Verloskundige - KNOV
Verloskundige - KNOV
Verloskundige - KNOV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tijdschrift voor<br />
<strong>Verloskundige</strong>n g<br />
Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van <strong>Verloskundige</strong>n<br />
januari 2011<br />
36e jaargang
FINANCIEEL ADVISEURS<br />
VOOR VERLOSKUNDIGEN<br />
Sibbing & Wateler is een onafhankelijk<br />
financieel adviesbureau, gespecialiseerd in<br />
de praktijkbegeleiding van vrije medische<br />
beroepsbeoefenaren, waaronder verloskundigen.<br />
Wij bieden u een gevarieerd<br />
dienstenpakket voor al uw financiële zaken,<br />
nu en in de toekomst.<br />
Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl
TIJDSCHRIFT<br />
Redactieteam 5<br />
Redactie<br />
<strong>KNOV</strong><br />
Bestuurlijke zaken 8<br />
Bestuur <strong>KNOV</strong><br />
Een nieuwe lente 10<br />
Angela Verbeeten<br />
E-learning 13<br />
André Matera<br />
Anemie in de verloskundige praktijk 16<br />
Mieke Beentjes, Suze Jans<br />
Stuurgroeprapport zorgt voor goed bezochte<br />
themabijeenkomsten 20<br />
Margriet Weide<br />
Positionering klinisch verloskundigen 22<br />
Greta Rijninks, Juliet Droog<br />
Kinderwensspreekuur:<br />
geen tarief in de basisverzekering 27<br />
Inger Aalhuizen en Bernadet Naber<br />
WETENSCHAP<br />
Even aandacht voor ontschotten 29<br />
Simone Buitendijk<br />
<strong>Verloskundige</strong>nzorg in cijfers 30<br />
Judith Manniën, Trudy Klomp, Evelien Spelten<br />
Kennispoort Verloskunde 33<br />
INHOUD<br />
ONDERWIJS<br />
Raymond de Vries: derde hoogleraar<br />
voor de verloskunde in Nederland 37<br />
Suze Jans<br />
Video-opnamen in de verloskundige praktijk 40<br />
Relinde van der Stouwe<br />
Geaccrediteerde trainingen over tiener -<br />
zwangerschappen en zwangerschapsverlies 42<br />
PRAKTIJK<br />
Nyx 39<br />
Wil van Veen<br />
Met passie en lef de eerstelijn versterken 41<br />
Myrte de Geus<br />
Natuurlijk omgaan met vruchtbaarheid 48<br />
Gertrude de Wildt-Brouwer<br />
INTERNATIONAAL<br />
You midwives bring the hospital home 51<br />
Sanne Feijen en Sophie Zeegers<br />
Joan Shepherd, voorzitter SMLA en twin 52<br />
Franka Cadee<br />
Workshop over bestuur en beleid SLMA 53<br />
Dr. Dame Karlene C. Davis D.B.E.<br />
FORUM<br />
Groeten uit Italië 55<br />
Kerstmarkt 55<br />
Petitie tekenen 56<br />
BERICHTEN<br />
Media 57<br />
TvV Next 58<br />
Congres en Cursus 60<br />
Personalia 62<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
3
TIJDSCHRIFT<br />
Redactie<br />
Relinde van der Stouwe, Suze Jans,<br />
Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman<br />
Medewerkers januari 2011<br />
Inger Aalhuizen, Jos Becher Hoff, Mieke Beentjes,<br />
Jolijn Betlem, Simone Buitendijk, Franka Cadee,<br />
Ton van de Coevering, Dame Karlene C. Davis,<br />
Juliet Droog, Sanne Feijen, Myrte de Geus, Erna Kerkhof,<br />
Trudy Klomp, Judith Manniën, André Matera,<br />
Bernadet Naber, Joelle Renders, Linda Rentes,<br />
Henk van Ruitenbeek, Greta Rijninks, Evelien Spelten,<br />
Angela Verbeeten, Raymond de Vries, Margriet Weide,<br />
Marianne Wigbers, Sophie Zeegers, Jolanda Zocchi<br />
Redactieadres<br />
Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n<br />
Wielingenweg 318, 1826 BX Alkmaar<br />
E: tvv@knov.nl<br />
E: grote bestanden: capp@xs4all.nl<br />
Abonnementen, personalia en adreswijzigingen<br />
<strong>KNOV</strong>, Jolanda Zocchi<br />
Postbus 2001, 3500 GA Utrecht<br />
T: 030 282 3115, F: 030 282 3101<br />
E: jzocchi@knov.nl<br />
Personeelsannonces<br />
Wil van Veen<br />
T: 072 5624400 / 06 53359153<br />
E: tvv@knov.nl<br />
Advertentie-exploitatie<br />
Ovimex bv, Frank Dijkman<br />
T: 0570 674240<br />
E: frank.dijkman@ovimex.nl<br />
Vormgeving<br />
Annemiek Voogd, Ovimex bv<br />
Druk<br />
Ovimex bv, Deventer<br />
Abonnementsprijzen<br />
Abonnementsprijs voor niet-leden van de <strong>KNOV</strong>:<br />
€ 130,- per jaar (11 nummers), Europa € 156,-, buiten<br />
Europa € 182,-. Voor studenten aan buitenlandse<br />
opleidingen: € 104,-.<br />
Los nummer € 17,- aan te vragen bij de <strong>KNOV</strong>.<br />
Alle prijzen zijn incl. BTW en verzendkosten.<br />
© 2011 Koninklijke Nederlandse<br />
Organisatie van <strong>Verloskundige</strong>n<br />
Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht<br />
T: 030 282 3100<br />
Voorzitter <strong>KNOV</strong><br />
Angela Verbeeten<br />
Foto’s:<br />
Henny van Nieuwpoort, Den Haag<br />
Nationale Beeldbank,<br />
Beata Bosma, Alkmaar<br />
Bionda Heeringa, Delft<br />
Oplage: 3850<br />
ISSN 0378-1925<br />
4 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Cover foto<br />
In 2007 ben ik begonnen aan de opleiding tot verloskundige in<br />
Groningen, inmiddels vierdejaars student. Tijdens de opleiding<br />
overleed mijn stiefvader. Mijn moeder had iets nodig om haar verdriet<br />
te verwerken en is een cursus beeldhouwen gaan volgen.<br />
Haar eerste kunstwerk zou voor mij worden. Ze keek daarbij net<br />
zo trots als ik vroeger wanneer ik met een diertje of asbak van<br />
klei thuis kwam. Ik verwachtte er niet heel veel van.<br />
Toen ze het bij mij thuis kwam brengen, stond<br />
ik met open mond te kijken. Ik vond het<br />
prachtig! Het is haar eerste werk en meet<br />
60x30x30cm! Ze heeft ook de grafsteen voor<br />
mijn stiefvader gemaakt en later nog een<br />
beeld voor mijn zus. Hierna is ze gestopt.<br />
Ze kreeg last van haar handen door het<br />
harde slaan. Dat deze beelden voor<br />
mijn zus en mij onvervangbaar zijn,<br />
mag duidelijk zijn.<br />
Heike Ankoné<br />
Het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n wordt uitgegeven door de Koninklijke<br />
Neder landse Organisatie van <strong>Verloskundige</strong>n (<strong>KNOV</strong>), opgericht op<br />
22 september 1975. De vereniging is tot stand gekomen uit een fusie van<br />
de Bond van Nederlandse vroed vrouwen (opgericht 8 juni 1926) en de<br />
Nederlandse R.K. Vereniging van Vroed vrouwen (opgericht 8 juli 1921).<br />
De <strong>KNOV</strong> stelt zich ten doel de bevordering van de verlos kundige zorg in<br />
zijn geheel in Nederland, de versterking van de positie die de verlos -<br />
kundige daarin inneemt, alsmede de belangen behartiging van alle<br />
verloskundigen in Nederland. Een van de manieren om dit doel te<br />
bereiken, is het uitgeven van het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n.<br />
Het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n is in de eerste plaats een vakblad op<br />
het gebied van de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogt<br />
verloskundigen op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwik -<br />
ke lingen. Daarnaast is het een forum voor discussie over de verloskunde<br />
en verwante disciplines. In het redactionele beleid wordt ernaar gestreefd<br />
een zo ruim mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen.<br />
In de tweede plaats is het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n een verenigings -<br />
orgaan en als zodanig een middel voor het hoofd bestuur van de <strong>KNOV</strong><br />
om in contact te treden met de leden. In dit kader dient het Tijdschrift<br />
voor bestuur en leden als forum om van gedachten te wisselen.<br />
Inzenden kopij en advertenties<br />
De redactie nodigt de lezers uit om reacties, artikelen en opiniebijdragen<br />
in te zenden. Bij voorkeur speciaal voor het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n<br />
geschreven kopij, maar ook elders aangeboden of gepubliceerde bijdragen<br />
zijn welkom; onder vermelding van bladtitel, jaargang en nummer.<br />
Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonder speciale bekopping, voet -<br />
noten, paginacijfers, tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, in Word<br />
via e-mail: tvv@knov.nl. Van tabellen of grafieken daarom alleen de<br />
onderzoeksgegevens aanleveren; deze worden door de vormgever opgemaakt.<br />
Referenties in de tekst tussen vierkante haakjes (geen superscript).<br />
Beeld apart aanleveren, bij voorkeur digitaal en in hoge resolutie.<br />
Bij tekstwijziging pleegt de redactie overleg. Ingezonden brieven worden<br />
zo nodig bekort. De <strong>KNOV</strong> en de redactie zijn niet verantwoordelijk voor<br />
de inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen.<br />
Het auteursrecht van artikelen berust bij de individuele auteur. Citeren<br />
met bronvermelding is toegestaan, mits binnen de wettelijke regels.<br />
Overname van (langere delen van) artikelen is uitsluitend toegestaan na<br />
toestemming van de redactie en de auteur.<br />
Personeelsadvertenties van leden voor het volgende nummer tot<br />
25 januari. Gelieve bij de plaatsingsopdracht het gewenste<br />
formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties:<br />
zie colofon. Het februarinummer verschijnt op 8 februari 2011.
Redactieteam<br />
REDACTIONEEL<br />
TIJDSCHRIFT<br />
Met een etentje nam de redactie afscheid van drie trouwe<br />
medewerkers: Brigitte Tebbe, Myrte de Geus en van Nyx,<br />
weliswaar geen redactielid, maar wel sterk met het tijdschrift<br />
verbonden. De redactie voor 2011 bestaat uit Suze Jans,<br />
Relinde van der Stouwe, Wil van Veen en Kristel Zeeman.<br />
Een hernieuwde kennismaking.<br />
Suze Jans<br />
Suze Jans maakt sinds de zomer deel uit van de redactie. Deze blonde dame<br />
studeerde in Engeland verloskunde, want in Nederland kwam ze er niet tussen.<br />
En als je het dan toch per se wilt… Eenmaal afgestudeerd en voldaan hebbend<br />
aan de eisen om in Nederland te mogen werken, werd ze een echte Amsterdamse<br />
verloskundige. Intelligent, scherp en to the point, dat is Suze. En veel lachen!<br />
Suze draagt het tijdschrift een warm hard toe. “Gek eigenlijk”, zegt ze, “ik had<br />
vroeger een hekel aan taal en nu vind ik het heerlijk om te schrijven. Mijn, nee,<br />
onze uitdaging is het om het tijdschrift telkens een beetje naar een hoger plan<br />
te tillen. Daar ga ik voor. Daarbij is het leuk om andere mensen te ontmoeten in<br />
het kader van het tijdschrift, mijn creativiteit wordt er door aangewakkerd en ja,<br />
ook belangrijk: we hebben met elkaar een heel leuk team.”<br />
Relinde van der Stouwe<br />
Relinde van der Stouwe studeerde in 1989 af als verlos kundige aan de toenmalige<br />
Kweekschool in Heerlen. Ze oefende in eerste instantie haar vak uit in de<br />
eerstelijn in Nederland en in verschillende landen buiten Europa. Daarnaast studeerde<br />
zij medische antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens<br />
werkte zij een<br />
aantal jaar als beleidsmedewerker bij de <strong>KNOV</strong>. Op dit moment is zij weer eerstelijns<br />
verloskundige in Friesland. Relinde kwam in 2007 min of meer toevallig<br />
als redacteur bij het Tijdschrift. In eerste instantie als vervanger tijdens het zwangerschapsverlof<br />
van Kristel; maar het dynamische karakter van het redactiewerk<br />
bleek leuk en maakte dat ze bleef. “Het werk is afwisselend, van het redigeren<br />
van kopij, puzzelen op een wetenschappelijk stuk, tot het uitwerken van een<br />
interview. Elke maand weer een tijdschrift in elkaar zetten, vind ik gewoon een<br />
sport.” Relinde vindt het een grote uitdaging om een vakblad neer te zetten dat<br />
aansluit bij de lezers. Haar ambitie is om van het tijdschrift ooit een online versie<br />
neer te zetten, zoals het Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde dat nu al<br />
heeft: “een mix van interessante casuïstiek en een duidelijk overzicht van wetenschappelijke<br />
artikelen, met goed beeldmateriaal”.<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
5
Klinisch verloskundige<br />
Ter versterking van het verloskundig<br />
team van het HagaZiekenhuis zijn<br />
wij op zoek naar één klinisch verloskundige<br />
voor 24-36 uur per week.<br />
Onze vraag<br />
U levert verloskundige zorg op<br />
tweedelijns niveau aan patiënten met<br />
een medische indicatie, waarbij u zelf -<br />
standig werkt onder supervisie van de<br />
gynaecoloog. Daarnaast heeft u een<br />
belangrijke rol in het onderwijs van<br />
arts-assistenten, student verlos kun digen<br />
en co-assistenten. U bent in het<br />
bezit van het diploma verloskundige<br />
en u bent BIG-geregistreerd. U heeft<br />
minimaal 2 jaar ervaring als<br />
verloskundige in de eerste lijn.<br />
Echo-ervaring is een pré. Collegialiteit,<br />
fl exibiliteit en een servicegerichte<br />
instelling zijn belangrijke eigen schappen.<br />
Wij bieden u een afwisselende,<br />
zelfstandige functie in een plezierige<br />
werkomgeving, met ruimte voor<br />
vakinhoudelijke ontwikkeling.<br />
Uw werkkring<br />
Het HagaZiekenhuis is een topklinisch<br />
opleidingsziekenhuis in Den Haag<br />
waarvan één van de speerpunten het<br />
Moeder Kind Centrum is. Er bevallen<br />
circa 2400 vrouwen, waarvan 1900<br />
met een medische indicatie. Het team<br />
van verloskundigen bestaat momenteel<br />
uit zeven verloskundigen. Er is een<br />
nauwe samenwerking met gynaecologen,<br />
arts-assistenten en verpleegkun-<br />
digen. Tevens is er nauw contact met<br />
verloskundigen uit de eerste lijn. Met<br />
elkaar bieden wij hoogwaardige zorg<br />
waarbij de patiënt centraal staat. Het<br />
verloskamercomplex bestaat uit acht<br />
verloskamers en drie weeënkamers,<br />
die tezamen met de klinische afdeling<br />
en de polikliniek een organisatorische<br />
eenheid vormen. De polikliniek<br />
bevindt zich op twee locaties, locatie<br />
Sportlaan en locatie Leyweg. Eind 2008<br />
is in ons ziekenhuis een geboortehotel<br />
geopend voor eerstelijns partussen.<br />
Uw vragen<br />
Voor meer informatie kunt u contact<br />
opnemen met mevr. drs. A. H. Feitsma,<br />
gynaecoloog, via (070)2100000, pieper<br />
7474 of bij de heer W.L. Kouijzer,<br />
sectormanager van de RVE Gynaecologie,<br />
Urologie, Obstetrie, Dagbehandeling<br />
en Seksuologie, via (070)2100000,<br />
pieper 6830. Zie voor meer informatie<br />
ook: www.gyn-care.nl.<br />
De arbeidsvoorwaarden zijn conform<br />
CAO ziekenhuizen.<br />
Uw sollicitatie<br />
Stuur uw schriftelijke sollicitatie met<br />
curriculum vitae voor 1 februari 2011,<br />
onder vermelding van<br />
“Klinisch verloskundige”<br />
aan HagaZiekenhuis, t.a.v.<br />
mevr. drs. A.H. Feitsma, gynaecoloog,<br />
Postbus 60605, 2506 LP Den Haag<br />
of per e-mail naar:<br />
h.feitsma@hagaziekenhuis.nl<br />
Het HagaZiekenhuis is hét<br />
toonaangevende topklinisch<br />
opleidingsziekenhuis van<br />
de regio Haaglanden met de<br />
erkenning voor 23 medisch<br />
specialistische opleidingen,<br />
waarvan 14 poortspecialismen.<br />
Het HagaZiekenhuis biedt<br />
uitstekende basiszorg en<br />
onderscheidende topklinische<br />
functies zoals het Hartcentrum<br />
en de geneeskunde bij kinderen<br />
in het Juliana Kinderziekenhuis.<br />
Bovendien huisvest het<br />
ziekenhuis de drukstbezochte<br />
SEH van Nederland.<br />
Het HagaZiekenhuis stimuleert<br />
wetenschappelijk onderzoek<br />
en bericht daarover in het eigen<br />
wetenschapsmagazine<br />
HagaScoop. Tot 2014 wordt<br />
het ziekenhuis ingrijpend<br />
gemoderniseerd. Kortom een<br />
ideale setting voor ambitieuze<br />
professionals.<br />
Het HagaZiekenhuis is gevestigd<br />
aan de Leyweg en Sportlaan<br />
in Den Haag.<br />
HagaZiekenhuis is<br />
lid van de Vereniging<br />
Samenwerkende Topklinische<br />
opleidingsZiekenhuizen
Agenda<br />
17 februari 2011<br />
Eileen Hutton houdt haar oratie<br />
VUmc te Amsterdam.<br />
8 maart 2011<br />
Internationale vrouwendag<br />
21 maart 2011<br />
Overleg Kringvoorzitters<br />
19 april 2011<br />
Cursus Kringbestuurders, dag III<br />
TIJDSCHRIFT<br />
Wil van Veen<br />
Wil van Veen is sinds 2003 hoofd- en eindredacteur van het Tijdschrift voor<br />
<strong>Verloskundige</strong>n. Samen met zijn team van redacteuren bepaalt hij elke maand de<br />
inhoud van het tijdschrift. Hij is in alle opzichten eindverantwoordelijk: inhoudelijk,<br />
vormtechnisch, financieel. Wil is dan ook een duizendpoot. Hij onderhoudt contacten<br />
met veel mensen en organisaties in het verloskundig veld. Hij initieert kopij,<br />
corrigeert en redigeert, interviewt, signaleert belangrijke ontwikkelingen, stuurt<br />
zijn redacteuren en de vaste vormgever aan, werft advertenties etc etc.<br />
Wil is vader van vier kinderen, drie dochters en een zoon, en sinds kort opa van<br />
kleindochter Elin. Hij begon zijn loopbaan ooit in Congo als projectleider van<br />
een landbouwproject. Zeven jaar later terug in Nederland rolde hij, via PR-werk<br />
bij het ministerie van VROM in een eigen onderneminkje: het begeleiden van<br />
tijdschriften. Behalve voor het Tijdschrift voor <strong>Verloskundige</strong>n is hij voor twee<br />
andere tijdschriften verantwoordelijk en een berg kopij. “Wie schrijft, die blijft”<br />
is zijn devies. Tussen de bedrijven door werkt hij aan een triologie waarin zijn<br />
belangstelling voor geschiedenis, religies en filosofie tot uitdrukking komt.<br />
Kristel Zeeman<br />
Kristel Zeeman is in Rotterdam opgeleid tot verloskundige en behaalde in 1993<br />
haar diploma. Zij werkt al acht jaar voor het tijdschrift en is daarmee het meest<br />
ervaren redactielid. In1997 reageerde ze op een advertentie en werd zij als junior<br />
medewerker aangenomen. In die tijd leerde zij de eerste kneepjes van het<br />
(redactionele) vak.<br />
In verband met de drukke werkzaamheden in haar eigen praktijk in Amsterdam<br />
moest ze haar werkzaamheden voor de redactie stoppen. Maar het tijdschrift<br />
bleef trekken en in 2004 kwam ze terug. “Ik houd heel erg veel van schrijven”,<br />
zegt ze zelf, “vooral over mijn eigen vak. Ik krijg op deze manier de kans om<br />
verschillende kanten van het vak van dichtbij te bekijken. Wat ik vooral leuk<br />
vind, is het houden van interviews. Zo spreek ik mensen uit alle hoeken van het<br />
veld, die ik anders nooit zou ontmoeten.”<br />
Ze is erg enthousiast over de zogenoemde ‘cirkels’ die het tijdschrift heeft opgericht<br />
om de input van de leden bij het tijdschrift te vergroten, zodat de inhoud<br />
van het tijdschrift beter aansluit bij de behoefte van de leden. Kristel is samen<br />
met Wil verantwoordelijk voor de eerstelijns cirkel.<br />
Kristel Zeeman is tevens medisch antropoloog en werkt als beleidsmedewerker<br />
richtlijn ontwikkeling bij het bureau van de <strong>KNOV</strong>. ■<br />
26 mei 2011<br />
Raymond de Vries houdt zijn oratie<br />
27 mei 2011<br />
Algemene Ledenvergadering<br />
19-23 juni 2011<br />
ICM congres – Durban<br />
1 augustus 2011<br />
Begin Ramadan<br />
30 augustus 2011<br />
Einde Ramandan<br />
Ied al-fitr - Suikerfeest<br />
12 september 2011<br />
Overleg Kringvoorzitters<br />
18 november 2011<br />
Algemene Ledenvergadering<br />
Kijk voor meer informatie in de rubriek<br />
Congres en Cursus achter in dit tijdschrift<br />
of op www.kennispoort-verloskunde.nl<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
7
8<br />
<strong>KNOV</strong><br />
Bestuurlijke zaken<br />
Goede voornemens en nieuwjaarswensen<br />
2010 was voor mij het jaar van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, met ruim 50 concrete aanbevelingen<br />
en met veel discussie hierover. Er is dit jaar een aanzet gemaakt voor de uitvoering van die aanbevelingen,<br />
waarbij moeder en kind, meer dan voorheen, centraal komen te staan. De daadwerkelijke uitvoering zullen we in dit<br />
nieuwe jaar ter hand moeten nemen.<br />
Ik ben benieuwd naar uw goede voornemens voor 2011.<br />
Krijgen uw cliënten een casemanager, een vaste aanspreekpersoon, die elke zwangere meer continuïteit en<br />
coördinatie moet gaan geven? Maakt u dit jaar een (door)start met Preconceptiezorg?<br />
Gaat u uw cliënten in achterstandssituaties intensiever begeleiden? Start u met het brengen van huis -<br />
bezoeken bij uw zwangeren rond 34 weken voor laagdrempelige voo rlichting over de bevalling en een<br />
inschatting van de thuissituatie?<br />
Gaat u een zorgplan invoeren, zodat niet alleen in uw hoofd het complete plaatje zit maar dit ook<br />
inzichtelijk is voor uw cliënt? Ik wens u een vruchtbaar jaar toe voor al deze onder werpen.<br />
Ook de <strong>KNOV</strong> is van plan 2011 tot een vruchtbaar jaar te maken. Samen met de andere beroepsbeoefenaren in de<br />
verloskunde richten we deze maand het College Perinatale Zorg op. Het college zal gaan toezien op een betere kwaliteit<br />
van verloskundige zorg. Wereldwijd blijven we ons inspannen voor het terugdringen van de moedersterfte onder andere<br />
met een verdere uitrol van Midwives4Mothers. Dit jaar zullen 25 Nederlandse verloskundigen hun twinsisters uit<br />
Sierra Leone gaan ontmoeten. Dat heeft een groter effect op de kwaliteit van de zorg in Sierra Leone dan op het<br />
eerste oog lijkt: de verloskundigen daar worden gesterkt door het contact met hun twinsisters en dat vertaalt zich<br />
terug in effectievere zorg, betere opleiding en meer onderzoek. Internationaal is er veel belangstelling voor het project en<br />
andere landen willen het idee overnemen.<br />
Mijn wens is dat verloskundigen in heel Nederland een krachtig eigen geluid laten horen. Vanuit eigen kracht kunnen<br />
we de hoognodige veranderingen verwezenlijken, samen met onze partners in de zorg. Het is tijd voor een nieuwe lente<br />
in de verloskunde. Verderop in dit tijdschrift leest u meer hierover. Persoonlijk wens ik u een veilig en gezond 2011 toe.<br />
Angela Verbeeten<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Mijn wens voor 2011 is dat we een solide netwerk bouwen van<br />
eerstelijns praktijken met verloskundigen die participeren in goed en<br />
mooi onderzoek, waar we in de hele keten plezier van hebben. Zo<br />
kan de verloskunde, die wij een warm hart toedragen, positief<br />
in het nieuws komen. Ik wens dat we ons geïnspireerd weten om<br />
door te gaan en te komen tot een samenwerking binnen de keten<br />
waar we onze vingers bij aflikken. Verder wens ik dat we met<br />
een grote delegatie van Nederlandse verloskundigen aanwezig<br />
zijn op het ICM congres in Durban omdat ik zeker weet dat<br />
we daar blij van worden.<br />
Erna Kerkhof
<strong>KNOV</strong><br />
Ik wens voor elke zwangere in Nederland dat verloskundigen en gynaecologen meer<br />
laten zien dat ze haar vertrouwen waard zijn, zodat ze weet dat ze echt veilig is.<br />
En ik wens voor het jaar 2011 de goedkeuring van de Minister voor het instellen van<br />
het specialistenregister voor de klinisch verloskundigen en een eigen beroepsprofiel voor<br />
deze groep verloskundigen. Als we ons dan ook nog beter groeperen, staan we samen<br />
sterker en kan de <strong>KNOV</strong> beter voor de belangen van klinisch verloskundigen opkomen.<br />
Jolijn Betlem<br />
Wordt 2011 een roerig jaar? Als verloskundige<br />
zal ik mijn vak in ieder geval met onverminderde<br />
bezieling blijven uitoefenen. Als bestuurslid is mijn<br />
wens voor het komende jaar een kwaliteitswens.<br />
Laten we er voor zorgen dat onze verloskundige<br />
kwaliteit piekfijn in orde is en<br />
blijft. Het Kwaliteitsregister is er voor<br />
eerstelijns verloskundigen en klinisch verloskundigen.<br />
Zorg dat je geregistreerd<br />
staat, werk aan het op peil houden van je<br />
kennis en kunde. Zo kunnen we glashelder<br />
laten zien wat we waard zijn. Roerig of<br />
niet…, laat 2011 maar komen.<br />
Voor allen een veilig, verstandig en voorspoedig<br />
verloskundig 2011!<br />
Marianne Wigbers<br />
Voor 2011 wens ik dat we in onze<br />
zorg de cliënt echt centraal stellen en<br />
de zorg in de keten zo organiseren dat<br />
continue begeleiding vanzelfsprekend wordt.<br />
Ook wens ik dat professionals afspraken maken<br />
rondom de cliënt met respect voor elkaars kunde en<br />
kennis en dat dit tot uiting komt in de communicatie<br />
naar buiten toe.<br />
De derde K, na kennis en kunde, is voor mij laten<br />
zien dat wij als verloskundigen Kwaliteit leveren....<br />
Respect kun je niet afdwingen, maar wel verdienen!<br />
Linda Rentes<br />
Voor 2011 staan ons een paar stevige uitdagingen te wachten. De belangrijkste daarvan zal zijn om samen iedereen<br />
die er toe doet en dus zeker de zwangeren en aanstaande zwangeren, van onze meerwaarde te overtuigen. Dit is een<br />
belangrijke activiteit voor het bestuur van de <strong>KNOV</strong>, de werkorganisatie maar zeker ook voor jullie. Jullie zijn<br />
immers degenen die de directe contacten met de vrouwen en hun partners hebben. Jullie zijn directe partner van zorgverzekeraars<br />
in jullie regio. Jullie onderhouden contacten met de andere relevante beroepsbeoefenaren en sectoren.<br />
Wij, het bestuur en de werkorganisatie, zullen jullie hierbij waar mogelijk ondersteunen en bijstaan.<br />
En natuurlijk zullen wij op centraal niveau met de politiek, met de overheid en met onze partner -<br />
organisaties onder andere in het College Perinatale Zorg, ook zorgen dat deze uitdaging gaat slagen.<br />
Ik wens dat wij samen en eendrachtig in 2011 onze doelstellingen halen.<br />
Jos Becker Hoff, secretaris van het bestuur, directeur van de werkorganisatie<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
9
10 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
<strong>KNOV</strong><br />
Een nieuwe lente<br />
<strong>Verloskundige</strong>n in den lande, verenigt u!<br />
Angela Verbeeten<br />
Is het de tijdgeest? Laten de maatschappij en<br />
politiek zich vooral leiden door het zaaien van<br />
angst en kun je alleen hiermee scoren? En<br />
gaat het er in de verloskunde net zo aan toe?<br />
Je zult maar moeder worden in 2011. In de<br />
krant en op het internet wordt zwangere<br />
vrouwen angst aangepraat. Kan je nog wel<br />
veilig bevallen bij de verloskundige? Durf je<br />
nog te kiezen om thuis te bevallen als er op<br />
feestjes lacherig wordt gedaan om deze<br />
keuze? Durf je nog naar het ziekenhuis als je<br />
hoort dat de gynaecoloog liever met een mes<br />
in je buik of perineum snijdt dan dat hij een<br />
spontaan verloop van de bevalling afwacht?<br />
Dit is geen ideale tijdgeest om kinderen te krijgen. Angst<br />
is een slechte raadgever en draagt niet bij aan een fijne<br />
zwangerschap en goede uitkomsten. En het wordt er niet<br />
beter op als wij, verloskundigen, onze professionaliteit te<br />
grabbel laten gooien door schreeuwende opportunisten,<br />
bij wie het eigenbelang zwaarder lijkt te tellen dan het<br />
belang van de zwangere vrouw. Dus is het de hoogste<br />
tijd voor nieuw elan!<br />
Discussie over verloskundige zorg is niet nieuw. Nieuw is<br />
de toon waarop de opvattingen de maatschappij worden<br />
toegeschreeuwd. In de jaren ‘70 werd de poliklinische<br />
bevalling uitgevonden en dat leidde tot een toestroom<br />
naar baren in het ziekenhuis. Poliklinisch betekende toen<br />
24-uur-klinisch-zonder-medische-indicatie want de eerstelijns<br />
verloskundige was met haar cliënt niet welkom in<br />
het ziekenhuis. Zo dacht een clubje dokters een einde<br />
te maken aan de autonome verloskundige en die vermaledijde<br />
thuisbevalling die zij toen al als een anachronisme<br />
zagen. <strong>Verloskundige</strong>n maakten zich zorgen maar hielden<br />
zich opvallend stil, op een enkele uitzondering na. Zij<br />
lieten hun geluid niet horen. Gelukkig maakten politici<br />
en zorgverzekeraars snel een einde aan de situatie. Zij<br />
Angela Verbeeten is voorzitter van de <strong>KNOV</strong><br />
waren geschrokken door de reacties van consumenten<br />
en meer nog door een enorme stijging van de bevallingskosten<br />
zonder dat die leidde tot een verbetering van de<br />
uitkomsten. De poliklinische baring bleef bestaan, maar<br />
was voortaan ook toegankelijk voor vrouwen die met<br />
hun eerstelijns verloskundige in het ziekenhuis kwamen<br />
bevallen.<br />
Hoe treffend zijn de parallellen met de huidige tijd? Een<br />
clubje dokters roept op tot ontschotting mét afschaffing<br />
Zij luistert naar wat zwangere vrouwen werkelijk wensen<br />
<strong>Verloskundige</strong>n moeten niet onderdeel van het probleem zijn<br />
maar de oplossing er van<br />
van de zelfstandige verloskundige en minimalisering van<br />
de keuzevrijheid van aanstaande moeders zoals voor de<br />
plaats van bevallen. De honderd huidige ziekenhuizen<br />
kunnen de verloskundige zorg concentreren in 40 grote<br />
centra waar dezelfde 900 gynaecologen als nu verantwoordelijk<br />
worden voor een verdriedubbeld aantal bevallingen.<br />
De bevallende vrouw krijgt de gynaecoloog niet<br />
méér te zien. <strong>Verloskundige</strong>n gaan allen vanuit de kliniek<br />
werken onder leiding van diezelfde gynaecoloog die zo<br />
zijn handen vrijhoudt voor zorg waar zijn voorkeur naar<br />
uitgaat: de oncologie, de infertiliteitpoli of het wetenschappelijk<br />
onderzoek. Dat de barende vrouw door de<br />
langere reistijd naar het ziekenhuis meer risico loopt om<br />
onderweg een bermbaby te baren, neemt men op de<br />
koop toe. Dat het hierbij vaak gaat om een bij voorbaat<br />
acuut-risico-bevalling wordt ook acceptabel gevonden.<br />
© Bionda Heeringa
Een premature bevalling verloopt immers sneller dan een<br />
normale geboorte bij negen maanden. Waarom horen<br />
we nooit de gynaecoloog zich zorgen maken over het<br />
toegenomen vervoersrisico van zijn hoogrisicopatiënt?<br />
Hoe stelt de verloskundige zich op in deze openbare<br />
discussie? Neemt zij er actief aan deel, luistert zij naar<br />
wat zwangere vrouwen werkelijk wensen en laat zij<br />
voldoende van zich horen? Trekt zij, in het belang van<br />
moeder en kind, het initiatief naar zich toe? Werkt zij<br />
actief samen met collega’s in het zorgnetwerk vanuit<br />
haar eigen professionele kracht?<br />
Ik vind dat dit te weinig gebeurt, terwijl er genoeg te<br />
melden is over vernieuwende zorg waarbij moeder en<br />
kind echt centraal staan. In meerdere regio’s verenigen<br />
verloskundigen zich in bovenpraktijkse coöperaties en<br />
sluiten prachtige verbonden met huisartsen, GGD’s,<br />
diagnostische centra, kraamzorg én ziekenhuizen. Er<br />
zijn inspirerende initiatieven van kinderwensspreekuur<br />
en prenatale screening tot bevalcentra onder eigen regie.<br />
In grote delen van het land wordt, samen met de kraamzorg,<br />
de vrouw niet langer alleen gelaten tijdens de<br />
bevalling. Samen met maatschappelijke instellingen en<br />
GGD’s wordt huiselijk geweld aangepakt. Door samen te<br />
werken met de huisarts worden moeilijke doelgroepen<br />
bereikt met preconceptievoorlichting. Er wordt gewerkt<br />
aan een aanbod van pijnstilling waarvoor je niet naar het<br />
ziekenhuis hoeft.<br />
Maar binnen onze beroepsgroep blijft het te stil. Te vaak<br />
komt er geen antwoord op de negatieve toon in het<br />
debat. Sommige verloskundigen zeggen: ‘bewijs eerst<br />
maar eens dat het aan ons ligt’ of kraaien eenzijdig<br />
halleluja over de thuisbevalling. Dat ondertussen een<br />
groot deel van de aanstaande ouders zich rechtstreeks<br />
tot dure ziekenhuiszorg wendt, lijkt deze collega’s een<br />
zorg te zijn. Anderen worden moe van de aanhoudende<br />
<strong>KNOV</strong><br />
aanvallen op hun autonomie en leggen gefrustreerd het<br />
hoofd in de schoot: misschien moeten we dan maar<br />
onze praktijken sluiten en onder leiding van de gynaecoloog<br />
gaan werken? Alsof moeder en kind daarmee<br />
gebaat zijn. Een complicerende factor is dat positief<br />
nieuws moeilijk de krant haalt. Positief nieuws lijkt geen<br />
nieuws in deze tijd waarin je het liefst hard en grof<br />
moet roepen om gehoord te worden door de media.<br />
En in tegenstelling tot dertig jaar terug lijkt ook de<br />
consument zich nu mee te laten slepen door de<br />
negatieve publiciteit.<br />
Wat moet het antwoord zijn van de beroepsgroep? Ik<br />
ken verloskundigen als krachtige vrouwen en mannen<br />
die hun cliënten echt iets te bieden hebben: aantoonbaar<br />
veilige zorg, dicht bij huis, met ruimte voor een persoonlijke,<br />
op de cliënt afgestemde aanpak met veel keuze -<br />
opties en dat alles voor een lage prijs. Dat kunnen we<br />
met trots uitdragen naar cliënt en VSV. Ontschotting kan<br />
heel goed en waarschijnlijk beter, zonder verlies van de<br />
autonomie van de verloskundige. Zorgverleners werken<br />
beter samen op basis van gelijkwaardigheid dan in<br />
hiërarchie. Ook de keuzevrijheid van aanstaande ouders<br />
over de plaats van baren kan veilig in stand blijven. Maar<br />
dan moet je wel willen innoveren. Je hardnekkig blijven<br />
afzetten tegen elke nieuwe ontwikkeling is geen optie<br />
meer. Start niet passief een kinderwensspreekuur waar<br />
geen mens op af komt maar ga de buurt in en zoek<br />
contact met vrouwen uit risicogroepen. Sta niet mokkend<br />
aan de kant te kijken als het ziekenhuis een geboortecentrum<br />
opricht, maar neem zelf de regie! Blijf samenwerken<br />
met de gynaecoloog, maar neem ook de andere<br />
zorgpartners op in samenwerkingsverbanden zoals huisarts,<br />
diëtist, jeugdarts, maatschappelijk werker en nuldelijners.<br />
Doe mee aan onderzoek, onderhandel met zorgverzekeraars<br />
en maak gebruik van de ROS’en. Waarom<br />
Samen kan je sterk staan<br />
© Wil van Veen<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
11
<strong>KNOV</strong><br />
nemen niet meer verloskundigen een voorbeeld aan de<br />
positieve initiatieven en richten zelf een coöperatie op<br />
samen met de buurpraktijken? Verenigd in een coöperatie<br />
of andere rechtspersoon sta je sterker in de samenwerking<br />
met andere zorgverleners.<br />
Trekt zij, in het belang van moeder en kind, het initiatief naar<br />
zich toe?<br />
Verenigd in een coöperatie kunnen verloskundigen een<br />
krachtige alliantie aangaan met gynaecologen en kraamzorg<br />
waarbij alle schotten plat gaan en perinatale sterfte<br />
beter wordt voorkomen. Verenigd in een coöperatie<br />
wordt beter samengewerkt met de vertrouwde eerstelijns<br />
partners als GGD, jeugdzorg en huisarts. Samenwerking<br />
betekent niet dat we een eind moeten maken aan eerstelijns<br />
zorg waar onze cliënten goed in gedijen, waarbij de<br />
verloskundige de medische taak heeft risico’s in te schatten<br />
en op basis van de afspraken in het medisch netwerk<br />
daar naar te handelen. Integratie van de eerstelijns verloskundige<br />
zorg in het ziekenhuis ondermijnt deze taak.<br />
Als je dit allemaal alleen moet doen als verloskundige of<br />
als praktijk lukt het niet. Samen kan je sterk staan!<br />
Stop met negatieve concurrentie. Werk samen met die<br />
nieuwe vestiging in jouw gebied, hoe lastig dat (in het<br />
begin) ook is. Samenwerken kan ook tot betere arbeidsomstandigheden<br />
en meer werkplezier leiden.<br />
Dat hoeft geen coöperatie te zijn maar kan ook een<br />
vereniging, BV of andere rechtspersoon zijn. <strong>KNOV</strong>, STBN<br />
en de regionale ROS’en hebben de modellen klaarliggen.<br />
Maar verloskundigen moeten wel zelf in actie komen.<br />
Wat de <strong>KNOV</strong> doet is de lijn uitzetten met de landelijke<br />
partners. Wij maken met hen richtlijnen en modellen die<br />
regionaal uitgewerkt kunnen worden. Wij zetten in op<br />
afspraken met de overheid en de zorgverzekeraars om<br />
jullie te faciliteren in het versterken van jullie positie in de<br />
12 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
© Bionda Heeringa<br />
verloskundige keten of netwerk. Wij zetten samen met<br />
andere zorgverleners het College Perinatale Zorg op voor<br />
