of pregnancy at 13-20 weeks of gestation: a<br />

randomised controlled trial. BJOG 2010;117:1512-1520<br />

Zwangerschapsafbreking tussen de<br />

13 en 20 weken zwangerschap<br />

heeft een grote impact op degenen<br />

die het ondergaan. In Engeland<br />

werden in een tertiair<br />

opleidingscentrum, de MTOPmethode<br />

(Medical Termination of<br />

Pregnancy) en de STOP-methode<br />

(Surgical Termination of Pregnancy)<br />

vergeleken. Er werden 122<br />

vrouwen gerandomiseerd: 60 in de<br />

MTOP en 62 in de STOP-groep.<br />

12 vrouwen besloten de zwangerschap te behouden. De follow up<br />

was 60%. In de MTOP kregen vrouwen 200 mg mifepristone oraal<br />

toegediend, gevolgd door 5 doses misoprostol. Als de abortus niet op<br />

gang kwam, dan volgden maximaal 5 doses mifepristone. Was er nog<br />

geen abortus, dan werd alsnog de zwangerschap chirurgisch<br />

afgebroken. Bij de STOP werd er, onder algehele narcose, onder de<br />

15 weken zwangerschap een vacuümaspiratie verricht. Boven de 15<br />

weken werd er, na dilatatie van de cervix, een evacuatie verricht.<br />

Als uitkomstmaat gold: stress 2 weken na de ingreep (impact of<br />

events scale: IES) en acceptatie (wie zou de volgende keer dezelfde<br />

ingreep kiezen). In de MTOP-groep was de IES-score hoger dan bij de<br />

vrouwen in de STOP-groep. De vrouwen hadden de afbreking als veel<br />

ingrijpender ervaren en de procedure werd ook veel erger ervaren<br />

dan van tevoren was verwacht. 53% van deze vrouwen zou de MTOP<br />

weer kiezen in vergelijking met 100% uit de STOP-groep. De groepen<br />

waren even tevreden over de informatieverstrekking, counseling, zorg<br />

en nazorg.<br />

Colofon: Kennispoort Verloskunde is een initiatief van de Samenwerkende<br />

Opleidingen Verloskunde (SOV). Deze maandelijkse nieuwsbrief verschijnt ook<br />

als emailversie. Aanmelden kan gratis op www.kennispoort-verloskunde.nl,<br />

het grootste kennisplatform voor Nederlands verloskundig onderzoek.<br />

Postbus 2040<br />

3000 CA ROTTERDAM<br />

e-mail: redactie@kennispoortverloskunde.nl<br />

telefoon: 020 - 89 434 11<br />

Hoofdredactie:<br />

Paul Heere (Limetree Business Refreshment)<br />

Redactieraad:<br />

Elies de Geus (AVAG), Judith Manniën (AVAG/EMGO),<br />

Irene Korstjens (AVM), Stans Verschuren (VAR),<br />

Bernadette Kroon (AVAG).


Suze Jans<br />

Raymond de Vries:<br />

een derde hoogleraar voor de<br />

verloskunde in Nederland<br />

Op 16 november 2010 heeft de Academie<br />

Verloskunde Maastricht, Hogeschool Zuyd,<br />

Raymond de Vries aangesteld als hoogleraar<br />

Midwifery Science bij de Universiteit Maastricht.<br />

Hij werd op 18 november tijdens een ochtendsymposium<br />

op de Hogeschool voorgesteld aan<br />

de buitenwereld. Zijn inaugurele rede zal in<br />

mei 2011 plaatsvinden. Reden genoeg voor<br />

een nadere kennismaking met deze sociaal<br />

wetenschapper uit de Verenigde Staten.<br />

Met een naam als Raymond de Vries (1951) kan het niet<br />

anders dan dat er Nederlandse voorouders in het spel<br />

zijn. En dat klopt ook en nog niet eens zo ver in het verleden:<br />

Alle vier zijn grootouders komen uit Nederland en<br />

zijn echte Friezen. Hij spreekt en schrijft zelfs Nederlands,<br />

niet vloeiend maar hij redt zich aardig. Een van zijn drie<br />

kinderen, z’n dochter, is terug gegaan naar haar roots en<br />

woont tegenwoordig in Nederland. Zij is net bevallen van<br />

zijn eerste kleinkind. “Thuis” vindt hij zelf, ze hoefde<br />

alleen voor het laatste stukje naar het ziekenhuis “en dat<br />

telt niet”, vertelt hij trots.<br />

Alhoewel dat uiteraard niet de reden is dat hij is aangesteld<br />

als hoogleraar in Maastricht, is dit wel de aanleiding<br />

geweest die ooit zijn interesse heeft gewekt voor de<br />

Nederlandse verloskunde.<br />

Raymond de Vries studeerde sociologie aan de<br />

Universiteit van Californië en kwam uiteindelijk terecht<br />

op de Universiteit van Michigan, eerst als buitengewoon<br />

hoogleraar en al snel als Hoogleraar Bioethics en Medical<br />

Education.<br />

Hoe komt een Amerikaanse socioloog als hoogleraar<br />

Midwifery Science terecht in Nederland? Met andere<br />

woorden wat heeft ooit zijn interesse in de verloskunde<br />

als onderwerp voor sociologisch onderzoek<br />

gewekt?<br />

Well this is how the story goes, zegt hij (voor het gemak<br />

doen we het interview toch maar in het Engels): “Ik was<br />

Suze Jans is lid van de redactie<br />

ONDERWIJS<br />

nog bezig met mijn masters opleiding terwijl mijn vrouw<br />

zwanger was van ons eerste kind. En tja, hoe doe je dat<br />

eigenlijk, bevallen?! Dus we verdiepten ons in de literatuur.<br />

In die tijd bestond er underground movement in<br />

Californië die alternatieven bood voor de traditionele<br />

bevalling in het ziekenhuis onder leiding van de gynaecoloog.<br />

Ons eerste kind werd in het ziekenhuis geboren<br />

onder begeleiding van een verloskundige. Dit ging zo<br />

voorspoedig dat mijn vrouw zich afvroeg waarom ze<br />

hiervoor in hemelsnaam naar het ziekenhuis moest?!”<br />

De twee volgende kinderen werden thuis geboren en<br />

Raymond’s interesse was gewekt. Hij verdiepte zich<br />

verder in de literatuur en vroeg zich af hoe het eigenlijk<br />

zat met de verloskundigen in de Verenigde Staten? Dit<br />

onderwerp werd in die tijd slechts nog door paar anderen<br />

bestudeerd waaronder de antropoloog Robbie Davies-<br />

Floyd en de socioloog Barbara Katz Rothman (bekend<br />

van het boek The tentative pregnancy red.). Ook<br />

Raymond begon onderzoek op dit gebied. Hij ontdekte<br />

vele artikelen over het “Mekka” van de Nederlandse<br />

verloskunde. Halverwege de jaren ’90 kwam Raymond<br />

de Vries daarom naar Nederland om onderzoek te verrichten<br />

naar de historie en het functioneren van het<br />

Nederlandse verloskundige systeem. In 2005 publiceerde<br />

hij de resultaten van dit onderzoek in het boek A pleasing<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

37


38<br />

ONDERWIJS<br />

birth, midwives and maternity care in the Netherlands.<br />

Hierin beschrijft hij vanuit een historisch, filosofisch en<br />

sociaal perspectief de unieke Nederlandse cultuur die<br />

ondersteunend is voor de thuisbevalling en de zelfstandige<br />

positie van verloskundigen.<br />

Hij heeft een uitgebreide kennis van zowel de Nederlandse<br />

als de Amerikaanse bevalcultuur en de ins en outs van de<br />

verloskunde. Hij gelooft dat angst een rol speelt wanneer<br />

artsen (lees gynaecologen) het beleid moeten bepalen in<br />

het ziekenhuis. Het gaat in de VS niet om het geld in<br />

tegenstelling tot wat veel mensen denken. They are not<br />

greedy doctors, zegt hij. I am a sociologist. “Het zijn<br />

goed gesocialiseerde mensen, die dokters en ze zien<br />

enge dingen tijdens de bevallingen in de ziekenhuizen.<br />

Het proces is niet te controleren en een sectio wel, zeker<br />

als deze gepland is en een ziekenhuis voelt daarbij als<br />

een veilige omgeving.”<br />

Een hoogleraar vinden voor een verloskundige beroepsgroep<br />

die zelf nog niet is geacademiseerd is niet makkelijk.<br />

Via hun contacten kwam de AVM in aanraking met<br />

Raymond en een ontmoeting vond plaats in Utrecht. En<br />

alhoewel de opleiding meteen enthousiast was, zag<br />

Raymond zelf in eerste instantie alleen maar beren op de<br />

weg. Maar ze wisten hem te overtuigen dat hij met<br />

behoud van zijn baan in Michigan, de nieuwe functie<br />

hier zou kunnen uitvoeren.<br />

Maar hij is geen verloskundige en ook nog een<br />

man; hoe kijkt hij daar zelf tegen aan?<br />

Hij kaatst meteen terug dat de directeur van de <strong>KNOV</strong><br />

ook een man is evenals de hoofdredacteur van het TvV…<br />

Maar als serieus antwoord zegt hij you need a man to<br />

speak to the men : “Ik kom van buiten af en niemand<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

kent me. Nederland is klein en het verloskundige wereldje<br />

is nog kleiner. Dan helpt het als niemand je kent.<br />

Bovendien breng ik ook de (uitstekende) reputatie van de<br />

Universiteit van Michigan met me mee.<br />

Hoe ziet hij de positie van een nieuwe hoogleraar<br />

in Maastricht in het licht van de andere twee hoogleraren<br />

midwifery science?<br />

“Ik breng sociaal culturele kennis met me mee, bovendien<br />

ben ik een goede academische schrijver. Simone<br />

Buitendijk heeft politieke aanwezigheid en is een epidemioloog.<br />

Eileen Hutton is verloskundige, zij en ik zijn er<br />

om te helpen met het opbouwen van de body of<br />

knowledge. Wij kunnen onze netwerken gebruiken om<br />

mensen samen te brengen.” Ze vullen elkaar goed aan<br />

deze drie hoogleraren: ieder heeft een eigen kennisniche<br />

met betrekking tot de wetenschap in de verlos -<br />

kunde. Hiermee krijgen de Nederlandse verloskundigen<br />

de kans om zich wetenschappelijk breed te kunnen ontwikkelen<br />

waarbij iedere vakgroep zijn eigen specialiteit<br />

zal hebben.<br />

Hij was vooraf gewaarschuwd over de recente artikelen in<br />

de Nederlandse media met betrekking tot de perinatale<br />

sterfte cijfers. Hij kent de geschiedenis van de discussies<br />

over de voor- en nadelen van het Nederlandse systeem<br />

als geen ander. Recent stond hij in het NRC met een<br />

prachtige allegorie waarin het Utrechtse onderzoek<br />

vergeleken wordt met de verwaaide veren uit een kussen<br />

die niet meer bij elkaar te rapen zijn (NRC 13 nov 2010<br />

p. 10). Hij zegt erover: Het sociologische en historische<br />

perspectief is wat ik mee breng en dit is kennis die we<br />

kunnen gebruiken. Het hele Utrechtse verhaal is eigenlijk<br />

onderdeel van de continuing story of lets find some data


to show that the system is… en nu lijkt het net alsof ik<br />

denk dat ze het expres zo doen, maar dat is ook weer niet<br />

zo. Het gebeurt zonder dat mensen er bij nadenken. Het<br />

geldt eigenlijk ook voor beide kanten van de discussie.”<br />

Wat ziet hij als de uitdagingen binnen het domein<br />

van Midwifery Science?<br />

“Het zijn er drie: Ten eerste; verloskunde is niet makkelijk<br />

want alhoewel een uterus een uterus is, verschillen<br />

mensen wezenlijk van elkaar. De uitdaging is de invloed<br />

die deze verschillen op het geboorteproces hebben te<br />

begrijpen. Ten tweede hebben we te maken met de<br />

dominante rol van obstetrische wetenschap. Het wetenschappelijke<br />

succes van de gynaecologen voert de boventoon.”<br />

Onderzoek door verloskundigen wordt ten<br />

onrechte minder serieus genomen dan het onderzoek<br />

uitgevoerd door artsen. Hij vergelijkt het met bier: waarbij<br />

het onderzoek geproduceerd door de gynaecologen<br />

gezien wordt als het echte bier en het onderzoek van<br />

verloskundigen beschouwt wordt als “light”, eigenlijk<br />

een soort Buckler. De derde uitdaging is de technologie.<br />

Technologie is zo’n enorm onderdeel van ons dagelijks<br />

leven geworden; we hebben allemaal smartphones,<br />

computers. Apparaten zijn aantrekkelijk. Hij zegt “de<br />

technologie is er om ons te helpen, dus vrouwen denken<br />

dat de technologie hun beste vriend is. Maar juist in de<br />

verloskunde is dat niet altijd waar.”<br />

Wat is zijn visie voor de nieuwe afdeling?<br />

Waar wil hij naar toe en wat zijn z’n plannen?<br />

“Obstetrisch gezien hebben we een enorme weten -<br />

schappelijke vooruitgang geboekt maar deze focust voornamelijk<br />

op pathologie. But we need something more.<br />

Het verloskundig onderzoek concentreert zich juist op de<br />

fysiologie en de grotere context waarin zwangerschap en<br />

geboorte zich bevinden. We hebben wetenschap nodig<br />

die niet alleen de pathologie bekijkt maar ook de sociale<br />

en psychologische omstandigheden waarin vrouwen en<br />

hun gezinnen. Wat is de invloed van cultuur en de maatschappij<br />

op het reproductieve proces?<br />

Hij vindt het ook van groot belang dat verloskundig<br />

onderzoek, ook in Nederland, een internationale focus<br />

moet hebben: “De verloskundige zorg verschilt enorm in<br />

de hele wereld. Je zou het kunnen zien als een soort<br />

laboratorium waarin je consequenties van diverse zorg -<br />

systemen kunt bestuderen”. Nederland is in een uit -<br />

stekende positie om hier een leidende rol in te spelen<br />

denkt hij. Juist vanwege de bijzondere organisatievorm<br />

die uitstekende kansen biedt om de fysiologie van het<br />

geboorteproces te bestuderen en daarbij naar samen -<br />

werkingsmogelijkheden te zoeken voor de betrokken<br />

zorgverleners.<br />

ONDERWIJS<br />

Sommige verloskundigen zullen misschien ook<br />

denken wat kan een onderzoeker uit Amerika,<br />

een land waar de bevalling zo vreselijk is gemedicaliseerd,<br />

ons nu leren?<br />

Zijn antwoord klinkt niet nieuw: Het is opvallend dat hij<br />

het zelfde opmerkt als Nicky Leap en Pat Brody (zie interview<br />

TvV nov 2010): what the Dutch could use is a kind<br />

of activist mentality that the American midwives have.”<br />

We kunnen van elkaar leren. Dat is waarom internationale<br />

verloskunde zo belangrijk is. Het helpt ons met het<br />

generen van ideeën voor het verbeteren van de zorg.<br />

We hoeven geen dikke vrienden te zijn, maar zo vijandig<br />

tegen over elkaar te staan is niet constructief. Hij spreekt<br />

daarom liever van “frenemies”. Hij zegt: “De beste zorg<br />

voor vrouwen komt tot stand als de beide beroepsgroepen<br />

samenwerken. Belangrijke kennis gaat verloren als de<br />

ene beroepsgroep de ander controleert.” Dit pleit voor<br />

het behoud van de autonomie voor de Nederlandse<br />

verloskundige. “Het is tijd” zegt hij, “om de strijdbijl te<br />

begraven en een manier te vinden waarbij vrouwen en<br />

hun kinderen centraal staan”.<br />

De inaugurele rede van Prof. Raymond de Vries zal op<br />

donderdag 26 mei 2011 plaatsvinden in de aula van de<br />

Universiteit van Maastricht. De vakgroep Midwifery Science<br />

bestaat uit: Raymond de Vries, Marianne Nieuwenhuijze,<br />

Marlein Ausems, Luc Bude, Darie Daemers, Tamar van<br />

Haaren, Marijke Hendrix, Irene Korstjens, Evelien van<br />

Limbeek, Hennie Wijnen en Bert Zeegers. ■<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 39


