Editie 2013 hst 4 Listeria monocytogenes - Notermans Food Safety ...
Editie 2013 hst 4 Listeria monocytogenes - Notermans Food Safety ...
Editie 2013 hst 4 Listeria monocytogenes - Notermans Food Safety ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4 <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong><br />
4.1 Algemene informatie<br />
4.2 Wetgeving en naleving van de wetgeving<br />
4.2.1 De Europese en de VS wetgeving<br />
4.2.2 Naleving van de Europese criteria<br />
4.3 Uit de praktijk en het onderzoek<br />
4.3.1 Voedselgerelateerde infecties<br />
4.3.2 Epidemiologie<br />
4.3.3 Vóórkomen<br />
4.3.4 Beheersmaatregelenen<br />
4.3.5 Wetenschappelijke aspecten<br />
4.3.6 Algemene aspecten<br />
1
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.1 Algemene informatie<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong>-bacteriën veroorzaken voedselinfecties die als listeriose worden<br />
aangeduid. Bij geïnfecteerde personen dringt de bacterie via het maagdarmkanaal het lichaam<br />
binnen en gaat zich vervolgens in organen, zoals milt en lever, vermenigvuldigen. Wanneer<br />
het lichaam een onvoldoende immunologische afweer heeft resulteert dit in een<br />
levensbedreigende situatie.<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> wordt aangetroffen in het darmkanaal bij mens en dier en is ook aanwezig<br />
in grond en bladgroente. Het organisme komt ook voor in rauwe melk en in diverse verwerkte<br />
levensmiddelen.<br />
Taxonomie<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> werd in 1924 voor het eerst door Murray (Cambridge) geïsoleerd<br />
geïsoleerd uit zieke konijnen. De dieren hadden allen een abnormaal hoog gehalte aan witte<br />
bloedcellen (monocieten). Het geïsoleerde organisme werd aanvankelijk Bacterium<br />
<strong>monocytogenes</strong> genoemd. Later, in 1941, werd tere ere aan Sir Joseph Lister, de naam<br />
gewijzigd in <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong>. In 1983 werd in Canada voor het eerst een explosie van<br />
voedselinfecties gerapporteerd die veroorzaakt werd door het consumeren van een koolsalade<br />
die met L. <strong>monocytogenes</strong> besmet was.<br />
Tot de groep <strong>Listeria</strong> organismen, behoren een 5-tal soorten waarvan alleen de soort L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> ziekte bij de mens veroorzaakt. L. <strong>monocytogenes</strong> wordt verder onderverdeeld<br />
in 12 serotypen: 1/2a, 1/2b, 1/2c, 3a, 3b, 3c, 4a, 4b, 4c, 4d, 4e en 7. De belangrijkste<br />
veroorzakers van listeriose zijn serotype 1/2a, 1/2b, en 4b.<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> is een smalle korte Gram-positieve staafvormige bacterie, in het bezit van<br />
flagellen. Het organisme kan met en zonder zuurstof groeien (facultatief anaërobe groei). Het<br />
micro-organismen heeft de eigenschappen om zich intracellulair te vermenigvuldigen. Via een<br />
speciaal ontwikkeld mechanisme kan L. <strong>monocytogenes</strong> bovendien rechtstreeks van de ene cel<br />
naar een andere cel overgaan zonder daarvoor buiten de cellen te geraken, hetgeen betekent<br />
dat het organisme aan het humorale afweer systeem kan ontsnappen.<br />
In figuur 1 is een elektronmicroscopische opname van L. <strong>monocytogenes</strong> weergegeven.<br />
Figuur 1. Links een opname van L. <strong>monocytogenes</strong> met een elektronmicroscopische scanner.<br />
Rechts een elektronmicroscopische opname waarbij de zweepdraden (flagellen) zichtbaar<br />
zijn.<br />
Groei<br />
2
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Groei van L. <strong>monocytogenes</strong> vindt plaats binnen een aantal grenzen. Deze grenzen zijn in<br />
Tabel 1 vermeld.<br />
Tabel 1. Grenzen waarbinnen L. <strong>monocytogenes</strong> kan groeien.<br />
Parameter Gerapporteerde waarden<br />
Temperatuur<br />
Minimum temperatuur<br />