landelijke sturing aan de kwaliteit van verloskundige zorg<br />
in Nederland. In dit college pleiten wij voor een sterke<br />
consumentenorganisatie van (aanstaande) ouders die<br />
meepraat over beleid, zodat de barende vrouw écht<br />
centraal kan staan. We gaan door met perinataal<br />
registreren en het auditeren van perinatale sterfgevallen.<br />
We doen dat straks met één webbased verloskundig<br />
dossier dat fouten bij de overdracht kan voorkomen.<br />
Maar dit alles gaat alleen lukken als jullie meedoen en in<br />
de eigen regio initiatief nemen!<br />
Het is tijd voor een nieuwe lente in de verloskunde. Ik<br />
roep verloskundigen op om met nieuw elan te werken<br />
aan onze oude K3-principes: Kwaliteit, Keuzevrijheid en<br />
Kostenefficiëntie.<br />
<strong>Verloskundige</strong>n van Nederland: blijf niet aan de kant<br />
zitten mokken, maar doe actief mee! Verenigt u, laat van<br />
u horen in het regionaal netwerk en laat vooral cliënten<br />
zien dat verloskundigen niet onderdeel van het probleem<br />
zijn maar de oplossing er van.<br />
Graag ontvang ik uw reactie op deze oproep, schriftelijk<br />
aan de redactie van TVV of via het <strong>KNOV</strong> Forum ■<br />
ICM CONGRESS<br />
DURBAN - ZUID AFRIKA<br />
Dit jaar in juni naar Zuid Afrika – de unieke kans om<br />
een prachtige vakantie in dat land mee te maken!<br />
Mijn zus en zwager, Colin en Theony, hebben een<br />
lodge in een safaripark waar je een onvergetelijke<br />
vakantie kunt doorbrengen op:<br />
Colin’s Horseback Africa<br />
www.horsebackafrica.com<br />
Ze kunnen je een geheel verzorgde vakantie<br />
aanbieden afgestemd op je eigen wensen.<br />
Natuurlijk ook voor niet-ruiters!<br />
Het is er authentiek Afrikaans welkom, persoonlijk,<br />
“onthaastend”, veilig, betrouwbaar, boeiend,<br />
heerlijk eten, verrukkelijke wijn bij de barbecue met<br />
de Afrikaanse nacht geluiden en de leeuwen die<br />
brullen ..… je krijgt waar voor elke cent!<br />
Hartelijke groeten en tot ziens in Durban!<br />
Marion Vuijk, verloskundige in Burgum<br />
info@verloskundigepraktijklytsepoppe.nl
E-learning<br />
André Matera<br />
In de afgelopen vijf tot zes jaar heeft e-learning<br />
zich tot een vast onderdeel van de bij- en<br />
nascholing van zorgprofessionals ontwikkeld.<br />
Voor verloskundigen is er tot nu toe nog<br />
weinig ontwikkeld. Daar gaat nu verandering<br />
in komen. De <strong>KNOV</strong> start in 2011 met een<br />
eigen e-learningaanbod. E-learning is een leermethode<br />
die uitermate geschikt is voor verloskundigen.<br />
Geen reistijd, geen waarneming,<br />
geen spreekuur omgooien maar leren wanneer<br />
het u uitkomt.<br />
Ervaringen en stand van zaken<br />
In uw werkomgeving bent u als verloskundige misschien<br />
al in aanraking gekomen met e-learning. Bijna elk ziekenhuis<br />
in Nederland is bezig e-learning voor zijn mede -<br />
werkers ter beschikking te stellen. Maar ook beroeps -<br />
verenigingen zoals de Landelijke Huisartsenvereniging<br />
bieden hun leden een uitgebreid aanbod<br />
bij- en nascholingen via<br />
e-learning. Deze ontwikkeling<br />
is ongeveer zes jaar<br />
geleden begonnen. Een<br />
van de eerste partijen<br />
die e-learning modules<br />
voor zorgprofessionals<br />
heeft ontwikkeld is het<br />
Wenckebach Instituut,<br />
aangesloten aan het<br />
Universitair Medisch<br />
Centrum in<br />
Groningen. In eerste<br />
instantie is dit aanbod<br />
ontwikkeld voor<br />
verpleegkundigen die<br />
op regelmatige basis<br />
hun competenties en<br />
bekwaamheden op het<br />
gebied van de voorbehouden<br />
handelingen<br />
moeten bijhouden.<br />
Sinds 2005 zijn ook<br />
de eerste commerciële<br />
initiatieven ondernomen.<br />
Elsevier Gezondheidszorg startte in<br />
André Matera: Manager Health eLearning Noordhoff Uitgevers<br />
<strong>KNOV</strong><br />
samenwerking met de KNMG een website met een uitgebreid<br />
e-learning aanbod voor artsen. Sinds 2006 is ook<br />
de educatieve Uitgeverij Noordhoff Uitgevers betrokken bij<br />
de ontwikkeling van e-learning voor zorgprofessionals. In<br />
2007 is Noordhoff een samenwerking aangegaan met<br />
het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. In het<br />
kader van deze samenwerking is een breed aanbod van<br />
e-learning cursussen ontstaan dat inmiddels in 25 ziekenhuizen<br />
in Nederland wordt gebruikt. Andere zorginstellingen<br />
en ziekenhuizen zijn op eigen initiatief gestart met<br />
het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal voor hun zorgpersoneel.<br />
Het bekendste aanbod is ontwikkeld door het<br />
Elizabeth Ziekenhuis in Tilburg. Inmiddels is e-learning<br />
breed geaccepteerd en niet meer weg te denken uit de<br />
dagelijkse praktijk van zorgprofessionals. Wat is de redenen<br />
voor deze voorspoedige ontwikkeling?<br />
Voordelen van e-learning<br />
De afgelopen jaren is steeds meer<br />
nadruk komen te liggen op het bijhouden<br />
van kennis en competenties.<br />
Voor artsen bestaat al geruime tijd<br />
een verplichting voor bij- en<br />
nascholing.<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
© Henk van Ruitenbeek<br />
13
<strong>KNOV</strong><br />
Zo moeten huisartsen bijvoorbeeld aantonen in een tijdsbestek<br />
van vijf jaar minimaal tweehonderd klokuren aan<br />
bij- en nascholing gevolgd te hebben.<br />
Sinds 2006 zijn ook andere beroepsgroepen in de zorg<br />
geleidelijk begonnen met het inrichten van vergelijkbare<br />
structuren. Ook de <strong>KNOV</strong> biedt voor de registratie van<br />
<strong>Verloskundige</strong>n een kwaliteitsregister. <strong>Verloskundige</strong>n<br />
die hier lid van zijn laten zien dat zij actief investeren in<br />
nieuwe kennis en vaardigheden. Zo geldt voor her -<br />
registratie na vijf jaar de eis dat zij minimaal 200 uur<br />
besteed hebben aan deskundigheidsbevorderende<br />
activiteiten. Denk daarbij aan nascholing, vaardigheids -<br />
trainingen voor spoed eisende handelingen, publicaties,<br />
stagebegeleiding of methodisch intercollegiaal overleg.<br />
E-learning kan hier van grote toegevoegde waarde zijn.<br />
Bestaande leervormen zijn meestal zeer tijdsintensief.<br />
Bij de deelname aan een traditionele nascholing bent u<br />
gebonden aan een plaats en datum waarop deze wordt<br />
aangeboden. Hier kan e-learning een significante tijds -<br />
besparing opleveren. U bent niet meer aan vaste tijden<br />
gebonden en kunt e-learning tijd- en plaatsonafhankelijk<br />
gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld in de avonduren vanuit<br />
huis. Een ander voordeel is de gestandaardiseerde<br />
kwaliteit. Ook al wordt nascholing door excellente vakdeskundigen<br />
aangeboden, de kwaliteit van de bijeenkomsten<br />
kan sterk verschillen. Met behulp van e-learning<br />
kan door iedereen een hoogwaardig aanbod met gestandaardiseerde<br />
inhoud worden gebruikt. Dit is voornamelijk<br />
bij het bekend maken van nieuwe richtlijnen een groot<br />
voordeel. U als professional wordt op die manier optimaal<br />
ondersteund bij het bijhouden van kennis en het ontwikkelen<br />
van nieuwe competenties.<br />
Effectief<br />
E-learning vergroot de effectiviteit van het leerproces.<br />
Stel, u gaat online een cursus volgen over pijnmanagement<br />
tijdens de bevalling. Vanuit een eerdere cursus weet u<br />
nog het een en ander. Aan hand van een korte instaptoets<br />
kan deze kennis geëvalueerd worden en indien u<br />
nog goed op de hoogte bent, kan de cursus op basis van<br />
uw kennis ingekort en individueel op uw behoeften<br />
afgestemd worden. Dit bespaart waardevolle tijd en<br />
maakt leren effectief. Tijdens het gebruiken van de<br />
e-learning worden opdrachten, feedback en verschillende<br />
materialen zoals video’s aangeboden. Het lesmateriaal is<br />
visueel ingesteld, wat helpt bij het leren van complexe<br />
onderwerpen. Na afronding van de cursus krijgt u een<br />
toets aangeboden. Als deze wordt gehaald, wordt er<br />
automatisch een certificaat aangemaakt dat u kunt<br />
gebruiken voor het bewijzen van behaalde accreditatiepunten.<br />
14 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Voor grotere organisaties zoals ziekenhuizen<br />
biedt e-learning nog meer voordelen. Soms is<br />
het noodzakelijk in een korte periode grote<br />
groepen van medewerkers te scholen. Deze<br />
activiteiten zijn meestal lastig te organiseren.<br />
Wisseldiensten en hoge werkdruk zorgen<br />
ervoor dat bijna nooit iedereen op tijd de<br />
nascholing kan volgen. Bij e-learning kan<br />
iedereen tegelijkertijd aan de slag. Vaak is<br />
dit de enige manier om organisatiebreed<br />
scholingen succesvol uit te voeren. Een goed<br />
voorbeeld hiervan zijn bij- en nascholingen<br />
op het gebied van rekenen voor verpleegkundigen.<br />
Maar ook voor stafmedewerkers<br />
en leidinggevenden in organisaties biedt<br />
e-learning grote voordelen. Activiteiten zoals<br />
het behalen van accreditatiepunten worden<br />
centraal bijgehouden. Iedere leidinggevende<br />
kan inzicht in de resultaten van zijn medewerkers<br />
verkrijgen en zijn aansturing aan de<br />
behaalde resultaten aanpassen.<br />
E-learning als onderdeel van doelgerichte<br />
nascholing<br />
Uiteraard is e-learning niet bedoeld als vervanging van<br />
bestaande vormen van nascholing. Intercollegiaal overleg,<br />
symposia of praktijkoefeningen zullen ook in de<br />
toekomst een belangrijk onderdeel uitmaken van het<br />
nascholingsaanbod voor verloskundigen. De kracht van<br />
e-learning ligt juist in de combinatie van alle vormen. Het<br />
vak van verloskundige is gebaseerd op een combinatie<br />
van kennis, vaardigheden en sociale competenties. Met<br />
behulp van e-learning kan het opbouwen van nieuwe<br />
kennis optimaal worden ondersteund. Maar regelmatig<br />
contact met collega’s en het oefenen van handelingen,<br />
zijn uitermate belangrijk om de kwaliteit van de zorgverlening<br />
te waarborgen. In de toekomst zouden trainingen<br />
dus aangevuld kunnen worden door middel van e-learning.<br />
In een eerste stap wordt de nodige kennis opgebouwd<br />
of opgefrist. Voordat u na een praktijkoefening gaat hebt<br />
u de mogelijkheid gehad uw theoretische kennis uit te<br />
breiden. Dit biedt de mogelijkheid om tijdens de oefeningen<br />
de praktische handelingen zo effectief mogelijk te<br />
oefenen en individuele vragen die tijdens het gebruik van<br />
e-learning zijn ontstaan, te bespreken met een docent of<br />
collega. Op die manier wordt het leerrendement van<br />
deze nascholing verhoogd. Omdat iedereen voor deel -<br />
name aan een bijeenkomst de mogelijkheid heeft gehad<br />
kennis op te bouwen, kan het niveau van de nascholing<br />
verhoogd worden. Op die manier worden ook bijeenkomsten<br />
interessanter en bieden een grotere meerwaarde<br />
voor u als professional.
<strong>KNOV</strong> en e-learning<br />
Sinds 2009 werkt de <strong>KNOV</strong> aan het idee een online<br />
academie voor leden van de beroepsvereniging aan te<br />
bieden. Tot nu toe is er achter de schermen al het een en<br />
ander gebeurd. Er ligt een concreet plan voor de uitrol<br />
van deze online academie en er wordt op dit moment aan<br />
een eerste online-cursus - specifiek voor verloskundigen -<br />
gewerkt. Deze cursus ontstaat in het kader van een<br />
groter project, ondersteund door het Ministerie van<br />
Volksgezondheid, Welzijn en Sport in samenwerking<br />
met Pharos. Het onderwerp is “Vrouwelijke genitale<br />
verminking”. De e-learning cursus die in het kader van<br />
dit project ontstaat, is voor iedere verloskundige bedoeld<br />
die haar kennis op dit gebied wil uitbreiden. De inhoud<br />
van de module is op het “Standpunt vrouwelijke genitale<br />
verminking” van de <strong>KNOV</strong> gebaseerd. Tijdens het door-<br />
Advertorial<br />
<strong>KNOV</strong><br />
lopen van deze interactieve cursus zult u naast de nodige<br />
medische kennis, ook oefeningen en informatie aangeboden<br />
krijgen over de culturele achtergrond van meisjesbesnijdenis,<br />
het wettelijk kader en interculturele communicatie.<br />
Deze cursus zal eind 2011 aan u aangeboden<br />
worden.<br />
Wilt u meer weten over de plannen van de <strong>KNOV</strong> met<br />
betrekking tot e-learning? Kijk dan regelmatig op onze<br />
website of neem contact op met Mieke Aitink bij de<br />
<strong>KNOV</strong> (maitink@knov.nl). Als u alvast een voorproefje<br />
wilt, kunnen wij u verwijzen na de online academie van<br />
de V&VN die wordt aangeboden door de beroeps -<br />
vereniging in samenwerking met Noordhoff Uitgevers<br />
(http://academie.venvn.nl/). ■<br />
Verena Schmid in Nederland<br />
Je huidige verloskundige kennis vermeerderen met de biologische, psychische en de<br />
meetbare wereld overstijgende kennis naar het gezondheidscheppende (saluto -<br />
genetische) model volgens Verena Schmid. Daarmee ben je beter in staat de<br />
gezondheid van moeder en kind te beschermen, te behouden en zelfs te verbeteren.<br />
Volgens haar model wordt de vrouw zelf in het middelpunt gezet en gesterkt door<br />
het aanbieden van kennis, praktische middelen (oa om om te gaan met baringspijn)<br />
en motivatie. De focus verandert zich van risico naar gezondheid bevorderen!<br />
Na deze driedaagse cursus zul je niet meer de zelfde verloskundige zijn!<br />
Docent: Verena Schmid, verloskundige, oprichtster en hoofd van de opleiding tot<br />
verloskundige te Florenz, schrijfster van boeken over zwangerschap en geboorte,<br />
internationaal verloskundig docent, werd in 2000 beloond met de Astrid Limburg<br />
prijs!<br />
Wanneer: 7,8 en 9 april 2011 te Driebergen. Drie aaneengesloten dagen.<br />
Slechts toegankelijk voor een beperkt aantal verloskundigen (20!).<br />
Prijs € 685,- met koffie, thee, biologische (uitgebreide) lunches. Accreditatie is<br />
aangevraagd. Engels gesproken. Ook voor de docent is het Engels een tweede taal<br />
zodat het taalniveau eenvoudig zal zijn.<br />
Meer informatie en aanmelden: uiterlijk voor 31 januari 2011, mail naar<br />
cobi.v.d.coevering@planet.nl met uw naam, adres, emailadres en tel nr.<br />
Uw aanmelding is definitief na overmaking van het bedrag op rek: 116941782<br />
t.n.v. J.C.A. van de Coevering te Gouderak o.v.v. “cursus Verena Schmid + uw eigen<br />
naam”. De studiedagen worden gehouden op het prachtige landgoed<br />
Kraaybeekerhof Diedrichslaan 25 te Driebergen.<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
15
<strong>KNOV</strong><br />
Anemie in de verloskundige praktijk:<br />
de eerste <strong>KNOV</strong> standaard herzien<br />
Mieke Beentjes, Suze Jans<br />
In 2000 werd de eerste <strong>KNOV</strong> standaard<br />
gepubliceerd. Dit was de standaard Anemie<br />
in de eerstelijns verloskundige praktijk.<br />
Aangezien anemie veel aandacht kreeg in de<br />
verloskundige praktijk en weinig controverse<br />
opriep, werd dit onderwerp destijds gekozen<br />
voor de start van het richtlijnenbeleid van de<br />
<strong>KNOV</strong>. De eerste standaard is inmiddels tien<br />
jaar oud. Hoogtijd dus voor een herziening.<br />
Tijdens de ontwikkeling van de standaard, toen nog<br />
onder auspiciën van TNO, bleek dat anemie tijdens de<br />
zwangerschap in de Westerse wereld helemaal niet zo<br />
veel voorkomt en ook geen ernstige consequenties heeft<br />
voor zowel moeder als kind. Het probleem leek aanwezig<br />
omdat men tot dan toe onvoldoende oog had voor de<br />
fysiologische aanpassingen van het zwangere lichaam<br />
waardoor de diagnose ijzergebreksanemie vaak ten<br />
onrechte werd gesteld.<br />
De standaard zorgde voor een kleine revolutie. Vóór het<br />
verschijnen van de standaard in 2000 werd gemiddeld<br />
drie maal tijdens de zwangerschap het hemoglobine -<br />
gehalte bepaald en kreeg 72% van de zwangeren ijzer<br />
voorgeschreven. De standaard gaf inzicht in de fysio -<br />
logische aanpassingen van het lichaam aan de zwangerschap<br />
en in de achterliggende processen met als doel<br />
de preventie, diagnosestelling en behandeling van ijzergebreksanemie<br />
aanzienlijk te verbeteren. De verloskundige<br />
wist met behulp van wetenschappelijk onderbouwd<br />
beleid onderscheid te maken tussen een laag Hb veroorzaakt<br />
door fysiologische hemodilutie of door een werkelijke<br />
ijzergebreksanemie. Dit leidde tot zwangerschapsduurspecifieke<br />
referentiewaarden waarbij het 5e<br />
percentiel als normaalwaarde voor het Hb werd aangehouden<br />
en waarbij het Hb in principe nog maar twee<br />
maal in de zwangerschap wordt bepaald.<br />
Evaluatie<br />
De standaard werd in 2003 geëvalueerd door het Centre<br />
for Quality of Care Research (WOK) (Offerhaus et al,<br />
2003). Hieruit bleek dat de standaard in principe goed<br />
Mieke Beentjes en Suze Jans hebben als beleidsmedewerkers van<br />
de <strong>KNOV</strong> het herzieningstraject van de standaard Anemie geleid.<br />
16 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
<strong>KNOV</strong>-standaard<br />
Auteurs:<br />
Suze Jans<br />
Mieke Beentjes<br />
KONINKLIJKE NEDERLANDSE<br />
ORGANISATIE VAN VERLOSKUNDIGEN<br />
Anemie in de verloskundige praktijk<br />
Aanbevelingen voor preventie,<br />
diagnostiek en behandeling<br />
was geïmplementeerd. Wel kwamen er een aantal knelpunten<br />
naar voren die gebruikt zijn als uitgangsvragen bij<br />
het literatuuronderzoek (vanaf 2000) voor de herziening<br />
van de standaard.<br />
Nadat de VAS (<strong>Verloskundige</strong> Adviesraad Standaarden,<br />
zie TvV nov. 2010) in 2006 opdracht gaf de standaard te<br />
herzien, is in 2008 een nieuwe werkgroep geïnstalleerd.<br />
Deelnemers aan deze werkgroep waren onder andere<br />
twee verloskundigen die in het verleden deel hebben uitgemaakt<br />
van de oorspronkelijke werkgroep, een verloskundig<br />
actieve huisarts en een tweedelijns verloskundige.<br />
Op basis van de conclusies uit het literatuuronderzoek en<br />
de discussies in de werkgroep over de knelpunten uit de<br />
eerste versie van de standaard, zijn sommige aanbevelingen<br />
uit de oorspronkelijke standaard aangepast en waar<br />
nodig nieuwe aanbevelingen geformuleerd.<br />
Daarbij is ook het format van de standaard zo goed<br />
mogelijk aangepast aan de huidige opzet van de <strong>KNOV</strong><br />
standaarden.
Preconceptiezorg en anemie<br />
Aan de standaard is een hoofdstuk toegevoegd over het<br />
beleid rond anemie tijdens het preconceptionele consult.<br />
Bij een gezonde levensstijl zou anemie in de fertiele<br />
periode van een vrouw nauwelijks voor moeten komen.<br />
Er zijn wel vrouwen die een groter risico hebben op<br />
anemie: vrouwen met afwijkende voedingsgewoonten,<br />
vrouwen met een langdurige of zware menstruatie, vrouwen<br />
die hemoglobinopathie hebben of drager zijn hiervan<br />
en vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst.<br />
Aanbevolen wordt om alleen bij deze vrouwen een Hb te<br />
bepalen. Het verdere beleid indien een laag Hb gevonden<br />
wordt, is afwijkend van het anemiebeleid tijdens de<br />
zwangerschap. Bij een Hb van < 7,5 mmol/l wordt een<br />
ijzergebreks anemie verondersteld en voor een periode<br />
van 6 weken ijzer voorgeschreven. In alle gevallen wordt<br />
de vrouw met anemie doorverwezen naar de huisarts<br />
voor follow-up na 4-6 weken. De huisarts wordt schriftelijk<br />
door de verloskundige geïnformeerd over de uitkomst<br />
van het bloedonderzoek. Met vrouwen uit de risicogroep<br />
voor hemoglobinopathie zoals vrouwen van niet-Noord-<br />
Europese afkomst, wordt de mogelijkheid van dragerschapsdiagnostiek<br />
besproken.<br />
De kraamperiode en anemie<br />
In de eerste editie van de anemiestandaard kreeg anemie<br />
tijdens de kraamperiode weinig aandacht. De indruk<br />
bestond dat de indicaties voor een Hb-controle na de<br />
bevalling niet altijd werden opgevolgd.<br />
De werkgroep heeft daarom besloten om ook aan dit<br />
onderwerp een apart hoofdstuk te wijden. Het beleid<br />
tijdens de postpartum periode is meer in lijn gebracht<br />
met het beleid tijdens de zwangerschap. Dat wil zeggen<br />
het Hb wordt gecontroleerd 4-6 weken na de start van<br />
de behandeling, ongeacht of de behandeling bestaat uit<br />
medicatie of dat de vrouw een bloedtransfusie heeft<br />
gehad. Indien tijdens de partus ruim bloedverlies optrad<br />
of daadwerkelijk een fluxus, is een Hb-controle aan het<br />
einde van het kraambed (7-10 dagen postpartum) geïndiceerd.<br />
Risicogroepen voor anemie tijdens de<br />
zwangerschap<br />
Er zijn drie risicogroepen voor anemie tijdens de zwangerschap<br />
toegevoegd aan deze standaard. Uit de geïnventariseerde<br />
knelpunten bleken veel verloskundigen te<br />
ervaren dat vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst<br />
meer kans op anemie bleken te hebben. Dit is door het<br />
literatuuronderzoek bevestigd. Waarom deze vrouwen<br />
een verhoogde kans hebben is met behulp van beschik-<br />
<strong>KNOV</strong><br />
Wat is er veranderd vergeleken met de standaard uit 2000?<br />
baar onderzoek niet te achterhalen. Mogelijk spelen<br />
sociaaleconomische factoren een rol.<br />
Indien tijdens de eerste controle het bloedonderzoek<br />
inclusief het Hb, via het laboratorium wordt aangevraagd,<br />
wordt meestal ook de uitslag van het MCV doorgegeven.<br />
Het kan voorkomen dat een normaal Hb wordt gevonden<br />
en een afwijkend MCV (
18<br />
zonder klinische aanwijzingen dan ook geen meerwaarde.<br />
Een Hb < 5,6 mmol/l is natuurlijk wel reden voor<br />
verdere diagnostiek naar de mogelijke oorzaak hiervan.<br />
Bij een Hb van die hoogte moet uitgesloten zijn dat er<br />
niet meer achter zit dan alleen ijzergebreksanemie. Is er<br />
geen sprake van pathologie bij de moeder? Zeker voor<br />
een optimale behandeling. Literatuur uit de oude standaard<br />
geeft aan dat een Hb< 5,6 mmol/l samen gaat met een<br />
grotere kans op pathologie. De zwangere wordt hiervoor<br />
naar de huisarts verwezen.<br />
Er is in de literatuur geen verband gevonden tussen een<br />
erg laag Hb en de verhoogde kans op een fluxus of de<br />
veiligheid bij een thuisbevalling. De werkgroep is van<br />
mening dat bij een ernstige anemie in het derde trimester<br />
individueel beoordeeld moet worden of de bevalling<br />
nog thuis gepland kan worden. Zowel de plaatselijke<br />
omstandigheden, de obstetrische anamnese en mogelijke<br />
risicofactoren voor ruim bloedverlies dienen te worden<br />
meegenomen in de beslissing of een thuis bevalling<br />
verantwoord is. Aanbevolen wordt om het nageboortetijdperk<br />
van een barende vrouw met ijzer gebreksanemie<br />
actief te leiden.<br />
Voeding als preventie<br />
Bij de preventie van anemie ligt altijd veel nadruk op het<br />
voorschrijven van ijzerrijke voeding. Veel verloskundigen<br />
geven lijstjes mee met ijzerrijke voeding en adviezen over<br />
wat wel en niet bij de maaltijd te gebruiken om de ijzeropname<br />
te stimuleren. Het voedingsadvies is in de herziene<br />
standaard een stuk vereenvoudigd. Het advies komt neer<br />
op een gezonde en met name gevarieerde voeding waarbij<br />
zoveel mogelijk producten uit de zogenaamde ‘schijf<br />
van vijf’ worden genuttigd. Op het moment dat de<br />
voeding gevarieerd is, zijn de remmende en bevorderende<br />
factoren die een rol spelen bij de ijzerabsorptie in<br />
evenwicht. Een glas melk heeft bijvoorbeeld nauwelijks<br />
invloed op de ijzerabsorptie bij een gevarieerde maaltijd.<br />
Een aangetoonde ijzergebreksanemie is met uitsluitend<br />
goede voeding niet of nauwelijks op te lossen. Goede<br />
voeding is daar in tegen wel een uitstekende preventie.<br />
Medicatie verlaagd<br />
Een van de belangrijkste veranderingen in het beleid<br />
rondom anemie is de aanbeveling om de voorgeschreven<br />
medicatie te verlagen. Het advies is nu om bij een ijzergebreksanemie<br />
in de zwangerschap slechts 1 tablet ferrofumaraat<br />
200 mg per dag voor te schrijven. De ernst van<br />
de aandoening weegt niet op tegen de aanzienlijke bijwerkingen<br />
die vrouwen ervaren bij de medicatie<br />
waardoor tevens de therapietrouw beïnvloedt wordt. In<br />
het afgelopen jaar werd een trial gepubliceerd waarbij<br />
bleek dat met een lagere medicatie de ijzergebreksanemie<br />
even goed behandeld kan worden en daardoor veel<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
<strong>KNOV</strong><br />
minder bijwerkingen veroorzaakt (Zhou et al., 2009).<br />
Aangezien de absorptie van de ijzermedicatie bij inname<br />
tijdens de maaltijd met wel 30-50% kan afnemen, is het<br />
advies om de tablet vóór de maaltijd in te nemen. Bij<br />
aanhoudende klachten, kan dit eventueel na de maaltijd.<br />
In de verloskundige praktijk worden nog veel multi -<br />
vitaminen of alternatieve (kruiden)medicatie als Floradix<br />
voorgeschreven. Voor de therapeutische waarde hiervan<br />
bij de behandeling van ijzergebreksanemie is geen<br />
bewijs. De ijzerabsorptie is afhankelijk van de samen -<br />
stelling van het middel. De samenstelling van deze<br />
middelen is niet altijd duidelijk en wisselt per fabrikant.<br />
De hoeveelheid ijzer in een dergelijke tablet of kruidendrank<br />
is daarbij niet voldoende om een ijzergebreks -<br />
anemie te behandelen. Bovendien zijn deze middelen<br />
vaak duur en worden ze niet vergoed door de zorg -<br />
verzekeraar.<br />
Aandacht voor hemoglobinopathie<br />
Het opsporen van (dragerschap van) hemoglobinopathie<br />
ten behoeve van reproductieve keuzes alleen, hoort in<br />
principe niet in de anemie standaard thuis. Gezien de<br />
relatie met anemie is het wel belangrijk om extra aandacht<br />
aan vrouwen met deze aandoening te besteden.<br />
De samenstelling van de Nederlandse bevolking bestaat<br />
steeds meer uit mensen met verschillende etnische<br />
achtergronden waardoor meer kennis over hemoglobinopathie<br />
noodzakelijk is. In de gehele standaard is daarom<br />
meer aandacht voor de zwangere met (verdenking van)<br />
hemoglobinopathie of met name dragerschap daarvan.<br />
Patiënten met een ernstige hemoglobinopathie zullen<br />
over het algemeen niet door de verloskundige gezien<br />
worden. Zij bevinden zich al in het medische circuit van<br />
specialisten en zijn waarschijnlijk direct verwezen naar<br />
de gynaecoloog. De risicogroep voor dragerschap op<br />
hemoglobinopathie bestaat uit mensen die zelf of wiens<br />
(voor)ouders oorspronkelijk afkomstig zijn uit Afrika,<br />
Zuidoost-Azië, Suriname, Antillen, Middellandse<br />
Zeegebied(Turkije, Marokko), het Midden-Oosten: samenvattend<br />
vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst.<br />
Zowel preconceptioneel als tijdens de zwangerschap<br />
dient de verloskundige alert te zijn op mogelijk hemoglobinopathiedragerschap<br />
bij een laag Hb bij vrouwen<br />
afkomstig uit de risicogroep. Indien tijdens de eerste<br />
controle een laag Hb wordt gevonden bij vrouwen uit de<br />
risicogroep voor hemoglobinopathie, is dragerschaps -<br />
diagnostiek geïndiceerd. De diagnostiek van ijzergebreksanemie<br />
dient bij deze groep uitgebreid te worden met<br />
een ferritine bepaling. In tegenstelling tot wat vaak<br />
gedacht wordt, is de verloskundige bevoegd om dragerschapsdiagnostiek<br />
voor hemoglobinopathie aan te vragen.<br />
Zij dient echter wel bekwaam te zijn om de uitslag te<br />
kunnen inter preteren. Tevens is de aanbeveling om
HbP-dragers te suppleren met 0,5 mg foliumzuur per<br />
dag. Extra achtergrondinformatie over hemoglobinopathie,<br />
inclusief de diagnostiek, is opgenomen in bijlage 2<br />
van de standaard.<br />
Praktijkkaart opgefrist<br />
Er is na consultatie van verschillende verloskundigen in<br />
de commentaarfase gekozen om de nieuwe praktijkkaart<br />
te baseren op het oude model. Wel is de lay-out vernieuwd<br />
en is de informatie aangepast. Adviezen rond<br />
anemie en het preconceptionele consult zijn toegevoegd<br />
en er is minder plaats ingeruimd voor voedingsadviezen.<br />
Anemie in de verloskundige praktijk<br />
praktijkkaart behorend bij de gelijknamige <strong>KNOV</strong>-standaard 2010<br />
Tijdens de zwangerschap wordt het Hb<br />
gecontroleerd op de volgende momenten:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Hb-referentiewaarden (p5-waarden) in mmol/l<br />
7,5<br />
Zwangerschap (in wk Am))<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Postpartum (in wk)<br />
<br />
<br />
Risicogroepen met verhoogde kans op anemie in de zwangerschap (20 wk controle)<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Schema A. Eerste controle hemoglobinebepaling (referentiewaarde tot 14 wk)<br />
Hemoglobinegehalte in mmol/l actie<br />
<br />
<br />
ga door naar schema B<br />
ga door naar schema C<br />
<br />
<br />
Schema B. Vervolgcontrole hemoglobinebepaling bij 20 of 30 weken<br />
zwangerschapsduur hemoglobinegehalte in mmol/l actie<br />
<br />
<br />
ga door naar schema C<br />
ga door naar schema C<br />
<br />
Schema C. Aanvullende diagnostiek d.m.v. MCV-bepaling bij een laag Hb<br />
MCV-gehalte (in fL) actie<br />
<br />
ga door naar schema D<br />
<br />
<br />
Tevens staat er op een rijtje in welke gevallen u de<br />
zwangere met anemie naar de huisarts moet verwijzen<br />
voor verdere diagnostiek.<br />
Samenwerking<br />
Omdat de anemie standaard 2011 zich concentreert op<br />
samenwerking met de huisarts is het van belang dat u<br />
hieraan extra aandacht besteed in uw regio. Ter ondersteuning<br />
voor de regionale samenwerking tussen verloskundigen<br />
en huisartsen werd in 2007 door de NHG in<br />
samenwerking met de <strong>KNOV</strong> de LESA Anemie ontwikkeld<br />
A<br />
B<br />
C<br />
<strong>KNOV</strong><br />
(Verstappen et al., 2007). Verschillende regio’s in Nederland<br />
zijn hier actief mee aan de slag gegaan en hebben gezamenlijke<br />
beleidsafspraken gemaakt. Van belang is dat<br />
deze beleidsafspraken worden herzien nu ook de<br />
standaard van de <strong>KNOV</strong> is herzien. De huidige LESA is<br />
verlopen en zal niet worden herzien. In de toekomst<br />
zullen samenwerkingsafspraken zoveel mogelijk worden<br />
verwerkt in zowel de standaarden van <strong>KNOV</strong> als die van<br />
de NHG. Ook in de huidige anemie-standaard van de<br />
<strong>KNOV</strong> is een hoofdstuk gewijd aan afspraken in de keten<br />
rondom anemie. In de herziene versie van de NHG<br />
standaard Zwangerschap en Kraambed die in 2011<br />
verschijnt, zal ook een aparte samenwerkingsparagraaf<br />
worden opgenomen waarin onder andere het anemie -<br />
beleid wordt besproken. De verwachting is dat het beleid<br />
grotendeels wordt aangepast aan de <strong>KNOV</strong> standaard.<br />
Toetsprogramma<br />
In januari zal ook het bijbehorende toetsprogramma voor<br />
deze standaard uitkomen. Hiermee kunt u samen met de<br />
ITV-groep toetsen hoe het huidige beleid rondom anemie<br />
in uw praktijk is geïmplementeerd en of uw kennis rondom<br />
anemie adequaat is. Bovendien wordt met behulp van<br />
het toetsprogramma duidelijk welke (regionale) afspraken<br />
gemaakt moeten worden om een goede samenwerking<br />
rondom anemie met uw ketenpartners te kunnen<br />
bewerkstelligen.<br />
De werkgroep Herziening anemie standaard bestond uit:<br />
Suze Jans; Mieke Beentjes; Tineke van Dijk; Jan Vinders;<br />
Roelande Kuiperij; Anke Selles; Ton Deerenberg en<br />
Jan Henk Oldenziel. ■<br />
Referenties<br />
Heringa, M. (1998). Computer-ondersteunde screening in de prenatale<br />
zorg [dissertatie]. Groningen: RU Groningen.<br />
Offerhaus, P., Fleuren, M., & Wensing, M. (2003). De impact van de eerste<br />
<strong>KNOV</strong>-standaard voor eerstelijnsverloskundigen. Nijmegen/Leiden:<br />
Centre for Quality of Care Research (WOK)/TNO.<br />
Verstappen, W.H.J.M., Jans, S.M.P.J., Van Egmond, N., Van Laere, A.,<br />
Schippers-van Mourik, M.M.,<br />
Labots-Vogelesang, S.M. et al. (2007). Landelijke Eerstelijns<br />
Samenwerkings Afspraak Anemie tijdens de zwangerschap en kraamperiode.<br />
Utrecht: <strong>KNOV</strong>/NHG.<br />
Zhou, S. J. et al. (2009). Should we lower the dose of iron when treating<br />
anaemia in pregnancy? A randomized dose-response trial. Eur J Clin<br />
Nutr.;63:(2)183-190.<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
19
<strong>KNOV</strong><br />
Stuurgroeprapport zorgt voor goed<br />
bezochte themabijeenkomsten<br />
Over casemanagement, zorgplan, 34 weken huisbezoek en<br />
continue begeleiding<br />
Margriet Weide<br />
Het Stuurgroeprapport houdt heel verlos -<br />
kundig Nederland alweer een jaar bezig. De<br />
<strong>KNOV</strong> heeft na raadpleging van haar leden,<br />
de aanbevelingen over casemanagement, het<br />
zorgplan, het huisbezoek en continue begeleiding<br />
tijdens de bevalling uitgewerkt.<br />
Vervolgens is deze uitwerking aan haar leden<br />
gepresenteerd tijdens de themabijeenkomsten<br />
eind 2010. Maar liefst 624 leden hebben de<br />
themabijeenkomsten bezocht. Een teken dat<br />
het leeft!<br />
Hoe ziet de uitwerking er nu uit en hoe<br />
verliepen de themabijeenkomsten?<br />
Verlaging perinatale sterfte?<br />
Verbetering van kwaliteit!<br />
We weten het allemaal: de Stuurgroep is in het leven<br />
geroepen om te kijken hoe de relatief hoge babysterfte<br />
in Nederland omlaag kan. De kracht van de aanbevelingen<br />
van de stuurgroep is dat ze multidisciplinair tot stand zijn<br />
gekomen. Of deze aanbevelingen ook bijdragen aan<br />
verlaging van de babysterfte moet nog blijken. De <strong>KNOV</strong><br />
verwacht dat die aanbevelingen in ieder geval bijdragen<br />
aan een meer cliëntgerichte zorg en daardoor aan ver -<br />
betering van de verloskundige zorg.<br />
Wat is de belangrijkste boodschap van de<br />
<strong>KNOV</strong>?<br />
Casemanager<br />
De casemanager is een verloskundige die het vaste aanspreekpunt<br />
en vertrouwenspersoon voor de vrouw<br />
is in niet-acute situaties. Zij coördineert het totale zorg -<br />
traject van intake tot en met de eindevaluatie.<br />
Om de continuïteit van de zorg voor de vrouw te<br />
garanderen, krijgt iedere zwangere één verloskundige<br />
toegewezen die alle zorg rond haar coördineert. Zij<br />
neemt het voortouw in alle benodigde, niet-acute<br />
Margriet Weide is beleidsmedewerker <strong>KNOV</strong><br />
20 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
contacten. Zij doet in ieder geval de intake en het tweede<br />
consult waarin zij samen met de vrouw het zorgplan<br />
opstelt. Verder brengt zij het huisbezoek rond de 34ste<br />
week en tenminste één bezoek tijdens de kraamperiode.<br />
Zij verzorgt de overdracht naar de JGZ en huisarts en zij<br />
voert de nacontrole bij zes weken na de bevalling uit.<br />
Tijdens deze momenten evalueert zij de zorg en stelt zij<br />
zo nodig het zorgplan van de vrouw bij. Ook is zij de<br />
aangewezen persoon voor de eindevaluatie. Bij ziekte,<br />
verlof en vakantie draagt zij haar casemanagement over<br />
aan een collega.<br />
Bij overdracht van de vrouw naar de tweedelijn draagt de<br />
casemanager in principe ook het casemanagement over.<br />
Er kunnen echter situaties zijn waarin een gedeeld casemanagerschap<br />
met de eerste-/tweedelijn de voorkeur heeft.<br />
Zorgplan<br />
De casemanager stelt samen met de vrouw rond de<br />
12e week het zorgplan op. Het zorgplan bestaat uit een<br />
aantal vaste onderdelen en wordt daarnaast toegespitst<br />
op iedere individuele zwangere. Dit plan kan gedurende<br />
de zorg veranderen en gaat mee met een eventuele<br />
overdracht naar de tweedelijn.