Relinde van der Stouwe<br />

ONDERWIJS<br />

Al enige decennia wordt de videocamera ingezet<br />

om verloskunde studenten vaardigheden<br />

aan te leren. Meestal gaat het daarbij om<br />

gespreksvaardigheden. Tegenwoordig worden<br />

ook beeldopnamen gemaakt in verloskamers<br />

als middel om te reflecteren op het handelen<br />

tijdens acute situaties. Onlangs werd de videocamera<br />

voor het eerst in eerstelijns verlos -<br />

kundige praktijken gebruikt voor wetenschappelijke<br />

onderzoek.<br />

Deliver<br />

Het Deliver-onderzoek verzamelt gegevens over de actuele<br />

eerstelijns verloskundige zorgverlening. Twintig verloskundigen<br />

praktijken, verspreid over Nederland, doen mee<br />

aan deze studie. Van ongeveer 8.000 vrouwen worden<br />

gegevens verzameld over het verloop van hun zwangerschap,<br />

bevalling en de zorgverlening. Daarnaast lopen er<br />

zeven deelstudies naar specifieke onderdelen van de verloskundige<br />

zorg.<br />

Op verschillende wijzen worden gegevens verzameld:<br />

cliënten en verloskundigen vullen vragenlijsten in, er wordt<br />

tijdgeschreven en natuurlijk wordt de LVR gebruikt. Ook<br />

zijn in zes verloskundigen praktijken video-opnamen van<br />

de intake gemaakt. Deze opnamen leveren een schat aan<br />

informatie op over de inhoud van de intake, de tijds -<br />

investering, de communicatie tussen verloskundige,<br />

zwangere en partner, de vragen van de cliënte enzovoort.<br />

Drie promovendi, te weten Linda Martin, Janneke Gitsels<br />

en Monique Pereboom hopen met de video-opnamen<br />

specifieke informatie te verkrijgen voor hun deelonderzoek.<br />

Linda Martin onderzoekt de counseling over prenatale<br />

screening, Janneke Gitsels bekijkt de rol van religie<br />

Relinde van der Stouwe is redacteur van dit tijdschrift<br />

40<br />

Video-opnamen in de<br />

verloskundige praktijk<br />

De eerste ervaringen in de Deliver-studie<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

bij de keuze voor wel/geen deelname aan prenatale<br />

screening en Monique Pereboom richt zich op infectieziekten.<br />

De drie promovendi wacht een enorme klus. Er<br />

zijn 400 opnamen gemaakt; iedere onderzoeker zal zo’n<br />

150 uur aan opnamen bekijken en analyseren.<br />

Vertrouwelijk<br />

Niet alle Deliver-praktijken waren direct even enthousiast<br />

om video-opnamen te maken. <strong>Verloskundige</strong>n hadden<br />

bezwaren bij het idee dat een eerste contact met hun<br />

cliënten werd gefilmd. Het zou de vertrouwelijkheid<br />

schaden. Dat bleek in de praktijk erg mee te vallen.<br />

Onderzoeker Janneke Gitsels, die als verloskundige zelf<br />

ook deelnam aan de video-opnamen in haar praktijk in<br />

Zaandam, vertelt over haar ervaringen. “Natuurlijk<br />

vonden mijn collega’s en ik het spannend, maar op een<br />

gegeven moment heb je geen erg meer in de camera. Bij<br />

ons stond de camera op een muurtje en was gericht op<br />

de verloskundige. De vrouw en haar partner werden op<br />

de rug gefilmd. Vooraf legden we hen het doel van de<br />

opname goed uit; dat het geen opname voor televisie<br />

was. De meeste mensen vonden het geen probleem. Een<br />

echtpaar dat hun zevende kind verwachtte, reageerde<br />

met “jullie hebben al zoveel voor ons gedaan, we doen<br />

ook graag iets voor jullie”. Slechts een of twee keer<br />

kreeg ik het gevoel dat een vrouw tijdens het gesprek<br />

wat terughoudend reageerde vanwege de opname.<br />

Dat gebeurde bijvoorbeeld toen ik vroeg naar geslachtsziekten.<br />

Voor dat moment liet ik het zo, en vroeg ik er<br />

niet op door. Na de intake heb ik even een aantekening<br />

gemaakt, zodat we er bij een volgende controle nog op<br />

terug kunnen komen”.<br />

Effectieve communicatie<br />

Elke vrouw en haar partner die zich in de praktijk aanmeldden<br />

en wilden meedoen aan de Deliver-studie,


kregen een vragenlijst toegestuurd die zij voorafgaand<br />

aan het eerste bezoek apart van elkaar invulden. Het zijn<br />

zestig vragen over onder meer wat mensen verstaan<br />

onder een gezond kind, en wat zij belangrijk vinden aan<br />

de informatievoorziening door de verloskundige. Vinden<br />

zij het bijvoorbeeld belangrijk om informatie schriftelijk te<br />

ontvangen, dat de verloskundige vriendelijk is of ruimte<br />

geeft om vragen te stellen? Na de intake vulden de<br />

vrouwen opnieuw de vragenlijst in. In combinatie met de<br />

observaties uit de video-opnamen, krijgen onderzoekers<br />

goed inzicht in de werkelijkheid. Met alleen een vragenlijst<br />

kan een cliënt namelijk aangeven dat zij het consult<br />

positief heeft ervaren omdat de verloskundige bijvoorbeeld<br />

erg aardig en meelevend was. Tegelijkertijd heeft<br />

de verloskundige niet de vragen beantwoord waarmee<br />

de cliënte naar de praktijk is gekomen; het consult levert<br />

dan niet op wat ze vooraf had willen bereiken. Met de<br />

kennis van verwachtingen en behoeften van de cliënte<br />

observeren de onderzoekers de opnamen van de intake.<br />

Zo kunnen zij de effectiviteit van de communicatie tussen<br />

verloskundige en de zwangere goed beoordelen.<br />

Leerzaam<br />

Door het invullen van de vragenlijst waren vrouwen meer<br />

voorbereid op de intake dan zij doorgaans zijn. Janneke<br />

Gitsels ziet dat als een winstpunt. “Er werden meer<br />

gerichte vragen gesteld, vooral over de prenatale<br />

screening. Je krijgt een gesprek dat is afgestemd op de<br />

behoeften en vragen van mensen. Ik vond de opnamen<br />

leerzaam. Ook ik vulde na elke opgenomen intake, een<br />

vragenlijst in. Daardoor sta je stil bij hoe het gesprek is<br />

verlopen. Zo werd ik mij er van bewust hoe de voor -<br />

lichting over prenatale screening ondergesneeuwd dreigt<br />

te worden. Ik bewaarde het vaak tot aan het eind van<br />

alle voorlichting. Ik ben dat na enkele opnamen gaan<br />

bijstellen”.<br />

De opnamen dienen zo een tweeledig doel: wetenschappelijk<br />

onderzoek en onderwijs. <strong>Verloskundige</strong>n leren<br />

tijdens het opnameproces maar krijgen na de analyse van<br />

de data ook feedback op hun counseling door psycholoog<br />

Linda Martin.<br />

Huisartsen<br />

Huisartsen zijn al geruime tijd bekend met video-opnamen<br />

in hun praktijk als methode van onderzoek en onderwijs.<br />

Artsen in opleiding maken opnamen van consulten en<br />

bespreken deze met hun opleider. Het NIVEL gebruikt al<br />

sinds 1975 video-opnamen bij onderzoek naar de<br />

omgang van artsen met patiënten. De huisartsenpraktijk<br />

van Joost Zaat in Purmerend heeft ondermeer meegewerkt<br />

aan de tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen<br />

in de huisartsenpraktijk. Een onderdeel van de<br />

studie betrof de communicatie tussen huisarts en patiënt.<br />

ONDERWIJS<br />

Joost Zaat: “De meeste patiënten zijn bereid om mee te<br />

werken. Vooral als je zorgverlener het zelf vraagt, is het<br />

geen probleem. Mensen vinden het vaak erg leuk om<br />

mee te doen aan een onderzoek. Ze hebben er geen last<br />

van. En ik als huisarts ook niet; je doet gewoon je werk.<br />

Je kan er als hulpverlener veel van leren. Ik vond het<br />

boeiend om de video-opnamen onder begeleiding van<br />

een buitenstaander na te bespreken met mijn collega’s.<br />

Waarom doe je dat nu zus, of waarom zeg je dit zo?<br />

En er vallen natuurlijk dingen op: ‘wat zit ik met mijn<br />

handen te wapperen’ of ‘doe toch eens rustig’. Details in<br />

je communicatie waar je dan vervolgens weer wat meer<br />

op gaat letten. Na de analyse van al het onderzoeks -<br />

materiaal werd de informatie over het verloop van je<br />

consulten teruggekoppeld in de vorm van spiegel -<br />

informatie. Je krijgt dan inzicht in je eigen gedrag in<br />

vergelijking met het gedrag van collega-huisartsen.<br />

Bijvoorbeeld hoeveel tijd je op het beeldscherm kijkt in<br />

vergelijking met je collega’s of je meer of minder dan<br />

gemiddeld patiënten aankijkt. Meedoen aan dergelijk<br />

onderzoek houd je scherp. Ik vind ook dat als je je<br />

professie wil promoten je openheid moet geven. Videoopnamen<br />

zijn daarbij een goed middel.”<br />

Databank<br />

Bij het NIVEL zijn ongeveer 160.000 opnamen van<br />

gesprekken tussen hulpverleners en patiënten opgeslagen<br />

in de Databank “communicatie in de gezondheidszorg”.<br />

Deze opnamen zijn gemaakt in het kader van bijna dertig<br />

verschillende onderzoeksprojecten en sommige zijn al van<br />

30 jaar geleden. Alle opnamen worden gedigitaliseerd en<br />

de observatiegegevens worden op een zelfde wijze in<br />

computerbestanden opgeslagen. Dit maakt het veel<br />

eenvoudiger om uit de grote hoeveelheid gegevens snel<br />

eenduidige selecties te maken, en analyses op gecombineerde<br />

bestanden uit te voeren.<br />

Vanwege de vertrouwelijke en persoonlijke aard van de<br />

gegevens, is de Databank uiteraard niet vrij toegankelijk.<br />

Verzoeken om toegang worden getoetst op een aantal<br />

criteria. Zo moet er een relevante onderzoeksvraag zijn<br />

die nog niet beantwoord is in andere studies en waarvan<br />

men inschat dat ze wel beantwoord kan worden met de<br />

opgeslagen informatie.<br />

De Databank zelf genereert ook nieuwe beleidsrelevante<br />

onderzoeksvragen. Voorbeelden van zulke vragen zijn: in<br />

hoeverre komen psychosociale signalen ter sprake in een<br />

huisartsconsult? En: hoe vaak komt de verantwoordelijkheid<br />

van de patiënt ter sprake in relatie tot zijn leefstijl?<br />

Ook de opnamen uit de Deliver-studie zullen worden<br />

opgenomen in de Databank en zullen weer nieuwe vragen<br />

oproepen en vervolgonderzoek tot gevolg hebben.<br />

Ongetwijfeld zullen meer verloskundigen in de toekomst<br />

kennis maken met video-opnamen in hun praktijk. ■<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 41


42<br />

ONDERWIJS<br />

Geaccrediteerde trainingen<br />

over tienerzwangerschap en<br />

zwangerschapsverlies<br />

Het in 2008 door Fiom ontwikkelde scholingsaanbod<br />

over zwangerschapsverlies en tienerzwangerschappen<br />

werd voor drie jaar geaccrediteerd door de <strong>KNOV</strong>. Na<br />

twee jaar is een eerste balans opgemaakt.<br />

Alle kringen van verloskundigen zijn benaderd en geïnformeerd<br />

over het aanbod. Van de 61 kringen van verloskundigen<br />

hebben 33 kringen gebruikt gemaakt van het<br />

aanbod. Uit de evaluaties blijkt dat deze trainingen in<br />

een behoefte voorzien en dat er meer behoefte is aan<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

verdieping van beide thema’s. Ook is de wens geuit voor<br />

scholing op de andere aandachtsgebieden van de Fiom,<br />

waaronder ‘afstand ter adoptie’. Beide verzoeken zullen<br />

in 2011 verder worden uitgewerkt.<br />

Heeft u interesse in één van de huidige scholingen dan<br />

kunt u contact opnemen met Gabrielle Buijinck van de<br />

Fiom, via gbuijinck@fiom.nl of bellen naar: 024 329 40 53.<br />

Alle informatie over beleid tienermoeders staat op één<br />

website, www.infoportaaltienermoeders.nl. ■<br />

Wilhelmina<br />

Ziekenhuis Assen<br />

In verband met zwangerschapsverlof van een van<br />

onze collega’s zijn wij op zoek naar een<br />

<strong>Verloskundige</strong> (28-32 uur)<br />

De afdeling obstetrie & gynaecologie heeft 20<br />

bedden en 10 wiegen. Er zijn patiënten met<br />

gynaecologische aandoeningen, zwangeren en<br />

kraamvrouwen. De afdeling heeft drie<br />

verloskamers waar jaarlijks 1000 bevallingen<br />

plaatsvinden.<br />

Nadere informatie over de inhoud van de functie<br />

kan worden ingewonnen bij mevrouw B. Scholten,<br />

telefoon (0592) 325371 of op de site www.wza.nl.<br />

Uw sollicitaties verwachten wij uiterlijk 21 januari<br />

2011.


Nyx<br />

PRAKTIJK<br />

Op deze pagina stond sinds februari 2001 de column van Nyx. “De naam Nyx, dat was<br />

een idee van mijn vader”, zegt ze. ‘Nyx is de godin van de nacht, het domein van<br />

verloskundigen, barenden en baby’s’, zo staat het in de marge van die eerste column.<br />

“Oh, ga je vertellen wie Nyx is?” vraagt Nyx, die meteen in de lach schiet. “Nog<br />

onlangs werd ik aangesproken door een verloskundige. We hadden het over van alles<br />

en op een gegeven moment vroeg ze zich hardop af, wie Nyx wel niet zou zijn.<br />

Je begrijpt: ik zei niks. Als ze dit leest, weet ze het: ze zal verbaasd zijn…”<br />

Nyx was jaren werkzaam als eerstelijns verloskundige in Delft. Haar columns waren<br />

gebaseerd op haar eigen ervaringen, uitgewerkte anekdotes, vol humor en liefde voor<br />

haar vak. Toen werd ze ziek. De diagnose luidde acute reuma, de eindconclusie was:<br />

verkoop je praktijkdeel, want verloskunde is niet meer voor jou. Nyx stopte met heel veel<br />

verdriet met haar vak, maar gelukkig had ze alternatieven afleiding. Als bijverdienste<br />

extra bezigheid bouwde zij al websites en bovendien kan ze goed<br />

fotograferen. Beide alternatieven vormen nu haar broodwinning.<br />

Hier houdt ze zich nu mee bezig. U komt ook regelmatig fotowerk<br />

van haar tegen in het tijdschrift, want wie kan er beter verlos -<br />

kundige situaties fotograferen dan een verloskundig fotograaf?<br />

Nyx fotografeert ook baby’s en kinderen, nu onder haar eigen<br />

naam: Bionda Heeringa.<br />

Tien jaar lang waren er veel verloskundigen die als het tijdschrift op<br />

de mat viel eerst op zoek gingen naar Nyx, en dan naar de personalia<br />

om te kijken welke collega’s een kindje hadden gekregen. Twee<br />

favoriete rubrieken. Uw redactie is naarstig op zoek naar een alternatief.<br />

Misschien kunnen we u al verrassen in februari met een nieuwe columnist.<br />

Die zal heel anders zijn, want Nyx is onvervangbaar.<br />

Beste Bionda, dank je wel voor tien jaar verhalen en als fotograaf hopen we je<br />

nog lang terug te zxien in dit tijdschrift.<br />

Wil van Veen<br />

Wilt u Bionda nog beter leren kennen:<br />

www.onszelf.nl; www.baby-fotograaf.nl;<br />

www.kinder-fotograaf.nl ;<br />

www.zwangerschaps-fotograaf.nl<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