Maximum temperatuur<br />
0 - 2,5 ºC<br />
43 ºC<br />
Wateractiviteit (aw)<br />
Minimum aw<br />
pH<br />
0,90 – 0,89<br />
Minimum pH 4,4<br />
Optimum pH 6,5 – 7,5<br />
Maximum pH 9,0<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> is in staat bij zeer lage temperatuur te groeien en kan goed tegen droogte.<br />
In tabel 2 zijn gegevens vermeld over de overleving en resistentie van L. <strong>monocytogenes</strong>. De<br />
organismen overleven zeer lange tijd in het milieu en in veel levensmiddelenbedrijven komt<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> voor als huiskiem.<br />
De hitteresistentie wordt meestal uitgedrukt in tijd (minuten of seconden) om een 10-voudige<br />
reductie te bewerkstelligen bij een bepaalde temperatuur. Een decimale reductie bij 71,7 °C<br />
bedraagt voor melk 0,9 seconde. Dit wordt meestal uitgedrukt als D71,7 van 0,9 sec. Dit houdt.<br />
in dat het product waarin de micro-organismen zich bevinden 0,9 seconde verhit moet worden<br />
bij een temperatuur van 71,7 °C om het aantal aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong>-organismen met<br />
een factor 10 te reduceren. Om de aanwezige organismen met 6 log10 eenheden (factor 1<br />
miljoen) te reduceren moet 6 × 0,9 sec. = 5,4 sec worden verhit bij een temperatuur van 71,7<br />
°C .<br />
Tabel 2. Overleving en resistentie L. <strong>monocytogenes</strong><br />
Overleving<br />
In grond Jaren<br />
In droog stro Maanden<br />
In feces Maanden tot 2 jaar<br />
Resistentie<br />
Hitte D71,7 (melk) 0,9 – 2,2 sec<br />
Hitte D63,0 (melk) 62 sec<br />
Ziekte en symptomen<br />
3
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
De ziektesymptomen treden meestal op 2 – 30 dagen na opname van L. <strong>monocytogenes</strong>. Soms<br />
kan het wel 90 dagen duren voordat ziektesymptomen zich voordoen. De belangrijkste<br />
symptomen zijn:<br />
• Misselijkheid en braken<br />
• Buikkrampen<br />
• Diarree of constipatie<br />
• Hoofdpijn en blijvende koorts<br />
Niet alle mensen worden na opname van L. <strong>monocytogenes</strong> ziek. Mensen met een normale<br />
immunologische afweer worden meestal niet ziek. Tot de risicogroepen behoren zeer jonge<br />
kinderen, ouderen (> 70 jaar) en mensen met een verminderde afweer. Tot de laatste groep<br />
behoren onder andere mensen die een chemokuur ondergaan bij o.a. kanker en<br />
orgaantransplantaties. Omdat een ongeboren kind nog geen afweer heeft tegen L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> behoren zwangeren eveneens tot de risico-groepen.<br />
Een zeer enkele keer kan L. <strong>monocytogenes</strong> ook een maagdarminfectie veroorzaken met<br />
diarree en braken als belangrijkste symptomen.<br />
Met listeriose geassocieerde levensmiddelen<br />
• Zachte kaassoorten (brie, camembert, feta, enz.)<br />
• Gekoelde patés<br />
• Koud gerookte vis<br />
• Rauwkost<br />
Preventie<br />
• Verhit levensmiddelen zoals hotdogs en pluimveevlees afdoende<br />
• Drink geen rauwe melk en eet geen rauwmelkse producten<br />
• Was rauwe groente intensief alvorens deze te consumeren<br />
• Koel restanten zeer snel af en bewaar ze slechts korte tijd<br />
• Was handen voor en tijdens het bereiden van levensmiddelen frequent, zeker na<br />
contact met rauw vlees<br />
• Gebruik gescheiden keukengereedschap voor rauwe en toebereide producten<br />
• Let altijd op de uiterste consumptiedatum en de aanbevolen bewaartemperatuur van<br />
gekoeld bewaarde producten<br />
Incidentie<br />
In Nederland lopen naar schatting jaarlijks 45 – 60 personen listeriose op waarvan ongeveer<br />
11 – 15 overlijden. In de Canada werden in 1997 52 gevallen van listeriose gerapporteerd, 75<br />
gevallen in 1998 en 59 gevallen in 1999. Geschat wordt dat in de Verenigde Staten jaarlijks<br />
2.500 mensen listeriose oplopen waarvan er 500 overlijden.<br />