Een zorgplan draagt bij aan een goede afstemming van<br />
de verwachtingen en behoeftes van de vrouw (en haar<br />
partner) met die van de verloskundige. De zwangere<br />
weet beter wat ze aan zorg kan verwachten en op welke<br />
momenten. De casemanager stelt samen met de vrouw<br />
haar zorgplan op in het tweede consult. Onderdeel van<br />
het zorgplan is het individuele zorgpad van de vrouw<br />
(wanneer komt ze op consult, wat wordt er dan besproken<br />
en gedaan, wanneer is er groepsvoorlichting etcetera).<br />
Ook het geboorteplan met haar wensen en verwachtingen<br />
over de bevalling is een onderdeel van het zorgplan. De<br />
vrouw heeft het zorgplan altijd zelf bij zich zodat bij een<br />
eventuele overdracht haar situatie meteen bekend is bij<br />
de nieuwe zorgverlener. In de toekomst zal het zorgplan<br />
onderdeel zijn van het Perinataal Webbased Dossier: een<br />
elektronisch dossier waar zowel de zorgverlener als de<br />
vrouw inzage in heeft.<br />
Huisbezoek<br />
De casemanager brengt rond de 34 weken zwangerschap<br />
een huisbezoek om, volgens het Stuurgroeprapport, meer<br />
inzicht te krijgen in de mogelijke risico’s voor moeder en<br />
kind in de laatste fase van de zwangerschap, tijdens de<br />
bevalling, de kraamperiode en daarna. Deze inschatting<br />
maakt de verloskundig casemanager en in samenspraak<br />
met de zwangere wordt bepaald waar de bevalling in<br />
principe zal plaatsvinden.<br />
De <strong>KNOV</strong> ziet het huisbezoek bij uitstek als een kans om<br />
de vertrouwensrelatie met de zwangere te verdiepen.<br />
Thuis is er vaak meer tijd en aandacht voor de zwangere<br />
en haar partner dan op het spreekuur. Daarom is de<br />
thuissituatie ook erg geschikt voor het bevallingspraatje<br />
en voor het bespreken van het geboorteplan. Aangevuld<br />
met de medische controles thuis kan het huisbezoek dan<br />
een consult op de praktijk vervangen.<br />
Continue begeleiding tijdens de baring<br />
Iedere zwangere heeft recht op continue begeleiding. De<br />
verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van<br />
de vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig<br />
heeft. De verloskundige draagt zorg voor die begeleiding.<br />
Gezien de enorme voordelen voor moeder en kind, zijn<br />
we met de beroepsgroep al enige tijd aan de gang om<br />
continue begeleiding voor de zwangere te realiseren. De<br />
verloskundige spreekt met de zwangere af dat zij belt als<br />
zij denkt dat de bevalling begonnen is of als ze behoefte<br />
heeft aan het oordeel of ondersteuning van de verloskundige.<br />
Als de vrouw belt dan gaat de verloskundige er<br />
naar toe. Zij beoordeelt dan in welke fase van de baring<br />
de vrouw zich bevindt. Ook beoordeelt zij de draagkracht<br />
van de vrouw en de aanwezige steun en bespreekt de<br />
wensen en verwachtingen van de vrouw en haar behoefte<br />
aan ondersteuning. De verloskundige bepaalt op grond<br />
<strong>KNOV</strong><br />
van haar waarnemingen en in overleg met de vrouw het<br />
vervolgbeleid. Tijdens de latente fase kan, als de vrouw<br />
daar behoefte aan heeft of dit wenselijk is, de kraam -<br />
verzorgster de vrouw begeleiden. Vanaf de actieve fase<br />
blijft de verloskundige bij voorkeur zelf bij de barende.<br />
De vrouw wordt dan dus niet meer alleen gelaten.<br />
Tijdens de actieve fase kan een kraamverzorgster de<br />
verloskundige bijstaan.<br />
Themabijeenkomsten<br />
Gemiddeld werden de avonden beoordeeld met een 7,3.<br />
Veel verloskundigen benaderden de onderwerpen met<br />
een open blik. Positief kritische opmerkingen zijn<br />
gemaakt vooral over de onderbouwing van de effecten<br />
van de Stuurgroepaanbevelingen. Vragen zijn vooral<br />
gesteld over de praktische uitvoering en (financiële)<br />
consequenties.<br />
Inspirerend waren de vele positieve verhalen van verloskundigen<br />
die al ervaring hebben opgedaan met de<br />
onderwerpen.<br />
De verloskundige indiceert, op geleide van de behoefte van de<br />
vrouw, samen met de vrouw wanneer ze dat nodig heeft.<br />
Uit de schriftelijke evaluatie bleek dat van de 624 aan -<br />
wezigen al 50 verloskundigen met casemanagement zijn<br />
begonnen, 34 met het zorgplan, 14 met het huisbezoek<br />
en 148 al met continue begeleiding. Ook veel verlos -<br />
kundigen hebben al een plan om binnenkort aan de slag<br />
te gaan. De meesten willen starten met invoering van het<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
© Bionda Heeringa<br />
21
<strong>KNOV</strong><br />
zorgplan. De werkwijze zal niet overal precies zo zijn als<br />
boven beschreven. Maar het belangrijkste is nu dat we<br />
ervaring op gaan doen en dat de verschillende uit -<br />
werkingen en ervaringen informatie op gaan leveren.<br />
Met deze informatie kunnen we straks het een en ander<br />
definitiever vorm gaan geven.<br />
Oproep<br />
Dat is ook de reden waarom de <strong>KNOV</strong> tijdens de themabijeenkomsten<br />
een oproep aan de leden deed om te<br />
kijken hoe we die onderwerpen in de praktijk kunnen<br />
oppakken. “Kies een onderwerp wat je het meeste<br />
aanspreekt en maak een start. Bijvoorbeeld door eerst op<br />
kleine schaal te beginnen of alleen voor een specifieke<br />
doelgroep. Experimenteer er mee!”<br />
De <strong>KNOV</strong> zal het komende jaar verschillende pilots uitzetten<br />
en initiatieven volgen zodat met die ervaringen<br />
in de hand de ‘best practices’ boven komen drijven en<br />
duidelijk wordt wat de gevolgen zijn voor de praktijk.<br />
Met die gegevens kan de <strong>KNOV</strong> zich vervolgens tot de<br />
financier wenden.<br />
De notitie met een beschrijving van de<br />
<strong>KNOV</strong>-visie over het het casemanagment, het<br />
zorgplan, het huisbezoek en de continue<br />
begeleiding tijdens de baring, kunt u downloaden<br />
van de ledensite van de <strong>KNOV</strong>.<br />
Vervolg<br />
De <strong>KNOV</strong> werkgroep die de pilots gaat begeleiden, is net<br />
gestart. Zij zal binnenkort contact opnemen met diegenen<br />
die op het evaluatieformulier van de themabijeenkomsten<br />
hebben aangegeven hun ervaringen te willen delen of mee<br />
te willen doen aan de pilots. We houden u op de hoogte<br />
over het verloop en de bevindingen van de pilots. ■<br />
22 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Positionering klinisch<br />
Greta Rijninks en Juliet Droog<br />
Klinisch verloskundigen zijn een fenomeen<br />
wat zich sneller ontwikkelt dan randvoorwaarden<br />
bij kunnen houden. Al eerder werd<br />
binnen het MOBG traject (Modernisering<br />
Opleidingen en Beroepsuitoefening in de<br />
Gezondheidszorg) door afgevaardigden van<br />
<strong>KNOV</strong> en NVOG, met financiering van VWS,<br />
een poging gedaan de positie van klinisch verloskundige<br />
te formaliseren. Het lukte niet om<br />
met alle partijen op een lijn te komen. Hoe<br />
urgent de situatie was bleek uit de uitkomsten<br />
van een workshop over de positionering en de<br />
taken van klinisch verloskundigen tijdens de<br />
zeer succesvolle eerste studiedag voor klinisch<br />
verloskundigen in 2008. Zonder supervisie<br />
werden, al dan niet onder druk van de gynaecoloog,<br />
allerlei handelingen verricht waartoe<br />
verloskundigen niet bevoegd zijn. Niet alleen<br />
dit maakte duidelijk dat er iets moest gebeuren,<br />
ook de Inspectie riep ons op snel te handelen.<br />
Lerend uit de gebeurtenissen rondom het<br />
MOBG traject, werd vanuit het platform klinisch<br />
verloskundigen een denktank opgericht.<br />
Onder de bezielende leiding van Geert Gerats<br />
(hoofd belangenbehartiging <strong>KNOV</strong>) en met<br />
ondersteuning van dossierhouder bij het<br />
bureau van de <strong>KNOV</strong>, Lucie Martijn, werden<br />
raamdocumenten opgesteld, waar de afgevaardigden<br />
van de nieuw op te zetten werkgroep<br />
mee aan de slag konden.<br />
Werkgroep <strong>KNOV</strong>-NVOG<br />
De werkgroep van de <strong>KNOV</strong> en NVOG bestond uit drie<br />
klinisch verloskundigen en drie gynaecologen, een externe<br />
voorzitter en een secretaris (zie overzicht). Voor juridisch<br />
advies werd hoogleraar gezondheidsrecht Mw. Prof. Dr.<br />
W.R. Kastelein van de Radboud Universiteit te Nijmegen<br />
uitgenodigd. Van meet af aan was het uitgangspunt om<br />
afspraken te maken die unaniem door de werkgroep<br />
werden gesteund. Basisprincipe van de werkgroep was<br />
“de klinische verloskundige brengt in het obstetrisch<br />
Greta C.Rijninks-van Driel MSc is verloskundige en was tot<br />
19 november 2010 bestuurslid van de <strong>KNOV</strong><br />
J.C.Droog MBA, is klinisch verloskundige en is lid van de<br />
werkgroep klinisch verloskundigen <strong>KNOV</strong>-NVOG
verloskundigen<br />
team haar specifieke deskundigheid in, waardoor in de<br />
perinatale zorg het fysiologisch verloskundig proces in<br />
samenhang met de pathologie wordt begeleidt. Dit leidt<br />
tot hoogwaardige verloskundige zorg.“<br />
De door de werkgroep uitgebrachte nota is goedgekeurd<br />
door beide besturen en geaccordeerd door de Algemene<br />
Ledenvergadering van de NVOG. Vervolgens lag de nota<br />
ter accordering voor aan de leden van de <strong>KNOV</strong> zoals<br />
bijeen in de Algemene Ledenvergadering van november<br />
2010.<br />
Juridische context<br />
Een klinisch verloskundige mag tot op heden doen wat<br />
ze in de initiële opleiding heeft geleerd. Volgens de<br />
Wet BIG artikel 3 zijn verloskundigen bevoegd om voorbehouden<br />
handelingen te verrichten. In de Algemene<br />
Maatregel van Bestuur staat beschreven wat er op de<br />
opleiding tot eerstelijns verloskundige geleerd moet<br />
worden voordat het diploma mag worden ontvangen.<br />
Wat mag dan een klinisch verloskundige? Exact hetzelfde,<br />
ze begeeft zich dus buiten haar deskundigheids -<br />
gebied, wanneer zij op de verloskamers handelingen<br />
uitvoert die hier buiten vallen. Zij is tot op heden niet<br />
bevoegd, maar zij wordt tijdens haar werk cq opleiding<br />
wel bekwaam, haar deskundigheidsgebied is verruimd<br />
ten opzichte van haar initiële opleiding zonder dat dit<br />
formeel geregeld is. Het domein van de klinisch verloskundige<br />
omvat complexere situaties dan buiten het<br />
ziekenhuis. De zorg betreft vaak gelijktijdig meerdere<br />
patiënten, en er is veel vaker sprake van acute problematiek.<br />
Adequate risico-inschatting en triage is dan<br />
essentieel, hiervoor zijn aanvullende competenties nodig.<br />
Bekwaam<br />
In toenemende mate is de opleiding van verloskundigen<br />
ingericht om de eerstelijns verloskundigen zo goed<br />
mogelijk voor te bereiden op de uitoefening van hun<br />
taken. Het aantal stage-uren in de eerstelijn is groot,<br />
zeker als je dat vergelijkt met ongeveer 25 jaar geleden.<br />
<strong>KNOV</strong><br />
Op 1 januari 2009 waren er 573 klinisch verloskundigen<br />
in Nederland van hen is 64% lid<br />
van de <strong>KNOV</strong>. Ter vergelijking: van alle zelfstandig<br />
gevestigde leden is 98% lid van de<br />
<strong>KNOV</strong> [Nivel 2009]. In de afgelopen jaren zijn<br />
er verschillende activiteiten door de <strong>KNOV</strong><br />
ontwikkeld speciaal voor klinisch verloskundigen.<br />
Er is een platform voor klinisch verloskundigen<br />
opgericht, waar viermaal per jaar<br />
afgevaardigden van verschillende ziekenhuizen<br />
elkaar ontmoeten en waar informatie<br />
uitwisseling plaatsvindt. Eenmaal per jaar<br />
organiseert de <strong>KNOV</strong> een studiedag voor<br />
klinisch verloskundigen; deze wordt druk<br />
bezocht. Ook de belangenbehartiging van<br />
klinisch verloskundigen neemt toe. Zo worden<br />
adviezen uitgebracht aan vakorganisaties bij<br />
het collectieve overleg arbeidsvoorwaarden.<br />
Klinisch verloskundigen kunnen in toenemende<br />
mate de <strong>KNOV</strong> helpdesk vinden, waar<br />
adviezen verstrekt worden over o.a. arbeidsrechtelijke<br />
problemen, arbeidstijden en werkdruk.<br />
Sinds kort is het mogelijk om op de <strong>KNOV</strong><br />
website informatie te plaatsen over vacatures<br />
en tijdelijke vervanging. Tevens is een voorzichtige<br />
start gemaakt met het opzetten van<br />
trainingen voor klinisch verloskundigen. Op<br />
hun beurt zijn klinisch verloskundigen steeds<br />
vaker actief binnen de vereniging, zo is er<br />
een vast lid in het bestuur en in de VAS.<br />
Verder zijn zij actief in richtlijnontwikkeling<br />
en geven commentaar op interne en externe<br />
richtlijnen, waaronder die van de NOVG.<br />
De klinische verloskundige brengt in het obstetrisch team<br />
haar specifieke deskundigheid in, waardoor in de perinatale zorg<br />
het fysiologisch verloskundig proces in samenhang<br />
met de pathologie wordt begeleidt.<br />
Dit leidt tot hoogwaardige verloskundige zorg.<br />
Dit is een groot goed, zo leren verloskundigen optimaal<br />
wat het vak inhoudt. Het aantal stage-uren in de kliniek<br />
is echter flink afgenomen en er is op korte termijn geen<br />
ruimte in het overvolle curriculum om dit uit te breiden.<br />
Als we willen dat alle verloskundigen zowel low- als<br />
mediumrisk zorg kunnen leveren moet er extra<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
23
<strong>KNOV</strong><br />
geschoold worden. Een van de redenen om te streven<br />
naar academisering, zodat ook hiervoor meer ruimte<br />
komt. In de tussentijd moet echter duidelijk zijn wat de<br />
klinisch verloskundige kan en mag! Zowel ter bescherming<br />
van de verloskundige, als voor het ziekenhuis, maar<br />
vooral voor de patiënt!<br />
In de denktank van de <strong>KNOV</strong> is hiervoor een model ontwikkeld<br />
(figuur 1). Alle verloskundigen hebben als basis<br />
het eigen wettelijke deskundigheidsgebied. Dan volgt<br />
een uitbreiding van het deskundigheidsgebied voor klinisch<br />
verloskundigen op basis van artikel 15 uit de wet<br />
BIG, het zogeheten specialisten register. Dat betekent<br />
dat de titel ‘klinisch verloskundige’ een beschermde titel<br />
wordt. Iemand mag zich alleen maar klinisch verlos -<br />
kundige noemen indien zij daadwerkelijk in dat register<br />
staat. Zij heeft extra expertise op het gebied van de<br />
pathologisch verlopende verloskunde. In zoverre is dit<br />
vergelijkbaar met echoscopisten, managers en opleiders.<br />
Werkgroep Klinisch <strong>Verloskundige</strong>n<br />
Extern Voorzitter Mr. P.H.G. Engelen<br />
Secretaris Mw. Drs. L.M. Martijn,<br />
<strong>KNOV</strong><br />
Leden namens de NVOG<br />
Dr. A. Franx, gynaecoloog<br />
Dr. A.J. van Loon, gynaecoloog<br />
Mw. dr. J.M. Middeldorp, gynaecoloog<br />
Leden namens de <strong>KNOV</strong><br />
Mw. J.M. Betlem, verloskundige<br />
Mw. Drs. J.C. Droog, verloskundige<br />
Mw. Drs. G.E. Kolkman, verloskundige<br />
Juridisch advies<br />
Mw. Prof. dr. W.R. Kastelein,<br />
hoogleraar Gezondheidsrecht<br />
Ook zij hebben zich ontwikkeld in een specifieke richting,<br />
maar behoren nog steeds tot de beroepsgroep verlos -<br />
kundigen. <strong>Verloskundige</strong>n kunnen zo bevoegd en<br />
bekwaam zijn in specifieke deelgebieden van de verloskundige<br />
zorgverlening.<br />
Specialistenregister<br />
Door instelling van een specialistenregister worden de<br />
bekwaamheden van de klinische verloskundige<br />
omschreven en begrensd. De verantwoordelijkheid en<br />
aansprakelijkheid van zowel de klinische verloskundige<br />
als de gynaecoloog zijn met een specialistenregister<br />
eenduidig geregeld. Daarmee is ook binnen de ziekenhuisorganisatie<br />
duidelijkheid over de rol en de positie van<br />
de klinisch verloskundige. Een wettelijk specialisten -<br />
24 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
register, met de daarbij horende beroeps- en opleidings -<br />
profielen, geeft de nodige flexibiliteit voor mogelijke<br />
veranderingen in de toekomst. Beroeps- en opleidingsprofielen<br />
zijn gemakkelijker dan wetgeving, aan te<br />
passen aan de veranderende eisen in de verloskunde.<br />
Nota<br />
De uitgebrachte nota geeft op hoofdlijnen aan wat van<br />
een klinisch verloskundige verwacht kan worden en wat<br />
niet. Elke verloskundige heeft een eigen medische verantwoordelijkheid<br />
en is tuchtrechtelijk aansprakelijk voor<br />
haar zorg. De staf of maatschap van gynaecologen is<br />
verantwoordelijk voor de organisatiestructuur en het<br />
protocollair vastleggen van afspraken. In de praktijk betekent<br />
dit dat de taken en verantwoordelijkheden van alle<br />
medische teamleden protocollair vastgelegd worden. Het<br />
vastleggen van de verantwoordelijkheden is gebaseerd op<br />
de bevoegdheden van de diverse beroepsbeoefenaren.<br />
De protocollen moeten duidelijkheid geven over enerzijds<br />
de overlegverplichting van de klinisch verloskundige en<br />
anderzijds de supervisie en overlegverplichting van de<br />
gynaecoloog. Deze blijven dus noodzakelijk!<br />
Het uitgangspunt bij verdeling van de werkzaamheden<br />
binnen het ziekenhuis is dat de klinische verloskundige<br />
een risico-inschatting kan maken van de benodigde<br />
obstetrische zorg voor de zwangere en barende, waarna<br />
zij aan de hand van deze risico-inschatting en de locale<br />
afspraken zelfstandig deze zorg verleent, dan wel in<br />
nauw overleg met de gynaecoloog (gedeeltelijk), of wel<br />
dat de gynaecoloog de zorg verleent.<br />
Voor klinisch verloskundige worden de volgende<br />
categorieën van werkzaamheden in de patiëntenzorg<br />
onderscheiden:<br />
1. Het verlenen van protocollair vastgelegde zorg<br />
De klinisch verloskundige begeleidt zelfstandig patiënten<br />
met een verhoogd risico mits dit voor deze patiënt -<br />
groepen binnen haar setting zo is afgesproken én de<br />
zorg voor deze patiëntgroep met dit verhoogde risico<br />
protocollair is vastgelegd. De gynaecoloog is daarbij<br />
verantwoordelijk voor de inhoudelijke protocollen en<br />
voor de multidisciplinaire overlegstructuur.<br />
2. Het verlenen van niet of deels protocollair<br />
vastgelegde zorg<br />
Dit betreft zorg aan patiënten met complexere medische<br />
problematiek, die niet eenduidig in een patiëntengroep<br />
of protocol te plaatsen is. Dit zal altijd onder (beperkte of<br />
strenge) supervisie van de gynaecoloog plaatsvinden.<br />
3. Het starten van behandeling bij calamiteiten<br />
In afwachting van de komst van de gynaecoloog, die<br />
onmiddellijk is ingelicht en komt, start de klinisch verloskundige<br />
de behandeling van calamiteiten. Behandeling<br />
van dergelijke calamiteiten zijn in een lokaal protocol<br />
vastgelegd en worden regelmatig getraind.