43


<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Hoogeveen<br />

Wil Ang-Kaars<br />

Els van den Graven-Korte<br />

Atje Klein Langenhorst-Bremer<br />

Nienke Pieper<br />

Ita Smith<br />

Maartje de Blok<br />

Voor de periode maart-september<br />

zoeken wij i.v.m. zwangerschapsverlof<br />

een enthousiaste waarneemster<br />

voor 50-100%.<br />

Voor meer informatie over de praktijk:<br />

www.verloskundigenpraktijkhoogeveen.nl<br />

Alle 1e lijns echo’s verrichten wij zelf.<br />

Geïnteresseerd?<br />

Stuur of mail je brief met CV naar:<br />

1e lijns <strong>Verloskundige</strong>npraktijk Hoogeveen<br />

Dr G.H. Amshoffweg 1<br />

7909 AA Hoogeveen<br />

Praktijkverloskunde@bethesda.nl<br />

<strong>Verloskundige</strong>n Praktijk<br />

Rotterdam Oost<br />

is per direct op zoek naar<br />

een/twee enthousiaste<br />

flexibele waarneemsters<br />

We werken met een gezellig team<br />

verloskundigen en twee praktijkassistentes<br />

in een grote gemêleerde groepspraktijk.<br />

- goede contacten met eerstelijns echo centra, uitzicht<br />

op eigen echoapparatuur op onze locatie<br />

- goede samenwerking met eerste- en tweedelijn<br />

- geautomatiseerd met Onatal<br />

- mogelijkheden voor langer/vast dienst verband en het<br />

volgen van echocursus zijn bespreekbaar.<br />

Ben je geïnteresseerd of wil je meer<br />

informatie kijk op onze site, mail of bel<br />

www.<strong>Verloskundige</strong>nRotterdamOost.nl<br />

info@verloskundigenrotterdamoost.nl<br />

Karin Everaarts tel 06-53756848<br />

<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Geldermalsen e.o. is op zoek naar<br />

een waarneemster voor langere periode met de mogelijkheid<br />

tot inkopen in het vennootschap! Iets voor jou?<br />

Wij bieden:<br />

- Mooie plattelandspraktijk in de Betuwe<br />

- Nieuw praktijkpand<br />

- Veel thuisbevallingen<br />

- Diagnose- en termijnecho’s<br />

- Gemiddeld: 1 spreekuur en 2-3 diensten per week<br />

- Verblijf tijdens waarneming aanwezig<br />

Periode:<br />

Vanaf 21 maart 2011.<br />

<strong>Verloskundige</strong>npraktijk<br />

Geldermalsen e.o.<br />

Wij zoeken:<br />

- <strong>Verloskundige</strong> met ervaring en hart voor het vak<br />

- Bij voorkeur afgeronde echo-opleiding<br />

- Positief ingestelde en flexibele verloskundige<br />

Extra informatie:<br />

www.zwangeringeldermalsen.nl of bel Fian:<br />

tel. 06-12 03 67 81<br />

Interesse? Schrijf ons!<br />

Fian Wolfs, Swanette Bosma en Margriet van de Plasse<br />

Reacties graag zo spoedig mogelijk sturen naar:<br />

<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Geldermalsen e.o.<br />

T.a.v. Fian Wolfs<br />

De Panoven 27B<br />

4191 GW Geldermalsen<br />

Word jij onze nieuwe collega?<br />

Wij zoeken<br />

Een nieuwe maat vanaf 1 mei 2011 wegens vertrek van<br />

één van ons. We zijn op zoek naar een enthousiaste verloskundige,<br />

flexibel en collegiaal, met hart voor de eerstelijns<br />

verloskunde.<br />

Onze praktijk<br />

Bevindt zich sinds augustus in een prachtig monumentaal<br />

pand, de Goudse Praktijk. Gouda is een middelgrote stad in<br />

het Groene Hart met een zeer gevarieerde populatie.<br />

<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Gouda bestaat uit drie kleine praktijken;<br />

Antje, Caatje en Neeltje. Praktijk Neeltje heeft door het<br />

vertrek van één collega versterking nodig.<br />

Doordat we in teams werken (± 280 zorgeenheden per jaar<br />

per team), hebben we nauw contact met de zwangere en is<br />

de achterwacht ook prima geregeld.<br />

Verder is er sprake van een zeer goede samenwerking met<br />

de tweedelijn en hebben we een actieve kring.<br />

Voor meer informatie<br />

Zie onze website www.verloskundigenpraktijkgouda.nl<br />

bel 06-22 85 85 85 of mail naar j.hanse@planet.nl<br />

Geïnteresseerd?<br />

Stuur dan een sollicitatiebrief en CV naar:<br />

<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Gouda, praktijk Neeltje<br />

t.a.v. Janneke Hanse<br />

Elizabeth Wolffstraat 1, 2806 PJ Gouda<br />

j.hanse@planet.nl


Myrte de Geus<br />

Rond 2000 was er een crisis in de verloskunde.<br />

Door een tekort van honderden verloskundigen,<br />

mede door een onverwachte geboortegolf bij<br />

hoogconjunctuur, hadden praktijken de grootste<br />

moeite om hun diensten te vullen. Praktijken<br />

dreigden om te vallen. Vanuit de <strong>KNOV</strong> kwam<br />

er vervolgens een initiatief om te voorkomen<br />

dat de geboortezorg zich zou verplaatsen naar<br />

ziekenhuizen. De STBN werd opgericht, de<br />

Stichting Thuis Bevalling Nederland.<br />

De STBN realiseerde snel twee geboortecentra in<br />

gebieden waar de nood erg hoog was, in Utrecht en<br />

Zaandam. In het eerste jaar kwamen daar nog drie<br />

andere centra bij. Paradoxaal genoeg verdween daardoor<br />

tijdelijk in die gebieden de mogelijkheid om thuis te<br />

bevallen. Daarvoor in de plaats kwam een huiselijk<br />

geboortecentrum, waar verloskundigen hun eigen<br />

cliënten konden bijstaan. Door de concentratie van de<br />

barenden nam de werkdruk af en wisten de praktijken<br />

een periode van krapte te overbruggen. Na een paar jaar<br />

kwamen er door de verruiming van de opleidingscapaciteit<br />

(door toedoen van toenmalige minister Els Borst)<br />

weer voldoende nieuwe collega’s bij. Zodoende werden<br />

de centra gaandeweg weer gesloten en was in de betreffende<br />

gebieden de thuisbevalling en de zelfstandige<br />

verloskunde behouden.<br />

De STBN kwam dus met een noodconstructie voor een<br />

acute situatie binnen de eerstelijns verloskunde en die<br />

slagvaardigheid heeft de organisatie altijd behouden. In<br />

hun tienjarig bestaan haakte de STBN steeds weer aan<br />

bij nieuwe ontwikkelingen. Aanvankelijk waren hun<br />

activiteiten gericht op het behoud van de thuisbevalling,<br />

later kwamen daar ook andere projecten als echocentra<br />

bij. Inmiddels zijn geboortecentra, mede als gevolg van<br />

centralisatieplannen, een ‘hot issue’; momenteel exploiteert<br />

STBN twee centra en is in acht regio’s aan het werk<br />

om geboortecentra te realiseren. Daarmee zet ze zich in<br />

voor de zwangere vrouwen van Nederland.<br />

Myrte de Geus is eerstelijns verloskundige en freelance verbonden<br />

aan het tijdschrift<br />

PRAKTIJK<br />

Met passie en lef de eerstelijn<br />

versterken<br />

STBN viert tienjarig bestaan<br />

De STBN wordt niet gesubsidieerd<br />

en ook niet financieel<br />

ondersteund door de <strong>KNOV</strong>.<br />

De stichting heeft geen winstoogmerk.<br />

Door zijn adviseringspraktijk en ondernemingen<br />

(echocentra, geboortecentra) is de<br />

STBN financieel zelfvoorzienend.<br />

<strong>KNOV</strong> feliciteert STBN met<br />

10 jarig bestaan<br />

Tien jaar geleden bij de oprichting heette<br />

STBN nog Stichting Thuisbevalling Nederland.<br />

Het belangrijkste doel van STBN was toen het<br />

weer mogelijk maken van thuis bevallen in<br />

regio’s waar dat door een groot tekort aan<br />

verloskundigen geen keuzeoptie meer was.<br />

Daarna hebben zich steeds nieuwe doelen<br />

aangekondigd waardoor STBN inmiddels niet<br />

meer weg te denken is uit het verloskundig<br />

landschap. STBN: altijd creatief, snel en innovatief<br />

meedenkend met verloskundigen die<br />

heel goed weten WAT ze willen organiseren<br />

maar niet altijd HOE. Mede door STBN<br />

werden verloskundigen de afgelopen tien<br />

jaar slagvaardiger en konden zij inspringen<br />

op nieuwe ontwikkelingen zoals de prenatale<br />

screening en bevalcentra. Het zusje van de<br />

<strong>KNOV</strong> is groot geworden!<br />

STBN, gefeliciteerd!<br />

We proosten op een blijvende samenwerking<br />

tussen <strong>KNOV</strong>, verloskundigen en STBN.<br />

Daarbij hoop ik dat het niet nodig zal blijken<br />

dat STBN nog eens haar oorspronkelijk doel<br />

uit de kast moet halen.<br />

Angela Verbeeten,<br />

Voorzitter <strong>KNOV</strong><br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

45


46<br />

Praktijk ter overname aangeboden<br />

Ben jij op zoek naar een nieuwe uitdaging?<br />

Trekt het je om (samen met iemand anders)<br />

een levendige praktijk in het midden van het<br />

land te runnen?<br />

Onze praktijk telt ca. 250 ZE/jaar: een<br />

dynamische zwangerenpopulatie in het nog<br />

altijd groeiende en groene Lelystad.<br />

De praktijk is volledig geautomatiseerd met<br />

MicroNatal en wordt ondersteund door hooggekwalificeerde<br />

praktijk assistentes. Ook is er<br />

een prettige samenwerking met tweedelijn en<br />

buurpraktijken.<br />

De aangeboden setting is nieuw, maar voor<br />

een indruk van de oude situatie kun je kijken<br />

op: www.verloskundigenpraktijklelystad.nl<br />

Is jouw interesse gewekt?<br />

Reageer of informeer dan via één van<br />

onderstaande nummers:<br />

06- 3383 2481 - D. Munneke<br />

06-1418 0752 - A.R. Kuipers<br />

Zoekt een nieuwe collega<br />

om aan ons team toe te voegen.<br />

Onze verloskundige praktijk heeft vijf spreekuur -<br />

locaties verspreid over Den Haag en hebben<br />

450 zorgeenheden per jaar. We hebben een<br />

goede praktijkorganisatie waarin vijf verlos -<br />

kundigen, twee praktijkassistentes en een<br />

praktijkverpleegkundige samen zorg dragen voor<br />

onze zwangeren. Wij hebben een gevarieerde<br />

populatie, geen parkeerproblemen, lieve collega’s<br />

en een flexibel werkrooster (12 uurs diensten en<br />

halve dagen spreekuur mogelijk).<br />

Wil je meer informatie en heb je belangstelling<br />

laat het ons weten via de mail:<br />

info@ella-verloskundigen.nl<br />

www.ella-verloskundigen.nl.<br />

Wij nemen dan snel contact met je op.<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Directeur van STBN Frans Annot: “Het is zó belangrijk<br />

dat vrouwen hun keuzevrijheid behouden.”<br />

Concurrentie<br />

Er zijn verloskundigen die huiverig zijn voor die geboortecentra;<br />

zijn ze niet té leuk en daarmee concurrentie voor<br />

de thuisbevalling? Annot: “We maken geen reclame voor<br />

onze geboortecentra, in plaats daarvan helpen we verloskundigen<br />

om cliënten goed te counselen voor de keuze<br />

voor de plaats van de bevalling. Als mensen bewust<br />

kiezen voor het geboortecentrum, dan is dat een goede<br />

keus. Bovendien lijkt een eerste onderzoek het idee van<br />

geboortecentra als concurrentie voor de thuisbevalling te<br />

ontkrachten; in het gebied van BevalCentrum West te<br />

Amsterdam nam het aantal thuisbevallingen met het -<br />

zelfde percentage af als landelijk het geval was, namelijk<br />

4%.” (Evaluatierapport Bevalcentrum West NZa juli<br />

2010)<br />

Maar toch, in hoeverre dekt de naam van de stichting<br />

nog de lading? Is de thuisbevalling nog wel een speerpunt?<br />

Annot: “Het is niet voor niets dat de ‘T’ in ons<br />

logo eruit springt, wij zullen de thuisbevalling altijd een<br />

warm hart toedragen. Maar dat is geen reden om andere<br />

vormen van geboortezorg te verwaarlozen. Tijden veranderen<br />

en de wensen van zwangeren en barenden ook.<br />

Als eerstelijns verloskunde wil je aan de behoefte van je<br />

cliënten voldoen en ze het beste kunnen bieden.<br />

Waarom investeer je minder in de poli klinische setting,<br />

terwijl het om je eigen cliënten gaat? Investeer in plaats<br />

daarvan in een omgeving waar je als verloskundige achter<br />

kan staan en waar je zelf ook prettiger werkt.”