De leeftijdsverdeling van gevallen van listeriose in de Europese Unie is in figuur 2<br />
weergegeven. Duidelijk is dat de ziekte vooral ouderen treft.<br />
4
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Figuur 2. Verdeling van bevestigde gevallen van humane listeriose per leeftijdsgroep. (Bron:<br />
The EFSA Journal 2010 – 1496)<br />
Binnen de EU steeg in de periode 2003 – 2007 het aantal gerapporteerde en bevestigde<br />
gevallen van listeriose van 1.070 naar 1.554. In 2008 werd een lichte daling geconstateerd en<br />
werden 1.381 bevestigde ziektegevallen gerapporteerd. In 2008 bedroeg het aantal<br />
gerapporteerde en bevestigde gevallen van listeriose 3 per 1.000.0000 personen.<br />
Voor Nederland was dat 3,2 per 1.000.0000 personen. In Nederland blijkt dat ook het<br />
sterftepercentage afneemt: 28 % in 2006, 17 % in 2007 en 11 % in 2008. Het aantal patiënten<br />
die in 2008 aan listeriose overleden bedroeg 0,6 per 1.000.000 personen. Ook het aantal<br />
zwangerschapsgeassocieerde listeriose gevallen is afgenomen. In deze drie jaren was het<br />
aantal ziektemeldingen, veroorzaakt door L. <strong>monocytogenes</strong>, nagenoeg gelijk.<br />
5
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.2 Wetgeving<br />
4.2.1 De Europese en de VS-wetgeving<br />
De Europese wetgeving<br />
In de Verordening (EG) Nr 2073/2005 van de Commissie, inzake microbiologische criteria<br />
voor levensmiddelen en de gewijzigde Verordening (EG) Nr 14413/2007 zijn voor diverse<br />
levensmiddelencategorieën voedselveiligheidscriteria voor L. <strong>monocytogenes</strong> vastgesteld.<br />
Deze zijn in tabel 1 vermeld.<br />
Tabel 1. Overzicht voedselveiligheidscriteria voor L. <strong>monocytogenes</strong> 1,2) .<br />
Levensmiddelencategorie Bemonsterings-<br />
schema 3)<br />
Kant-en-klare<br />
zuigelingenvoeding en kanten-klare<br />
voeding voor<br />
medisch gebruik<br />
Kant-en-klare levensmiddelen<br />
waarin L. <strong>monocytogenes</strong> kan<br />
groeien, m.u.v. zuigelingenvoeding<br />
voor medisch gebruik<br />
Voor kant-en-klare<br />
levensmiddelen waarin L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> niet kan<br />
groeien, m.u.v. zuigelingenvoeding<br />
voor medisch gebruik<br />
n c<br />
10<br />
5<br />
5<br />
5<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
Grenswaarde Stadium waarvoor het<br />
criterium geldt<br />
Afwezig in 25 g<br />
100 kve/g 4)<br />
Afwezig in<br />
25 g 5)<br />
100 kve/g<br />
Producten die in de handel<br />
zijn gebracht, voor de duur<br />
van de houdbaarheidstermijn<br />
Producten die in de handel<br />
zijn gebracht, voor de duur<br />
van de houdbaarheidstermijn<br />
Voordat het levensmiddel de<br />
directe controle van de<br />
exploitant van een<br />
levensmiddelenbedrijf, die het<br />
geproduceerd heeft, heeft<br />
verlaten<br />
Producten die in de handel<br />
zijn gebracht, voor de duur<br />
van de houdbaarheidstermijn<br />
1)<br />
Voor details zie Verordening (EG) Nr 2073/2005 van de Commissie, inzake microbiologische criteria voor<br />
levensmiddelen.<br />
2)<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> dient bepaald te worden met de referentie analyse methode (EN/ISO 11290-1 en -2, of met<br />
een methode die equivalent is<br />
3)<br />
n = aantal te onderzoeken monsters; c = aantal monsters waarin L. <strong>monocytogenes</strong> aanwezig mag zijn.<br />
4)<br />
als de producent kan aantonen dat gedurende de termijn van de houdbaarheid het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> <<br />
100 kve/g is.<br />
5) 4)<br />
Als de producent het onder vermelde niet kan aantonen of niet aangetoond heeft.<br />
Kant-en-klare levensmiddelen waarin L. <strong>monocytogenes</strong> kan groeien<br />
6
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Voor kant-en-klare levensmiddelen waarin L. <strong>monocytogenes</strong> kan groeien (zuigelingen-voeding voor<br />