Stemverklaring<br />
Tijdens de ALV werd een stemverklaring<br />
tegen het voorstel ‘positie klinisch verlos -<br />
kundigen’ voorgelezen. De stemverklaring<br />
was afkomstig van de afdeling Midwifery<br />
Science, AVAG en het EMGO+/VUmc<br />
Amsterdam.<br />
De tekst luidde als volgt:<br />
“Het is evident dat de positie van klinisch<br />
verloskundigen onduidelijk is en dat deze<br />
beter geregeld moet worden. Wij onder -<br />
steunen dan ook van harte de belangen van<br />
klinisch werkende verloskundigen.<br />
We maken ons echter zorgen over een onwenselijke<br />
tweedeling die mogelijk kan ontstaan<br />
tussen eerstelijns en klinisch werkende verloskundigen.<br />
Er wordt door de opleidingen hard<br />
gewerkt aan de academisering van de verloskunde<br />
opleiding. De eindtermen zullen zo<br />
zijn dat afgestudeerde verloskundigen de<br />
kwalificaties hebben om zowel in de eersteals<br />
in de tweedelijn te kunnen werken. Zij<br />
zijn uiteraard pas bevoegd als zij ook<br />
bekwaam zijn. We pleiten er dan ook voor<br />
om met de invoering van deze nieuwe<br />
opleiding alle verloskundigen blijvend te<br />
registreren in één register.<br />
Laten we met elkaar het belang van één<br />
geïntegreerde kwalitatief hoogstaande en<br />
sterke verloskundige beroepsgroep voor<br />
ogen houden die samen met andere zorg -<br />
verleners streeft naar optimale uitkomsten<br />
voor moeder en kind.”<br />
Ondanks deze stemverklaring stemde een<br />
overgrote meerderheid van de aanwezige<br />
leden in met het voorstel.<br />
Vervolg activiteiten<br />
Goedgekeurd door de Algemene<br />
Ledenvergadering van de <strong>KNOV</strong> dienen<br />
de NVOG en de <strong>KNOV</strong> nu gezamenlijk<br />
bij de Minister het verzoek in<br />
om een specialistenregister Klinisch<br />
<strong>Verloskundige</strong> in te stellen. Vervolgens<br />
stellen <strong>KNOV</strong> en NVOG samen een<br />
orgaan in dat registratie en herregistratie<br />
regelt en de bijbehorende kwaliteits -<br />
bewaking regelt en waarborgt. Hiermee wordt<br />
dan ook gestart met betere, continue educatie en<br />
trainingseisen voor klinisch verloskundigen, zodat deze<br />
<strong>KNOV</strong><br />
verplicht worden en niet langer onderwerp van bezuiniging<br />
zijn. Verder moet nagedacht worden over een overgangs -<br />
reglement voor de reeds werkzame verloskundigen en<br />
moet een beroepsprofiel geschreven worden, gevolgd<br />
door een opleidingsprofiel.<br />
Algemene Ledenvergadering<br />
In de ALV van 19 november 2010 is geopperd dat de<br />
instelling van een specialistenregister zal leiden tot<br />
tweedeling in de beroepsgroep en potentiële verzwakking<br />
van de positie van de eerstelijns verloskundigen.<br />
Het bestuur van de <strong>KNOV</strong> is van mening dat hier alleen<br />
sprake van zou zijn als we dit zelf laten gebeuren. Dat<br />
‘gebeuren’ kan intern, door elkaar af te vallen als eerstelijns<br />
en klinisch verloskundigen. Een andere mogelijkheid<br />
zouden mensen kunnen zijn die menen belang te<br />
hebben bij een dergelijke tweedeling. Wij geloven juist<br />
dat de klinisch verloskundige de brug kan zijn tussen de<br />
eerste- en de tweedelijn en elke zwangere is gebaat bij<br />
zorg door verloskundigen die sterk gepositioneerd zijn.<br />
Tegelijkertijd is actie juist voor die klinisch verloskundige<br />
van belang. Zelfregulering heeft niet gewerkt, en de<br />
positie van klinisch verloskundigen is kwetsbaar doordat<br />
zij tot nu toe afhankelijk waren van locale afspraken. Het<br />
is dan ook een enorme vooruitgang dat de leden van de<br />
Algemene Ledenvergadering van de <strong>KNOV</strong> ingestemd<br />
hebben met het voornemen om een specialistenregister<br />
voor klinisch verloskundigen in te stellen. Waarmee zij<br />
de eerste stap zetten om te regelen wat voor eerstelijns<br />
verloskundigen al lang geregeld is: een duidelijk beroepsprofiel<br />
en eenduidige opleidings- en kwaliteitseisen voor<br />
bij- en nascholing. ■<br />
Figuur 1 model deskundigheidsgebied klinisch<br />
verloskundige<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
25
<strong>KNOV</strong><br />
Aankondiging<br />
Halfdaagse cursus ITV: Evidence Based Medicine (EBM) 2011<br />
In 2010 zijn er vijf EBM trainingen gegeven voor leden<br />
van ITV groepen. Dit was een succes. Vandaar dat de<br />
<strong>KNOV</strong> ook in 2011 EBM trainingen zal aanbieden in<br />
samenwerking met de initiële opleidingen.<br />
Voor het Intercollegiaal Overleg <strong>Verloskundige</strong>n (ITV)<br />
moet per onderwerp objectieve informatie worden<br />
verzameld. Dit blijft een lastig onderdeel van de cyclus.<br />
De <strong>KNOV</strong> wil daarbij graag ondersteuning aanbieden<br />
door een verenigingstraining.<br />
Wilt u dé deskundige worden in uw groep op dit gebied?<br />
Volg dan, (eventueel) samen met een collega uit uw<br />
toetsgroep, de EBM training die de <strong>KNOV</strong> samen met de<br />
verloskundige opleidingen heeft ontwikkeld. Het resultaat<br />
is een compacte en praktische training waarbij de nadruk<br />
ligt op het zoeken van literatuur op internet op basis van<br />
praktijkgebonden vragen. Gezamenlijk wordt er geoefend<br />
om de vaardigheden onder de knie te krijgen.<br />
De training duurt één dagdeel, hoeft niet thuis voor -<br />
bereid te worden en is voor leden gratis.<br />
De training wordt u op de volgende datum aangeboden:<br />
Locatie Academie Verloskunde Maastricht:<br />
dinsdag 01 maart 2011 van 13.00-17.00 uur;<br />
digitale aanmeldingsformulier mailen naar:<br />
kenniscentrum@av-m.nl; info: www.av-m.nl<br />
Locatie Verloskunde Academie Amsterdam:<br />
dinsdag 19 april2011 van 13.00-17.00 uur;<br />
contactpersoon: A. van Aardenne (maandag, dinsdag,<br />
donderdag aanwezig); T: 020-512470<br />
26 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Digitale aanmeldingsformulier naar:<br />
andromeda.vanaardenne@inholland.nl<br />
Locatie Verloskunde Academie Groningen:<br />
maandag 30 mei 2011 van 13.00-17.00 uur;<br />
contactpersoon: E. Stender (maandag, dinsdag,<br />
donderdag aanwezig), T: 050-3610340<br />
Digitale aanmeldingsformulier mailen naar:<br />
eugenie.stender@inholland.nl<br />
Inschrijving geschiedt op basis van binnenkomst.<br />
Wees er snel bij, het aantal plaatsen is beperkt.<br />
Aanmeldingsprocedure<br />
U dient zich aan te melden bij de opleiding die de training<br />
aanbiedt. Het digitale aanmeldingsformulier vind u op de<br />
<strong>KNOV</strong> website en kunt u mailen naar de opleiding van<br />
uw keuze.<br />
Link: http://leden.knov.nl/leden/30Werken_aan_kwaliteit/<br />
20Methodisch_Intercollegiaal_Overleg/35Intercollegiale_<br />
Toetsing_<strong>Verloskundige</strong>n/<br />
Accreditatie is aangevraagd: accreditatienummer:<br />
A 10-024, score 3,5 uur<br />
De EBM training is een <strong>KNOV</strong> verenigingstraining en<br />
wordt u aangeboden door de <strong>KNOV</strong>. Na aanmelding<br />
verwachten wij ook dat u komt. Mocht er onverhoeds<br />
iets tussen komen dan kunt u tot uiterlijk 1 maand voor<br />
de training kosteloos annuleren. Daarna geldt een<br />
no-show-tarief van € 50,- ■<br />
Vooraankondiging Studiedag<br />
Klinisch <strong>Verloskundige</strong>n 2011<br />
Op vrijdag 1 april 2011 organiseert de <strong>KNOV</strong> de vierde<br />
studiedag voor Klinisch <strong>Verloskundige</strong>n in de Domus<br />
Medica in Utrecht.<br />
Het ochtendprogramma bevat interessante voordrachten<br />
over actuele onderwerpen zoals positionering van klinisch<br />
verloskundigen in ziekenhuizen, ketenzorg en weten -<br />
schappelijke studies.<br />
Tijdens het middagprogramma worden interactieve<br />
workshops georganiseerd. Via de website worden het<br />
volledige programma en de aanmeldingsprocedure<br />
bekend gemaakt.<br />
Klinisch <strong>Verloskundige</strong> leden ontvangen persoonlijk een<br />
uitnodiging. De studiedag is ook toegankelijk voor<br />
niet- leden. ■
Kinderwensspreekuur:<br />
Na vier jaar onderhandelen met ZN, de NZa en<br />
het ministerie van VWS zagen zij allen het nut<br />
en de noodzaak van een tarief voor het kinderwensspreekuur<br />
in. Helemaal in de lijn met het<br />
advies van de Stuurgroep Zwangerschap en<br />
Geboorte is preconceptievoorlichting naar de<br />
mening van de <strong>KNOV</strong> een instrument om de<br />
gezondheid van moeder en kind al voor de<br />
zwangerschap te verbeteren, daarmee de<br />
perinatale sterfte terug te dringen en het kind<br />
een goede start te geven. Helaas, half december<br />
besloot de nieuwe minister van VWS<br />
anders: er komt geen tarief voor het kinder -<br />
wensspreekuur en daarmee zet de minister<br />
een streep door alle ondernomen activiteiten<br />
op dit gebied. De <strong>KNOV</strong> is teleurgesteld over<br />
dit besluit en vreest dat het opnieuw niet<br />
opnemen van deze zorg in de basisverzekering<br />
en het uitblijven van een adequaat tarief, de<br />
preconceptiezorg tandeloos en ook dat de al<br />
lopende pilots in gevaar komen.<br />
De activiteiten zijn ingezet omdat algemene preconceptiezorg<br />
een eerstelijns activiteit is. Blijkt tijdens het consult<br />
dat mogelijk problemen te verwachten zijn dan volgt<br />
verwijzing naar de tweedelijn, geheel indachtig de systematiek<br />
van de risicoselectie.<br />
In de opzet en visie verlenen eerstelijns verloskundigen in<br />
principe één consult. Na dit eenmalige consult volgt<br />
mogelijk een interventie: het stoppen met roken programma,<br />
nader onderzoek naar anemie, etc. Interventies<br />
die, naar de mening van verloskundigen, primair in de<br />
eerstelijn thuis horen. Voor dergelijke interventies<br />
verwijzen verloskundigen naar andere voorzieningen in<br />
de eerstelijn waaronder de huisarts. Preconceptiezorg<br />
heeft een gezamenlijk eerstelijns belang.<br />
Dit artikel laat zien dat onze beroepsgroep goed voorbereid<br />
is op het kinderwensspreekuur, welke pilots er zijn<br />
gedaan en nog steeds lopen en dat er geen aanleiding is<br />
voor de minister van VWS om opnieuw de algemene<br />
introductie van deze zorg te vertragen.<br />
<strong>KNOV</strong><br />
geen tarief in de basisverzekering<br />
Inger Aalhuizen en Bernadet Naber<br />
Inger Aalhuizen is beleidsmedewerker <strong>KNOV</strong>,<br />
Bernadet Naber is PR-adviseur<br />
Buiten je praktijk?<br />
Het bespreken van een kinderwens met vrienden en familie<br />
ligt in de taboesfeer. Veel stellen hebben er daardoor<br />
moeite mee om naar een verloskundige praktijk te gaan<br />
voor een kinderwensconsult. ‘De buurvrouw zal je maar<br />
naar binnen zien lopen!’ Daarom kan je overwegen om<br />
de consulten buiten de praktijk op te zetten, bijvoorbeeld<br />
bij een JGZ of OKC. In veel gemeenten stellen zij graag<br />
een ruimte beschikbaar voor het voeren van een kinderwensspreekuur<br />
door een verloskundige. Maar je kunt het<br />
ook uitvoeren bij een welzijnsorganisatie, een diëtiste of<br />
gezondheidscentrum. Bekijk kringbreed wat de mogelijkheden<br />
bij jullie in de buurt zijn.<br />
Drie tips om je kinderwensspreekuur<br />
bekend(er) te maken<br />
1. Wat kan je als verloskundigen zelf doen het kinderwensspreekuur<br />
bekend te maken? Geef een zwangere<br />
vrouw na het eerste consult een ansichtkaart of de folder<br />
over het kinderwensspreekuur mee. Zij kan vriendinnen<br />
en familie hierover vertellen en hen wijzen op<br />
het bestaan van het kinderwensspreekuur.<br />
2. Wijs stellen na een miskraam op het bestaan van een<br />
kinderwensspreekuur.<br />
3. Leg de folder neer in de kraamkamer. Veel aanstaande<br />
zwangeren zitten onder het kraambezoek!<br />
Vóórdat je zwanger wordt<br />
kan de verloskundige<br />
je er alles over vertellen!<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
27
<strong>KNOV</strong><br />
Informatiematerialen<br />
Pak het kinderwensspreekuur nu weer op en maak<br />
gebruik van de landelijk ontwikkelde producten zoals de<br />
folder over het kinderwensspreekuur en de publieks -<br />
brochure Kinderen krijgen? Sta stil bij risico’s op uw werk!<br />
Daarnaast kun je gebruik maken van het Informatiekompas<br />
(medisch) professionals reproductie en arbeid. En u kunt<br />
ook de ansichtkaarten in het Nederlands, Turks en<br />
Arabisch evenals de posters van de <strong>KNOV</strong> opvragen om<br />
te verspreiden.<br />
Pilots die lopen om laag opgeleide vrouwen te<br />
bereiken<br />
Amsterdam<br />
In Amsterdam geven tien verloskundigen voorlichting over<br />
de ontwikkeling van een zwangerschap. Daarbij komt<br />
onder meer aan de orde waarom het belangrijk is om al<br />
voor de zwangerschap te zorgen voor een gezonde leefstijl,<br />
foliumzuurgebruik en medicatie. De voorlichting<br />
wordt gegeven tijdens inburgeringcursussen, bij welzijnsorganisaties,<br />
op VMBO’s (praktisch) en MBO-opleidingen<br />
(niveau 1 en 2)<br />
Leiden<br />
In Leiden worden zorgconsulenten (VECT’ers) ingezet om<br />
laag opgeleide vrouwen het nut te laten inzien van een<br />
preconceptieconsult. Op dit moment hebben zestig<br />
consulten plaatsgevonden met name aan lager opgeleide<br />
en immigrante vrouwen.<br />
Meer!<br />
Ook in Nijmegen, Venlo en Den Bosch, als ook op andere<br />
plaatsen in Nederland pakken de verloskundigen regionaal<br />
de preconceptiezorg op.<br />
Tot slot<br />
Het is een blijft een gemiste kans van de minister om het<br />
preconceptieconsult, waarvoor verloskundig Nederland<br />
klaar staat en dat volledig in de lijn ligt met de aanbevelingen<br />
van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte,<br />
niet op te nemen in het basispakket.<br />
We zijn er klaar voor, we weten dat wij hiermee een<br />
effectief middel in handen hebben om in een vroeg<br />
stadium, jonge stellen te informeren.<br />
We zijn er klaar voor om vanaf de basis een instrument in<br />
te zetten dat waarachtig een bijdrage kan leveren aan het<br />
terugdringen van de problematiek van prenatale sterfte.<br />
Kortom: een gemiste kans en zeker niet motiverend. ■<br />
28 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Voorbeeld uit de praktijk<br />
In de regio Leiden wordt het kinderwensspreekuur<br />
gegeven in De Poort: een groot<br />
gebouw waar diverse activiteiten plaatsvinden,<br />
waaronder prenatale screeningecho’s.<br />
Stellen, die een afspraak willen voor een kinderwensspreekuur,<br />
bellen voor een afspraak<br />
naar De Poort. Het kinderwensspreekuur kan<br />
naar wens van de cliënt plaatsvinden in De<br />
Poort of bij Hara,een centrum van de GGD. In<br />
dit centrum vinden verschillende activiteiten<br />
plaats, zoals: groepsvoorlichting (onder meer<br />
voor migrantenvrouwen over pijn, beweging,<br />
voeding), cursussen (Ontspanning door<br />
Inspanning, Over Grenzen), taalles, Aanpak<br />
Huiselijk Geweld en Advies en Informatie<br />
Gezondheidsbevordering.<br />
Op deze wijze kunnen stellen zich voor de<br />
buitenwereld anoniem laten voorlichten op<br />
een kinderwensspreekuur.<br />
Van links naar rechts:<br />
Els Larsen (lid werkgroep preconceptiezorg kring<br />
Leiden), Jacqueline Zuijderwijk (coördinator van<br />
De Poort), Lotte Kweekel (lid werkgroep<br />
preconceptiezorg Leiden)
Even aandacht voor …<br />
ontschotten<br />
WETENSCHAP<br />
Ontschotten is een nieuwe panacee in de Nederlandse verloskunde. Als we maar<br />
ontschotten dan zijn alle problemen verdwenen, zo lijkt het in de huidige discussie.<br />
Alle problemen? Over welke hebben we het precies? En wat bedoelen we met<br />
ontschotten?<br />
Ik kreeg vorige week van een vriend in de VS een link opgestuurd naar een<br />
geweldige presentatie over het belang van het vragen naar het ‘waarom’ achter<br />
ondernemingen (www.startwithwhy.com), maar eigenlijk achter alles wat we<br />
doen. De video duurt twintig minuten en je MOET hem zien als je je (weer) wilt<br />
afvragen waarom je bepaalde keuzes moet maken in je leven. De reden dat ik hem<br />
hier noem, is dat je hem ook moet zien als je een goede basis wil voor bedenken<br />
van het waarom we ons verloskundig systeem wel of niet zouden willen veranderen.<br />
De centrale boodschap van de video is dat de meeste ondernemingen precies<br />
weten wat ze produceren en ook nog hoe, maar waarom ze dat doen, kunnen ze<br />
vaak niet goed uitleggen. Terwijl het weten van het waarom en het uitleggen ervan<br />
Eerdere uitgaven<br />
aan jezelf en anderen cruciaal is voor succes. Het waarom vertelt wat de drive is<br />
en een visie van een beweging, het hoe en het wat zijn slechts de afgeleiden.<br />
In eerdere uitgaven van ‘Even<br />
Succesvolle bewegingen kunnen hun waarom uitleggen. We laten ons meenemen<br />
aandacht voor…’ kwamen de<br />
en overtuigen vanuit dat waarom, dat geeft de essentie weer en raakt ons in ons<br />
volgende onderwerpen aan de<br />
orde:<br />
hart, het hoe en het wat volgen. Hoe en wat doen er minder toe en kunnen nooit<br />
- De gynaecoloog<br />
leidend zijn.<br />
- De media<br />
Waarom doe ik mijn onderzoek en wat is mijn drive in mijn werk? Ik wil vrouwen<br />
- Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland de best mogelijke bevallingservaring te geven. Dat is een bevallings-<br />
- 12 maart 2010<br />
ervaring die optimaal is voor de vrouw en die uiteraard veilig is voor de baby. Ik<br />
- Allochtone vrouwen, hun<br />
wil eraan werken dat vrouwen niet hoeven kiezen en niet het gevoel hebben dat<br />
zwangerschap en bevalling<br />
- Risico, angst en ons primitieve ze hun eigen welbevinden moeten opgeven voor de gezondheid van hun baby.<br />
brein<br />
De ervaring van vrouwen met hun bevalling, het gevoel controle te hebben, het<br />
- Het bevalcentrum<br />
gevoel dat zij de baby ter wereld brengen en niet de zorgverlener, is essentieel.<br />
- Canada, Engeland, Nederland Het is belangrijk voor de psyche van de vrouw en zelfs als dat ons niet kan schelen,<br />
- Moeder, of kind eerst?<br />
moeten we ons er nog steeds druk om maken, want het is ook belangrijk voor de<br />
- De academisering van de<br />
band van de vrouw met haar baby en daarmee voor het ouderschap dat minstens<br />
verloskunde<br />
achttien jaar gaat duren. Hoe meer interventies, hoe kleiner de kans op een<br />
goede bevallingservaring, hoe slechter de start voor het moeder-kindpaar. Hoe<br />
meer de tweedelijn de normale zwangerschap en bevalling gaat begeleiden, hoe groter de kans op onnodige interventies<br />
en hoe groter de kans op een slechte ervaring. Dat lijkt in het huidige debat iets dat geen aandacht meer mag krijgen. Dat<br />
vind ik heel erg. De rechten van vrouwen worden zo met voeten getreden.<br />
Wat heeft dat met ontschotten te maken? Als ontschotten het hogere doel dient, namelijk zo veel mogelijk vrouwen een<br />
veilige en goede bevallingservaring geven, dan is het een geweldig idee. Dan moeten we goed nadenken hoe we continuïteit<br />
leveren van zorg, hoe we de wensen van vrouwen respecteren, hoe we verlies van controle minimaliseren en hoe we de<br />
overdracht beter regelen dan we nu doen. Maar dan blijven we zorgen voor een sterke eerstelijn, om onnodig medicaliseren<br />
te voorkomen. Als ontschotten betekent dat de tweedelijn de regie voert en dat verloskundigen gaan werken voor de<br />
gynaecoloog hebben we een verkeerde drive en denken we alleen in wat en hoe en niet meer in waarom-ook-al-weer?<br />
Dan verdwijnt de zelfstandige verloskundige als poortwachter en case manager. Er is geen wetenschappelijke evidence dat<br />
daarmee de perinatale sterfte zal dalen en voor vrouwen kan daar alleen maar ellende van komen.<br />
Met alle partijen die willen ontschotten om de vrouw centraal te stellen, moet een goed gesprek worden gevoerd. De<br />
prangende vraag daarbij moet zijn: waarom? Als het antwoord is: ‘om de babysterfte te verlagen’, moeten er twee wedervragen<br />
zijn: ‘waar is de evidence?’ en ‘waar is de vrouw?’. ■<br />
Simone Buitendijk, Buitengewoon hoogleraar Eerstelijns Verloskunde en Ketenzorg, AMC/UvA & TNO<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 29
WETENSCHAP<br />
<strong>Verloskundige</strong>nzorg in cijfers<br />
Praktijken van de Deliverstudie<br />
Judith Manniën, Trudy Klomp, Evelien Spelten<br />
Het afgelopen anderhalf jaar hebben twintig<br />
verloskundigenpraktijken veel werk verricht in<br />
het kader van de grootschalige Deliverstudie<br />
(www.deliver-studie.nl), om de eerstelijns<br />
verloskundige zorg in Nederland in kaart te<br />
brengen. Hieronder wordt beschreven welke<br />
praktijken dit zijn, hoe de werving is verlopen<br />
en wat de kenmerken van deze praktijken<br />
zijn.<br />
De auteurs zijn verbonden aan de Afdeling Midwifery Science,<br />
AVAG en het EMGO+ Instituut voor Gezondheid en Zorg, VUmc<br />
Kenmerken van de deelnemende praktijken aan de Deliver-studie<br />
30 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
De Deliverpraktijken zijn gerecruteerd op basis van zogenoemde<br />
‘purposive sampling’. Er werd getracht praktijken<br />
te vinden die samen een afspiegeling vormen van de<br />
nationale verdeling van praktijken qua regio, urbanisatiegraad<br />
en type praktijk (groepspraktijk of duo-praktijk).<br />
Voornamelijk werden praktijken benaderd waarmee het<br />
projectteam van de Deliver-studie en de AVAG al bekend<br />
waren en/of waarvan werd verwacht dat de kans op deelname<br />
groot was. Helaas konden (of wilden) ruim twintig<br />
van de meer dan veertig benaderde praktijken niet deelnemen<br />
aan de Deliver studie, voornamelijk vanwege tijdgebrek.<br />
Uiteindelijk werd het doel van twintig deel -<br />
nemende praktijken wel gehaald. De kenmerken van<br />
Plaats Naam Provincie Regio Urbanisatie Type Respons<br />
cliënten1<br />
Amsterdam Verloskunde Centrum West Noord-Holland Midden Urbaan Groepspraktijk 24%<br />
Deventer Anno Overijssel Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 51%<br />
Eelde 't Stroomdal Drenthe Noord Ruraal Groepspraktijk 61%<br />
Elburg <strong>Verloskundige</strong> Praktijk<br />
't Klaverblad Gelderland Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 63%<br />
Franeker Verloskunde Praktijk de Tantes Friesland Noord Ruraal Duopraktijk 67%<br />
Groningen <strong>Verloskundige</strong> Stadspraktijk Groningen Noord Urbaan Groepspraktijk 36%<br />
Haarlem Bolwerk Noord-Holland Midden Urbaan Groepspraktijk 58%<br />
Heerhugowaard <strong>Verloskundige</strong>npraktijk<br />
Heerhugowaard Noord-Holland Noord Ruraal Groepspraktijk 52%<br />
Nunspeet De Triangel Gelderland Midden Ruraal Groepspraktijk 49%<br />
Roosendaal Roos Noord-Brabant Zuid Urbaan+ruraal Groepspraktijk 47%<br />
Nieuwerkerk a/d IJssel Een Goed Begin Zuid-Holland Zuid Urbaan+ruraal Groepspraktijk 48%<br />
Sneek Verloskundig Centrum Sneek Friesland Noord Urbaan Groepspraktijk 53%<br />
Veenendaal Maatschap <strong>Verloskundige</strong>n<br />
Veenendaal Utrecht Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 57%<br />
Venlo Astrea Limburg Zuid Urbaan+ruraal Groepspraktijk 51%<br />
Wageningen De Bakermat Gelderland Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 60%<br />
Winschoten Leda Praktijk voor<br />
Verloskunde Groningen Noord Ruraal Groepspraktijk 55%<br />
Winterswijk Wel en Wee <strong>Verloskundige</strong>n Gelderland Midden Ruraal Groepspraktijk 60%<br />
Zaandam Lavita Noord-Holland Midden Urbaan Groepspraktijk 38%<br />
Zierikzee Lena Zeeland Zuid Urbaan+ruraal Duopraktijk 53%<br />
Zwolle <strong>Verloskundige</strong> Praktijk Zwolle Overijssel Midden Urbaan+ruraal Groepspraktijk 63%<br />
1 Percentage van alle cliënten dat minimaal 1 vragenlijst heeft ingevuld. Voorlopige cijfers dd 30-9-2010.
De hier beschreven gegevens zijn afkomstig<br />
van de Deliver-studie (Data EersteLijns<br />
Verloskunde, 2009-2010) naar de actuele<br />
kwaliteit, organisatie en toegankelijkheid van<br />
de verloskundige zorg. Het onderzoek is een<br />
initiatief van de AVAG en wordt uitgevoerd<br />
door EMGO+ in samenwerking met het NIVEL.<br />
De dataverzameling vond (voor namelijk)<br />
plaats in twintig verloskundigenpraktijken.<br />
Gegevens zijn verzameld op cliëntniveau<br />
(vragenlijsten, LVR data, zwangerschapskaartgegevens,<br />
video-opnames, focusgroepen),<br />
verloskundigeniveau (vragenlijsten,<br />
dagboek met werkgerelateerde activiteiten)<br />
en praktijkniveau (vragenlijst).<br />
(http://www.deliver-studie.nl)<br />
deze praktijken zijn weergegeven in de tabel. Het zuiden<br />
van het land is iets ondervertegenwoordigd in de studie.<br />
Qua urbanisatiegraad en type praktijk zijn de deelnemende<br />
praktijken een goede afspiegeling van de nationale situatie<br />
(Hingstman L. Kenens RJ., 2009). De mediane grootte<br />
van de praktijken was 378 zorgeenheden in 2008, en<br />
varieerde van 100 tot 920 zorgeenheden.<br />
Elke deelnemende praktijk ondertekende aan het begin<br />
van de studie, in 2009, een contract waarin zij aangaven<br />
in principe aan alle onderdelen van de studie mee te<br />
zullen werken. Echter, gedurende de studie bleek dit voor<br />
enkele praktijken toch niet haalbaar. Hierbij zal hebben<br />
meegespeeld dat op het moment van rekrutering van de<br />
praktijken nog niet alle studieonderdelen bekend waren.<br />
Over de basisdataverzameling waren wel duidelijke<br />
afspraken gemaakt. De belangrijkste werkzaamheden<br />
voor de verloskundigen hiervoor waren: gedurende een<br />
jaar alle cliënten informeren over de Deliverstudie en<br />
maandelijks een overzicht maken van nieuwe cliënten,<br />
gedurende een week een tijdregistratie bijhouden en<br />
eenmalig zelf een vragenlijst invullen. Daarnaast werden<br />
in de loop van 2010 zes praktijken gezocht waar videoopnames<br />
gemaakt konden worden van intakegesprekken<br />
en werd aan alle praktijken verzocht om ook vragenlijsten<br />
te laten invullen door verloskundigen en door<br />
cliënten en hun partners over prenatale screening.<br />
Hierdoor kostte de studie meer tijd dan de verloskundigen<br />
hadden verwacht.<br />
Het grote aantal onderzoekers, dat verbonden is aan de<br />
Deliverstudie, maakte het soms ook lastig om de data -<br />
verzameling goed te coördineren. Zo bleek er verwarring<br />
te ontstaan bij de verloskundigen toen zij ongeveer tegelijkertijd<br />
drie vragenlijsten uit verschillende deelprojecten<br />
ontvingen, waardoor ze niet door hadden dat het<br />
WETENSCHAP<br />
verschillende vragenlijsten betrof en zij (in eerste instantie)<br />
niet alle vragenlijsten invulden.<br />
Inmiddels is de gegevensverzameling bijna afgerond en<br />
zijn er op allerlei manieren (vragenlijsten, interviews,<br />
focusgroepen, video-opnames, LVR-registratie) zeer veel<br />
nuttige gegevens verzameld in de twintig deelnemende<br />
praktijken. Het betreft multidisciplinaire gegevens over de<br />
praktijken, verloskundigen, samenwerkende zorgverleners,<br />
cliënten en hun partners. Een leerpunt voor vervolgstudies<br />
is om voorafgaand aan elke onderzoek zeer duidelijk in<br />
kaart te brengen wat er precies van wie wanneer verwacht<br />
wordt en hoeveel tijd dat kost. Dit maakt het voor<br />
deelnemers makkelijker zich aan het onderzoeksprotocol<br />
te houden, wat de kwaliteit van de dataverzameling ten<br />
goede zal komen. ■<br />
Referenties<br />
Hingstman L. Kenens RJ. Cijfers uit de registratie van verloskundigen, peiling<br />
2009. NIVEL 2009).<br />
U p g r a d e Y o u r F u t u r e<br />
Talmor is er voor eerstelijns zorgverleners die<br />
investeren in hoge kwaliteit van zorg. Graag vragen<br />
we je aandacht voor de volgende twee events:<br />
De dag van de Assistent 2011<br />
Verras je (praktijk)assistente met een dag waarop zij zich<br />
kan opladen en nieuwe energie en inzichten opdoen. Op de<br />
is er onderlinge uitwisseling,<br />
verwennerij en zijn er diverse vakinhoudelijke en creatieve<br />
workshops om uit te kiezen. Een originele en leerzame blijk<br />
van waardering voor het visitekaartje van je praktijk!<br />
Transculturele Zorg<br />
Zorg op maat voor de allochtone zwangere vraagt om<br />
aanvullende kennis en vaardigheden. Talmor organiseert<br />
daarom het seminar vol nieuwe<br />
informatie en diverse workshops. Een nieuwe, leerzame<br />
benadering van culturele overeenkomsten en verschillen.<br />
Ook geschikt voor klinisch verloskundigen en assistenten!<br />
Dag v/d Assistent: 15/2/11 /11 (Arnhem)<br />
Transculturele zorg: 25/1/11 (Amsterdam)<br />
Voor meer Informatie: kijk op www.talmor.nl of bel met<br />
Ruth Evers 06-24742472 of met Marije Zuidervaart tel:<br />
06-50744612 Inschrijving via e-mail naar: info@talmor.nl<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
31
Professioneel en integer?<br />
Wij zoeken mensen die niet<br />
alleen hun vak verstaan, maar<br />
vooral mensen verstaan.<br />
Een behandeling begint<br />
namelijk met hoe je iemand<br />
behandelt. Je ziet onze<br />
patiënten als onze gasten<br />
en als goede ‘gastvrouw of<br />
gastheer’ leef je jezelf in hun<br />
ervaringswereld in. Samen<br />
met ons ga je voor kwaliteit<br />
en resultaat.<br />
Maasstad Ziekenhuis. Van ons allemaal.<br />
Bij het Maasstad Ziekenhuis staan gastgerichtheid en goede medische zorg in alle facetten met stip bovenaan de<br />
prioriteitenlijst. Dit blijft niet onopgemerkt: we staan in de AD topvijf van beste ziekenhuizen en scoren goed bij de<br />
Elsevierranking! We werken eraan STZ-ziekenhuis (Stichting Topklinische ziekenhuizen) te worden. Als vernieuwend<br />
ziekenhuis breiden we steeds uit. Het Maasstad Ziekenhuis investeert in mensen en in hightech medische apparatuur.<br />
Vanaf 1 maart 2011 bieden wij optimale zorg in onze nieuwbouw bij NS-station Lombardijen.<br />
De poli gynaecologie is onderdeel van de zorgeenheid Gynaecologie, Obstetrie en Kindergeneeskunde. Per<br />
1 maart 2011 hebben we in ons nieuwe ziekenhuis de beschikking over twee moderne echokamers. Ons team van<br />
drie echoscopisten werkt nauw samen met de gynaecologen, arts assistenten en doktersassistenten. Wij zijn er trots<br />
op te kunnen vertellen dat we een ambitieus team gynaecologen hebben en op onze afdeling heerst een goede<br />
collegiale sfeer. Met twee naaste collega’s ga je spreekuur draaien. In verband met zwangersschap van één van de<br />
collega’s bieden we in eerste instantie een jaarcontract aan. Wij zoeken een<br />
ECHOSCOPIST VOOR DE POLI<br />
GYNAECOLOGIE (PARTTIME)<br />
Jij<br />
− bent een gediplomeerd echoscopist<br />
− bent gecertificeerd voor prenatale counseling, NTL<br />
en SEO<br />
− interpreteert, bespreekt en rapporteert<br />
onderzoeksresultaten<br />
− werkt binnen vastgestelde richtlijnen en protocollen<br />
en stelt hierin prioriteiten<br />
− bent communicatief vaardig, denkt klantgericht en<br />
handelt met tact en integriteit<br />
− bent bereid om arts assistenten en stagiaires te<br />
begeleiden<br />
− bent bereid om af en toe een avondspreekuur te<br />
draaien<br />
Wij<br />
− verlenen zorg aan een boeiende, diverse<br />
patiëntenpopulatie<br />
− werken in een flexibel en collegiaal team<br />
− stimuleren bijscholing en verdere ontwikkeling in<br />
je vak<br />
− bieden je een afwisselende baan voor 28–32 uur<br />
per week<br />
− stellen professionele kwaliteit en klantgerichtheid<br />
centraal in al ons handelen<br />
− vragen bij aanstelling een Verklaring Omtrent<br />
Gedrag (VOG)<br />
Meer weten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique van Manen, teamleider zorg, bereikbaar<br />
via 010 – 291 18 59.<br />
Arbeidsvoorwaarden conform CAO Ziekenhuizen. Solliciteren kan via ons online sollicitatieformulier.<br />
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.<br />
Het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven is één van de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen in Nederland.<br />
We zijn innovatief en ambitieus en we bieden onze medewerkers een dynamische werkomgeving. Een baan in het Catharinaziekenhuis<br />
geeft volop mogelijkheden voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Binnen de afdeling Gynaecologie en Verloskunde<br />
is er een tijdelijke vacature (ter vervanging van zwangerschaps- en ouderschapsverlof) voor de functie van:<br />
verloskundige (20 - 36 uur)<br />
De Kraamafdeling en de afdeling Verloskunde beschikken<br />
over zeven verloskamers, twee labour-rooms, achttien<br />
bedden verloskunde en vijftien wiegen.<br />
Functie-inhoud en eisen In deze functie richt u zich op<br />
een breed gebied van verloskunde in een groot regionaal<br />
ziekenhuis. U begeleidt verloskundigen en artsen die<br />
in opleiding zijn. U bent in het bezit van het diploma<br />
Verloskunde en de BIG-registratie. Klinische ervaring en/of<br />
ervaring als eerstelijns verloskundige strekt tot aanbeveling.<br />
U bent bereid te werken in wisselende diensten (vroege, late,<br />
nacht en weekenddiensten). U heeft affi niteit met opleiden.<br />
Arbeidsvoorwaarden De functie is ingedeeld in FWG<br />
60. De overige arbeidsvoorwaarden zijn conform CAO-<br />
Ziekenhuizen.<br />
Inlichtingen en sollicitatie Inlichtingen over deze<br />
vacature kunt u inwinnen bij Hans Bijsterveld, manager<br />
verpleegafdeling Gynaecologie en Verloskunde,<br />
of Ingrid de Leeuw, verloskundige,<br />
tel.nr. (040) 239 81 50 / 81 40.<br />
Uw schriftelijke sollicitatie kunt u tot<br />
26 januari 2011 per mail sturen naar<br />
infosollicitatie@cze.nl.<br />
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld
Nieuwsbrief - januari 2011, jaargang 7<br />
Moeder-kind binding:<br />
wat betekent dat?<br />
Altaweli R, Roberts J. Maternal-infant bonding: a concept analysis.<br />
British Journal of Midwifery 2010; 18: 552-559<br />
Het begrip ‘moeder-kind binding’ (m-kb) is geïntroduceerd in 1976 door<br />
de Amerikaanse kinderartsen Klaus en Kennell en wordt tegenwoordig te<br />
pas en te onpas gebruikt. In dit artikel wordt een analyse van het begrip<br />
beschreven, omdat het een belangrijk concept is dat de fysieke en<br />
psychologische ontwikkeling van het kind kan beïnvloeden.<br />
Er is gezocht in woordenboeken naar de betekenis van binding en m-kb.<br />
Voor een overzicht van theorievorming over m-kb is gezocht in<br />
databases als Pubmed en Maternity and Infant care. De auteurs hebben<br />
daarnaast de karakteristieken van het begrip m-kb gedefi nieerd, zoals<br />
‘een unieke gebeurtenis die één persoon aan een andere verbindt’. Er is<br />
gezocht naar onderscheid met verwante begrippen zoals hechting. Hechting<br />
is een onderdeel van de m-kb: hechting is een interactioneel proces<br />
en m-kb is meer dan dat. M-kb begint in de zwangerschap en resulteert<br />
in liefde en hechting. Er zijn drie cases beschreven: een modelcasus<br />
waarin alle elementen van m-kb optimaal aanwezig zijn, een casus met<br />
het andere uiterste en één er tussenin.<br />
M-kb wordt bevorderd door huid-op-huid contact direct postpartum,<br />
borstvoeding en ‘rooming-in’. M-kb kan negatief beïnvloed worden door<br />
medicalisatie van de geboorte. Het is aan te bevelen vrouwen met een<br />
kinderwens al preconceptioneel vertrouwd te maken met het begrip<br />
m-kb en het belang van m-kb.<br />
www.kennispoort-verloskunde.nl<br />
Cerebral palsy en de relatie<br />
met de Apgar Score<br />
PKveim Lie K, Grøholt E, Eskild A. Association of cerebral<br />
palsy with Apgar score in low and normal birthweight infants:<br />
population based cohort study. BMJ 2010: 341: c4990<br />
De defi nitie van cerebral palsy (CP) luidt: een verzameling van<br />
blijvende afwijkingen in de ontwikkeling van houding en beweging,<br />
die een beperking in activiteit veroorzaken en worden toegeschreven<br />
aan niet-progressieve verstoringen in de ontwikkeling van de<br />
hersenen, foetaal of bij het kind. De diagnose CP wordt gesteld op<br />
basis van alleen klinische symptomen. Er is al veel onderzoek<br />
gedaan naar de oorzaken van CP. De Apgar Score is een maat voor<br />
de vitaliteit van de pasgeborene. In dit Noorse onderzoek wordt het<br />
verband tussen 5 minuten Apgar Score (AS
34<br />
Proefschrift: Hartmonitoring<br />
van ongeboren baby via fECG<br />
Margo Graatsma. Monitoring of fetal heart rate and uterine<br />
activity. 18 november 2010, Universiteit Utrecht<br />
Een nieuwe techniek maakt het mogelijk om langdurig de foetale<br />
conditie te bewaken met ECG-plakelektroden (fECG) bevestigd op<br />
de zwangere buik. Dat laat Margo Graatsma zien in haar<br />
proefschrift, waarop ze 18 november promoveerde in Utrecht.<br />
Het herkennen van afwijkende foetale hartfrequentiepatronen<br />
komt van pas bij gecompliceerde zwangerschappen, zoals<br />
diabetes mellitus of groeiachterstand van de foetus.<br />
Ten opzichte van de bestaande methode (ultrageluid) biedt de<br />
ECG-techniek een aantal voordelen, zoals langdurige, non-invasieve<br />
metingen en een betere herkenning van afwijkende hartfrequentiepatronen.<br />
Daarnaast kunnen deze plakelektroden ook de<br />
activiteit van de baarmoederspier (= weeën) registreren, waarmee<br />
mogelijk efficiënte weeën kunnen worden onderscheiden van<br />
inefficiënte weeën. De nieuwe methode voor foetaal ECG &<br />
weeënregistratie is ontwikkeld door Monica Healthcare en is in<br />
het kader van dit onderzoek gevalideerd. In totaal is bij 150<br />
zwangeren (zwangerschapsduur tussen 20 en 41 weken)<br />
gedurende gemiddeld 15 uur een eenmalige fECG-meting<br />
verricht. Daarnaast is bij 22 vrouwen tijdens de bevalling een<br />
gelijktijdige meting gedaan van abdominaal fECG met plakelektroden<br />
en fECG zoals gemeten met de schedelelektrode.<br />