Aan tafel<br />

De STBN werkt in principe op verzoek en initiatief van<br />

de eerstelijn. Doordat de stichting “met zijn voeten in<br />

de klei staat”, heeft ze een goed beeld van actuele ontwikkelingen<br />

en behoeftes. Annot: “Alle dagen zitten we<br />

aan tafel met verloskundigen. Om te adviseren, ideeën<br />

helpen te vertalen naar de praktijk en ook concreet te<br />

realiseren. De vragende partij kan namelijk kiezen of ze<br />

zelf de exploitatie van een project op zich wil nemen of<br />

dat ze dat aan STBN overlaat. In het laatste geval is de<br />

hulp van STBN kosteloos. Het uiteindelijke doel is altijd<br />

dat wij ons weer terugtrekken uit een project, dat het<br />

dus op eigen benen komt te staan.”<br />

Vieren en vooruitzien<br />

Wat is er te vieren, nu de STBN tien jaar bestaat? Annot:<br />

“Groot wapenfeit is dat de eerstelijn nog bestaat. In<br />

andere landen is in tijden van crisis in soms maar twee<br />

jaar alle geboortezorg naar het ziekenhuis verplaatst. De<br />

beroepsgroep van verloskundigen is dan ook absoluut<br />

sterker en professioneler geworden en er bestaat meer<br />

samenwerking tussen verloskundigen dan tien jaar<br />

geleden. Tot slot is er meer differentiatie in het werk van<br />

verloskundigen gekomen. Zo zijn er bijvoorbeeld al meer<br />

dan veertig prenatale centra waar verloskundigen werkzaam<br />

zijn.”<br />

Voor de komende tijd ligt de uitdaging bij samenwerking<br />

tussen de eerste- en tweedelijn. Annot: “Daar is zoveel<br />

winst te behalen! Wij zetten ons er hard voor in om de<br />

verloskundige zorg te verbeteren en de eerstelijn te<br />

versterken. Hierbij vermijden we polarisatie en zoeken<br />

steeds actief de samenwerking met de tweedelijn. In<br />

twee derde van onze echocentra zijn gynaecologen bijvoorbeeld<br />

al ingestapt, een hele goede ontwikkeling.”<br />

In de eerste helft 2011 start een experiment<br />

met teams van verloskundigen en kraam -<br />

verzorgenden om maatwerk te leveren bij<br />

een thuisbevalling. Een ander project is<br />

‘2MOVE))’, waarvan in oktober 2010 een pilot<br />

is gestart in Amsterdam. Aanbevelingen van<br />

de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte<br />

worden verwerkt in een nieuw zorgmodel,<br />

waarbij de zorgverleners zich organiseren<br />

rondom moeder en kind. In het decembernummer<br />

van het TvV is hier aandacht aan<br />

besteed. [1]<br />

PRAKTIJK<br />

Verder noemt Annot ‘opschaling’ als een belangrijke<br />

verandering. “Over een paar jaar maakt iedereen deel uit<br />

van een groter verband, als het aan ons ligt. Zaken zullen<br />

in gezamenlijkheid worden opgepakt, afspraken in de<br />

keten komen effectiever tot stand. ”<br />

De laatste grote uitdaging die er volgens de directeur ligt,<br />

is het omgaan met alle publiciteit, zoals recent nog naar<br />

aanleiding van het UMCU-onderzoek over perinatale<br />

sterfte onder a terme kinderen. Volgens hem is het zaak<br />

om niet in de verdediging te schieten, maar gezamenlijk<br />

met een goed plan te komen en dat vervolgens naar de<br />

praktijk te vertalen. Dit met behoud van het eerstelijns<br />

karakter van de zorg. “Nederland onderscheidt zich nog<br />

steeds met een gezonde no nonsense cultuur en de cliënt<br />

is gebaat bij dat gedachtengoed. We moeten alert zijn<br />

dat we het kind niet met het badwater weggooien en<br />

bijvoorbeeld niet zomaar de echelons op gaan heffen.”<br />

Ook hier noemt Annot samenwerking als basis van<br />

verbetering; er moet slimmer en functioneler worden<br />

gekeken naar ieders sterke punten en mogelijkheden. Dit<br />

zal leiden tot veel meer vervlechting tussen de eerste- en<br />

tweedelijn, er zullen meer dwarsverbanden gaan ontstaan:<br />

daar heeft de cliënt belang bij.<br />

Nieuwe plannen<br />

De komende tien jaar zal de STBN zich verder inzetten<br />

voor innovatieve verloskunde, om zo de eerstelijn goed<br />

op de kaart te houden. Recent is er daarom een e-mail<br />

verstuurd naar honderd belanghebbenden, met de<br />

simpele vraag: “Waar zou ú de STBN bij kunnen gebruiken?”<br />

Met alle ideeën wordt vervolgens in korte tijd een<br />

bedrijfsplan opgesteld, zodat de organisatie de komende<br />

tijd zeker weer vooruit kan om hun ‘heldere kijk op de<br />

verloskunde’ verder vorm te geven. Je zou in een kadertje<br />

kunnen refereren aan het feit dat met de verbluffend<br />

grote ‘oogst’ van deze vragenronde een jaar lang de<br />

rubriek Innovatie wordt gevuld. Annot: “Onze expertise<br />

hebben we opgebouwd met gezond verstand. We hebben<br />

dingen gedaan waar geen plan voor was. Met lef en<br />

passie zijn we aan de slag gegaan en dat zullen we<br />

blijven doen.”<br />

Wilt u ook advies van de STBN of samen met de STBN<br />

een initiatief ontplooien? Neemt u dan contact op via<br />

info@stbn.nl. ■<br />

[1] TvV 2010;12: 43 ev<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

47


PRAKTIJK<br />

Natuurlijk omgaan met vruchtbaarheid<br />

NFP in de praktijk<br />

Gertrude de Wildt-Brouwer<br />

Veel is bekend over zwanger worden: dat<br />

foliumzuur slikken belangrijk is, dat alcohol,<br />

sigaretten en overgewicht nadelig kunnen<br />

werken. Maar de hamvraag: ‘Op welke dagen<br />

ben ik vruchtbaar?’ blijft vaak onbeantwoord.<br />

Vreemd dat het eigen lichaam voor veel<br />

vrouwen een groot geheim is.<br />

Dat vinden de vier verloskundigen van <strong>Verloskundige</strong>n -<br />

praktijk Waddinxveen ook. Nel Bakker, Lindsey Boshuizen,<br />

Marije Droogendijk en Anne Bärtsch willen daarom meer<br />

vrouwen bekend maken met hun eigen lichaam. Nel is al<br />

jaren NFP-consulent, terwijl Lindsey de opleiding hiervoor<br />

bijna heeft afgerond. Zij zijn enthousiast over de mogelijkheden<br />

van het natuurlijk omgaan met vruchtbaarheid, en<br />

geven de NFP-kennis graag door in hun verloskundigenpraktijk.<br />

Nel bestrijdt het beeld dat NFP ingewikkeld is. “Er is niet<br />

zoveel voor nodig om erachter te komen wanneer je het<br />

vruchtbaarst bent. Meer dan het dagelijks opmeten van<br />

je temperatuur en het bekijken van je cervixslijm is niet<br />

nodig.” Om echtparen kennis te laten maken met de<br />

mogelijkheid om op een natuurlijke manier om te gaan<br />

met hun vruchtbaarheid, organiseren de drie verlos -<br />

kundigen cursusavonden in hun praktijk. De verlos -<br />

kundigen adviseren de NFP-methode als anticonceptiemogelijkheid<br />

bij vrouwen in het kraambed, maar ook aan<br />

paren met kinderwens.<br />

NFP als anticonceptie<br />

Als anticonceptiemiddel is de pil nog altijd ongekend<br />

populair. Dat verbaast de verloskundigen van de<br />

Waddinxveense praktijk. “Je hoeft alleen de bijsluiter<br />

maar te lezen om de nadelen van de pil te achterhalen:<br />

verhoogde kans op trombose, longembolie, overgewicht,<br />

een verhoogde bloeddruk. In ons werk horen we veel<br />

vrouwen zeggen dat ze ‘pilmoe’ zijn. Ze voelen zich<br />

emotioneel vlak, hebben verminderd of geen libido.<br />

Het kan toch ook niet goed zijn om telkens je hormoonspiegel<br />

te ontregelen en de eisprong te onderdrukken?”,<br />

meent Nel.<br />

Gertrude de Wildt – Brouwer is freelance-journalist<br />

48 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Van boven naar<br />

beneden:<br />

Nel Bakker,<br />

Anne Bärtsch,<br />

Marije Droogendijk<br />

en Lindsey Boshuizen<br />

Het is niet moeilijk voor ze om de voordelen van de NFPmethode<br />

op te noemen. “Tijdens de cursus komen echtparen<br />

tot de ontdekking dat het lichaam van de vrouw<br />

op verschillende manieren iets vertelt over haar vruchtbaarheid.<br />

Dat maakt hen enthousiast. Dat inzicht is een<br />

belangrijk voordeel. Daar komt bij dat man en vrouw met<br />

elkaar in gesprek gaan. Seksualiteit en kinderwens wordt<br />

iets van hen samen. Veel vrouwen krijgen meer zin in<br />

vrijen omdat ze hun hormonen niet langer onderdrukken<br />

met de pil. Mannen zeggen dat ook op de cursus, dat ze<br />

een andere vrouw hebben teruggekregen”, vertelt Lindsey.<br />

Dat de NFP-methode zo slecht aanslaat, wijten de verloskundigen<br />

uit Waddinxveen aan de vermeende onbetrouwbaarheid<br />

van de methode en het feit dat er weinig<br />

commerciële drijfveren zijn om NFP aan de man of vrouw<br />

te brengen. Lindsey: “Bij een correct gebruik heeft de<br />

methode een Pearl Index van 0,4 (zie kader). In de dagelijkse<br />

praktijk is dit 1,8. Daarmee is de methode minstens<br />

even betrouwbaar is als de pil. Deze gunstige cijfers gelden<br />

voor mensen die een NFP-cursus hebben gevolgd. Bij het<br />

zelfstandig aanleren van de methode uit een boekje liggen<br />

de betrouwbaarheidscijfers lager, de Pearl Index kan dan<br />

oplopen naar 7 in het dagelijks gebruik.”


NFP<br />

NFP staat voor Natural Family Planning. De<br />

stichting NFP-Nederland onderwijst de<br />

zogenaamde NFP-DAG methode. De letters<br />

DAG staan voor Deutsche Arbeitsgruppe. Deze<br />

wetenschappelijke werkgroep uit Duitsland<br />

heeft de interpretatieregels van de symptothermale<br />

methode uit de jaren ‘60 verder<br />

ontwikkeld en op betrouwbaarheid onderzocht.<br />

Toen de betrouwbaarheid te laag bleek,<br />

ontwikkelde ze didactisch materiaal en een<br />

consulentenopleiding, zodat deze sympto -<br />

thermale methode in vier lessen van twee uur<br />

gedurende drie cycli kan worden aangeleerd.<br />

Hierdoor bleek een hoge betrouwbaarheid<br />

mogelijk, die vergelijkbaar is met de anticonceptiepil.<br />

De stichting NFP-Nederland leidt, als<br />

licentiehouder van NFP-Duitsland, consulenten<br />

op volgens dit Duitse concept.<br />

De term Natural Family Planning wordt wereldwijd<br />

vaak gebruikt als parapluterm voor alle<br />

natuurlijke methoden van periodieke onthouding,<br />

ook voor de methoden die veel minder<br />

betrouwbaar zijn, zoals de kalendermethode,<br />

de standaarddagenmethode, de ovulatie -<br />

methode van Billlings, de tweedagenmethode<br />

en coïtus interruptus. Het betrouwbaarheidscijfer<br />

is meestal zeer laag in de statistieken,<br />

omdat het dan om een gemiddelde gaat van<br />

alle natuurlijke methoden. In Nederland<br />

gaat het echter om de specifieke NFP-DAG<br />

methode, ook wel kort NFP genoemd.<br />

Correct gebruik<br />

Het komt dus wel aan op een correct gebruik van de<br />

methode. Vinden de verloskundigen dat geen zwak punt<br />

van NFP? “Nee”, zegt Anne. “Echtparen weten heel<br />

goed welk ‘risico’ ze nemen wanneer ze vrijen op dagen<br />

waarop vruchtbaarheid verondersteld wordt. Als ze toch<br />

zwanger raken, kunnen ze het vaak zo aanwijzen op hun<br />

cycluskaart wanneer de bewuste datum was. En het leuke<br />

is dat ze het dan vaak met een brede glimlach vertellen.<br />

Terwijl vrouwen die ondanks het slikken van de pil<br />

zwanger raken, vaak meer onvrede kennen en soms ook<br />

verwijten krijgen van hun partner. “Nel Bakker vult aan:<br />

,,Als je bij die NFP-gebruikers dan doorvraagt, blijkt er<br />

vaak sprake te zijn van een onbewuste kinderwens.<br />

Veel mensen hebben het idee dat je bij het volgen van<br />

de NFP-methode ‘bijna nooit’ mag vrijen. Dat is een<br />

vertekend beeld, vinden de verloskundigen. Anne: “NFP<br />

hoeft niet dogmatisch gebruikt te worden. Je kunt in de<br />

PRAKTIJK<br />

vruchtbare periode toch een condoom of andere barrièremethoden<br />

gebruiken?” Lindsey : “Daar komt nog bij dat<br />

het libido vaak groter is, omdat er geen sprake is van het<br />

onderdrukken van hormonen, zoals door pilgebruik. In het<br />

algemeen blijkt dan ook dat mensen die deze methode<br />

volgen net zo vaak of vaker vrijen dan mensen die andere<br />

anticonceptiemiddelen toepassen, alleen soms op andere<br />

momenten”.<br />

Na de bevalling<br />

In het anticonceptiepraatje aan het einde van de kraamtijd<br />

noemen de Waddinxveense verloskundigen ook altijd<br />

de mogelijkheid van de NFP in combinatie met de lactatieamenorroemethode<br />

(LAM). Ook bij de LAM is het<br />

belangrijk om de regels strikt in acht te nemen. Zo is het<br />

de bedoeling dat de moeders voeden op verzoek en er niet<br />

meer dan vier uur tussen de voedingen overdag en zes<br />

uur tussen de nachtvoedingen zit. LAM tot 4 maanden<br />

kent dezelfde Pearl Index als het spiraaltje.<br />

Pearl Index<br />

De Pearl Index of zwangerschapscijfer drukt<br />

de betrouwbaarheid uit van anticonceptiemethoden.<br />

Deze index geeft aan hoeveel<br />

zwangerschappen optreden, als een bepaalde<br />

methode gedurende 100 zogenaamde<br />

vrouwenjaren (1 vrouwjaar = 12 cycli)<br />

gebruikt wordt. Anders uitgedrukt: het<br />

aantal zwangerschappen dat optreedt bij<br />

honderd koppels die gedurende een jaar<br />

samenleven. Het zwangerschapscijfer zonder<br />

vruchtbaarheidsregulering ligt rond de 85 %.<br />

De betrouwbaarheid van een anticonceptiemethode<br />

hangt van twee factoren af:<br />

enerzijds van de methode zelf, anderzijds<br />

van de persoon die de methode gebruikt.<br />

Daarom moet men een onderscheid maken<br />

tussen de methodezekerheid en de gebruikerszekerheid.<br />

Bron: nl.wikipedia.org<br />

Zodra het kind bijvoeding krijgt, wordt aangeraden over<br />

te gaan op de borstvoedingsregels van NFP. De borst -<br />

voedingsregels worden aangeleerd in een specifieke<br />

cursus van twee uur. Vrouwen krijgen daarbij begeleiding<br />

van de consulente. Het verschil met LAM is dat de vrouw<br />

weer cervixslijmwaarnemingen en temperaturen noteert.<br />

Zo kan ze de eisprong voorspellen en is er meer zekerheid<br />

dan alleen bij LAM.<br />

Is het niet lastig voor de kersverse moeders om zo’n<br />

methode toe te passen? De cycli wisselen nog sterk en<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 49