medisch gebruik uitgesloten) geldt het volgende:<br />
- voor kant-en-klare levensmiddelen, die in de handel zijn gebracht voor de duur van de<br />
houdbaarheidstermijn, moet op moment van consumptie het aantal L. <strong>monocytogenes</strong><br />
kleiner zijn dan 100/g. Er moeten 5 monsters worden onderzocht op het aantal<br />
aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong>/g. In geen van de monsters mag meer dan 100 L.<br />
<strong>monocytogenes</strong>/g aanwezig zijn! Dit is van toepassing als de producent tot<br />
tevredenheid van de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat het product gedurende de<br />
hele houdbaarheidstermijn aan de grenswaarde van 100 kve/g product zal voldoen.<br />
- Als alternatief kunnen ook 5 monsters van 25 gram op de aanwezigheid van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> worden onderzocht. L. <strong>monocytogenes</strong> moet in alle 5 monsters afwezig<br />
zijn. Deze eis geldt voordat het levensmiddel de directe controle van de exploitant van een<br />
levensmiddelenbedrijf, die het geproduceerd heeft, heeft verlaten.<br />
Kant-en-klare levensmiddelen waarin L. <strong>monocytogenes</strong> niet kan groeien<br />
Gebaseerd op de wetgeving geldt voor kant-en-klare levensmiddelen waarin L. <strong>monocytogenes</strong> niet<br />
kan groeien het volgende:<br />
- voor kant-en-klare levensmiddelen, die in de handel zijn gebracht voor de duur van de<br />
houdbaarheidstermijn, moet op moment van consumptie het aantal L. <strong>monocytogenes</strong><br />
kleiner zijn dan 100/g. Er moeten 5 monsters onderzocht worden op het aantal<br />
aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong>/g. In geen van de monsters mag meer dan 100 L.<br />
<strong>monocytogenes</strong>/g aanwezig zijn!<br />
De duur van de houdbaarheid moet nader vastgesteld worden.<br />
Voor kant-en-klare levensmiddelen, die niet aan de criteria voldoen, is het niet toegestaan<br />
deze in de handel te brengen. Producten die in de handel zijn gebracht dienen teruggehaald te<br />
worden.<br />
Wanneer niet aan de criteria wordt voldaan dient het product niet in de handel te worden<br />
gebracht. Producten die in de handel zijn gebracht moeten worden teruggehaald. Zie verder de<br />
Verordening (EG) Nr 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake<br />
microbiologische criteria voor levensmiddelen als producten uit de handel dienen te worden<br />
genomen.<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> wordt niet als proceshygiëne criterium gebruikt.<br />
Guidance document <strong>Listeria</strong>. Voor verdere informatie zie het ‘Guidance document on<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> shel-flife studies for ready-to-eat foods, under Regulation (EC) No<br />
2073/2005 of 15 november 2005 on microbiological criteria food foodstuffs’. Dit document<br />
kan worden gedownload via:<br />
http://ec.europa.eu/food/food/biosafety/salmonella/docs/guidoc_listeria_<strong>monocytogenes</strong>_en.pdf<br />
7
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
De VS-wetgeving<br />
De nieuwe Amerikaanse ontwerpwetgeving met betrekking tot L. <strong>monocytogenes</strong>, die door de<br />
‘<strong>Food</strong> and Drug Adminstration’ (FDA) wordt opgesteld, komt niet geheel overeen met de<br />
Europese wetgeving.<br />
Nieuw in de Amerikaanse ontwerpwetgeving is dat voor producten waarin L. <strong>monocytogenes</strong><br />
niet kan groeien de zogenaamde ‘zero tolerance’ wordt opgeheven.<br />
De veranderingen. In de ontwerpwetgeving worden kant-en-klare producten in twee<br />
categorieën ingedeeld: producten waarin L. <strong>monocytogenes</strong> niet kan groeien en wel kan<br />
groeien.<br />
• Producten waarin geen groei van L. <strong>monocytogenes</strong> kan plaats vinden<br />
In deze producten wordt de aanwezigheid van 1-100 organismen per gram getolereerd. Door<br />