(bron: Universiteit Utrecht)<br />
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat fECG-metingen<br />
kwalitatief goed zijn, met name gedurende de nacht wanneer de<br />
zwangere slaapt en het foetale ECG-signaal niet wordt verstoord<br />
door elektrische (spier)activiteit. De methode is volstrekt<br />
non-invasief en kan dankzij het kleine formaat van de ECG/<br />
weeën-recorder langdurig worden gebruikt, zonder belemmering<br />
van de mobiliteit van zwangeren.<br />
kennispoort-verloskunde.nl<br />
heart rate<br />
www.kennispoort-verloskunde.nl<br />
Agis-onderzoek:<br />
internet vaker geraadpleegd<br />
dan verloskundige<br />
Zorgverzekeraar Agis<br />
heeft laten onderzoeken<br />
waar zwangere<br />
vrouwen hun<br />
informatie vandaan<br />
halen. Het betreft een<br />
(bron: AGIS)<br />
schriftelijk onderzoek,<br />
dat is gehouden onder 4.000 vrouwen die contact hebben gehad met<br />
de Kraamzorglijn van Agis in de periode april-mei 2010. De respons<br />
bedroeg 35%, oftewel 1.380 vrouwen hebben meegedaan.<br />
Uiteraard scoort de verloskundige hoog als informatiebron (68%), maar<br />
het internet is voor zwangere vrouwen de meest belangrijke<br />
informatiebron (75%). Daarnaast haalt 51% van de vrouwen de<br />
informatie over haar ongeboren kind en alles om de zwangerschap<br />
heen uit tijdschriften. Vrienden en familie geven de meeste informatie<br />
aan 42% van de vrouwen.<br />
Van de zwangere vrouwen, die het internet als een van de belangrijkste<br />
informatiebronnen beschouwt, zoekt meer dan de helft (62%) naar<br />
informatie over de ontwikkeling van de ongeboren baby. Ook<br />
kraamzorg is een interessant onderwerp voor de aanstaande moeders:<br />
59% van hen zoekt hier meer informatie over, gevolgd door informatie<br />
over zwangerschapskwalen( 53%), de bevalling zelf (47%) en<br />
‘vergoedingen vanuit zorgverzekering’ (46%).<br />
Verder valt het verschil op tussen vrouwen zonder kinderen, en die met<br />
meer kinderen: hoe méér kinderen een vrouw heeft, hoe minder ze<br />
naar informatie zoekt. Nullipara zoeken het liefst naar informatie over<br />
de bevalling zelf, terwijl vrouwen met meerdere kinderen vaker op zoek<br />
zijn naar informatie over vergoedingen en voedingsadvies.<br />
kennispoort-verloskunde.nl<br />
geboortezorg
PreCare studie: studieprotocol<br />
van lopend onderzoek<br />
Delahaije DHJ, Bruinse HW, van der Post JAM et al. Costeffectiveness<br />
of recurrence risk guided care versus care as usual<br />
in women who sufferd from early-onset preeclampsia including<br />
HELLP syndrome in their previous pregnancy (the PreCare study).<br />
Study protocol. BMC Pregnancy and Childbirth 2010,10:60.<br />
Zwangeren met pre-eclampsie en/of HELLP (Hemolysis Elevated<br />
Liverenzymes Low Platelets) in de vorige zwangerschap hebben een<br />
herhalingsrisico: 0-31% op pre-eclampsie en 3-7% op HELLP. Maar<br />
voor de meeste van deze zwangeren verloopt de volgende zwangerschap<br />
ongecompliceerd.<br />
De PreCare studie, waarvan hier de opzet beschreven wordt, gaat een<br />
eerder ontwikkeld predictiemodel gebruiken en valideren. Het<br />
predictiemodel geeft, bij gebruik in de dagelijkse praktijk, een schatting<br />
van het individuele herhalingsrisico van de zwangere. De PreCare<br />
studie heeft als tweede doel de kosten-effectiviteit van extra zorg versus<br />
normale zorg tijdens de huidige zwangerschap te onderzoeken.<br />
In dertien ziekenhuizen wordt een zogeheten 'before-after studie'<br />
uitgevoerd. De groepen die vergeleken worden zijn een groep die,<br />
retrospectief, (intensief) begeleid werd volgens lokaal protocol voor<br />
pre-eclampsie/ HELLP in de vorige zwangerschap (de before-groep).<br />
En een prospectieve groep, waarvan alleen diegenen met een<br />
individueel ingeschat verhoogd risico de intensieve begeleiding krijgen<br />
(‘after’-groep). In deze groep krijgen vrouwen met een als normaal<br />
ingeschat risico de standaard zwangerschapsbegeleiding. De primaire<br />
uitkomstmaat is het vóórkomen van herhaalde pre-eclampsie/ HELLP<br />
in de groep die standaard begeleiding kreeg. De kosteneffectiviteit voor<br />
en na invoering van het predictiemodel wordt berekend. Daarbij wordt<br />
de uitkomst voor zowel moeder als kind gebruikt.<br />
De resultaten van de studie kunnen vertaald worden in nieuwe<br />
aanbevelingen voor de NVOG-richtlijn hypertensieve aandoeningen<br />
tijdens de zwangerschap.<br />
HELP, mijn perineum<br />
Shek KL, Dietz HP. Intrapartum risk factors for levator trauma. BJOG 2010;117:1485-1492<br />
Postpartum blijkt bij 15-35% van de vrouwen na een vaginale baring, de<br />
belangrijke bekkenbodemspier ‘musculus levator ani’ beschadigd te zijn.<br />
Het kennen van de risicofactoren voor het optreden ervan kan een reductie<br />
geven in het later optreden van een prolaps. Deze studie had als doel om<br />
zowel macrotrauma als microtrauma te meten door middel van ultrasound.<br />
(Dit gebeurde in een tertiar centrum in Sydney).<br />
Er werden 488 nulliparae geïncludeerd. Alle vrouwen werden tussen de 36<br />
en 38 weken zwangerschap geïnterviewd en kregen een vierdimensionale<br />
echo van de bekkenspieren.<br />
Drie tot vier maanden na de bevalling werden het interview en de echo<br />
herhaald door een assessor, geblindeerd voor de data van de bevalling. Er<br />
werd macrotrauma gediagnosticeerd als op drie slides van de echo een<br />
Een grens van 38 weken<br />
Hutcheon JA, Lisonkova S, Magee LA et al. Optimal timing of<br />
delivery in pregnancies with pre-existing hypertension. BJOG<br />
2010 Nov 4. doi: 10.1111/j.1471-0528.2010.02754.x.<br />
Het blijft een spannende beslissing of je moet ingrijpen in een<br />
zwangerschap die gecompliceerd wordt door een chronische<br />
hypertensie, mogelijk gecompliceerd met zwangerschapshypertensie.<br />
Je moet het risico afwegen dat het kind ineens overlijdt als je niet<br />
ingrijpt, tegen het risico van neonatale sterfte en morbiditeit als je<br />
ingrijpt. In de Verenigde Staten werden tussen 1995 en 2005 171.669<br />
eenlingzwangerschappen geanalyseerd met een zwangerschapsduur<br />
van 36-41 weken, die niet gecompliceerd werden door andere<br />
risicofactoren. De primaire uitkomstmaat was doodgeboorte, neonatale<br />
mortaliteit en ernstige neonatale morbiditeit (neonatale convulsies,<br />
respiratoire problemen en een Apgar score 3).<br />
Het risico op doodgeboorte<br />
bleek stabiel tussen 36 en 38<br />
weken: 1 per 1000 zwangerschappen.<br />
Daarna was er een<br />
toename in doodgeboorte met<br />
een maximum van 3,5 per<br />
1.000 bij 41 weken. De<br />
neonatale mortaliteit en<br />
ernstige morbiditeit vertoonden<br />
een tegengesteld beeld:<br />
(bron: BJOG)<br />
als er ingeleid werd bij 36<br />
weken was de prevalentie 137 per 1.000 en bij 38 weken 26 per 1.000<br />
kinderen. Voorbij de 39 weken stabiliseerde het risico. Het doen van<br />
een sectio caesarea bleek het meest risicovol bij 41 weken zwangerschap<br />
(32,1%); het minst bij 38 weken (22,4%) en bij 36 weken<br />
bedroeg het risico 28%.<br />
De onderzoekers concluderen dat het optimale punt van ingrijpen bij<br />
vrouwen met een door chronische hypertensie gecompliceerde<br />
zwangerschap ligt bij 38-39 weken, als de afweging wordt gemaakt van<br />
de risico’s voor het kind om dood te gaan of ernstige neonatale<br />
morbiditeit op te lopen.<br />
abnormale spieraanhechting te zien was. Er waren analysedata van 240<br />
vrouwen: bij 32 vrouwen trad er een macrotrauma op (normaal vaginaal<br />
bevallen 22/186; na vacuüm 3/34 en na forceps 7/20). Na multivariate<br />
analyse bleef de forcipale extractie een risicofactor (OR 3.83;1.34-10.94).<br />
Microtrauma, een onomkeerbare overrekking van de bekkenbodemspieren,<br />
werd beschouwd als een > 20% toename van de opening tussen<br />
de spieren in een aangespannen toestand (Valsalva). Microtrauma ontstond<br />
bij 28,5% van de vaginaal bevallen primiparae. Er werd een positieve<br />
associatie gevonden met de duur van de uitdrijving. Het optreden van<br />
schouderdystocie bleek geassocieerd, maar niet significant. Het krijgen van<br />
een epiduraal intrapartum werkte beschermend tegen het optreden van<br />
microtraumata (OR 0.42,0.19-0.93).<br />
35
36<br />
Proefschrift: Liever MLPA<br />
dan karyotypering<br />
Elisabeth Boormans. Rapid aneuploidy detection (RAD) in<br />
prenatal diagnosis. 21 oktober 2010, Universiteit Leiden<br />
Wat verdient de voorkeur om foetale chromosomale afwijkingen te<br />
detecteren: de bekende methodiek karyotypering of MLPA (Multiplex<br />
ligation-dependent probe amplification)? Deze ‘nieuwe’ test (sinds 2003<br />
beschikbaar) detecteert de meest voorkomende chromosomale<br />
afwijkingen (trisomie 13, 18, 21 en niet-mozaïek geslacht chromosomale<br />
afwijkingen) op ongekweekte vruchtwatercellen. Dit promotieonderzoek<br />
betreft een grote prospectieve klinische vergelijkende studie om de twee<br />
grondig te evalueren. Daarbij is niet alleen naar de diagnostische<br />
kenmerken gekeken van de twee testen, maar ook naar de impact op de<br />
kwaliteit van leven van patiënten, de kosten en de voorkeur van patiënten<br />
en artsen.<br />
De M.A.K.E. (MLPA En Karyotypering, een evaluatie) studie concludeert<br />
dat MLPA even nauwkeurig is als karyotypering: 100% sensitiviteit<br />
(0.99-1.00) en specificiteit (0.999-1.00) voor afwijkingen van chromosoom<br />
X, Y, 13, 18 of 21. In totaal werden 4.585 vruchtwatersamples<br />
onderzocht van zwangere vrouwen met een indicatie voor vruchtwaterpunctie<br />
op basis van maternale leeftijd (36 jaar of ouder), een verhoogd<br />
risico op downsyndroom na prenatale screening, danwel op verzoek. Van<br />
26 (0,6%) samples waren de testuitslagen niet gelijk, en vond karyotypering<br />
een chromosale afwijking, die MLPA niet kan detecteren. Daarvan was<br />
er in 3 gevallen sprake van een ernstige afwijking, waarbij in 1 geval tevens<br />
echoscopische afwijkingen werden gezien. 3 zwangerschappen werden<br />
afgebroken op basis van de extra informatie. Kortom, MLPA gecombineerd<br />
met echoscopische screening mist dus 2/4.585 (=0.004%) van de<br />
ernstige afwijkingen.<br />
MLPA is wel veel sneller en goedkoper: De periode tussen de vruchtwaterpunctie<br />
en de terugkoppeling van de uitslag aan de patiënt was 3 dagen<br />
(IQR 3-7) voor MLPA en 18 dagen (IQR 16-21) voor karyotypering. MLPA<br />
was 47% goedkoper dan karyotypering. Een overstap naar MLPA gevolgd<br />
door karyotypering in geval van een chromosomale afwijking, leidt ten<br />
opzichte van alleen karyotypering tot een aanzienlijke kostenverlaging met<br />
weinig verlies van informatie. De meerkosten voor de detectie van de<br />
zeldzame ernstige afwijking die alleen met karyotypering wordt vastgesteld<br />
ligt boven de 350.000 euro per afwijking.<br />
Ten slotte is onderzocht wat de voorkeur is van patiënten en artsen ten<br />
aanzien van breed of smal testen. Zorgverleners (verloskundigen, klinisch<br />
genetici, klinisch cytogenetici, verloskundigen en huisartsen) geven de<br />
voorkeur aan RAD boven karyotypering. De meningen van zwangere<br />
vrouwen waren bijna gelijkwaardig verdeeld tussen RAD en karyotypering.<br />
De onderzoekers prefereren de invoering van een vrije individuele keuze in<br />
de prenatale diagnostiek. Zo kunnen ouders, verantwoordelijk voor de zorg<br />
van hun kind besluiten na niet-directieve counseling welke test voldoet aan<br />
hun individuele behoefte en risico.<br />
kennispoort-verloskunde.nl<br />
mlpa<br />
www.kennispoort-verloskunde.nl<br />
Ervaringen met een<br />
zwangerschapsafbreking<br />
Kelly T, Suddes J, Howel D et al. Comparing medical versus<br />
surgical termination of pregnancy at 13-20 weeks of gestation: a<br />
randomised controlled trial. BJOG 2010;117:1512-1520<br />
Zwangerschapsafbreking tussen de<br />
13 en 20 weken zwangerschap<br />
heeft een grote impact op degenen<br />
die het ondergaan. In Engeland<br />
werden in een tertiair<br />
opleidingscentrum, de MTOPmethode<br />
(Medical Termination of<br />
Pregnancy) en de STOP-methode<br />
(Surgical Termination of Pregnancy)<br />
vergeleken. Er werden 122<br />
vrouwen gerandomiseerd: 60 in de<br />
MTOP en 62 in de STOP-groep.<br />
12 vrouwen besloten de zwangerschap te behouden. De follow up<br />
was 60%. In de MTOP kregen vrouwen 200 mg mifepristone oraal<br />
toegediend, gevolgd door 5 doses misoprostol. Als de abortus niet op<br />
gang kwam, dan volgden maximaal 5 doses mifepristone. Was er nog<br />
geen abortus, dan werd alsnog de zwangerschap chirurgisch<br />
afgebroken. Bij de STOP werd er, onder algehele narcose, onder de<br />
15 weken zwangerschap een vacuümaspiratie verricht. Boven de 15<br />
weken werd er, na dilatatie van de cervix, een evacuatie verricht.<br />
Als uitkomstmaat gold: stress 2 weken na de ingreep (impact of<br />
events scale: IES) en acceptatie (wie zou de volgende keer dezelfde<br />
ingreep kiezen). In de MTOP-groep was de IES-score hoger dan bij de<br />
vrouwen in de STOP-groep. De vrouwen hadden de afbreking als veel<br />
ingrijpender ervaren en de procedure werd ook veel erger ervaren<br />
dan van tevoren was verwacht. 53% van deze vrouwen zou de MTOP<br />
weer kiezen in vergelijking met 100% uit de STOP-groep. De groepen<br />
waren even tevreden over de informatieverstrekking, counseling, zorg<br />
en nazorg.<br />
Colofon: Kennispoort Verloskunde is een initiatief van de Samenwerkende<br />
Opleidingen Verloskunde (SOV). Deze maandelijkse nieuwsbrief verschijnt ook<br />
als emailversie. Aanmelden kan gratis op www.kennispoort-verloskunde.nl,<br />
het grootste kennisplatform voor Nederlands verloskundig onderzoek.<br />
Postbus 2040<br />
3000 CA ROTTERDAM<br />
e-mail: redactie@kennispoortverloskunde.nl<br />
telefoon: 020 - 89 434 11<br />
Hoofdredactie:<br />
Paul Heere (Limetree Business Refreshment)<br />
Redactieraad:<br />
Elies de Geus (AVAG), Judith Manniën (AVAG/EMGO),<br />
Irene Korstjens (AVM), Stans Verschuren (VAR),<br />
Bernadette Kroon (AVAG).
Suze Jans<br />
Raymond de Vries:<br />
een derde hoogleraar voor de<br />
verloskunde in Nederland<br />
Op 16 november 2010 heeft de Academie<br />
Verloskunde Maastricht, Hogeschool Zuyd,<br />
Raymond de Vries aangesteld als hoogleraar<br />
Midwifery Science bij de Universiteit Maastricht.<br />
Hij werd op 18 november tijdens een ochtendsymposium<br />
op de Hogeschool voorgesteld aan<br />
de buitenwereld. Zijn inaugurele rede zal in<br />
mei 2011 plaatsvinden. Reden genoeg voor<br />
een nadere kennismaking met deze sociaal<br />
wetenschapper uit de Verenigde Staten.<br />
Met een naam als Raymond de Vries (1951) kan het niet<br />
anders dan dat er Nederlandse voorouders in het spel<br />
zijn. En dat klopt ook en nog niet eens zo ver in het verleden:<br />
Alle vier zijn grootouders komen uit Nederland en<br />
zijn echte Friezen. Hij spreekt en schrijft zelfs Nederlands,<br />
niet vloeiend maar hij redt zich aardig. Een van zijn drie<br />
kinderen, z’n dochter, is terug gegaan naar haar roots en<br />
woont tegenwoordig in Nederland. Zij is net bevallen van<br />
zijn eerste kleinkind. “Thuis” vindt hij zelf, ze hoefde<br />
alleen voor het laatste stukje naar het ziekenhuis “en dat<br />
telt niet”, vertelt hij trots.<br />
Alhoewel dat uiteraard niet de reden is dat hij is aangesteld<br />
als hoogleraar in Maastricht, is dit wel de aanleiding<br />
geweest die ooit zijn interesse heeft gewekt voor de<br />
Nederlandse verloskunde.<br />
Raymond de Vries studeerde sociologie aan de<br />
Universiteit van Californië en kwam uiteindelijk terecht<br />
op de Universiteit van Michigan, eerst als buitengewoon<br />
hoogleraar en al snel als Hoogleraar Bioethics en Medical<br />
Education.<br />
Hoe komt een Amerikaanse socioloog als hoogleraar<br />
Midwifery Science terecht in Nederland? Met andere<br />
woorden wat heeft ooit zijn interesse in de verloskunde<br />
als onderwerp voor sociologisch onderzoek<br />
gewekt?<br />
Well this is how the story goes, zegt hij (voor het gemak<br />
doen we het interview toch maar in het Engels): “Ik was<br />
Suze Jans is lid van de redactie<br />
ONDERWIJS<br />
nog bezig met mijn masters opleiding terwijl mijn vrouw<br />
zwanger was van ons eerste kind. En tja, hoe doe je dat<br />
eigenlijk, bevallen?! Dus we verdiepten ons in de literatuur.<br />
In die tijd bestond er underground movement in<br />
Californië die alternatieven bood voor de traditionele<br />
bevalling in het ziekenhuis onder leiding van de gynaecoloog.<br />
Ons eerste kind werd in het ziekenhuis geboren<br />
onder begeleiding van een verloskundige. Dit ging zo<br />
voorspoedig dat mijn vrouw zich afvroeg waarom ze<br />
hiervoor in hemelsnaam naar het ziekenhuis moest?!”<br />
De twee volgende kinderen werden thuis geboren en<br />
Raymond’s interesse was gewekt. Hij verdiepte zich<br />
verder in de literatuur en vroeg zich af hoe het eigenlijk<br />
zat met de verloskundigen in de Verenigde Staten? Dit<br />
onderwerp werd in die tijd slechts nog door paar anderen<br />
bestudeerd waaronder de antropoloog Robbie Davies-<br />
Floyd en de socioloog Barbara Katz Rothman (bekend<br />
van het boek The tentative pregnancy red.). Ook<br />
Raymond begon onderzoek op dit gebied. Hij ontdekte<br />
vele artikelen over het “Mekka” van de Nederlandse<br />
verloskunde. Halverwege de jaren ’90 kwam Raymond<br />
de Vries daarom naar Nederland om onderzoek te verrichten<br />
naar de historie en het functioneren van het<br />
Nederlandse verloskundige systeem. In 2005 publiceerde<br />
hij de resultaten van dit onderzoek in het boek A pleasing<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
37
38<br />
ONDERWIJS<br />
birth, midwives and maternity care in the Netherlands.<br />
Hierin beschrijft hij vanuit een historisch, filosofisch en<br />
sociaal perspectief de unieke Nederlandse cultuur die<br />
ondersteunend is voor de thuisbevalling en de zelfstandige<br />
positie van verloskundigen.<br />
Hij heeft een uitgebreide kennis van zowel de Nederlandse<br />
als de Amerikaanse bevalcultuur en de ins en outs van de<br />
verloskunde. Hij gelooft dat angst een rol speelt wanneer<br />
artsen (lees gynaecologen) het beleid moeten bepalen in<br />
het ziekenhuis. Het gaat in de VS niet om het geld in<br />
tegenstelling tot wat veel mensen denken. They are not<br />
greedy doctors, zegt hij. I am a sociologist. “Het zijn<br />
goed gesocialiseerde mensen, die dokters en ze zien<br />
enge dingen tijdens de bevallingen in de ziekenhuizen.<br />
Het proces is niet te controleren en een sectio wel, zeker<br />
als deze gepland is en een ziekenhuis voelt daarbij als<br />
een veilige omgeving.”<br />
Een hoogleraar vinden voor een verloskundige beroepsgroep<br />
die zelf nog niet is geacademiseerd is niet makkelijk.<br />
Via hun contacten kwam de AVM in aanraking met<br />
Raymond en een ontmoeting vond plaats in Utrecht. En<br />
alhoewel de opleiding meteen enthousiast was, zag<br />
Raymond zelf in eerste instantie alleen maar beren op de<br />
weg. Maar ze wisten hem te overtuigen dat hij met<br />
behoud van zijn baan in Michigan, de nieuwe functie<br />
hier zou kunnen uitvoeren.<br />
Maar hij is geen verloskundige en ook nog een<br />
man; hoe kijkt hij daar zelf tegen aan?<br />
Hij kaatst meteen terug dat de directeur van de <strong>KNOV</strong><br />
ook een man is evenals de hoofdredacteur van het TvV…<br />
Maar als serieus antwoord zegt hij you need a man to<br />
speak to the men : “Ik kom van buiten af en niemand<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
kent me. Nederland is klein en het verloskundige wereldje<br />
is nog kleiner. Dan helpt het als niemand je kent.<br />
Bovendien breng ik ook de (uitstekende) reputatie van de<br />
Universiteit van Michigan met me mee.<br />
Hoe ziet hij de positie van een nieuwe hoogleraar<br />
in Maastricht in het licht van de andere twee hoogleraren<br />
midwifery science?<br />
“Ik breng sociaal culturele kennis met me mee, bovendien<br />
ben ik een goede academische schrijver. Simone<br />
Buitendijk heeft politieke aanwezigheid en is een epidemioloog.<br />
Eileen Hutton is verloskundige, zij en ik zijn er<br />
om te helpen met het opbouwen van de body of<br />
knowledge. Wij kunnen onze netwerken gebruiken om<br />
mensen samen te brengen.” Ze vullen elkaar goed aan<br />
deze drie hoogleraren: ieder heeft een eigen kennisniche<br />
met betrekking tot de wetenschap in de verlos -<br />
kunde. Hiermee krijgen de Nederlandse verloskundigen<br />
de kans om zich wetenschappelijk breed te kunnen ontwikkelen<br />
waarbij iedere vakgroep zijn eigen specialiteit<br />
zal hebben.<br />
Hij was vooraf gewaarschuwd over de recente artikelen in<br />
de Nederlandse media met betrekking tot de perinatale<br />
sterfte cijfers. Hij kent de geschiedenis van de discussies<br />
over de voor- en nadelen van het Nederlandse systeem<br />
als geen ander. Recent stond hij in het NRC met een<br />
prachtige allegorie waarin het Utrechtse onderzoek<br />
vergeleken wordt met de verwaaide veren uit een kussen<br />
die niet meer bij elkaar te rapen zijn (NRC 13 nov 2010<br />
p. 10). Hij zegt erover: Het sociologische en historische<br />
perspectief is wat ik mee breng en dit is kennis die we<br />
kunnen gebruiken. Het hele Utrechtse verhaal is eigenlijk<br />
onderdeel van de continuing story of lets find some data
to show that the system is… en nu lijkt het net alsof ik<br />
denk dat ze het expres zo doen, maar dat is ook weer niet<br />
zo. Het gebeurt zonder dat mensen er bij nadenken. Het<br />
geldt eigenlijk ook voor beide kanten van de discussie.”<br />
Wat ziet hij als de uitdagingen binnen het domein<br />
van Midwifery Science?<br />
“Het zijn er drie: Ten eerste; verloskunde is niet makkelijk<br />
want alhoewel een uterus een uterus is, verschillen<br />
mensen wezenlijk van elkaar. De uitdaging is de invloed<br />
die deze verschillen op het geboorteproces hebben te<br />
begrijpen. Ten tweede hebben we te maken met de<br />
dominante rol van obstetrische wetenschap. Het wetenschappelijke<br />
succes van de gynaecologen voert de boventoon.”<br />
Onderzoek door verloskundigen wordt ten<br />
onrechte minder serieus genomen dan het onderzoek<br />
uitgevoerd door artsen. Hij vergelijkt het met bier: waarbij<br />
het onderzoek geproduceerd door de gynaecologen<br />
gezien wordt als het echte bier en het onderzoek van<br />
verloskundigen beschouwt wordt als “light”, eigenlijk<br />
een soort Buckler. De derde uitdaging is de technologie.<br />
Technologie is zo’n enorm onderdeel van ons dagelijks<br />
leven geworden; we hebben allemaal smartphones,<br />
computers. Apparaten zijn aantrekkelijk. Hij zegt “de<br />
technologie is er om ons te helpen, dus vrouwen denken<br />
dat de technologie hun beste vriend is. Maar juist in de<br />
verloskunde is dat niet altijd waar.”<br />
Wat is zijn visie voor de nieuwe afdeling?<br />
Waar wil hij naar toe en wat zijn z’n plannen?<br />
“Obstetrisch gezien hebben we een enorme weten -<br />
schappelijke vooruitgang geboekt maar deze focust voornamelijk<br />
op pathologie. But we need something more.<br />
Het verloskundig onderzoek concentreert zich juist op de<br />
fysiologie en de grotere context waarin zwangerschap en<br />
geboorte zich bevinden. We hebben wetenschap nodig<br />
die niet alleen de pathologie bekijkt maar ook de sociale<br />
en psychologische omstandigheden waarin vrouwen en<br />
hun gezinnen. Wat is de invloed van cultuur en de maatschappij<br />
op het reproductieve proces?<br />
Hij vindt het ook van groot belang dat verloskundig<br />
onderzoek, ook in Nederland, een internationale focus<br />
moet hebben: “De verloskundige zorg verschilt enorm in<br />
de hele wereld. Je zou het kunnen zien als een soort<br />
laboratorium waarin je consequenties van diverse zorg -<br />
systemen kunt bestuderen”. Nederland is in een uit -<br />
stekende positie om hier een leidende rol in te spelen<br />
denkt hij. Juist vanwege de bijzondere organisatievorm<br />
die uitstekende kansen biedt om de fysiologie van het<br />
geboorteproces te bestuderen en daarbij naar samen -<br />
werkingsmogelijkheden te zoeken voor de betrokken<br />
zorgverleners.<br />
ONDERWIJS<br />
Sommige verloskundigen zullen misschien ook<br />
denken wat kan een onderzoeker uit Amerika,<br />
een land waar de bevalling zo vreselijk is gemedicaliseerd,<br />
ons nu leren?<br />
Zijn antwoord klinkt niet nieuw: Het is opvallend dat hij<br />
het zelfde opmerkt als Nicky Leap en Pat Brody (zie interview<br />
TvV nov 2010): what the Dutch could use is a kind<br />
of activist mentality that the American midwives have.”<br />
We kunnen van elkaar leren. Dat is waarom internationale<br />
verloskunde zo belangrijk is. Het helpt ons met het<br />
generen van ideeën voor het verbeteren van de zorg.<br />
We hoeven geen dikke vrienden te zijn, maar zo vijandig<br />
tegen over elkaar te staan is niet constructief. Hij spreekt<br />
daarom liever van “frenemies”. Hij zegt: “De beste zorg<br />
voor vrouwen komt tot stand als de beide beroepsgroepen<br />
samenwerken. Belangrijke kennis gaat verloren als de<br />
ene beroepsgroep de ander controleert.” Dit pleit voor<br />
het behoud van de autonomie voor de Nederlandse<br />
verloskundige. “Het is tijd” zegt hij, “om de strijdbijl te<br />
begraven en een manier te vinden waarbij vrouwen en<br />
hun kinderen centraal staan”.<br />
De inaugurele rede van Prof. Raymond de Vries zal op<br />
donderdag 26 mei 2011 plaatsvinden in de aula van de<br />
Universiteit van Maastricht. De vakgroep Midwifery Science<br />
bestaat uit: Raymond de Vries, Marianne Nieuwenhuijze,<br />
Marlein Ausems, Luc Bude, Darie Daemers, Tamar van<br />
Haaren, Marijke Hendrix, Irene Korstjens, Evelien van<br />
Limbeek, Hennie Wijnen en Bert Zeegers. ■<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 39
Relinde van der Stouwe<br />
ONDERWIJS<br />
Al enige decennia wordt de videocamera ingezet<br />
om verloskunde studenten vaardigheden<br />
aan te leren. Meestal gaat het daarbij om<br />
gespreksvaardigheden. Tegenwoordig worden<br />
ook beeldopnamen gemaakt in verloskamers<br />
als middel om te reflecteren op het handelen<br />
tijdens acute situaties. Onlangs werd de videocamera<br />
voor het eerst in eerstelijns verlos -<br />
kundige praktijken gebruikt voor wetenschappelijke<br />
onderzoek.<br />
Deliver<br />
Het Deliver-onderzoek verzamelt gegevens over de actuele<br />
eerstelijns verloskundige zorgverlening. Twintig verloskundigen<br />
praktijken, verspreid over Nederland, doen mee<br />
aan deze studie. Van ongeveer 8.000 vrouwen worden<br />
gegevens verzameld over het verloop van hun zwangerschap,<br />
bevalling en de zorgverlening. Daarnaast lopen er<br />
zeven deelstudies naar specifieke onderdelen van de verloskundige<br />
zorg.<br />
Op verschillende wijzen worden gegevens verzameld:<br />
cliënten en verloskundigen vullen vragenlijsten in, er wordt<br />
tijdgeschreven en natuurlijk wordt de LVR gebruikt. Ook<br />
zijn in zes verloskundigen praktijken video-opnamen van<br />
de intake gemaakt. Deze opnamen leveren een schat aan<br />
informatie op over de inhoud van de intake, de tijds -<br />
investering, de communicatie tussen verloskundige,<br />
zwangere en partner, de vragen van de cliënte enzovoort.<br />
Drie promovendi, te weten Linda Martin, Janneke Gitsels<br />
en Monique Pereboom hopen met de video-opnamen<br />
specifieke informatie te verkrijgen voor hun deelonderzoek.<br />
Linda Martin onderzoekt de counseling over prenatale<br />
screening, Janneke Gitsels bekijkt de rol van religie<br />
Relinde van der Stouwe is redacteur van dit tijdschrift<br />
40<br />
Video-opnamen in de<br />
verloskundige praktijk<br />
De eerste ervaringen in de Deliver-studie<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
bij de keuze voor wel/geen deelname aan prenatale<br />
screening en Monique Pereboom richt zich op infectieziekten.<br />
De drie promovendi wacht een enorme klus. Er<br />
zijn 400 opnamen gemaakt; iedere onderzoeker zal zo’n<br />
150 uur aan opnamen bekijken en analyseren.<br />
Vertrouwelijk<br />
Niet alle Deliver-praktijken waren direct even enthousiast<br />
om video-opnamen te maken. <strong>Verloskundige</strong>n hadden<br />
bezwaren bij het idee dat een eerste contact met hun<br />
cliënten werd gefilmd. Het zou de vertrouwelijkheid<br />
schaden. Dat bleek in de praktijk erg mee te vallen.<br />
Onderzoeker Janneke Gitsels, die als verloskundige zelf<br />
ook deelnam aan de video-opnamen in haar praktijk in<br />
Zaandam, vertelt over haar ervaringen. “Natuurlijk<br />
vonden mijn collega’s en ik het spannend, maar op een<br />
gegeven moment heb je geen erg meer in de camera. Bij<br />
ons stond de camera op een muurtje en was gericht op<br />
de verloskundige. De vrouw en haar partner werden op<br />
de rug gefilmd. Vooraf legden we hen het doel van de<br />
opname goed uit; dat het geen opname voor televisie<br />
was. De meeste mensen vonden het geen probleem. Een<br />
echtpaar dat hun zevende kind verwachtte, reageerde<br />
met “jullie hebben al zoveel voor ons gedaan, we doen<br />
ook graag iets voor jullie”. Slechts een of twee keer<br />
kreeg ik het gevoel dat een vrouw tijdens het gesprek<br />
wat terughoudend reageerde vanwege de opname.<br />
Dat gebeurde bijvoorbeeld toen ik vroeg naar geslachtsziekten.<br />
Voor dat moment liet ik het zo, en vroeg ik er<br />
niet op door. Na de intake heb ik even een aantekening<br />
gemaakt, zodat we er bij een volgende controle nog op<br />
terug kunnen komen”.<br />
Effectieve communicatie<br />
Elke vrouw en haar partner die zich in de praktijk aanmeldden<br />
en wilden meedoen aan de Deliver-studie,
kregen een vragenlijst toegestuurd die zij voorafgaand<br />
aan het eerste bezoek apart van elkaar invulden. Het zijn<br />
zestig vragen over onder meer wat mensen verstaan<br />
onder een gezond kind, en wat zij belangrijk vinden aan<br />
de informatievoorziening door de verloskundige. Vinden<br />
zij het bijvoorbeeld belangrijk om informatie schriftelijk te<br />
ontvangen, dat de verloskundige vriendelijk is of ruimte<br />
geeft om vragen te stellen? Na de intake vulden de<br />
vrouwen opnieuw de vragenlijst in. In combinatie met de<br />
observaties uit de video-opnamen, krijgen onderzoekers<br />
goed inzicht in de werkelijkheid. Met alleen een vragenlijst<br />
kan een cliënt namelijk aangeven dat zij het consult<br />
positief heeft ervaren omdat de verloskundige bijvoorbeeld<br />
erg aardig en meelevend was. Tegelijkertijd heeft<br />
de verloskundige niet de vragen beantwoord waarmee<br />
de cliënte naar de praktijk is gekomen; het consult levert<br />
dan niet op wat ze vooraf had willen bereiken. Met de<br />
kennis van verwachtingen en behoeften van de cliënte<br />
observeren de onderzoekers de opnamen van de intake.<br />
Zo kunnen zij de effectiviteit van de communicatie tussen<br />
verloskundige en de zwangere goed beoordelen.<br />
Leerzaam<br />
Door het invullen van de vragenlijst waren vrouwen meer<br />
voorbereid op de intake dan zij doorgaans zijn. Janneke<br />
Gitsels ziet dat als een winstpunt. “Er werden meer<br />
gerichte vragen gesteld, vooral over de prenatale<br />
screening. Je krijgt een gesprek dat is afgestemd op de<br />
behoeften en vragen van mensen. Ik vond de opnamen<br />
leerzaam. Ook ik vulde na elke opgenomen intake, een<br />
vragenlijst in. Daardoor sta je stil bij hoe het gesprek is<br />
verlopen. Zo werd ik mij er van bewust hoe de voor -<br />
lichting over prenatale screening ondergesneeuwd dreigt<br />
te worden. Ik bewaarde het vaak tot aan het eind van<br />
alle voorlichting. Ik ben dat na enkele opnamen gaan<br />
bijstellen”.<br />
De opnamen dienen zo een tweeledig doel: wetenschappelijk<br />
onderzoek en onderwijs. <strong>Verloskundige</strong>n leren<br />
tijdens het opnameproces maar krijgen na de analyse van<br />
de data ook feedback op hun counseling door psycholoog<br />
Linda Martin.<br />
Huisartsen<br />
Huisartsen zijn al geruime tijd bekend met video-opnamen<br />
in hun praktijk als methode van onderzoek en onderwijs.<br />
Artsen in opleiding maken opnamen van consulten en<br />
bespreken deze met hun opleider. Het NIVEL gebruikt al<br />
sinds 1975 video-opnamen bij onderzoek naar de<br />
omgang van artsen met patiënten. De huisartsenpraktijk<br />
van Joost Zaat in Purmerend heeft ondermeer meegewerkt<br />
aan de tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen<br />
in de huisartsenpraktijk. Een onderdeel van de<br />
studie betrof de communicatie tussen huisarts en patiënt.<br />
ONDERWIJS<br />
Joost Zaat: “De meeste patiënten zijn bereid om mee te<br />
werken. Vooral als je zorgverlener het zelf vraagt, is het<br />
geen probleem. Mensen vinden het vaak erg leuk om<br />
mee te doen aan een onderzoek. Ze hebben er geen last<br />
van. En ik als huisarts ook niet; je doet gewoon je werk.<br />
Je kan er als hulpverlener veel van leren. Ik vond het<br />
boeiend om de video-opnamen onder begeleiding van<br />
een buitenstaander na te bespreken met mijn collega’s.<br />
Waarom doe je dat nu zus, of waarom zeg je dit zo?<br />
En er vallen natuurlijk dingen op: ‘wat zit ik met mijn<br />
handen te wapperen’ of ‘doe toch eens rustig’. Details in<br />
je communicatie waar je dan vervolgens weer wat meer<br />
op gaat letten. Na de analyse van al het onderzoeks -<br />
materiaal werd de informatie over het verloop van je<br />
consulten teruggekoppeld in de vorm van spiegel -<br />
informatie. Je krijgt dan inzicht in je eigen gedrag in<br />
vergelijking met het gedrag van collega-huisartsen.<br />
Bijvoorbeeld hoeveel tijd je op het beeldscherm kijkt in<br />
vergelijking met je collega’s of je meer of minder dan<br />
gemiddeld patiënten aankijkt. Meedoen aan dergelijk<br />
onderzoek houd je scherp. Ik vind ook dat als je je<br />
professie wil promoten je openheid moet geven. Videoopnamen<br />
zijn daarbij een goed middel.”<br />
Databank<br />
Bij het NIVEL zijn ongeveer 160.000 opnamen van<br />
gesprekken tussen hulpverleners en patiënten opgeslagen<br />
in de Databank “communicatie in de gezondheidszorg”.<br />
Deze opnamen zijn gemaakt in het kader van bijna dertig<br />
verschillende onderzoeksprojecten en sommige zijn al van<br />
30 jaar geleden. Alle opnamen worden gedigitaliseerd en<br />
de observatiegegevens worden op een zelfde wijze in<br />
computerbestanden opgeslagen. Dit maakt het veel<br />
eenvoudiger om uit de grote hoeveelheid gegevens snel<br />
eenduidige selecties te maken, en analyses op gecombineerde<br />
bestanden uit te voeren.<br />
Vanwege de vertrouwelijke en persoonlijke aard van de<br />
gegevens, is de Databank uiteraard niet vrij toegankelijk.<br />
Verzoeken om toegang worden getoetst op een aantal<br />
criteria. Zo moet er een relevante onderzoeksvraag zijn<br />
die nog niet beantwoord is in andere studies en waarvan<br />
men inschat dat ze wel beantwoord kan worden met de<br />
opgeslagen informatie.<br />
De Databank zelf genereert ook nieuwe beleidsrelevante<br />
onderzoeksvragen. Voorbeelden van zulke vragen zijn: in<br />
hoeverre komen psychosociale signalen ter sprake in een<br />
huisartsconsult? En: hoe vaak komt de verantwoordelijkheid<br />
van de patiënt ter sprake in relatie tot zijn leefstijl?<br />
Ook de opnamen uit de Deliver-studie zullen worden<br />
opgenomen in de Databank en zullen weer nieuwe vragen<br />
oproepen en vervolgonderzoek tot gevolg hebben.<br />
Ongetwijfeld zullen meer verloskundigen in de toekomst<br />
kennis maken met video-opnamen in hun praktijk. ■<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 41
42<br />
ONDERWIJS<br />
Geaccrediteerde trainingen<br />
over tienerzwangerschap en<br />
zwangerschapsverlies<br />
Het in 2008 door Fiom ontwikkelde scholingsaanbod<br />
over zwangerschapsverlies en tienerzwangerschappen<br />
werd voor drie jaar geaccrediteerd door de <strong>KNOV</strong>. Na<br />
twee jaar is een eerste balans opgemaakt.<br />
Alle kringen van verloskundigen zijn benaderd en geïnformeerd<br />
over het aanbod. Van de 61 kringen van verloskundigen<br />
hebben 33 kringen gebruikt gemaakt van het<br />
aanbod. Uit de evaluaties blijkt dat deze trainingen in<br />
een behoefte voorzien en dat er meer behoefte is aan<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
verdieping van beide thema’s. Ook is de wens geuit voor<br />
scholing op de andere aandachtsgebieden van de Fiom,<br />
waaronder ‘afstand ter adoptie’. Beide verzoeken zullen<br />
in 2011 verder worden uitgewerkt.<br />
Heeft u interesse in één van de huidige scholingen dan<br />
kunt u contact opnemen met Gabrielle Buijinck van de<br />
Fiom, via gbuijinck@fiom.nl of bellen naar: 024 329 40 53.<br />
Alle informatie over beleid tienermoeders staat op één<br />
website, www.infoportaaltienermoeders.nl. ■<br />
Wilhelmina<br />
Ziekenhuis Assen<br />
In verband met zwangerschapsverlof van een van<br />
onze collega’s zijn wij op zoek naar een<br />
<strong>Verloskundige</strong> (28-32 uur)<br />
De afdeling obstetrie & gynaecologie heeft 20<br />
bedden en 10 wiegen. Er zijn patiënten met<br />
gynaecologische aandoeningen, zwangeren en<br />
kraamvrouwen. De afdeling heeft drie<br />
verloskamers waar jaarlijks 1000 bevallingen<br />
plaatsvinden.<br />
Nadere informatie over de inhoud van de functie<br />
kan worden ingewonnen bij mevrouw B. Scholten,<br />
telefoon (0592) 325371 of op de site www.wza.nl.<br />
Uw sollicitaties verwachten wij uiterlijk 21 januari<br />
2011.