orstvoeding geven bevordert ook de regelmaat niet.<br />

Nel: “We zien vaak veel onzekerheid wanneer moeders<br />

nog niet eerder de methode hebben toegepast. Het is niet<br />

ideaal om met NFP te starten als je pas bevallen bent.<br />

We raden echtparen liever aan om de methode eerder te<br />

leren. Tegelijk zien we ook die onzekerheid bij mensen<br />

die de pil hebben gebruikt. Bij hen moet de cyclus ook<br />

weer ‘van ver’ komen.” De verloskundigen zijn altijd<br />

bereid tot het geven van advies. “Dat hoort bij het consulent<br />

zijn voor NFP.”<br />

NFP bij kinderwens<br />

NFP kan ook omgekeerd worden toegepast, namelijk om<br />

advies te geven aan echtparen met een kinderwens. Het<br />

prettige van de methode voor echtparen met een kinderwens<br />

is, dat ze het heft in eigen handen houden.<br />

“Wanneer vrouwen naar het ziekenhuis gaan voor een<br />

vruchtbaarheidsbehandeling zeggen gynaecologen tegen<br />

haar: ‘Kom maar bij ons, wij zorgen ervoor’. Het echtpaar<br />

levert de eigen verantwoordelijkheid al in bij de<br />

assistente van de gynaecoloog. Terwijl het aanleren van<br />

de methode vrouwen juist actief maakt en ze bewust laat<br />

zijn van hun vruchtbaarheid,” aldus Anne. Tijdens de<br />

cursusavonden zoekt de verloskundige samen met het<br />

echtpaar aan de hand van cyclusnoteringen naar de<br />

hoog-vruchtbare dagen van de vrouw, het zogenaamde<br />

fertiele venster. De cyclusnoteringen bestaan uit het<br />

verloop van de temperatuur en een beschrijving van de<br />

kwaliteit van het slijm. Als vrouwen dat willen, leren ze<br />

ook hun baarmoedermond te voelen. “Huisartsen vragen<br />

vrouwen met kinderwens vaak ook om hun temperatuur<br />

te meten, maar leggen er niet bij uit hoe ze dat precies<br />

moeten doen. Ik vraag me dan altijd af hoe betrouwbaar<br />

die metingen zijn. Ook zijn vrouwen die de methode niet<br />

kennen, niet in staat om de temperaturen te interpreteren”,<br />

merkt Nel op.<br />

Ook wordt de leefstijl van man en vrouw bekeken.<br />

Anne: “Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat we de man<br />

adviseren om geen strakke spijkerbroeken te dragen of<br />

minder intensief te wielrennen.” Aan de hand van de tips<br />

kan een echtpaar zoeken naar de optimale omstandig -<br />

heden om zwanger te raken. Dat dit succesvol kan zijn,<br />

wijst een onderzoek van de Duitse gynaecologe Petra<br />

Frank-Hermann uit.<br />

Frank-Hermann vroeg 184 verminderd vruchtbare echtparen<br />

om vóór ze met een vruchtbaarheidsbehandeling<br />

begonnen, de NFP-DAG methode toe te passen. Van de<br />

echtparen met een kinderwens sinds minimaal één en<br />

maximaal vier jaar, was vrijwel de helft na ten hoogste<br />

acht cycli in verwachting. De vrouwen die na acht cycli<br />

nog niet zwanger waren geraakt, hadden wel een heel<br />

aantal cycluskaarten geschreven die relevante informatie<br />

bevatten waardoor de vruchtbaarheidsbehandeling bij de<br />

50 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

PRAKTIJK<br />

gynaecoloog afgestemd kon worden op de natuurlijke<br />

cyclus. De inspanningen van de echtparen waren dus hoe<br />

dan ook nuttig.<br />

Uitsparen<br />

De cyclusnotities kunnen ook goed gebruikt worden om<br />

bepaalde cyclusstoringen te onderkennen, zoals een verkorte<br />

luteale fase, een verlengde folliculaire fase of een<br />

monofasische cyclus. Als het volgen van de adviezen van<br />

de methode niet voldoet, is het goed om aanvullend de<br />

gynaecoloog te bezoeken voor een medische ingreep,<br />

zoals een hormoonbehandeling of uiteindelijk IVF. “Er is<br />

al heel wat gewonnen als vrouwen aan de hand van onze<br />

adviezen zwanger raken. Ze hoeven geen hormonen te<br />

gebruiken – wat vaak als belastend wordt ervaren – en<br />

het kan een dure IVF-behandeling uitsparen. De methode<br />

is daarom ook heel interessant voor verzekeraars”.<br />

Anne, tevens bestuurslid van Stichting In Zwang, een<br />

samenwerkingsverband van verloskundigen en gynaecologen,<br />

is op dit moment bezig met het opzetten van een<br />

plan om een goede samenwerking tussen verloskundigen,<br />

huisartsen en gynaecologen op het gebied van kinderwens<br />

te organiseren. In deze samenwerking heeft de<br />

verloskundige de taak om vruchtbaarheidsbewustzijn te<br />

creëren bij vrouwen en mannen die kinderen willen. Ze<br />

vindt het belangrijk om zoveel mogelijk disciplines in de<br />

gezondheidszorg te betrekken bij het samenwerkings -<br />

verband. “Veel echtparen met een kinderwens komen<br />

eerst bij de huisarts terecht. In mijn ideale plaatje verwijst<br />

de huisarts zo’n echtpaar eerst door naar een verlos -<br />

kundige met NFP-certificaat of zelfstandig NFP-consulent.<br />

Zij geeft het echtpaar vruchtbaarheidsbevorderende<br />

adviezen, vult de ZwangerWijzer met hen in, geeft uitleg<br />

over de anatomie van het lichaam en de vrouwelijke<br />

cyclus en leert de vrouw de lichaamssymptomen te<br />

herkennen en interpreteren. Na elke cyclus komt het<br />

echtpaar langs om hun notities te laten zien. Gemiddeld<br />

kost dit traject zes uur zorg per echtpaar. Dat kan dus<br />

veel medische kosten uitsparen.”<br />

NFP in de verloskundigenpraktijk<br />

Regelmatig wordt er in de verloskundigenpraktijk in<br />

Waddinxveen weer een NFP-cursus gestart. Het maximum -<br />

aantal echtparen dat meedoet ligt op drie. Soms worden<br />

de cursussen ook toegespitst op NFP in de borstvoedingsperiode<br />

of bij kinderwens. In het laatste geval komen<br />

echtparen alleen. Hoort het geven van NFP-cursussen<br />

volgens de verloskundigen bij hun takenpakket?<br />

Lindsey: “Nee, het is echt een ‘extraatje’. We zijn naast<br />

verloskundige ook consulenten van NFP-Nederland en<br />

beschouwen het geven van deze cursussen echt als een<br />

verrijking van onze praktijk.”<br />

Meer weten: www.nfp-nederland.nl. ■


In oktober 2009 publiceerde TvV over het onderzoek<br />

van Sanne Fijen en Sophie Zeegers naar<br />

de rol van traditionele geboortebegeleiders in<br />

Ethiopië. Onlangs zagen de voormalige studentes<br />

Verloskunde en de Ethiopische gastheren<br />

van gezondheidsorganisatie AMREF Flying<br />

Doctors elkaar terug, nu in ons eigen land.<br />

De Ethiopiërs maakten deel uit van een grotere groep<br />

Afrikanen, die in Nederland waren om het AMREFgezondheidsprogramma<br />

‘Seksuele en reproductieve<br />

gezondheid en rechten nomadische jongeren’ in<br />

Ethiopië, Kenia en Tanzania te evalueren.<br />

Thuisbevallen?<br />

De groep werd uitgenodigd op de Verloskunde Academie<br />

Amsterdam. Sanne en Sophie vertelden gezamenlijk iets<br />

over verloskunde en kraamzorg in Nederland. “Sommigen<br />

hadden een verloskundige achtergrond, anderen niet, maar<br />

iedereen luisterde aandachtig. Waarschijnlijk omdat de<br />

maternale gezondheidszorg in Oost-Afrika hoog op Public<br />

Health-agenda staat.” Sophie vult aan: “Vooral de thuisbevalling<br />

is controversieel. Daar waar ze in Oost-Afrika<br />

iedereen naar het ziekenhuis proberen te krijgen om te<br />

bevallen, wordt er in een Westers land als Nederland<br />

thuis bevallen.”<br />

Na een felle discussie over de voor- en nadelen van thuisbevallen,<br />

bleek dat de afstand tot het ziekenhuis, de mate<br />

van scholing van de Nederlandse verloskundigen en<br />

instrumenten die verloskundigen bij zich hebben wezenlijk<br />

verschillen. Vooral de doptone en de reanimatieapparatuur<br />

kregen veel aandacht. Het feit dat alle verloskundigen in<br />

staat zijn een kind thuis te reanimeren, stelden de mensen<br />

INTERNATIONAAL<br />

‘You midwives bring the hospital home’<br />

Sanne Feijen en Sophie Zeegers<br />

Auteurs zijn eerstelijns verloskundigen in Amsterdam<br />

met een verloskundige achtergrond gerust. Of zoals Jemal<br />

Youssouf, projectmanager in Ethiopië, vol bewondering<br />

zei: “You midwives bring the hospital home.”<br />

De uitleg over kraamzorg vond men interessant, maar kon<br />

volgens de groep niet goed vertaald worden naar Oost-<br />

Afrikaanse begrippen. “Dit zou vanwege financiële redenen<br />

en de grote afstanden niet realiseerbaar zijn. Ook merkten<br />

we dat de zwangerschap en bevalling meer de aandacht<br />

had. Eerst maar een veilige bevalling zien te regelen, de<br />

postnatale periode is van latere zorg”, denkt Sanne.<br />

De baarkruk in Afrika<br />

Na een geruime tijd gesproken te hebben was het tijd<br />

voor actie. Sophie: ‘Na het overwinnen van enige<br />

schroom kregen we het voor elkaar dat een aantal een<br />

baring op een fantoom wilden begeleiden. Spannend,<br />

omdat het voor sommigen al weer een tijd geleden was.’<br />

Een opvallend verschil in de werkwijze bleek bij de<br />

geboorte van de placenta: Afrikanen pakken de navelstreng<br />

vast en laten de vrouw vervolgens hoesten.<br />

“De baring op de baarkruk was een groot succes. De<br />

kruk werd vol bewondering en van alle kanten uitvoerig<br />

bestudeerd. Want wat blijkt: één van de redenen waarom<br />

Afrikaanse vrouwen niet naar het ziekenhuis willen,<br />

is omdat ze alleen liggend op een onderzoeksbank<br />

mogen bevallen. De baarkruk zou wellicht een oplossing<br />

kunnen betekenen.”<br />

Bezoek aan bevalcentrum<br />

“Daarna gingen we door naar Bevalcentrum West”, vertelt<br />

Sanne. “De groep was erg onder de indruk van de<br />

mooie en rustige kamers. Het fenomeen ‘verplaatste<br />

thuisbevalling’ kregen we maar moeilijk uitgelegd, maar<br />

uiteindelijk drong het tot hun door dat dit uniek is en dat<br />

het tegelijkertijd ver van hun huidige verloskunde<br />

afstaat.”<br />

Toevallig was Barbara Harper, dé water birth goeroe uit<br />

de VS, in het bevalcentrum voor een lezing. Ze gaf de<br />

groep een korte uitleg over een waterbevalling. “Heel<br />

uitgebreid en interessant. Er werden veel vragen gesteld<br />

en iedereen maakte ijverig aantekeningen”, zegt Sophie.<br />

“Wij hadden enigszins gemengde gevoelens bij deze last<br />

minute workshop. Bijvoorbeeld, Ethiopië kampt met<br />

grote waterschaarste en het water dat er is, is bovenal<br />

zeer onhygiënisch. Later bevestigde een van de deel -<br />

nemers dit en voegde eraan toe dat een van hun hoofdwerkzaamheden<br />

infectiepreventie durante partu is.” ■<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 51


INTERNATIONAAL<br />

Joan Shepherd,<br />

voorzitter SMLA en twin<br />

Franka Cadee<br />

Mag ik u introduceren aan Joan Shepherd,<br />

de nieuwe president van de Siera Leone<br />

Midwives association (SLMA)!<br />

Toen Nester Moyo, projectmanager van de International<br />

Confederation of Midwives (ICM), in 2008 Sierra Leone<br />

bezocht had zij nooit kunnen dromen dat er binnen twee<br />

jaar een nieuw bestuur gekozen zou worden. Dat zou<br />

onder de omstandigheden van toen ook niet reëel<br />

geweest zijn. Toch werd deze droom in oktober 2010<br />

werkelijkheid. Door maar liefst 250 aanwezige leden, een<br />

groter aantal dan aanwezig op onze ALV van november(!),<br />

werd een nieuw bestuur gekozen.<br />

De nieuwe president, Joan Shepherd, vertelde ons<br />

enthousiast: “Er kwamen meer en meer verloskundigen<br />

de zaal binnen, sommige hadden twee dagen gereisd om<br />

aanwezig te zijn. We moesten verhuizen naar een grotere<br />

zaal om voldoende ruimte te hebben voor iedereen. De<br />

sfeer was bruisend, iedereen was verrast door de hoeveelheid<br />

leden en het ontmoeten van oude bekenden. Alleen<br />

dat al deed iedereen zo goed.”<br />

SLMA<br />

Tussen 1991 en 2002 woedde in Sierra Leone een burger -<br />

oorlog. De leden van de SLMA en het bestuur waren<br />

door de oorlog gedwongen te stoppen met verenigingswerk.<br />

Sommige verloskundigen zijn het land uit gevlucht,<br />

anderen hebben in vluchtelingenkampen gezeten, een<br />

aantal zijn om het leven gekomen door de oorlog of<br />

hebben weeskinderen in huis genomen. Iedereen heeft er<br />

direct of indirect mee te maken gehad. Het is niet voor<br />

Links Joan Shepherd, rechts Dame Karlene Davis<br />

52 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

niets dat men het alsmaar heeft over ‘voor’ of ‘na’ de<br />

oorlog.<br />

De SLMA was ‘voor de oorlog’ lid van ICM. Maar ICM<br />

had vijftien jaar niets meer gehoord. In 2008 ging Nester<br />

Moyo naar Sierra Leone, letterlijk op zoek naar leden.<br />

“Ik wist dat de voormalige president van de SLMA,<br />

Elisabeth Decker, in Freetown woonde. Haar heb ik<br />

gevonden en toen hebben we samen verder gezocht.<br />

De eerste dag vonden we drie verloskundigen in een<br />

ziekenhuis. Met hun hulp vonden we de dag erna nog<br />

vijf anderen en zo hadden we aan het eind van de week<br />

twaalf voormalig SLMA leden bijeen. Vijf van hen zijn als<br />

stuurgroep de kar gaan trekken om de SLMA weer tot<br />

een bruisende vereniging maken. Maar ik wist dat het<br />

tijd zou kosten, want ze hadden helemaal niets.”<br />

In 2009 is de SLMA gekoppeld als twin aan de <strong>KNOV</strong>.<br />

En zoals U heeft kunnen lezen zijn er veel activiteiten<br />

geweest om de SLMA te ondersteunen. Vooral door<br />

middel van workshops heeft de <strong>KNOV</strong> ondersteuning<br />

geboden om leiderschapskwaliteiten te ontwikkelen. Ook<br />

zijn leden van de SLMA individueel gekoppeld aan <strong>KNOV</strong><br />

leden, ”twin to twin”. Door de korte, directe lijnen van<br />

deze persoonlijke relatie, voelen de SLMA leden zich<br />

gesteund en gesterkt. De ICM heeft de SLMA tegelijkertijd<br />

financieel ondersteund om een kantoorruimte te huren<br />

en deze zo in te richten met tafels, stoelen, gordijnen en<br />

een computer met internet - die het soms doet - dat de<br />

SLMA hier kleine bijeenkomsten kan organiseren.<br />

Joan Shepherd: “ICM ondersteunt ons met de hardware<br />

en de <strong>KNOV</strong> met de software. Uiteindelijk hebben wij<br />

zelf de stap kunnen nemen om verkiezingen te houden.<br />

We hadden natuurlijk nooit kunnen hopen dat er zo veel<br />

leden op af zouden komen. Lang leve de SLMA!“<br />

Nieuw bestuur<br />

In november 2010 was er een workshop voor het nieuwe<br />

bestuur. Deze workshop stond onder de inspirerende leiding<br />

van Dame Karlene Davis. In deze workshop is eerst<br />

gekeken naar de verschillende vormen van leiderschap.<br />

Er ontstonden prachtige vellen papier met daarop de<br />

kenmerken van leiders die de bestuursleden admireerden,<br />

zoals Nelson Mandela, Barack Obama en hun eigen<br />

president! Ook de verschillen tussen management en<br />

leiderschap kwamen aan bod. Dit zorgde voor een


natuurlijke overstap naar het nut en de noodzaak van<br />

het ontwikkelen van de statuten van de vereniging en<br />

een aantal interne protocollen voor lidmaatschap en<br />

financiële structuren. In februari 2011 wordt de volgende<br />

stap gemaakt in het ontwikkelen van deze managementstructuren.<br />

Inspirerend<br />

Het is inspirerend om te zien wat enkel het hebben van<br />

een vereniging van verloskundigen teweeg kan brengen.<br />

De vereniging bestaat nog maar net en direct al is er<br />

contact met het Ministerie van Volksgezondheid en krijgen<br />

ze ondersteuning van andere NGO’s. Verenigen betekent<br />

gezien worden, al zijn de stappen soms klein of zelfs op<br />

de korte termijn zelfs onzichtbaar. De weg is niet altijd<br />

gemakkelijk. Sierra Leone, en dus ook de SLMA, heeft<br />

dagelijks last van een corrupte en getraumatiseerde<br />

samen leving. Toch is het enthousiasme groot en authentiek.<br />

Dat is ook voor Nederlandse verloskundigen een<br />

belangrijke boodschap. In vereniging sta je sterk! ■<br />

Workshop over bestuur en de<br />

Op 16 en 17 november 2010 had ik het genoegen<br />

om een workshop te mogen geven over<br />

bestuur aan de Sierra Leone verloskundigen<br />

vereniging in Freetown. Zestien verloskundigen<br />

waren aanwezig, voornamelijk de nieuwe<br />

bestuursleden en de voorzitter van de SLMA.<br />

Het was de bedoeling om beleid te ontwikkelen<br />

op het gebied van statuten, lidmaatschap<br />

en financiële transparantie. Toch was het<br />

belangrijk om eerst de context van de SLMA<br />

te analyseren. Daarvoor moesten we als groep<br />

op ontdekkingsreis; wat is het verschil tussen<br />

leiderschap en bestuur? Welke processen zijn<br />

nodig om besluiten te maken? Wat hebben<br />

we nodig voor een goede implementatie en<br />

evaluatie van nieuw beleid? Het werd een<br />

boeiende reis!<br />

De bestuursleden waren gretig en discussieerde met een<br />

groot enthousiasme. Hun motivatie om te leren was<br />

INTERNATIONAAL<br />

ontwikkeling van eerste SMLA beleid<br />

Dr. Dame Karlene C Davis D.B.E. – Vertaling:Franka Cadee<br />

Joan Shepherd, voorzitter SMLA en twin<br />

duidelijk in hun reacties en de toepassing van hun nieuw<br />

verworven kennis op SLMA. Er werden vele vragen ter<br />

verduidelijking gesteld. Grote nadruk werd gelegd op het<br />

ontwikkelen van beleid vanuit de SLMA visie en missie.<br />

Deze zijn:<br />

Visie<br />

De SLMA ziet een toekomst met verloskundigen verenigd<br />

tot een autonome en wettelijk beschermde professie<br />

met een positief imago en onderdeel van een bruisende<br />

zelfstandige organisatie.<br />

*(SLMA envision a future where midwives are unified,<br />

autonomous legally protected experts, with a positive<br />

public image and belonging to a vibrant independent<br />

association.)<br />

Missie<br />

Het creëren van een platform waar we kennis en vaardigheden<br />

delen. Een platform waar we onze complementaire<br />

kracht delen om zo de innerlijke drijfveren en het imago<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