Nyx<br />
PRAKTIJK<br />
Op deze pagina stond sinds februari 2001 de column van Nyx. “De naam Nyx, dat was<br />
een idee van mijn vader”, zegt ze. ‘Nyx is de godin van de nacht, het domein van<br />
verloskundigen, barenden en baby’s’, zo staat het in de marge van die eerste column.<br />
“Oh, ga je vertellen wie Nyx is?” vraagt Nyx, die meteen in de lach schiet. “Nog<br />
onlangs werd ik aangesproken door een verloskundige. We hadden het over van alles<br />
en op een gegeven moment vroeg ze zich hardop af, wie Nyx wel niet zou zijn.<br />
Je begrijpt: ik zei niks. Als ze dit leest, weet ze het: ze zal verbaasd zijn…”<br />
Nyx was jaren werkzaam als eerstelijns verloskundige in Delft. Haar columns waren<br />
gebaseerd op haar eigen ervaringen, uitgewerkte anekdotes, vol humor en liefde voor<br />
haar vak. Toen werd ze ziek. De diagnose luidde acute reuma, de eindconclusie was:<br />
verkoop je praktijkdeel, want verloskunde is niet meer voor jou. Nyx stopte met heel veel<br />
verdriet met haar vak, maar gelukkig had ze alternatieven afleiding. Als bijverdienste<br />
extra bezigheid bouwde zij al websites en bovendien kan ze goed<br />
fotograferen. Beide alternatieven vormen nu haar broodwinning.<br />
Hier houdt ze zich nu mee bezig. U komt ook regelmatig fotowerk<br />
van haar tegen in het tijdschrift, want wie kan er beter verlos -<br />
kundige situaties fotograferen dan een verloskundig fotograaf?<br />
Nyx fotografeert ook baby’s en kinderen, nu onder haar eigen<br />
naam: Bionda Heeringa.<br />
Tien jaar lang waren er veel verloskundigen die als het tijdschrift op<br />
de mat viel eerst op zoek gingen naar Nyx, en dan naar de personalia<br />
om te kijken welke collega’s een kindje hadden gekregen. Twee<br />
favoriete rubrieken. Uw redactie is naarstig op zoek naar een alternatief.<br />
Misschien kunnen we u al verrassen in februari met een nieuwe columnist.<br />
Die zal heel anders zijn, want Nyx is onvervangbaar.<br />
Beste Bionda, dank je wel voor tien jaar verhalen en als fotograaf hopen we je<br />
nog lang terug te zxien in dit tijdschrift.<br />
Wil van Veen<br />
Wilt u Bionda nog beter leren kennen:<br />
www.onszelf.nl; www.baby-fotograaf.nl;<br />
www.kinder-fotograaf.nl ;<br />
www.zwangerschaps-fotograaf.nl<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
43
<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Hoogeveen<br />
Wil Ang-Kaars<br />
Els van den Graven-Korte<br />
Atje Klein Langenhorst-Bremer<br />
Nienke Pieper<br />
Ita Smith<br />
Maartje de Blok<br />
Voor de periode maart-september<br />
zoeken wij i.v.m. zwangerschapsverlof<br />
een enthousiaste waarneemster<br />
voor 50-100%.<br />
Voor meer informatie over de praktijk:<br />
www.verloskundigenpraktijkhoogeveen.nl<br />
Alle 1e lijns echo’s verrichten wij zelf.<br />
Geïnteresseerd?<br />
Stuur of mail je brief met CV naar:<br />
1e lijns <strong>Verloskundige</strong>npraktijk Hoogeveen<br />
Dr G.H. Amshoffweg 1<br />
7909 AA Hoogeveen<br />
Praktijkverloskunde@bethesda.nl<br />
<strong>Verloskundige</strong>n Praktijk<br />
Rotterdam Oost<br />
is per direct op zoek naar<br />
een/twee enthousiaste<br />
flexibele waarneemsters<br />
We werken met een gezellig team<br />
verloskundigen en twee praktijkassistentes<br />
in een grote gemêleerde groepspraktijk.<br />
- goede contacten met eerstelijns echo centra, uitzicht<br />
op eigen echoapparatuur op onze locatie<br />
- goede samenwerking met eerste- en tweedelijn<br />
- geautomatiseerd met Onatal<br />
- mogelijkheden voor langer/vast dienst verband en het<br />
volgen van echocursus zijn bespreekbaar.<br />
Ben je geïnteresseerd of wil je meer<br />
informatie kijk op onze site, mail of bel<br />
www.<strong>Verloskundige</strong>nRotterdamOost.nl<br />
info@verloskundigenrotterdamoost.nl<br />
Karin Everaarts tel 06-53756848<br />
<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Geldermalsen e.o. is op zoek naar<br />
een waarneemster voor langere periode met de mogelijkheid<br />
tot inkopen in het vennootschap! Iets voor jou?<br />
Wij bieden:<br />
- Mooie plattelandspraktijk in de Betuwe<br />
- Nieuw praktijkpand<br />
- Veel thuisbevallingen<br />
- Diagnose- en termijnecho’s<br />
- Gemiddeld: 1 spreekuur en 2-3 diensten per week<br />
- Verblijf tijdens waarneming aanwezig<br />
Periode:<br />
Vanaf 21 maart 2011.<br />
<strong>Verloskundige</strong>npraktijk<br />
Geldermalsen e.o.<br />
Wij zoeken:<br />
- <strong>Verloskundige</strong> met ervaring en hart voor het vak<br />
- Bij voorkeur afgeronde echo-opleiding<br />
- Positief ingestelde en flexibele verloskundige<br />
Extra informatie:<br />
www.zwangeringeldermalsen.nl of bel Fian:<br />
tel. 06-12 03 67 81<br />
Interesse? Schrijf ons!<br />
Fian Wolfs, Swanette Bosma en Margriet van de Plasse<br />
Reacties graag zo spoedig mogelijk sturen naar:<br />
<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Geldermalsen e.o.<br />
T.a.v. Fian Wolfs<br />
De Panoven 27B<br />
4191 GW Geldermalsen<br />
Word jij onze nieuwe collega?<br />
Wij zoeken<br />
Een nieuwe maat vanaf 1 mei 2011 wegens vertrek van<br />
één van ons. We zijn op zoek naar een enthousiaste verloskundige,<br />
flexibel en collegiaal, met hart voor de eerstelijns<br />
verloskunde.<br />
Onze praktijk<br />
Bevindt zich sinds augustus in een prachtig monumentaal<br />
pand, de Goudse Praktijk. Gouda is een middelgrote stad in<br />
het Groene Hart met een zeer gevarieerde populatie.<br />
<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Gouda bestaat uit drie kleine praktijken;<br />
Antje, Caatje en Neeltje. Praktijk Neeltje heeft door het<br />
vertrek van één collega versterking nodig.<br />
Doordat we in teams werken (± 280 zorgeenheden per jaar<br />
per team), hebben we nauw contact met de zwangere en is<br />
de achterwacht ook prima geregeld.<br />
Verder is er sprake van een zeer goede samenwerking met<br />
de tweedelijn en hebben we een actieve kring.<br />
Voor meer informatie<br />
Zie onze website www.verloskundigenpraktijkgouda.nl<br />
bel 06-22 85 85 85 of mail naar j.hanse@planet.nl<br />
Geïnteresseerd?<br />
Stuur dan een sollicitatiebrief en CV naar:<br />
<strong>Verloskundige</strong>npraktijk Gouda, praktijk Neeltje<br />
t.a.v. Janneke Hanse<br />
Elizabeth Wolffstraat 1, 2806 PJ Gouda<br />
j.hanse@planet.nl
Myrte de Geus<br />
Rond 2000 was er een crisis in de verloskunde.<br />
Door een tekort van honderden verloskundigen,<br />
mede door een onverwachte geboortegolf bij<br />
hoogconjunctuur, hadden praktijken de grootste<br />
moeite om hun diensten te vullen. Praktijken<br />
dreigden om te vallen. Vanuit de <strong>KNOV</strong> kwam<br />
er vervolgens een initiatief om te voorkomen<br />
dat de geboortezorg zich zou verplaatsen naar<br />
ziekenhuizen. De STBN werd opgericht, de<br />
Stichting Thuis Bevalling Nederland.<br />
De STBN realiseerde snel twee geboortecentra in<br />
gebieden waar de nood erg hoog was, in Utrecht en<br />
Zaandam. In het eerste jaar kwamen daar nog drie<br />
andere centra bij. Paradoxaal genoeg verdween daardoor<br />
tijdelijk in die gebieden de mogelijkheid om thuis te<br />
bevallen. Daarvoor in de plaats kwam een huiselijk<br />
geboortecentrum, waar verloskundigen hun eigen<br />
cliënten konden bijstaan. Door de concentratie van de<br />
barenden nam de werkdruk af en wisten de praktijken<br />
een periode van krapte te overbruggen. Na een paar jaar<br />
kwamen er door de verruiming van de opleidingscapaciteit<br />
(door toedoen van toenmalige minister Els Borst)<br />
weer voldoende nieuwe collega’s bij. Zodoende werden<br />
de centra gaandeweg weer gesloten en was in de betreffende<br />
gebieden de thuisbevalling en de zelfstandige<br />
verloskunde behouden.<br />
De STBN kwam dus met een noodconstructie voor een<br />
acute situatie binnen de eerstelijns verloskunde en die<br />
slagvaardigheid heeft de organisatie altijd behouden. In<br />
hun tienjarig bestaan haakte de STBN steeds weer aan<br />
bij nieuwe ontwikkelingen. Aanvankelijk waren hun<br />
activiteiten gericht op het behoud van de thuisbevalling,<br />
later kwamen daar ook andere projecten als echocentra<br />
bij. Inmiddels zijn geboortecentra, mede als gevolg van<br />
centralisatieplannen, een ‘hot issue’; momenteel exploiteert<br />
STBN twee centra en is in acht regio’s aan het werk<br />
om geboortecentra te realiseren. Daarmee zet ze zich in<br />
voor de zwangere vrouwen van Nederland.<br />
Myrte de Geus is eerstelijns verloskundige en freelance verbonden<br />
aan het tijdschrift<br />
PRAKTIJK<br />
Met passie en lef de eerstelijn<br />
versterken<br />
STBN viert tienjarig bestaan<br />
De STBN wordt niet gesubsidieerd<br />
en ook niet financieel<br />
ondersteund door de <strong>KNOV</strong>.<br />
De stichting heeft geen winstoogmerk.<br />
Door zijn adviseringspraktijk en ondernemingen<br />
(echocentra, geboortecentra) is de<br />
STBN financieel zelfvoorzienend.<br />
<strong>KNOV</strong> feliciteert STBN met<br />
10 jarig bestaan<br />
Tien jaar geleden bij de oprichting heette<br />
STBN nog Stichting Thuisbevalling Nederland.<br />
Het belangrijkste doel van STBN was toen het<br />
weer mogelijk maken van thuis bevallen in<br />
regio’s waar dat door een groot tekort aan<br />
verloskundigen geen keuzeoptie meer was.<br />
Daarna hebben zich steeds nieuwe doelen<br />
aangekondigd waardoor STBN inmiddels niet<br />
meer weg te denken is uit het verloskundig<br />
landschap. STBN: altijd creatief, snel en innovatief<br />
meedenkend met verloskundigen die<br />
heel goed weten WAT ze willen organiseren<br />
maar niet altijd HOE. Mede door STBN<br />
werden verloskundigen de afgelopen tien<br />
jaar slagvaardiger en konden zij inspringen<br />
op nieuwe ontwikkelingen zoals de prenatale<br />
screening en bevalcentra. Het zusje van de<br />
<strong>KNOV</strong> is groot geworden!<br />
STBN, gefeliciteerd!<br />
We proosten op een blijvende samenwerking<br />
tussen <strong>KNOV</strong>, verloskundigen en STBN.<br />
Daarbij hoop ik dat het niet nodig zal blijken<br />
dat STBN nog eens haar oorspronkelijk doel<br />
uit de kast moet halen.<br />
Angela Verbeeten,<br />
Voorzitter <strong>KNOV</strong><br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
45
46<br />
Praktijk ter overname aangeboden<br />
Ben jij op zoek naar een nieuwe uitdaging?<br />
Trekt het je om (samen met iemand anders)<br />
een levendige praktijk in het midden van het<br />
land te runnen?<br />
Onze praktijk telt ca. 250 ZE/jaar: een<br />
dynamische zwangerenpopulatie in het nog<br />
altijd groeiende en groene Lelystad.<br />
De praktijk is volledig geautomatiseerd met<br />
MicroNatal en wordt ondersteund door hooggekwalificeerde<br />
praktijk assistentes. Ook is er<br />
een prettige samenwerking met tweedelijn en<br />
buurpraktijken.<br />
De aangeboden setting is nieuw, maar voor<br />
een indruk van de oude situatie kun je kijken<br />
op: www.verloskundigenpraktijklelystad.nl<br />
Is jouw interesse gewekt?<br />
Reageer of informeer dan via één van<br />
onderstaande nummers:<br />
06- 3383 2481 - D. Munneke<br />
06-1418 0752 - A.R. Kuipers<br />
Zoekt een nieuwe collega<br />
om aan ons team toe te voegen.<br />
Onze verloskundige praktijk heeft vijf spreekuur -<br />
locaties verspreid over Den Haag en hebben<br />
450 zorgeenheden per jaar. We hebben een<br />
goede praktijkorganisatie waarin vijf verlos -<br />
kundigen, twee praktijkassistentes en een<br />
praktijkverpleegkundige samen zorg dragen voor<br />
onze zwangeren. Wij hebben een gevarieerde<br />
populatie, geen parkeerproblemen, lieve collega’s<br />
en een flexibel werkrooster (12 uurs diensten en<br />
halve dagen spreekuur mogelijk).<br />
Wil je meer informatie en heb je belangstelling<br />
laat het ons weten via de mail:<br />
info@ella-verloskundigen.nl<br />
www.ella-verloskundigen.nl.<br />
Wij nemen dan snel contact met je op.<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Directeur van STBN Frans Annot: “Het is zó belangrijk<br />
dat vrouwen hun keuzevrijheid behouden.”<br />
Concurrentie<br />
Er zijn verloskundigen die huiverig zijn voor die geboortecentra;<br />
zijn ze niet té leuk en daarmee concurrentie voor<br />
de thuisbevalling? Annot: “We maken geen reclame voor<br />
onze geboortecentra, in plaats daarvan helpen we verloskundigen<br />
om cliënten goed te counselen voor de keuze<br />
voor de plaats van de bevalling. Als mensen bewust<br />
kiezen voor het geboortecentrum, dan is dat een goede<br />
keus. Bovendien lijkt een eerste onderzoek het idee van<br />
geboortecentra als concurrentie voor de thuisbevalling te<br />
ontkrachten; in het gebied van BevalCentrum West te<br />
Amsterdam nam het aantal thuisbevallingen met het -<br />
zelfde percentage af als landelijk het geval was, namelijk<br />
4%.” (Evaluatierapport Bevalcentrum West NZa juli<br />
2010)<br />
Maar toch, in hoeverre dekt de naam van de stichting<br />
nog de lading? Is de thuisbevalling nog wel een speerpunt?<br />
Annot: “Het is niet voor niets dat de ‘T’ in ons<br />
logo eruit springt, wij zullen de thuisbevalling altijd een<br />
warm hart toedragen. Maar dat is geen reden om andere<br />
vormen van geboortezorg te verwaarlozen. Tijden veranderen<br />
en de wensen van zwangeren en barenden ook.<br />
Als eerstelijns verloskunde wil je aan de behoefte van je<br />
cliënten voldoen en ze het beste kunnen bieden.<br />
Waarom investeer je minder in de poli klinische setting,<br />
terwijl het om je eigen cliënten gaat? Investeer in plaats<br />
daarvan in een omgeving waar je als verloskundige achter<br />
kan staan en waar je zelf ook prettiger werkt.”
Aan tafel<br />
De STBN werkt in principe op verzoek en initiatief van<br />
de eerstelijn. Doordat de stichting “met zijn voeten in<br />
de klei staat”, heeft ze een goed beeld van actuele ontwikkelingen<br />
en behoeftes. Annot: “Alle dagen zitten we<br />
aan tafel met verloskundigen. Om te adviseren, ideeën<br />
helpen te vertalen naar de praktijk en ook concreet te<br />
realiseren. De vragende partij kan namelijk kiezen of ze<br />
zelf de exploitatie van een project op zich wil nemen of<br />
dat ze dat aan STBN overlaat. In het laatste geval is de<br />
hulp van STBN kosteloos. Het uiteindelijke doel is altijd<br />
dat wij ons weer terugtrekken uit een project, dat het<br />
dus op eigen benen komt te staan.”<br />
Vieren en vooruitzien<br />
Wat is er te vieren, nu de STBN tien jaar bestaat? Annot:<br />
“Groot wapenfeit is dat de eerstelijn nog bestaat. In<br />
andere landen is in tijden van crisis in soms maar twee<br />
jaar alle geboortezorg naar het ziekenhuis verplaatst. De<br />
beroepsgroep van verloskundigen is dan ook absoluut<br />
sterker en professioneler geworden en er bestaat meer<br />
samenwerking tussen verloskundigen dan tien jaar<br />
geleden. Tot slot is er meer differentiatie in het werk van<br />
verloskundigen gekomen. Zo zijn er bijvoorbeeld al meer<br />
dan veertig prenatale centra waar verloskundigen werkzaam<br />
zijn.”<br />
Voor de komende tijd ligt de uitdaging bij samenwerking<br />
tussen de eerste- en tweedelijn. Annot: “Daar is zoveel<br />
winst te behalen! Wij zetten ons er hard voor in om de<br />
verloskundige zorg te verbeteren en de eerstelijn te<br />
versterken. Hierbij vermijden we polarisatie en zoeken<br />
steeds actief de samenwerking met de tweedelijn. In<br />
twee derde van onze echocentra zijn gynaecologen bijvoorbeeld<br />
al ingestapt, een hele goede ontwikkeling.”<br />
In de eerste helft 2011 start een experiment<br />
met teams van verloskundigen en kraam -<br />
verzorgenden om maatwerk te leveren bij<br />
een thuisbevalling. Een ander project is<br />
‘2MOVE))’, waarvan in oktober 2010 een pilot<br />
is gestart in Amsterdam. Aanbevelingen van<br />
de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte<br />
worden verwerkt in een nieuw zorgmodel,<br />
waarbij de zorgverleners zich organiseren<br />
rondom moeder en kind. In het decembernummer<br />
van het TvV is hier aandacht aan<br />
besteed. [1]<br />
PRAKTIJK<br />
Verder noemt Annot ‘opschaling’ als een belangrijke<br />
verandering. “Over een paar jaar maakt iedereen deel uit<br />
van een groter verband, als het aan ons ligt. Zaken zullen<br />
in gezamenlijkheid worden opgepakt, afspraken in de<br />
keten komen effectiever tot stand. ”<br />
De laatste grote uitdaging die er volgens de directeur ligt,<br />
is het omgaan met alle publiciteit, zoals recent nog naar<br />
aanleiding van het UMCU-onderzoek over perinatale<br />
sterfte onder a terme kinderen. Volgens hem is het zaak<br />
om niet in de verdediging te schieten, maar gezamenlijk<br />
met een goed plan te komen en dat vervolgens naar de<br />
praktijk te vertalen. Dit met behoud van het eerstelijns<br />
karakter van de zorg. “Nederland onderscheidt zich nog<br />
steeds met een gezonde no nonsense cultuur en de cliënt<br />
is gebaat bij dat gedachtengoed. We moeten alert zijn<br />
dat we het kind niet met het badwater weggooien en<br />
bijvoorbeeld niet zomaar de echelons op gaan heffen.”<br />
Ook hier noemt Annot samenwerking als basis van<br />
verbetering; er moet slimmer en functioneler worden<br />
gekeken naar ieders sterke punten en mogelijkheden. Dit<br />
zal leiden tot veel meer vervlechting tussen de eerste- en<br />
tweedelijn, er zullen meer dwarsverbanden gaan ontstaan:<br />
daar heeft de cliënt belang bij.<br />
Nieuwe plannen<br />
De komende tien jaar zal de STBN zich verder inzetten<br />
voor innovatieve verloskunde, om zo de eerstelijn goed<br />
op de kaart te houden. Recent is er daarom een e-mail<br />
verstuurd naar honderd belanghebbenden, met de<br />
simpele vraag: “Waar zou ú de STBN bij kunnen gebruiken?”<br />
Met alle ideeën wordt vervolgens in korte tijd een<br />
bedrijfsplan opgesteld, zodat de organisatie de komende<br />
tijd zeker weer vooruit kan om hun ‘heldere kijk op de<br />
verloskunde’ verder vorm te geven. Je zou in een kadertje<br />
kunnen refereren aan het feit dat met de verbluffend<br />
grote ‘oogst’ van deze vragenronde een jaar lang de<br />
rubriek Innovatie wordt gevuld. Annot: “Onze expertise<br />
hebben we opgebouwd met gezond verstand. We hebben<br />
dingen gedaan waar geen plan voor was. Met lef en<br />
passie zijn we aan de slag gegaan en dat zullen we<br />
blijven doen.”<br />
Wilt u ook advies van de STBN of samen met de STBN<br />
een initiatief ontplooien? Neemt u dan contact op via<br />
info@stbn.nl. ■<br />
[1] TvV 2010;12: 43 ev<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
47
PRAKTIJK<br />
Natuurlijk omgaan met vruchtbaarheid<br />
NFP in de praktijk<br />
Gertrude de Wildt-Brouwer<br />
Veel is bekend over zwanger worden: dat<br />
foliumzuur slikken belangrijk is, dat alcohol,<br />
sigaretten en overgewicht nadelig kunnen<br />
werken. Maar de hamvraag: ‘Op welke dagen<br />
ben ik vruchtbaar?’ blijft vaak onbeantwoord.<br />
Vreemd dat het eigen lichaam voor veel<br />
vrouwen een groot geheim is.<br />
Dat vinden de vier verloskundigen van <strong>Verloskundige</strong>n -<br />
praktijk Waddinxveen ook. Nel Bakker, Lindsey Boshuizen,<br />
Marije Droogendijk en Anne Bärtsch willen daarom meer<br />
vrouwen bekend maken met hun eigen lichaam. Nel is al<br />
jaren NFP-consulent, terwijl Lindsey de opleiding hiervoor<br />
bijna heeft afgerond. Zij zijn enthousiast over de mogelijkheden<br />
van het natuurlijk omgaan met vruchtbaarheid, en<br />
geven de NFP-kennis graag door in hun verloskundigenpraktijk.<br />
Nel bestrijdt het beeld dat NFP ingewikkeld is. “Er is niet<br />
zoveel voor nodig om erachter te komen wanneer je het<br />
vruchtbaarst bent. Meer dan het dagelijks opmeten van<br />
je temperatuur en het bekijken van je cervixslijm is niet<br />
nodig.” Om echtparen kennis te laten maken met de<br />
mogelijkheid om op een natuurlijke manier om te gaan<br />
met hun vruchtbaarheid, organiseren de drie verlos -<br />
kundigen cursusavonden in hun praktijk. De verlos -<br />
kundigen adviseren de NFP-methode als anticonceptiemogelijkheid<br />
bij vrouwen in het kraambed, maar ook aan<br />
paren met kinderwens.<br />
NFP als anticonceptie<br />
Als anticonceptiemiddel is de pil nog altijd ongekend<br />
populair. Dat verbaast de verloskundigen van de<br />
Waddinxveense praktijk. “Je hoeft alleen de bijsluiter<br />
maar te lezen om de nadelen van de pil te achterhalen:<br />
verhoogde kans op trombose, longembolie, overgewicht,<br />
een verhoogde bloeddruk. In ons werk horen we veel<br />
vrouwen zeggen dat ze ‘pilmoe’ zijn. Ze voelen zich<br />
emotioneel vlak, hebben verminderd of geen libido.<br />
Het kan toch ook niet goed zijn om telkens je hormoonspiegel<br />
te ontregelen en de eisprong te onderdrukken?”,<br />
meent Nel.<br />
Gertrude de Wildt – Brouwer is freelance-journalist<br />
48 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Van boven naar<br />
beneden:<br />
Nel Bakker,<br />
Anne Bärtsch,<br />
Marije Droogendijk<br />
en Lindsey Boshuizen<br />
Het is niet moeilijk voor ze om de voordelen van de NFPmethode<br />
op te noemen. “Tijdens de cursus komen echtparen<br />
tot de ontdekking dat het lichaam van de vrouw<br />
op verschillende manieren iets vertelt over haar vruchtbaarheid.<br />
Dat maakt hen enthousiast. Dat inzicht is een<br />
belangrijk voordeel. Daar komt bij dat man en vrouw met<br />
elkaar in gesprek gaan. Seksualiteit en kinderwens wordt<br />
iets van hen samen. Veel vrouwen krijgen meer zin in<br />
vrijen omdat ze hun hormonen niet langer onderdrukken<br />
met de pil. Mannen zeggen dat ook op de cursus, dat ze<br />
een andere vrouw hebben teruggekregen”, vertelt Lindsey.<br />
Dat de NFP-methode zo slecht aanslaat, wijten de verloskundigen<br />
uit Waddinxveen aan de vermeende onbetrouwbaarheid<br />
van de methode en het feit dat er weinig<br />
commerciële drijfveren zijn om NFP aan de man of vrouw<br />
te brengen. Lindsey: “Bij een correct gebruik heeft de<br />
methode een Pearl Index van 0,4 (zie kader). In de dagelijkse<br />
praktijk is dit 1,8. Daarmee is de methode minstens<br />
even betrouwbaar is als de pil. Deze gunstige cijfers gelden<br />
voor mensen die een NFP-cursus hebben gevolgd. Bij het<br />
zelfstandig aanleren van de methode uit een boekje liggen<br />
de betrouwbaarheidscijfers lager, de Pearl Index kan dan<br />
oplopen naar 7 in het dagelijks gebruik.”
NFP<br />
NFP staat voor Natural Family Planning. De<br />
stichting NFP-Nederland onderwijst de<br />
zogenaamde NFP-DAG methode. De letters<br />
DAG staan voor Deutsche Arbeitsgruppe. Deze<br />
wetenschappelijke werkgroep uit Duitsland<br />
heeft de interpretatieregels van de symptothermale<br />
methode uit de jaren ‘60 verder<br />
ontwikkeld en op betrouwbaarheid onderzocht.<br />
Toen de betrouwbaarheid te laag bleek,<br />
ontwikkelde ze didactisch materiaal en een<br />
consulentenopleiding, zodat deze sympto -<br />
thermale methode in vier lessen van twee uur<br />
gedurende drie cycli kan worden aangeleerd.<br />
Hierdoor bleek een hoge betrouwbaarheid<br />
mogelijk, die vergelijkbaar is met de anticonceptiepil.<br />
De stichting NFP-Nederland leidt, als<br />
licentiehouder van NFP-Duitsland, consulenten<br />
op volgens dit Duitse concept.<br />
De term Natural Family Planning wordt wereldwijd<br />
vaak gebruikt als parapluterm voor alle<br />
natuurlijke methoden van periodieke onthouding,<br />
ook voor de methoden die veel minder<br />
betrouwbaar zijn, zoals de kalendermethode,<br />
de standaarddagenmethode, de ovulatie -<br />
methode van Billlings, de tweedagenmethode<br />
en coïtus interruptus. Het betrouwbaarheidscijfer<br />
is meestal zeer laag in de statistieken,<br />
omdat het dan om een gemiddelde gaat van<br />
alle natuurlijke methoden. In Nederland<br />
gaat het echter om de specifieke NFP-DAG<br />
methode, ook wel kort NFP genoemd.<br />
Correct gebruik<br />
Het komt dus wel aan op een correct gebruik van de<br />
methode. Vinden de verloskundigen dat geen zwak punt<br />
van NFP? “Nee”, zegt Anne. “Echtparen weten heel<br />
goed welk ‘risico’ ze nemen wanneer ze vrijen op dagen<br />
waarop vruchtbaarheid verondersteld wordt. Als ze toch<br />
zwanger raken, kunnen ze het vaak zo aanwijzen op hun<br />
cycluskaart wanneer de bewuste datum was. En het leuke<br />
is dat ze het dan vaak met een brede glimlach vertellen.<br />
Terwijl vrouwen die ondanks het slikken van de pil<br />
zwanger raken, vaak meer onvrede kennen en soms ook<br />
verwijten krijgen van hun partner. “Nel Bakker vult aan:<br />
,,Als je bij die NFP-gebruikers dan doorvraagt, blijkt er<br />
vaak sprake te zijn van een onbewuste kinderwens.<br />
Veel mensen hebben het idee dat je bij het volgen van<br />
de NFP-methode ‘bijna nooit’ mag vrijen. Dat is een<br />
vertekend beeld, vinden de verloskundigen. Anne: “NFP<br />
hoeft niet dogmatisch gebruikt te worden. Je kunt in de<br />
PRAKTIJK<br />
vruchtbare periode toch een condoom of andere barrièremethoden<br />
gebruiken?” Lindsey : “Daar komt nog bij dat<br />
het libido vaak groter is, omdat er geen sprake is van het<br />
onderdrukken van hormonen, zoals door pilgebruik. In het<br />
algemeen blijkt dan ook dat mensen die deze methode<br />
volgen net zo vaak of vaker vrijen dan mensen die andere<br />
anticonceptiemiddelen toepassen, alleen soms op andere<br />
momenten”.<br />
Na de bevalling<br />
In het anticonceptiepraatje aan het einde van de kraamtijd<br />
noemen de Waddinxveense verloskundigen ook altijd<br />
de mogelijkheid van de NFP in combinatie met de lactatieamenorroemethode<br />
(LAM). Ook bij de LAM is het<br />
belangrijk om de regels strikt in acht te nemen. Zo is het<br />
de bedoeling dat de moeders voeden op verzoek en er niet<br />
meer dan vier uur tussen de voedingen overdag en zes<br />
uur tussen de nachtvoedingen zit. LAM tot 4 maanden<br />
kent dezelfde Pearl Index als het spiraaltje.<br />
Pearl Index<br />
De Pearl Index of zwangerschapscijfer drukt<br />
de betrouwbaarheid uit van anticonceptiemethoden.<br />
Deze index geeft aan hoeveel<br />
zwangerschappen optreden, als een bepaalde<br />
methode gedurende 100 zogenaamde<br />
vrouwenjaren (1 vrouwjaar = 12 cycli)<br />
gebruikt wordt. Anders uitgedrukt: het<br />
aantal zwangerschappen dat optreedt bij<br />
honderd koppels die gedurende een jaar<br />
samenleven. Het zwangerschapscijfer zonder<br />
vruchtbaarheidsregulering ligt rond de 85 %.<br />
De betrouwbaarheid van een anticonceptiemethode<br />
hangt van twee factoren af:<br />
enerzijds van de methode zelf, anderzijds<br />
van de persoon die de methode gebruikt.<br />
Daarom moet men een onderscheid maken<br />
tussen de methodezekerheid en de gebruikerszekerheid.<br />
Bron: nl.wikipedia.org<br />
Zodra het kind bijvoeding krijgt, wordt aangeraden over<br />
te gaan op de borstvoedingsregels van NFP. De borst -<br />
voedingsregels worden aangeleerd in een specifieke<br />
cursus van twee uur. Vrouwen krijgen daarbij begeleiding<br />
van de consulente. Het verschil met LAM is dat de vrouw<br />
weer cervixslijmwaarnemingen en temperaturen noteert.<br />
Zo kan ze de eisprong voorspellen en is er meer zekerheid<br />
dan alleen bij LAM.<br />
Is het niet lastig voor de kersverse moeders om zo’n<br />
methode toe te passen? De cycli wisselen nog sterk en<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 49
orstvoeding geven bevordert ook de regelmaat niet.<br />
Nel: “We zien vaak veel onzekerheid wanneer moeders<br />
nog niet eerder de methode hebben toegepast. Het is niet<br />
ideaal om met NFP te starten als je pas bevallen bent.<br />
We raden echtparen liever aan om de methode eerder te<br />
leren. Tegelijk zien we ook die onzekerheid bij mensen<br />
die de pil hebben gebruikt. Bij hen moet de cyclus ook<br />
weer ‘van ver’ komen.” De verloskundigen zijn altijd<br />
bereid tot het geven van advies. “Dat hoort bij het consulent<br />
zijn voor NFP.”<br />
NFP bij kinderwens<br />
NFP kan ook omgekeerd worden toegepast, namelijk om<br />
advies te geven aan echtparen met een kinderwens. Het<br />
prettige van de methode voor echtparen met een kinderwens<br />
is, dat ze het heft in eigen handen houden.<br />
“Wanneer vrouwen naar het ziekenhuis gaan voor een<br />
vruchtbaarheidsbehandeling zeggen gynaecologen tegen<br />
haar: ‘Kom maar bij ons, wij zorgen ervoor’. Het echtpaar<br />
levert de eigen verantwoordelijkheid al in bij de<br />
assistente van de gynaecoloog. Terwijl het aanleren van<br />
de methode vrouwen juist actief maakt en ze bewust laat<br />
zijn van hun vruchtbaarheid,” aldus Anne. Tijdens de<br />
cursusavonden zoekt de verloskundige samen met het<br />
echtpaar aan de hand van cyclusnoteringen naar de<br />
hoog-vruchtbare dagen van de vrouw, het zogenaamde<br />
fertiele venster. De cyclusnoteringen bestaan uit het<br />
verloop van de temperatuur en een beschrijving van de<br />
kwaliteit van het slijm. Als vrouwen dat willen, leren ze<br />
ook hun baarmoedermond te voelen. “Huisartsen vragen<br />
vrouwen met kinderwens vaak ook om hun temperatuur<br />
te meten, maar leggen er niet bij uit hoe ze dat precies<br />
moeten doen. Ik vraag me dan altijd af hoe betrouwbaar<br />
die metingen zijn. Ook zijn vrouwen die de methode niet<br />
kennen, niet in staat om de temperaturen te interpreteren”,<br />
merkt Nel op.<br />
Ook wordt de leefstijl van man en vrouw bekeken.<br />
Anne: “Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat we de man<br />
adviseren om geen strakke spijkerbroeken te dragen of<br />
minder intensief te wielrennen.” Aan de hand van de tips<br />
kan een echtpaar zoeken naar de optimale omstandig -<br />
heden om zwanger te raken. Dat dit succesvol kan zijn,<br />
wijst een onderzoek van de Duitse gynaecologe Petra<br />
Frank-Hermann uit.<br />
Frank-Hermann vroeg 184 verminderd vruchtbare echtparen<br />
om vóór ze met een vruchtbaarheidsbehandeling<br />
begonnen, de NFP-DAG methode toe te passen. Van de<br />
echtparen met een kinderwens sinds minimaal één en<br />
maximaal vier jaar, was vrijwel de helft na ten hoogste<br />
acht cycli in verwachting. De vrouwen die na acht cycli<br />
nog niet zwanger waren geraakt, hadden wel een heel<br />
aantal cycluskaarten geschreven die relevante informatie<br />
bevatten waardoor de vruchtbaarheidsbehandeling bij de<br />
50 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
PRAKTIJK<br />
gynaecoloog afgestemd kon worden op de natuurlijke<br />
cyclus. De inspanningen van de echtparen waren dus hoe<br />
dan ook nuttig.<br />
Uitsparen<br />
De cyclusnotities kunnen ook goed gebruikt worden om<br />
bepaalde cyclusstoringen te onderkennen, zoals een verkorte<br />
luteale fase, een verlengde folliculaire fase of een<br />
monofasische cyclus. Als het volgen van de adviezen van<br />
de methode niet voldoet, is het goed om aanvullend de<br />
gynaecoloog te bezoeken voor een medische ingreep,<br />
zoals een hormoonbehandeling of uiteindelijk IVF. “Er is<br />
al heel wat gewonnen als vrouwen aan de hand van onze<br />
adviezen zwanger raken. Ze hoeven geen hormonen te<br />
gebruiken – wat vaak als belastend wordt ervaren – en<br />
het kan een dure IVF-behandeling uitsparen. De methode<br />
is daarom ook heel interessant voor verzekeraars”.<br />
Anne, tevens bestuurslid van Stichting In Zwang, een<br />
samenwerkingsverband van verloskundigen en gynaecologen,<br />
is op dit moment bezig met het opzetten van een<br />
plan om een goede samenwerking tussen verloskundigen,<br />
huisartsen en gynaecologen op het gebied van kinderwens<br />
te organiseren. In deze samenwerking heeft de<br />
verloskundige de taak om vruchtbaarheidsbewustzijn te<br />
creëren bij vrouwen en mannen die kinderen willen. Ze<br />
vindt het belangrijk om zoveel mogelijk disciplines in de<br />
gezondheidszorg te betrekken bij het samenwerkings -<br />
verband. “Veel echtparen met een kinderwens komen<br />
eerst bij de huisarts terecht. In mijn ideale plaatje verwijst<br />
de huisarts zo’n echtpaar eerst door naar een verlos -<br />
kundige met NFP-certificaat of zelfstandig NFP-consulent.<br />
Zij geeft het echtpaar vruchtbaarheidsbevorderende<br />
adviezen, vult de ZwangerWijzer met hen in, geeft uitleg<br />
over de anatomie van het lichaam en de vrouwelijke<br />
cyclus en leert de vrouw de lichaamssymptomen te<br />
herkennen en interpreteren. Na elke cyclus komt het<br />
echtpaar langs om hun notities te laten zien. Gemiddeld<br />
kost dit traject zes uur zorg per echtpaar. Dat kan dus<br />
veel medische kosten uitsparen.”<br />
NFP in de verloskundigenpraktijk<br />
Regelmatig wordt er in de verloskundigenpraktijk in<br />
Waddinxveen weer een NFP-cursus gestart. Het maximum -<br />
aantal echtparen dat meedoet ligt op drie. Soms worden<br />
de cursussen ook toegespitst op NFP in de borstvoedingsperiode<br />
of bij kinderwens. In het laatste geval komen<br />
echtparen alleen. Hoort het geven van NFP-cursussen<br />
volgens de verloskundigen bij hun takenpakket?<br />
Lindsey: “Nee, het is echt een ‘extraatje’. We zijn naast<br />
verloskundige ook consulenten van NFP-Nederland en<br />
beschouwen het geven van deze cursussen echt als een<br />
verrijking van onze praktijk.”<br />
Meer weten: www.nfp-nederland.nl. ■
In oktober 2009 publiceerde TvV over het onderzoek<br />
van Sanne Fijen en Sophie Zeegers naar<br />
de rol van traditionele geboortebegeleiders in<br />
Ethiopië. Onlangs zagen de voormalige studentes<br />
Verloskunde en de Ethiopische gastheren<br />
van gezondheidsorganisatie AMREF Flying<br />
Doctors elkaar terug, nu in ons eigen land.<br />
De Ethiopiërs maakten deel uit van een grotere groep<br />
Afrikanen, die in Nederland waren om het AMREFgezondheidsprogramma<br />
‘Seksuele en reproductieve<br />
gezondheid en rechten nomadische jongeren’ in<br />
Ethiopië, Kenia en Tanzania te evalueren.<br />
Thuisbevallen?<br />
De groep werd uitgenodigd op de Verloskunde Academie<br />
Amsterdam. Sanne en Sophie vertelden gezamenlijk iets<br />
over verloskunde en kraamzorg in Nederland. “Sommigen<br />
hadden een verloskundige achtergrond, anderen niet, maar<br />
iedereen luisterde aandachtig. Waarschijnlijk omdat de<br />
maternale gezondheidszorg in Oost-Afrika hoog op Public<br />
Health-agenda staat.” Sophie vult aan: “Vooral de thuisbevalling<br />
is controversieel. Daar waar ze in Oost-Afrika<br />
iedereen naar het ziekenhuis proberen te krijgen om te<br />
bevallen, wordt er in een Westers land als Nederland<br />
thuis bevallen.”<br />
Na een felle discussie over de voor- en nadelen van thuisbevallen,<br />
bleek dat de afstand tot het ziekenhuis, de mate<br />
van scholing van de Nederlandse verloskundigen en<br />
instrumenten die verloskundigen bij zich hebben wezenlijk<br />
verschillen. Vooral de doptone en de reanimatieapparatuur<br />
kregen veel aandacht. Het feit dat alle verloskundigen in<br />
staat zijn een kind thuis te reanimeren, stelden de mensen<br />
INTERNATIONAAL<br />
‘You midwives bring the hospital home’<br />
Sanne Feijen en Sophie Zeegers<br />
Auteurs zijn eerstelijns verloskundigen in Amsterdam<br />
met een verloskundige achtergrond gerust. Of zoals Jemal<br />
Youssouf, projectmanager in Ethiopië, vol bewondering<br />
zei: “You midwives bring the hospital home.”<br />
De uitleg over kraamzorg vond men interessant, maar kon<br />
volgens de groep niet goed vertaald worden naar Oost-<br />
Afrikaanse begrippen. “Dit zou vanwege financiële redenen<br />
en de grote afstanden niet realiseerbaar zijn. Ook merkten<br />
we dat de zwangerschap en bevalling meer de aandacht<br />
had. Eerst maar een veilige bevalling zien te regelen, de<br />
postnatale periode is van latere zorg”, denkt Sanne.<br />
De baarkruk in Afrika<br />
Na een geruime tijd gesproken te hebben was het tijd<br />
voor actie. Sophie: ‘Na het overwinnen van enige<br />
schroom kregen we het voor elkaar dat een aantal een<br />
baring op een fantoom wilden begeleiden. Spannend,<br />
omdat het voor sommigen al weer een tijd geleden was.’<br />
Een opvallend verschil in de werkwijze bleek bij de<br />
geboorte van de placenta: Afrikanen pakken de navelstreng<br />
vast en laten de vrouw vervolgens hoesten.<br />
“De baring op de baarkruk was een groot succes. De<br />
kruk werd vol bewondering en van alle kanten uitvoerig<br />
bestudeerd. Want wat blijkt: één van de redenen waarom<br />
Afrikaanse vrouwen niet naar het ziekenhuis willen,<br />
is omdat ze alleen liggend op een onderzoeksbank<br />
mogen bevallen. De baarkruk zou wellicht een oplossing<br />
kunnen betekenen.”<br />
Bezoek aan bevalcentrum<br />
“Daarna gingen we door naar Bevalcentrum West”, vertelt<br />
Sanne. “De groep was erg onder de indruk van de<br />
mooie en rustige kamers. Het fenomeen ‘verplaatste<br />
thuisbevalling’ kregen we maar moeilijk uitgelegd, maar<br />
uiteindelijk drong het tot hun door dat dit uniek is en dat<br />
het tegelijkertijd ver van hun huidige verloskunde<br />
afstaat.”<br />
Toevallig was Barbara Harper, dé water birth goeroe uit<br />
de VS, in het bevalcentrum voor een lezing. Ze gaf de<br />
groep een korte uitleg over een waterbevalling. “Heel<br />
uitgebreid en interessant. Er werden veel vragen gesteld<br />
en iedereen maakte ijverig aantekeningen”, zegt Sophie.<br />
“Wij hadden enigszins gemengde gevoelens bij deze last<br />
minute workshop. Bijvoorbeeld, Ethiopië kampt met<br />
grote waterschaarste en het water dat er is, is bovenal<br />
zeer onhygiënisch. Later bevestigde een van de deel -<br />
nemers dit en voegde eraan toe dat een van hun hoofdwerkzaamheden<br />
infectiepreventie durante partu is.” ■<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong> 51
INTERNATIONAAL<br />
Joan Shepherd,<br />
voorzitter SMLA en twin<br />
Franka Cadee<br />
Mag ik u introduceren aan Joan Shepherd,<br />
de nieuwe president van de Siera Leone<br />
Midwives association (SLMA)!<br />
Toen Nester Moyo, projectmanager van de International<br />
Confederation of Midwives (ICM), in 2008 Sierra Leone<br />
bezocht had zij nooit kunnen dromen dat er binnen twee<br />
jaar een nieuw bestuur gekozen zou worden. Dat zou<br />
onder de omstandigheden van toen ook niet reëel<br />
geweest zijn. Toch werd deze droom in oktober 2010<br />
werkelijkheid. Door maar liefst 250 aanwezige leden, een<br />
groter aantal dan aanwezig op onze ALV van november(!),<br />
werd een nieuw bestuur gekozen.<br />
De nieuwe president, Joan Shepherd, vertelde ons<br />
enthousiast: “Er kwamen meer en meer verloskundigen<br />
de zaal binnen, sommige hadden twee dagen gereisd om<br />
aanwezig te zijn. We moesten verhuizen naar een grotere<br />
zaal om voldoende ruimte te hebben voor iedereen. De<br />
sfeer was bruisend, iedereen was verrast door de hoeveelheid<br />
leden en het ontmoeten van oude bekenden. Alleen<br />
dat al deed iedereen zo goed.”<br />
SLMA<br />
Tussen 1991 en 2002 woedde in Sierra Leone een burger -<br />
oorlog. De leden van de SLMA en het bestuur waren<br />
door de oorlog gedwongen te stoppen met verenigingswerk.<br />
Sommige verloskundigen zijn het land uit gevlucht,<br />
anderen hebben in vluchtelingenkampen gezeten, een<br />
aantal zijn om het leven gekomen door de oorlog of<br />
hebben weeskinderen in huis genomen. Iedereen heeft er<br />
direct of indirect mee te maken gehad. Het is niet voor<br />
Links Joan Shepherd, rechts Dame Karlene Davis<br />
52 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
niets dat men het alsmaar heeft over ‘voor’ of ‘na’ de<br />
oorlog.<br />
De SLMA was ‘voor de oorlog’ lid van ICM. Maar ICM<br />
had vijftien jaar niets meer gehoord. In 2008 ging Nester<br />
Moyo naar Sierra Leone, letterlijk op zoek naar leden.<br />
“Ik wist dat de voormalige president van de SLMA,<br />
Elisabeth Decker, in Freetown woonde. Haar heb ik<br />
gevonden en toen hebben we samen verder gezocht.<br />
De eerste dag vonden we drie verloskundigen in een<br />
ziekenhuis. Met hun hulp vonden we de dag erna nog<br />
vijf anderen en zo hadden we aan het eind van de week<br />
twaalf voormalig SLMA leden bijeen. Vijf van hen zijn als<br />
stuurgroep de kar gaan trekken om de SLMA weer tot<br />
een bruisende vereniging maken. Maar ik wist dat het<br />
tijd zou kosten, want ze hadden helemaal niets.”<br />
In 2009 is de SLMA gekoppeld als twin aan de <strong>KNOV</strong>.<br />
En zoals U heeft kunnen lezen zijn er veel activiteiten<br />
geweest om de SLMA te ondersteunen. Vooral door<br />
middel van workshops heeft de <strong>KNOV</strong> ondersteuning<br />
geboden om leiderschapskwaliteiten te ontwikkelen. Ook<br />
zijn leden van de SLMA individueel gekoppeld aan <strong>KNOV</strong><br />
leden, ”twin to twin”. Door de korte, directe lijnen van<br />
deze persoonlijke relatie, voelen de SLMA leden zich<br />
gesteund en gesterkt. De ICM heeft de SLMA tegelijkertijd<br />
financieel ondersteund om een kantoorruimte te huren<br />
en deze zo in te richten met tafels, stoelen, gordijnen en<br />
een computer met internet - die het soms doet - dat de<br />
SLMA hier kleine bijeenkomsten kan organiseren.<br />
Joan Shepherd: “ICM ondersteunt ons met de hardware<br />
en de <strong>KNOV</strong> met de software. Uiteindelijk hebben wij<br />
zelf de stap kunnen nemen om verkiezingen te houden.<br />
We hadden natuurlijk nooit kunnen hopen dat er zo veel<br />
leden op af zouden komen. Lang leve de SLMA!“<br />
Nieuw bestuur<br />
In november 2010 was er een workshop voor het nieuwe<br />
bestuur. Deze workshop stond onder de inspirerende leiding<br />
van Dame Karlene Davis. In deze workshop is eerst<br />
gekeken naar de verschillende vormen van leiderschap.<br />
Er ontstonden prachtige vellen papier met daarop de<br />
kenmerken van leiders die de bestuursleden admireerden,<br />
zoals Nelson Mandela, Barack Obama en hun eigen<br />
president! Ook de verschillen tussen management en<br />
leiderschap kwamen aan bod. Dit zorgde voor een
natuurlijke overstap naar het nut en de noodzaak van<br />
het ontwikkelen van de statuten van de vereniging en<br />
een aantal interne protocollen voor lidmaatschap en<br />
financiële structuren. In februari 2011 wordt de volgende<br />
stap gemaakt in het ontwikkelen van deze managementstructuren.<br />
Inspirerend<br />
Het is inspirerend om te zien wat enkel het hebben van<br />
een vereniging van verloskundigen teweeg kan brengen.<br />
De vereniging bestaat nog maar net en direct al is er<br />
contact met het Ministerie van Volksgezondheid en krijgen<br />
ze ondersteuning van andere NGO’s. Verenigen betekent<br />
gezien worden, al zijn de stappen soms klein of zelfs op<br />
de korte termijn zelfs onzichtbaar. De weg is niet altijd<br />
gemakkelijk. Sierra Leone, en dus ook de SLMA, heeft<br />
dagelijks last van een corrupte en getraumatiseerde<br />
samen leving. Toch is het enthousiasme groot en authentiek.<br />
Dat is ook voor Nederlandse verloskundigen een<br />
belangrijke boodschap. In vereniging sta je sterk! ■<br />
Workshop over bestuur en de<br />
Op 16 en 17 november 2010 had ik het genoegen<br />
om een workshop te mogen geven over<br />
bestuur aan de Sierra Leone verloskundigen<br />
vereniging in Freetown. Zestien verloskundigen<br />
waren aanwezig, voornamelijk de nieuwe<br />
bestuursleden en de voorzitter van de SLMA.<br />
Het was de bedoeling om beleid te ontwikkelen<br />
op het gebied van statuten, lidmaatschap<br />
en financiële transparantie. Toch was het<br />
belangrijk om eerst de context van de SLMA<br />
te analyseren. Daarvoor moesten we als groep<br />
op ontdekkingsreis; wat is het verschil tussen<br />
leiderschap en bestuur? Welke processen zijn<br />
nodig om besluiten te maken? Wat hebben<br />
we nodig voor een goede implementatie en<br />
evaluatie van nieuw beleid? Het werd een<br />
boeiende reis!<br />
De bestuursleden waren gretig en discussieerde met een<br />
groot enthousiasme. Hun motivatie om te leren was<br />
INTERNATIONAAL<br />
ontwikkeling van eerste SMLA beleid<br />
Dr. Dame Karlene C Davis D.B.E. – Vertaling:Franka Cadee<br />
Joan Shepherd, voorzitter SMLA en twin<br />
duidelijk in hun reacties en de toepassing van hun nieuw<br />
verworven kennis op SLMA. Er werden vele vragen ter<br />
verduidelijking gesteld. Grote nadruk werd gelegd op het<br />
ontwikkelen van beleid vanuit de SLMA visie en missie.<br />
Deze zijn:<br />
Visie<br />
De SLMA ziet een toekomst met verloskundigen verenigd<br />
tot een autonome en wettelijk beschermde professie<br />
met een positief imago en onderdeel van een bruisende<br />
zelfstandige organisatie.<br />
*(SLMA envision a future where midwives are unified,<br />
autonomous legally protected experts, with a positive<br />
public image and belonging to a vibrant independent<br />
association.)<br />
Missie<br />
Het creëren van een platform waar we kennis en vaardigheden<br />
delen. Een platform waar we onze complementaire<br />
kracht delen om zo de innerlijke drijfveren en het imago<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
53
INTERNATIONAAL<br />
van verloskundigen in de maatschappij te vergroten, met<br />
uiteindelijk doel een om sterke verloskundige organisatie<br />
op te bouwen om samen te kunnen streven naar veilig<br />
moederschap.<br />
*(To provide a platform where we share knowledge and<br />
skills; we share complementary strengths to raise the<br />
morale and image of midwives within society and<br />
build/strengthen vibrant midwives associations in order to<br />
advocate for safe motherhood.)<br />
Zoals ik het zie, zijn verloskundigen in Sierra Leone<br />
onderdeel van de verloskundige wereldfamilie.<br />
<strong>Verloskundige</strong>n zijn wereldwijd verbonden door hun<br />
gemeenschappelijk doel: het verbeteren van de gezondheid<br />
en het welzijn van moeders, pasgeborenen en uiteindelijk<br />
het gezin. Het is van groot belang dat de verloskundigen<br />
in Sierra Leone worden ondersteund in hun<br />
ontwikkeling ter verbetering van de geboortezorg en<br />
diensten voor moeders en de pasgeborene. Ook is het<br />
belangrijk om de emancipatie van de SLMA verloskundigen,<br />
een onderdeel van hun missie, te ondersteunen.<br />
“We hope to continue this work as the Midwives in<br />
SLMA are keen to keen to benefit from the enrichment<br />
which comes from exchanging ideas with other midwives<br />
and learning new concepts which are not a part of their<br />
everyday experience.”<br />
Dit project brengt een verrijking die de SLMA verlos -<br />
kundigen moed geeft. Maar niet alleen voor SLMA, dit<br />
geldt ook voor de <strong>KNOV</strong>! Ieder komt in aanraking met<br />
nieuwe concepten die geen deel uitmaken van de<br />
dagelijkse ervaringen. De International Confederation<br />
of Midwives (ICM) zien dit project als een voorbeeld van<br />
“good practise”. De <strong>KNOV</strong> en SLMA hebben met dit<br />
project een voorbeeldfunctie voor onze wereldwijde<br />
verloskundige familie. ■<br />
In de schuur aan de balloërweg 1 te Loon<br />
Op zaterdag 11 december van 11.00~17.00 uur<br />
TE KOOP:<br />
Kerstkaarten<br />
Kerstkransen<br />
Handgemaakte kerstversieringen<br />
Tassen<br />
Sieraden<br />
Zeepjes<br />
schilderijen<br />
Kniepertjes<br />
En nog veel meer!!<br />
Ook is het mogelijk om make-up advies te krijgen, je nagels te laten behandelen en een<br />
workshop te volgen. (Voor de workshop is opgave vooraf nodig, je maakt dan een<br />
kerstboompje op stenen voet zie ook www.crea4all.nl)<br />
Tevens verkrijgbaar en warm aanbevolen:<br />
koffie, thee , warme chocolademelk<br />
koek en gebak<br />
snert, pannenkoeken enzovoort<br />
54 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
Onze kerstmarkt ten bate van<br />
Sierra Leone bracht € 3.000,op.<br />
Naast Sierra Leone vroegen<br />
we aandacht voor moedersterfte<br />
(Millenniumdoel 5), verkochten<br />
we mutjes met 'Here I am' en<br />
White Ribbon armbandjes en<br />
speldjes.<br />
Groeten uit Loon,<br />
Yvonne Ossentjuk & Irma Bax<br />
Dr Dame Karlene C. Davis D.B.E.<br />
Karlene Davis is een zeer ervaren leider en manager.<br />
Ze is opgeleid als verloskundige in de jaren 60,<br />
kwalificeerde zich als docent en werd uiteindelijk<br />
de Chief Executive en secretaris-generaal van het<br />
Koninklijk College van <strong>Verloskundige</strong>n in het<br />
Verenigd Koninkrijk (VK). Dame Karlene is een van<br />
de meest geprezen zwarte vrouwen in de gezondheidszorg<br />
in het Verenigd Koninkrijk en zij was de<br />
eerste vrouwelijke zwarte vakbondsleider van het<br />
land. Gedurende haar vier decennia durende professionele<br />
carrière heeft zij op het hoogste niveau<br />
verloskundig beleid beïnvloedt, zowel in het<br />
Verenigd Koninkrijk als internationaal. Van 2005-<br />
2008 was ze de president van de Internationaal<br />
Confederation of Midwives (ICM).<br />
Tijdens haar carrière heeft Karlene een breed palet<br />
aan kennis en vaardigheden opgedaan. Zij heeft<br />
eredoctoraten van acht universiteiten!<br />
In 2001 werd Karlene door Queen Elizabeth<br />
benoemd als Dame Commander of the British<br />
Empire.
Groeten uit Italië<br />
Ik schrok er van: het is meer dan een jaar geleden dat jullie<br />
tijdschrift een oproep plaatste voor een verloskundige die<br />
mij zou willen bijstaan tijdens mijn bevalling! We kregen<br />
een paar heel enthousiaste en fijne reacties na de oproep<br />
in jullie tijdschrift. Ik merkte aan die reacties dat de verloskundigen<br />
die reageerden ontzettend begaan waren en<br />
een passie hadden voor hun vak. Echt heel bijzonder.<br />
Allereerst kan ik zeggen dat de bevalling uitermate goed<br />
verlopen is, en thuis, zoals we gehoopt hadden en<br />
geheel zonder complicaties!<br />
Uiteindelijk hebben we twee particulier werkende verloskundigen<br />
gevonden uit Italië. Via een forum zijn we in<br />
contact gekomen. In het ziekenhuis waren ze onbekend,<br />
of mochten ze niet genoemd worden, dat weet ik niet.<br />
In ieder geval was het niet vanzelfsprekend iemand te<br />
vinden die ons kon helpen bij een thuisbevalling, vandaar<br />
ook dat ik contact heb gezocht met jullie tijdschrift.<br />
Maar toen de mogelijkheid zich voordeed, hebben we<br />
gekozen voor deze Italiaanse verloskundigen. Puur omdat<br />
we dan zeker wisten, dat mochten er zich complicaties<br />
voordoen, er in communicatie, zeker op technisch vlak,<br />
geen problemen zouden ontstaan.<br />
Ze moesten wel van ver komen: ruim 200 km van ons<br />
vandaan (Imperia-Sarzana)! En aangezien ze particulier<br />
werkten, werd niets vergoed door de verzekering. Het<br />
was dan ook een kostbare bedoeling (zo'n € 2.500,-),<br />
Van: Rebekka Visser<br />
Aan: Wil van Veen<br />
Goedemorgen Wil, Heb je nog suggesties voor een brede<br />
verspreiding van deze mail, onder collegae en overigen?<br />
Het zou geweldig zijn als echt duizenden mensen deze<br />
petitie tekenden, vooropgesteld dat er zoveel draagvlak<br />
voor is natuurlijk…<br />
Van: Wil van Veen<br />
Aan Rebekka Visser<br />
Beste Rebekka, Prima initiatief, maar er is ook tegengeluid.<br />
En ik moet met alle nuanceringen rekening houden. Men<br />
valt vooral over het begrip 'vroedvrouwenradicaal'. Dat<br />
schrikt mensen af, want radicaal heeft geen ruimte voor<br />
nuancering. Het tijdschrift voor januari is bijna klaar<br />
FORUM<br />
maar in negen maanden kun je wat sparen. En ik wilde<br />
per se thuis bevallen!<br />
De begeleiding was fantastisch: deze twee verloskundigen<br />
werkten als team, ook al omdat kraamhulpen hier onbekend<br />
zijn. Dit was ook, vertelden ze mij later, omdat ze<br />
los van het ziekenhuis werken, dus niet zo'n nauwe<br />
samenwerking kennen zoals in Nederland, en twee weten<br />
meer dan één! Na de bevalling is één verloskundige nog<br />
bijna een week bij ons gebleven, om nazorg en ondersteuning<br />
te kunnen bieden. Aangezien ze zo ver weg<br />
woonden, was dit het meest praktische en het was<br />
bovendien een hele prettige ervaring. ■<br />
Joelle Renders<br />
Onderteken de petitie!<br />
(laatste correcties) en zit eigenlijk vol. Mocht de redactie<br />
toch nog iets willen met jouw verklaring, dan moet ik<br />
schuiven.<br />
Van: Rebekka Visser<br />
Aan: Wil van Veen<br />
Als mensen lezen wat ik schrijf, vragen ze: waarom<br />
noem je het radicaal, wat jij schrijft is helemaal niet<br />
radicaal, het is ontzettend 'basic'. En dat is ook zo, vind<br />
ik zelf. Maar 'wij' verloskundigen hebben in de afgelopen<br />
jaren een dermate grote beweging gedaan richting<br />
'nuancering', en richting 'erbij horen', dat het nog een<br />
jaartje duurt en het is gedaan met de zelfstandige<br />
vroedvrouw.<br />
En dat, Wil, is geen radicale tekst maar ernstige toekomst-<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
55
muziek als 'we' niet wat meer stelling durven nemen. Mijn<br />
blog radicaal noemen, is dus bedoeld om hierover aan het<br />
denken te zetten en dat lukt ook erg goed volgens mij. Het<br />
is opvallend hoeveel verlos kundigen deze petitie tekenen.<br />
Het is jammer als mensen afgeschrikt worden door het<br />
woord 'radicaal', als ze denken dat er dan geen ruimte is<br />
voor nuancering. Maar laten we wel wezen: je moet eerst<br />
heel goed weten waar je voor stáát, voordat je ruimte<br />
maakt voor nuancering. Dat geldt in het leven op meer<br />
vlakken. Misschien mag hij in de online nieuwsbrief?<br />
Van: Wil van Veen<br />
Aan: Rebekka Visser<br />
OK, je hebt me overtuigd. En die online nieuwsbrief?<br />
IK ga m’n best doen!<br />
Petitie<br />
Wij, alle vrouwen die stáán voor recht op eigen beschikking<br />
over lichaam en kind(eren) constateren:<br />
• Het recht op het maken van autonome keuzes is van<br />
groot belang, juist voor aanstaande moeders.<br />
56 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
FORUM<br />
Te koop aangeboden<br />
Leuke verloskundigenpraktijk in het<br />
midden van het land, nabij de<br />
Koninklijke Kroondomeinen.<br />
Gemiddeld aantal inschrijvingen over de<br />
afgelopen 3 jaar: ca.240 inschrijvingen per jaar.<br />
Gemiddeld aantal zorgeenheden over de<br />
afgelopen 3 jaar: ca.160 zorgeenheden per jaar.<br />
Achterwachtregeling met collegae uit andere<br />
praktijk.<br />
Goede samenwerking met de 2 e lijn.<br />
Serieuze belangstellenden kunnen mailen,<br />
met naam, adres en telefoonnummer naar<br />
hermitage@live.nl.<br />
Reacties zullen vertrouwelijk behandeld worden<br />
en belangstellenden kunnen een snelle reactie<br />
verwachten.<br />
De cliënt centraal, maar dan echt!<br />
• Hen onder druk zetten met angst voor risico's voor hun<br />
ongeboren kind is onethisch en contraproductief.<br />
• Bovendien is het nut van toegenomen controle niet<br />
bewezen. Wél is bewezen dat het leidt tot meer onnodige<br />
ingrepen bij de moeder.<br />
• Vrouwen zijn verantwoordelijker dan veel zorgverleners<br />
denken. Hier moet naar worden geluisterd.<br />
en verzoeken<br />
• Garantie dat wettelijk gezien de eindverantwoordelijkheid<br />
voor het welzijn van haarzelf én haar kind bij de<br />
moeder ligt.<br />
• Garantie dat vrouwen een eerlijke keus krijgen als het<br />
gaat om plaats van bevalling, waarbij vrouwen zelf<br />
stem krijgen over het afwegen van risico's.<br />
• Garantie dat zorgverleners de organisatie van de zorg<br />
aanpassen aan de behoeften van de vrouw, in plaats<br />
van andersom.<br />
Teken vandaag nog de petitie, want het moet echt anders<br />
in Nederland! www.atonomezwangeren.petities.nl<br />
Hartelijke groet van Rebekka Visser. ■<br />
Wordt jij onze nieuwe collega?<br />
Wij zijn op zoek naar een 4e collega die ons team<br />
kan komen versterken voor 2 dagen in de week.<br />
Onze praktijk:<br />
• is geautomatiseerd met Orfeus<br />
• heeft een praktijkassistente<br />
• heeft een prima samenwerking met 1e- en 2e-lijn.<br />
• heeft meerdere spreekuurlokaties<br />
• heeft ongeveer 340 zorgeenheden per jaar<br />
Ben jij die enthousiaste flexibele verloskundige<br />
die wil werken in een gezellige praktijk met de<br />
mogelijkheid om in vaste dienst te komen?<br />
Reageer dan snel!<br />
Voor meer informatie:<br />
Bel of mail Silvia Ramakers 06-30558985 of<br />
poppie.ent@online.nl<br />
www.verloskundigen-poppie.nl<br />
Sollicitaties met CV zien wij graag tegemoet.