53


INTERNATIONAAL<br />

van verloskundigen in de maatschappij te vergroten, met<br />

uiteindelijk doel een om sterke verloskundige organisatie<br />

op te bouwen om samen te kunnen streven naar veilig<br />

moederschap.<br />

*(To provide a platform where we share knowledge and<br />

skills; we share complementary strengths to raise the<br />

morale and image of midwives within society and<br />

build/strengthen vibrant midwives associations in order to<br />

advocate for safe motherhood.)<br />

Zoals ik het zie, zijn verloskundigen in Sierra Leone<br />

onderdeel van de verloskundige wereldfamilie.<br />

<strong>Verloskundige</strong>n zijn wereldwijd verbonden door hun<br />

gemeenschappelijk doel: het verbeteren van de gezondheid<br />

en het welzijn van moeders, pasgeborenen en uiteindelijk<br />

het gezin. Het is van groot belang dat de verloskundigen<br />

in Sierra Leone worden ondersteund in hun<br />

ontwikkeling ter verbetering van de geboortezorg en<br />

diensten voor moeders en de pasgeborene. Ook is het<br />

belangrijk om de emancipatie van de SLMA verloskundigen,<br />

een onderdeel van hun missie, te ondersteunen.<br />

“We hope to continue this work as the Midwives in<br />

SLMA are keen to keen to benefit from the enrichment<br />

which comes from exchanging ideas with other midwives<br />

and learning new concepts which are not a part of their<br />

everyday experience.”<br />

Dit project brengt een verrijking die de SLMA verlos -<br />

kundigen moed geeft. Maar niet alleen voor SLMA, dit<br />

geldt ook voor de <strong>KNOV</strong>! Ieder komt in aanraking met<br />

nieuwe concepten die geen deel uitmaken van de<br />

dagelijkse ervaringen. De International Confederation<br />

of Midwives (ICM) zien dit project als een voorbeeld van<br />

“good practise”. De <strong>KNOV</strong> en SLMA hebben met dit<br />

project een voorbeeldfunctie voor onze wereldwijde<br />

verloskundige familie. ■<br />

In de schuur aan de balloërweg 1 te Loon<br />

Op zaterdag 11 december van 11.00~17.00 uur<br />

TE KOOP:<br />

Kerstkaarten<br />

Kerstkransen<br />

Handgemaakte kerstversieringen<br />

Tassen<br />

Sieraden<br />

Zeepjes<br />

schilderijen<br />

Kniepertjes<br />

En nog veel meer!!<br />

Ook is het mogelijk om make-up advies te krijgen, je nagels te laten behandelen en een<br />

workshop te volgen. (Voor de workshop is opgave vooraf nodig, je maakt dan een<br />

kerstboompje op stenen voet zie ook www.crea4all.nl)<br />

Tevens verkrijgbaar en warm aanbevolen:<br />

koffie, thee , warme chocolademelk<br />

koek en gebak<br />

snert, pannenkoeken enzovoort<br />

54 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

Onze kerstmarkt ten bate van<br />

Sierra Leone bracht € 3.000,op.<br />

Naast Sierra Leone vroegen<br />

we aandacht voor moedersterfte<br />

(Millenniumdoel 5), verkochten<br />

we mutjes met 'Here I am' en<br />

White Ribbon armbandjes en<br />

speldjes.<br />

Groeten uit Loon,<br />

Yvonne Ossentjuk & Irma Bax<br />

Dr Dame Karlene C. Davis D.B.E.<br />

Karlene Davis is een zeer ervaren leider en manager.<br />

Ze is opgeleid als verloskundige in de jaren 60,<br />

kwalificeerde zich als docent en werd uiteindelijk<br />

de Chief Executive en secretaris-generaal van het<br />

Koninklijk College van <strong>Verloskundige</strong>n in het<br />

Verenigd Koninkrijk (VK). Dame Karlene is een van<br />

de meest geprezen zwarte vrouwen in de gezondheidszorg<br />

in het Verenigd Koninkrijk en zij was de<br />

eerste vrouwelijke zwarte vakbondsleider van het<br />

land. Gedurende haar vier decennia durende professionele<br />

carrière heeft zij op het hoogste niveau<br />

verloskundig beleid beïnvloedt, zowel in het<br />

Verenigd Koninkrijk als internationaal. Van 2005-<br />

2008 was ze de president van de Internationaal<br />

Confederation of Midwives (ICM).<br />

Tijdens haar carrière heeft Karlene een breed palet<br />

aan kennis en vaardigheden opgedaan. Zij heeft<br />

eredoctoraten van acht universiteiten!<br />

In 2001 werd Karlene door Queen Elizabeth<br />

benoemd als Dame Commander of the British<br />

Empire.


Groeten uit Italië<br />

Ik schrok er van: het is meer dan een jaar geleden dat jullie<br />

tijdschrift een oproep plaatste voor een verloskundige die<br />

mij zou willen bijstaan tijdens mijn bevalling! We kregen<br />

een paar heel enthousiaste en fijne reacties na de oproep<br />

in jullie tijdschrift. Ik merkte aan die reacties dat de verloskundigen<br />

die reageerden ontzettend begaan waren en<br />

een passie hadden voor hun vak. Echt heel bijzonder.<br />

Allereerst kan ik zeggen dat de bevalling uitermate goed<br />

verlopen is, en thuis, zoals we gehoopt hadden en<br />

geheel zonder complicaties!<br />

Uiteindelijk hebben we twee particulier werkende verloskundigen<br />

gevonden uit Italië. Via een forum zijn we in<br />

contact gekomen. In het ziekenhuis waren ze onbekend,<br />

of mochten ze niet genoemd worden, dat weet ik niet.<br />

In ieder geval was het niet vanzelfsprekend iemand te<br />

vinden die ons kon helpen bij een thuisbevalling, vandaar<br />

ook dat ik contact heb gezocht met jullie tijdschrift.<br />

Maar toen de mogelijkheid zich voordeed, hebben we<br />

gekozen voor deze Italiaanse verloskundigen. Puur omdat<br />

we dan zeker wisten, dat mochten er zich complicaties<br />

voordoen, er in communicatie, zeker op technisch vlak,<br />

geen problemen zouden ontstaan.<br />

Ze moesten wel van ver komen: ruim 200 km van ons<br />

vandaan (Imperia-Sarzana)! En aangezien ze particulier<br />

werkten, werd niets vergoed door de verzekering. Het<br />

was dan ook een kostbare bedoeling (zo'n € 2.500,-),<br />

Van: Rebekka Visser<br />

Aan: Wil van Veen<br />

Goedemorgen Wil, Heb je nog suggesties voor een brede<br />

verspreiding van deze mail, onder collegae en overigen?<br />

Het zou geweldig zijn als echt duizenden mensen deze<br />

petitie tekenden, vooropgesteld dat er zoveel draagvlak<br />

voor is natuurlijk…<br />

Van: Wil van Veen<br />

Aan Rebekka Visser<br />

Beste Rebekka, Prima initiatief, maar er is ook tegengeluid.<br />

En ik moet met alle nuanceringen rekening houden. Men<br />

valt vooral over het begrip 'vroedvrouwenradicaal'. Dat<br />

schrikt mensen af, want radicaal heeft geen ruimte voor<br />

nuancering. Het tijdschrift voor januari is bijna klaar<br />

FORUM<br />

maar in negen maanden kun je wat sparen. En ik wilde<br />

per se thuis bevallen!<br />

De begeleiding was fantastisch: deze twee verloskundigen<br />

werkten als team, ook al omdat kraamhulpen hier onbekend<br />

zijn. Dit was ook, vertelden ze mij later, omdat ze<br />

los van het ziekenhuis werken, dus niet zo'n nauwe<br />

samenwerking kennen zoals in Nederland, en twee weten<br />

meer dan één! Na de bevalling is één verloskundige nog<br />

bijna een week bij ons gebleven, om nazorg en ondersteuning<br />

te kunnen bieden. Aangezien ze zo ver weg<br />

woonden, was dit het meest praktische en het was<br />

bovendien een hele prettige ervaring. ■<br />

Joelle Renders<br />

Onderteken de petitie!<br />

(laatste correcties) en zit eigenlijk vol. Mocht de redactie<br />

toch nog iets willen met jouw verklaring, dan moet ik<br />

schuiven.<br />

Van: Rebekka Visser<br />

Aan: Wil van Veen<br />

Als mensen lezen wat ik schrijf, vragen ze: waarom<br />

noem je het radicaal, wat jij schrijft is helemaal niet<br />

radicaal, het is ontzettend 'basic'. En dat is ook zo, vind<br />

ik zelf. Maar 'wij' verloskundigen hebben in de afgelopen<br />

jaren een dermate grote beweging gedaan richting<br />

'nuancering', en richting 'erbij horen', dat het nog een<br />

jaartje duurt en het is gedaan met de zelfstandige<br />

vroedvrouw.<br />

En dat, Wil, is geen radicale tekst maar ernstige toekomst-<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

55


muziek als 'we' niet wat meer stelling durven nemen. Mijn<br />

blog radicaal noemen, is dus bedoeld om hierover aan het<br />

denken te zetten en dat lukt ook erg goed volgens mij. Het<br />

is opvallend hoeveel verlos kundigen deze petitie tekenen.<br />

Het is jammer als mensen afgeschrikt worden door het<br />

woord 'radicaal', als ze denken dat er dan geen ruimte is<br />

voor nuancering. Maar laten we wel wezen: je moet eerst<br />

heel goed weten waar je voor stáát, voordat je ruimte<br />

maakt voor nuancering. Dat geldt in het leven op meer<br />

vlakken. Misschien mag hij in de online nieuwsbrief?<br />

Van: Wil van Veen<br />

Aan: Rebekka Visser<br />

OK, je hebt me overtuigd. En die online nieuwsbrief?<br />

IK ga m’n best doen!<br />

Petitie<br />

Wij, alle vrouwen die stáán voor recht op eigen beschikking<br />

over lichaam en kind(eren) constateren:<br />

• Het recht op het maken van autonome keuzes is van<br />

groot belang, juist voor aanstaande moeders.<br />

56 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

FORUM<br />

Te koop aangeboden<br />

Leuke verloskundigenpraktijk in het<br />

midden van het land, nabij de<br />

Koninklijke Kroondomeinen.<br />

Gemiddeld aantal inschrijvingen over de<br />

afgelopen 3 jaar: ca.240 inschrijvingen per jaar.<br />

Gemiddeld aantal zorgeenheden over de<br />

afgelopen 3 jaar: ca.160 zorgeenheden per jaar.<br />

Achterwachtregeling met collegae uit andere<br />

praktijk.<br />

Goede samenwerking met de 2 e lijn.<br />

Serieuze belangstellenden kunnen mailen,<br />

met naam, adres en telefoonnummer naar<br />

hermitage@live.nl.<br />

Reacties zullen vertrouwelijk behandeld worden<br />

en belangstellenden kunnen een snelle reactie<br />

verwachten.<br />

De cliënt centraal, maar dan echt!<br />

• Hen onder druk zetten met angst voor risico's voor hun<br />

ongeboren kind is onethisch en contraproductief.<br />

• Bovendien is het nut van toegenomen controle niet<br />

bewezen. Wél is bewezen dat het leidt tot meer onnodige<br />

ingrepen bij de moeder.<br />

• Vrouwen zijn verantwoordelijker dan veel zorgverleners<br />

denken. Hier moet naar worden geluisterd.<br />

en verzoeken<br />

• Garantie dat wettelijk gezien de eindverantwoordelijkheid<br />

voor het welzijn van haarzelf én haar kind bij de<br />

moeder ligt.<br />

• Garantie dat vrouwen een eerlijke keus krijgen als het<br />

gaat om plaats van bevalling, waarbij vrouwen zelf<br />

stem krijgen over het afwegen van risico's.<br />

• Garantie dat zorgverleners de organisatie van de zorg<br />

aanpassen aan de behoeften van de vrouw, in plaats<br />

van andersom.<br />

Teken vandaag nog de petitie, want het moet echt anders<br />

in Nederland! www.atonomezwangeren.petities.nl<br />

Hartelijke groet van Rebekka Visser. ■<br />

Wordt jij onze nieuwe collega?<br />

Wij zijn op zoek naar een 4e collega die ons team<br />

kan komen versterken voor 2 dagen in de week.<br />

Onze praktijk:<br />

• is geautomatiseerd met Orfeus<br />

• heeft een praktijkassistente<br />

• heeft een prima samenwerking met 1e- en 2e-lijn.<br />

• heeft meerdere spreekuurlokaties<br />

• heeft ongeveer 340 zorgeenheden per jaar<br />

Ben jij die enthousiaste flexibele verloskundige<br />

die wil werken in een gezellige praktijk met de<br />

mogelijkheid om in vaste dienst te komen?<br />

Reageer dan snel!<br />

Voor meer informatie:<br />

Bel of mail Silvia Ramakers 06-30558985 of<br />

poppie.ent@online.nl<br />

www.verloskundigen-poppie.nl<br />

Sollicitaties met CV zien wij graag tegemoet.