Media<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Magazine<br />
Hyperemesis<br />
Gravidarum<br />
<br />
<br />
<br />
Het magazine van Steunpunt<br />
Hyperemesis Gravidarum (HG) is<br />
bedoeld om informatie over HG te<br />
verspreiden en zo meer bekendheid<br />
aan deze ziekte te geven waardoor<br />
vrouwen eerder aan de bel trekken<br />
met ernstige misselijkheid en zo<br />
beter en eerder geholpen kunnen<br />
worden. Het magazine is ook<br />
bedoeld meer bewustzijn te creëren<br />
bij zorgverleners over deze ziekte.<br />
Vrouwen met HG hebben toch nog<br />
vaak het gevoel alleen te staan en<br />
niet de juiste hulp van hun zorg -<br />
verleners te krijgen.<br />
Bekijk ook onderstaande sites:<br />
www.steunpunthg.nl/index.php<br />
www.zwangerenmisselijk.nl/index.php<br />
De kraamtijd,<br />
Jouw kraamboek<br />
Met ‘De kraamtijd, Jouw kraamboek’<br />
biedt Judith Hoogstra praktische<br />
handvatten voor aanstaande of<br />
kersverse vaders en moeders. Judith<br />
heeft voor het boek geput uit meer<br />
dan tien jaar ervaring als kraam -<br />
verzorgster en deelt op meer persoonlijk<br />
niveau haar ervaringen als<br />
moeder van twee kinderen. Het boek<br />
is makkelijk leesbaar en voorzien<br />
van vele foto's, tips en adviezen.<br />
<strong>Verloskundige</strong> Marike Goudswaard<br />
zegt over het boek: “Ik heb het<br />
boek in één adem uitgelezen.<br />
Ingewikkelde problemen worden<br />
helder en voor iedereen begrijpelijk<br />
beschreven. Ik vind het leuk om alle<br />
ervaringen van Judith, thuis en in<br />
haar werk als kraamverzorgster, te<br />
lezen. Hierin laat ze zien dat voor<br />
elk kind een ander advies het goede<br />
advies kan zijn en dat er dus meerdere<br />
wegen naar Rome zijn.”<br />
Titel: De kraamtijd, jouw<br />
kraamboek<br />
Auteur: Judith Hoogstra<br />
Bestellen: www.dekraamtijd.nl<br />
Prijs: € 17,50<br />
BERICHTEN<br />
Vroedvrouw tegen<br />
wil en dank<br />
De roman over het leven van<br />
Catharina Schrader, geschreven<br />
door Tineke de Jager van der Zee,<br />
kunt u bestellen door € 15,- over te<br />
maken op rekening nummer<br />
38.44.95.141 t.n.v. CSS te Bussum<br />
onder vermelding van uw naam en<br />
adres. Voor <strong>KNOV</strong>-leden geldt een<br />
ledenprijs van € 5,-.<br />
Meer informatie: Thera van Erp,<br />
06 206 159 1<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
57
TvV Next<br />
Geen verbod gevaarlijke stof<br />
in babyflessen en fopspenen<br />
In babyflessen zit de gevaarlijke stof Bisphenol-A verwerkt.<br />
BP-A is een hormoonactieve substantie die volgens<br />
onderzoeken tumoren en kanker kan veroorzaken.<br />
De stof komt vrij wanneer de fles verwarmd wordt.<br />
Andere onderzoeken concluderen dat BP-A in kleine hoeveelheden<br />
niet schadelijk is. De Europese Commissie<br />
heeft vastgesteld dat de stof schadelijk is voor de ontwikkeling<br />
en het immuunsysteem van jonge kinderen. BP-A<br />
is daarom vanaf 1 juni 2011 in de Europese Unie verboden.<br />
De Nederlandse pers heeft (nog) niet veel aandacht<br />
besteed aan dit verbod en nog niet alle fabrikanten hebben<br />
gehoor gegeven aan het verbod. In andere landen<br />
zoals Canada en Denemarken is de stof al langer verboden<br />
en zelfs ook in producten voor kinderen van 0-3 jaar.<br />
Als alternatief kan polyamide worden gebruikt. Dit is<br />
echter een duurdere stof. Bibi, het dochterbedrijf van<br />
Zwitsal, is reeds begonnen met de productie van flessen<br />
en spenen met het duurdere alternatief, pleit er nu voor<br />
dat het EU-verbod wordt uitgebreid naar fopspenen en<br />
andere babyproducten.<br />
In Nederland proberen grote merken het EU-verbod af te<br />
doen als overbodig. Zo schrijft Difrax op haar website dat<br />
het besluit een politieke beslissing is die alleen maar<br />
onrust creëert bij ouders. Volgens Difrax is het niet nodig<br />
flessen van polycarbonaat - en dus met BPA- in de ban te<br />
doen omdat ze absoluut veilig zijn.<br />
JGZ Captise; 1 december, 2010<br />
Perinatale sterfte daalt<br />
Het Nationaal Kompas Volksgezondheid maakt melding<br />
van een daling in het Perinatale sterfte cijfer. Het<br />
Nationaal Kompas Volksgezondheid is een website<br />
met onafhankelijke en wetenschappelijk onderbouwde<br />
informatie over de staat van de volksgezondheid in<br />
Nederland. Het bevat meer dan 200 onderwerpen, die<br />
doorlopend geactualiseerd worden.<br />
Het Kompas is een coproductie van het RIVM met een<br />
groot aantal Nederlandse (kennis)instituten en bestaat<br />
dit jaar tien jaar.<br />
Het RIVM geeft hierover regelmatig een nieuwsbrief uit.<br />
In de laatste nieuwsbrief wordt vermeldt dat de perinatale<br />
sterfte in Nederland daalt, ondanks een toename van de<br />
meeste risicofactoren voor perinatale sterfte. Deze daling<br />
is niet direct verklaarbaar door een daling van risicofactoren<br />
zoals leeftijd of afkomst van de moeder. Het aandeel<br />
58 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
BERICHTEN<br />
geboorten bij oudere moeders (35+) en bij niet-westers<br />
allochtone moeders is in de periode 2000-2005 licht<br />
gestegen. Alhoewel het percentage rokende zwangeren<br />
wel afneemt, stijgen de overige risicofactoren voor<br />
moedersterfte nog steeds. Er zijn meer oudere vrouwen<br />
en vrouwen van allochtone afkomst. De groep obese<br />
zwangeren en zwangeren met een chronische aandoening<br />
neemt eveneens toe. Via de website kunt u zich<br />
gratis abonneren op de nieuwsbrief.<br />
Figuur 1: Trends in de perinatale sterfte (≥ 24 weken of<br />
28 weken) a en in de zuigelingensterfte b in de periode<br />
1980-2009 c (Bron: CBS StatLine)<br />
www.nationaalkompas.nl. Nieuwsbrief no. 45<br />
Leidse onderzoekers ontdekken<br />
genen essentieel voor vorming<br />
van gezicht<br />
Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch<br />
Centrum hebben twee nieuwe genen ontdekt die essentieel<br />
zijn bij de vorming van het gezicht in de embryonale<br />
fase. De twee nieuwe genen kunnen verantwoordelijk<br />
zijn voor het Treacher Collins-syndroom. Ze publiceerden<br />
erover in het toonaangevend medisch tijdschrift Nature<br />
Genetics van 5 december 2010. Het Treacher Collinssyndroom<br />
is een genetisch dominante aandoening met<br />
een prevalentie van 1: 50.000. Het syndroom gaat<br />
gepaard aan een misvormd gezicht en functionele beperkingen<br />
als gehoor- en slikproblemen. In de verdere ontwikkeling<br />
van het lichaam spelen de ontdekte genen<br />
(POLR1D en POLR1C ) een kleinere rol. Hierdoor zijn<br />
patiënten met Treacher Collins verder fysiek en mentaal<br />
gezond.<br />
www.nieuws.leidenuniv.nl
Thuisbevallingen daalt:<br />
Engelse verloskundige<br />
organisatie roept op tot meer<br />
keuzevrijheid<br />
Het aantal thuisbevallingen in Engeland en Wales is licht<br />
gedaald van 2,9% (2008) naar 2,7% (2009) volgens de<br />
laatste cijfers van het Office of National Statistics (ONS).<br />
De voorzitter van de Engelse verloskundige organisatie<br />
(RCM) Cathy Warwick, zegt hierover: “Ook als is het<br />
maar klein, de daling is een echte teleurstelling. De cijfers<br />
suggereren onvoldoende keuzevrijheid voor vrouwen. Zij<br />
verdienen een beter beleid van hun overheid. Ik maak<br />
me ernstig zorgen over de toenemende werkdruk onder<br />
verloskundigen waardoor de keuzevrijheid voor vrouwen<br />
wordt beperkt. Het is van groot belang dat we nagaan<br />
waarom de cijfers zo zijn.” Zij zei ook dat in een aantal<br />
regio’s de thuisbevalling juist wel goed mogelijk is. Zelfs<br />
in gebieden met sociale achterstand, waar je dit niet zou<br />
verwachten. Deze regio’s zouden een voorbeeldfunctie<br />
moeten hebben.<br />
Over het algemeen daalde het Engelse geboortecijfer<br />
eveneens met 0,3%. Het aantal geboortes in Engeland<br />
en Wales bedroeg 706.248 in 2009.<br />
www.rcm.org.uk, december 2010<br />
Jonge vrouwen hoger<br />
opgeleid dan jonge mannen<br />
Jonge vrouwen tussen de 25 en 34 jaar zijn gemiddeld<br />
hoger opgeleid dan jonge mannen. Van de vrouwen in<br />
deze leeftijdsgroep had 42% een hoge opleiding in 2009<br />
tegenover 36% van de mannen. Onder mensen van<br />
55-64 jaar is er nog een groot verschil in opleidings -<br />
niveau tussen mannen en vrouwen; 16% van de vrouwen<br />
is hoogopgeleid tegenover 31% van de mannen In de<br />
totale bevolking van 25-64 jaar was in 2009 het aandeel<br />
hoogopgeleide mannen groter dan het aandeel hoog -<br />
opgeleide vrouwen (respectievelijk 34% en 30%).<br />
CBS StatLine, 2010<br />
Screening voor postnatale<br />
depressie bij consultatie van<br />
het kind<br />
Een comité van de Amerikaanse vereniging voor pediatrie<br />
(AAP) adviseert om tijdens consultaties van pasgeborenen<br />
ook de moeder te screenen op postnatale depressie. De<br />
richtlijn bevat concrete tips voor huisartsen en pediaters.<br />
Depressie komt voor bij 5-25% van de zwangere vrou-<br />
BERICHTEN<br />
wen. Het betreft een spectrum van ‘baby blues’ (waarbij<br />
50-80% van de moeders de eerste dagen na de bevalling<br />
stemmingsschommelingen ervaren) tot ernstige depressie<br />
of zelfs psychose. Het risico neemt toe wanneer er sprake<br />
is van een voorgeschiedenis van depressie of bipolaire<br />
stoornis, het voorkomen van depressie in de familie,<br />
alcoholmisbruik, bij tienermoeders en in gezinnen met<br />
een lager inkomen (risico 40-60%). Depressie komt ook<br />
voor bij ca. 6-8% van de vaders.<br />
Depressie bij een ouder kan de relatie tussen kind en<br />
ouder grondig verstoren, met negatieve gevolgen voor<br />
de hechting en de cognitieve en sociaal-emotionele<br />
ontwikkeling van het kind. Depressieve moeders geven<br />
ook minder borstvoeding.<br />
Artsen in de eerstelijn kennen de gezinssituatie vaak het<br />
best en zijn daarom het best geplaatst voor screening<br />
naar depressie.<br />
De AAP stelt voor om de zogenaamde Edinburgh Postnatal<br />
Depression Scale te gebruiken bij de eerste screening.<br />
Het betreft een lijst met 10 vragen die de moeder zelfs<br />
vooraf kan invullen. Bij een score van 10 of meer of een<br />
positief antwoord op vraag 10 (zelfmoordgedachten) is<br />
de screening positief. Bij een score boven de 20 kan een<br />
crisisinterventie aangewezen zijn. In een latere fase kan<br />
een screeningsmethode met 2 vragen gebruikt worden,<br />
zoals: “In de afgelopen 2 weken…<br />
1. Heb je je depressief, neerslachtig of hopeloos gevoeld?<br />
2. Heb je weinig interesse of plezier in activiteiten?<br />
Eén ja-antwoord is een positieve screeningstest. Bij de<br />
preconceptionele consultatie kunnen risicogezinnen<br />
worden opgespoord voor intensievere opvolging.<br />
gezondheid.be<br />
Werkgroep ‘Positie eerstelijns<br />
verloskunde’ opgericht<br />
Studenten, staf en docenten van de Verloskunde<br />
Academie Amsterdam hebben in november een<br />
informele werkgroep opgericht om de <strong>KNOV</strong> van<br />
praktische adviezen te voorzien in “stormachtige tijden”.<br />
De publicatie van de UMCU-studie en de daarop volgende<br />
mediahausse vraagt veel van onze beroepsvereniging en<br />
de werkgroep wil haar daar graag in ondersteunen. Zo<br />
heeft ze adviezen geformuleerd over berichtgeving op de<br />
website van de <strong>KNOV</strong>, over een uniforme brief naar alle<br />
cliënten en over een gezamenlijke reactie van <strong>KNOV</strong> en<br />
NVOG. De werkgroep heeft haar adviezen gebundeld in<br />
een brief naar Angela Verbeeten. Deze brief is in zijn<br />
geheel te lezen op de website van de VAA:<br />
www.verloskunde-academie.nl. ■<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
59
Congres en Cursus<br />
Uitgebreide informatie over de in dit overzicht opgenomen cursussen, congressen en symposia vindt u op de website van Kennispoort Verloskunde:<br />
www.kennispoort-verloskunde.nl of op de in de tekst aangegeven websites.<br />
60 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
BERICHTEN<br />
CONGRES/CURSUS DATUM PLAATS INFO ACCREDITATIE KOSTEN (€)<br />
Communicatietraining Praktijkassistenten 11-01-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl<br />
Van wieg tot graf: ethische dilemma’s in gezondheidszorg 11-01-2011 A’dam, Rode Hoed<br />
Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' 13-01-2011 Zwolle www.praktijkondernemer.nl 8 uur, A08-78 235,-<br />
Kinderwensspreekuur; Preconceptiezorg 17-01-2011 / 09-02-2011 Eindhoven www.av-m.nl 16 uur, A10-060<br />
1,5 uur, D06-01 vrije keuze 500,-<br />
Waterbirth, B. Harper 17-02-2011 A’dam www.oerbronworkshops.webklik.nl<br />
Evidence Based Medicine 18-01-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 3,5 uur, A10.024 160,-<br />
Basiscursus CAVE!, 1-daags 18,19,20-01 Boxmeer www.acuteverloskunde.nl 10,5 uur 335,-<br />
Obesitas 21-01-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4,5 uur, A09-074 175,-<br />
Workshop Watergeboorte 21-01-2011 Amsterdam, bevalcentrum West www.oerbronworkshops.webklik.nl 25,-<br />
Symposium 'praktijkgericht onderzoek in de verloskunde' 21-01-2011 Hogeschool Rotterdam www.hro.nl<br />
Embracing Birth 23-01-2011 Bussum www.oerbronworkshops.webklik.nl 15,-<br />
Transculturele zorg voor 1ste lijn 25-01-2011 Amsterdam www.talmor.nl 5,5 uur 165,-<br />
Efficiënt administratie voeren 26-01-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl A 10-071 105,- excl. BTW<br />
Ik zie iets bij uw kindje ….. 28-01-2011 De Reehorst, Ede www.scem.nl<br />
Actualiteitencursus Voortplanting 28-01-2011 A’dam www.marktwo.nl aangevraagd 225,00<br />
Public health and midwifery 31-01 t/m 08-02 Distance learning www.av-m.nl 500, per module<br />
Implementing innovation in midwifert practice 31-01 t/m 08-02 Distance learning www.av0m.nl 500, per module<br />
Pathologie kraambed moeder en kind 01-02-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4,5 uur, A09-033 175,-<br />
Efficiënt administratie voeren 01-02-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl A10-070 105,- excl. BTW<br />
Symposium Shared decision making: duel of duet? 02-02-2011 Geldmuseum Utrecht www.cbo.nl 275,-<br />
Basiscursus CAVE!, 1-daags 5,8,9 en 10-02-2011 Boxmeer www.acuteverloskunde.nl 10,5 uur 335,-<br />
Triage; pijn tijdens de zwangerschap 08-02-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 155,-<br />
Praktijkorganisatie 09-02-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl 10-068 105,- excl. BTW<br />
Prenatale screening 10-02-2011 / 17-02-2011 R’dam www.va-r.nl 7 uur 395,-/197,50<br />
525, beide dagen<br />
Congres Obstetrie & Neonatologie 10,11-02-2011 Veldhoven www.obneo.nl aangevraagd 130,-<br />
Cursus stagewerkbegeleiding 11-02-2011 / 25-02-2011 AV Maastricht www.av-m.nl 16 uur geen<br />
18-03-2011 / 08-04-2011<br />
Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' 11-02-2011 Zwolle www.praktijkondernemer.nl 8 uur, A08-78 235,-<br />
Vaardigheid hechten 14-02-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 4 uur, A10-083 225,-<br />
Vaardigheidstoets stuit en reanimatie 15-02-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4 uur, B09-035 100,-<br />
Obesitas 15-02-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 4,5 uur, A09-074 175,-
BERICHTEN<br />
Dag van de assistent 15-02-2011 Pollux, Amsterdam www.talmor.nl 165,- /150,-<br />
De 2e Noordelijke eerstelijnsdag 16-02-2011 Congrescentrum, Drachten www.eerstelijnsdag.nl<br />
Dag van de assistent 17-02-2011 Openluchtmuseum, Arnhem www.talmor.nl 165,- / 150,-<br />
Intracutaan hechten 17-02-2011 Eindhoven www.av-m.nl 2,5 uur, A08-001 220,- / 200,-<br />
Praktijkhouder als werkgever 17-02-2011 Ds. Kuyperstraat te Nijkerk www.peterkluiterstrainingen.nl A 10-069 210,- excl. BTW<br />
Midwifery Science: keeping women at xentre of care 17-02-2011 Rosarium, A’dam www.poag.nl 75,-<br />
Workshop Rebozotechniek 18-02-2011 Culemborg theavantuyl@hotmail.com 120,-<br />
Perinatale sterfte;inzicht in recente onderzoeken 18-02-2011 Nijmegen www.av-m.nl 145,/135,-<br />
Baringspijn van neurowetenschappelijk perspectief 25-02; 04-03; 21-03-2011 Haarlem www.stichtingiton.nl 16 uur / 5 uur 550,-<br />
Scholing CTG beoordeling en interpretatie 01-03-2011 A’dam www.vrouwenzorg.nl 129,-<br />
<strong>KNOV</strong>: EBM voor ITV groepsleden 01-03-2011 Maastricht www.av-m.nl 3,5 uur Gratis voor leden<br />
PSIE en hielprik 01-03-2011 A’dam www/rivm.nl<br />
Vaardigheid hechten 07-03-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 4 uur, A10-083 225,-<br />
Uitwendige versie 07-03-2011 / 11-04-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 16 uur, A09-128 1650,-<br />
09-05-2011<br />
Save’r acute verloskunde 08-03-2011 Eindhoeven www.medsim.nl 7 uur 675,-<br />
De kracht van begeleiding 08-03-2011 / 22-03-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 16 uur, A09-098 500,-<br />
Een goed begin, een goed vervolg 09-03-2011 Eindhoven www.medsim.nl 8,5 uur 325,-<br />
PSIE en hielprik 10-03-2011 Utrecht www/rivm.nl<br />
Stage- en werkbegeleiding 11-03-2011 / 05-04-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 16 uur, A09-202; 6 uur, D06-11 geen<br />
Miskraam en herhaalde miskraam 11-03-2011 Ede www.scem.nl 165,/185,-<br />
Ergomotion 14-03-2011 A’dam www.talmor.nl aangevraagd 100,-<br />
Ergomotion voor VK en kraamverzorgenden 14-03-2011 / 22-03-2011 Amsterdam www.talmor.nl 3 uur<br />
29-03-2011<br />
Evidence Based Medicine 14-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 3,5 uur, A10.024 160,-<br />
PSIE en hielprik 15-03-2011 Arnhem www/rivm.nl<br />
Vaardigheidstoets schouderdystocie en fluxus 15-03-2011 AVAG Amsterdam www.verloskunde-academie.nl 3,5 uur, B10-014 100,-<br />
Triage; prenatale diagnostiek en bloedverlies 15-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 155,-<br />
Praktijkassistentes: pijn en bloedverlies Scholingsdag II 16-03-2011 Nijmegen www.av-m.nl 170,-/155,-<br />
EMB voor toesgroepbegeleiders 16-03-2011 R’dam www.va-r.nl 3,5 uur geen<br />
Workshop 'Visie ontwikkelen in plaats van brandjes blussen' 17-03-2011 Zwolle www.praktijkondernemer.nl 8 uur, A08-78 235,-<br />
Zwangerschap en oncologie 17-03-2011 Reehorst, Ede www.scem.nl 159,/179,-<br />
Calamiteitentraining 18-03-2011 AVAG Amsterdam. www.verloskunde-academie.nl 6 uur, B09-038 225,-<br />
Kinderwensspreekuur: verloskundigen geven preconceptiezorg 21-03-2011 / 04-04-2011 Eindhoven www.av-m.nl 16 uur, A10-060; 5 uur, D06-011 500,-<br />
Mio dagen 22-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 265,-<br />
PSIE en hielprik 22-03-2011 Tilburg www/rivm.nl<br />
Reanimatie volwassenen 22-03-2011 R’dam www.va-r.nl 6 uur 380,/360,-<br />
Post HBO basisopleiding echoscopie 22-03-2011 t/m 27-09-2011 Maastricht www.va-m.nl 16 uur, A07-126;<br />
30 uur, D07-004 2.500,/2.375,-<br />
Ergomotion 22-03-2011 A’dam www.talmor.nl aangevraagd 100,-<br />
MIO-dagen (Methodisch Intercollegiaal Overleg) 22-03-2011 AVAG Groningen www.verloskunde-academie.nl 265,-<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
61
Personalia<br />
GEBOREN<br />
Guus, zoon van Laura Bakker en Adriaan Vugts, Prattenburg 19,<br />
3452 NN Vleuten<br />
Suze, dochter van Anoeska en Ruud Barten-van Vliet,<br />
Esdoornstraat 12, 4651 KN Steenbergen<br />
Siem, zoon van Jolien Dekker en Martijn Walraven, J.J. Smitstraat 4,<br />
4333 MJ Middelburg<br />
Ezra, zoon van Thirsa en Jasper de Graaf-van den Berg,<br />
Vondelstraat 125, 3314 BP Dordrecht<br />
Sebastien, zoon van Monique van Heumen en Jules Lavalaye,<br />
Burg. vd Voort van Zijplaan 63, 3571 VT Utrecht<br />
Hanna, dochter van Mirjam en Richard Holl, Herbergierstraat 22,<br />
4871 KR Etten-Leur<br />
Thiemen, zoon van Marleen en Gerben Huiting-Ras, Koraal 34,<br />
8271 KA IJsselmuiden<br />
Lize, dochter van Henriëtte en Alex van der Molen, Paardebloem 36,<br />
8265 MP Kampen<br />
Vera, Evelien en Anton van Roessel-van der Marck,<br />
Orseleindstraat 19, 5346 SJ Oss<br />
Annemijn, dochter van Susanne en Michiel Schoonderbeek-<br />
Wigmans, Kon. Julianalaan 17, 4205 RA Gorinchem<br />
Krijn, zoon van Anke Selles en Robert Noorlander,<br />
Ananasstraat 81, 2564 SN Den Haag<br />
Jonathan, zoon van Dineke en Jan-Jaap Snoep, de Brink 170,<br />
9723 AM Groningen<br />
Laurens, zoon van Femke en Marc Trouwborst-Karels,<br />
Nieuwe Kerkstraat 64a, 3054 NK Rotterdam<br />
Noud, zoon van Marloes van der Waal en Ben Rexwinkel,<br />
Fort Prinssen 4, 2926 VD Krimpen a/d Ijssel<br />
Beau, zoon van Maartje en Eric Welten, Jeruzalemweg 6,<br />
7443 TG Nijverdal<br />
Roos,dochter van Marloes Brundel en Björn Domhof,<br />
Kleuterstaat 29, 7136 LP Zieuwent<br />
Lize, dochter van Marije en Jorrit Immerzeel-Hup,<br />
Zuiderzeestraatweg 613, 8094 AP Hattemerbroek<br />
SECTOR NOORDOOST NEDERLAND<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010)<br />
Mw. L.M. Alberts, Dobbe 11, 9062 HD Oentsjerk – Asp<br />
Mw. S. Brandt, Petrus Driessenstraat 34, 9714 CC Groningen – Asp<br />
Mw. E. Dijkhof-Dalhuisen, Horthoekerweg 7d, 8167 LV Oene – Asp<br />
Mw. L. Damman, Johan de Wittstraat 8, 8121 ZN Olst – Asp<br />
Mw. S. Gravesteijn, Lommerlust 8, 3702 BV Zeist – Asp<br />
Mw. W. van de Heg, Schubertlaan 6, 7333 CV Apeldoorn – Asp<br />
Mw. E. Holtmaat, Torenstraat 17a, 9711 JK Groningen – Asp<br />
Mw. I. ten Hoonte, Sleedoorn 22, 7742 RK Coevorden – Asp<br />
Mw. M. Lieman, Prof. Lindeboomlaan 71, 3853 GJ Ermelo – Asp<br />
Mw. L. Meijer, Nooderspoorsingel 196, 9716 JC Groningen – Asp<br />
Mw. G. Melenberg, Kobbeflecht 8, 9254 AE Hurdegarijp – Asp<br />
62 TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
BERICHTEN<br />
Mw. E.E. van der Molen, Walhof 2, 6915 AV Lobith, Asp<br />
Mw. M. Pijper, Stuurboordlaan 12, 9934 JN Delfzijl – Asp<br />
Mw. M. de Zee-Hoomans, Bouriciuslaan 52, 9203 PE Drachten – Asp<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2011)<br />
Mw. L. Brandes, Hoekerhof 26, 8862 PJ Harlingen - Asp<br />
Mw. S. Eising, Brinkstraat 37, 3741 AM Baarn - BL<br />
Mw. W. Meijer, Tiggelland 4, 6932 NL Westervoort – VID-zhs<br />
Mw. B. Prevoo, Spehornerbrink 63, 7812 KD Emmen – WN<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />
Mw. M. Bergers, Callunaplein 7, 6951 CM Dieren – VID-zhs<br />
Mw. A. van Dam, Plaggebaan 13a, 8075 PG Elspeet – VID-zhs<br />
Mw. R.H. Douwes, Dwerguil 20, 9781 RH Bedum - BL<br />
Mw. E. Huinink, Ludgerhof 4, 7131 EG Lichtenvoorde – WN<br />
Mw. S.C. Oost, Pijlkruid 2a, 7909 HK Hoogeveen – Asp<br />
Mw. B.van Putten-van Hemmen, Zonnedauw 1, 8471 WK<br />
Wolvega – VID-ep<br />
Mw. R. Repko, Schippersmeen 14, 3844 CR Harderwijk – VID-ep<br />
Mw. M.E. Soederhuizen, Grootakkers 42, 9502 GB<br />
Stadskanaal – VV-m<br />
Mw. J. Stevens, Kruittorenstraat 10c, 7126 BH Bredevoort – VID-zhs<br />
Mw. G. van Werkhoven, Altoenaestraat 11, 9076 BH<br />
St. Annaparochie – VID-ep<br />
Voortzetting lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />
Mw. P. Ijsseldijk, Nicolaasleane 3, 9086 CN Hempens – VV-m<br />
Mw. H.W. Wijma, Iepstraat 27, 9051 ST Stiens – VID-ep<br />
SECTOR NOORDWEST NEDERLAND<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010)<br />
De heer J. Albers, Vlietwijck 7, 2271 ES Voorburg – Asp<br />
Mw. D.G.M. van den Berg, Dinkgrevelaan 10, 2071 BP Santpoort-<br />
Noord – Asp<br />
Mw. M. van Buren, W.P. Speelmanweg 37, 2441 CB Nieuwveen – Asp<br />
Mw. M. Eskaros, Miquelstraat 27, 2522 KL Den Haag – Asp<br />
Mw. A.G.R.M. Groot, Agorahof 109, 8224 JH Lelystad – VID-g<br />
Mw. J.J.P. van der Linden, Binnenkant 29c, 1011 BJ Amsterdam – Asp<br />
Mw. I. Slagboom, Burg. Viezeelaan 10, 2959 CM Streefkerk – Asp<br />
Mw. L. van der Sluis, de Korverplantsoen 1, 2807 BW Gouda – Asp<br />
Mw. M. Veerman, Plutostraat 89, 1131 WC Volendam – Asp<br />
Mw. W. van der Zwan, Rijnsoever 137, 2221 PB Katwijk - Asp<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2011)<br />
Mw. S. Hoep, Westland 26, 1447 BB Purmerend - Asp<br />
Mw. M. Lub, Stuurboord 59, 1602 CC Enkhuizen – WN<br />
Mw. E. van der Mooren, Tintorettostraat 5 III, 1077 RM<br />
Amsterdam – Asp<br />
Mw. Y. Reijnen, Nassaukade 18-3, 1055 CH Amsterdam - Asp<br />
Mw. N.P.M. Starink, Hazepad 74, 3766 JV Soest - Asp<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />
Mw. S. Bakker, Doornenburg 22, 1965 BS Heemskerk – WN<br />
Mw. I. Jilleba, Weegbree 18, 3344 BK Hendrik Ido Ambacht – Asp
Mw. J.H.M. van Gasteren, N.W. Buitensingel 10d, 2518 PA<br />
Den Haag - BL<br />
Mw. M.M. de Groot, Clauslaan 13, 3761 CX Soest – Asp<br />
Mw. A.E. Meijerhof, Rietwijckstraat 4, 1171 HD<br />
Badhoevedorp – Asp<br />
Mw. A. Polat-Cagli, van Ravesteijn-erf 275, 3315 DN<br />
Dordrecht – VID-zhs<br />
De heer M.A.W. Witsmeer, Valkenburgseweg 25, 2331 AA<br />
Leiden – VV-m<br />
SECTOR ZUID NEDERLAND<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2010)<br />
Mw. I. Botermans, Mincerstraat 35, 4849 CB Dorst – Asp<br />
Mw. L. Breugelmans, Nijkerkstraat 3, 5045 MC Tilburg – Asp<br />
Mw. M. Decker, Sichuytdam 7, 4411 DE Rilland – Asp<br />
Mw. S. van Dijk, Lage Zegstraat 7, 4735 SX Zegge – Asp<br />
Mw. H. Kleemans, Liesstraat 87, 4838 GS Breda – Asp<br />
Mw. R. Koedood, Acaciadreef 62, 3137 BB Vlaardingen – Asp<br />
Mw. K. Leermakers, Mostheuvel 30, 5513 NV Wintelre – Asp<br />
Mw. M. Oomes, Leopoldstraat 19a, 3031 SV Rotterdam – Asp<br />
Mw. L. ten Pierik, Arica 63, 2903 PC Capelle a/d Ijssel – Asp<br />
Mw. M. van der Ven, Jan Tooropstraat 8, 4941 EL<br />
Raamsdonkveer – Asp<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2011)<br />
Mw. A.I. Fontijn-Thomassetti, A.H.H. Tolhuisenstraat 77, 4194 VE<br />
Meteren – VID-zhs<br />
Mw. N. van Hek, Achter de Dijk 5, 2675 RG Honselersdijk – Asp<br />
Mw. S. van Kooten, Pijlkruid 21, 1241 VN Kortenhoef - Asp<br />
Mw. L. Machintosh, Heemraadssingel 273k, 3023 BE Rotterdam – Asp<br />
Mw. W.M. Struijk, Schoolstraat 1, 5317 JS Nederhemert – WN<br />
Mw. C. Verspaandonk-Slegers, Zevenfonteinen 3, 5561 VG<br />
Riethoven –WN<br />
Mw. M. Versteeg, Mr. J.R. Thorbeckestraat 39, [vet]3214 XP<br />
Zuidland - WN<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2011)<br />
Mw. D.C.C. Goddijn, Kling 11, 5432 MA Cuijk – BL<br />
Mw. J. Luten, Kerkweg 58, 2825 BT Berkenwoude – VV-m<br />
Mw. M.Th.J. van Loon, Kaardebol 1, 5803 HX Venray - BL<br />
Mw. M.C. Overduin-Buckens, 4 Nothcotestreet, Torrensville, 5031<br />
SA Adelaide, Australië<br />
Mw. M.C. Weltens, Scharnerweg 89, 6224 JB Maastricht – WN<br />
Geslaagden<br />
AAN DE VERLOSKUNDE ACADEMIE ROTTERDAM<br />
Natascha van Empel<br />
Lieke Geerts<br />
Kim Hees<br />
Naomi Kock<br />
Sabina Luijk<br />
Hilde Maassen<br />
Jantien Middelveen<br />
Reina Oudijk<br />
Mylène van Rutte<br />
AAN DE VERLOSKUNDE ACADEMIE AMSTERDAM<br />
Sonja Koster<br />
Gonny Hobbel<br />
Sjanne de Beurs<br />
Alice Bravo<br />
Daphne van Loen<br />
Diana Jeremias<br />
Mélissa Karstens<br />
Carola Rodenburg<br />
Kelly Peerdeman<br />
Linda van Dam<br />
Wendy Heemskerk<br />
AAN DE VERLOSKUNDE ACADEMIE GRONINGEN<br />
Bobby Prevoo<br />
Joanne Vegter<br />
Carla te Vaanholt<br />
BERICHTEN<br />
Art.1 Leden, die bezwaar hebben tegen de toelating van een kandidaat (aspirant-)lid, moeten hun bezwaar met redenen omkleed schriftelijk binnen één<br />
maand na het verschijnen van het officiële verenigingsorgaan bij het Bestuur kenbaar maken.<br />
Afkortingen VID – verloskundige in dienstverband; VID-ep – verloskundige in dienstverband in eigen praktijk; VID-g – verloskundige in dienstverband in gezondheidscentrum;<br />
VID-zhs – verloskundige in dienstverband in ziekenhuis; VV – vrijgevestigde verloskundige; VV-m – vrijgevestigde verloskundige in maatschap;<br />
WN – waarneemster; Asp – Aspirant lid; BL – buitengewoon lid; BTL – buitenlands lid; SL – senior lid; EL – erelid<br />
TvV januari 2011 • <strong>KNOV</strong><br />
63