Media<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Magazine<br />

Hyperemesis<br />

Gravidarum<br />

<br />

<br />

<br />

Het magazine van Steunpunt<br />

Hyperemesis Gravidarum (HG) is<br />

bedoeld om informatie over HG te<br />

verspreiden en zo meer bekendheid<br />

aan deze ziekte te geven waardoor<br />

vrouwen eerder aan de bel trekken<br />

met ernstige misselijkheid en zo<br />

beter en eerder geholpen kunnen<br />

worden. Het magazine is ook<br />

bedoeld meer bewustzijn te creëren<br />

bij zorgverleners over deze ziekte.<br />

Vrouwen met HG hebben toch nog<br />

vaak het gevoel alleen te staan en<br />

niet de juiste hulp van hun zorg -<br />

verleners te krijgen.<br />

Bekijk ook onderstaande sites:<br />

www.steunpunthg.nl/index.php<br />

www.zwangerenmisselijk.nl/index.php<br />

De kraamtijd,<br />

Jouw kraamboek<br />

Met ‘De kraamtijd, Jouw kraamboek’<br />

biedt Judith Hoogstra praktische<br />

handvatten voor aanstaande of<br />

kersverse vaders en moeders. Judith<br />

heeft voor het boek geput uit meer<br />

dan tien jaar ervaring als kraam -<br />

verzorgster en deelt op meer persoonlijk<br />

niveau haar ervaringen als<br />

moeder van twee kinderen. Het boek<br />

is makkelijk leesbaar en voorzien<br />

van vele foto's, tips en adviezen.<br />

<strong>Verloskundige</strong> Marike Goudswaard<br />

zegt over het boek: “Ik heb het<br />

boek in één adem uitgelezen.<br />

Ingewikkelde problemen worden<br />

helder en voor iedereen begrijpelijk<br />

beschreven. Ik vind het leuk om alle<br />

ervaringen van Judith, thuis en in<br />

haar werk als kraamverzorgster, te<br />

lezen. Hierin laat ze zien dat voor<br />

elk kind een ander advies het goede<br />

advies kan zijn en dat er dus meerdere<br />

wegen naar Rome zijn.”<br />

Titel: De kraamtijd, jouw<br />

kraamboek<br />

Auteur: Judith Hoogstra<br />

Bestellen: www.dekraamtijd.nl<br />

Prijs: € 17,50<br />

BERICHTEN<br />

Vroedvrouw tegen<br />

wil en dank<br />

De roman over het leven van<br />

Catharina Schrader, geschreven<br />

door Tineke de Jager van der Zee,<br />

kunt u bestellen door € 15,- over te<br />

maken op rekening nummer<br />

38.44.95.141 t.n.v. CSS te Bussum<br />

onder vermelding van uw naam en<br />

adres. Voor <strong>KNOV</strong>-leden geldt een<br />

ledenprijs van € 5,-.<br />

Meer informatie: Thera van Erp,<br />

06 206 159 1<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

57


TvV Next<br />

Geen verbod gevaarlijke stof<br />

in babyflessen en fopspenen<br />

In babyflessen zit de gevaarlijke stof Bisphenol-A verwerkt.<br />

BP-A is een hormoonactieve substantie die volgens<br />

onderzoeken tumoren en kanker kan veroorzaken.<br />

De stof komt vrij wanneer de fles verwarmd wordt.<br />

Andere onderzoeken concluderen dat BP-A in kleine hoeveelheden<br />

niet schadelijk is. De Europese Commissie<br />

heeft vastgesteld dat de stof schadelijk is voor de ontwikkeling<br />

en het immuunsysteem van jonge kinderen. BP-A<br />

is daarom vanaf 1 juni 2011 in de Europese Unie verboden.<br />

De Nederlandse pers heeft (nog) niet veel aandacht<br />

besteed aan dit verbod en nog niet alle fabrikanten hebben<br />

gehoor gegeven aan het verbod. In andere landen<br />

zoals Canada en Denemarken is de stof al langer verboden<br />

en zelfs ook in producten voor kinderen van 0-3 jaar.<br />

Als alternatief kan polyamide worden gebruikt. Dit is<br />

echter een duurdere stof. Bibi, het dochterbedrijf van<br />

Zwitsal, is reeds begonnen met de productie van flessen<br />

en spenen met het duurdere alternatief, pleit er nu voor<br />

dat het EU-verbod wordt uitgebreid naar fopspenen en<br />

andere babyproducten.<br />

In Nederland proberen grote merken het EU-verbod af te<br />

doen als overbodig. Zo schrijft Difrax op haar website dat<br />

het besluit een politieke beslissing is die alleen maar<br />

onrust creëert bij ouders. Volgens Difrax is het niet nodig<br />

flessen van polycarbonaat - en dus met BPA- in de ban te<br />

doen omdat ze absoluut veilig zijn.<br />

JGZ Captise; 1 december, 2010<br />

Perinatale sterfte daalt<br />

Het Nationaal Kompas Volksgezondheid maakt melding<br />

van een daling in het Perinatale sterfte cijfer. Het<br />

Nationaal Kompas Volksgezondheid is een website<br />

met onafhankelijke en wetenschappelijk onderbouwde<br />

informatie over de staat van de volksgezondheid in<br />

Nederland. Het bevat meer dan 200 onderwerpen, die<br />

doorlopend geactualiseerd worden.<br />

Het Kompas is een coproductie van het RIVM met een<br />

groot aantal Nederlandse (kennis)instituten en bestaat<br />

dit jaar tien jaar.<br />

Het RIVM geeft hierover regelmatig een nieuwsbrief uit.<br />

In de laatste nieuwsbrief wordt vermeldt dat de perinatale<br />

sterfte in Nederland daalt, ondanks een toename van de<br />

meeste risicofactoren voor perinatale sterfte. Deze daling<br />

is niet direct verklaarbaar door een daling van risicofactoren<br />

zoals leeftijd of afkomst van de moeder. Het aandeel<br />

58 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

BERICHTEN<br />

geboorten bij oudere moeders (35+) en bij niet-westers<br />

allochtone moeders is in de periode 2000-2005 licht<br />

gestegen. Alhoewel het percentage rokende zwangeren<br />

wel afneemt, stijgen de overige risicofactoren voor<br />

moedersterfte nog steeds. Er zijn meer oudere vrouwen<br />

en vrouwen van allochtone afkomst. De groep obese<br />

zwangeren en zwangeren met een chronische aandoening<br />

neemt eveneens toe. Via de website kunt u zich<br />

gratis abonneren op de nieuwsbrief.<br />

Figuur 1: Trends in de perinatale sterfte (≥ 24 weken of<br />

28 weken) a en in de zuigelingensterfte b in de periode<br />

1980-2009 c (Bron: CBS StatLine)<br />

www.nationaalkompas.nl. Nieuwsbrief no. 45<br />

Leidse onderzoekers ontdekken<br />

genen essentieel voor vorming<br />

van gezicht<br />

Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch<br />

Centrum hebben twee nieuwe genen ontdekt die essentieel<br />

zijn bij de vorming van het gezicht in de embryonale<br />

fase. De twee nieuwe genen kunnen verantwoordelijk<br />

zijn voor het Treacher Collins-syndroom. Ze publiceerden<br />

erover in het toonaangevend medisch tijdschrift Nature<br />

Genetics van 5 december 2010. Het Treacher Collinssyndroom<br />

is een genetisch dominante aandoening met<br />

een prevalentie van 1: 50.000. Het syndroom gaat<br />

gepaard aan een misvormd gezicht en functionele beperkingen<br />

als gehoor- en slikproblemen. In de verdere ontwikkeling<br />

van het lichaam spelen de ontdekte genen<br />

(POLR1D en POLR1C ) een kleinere rol. Hierdoor zijn<br />

patiënten met Treacher Collins verder fysiek en mentaal<br />

gezond.<br />

www.nieuws.leidenuniv.nl


Thuisbevallingen daalt:<br />

Engelse verloskundige<br />

organisatie roept op tot meer<br />

keuzevrijheid<br />

Het aantal thuisbevallingen in Engeland en Wales is licht<br />

gedaald van 2,9% (2008) naar 2,7% (2009) volgens de<br />

laatste cijfers van het Office of National Statistics (ONS).<br />

De voorzitter van de Engelse verloskundige organisatie<br />

(RCM) Cathy Warwick, zegt hierover: “Ook als is het<br />

maar klein, de daling is een echte teleurstelling. De cijfers<br />

suggereren onvoldoende keuzevrijheid voor vrouwen. Zij<br />

verdienen een beter beleid van hun overheid. Ik maak<br />

me ernstig zorgen over de toenemende werkdruk onder<br />

verloskundigen waardoor de keuzevrijheid voor vrouwen<br />

wordt beperkt. Het is van groot belang dat we nagaan<br />

waarom de cijfers zo zijn.” Zij zei ook dat in een aantal<br />

regio’s de thuisbevalling juist wel goed mogelijk is. Zelfs<br />

in gebieden met sociale achterstand, waar je dit niet zou<br />

verwachten. Deze regio’s zouden een voorbeeldfunctie<br />

moeten hebben.<br />

Over het algemeen daalde het Engelse geboortecijfer<br />

eveneens met 0,3%. Het aantal geboortes in Engeland<br />

en Wales bedroeg 706.248 in 2009.<br />

www.rcm.org.uk, december 2010<br />

Jonge vrouwen hoger<br />

opgeleid dan jonge mannen<br />

Jonge vrouwen tussen de 25 en 34 jaar zijn gemiddeld<br />

hoger opgeleid dan jonge mannen. Van de vrouwen in<br />

deze leeftijdsgroep had 42% een hoge opleiding in 2009<br />

tegenover 36% van de mannen. Onder mensen van<br />

55-64 jaar is er nog een groot verschil in opleidings -<br />

niveau tussen mannen en vrouwen; 16% van de vrouwen<br />

is hoogopgeleid tegenover 31% van de mannen In de<br />

totale bevolking van 25-64 jaar was in 2009 het aandeel<br />

hoogopgeleide mannen groter dan het aandeel hoog -<br />

opgeleide vrouwen (respectievelijk 34% en 30%).<br />

CBS StatLine, 2010<br />

Screening voor postnatale<br />

depressie bij consultatie van<br />

het kind<br />

Een comité van de Amerikaanse vereniging voor pediatrie<br />

(AAP) adviseert om tijdens consultaties van pasgeborenen<br />

ook de moeder te screenen op postnatale depressie. De<br />

richtlijn bevat concrete tips voor huisartsen en pediaters.<br />

Depressie komt voor bij 5-25% van de zwangere vrou-<br />

BERICHTEN<br />

wen. Het betreft een spectrum van ‘baby blues’ (waarbij<br />

50-80% van de moeders de eerste dagen na de bevalling<br />

stemmingsschommelingen ervaren) tot ernstige depressie<br />

of zelfs psychose. Het risico neemt toe wanneer er sprake<br />

is van een voorgeschiedenis van depressie of bipolaire<br />

stoornis, het voorkomen van depressie in de familie,<br />

alcoholmisbruik, bij tienermoeders en in gezinnen met<br />

een lager inkomen (risico 40-60%). Depressie komt ook<br />

voor bij ca. 6-8% van de vaders.<br />

Depressie bij een ouder kan de relatie tussen kind en<br />

ouder grondig verstoren, met negatieve gevolgen voor<br />

de hechting en de cognitieve en sociaal-emotionele<br />

ontwikkeling van het kind. Depressieve moeders geven<br />

ook minder borstvoeding.<br />

Artsen in de eerstelijn kennen de gezinssituatie vaak het<br />

best en zijn daarom het best geplaatst voor screening<br />

naar depressie.<br />

De AAP stelt voor om de zogenaamde Edinburgh Postnatal<br />

Depression Scale te gebruiken bij de eerste screening.<br />

Het betreft een lijst met 10 vragen die de moeder zelfs<br />

vooraf kan invullen. Bij een score van 10 of meer of een<br />

positief antwoord op vraag 10 (zelfmoordgedachten) is<br />

de screening positief. Bij een score boven de 20 kan een<br />

crisisinterventie aangewezen zijn. In een latere fase kan<br />

een screeningsmethode met 2 vragen gebruikt worden,<br />

zoals: “In de afgelopen 2 weken…<br />

1. Heb je je depressief, neerslachtig of hopeloos gevoeld?<br />

2. Heb je weinig interesse of plezier in activiteiten?<br />

Eén ja-antwoord is een positieve screeningstest. Bij de<br />

preconceptionele consultatie kunnen risicogezinnen<br />

worden opgespoord voor intensievere opvolging.<br />

gezondheid.be<br />

Werkgroep ‘Positie eerstelijns<br />

verloskunde’ opgericht<br />

Studenten, staf en docenten van de Verloskunde<br />

Academie Amsterdam hebben in november een<br />

informele werkgroep opgericht om de <strong>KNOV</strong> van<br />

praktische adviezen te voorzien in “stormachtige tijden”.<br />

De publicatie van de UMCU-studie en de daarop volgende<br />

mediahausse vraagt veel van onze beroepsvereniging en<br />

de werkgroep wil haar daar graag in ondersteunen. Zo<br />

heeft ze adviezen geformuleerd over berichtgeving op de<br />

website van de <strong>KNOV</strong>, over een uniforme brief naar alle<br />

cliënten en over een gezamenlijke reactie van <strong>KNOV</strong> en<br />

NVOG. De werkgroep heeft haar adviezen gebundeld in<br />

een brief naar Angela Verbeeten. Deze brief is in zijn<br />

geheel te lezen op de website van de VAA:<br />

www.verloskunde-academie.nl. ■<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

59


Congres en Cursus<br />

Uitgebreide informatie over de in dit overzicht opgenomen cursussen, congressen en symposia vindt u op de website van Kennispoort Verloskunde:<br />

www.kennispoort-verloskunde.nl of op de in de tekst aangegeven websites.<br />

60 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

BERICHTEN<br />

CONGRES/CURSUS DATUM PLAATS INFO ACCREDITATIE KOSTEN (€)<br />

Communicatietraining Praktijkassistenten 11-01-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl<br />

Van wieg tot graf: ethische dilemma’s in gezondheidszorg 11-01-2011 A’dam, Rode Hoed<br />

Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' 13-01-2011 Zwolle www.praktijkondernemer.nl 8 uur, A08-78 235,-<br />

Kinderwensspreekuur; Preconceptiezorg 17-01-2011 / 09-02-2011 Eindhoven www.av-m.nl 16 uur, A10-060<br />

1,5 uur, D06-01 vrije keuze 500,-<br />

Waterbirth, B. Harper 17-02-2011 A’dam www.oerbronworkshops.webklik.nl<br />

Evidence Based Medicine 18-01-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 3,5 uur, A10.024 160,-<br />

Basiscursus CAVE!, 1-daags 18,19,20-01 Boxmeer www.acuteverloskunde.nl 10,5 uur 335,-<br />

Obesitas 21-01-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4,5 uur, A09-074 175,-<br />

Workshop Watergeboorte 21-01-2011 Amsterdam, bevalcentrum West www.oerbronworkshops.webklik.nl 25,-<br />

Symposium 'praktijkgericht onderzoek in de verloskunde' 21-01-2011 Hogeschool Rotterdam www.hro.nl<br />

Embracing Birth 23-01-2011 Bussum www.oerbronworkshops.webklik.nl 15,-<br />

Transculturele zorg voor 1ste lijn 25-01-2011 Amsterdam www.talmor.nl 5,5 uur 165,-<br />

Efficiënt administratie voeren 26-01-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl A 10-071 105,- excl. BTW<br />

Ik zie iets bij uw kindje ….. 28-01-2011 De Reehorst, Ede www.scem.nl<br />

Actualiteitencursus Voortplanting 28-01-2011 A’dam www.marktwo.nl aangevraagd 225,00<br />

Public health and midwifery 31-01 t/m 08-02 Distance learning www.av-m.nl 500, per module<br />

Implementing innovation in midwifert practice 31-01 t/m 08-02 Distance learning www.av0m.nl 500, per module<br />

Pathologie kraambed moeder en kind 01-02-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4,5 uur, A09-033 175,-<br />

Efficiënt administratie voeren 01-02-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl A10-070 105,- excl. BTW<br />

Symposium Shared decision making: duel of duet? 02-02-2011 Geldmuseum Utrecht www.cbo.nl 275,-<br />

Basiscursus CAVE!, 1-daags 5,8,9 en 10-02-2011 Boxmeer www.acuteverloskunde.nl 10,5 uur 335,-<br />

Triage; pijn tijdens de zwangerschap 08-02-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 155,-<br />

Praktijkorganisatie 09-02-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl 10-068 105,- excl. BTW<br />

Prenatale screening 10-02-2011 / 17-02-2011 R’dam www.va-r.nl 7 uur 395,-/197,50<br />

525, beide dagen<br />

Congres Obstetrie & Neonatologie 10,11-02-2011 Veldhoven www.obneo.nl aangevraagd 130,-<br />

Cursus stagewerkbegeleiding 11-02-2011 / 25-02-2011 AV Maastricht www.av-m.nl 16 uur geen<br />

18-03-2011 / 08-04-2011<br />

Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' 11-02-2011 Zwolle www.praktijkondernemer.nl 8 uur, A08-78 235,-<br />

Vaardigheid hechten 14-02-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 4 uur, A10-083 225,-<br />

Vaardigheidstoets stuit en reanimatie 15-02-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4 uur, B09-035 100,-<br />

Obesitas 15-02-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 4,5 uur, A09-074 175,-


BERICHTEN<br />

Dag van de assistent 15-02-2011 Pollux, Amsterdam www.talmor.nl 165,- /150,-<br />

De 2e Noordelijke eerstelijnsdag 16-02-2011 Congrescentrum, Drachten www.eerstelijnsdag.nl<br />

Dag van de assistent 17-02-2011 Openluchtmuseum, Arnhem www.talmor.nl 165,- / 150,-<br />

Intracutaan hechten 17-02-2011 Eindhoven www.av-m.nl 2,5 uur, A08-001 220,- / 200,-<br />

Praktijkhouder als werkgever 17-02-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl A 10-069 210,- excl. BTW<br />

Midwifery Science: keeping women at xentre of care 17-02-2011 Rosarium, A’dam www.poag.nl 75,-<br />

Workshop Rebozotechniek 18-02-2011 Culemborg theavantuyl@hotmail.com 120,-<br />

Perinatale sterfte;inzicht in recente onderzoeken 18-02-2011 Nijmegen www.av-m.nl 145,/135,-<br />

Baringspijn van neurowetenschappelijk perspectief 25-02; 04-03; 21-03-2011 Haarlem www.stichtingiton.nl 16 uur / 5 uur 550,-<br />

Scholing CTG beoordeling en interpretatie 01-03-2011 A’dam www.vrouwenzorg.nl 129,-<br />

<strong>KNOV</strong>: EBM voor ITV groepsleden 01-03-2011 Maastricht www.av-m.nl 3,5 uur Gratis voor leden<br />

PSIE en hielprik 01-03-2011 A’dam www/rivm.nl<br />

Vaardigheid hechten 07-03-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4 uur, A10-083 225,-<br />

Uitwendige versie 07-03-2011 / 11-04-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 16 uur, A09-128 1650,-<br />

09-05-2011<br />

Save’r acute verloskunde 08-03-2011 Eindhoeven www.medsim.nl 7 uur 675,-<br />

De kracht van begeleiding 08-03-2011 / 22-03-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 16 uur, A09-098 500,-<br />

Een goed begin, een goed vervolg 09-03-2011 Eindhoven www.medsim.nl 8,5 uur 325,-<br />

PSIE en hielprik 10-03-2011 Utrecht www/rivm.nl<br />

Stage- en werkbegeleiding 11-03-2011 / 05-04-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 16 uur, A09-202; 6 uur, D06-11 geen<br />

Miskraam en herhaalde miskraam 11-03-2011 Ede www.scem.nl 165,/185,-<br />

Ergomotion 14-03-2011 A’dam www.talmor.nl aangevraagd 100,-<br />

Ergomotion voor VK en kraamverzorgenden 14-03-2011 / 22-03-2011 Amsterdam www.talmor.nl 3 uur<br />

29-03-2011<br />

Evidence Based Medicine 14-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 3,5 uur, A10.024 160,-<br />

PSIE en hielprik 15-03-2011 Arnhem www/rivm.nl<br />

Vaardigheidstoets schouderdystocie en fluxus 15-03-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 3,5 uur, B10-014 100,-<br />

Triage; prenatale diagnostiek en bloedverlies 15-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 155,-<br />

Praktijkassistentes: pijn en bloedverlies Scholingsdag II 16-03-2011 Nijmegen www.av-m.nl 170,-/155,-<br />

EMB voor toesgroepbegeleiders 16-03-2011 R’dam www.va-r.nl 3,5 uur geen<br />

Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' 17-03-2011 Zwolle www.praktijkondernemer.nl 8 uur, A08-78 235,-<br />

Zwangerschap en oncologie 17-03-2011 Reehorst, Ede www.scem.nl 159,/179,-<br />

Calamiteitentraining 18-03-2011 AVAG Amsterdam. www.verloskunde-academie.nl 6 uur, B09-038 225,-<br />

Kinderwensspreekuur: verloskundigen geven preconceptiezorg 21-03-2011 / 04-04-2011 Eindhoven www.av-m.nl 16 uur, A10-060; 5 uur, D06-011 500,-<br />

Mio dagen 22-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 265,-<br />

PSIE en hielprik 22-03-2011 Tilburg www/rivm.nl<br />

Reanimatie volwassenen 22-03-2011 R’dam www.va-r.nl 6 uur 380,/360,-<br />

Post HBO basisopleiding echoscopie 22-03-2011 t/m 27-09-2011 Maastricht www.va-m.nl 16 uur, A07-126;<br />

30 uur, D07-004 2.500,/2.375,-<br />

Ergomotion 22-03-2011 A’dam www.talmor.nl aangevraagd 100,-<br />

MIO-dagen (Methodisch Intercollegiaal Overleg) 22-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 265,-<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

61


Personalia<br />

GEBOREN<br />

Guus, zoon van Laura Bakker en Adriaan Vugts, Prattenburg 19,<br />

3452 NN Vleuten<br />

Suze, dochter van Anoeska en Ruud Barten-van Vliet,<br />

Esdoornstraat 12, 4651 KN Steenbergen<br />

Siem, zoon van Jolien Dekker en Martijn Walraven, J.J. Smitstraat 4,<br />

4333 MJ Middelburg<br />

Ezra, zoon van Thirsa en Jasper de Graaf-van den Berg,<br />

Vondelstraat 125, 3314 BP Dordrecht<br />

Sebastien, zoon van Monique van Heumen en Jules Lavalaye,<br />

Burg. vd Voort van Zijplaan 63, 3571 VT Utrecht<br />

Hanna, dochter van Mirjam en Richard Holl, Herbergierstraat 22,<br />

4871 KR Etten-Leur<br />

Thiemen, zoon van Marleen en Gerben Huiting-Ras, Koraal 34,<br />

8271 KA IJsselmuiden<br />

Lize, dochter van Henriëtte en Alex van der Molen, Paardebloem 36,<br />

8265 MP Kampen<br />

Vera, Evelien en Anton van Roessel-van der Marck,<br />

Orseleindstraat 19, 5346 SJ Oss<br />

Annemijn, dochter van Susanne en Michiel Schoonderbeek-<br />

Wigmans, Kon. Julianalaan 17, 4205 RA Gorinchem<br />

Krijn, zoon van Anke Selles en Robert Noorlander,<br />

Ananasstraat 81, 2564 SN Den Haag<br />

Jonathan, zoon van Dineke en Jan-Jaap Snoep, de Brink 170,<br />

9723 AM Groningen<br />

Laurens, zoon van Femke en Marc Trouwborst-Karels,<br />

Nieuwe Kerkstraat 64a, 3054 NK Rotterdam<br />

Noud, zoon van Marloes van der Waal en Ben Rexwinkel,<br />

Fort Prinssen 4, 2926 VD Krimpen a/d Ijssel<br />

Beau, zoon van Maartje en Eric Welten, Jeruzalemweg 6,<br />

7443 TG Nijverdal<br />

Roos,dochter van Marloes Brundel en Björn Domhof,<br />

Kleuterstaat 29, 7136 LP Zieuwent<br />

Lize, dochter van Marije en Jorrit Immerzeel-Hup,<br />

Zuiderzeestraatweg 613, 8094 AP Hattemerbroek<br />

SECTOR NOORDOOST NEDERLAND<br />

Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010)<br />

Mw. L.M. Alberts, Dobbe 11, 9062 HD Oentsjerk – Asp<br />

Mw. S. Brandt, Petrus Driessenstraat 34, 9714 CC Groningen – Asp<br />

Mw. E. Dijkhof-Dalhuisen, Horthoekerweg 7d, 8167 LV Oene – Asp<br />

Mw. L. Damman, Johan de Wittstraat 8, 8121 ZN Olst – Asp<br />

Mw. S. Gravesteijn, Lommerlust 8, 3702 BV Zeist – Asp<br />

Mw. W. van de Heg, Schubertlaan 6, 7333 CV Apeldoorn – Asp<br />

Mw. E. Holtmaat, Torenstraat 17a, 9711 JK Groningen – Asp<br />

Mw. I. ten Hoonte, Sleedoorn 22, 7742 RK Coevorden – Asp<br />

Mw. M. Lieman, Prof. Lindeboomlaan 71, 3853 GJ Ermelo – Asp<br />

Mw. L. Meijer, Nooderspoorsingel 196, 9716 JC Groningen – Asp<br />

Mw. G. Melenberg, Kobbeflecht 8, 9254 AE Hurdegarijp – Asp<br />

62 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

BERICHTEN<br />

Mw. E.E. van der Molen, Walhof 2, 6915 AV Lobith, Asp<br />

Mw. M. Pijper, Stuurboordlaan 12, 9934 JN Delfzijl – Asp<br />

Mw. M. de Zee-Hoomans, Bouriciuslaan 52, 9203 PE Drachten – Asp<br />

Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2011)<br />

Mw. L. Brandes, Hoekerhof 26, 8862 PJ Harlingen - Asp<br />

Mw. S. Eising, Brinkstraat 37, 3741 AM Baarn - BL<br />

Mw. W. Meijer, Tiggelland 4, 6932 NL Westervoort – VID-zhs<br />

Mw. B. Prevoo, Spehornerbrink 63, 7812 KD Emmen – WN<br />

Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />

Mw. M. Bergers, Callunaplein 7, 6951 CM Dieren – VID-zhs<br />

Mw. A. van Dam, Plaggebaan 13a, 8075 PG Elspeet – VID-zhs<br />

Mw. R.H. Douwes, Dwerguil 20, 9781 RH Bedum - BL<br />

Mw. E. Huinink, Ludgerhof 4, 7131 EG Lichtenvoorde – WN<br />

Mw. S.C. Oost, Pijlkruid 2a, 7909 HK Hoogeveen – Asp<br />

Mw. B.van Putten-van Hemmen, Zonnedauw 1, 8471 WK<br />

Wolvega – VID-ep<br />

Mw. R. Repko, Schippersmeen 14, 3844 CR Harderwijk – VID-ep<br />

Mw. M.E. Soederhuizen, Grootakkers 42, 9502 GB<br />

Stadskanaal – VV-m<br />

Mw. J. Stevens, Kruittorenstraat 10c, 7126 BH Bredevoort – VID-zhs<br />

Mw. G. van Werkhoven, Altoenaestraat 11, 9076 BH<br />

St. Annaparochie – VID-ep<br />

Voortzetting lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />

Mw. P. Ijsseldijk, Nicolaasleane 3, 9086 CN Hempens – VV-m<br />

Mw. H.W. Wijma, Iepstraat 27, 9051 ST Stiens – VID-ep<br />

SECTOR NOORDWEST NEDERLAND<br />

Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010)<br />

De heer J. Albers, Vlietwijck 7, 2271 ES Voorburg – Asp<br />

Mw. D.G.M. van den Berg, Dinkgrevelaan 10, 2071 BP Santpoort-<br />

Noord – Asp<br />

Mw. M. van Buren, W.P. Speelmanweg 37, 2441 CB Nieuwveen – Asp<br />

Mw. M. Eskaros, Miquelstraat 27, 2522 KL Den Haag – Asp<br />

Mw. A.G.R.M. Groot, Agorahof 109, 8224 JH Lelystad – VID-g<br />

Mw. J.J.P. van der Linden, Binnenkant 29c, 1011 BJ Amsterdam – Asp<br />

Mw. I. Slagboom, Burg. Viezeelaan 10, 2959 CM Streefkerk – Asp<br />

Mw. L. van der Sluis, de Korverplantsoen 1, 2807 BW Gouda – Asp<br />

Mw. M. Veerman, Plutostraat 89, 1131 WC Volendam – Asp<br />

Mw. W. van der Zwan, Rijnsoever 137, 2221 PB Katwijk - Asp<br />

Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2011)<br />

Mw. S. Hoep, Westland 26, 1447 BB Purmerend - Asp<br />

Mw. M. Lub, Stuurboord 59, 1602 CC Enkhuizen – WN<br />

Mw. E. van der Mooren, Tintorettostraat 5 III, 1077 RM<br />

Amsterdam – Asp<br />

Mw. Y. Reijnen, Nassaukade 18-3, 1055 CH Amsterdam - Asp<br />

Mw. N.P.M. Starink, Hazepad 74, 3766 JV Soest - Asp<br />

Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />

Mw. S. Bakker, Doornenburg 22, 1965 BS Heemskerk – WN<br />

Mw. I. Jilleba, Weegbree 18, 3344 BK Hendrik Ido Ambacht – Asp


Mw. J.H.M. van Gasteren, N.W. Buitensingel 10d, 2518 PA<br />

Den Haag - BL<br />

Mw. M.M. de Groot, Clauslaan 13, 3761 CX Soest – Asp<br />

Mw. A.E. Meijerhof, Rietwijckstraat 4, 1171 HD<br />

Badhoevedorp – Asp<br />

Mw. A. Polat-Cagli, van Ravesteijn-erf 275, 3315 DN<br />

Dordrecht – VID-zhs<br />

De heer M.A.W. Witsmeer, Valkenburgseweg 25, 2331 AA<br />

Leiden – VV-m<br />

SECTOR ZUID NEDERLAND<br />

Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010)<br />

Mw. I. Botermans, Mincerstraat 35, 4849 CB Dorst – Asp<br />

Mw. L. Breugelmans, Nijkerkstraat 3, 5045 MC Tilburg – Asp<br />

Mw. M. Decker, Sichuytdam 7, 4411 DE Rilland – Asp<br />

Mw. S. van Dijk, Lage Zegstraat 7, 4735 SX Zegge – Asp<br />

Mw. H. Kleemans, Liesstraat 87, 4838 GS Breda – Asp<br />

Mw. R. Koedood, Acaciadreef 62, 3137 BB Vlaardingen – Asp<br />

Mw. K. Leermakers, Mostheuvel 30, 5513 NV Wintelre – Asp<br />

Mw. M. Oomes, Leopoldstraat 19a, 3031 SV Rotterdam – Asp<br />

Mw. L. ten Pierik, Arica 63, 2903 PC Capelle a/d Ijssel – Asp<br />

Mw. M. van der Ven, Jan Tooropstraat 8, 4941 EL<br />

Raamsdonkveer – Asp<br />

Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2011)<br />

Mw. A.I. Fontijn-Thomassetti, A.H.H. Tolhuisenstraat 77, 4194 VE<br />

Meteren – VID-zhs<br />

Mw. N. van Hek, Achter de Dijk 5, 2675 RG Honselersdijk – Asp<br />

Mw. S. van Kooten, Pijlkruid 21, 1241 VN Kortenhoef - Asp<br />

Mw. L. Machintosh, Heemraadssingel 273k, 3023 BE Rotterdam – Asp<br />

Mw. W.M. Struijk, Schoolstraat 1, 5317 JS Nederhemert – WN<br />

Mw. C. Verspaandonk-Slegers, Zevenfonteinen 3, 5561 VG<br />

Riethoven –WN<br />

Mw. M. Versteeg, Mr. J.R. Thorbeckestraat 39, [vet]3214 XP<br />

Zuidland - WN<br />

Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />

Mw. D.C.C. Goddijn, Kling 11, 5432 MA Cuijk – BL<br />

Mw. J. Luten, Kerkweg 58, 2825 BT Berkenwoude – VV-m<br />

Mw. M.Th.J. van Loon, Kaardebol 1, 5803 HX Venray - BL<br />

Mw. M.C. Overduin-Buckens, 4 Nothcotestreet, Torrensville, 5031<br />

SA Adelaide, Australië<br />

Mw. M.C. Weltens, Scharnerweg 89, 6224 JB Maastricht – WN<br />

Geslaagden<br />

AAN DE VERLOSKUNDE ACADEMIE ROTTERDAM<br />

Natascha van Empel<br />

Lieke Geerts<br />

Kim Hees<br />

Naomi Kock<br />

Sabina Luijk<br />

Hilde Maassen<br />

Jantien Middelveen<br />

Reina Oudijk<br />

Mylène van Rutte<br />

AAN DE VERLOSKUNDE ACADEMIE AMSTERDAM<br />

Sonja Koster<br />

Gonny Hobbel<br />

Sjanne de Beurs<br />

Alice Bravo<br />

Daphne van Loen<br />

Diana Jeremias<br />

Mélissa Karstens<br />

Carola Rodenburg<br />

Kelly Peerdeman<br />

Linda van Dam<br />

Wendy Heemskerk<br />

AAN DE VERLOSKUNDE ACADEMIE GRONINGEN<br />

Bobby Prevoo<br />

Joanne Vegter<br />

Carla te Vaanholt<br />

BERICHTEN<br />

Art.1 Leden, die bezwaar hebben tegen de toelating van een kandidaat (aspirant-)lid, moeten hun bezwaar met redenen omkleed schriftelijk binnen één<br />

maand na het verschijnen van het officiële verenigingsorgaan bij het Bestuur kenbaar maken.<br />

Afkortingen VID – verloskundige in dienstverband; VID-ep – verloskundige in dienstverband in eigen praktijk; VID-g – verloskundige in dienstverband in gezondheidscentrum;<br />

VID-zhs – verloskundige in dienstverband in ziekenhuis; VV – vrijgevestigde verloskundige; VV-m – vrijgevestigde verloskundige in maatschap;<br />

WN – waarneemster; Asp – Aspirant lid; BL – buitengewoon lid; BTL – buitenlands lid; SL – senior lid; EL – erelid<br />

TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />

63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!