de FDA zijn de condities waarbij geen groei mogelijk is gedefinieerd. Deze zijn:<br />
• de pH is ≤ 4,4; of;<br />
• het product is ingevroren; of<br />
• de wateractiviteit (aW) van een product is ≤ 0,92; of<br />
• het product heeft een zodanige samenstelling dat L. <strong>monocytogenes</strong> niet kan groeien,<br />
bijvoorbeeld door toevoegen van antibacteriële middelen en combinaties van lage pH<br />
en aW.<br />
Wanneer in deze categorie producten > 100 organismen per gram aanwezig zijn dan worden<br />
deze producten als niet geschikt voor consumptie beschouwd en mogen ze niet in de handel<br />
worden gebracht.<br />
• Producten waarin groei van L. <strong>monocytogenes</strong> kan plaats vinden.<br />
Het betreft hier producten waarin L. <strong>monocytogenes</strong> zich kan vermeerderen. Wanneer in deze<br />
categorie producten L. <strong>monocytogenes</strong> aanwezig is in een portie van 25 gram dan worden<br />
deze producten als niet geschikt voor consumptie beschouwd.<br />
Toelichting. De nieuwe ontwerpwetgeving van de FDA komt slechts ten dele tegemoet aan<br />
de standaarden voor L. <strong>monocytogenes</strong> zoals die in de Europese Unie worden gehanteerd. In<br />
de EU-wetgeving is aangegeven dat in kant-en-klare levensmiddelen, die als voedingsbodem<br />
voor L. <strong>monocytogenes</strong> kunnen dienen de grenswaarde van 100 kolonie vormende eenheden<br />
(kve)/g product niet mag worden overschreden. Dit is van toepassing als de producent tot<br />
tevredenheid van de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat het product gedurende de hele<br />
houdbaarheidstermijn aan de grenswaarde van 100 kve/g product zal voldoen. Van deze regel<br />
zijn alleen zuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik uitgezonderd. Zie hiervoor<br />
de ‘Verordening (EG) Nr 2073/2005 van de Commissie, inzake microbiologische criteria<br />
voor levensmiddelen en de gewijzigde Verordening (EG) Nr 14413/2007’. De Amerikaanse<br />
wetgeving is dus nog steeds strenger dan de Europese wetgeving.<br />
8
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.2.2 Naleving van de Europese criteria<br />
In kant-en-klare levensmiddelen, waarin L. <strong>monocytogenes</strong> kan groeien, m.u.v. zuigelingenvoeding<br />
voor medisch gebruik, mag deze bacterie niet aanwezig zijn in 5 monsters van 25<br />
gram. Echter wanneer de producent kan aantonen dat het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> gedurende<br />
de houdbaarheidstijd de limiet van 100 kve’s niet overschrijdt geldt bovengenoemde<br />
afwezigheid niet.<br />
In tabel 1 zijn gegevens vermeld met betrekking tot de naleving van de bovengenoemde<br />
criteria. Het betreft hier gegevens die door de Europese lidstaten aan de Europese<br />
Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) in 2007 werden gerapporteerd.<br />
Tabel 1. Aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in kant-en-klare levensmiddelen. Bron: The<br />
EFSA Journal (2009).<br />
Kant-en-klare producten Aanwezigheid in 25 g Aantallen per gram product<br />
Aantal % positief Aantal % ≤ 100 % > 100<br />
monsters<br />
Vleesproducten en vlees bereidingen<br />
monsters<br />
Rundvlees 932 1,8 824 1,8 0,7<br />
Varkensvlees 21.245 2,2 18.772 0,9 0,2<br />
Niet nader gespecificeerd vlees 2.644 2,5 3,465 0,3 0,6<br />
Pluimveevlees 2.581 2,6 2.501 0,7 0,1<br />
Zachte en halfzachte kaassoorten gemaakt van rauwe of laag verhitte melk<br />
Kaas van rundermelk 4,879 0,1 392 0,3 0<br />
Kaas van geiten- en schapenmelk 1.064 1,0 656 0,2 0,3<br />
Zachte en halfzachte kaassoorten gemaakt van gepasteuriseerde melk<br />
Kaas van rundermelk 14.515 5,8 1,755 6,4 0,1<br />
Kaas van geiten- en schapenmelk 1,711 0,5 972 0 0<br />
Harde kaassoiorten gemaakt van rauwe of laag verhitte melk<br />
Kaas van rundermelk 2,671 0,4 1.569 0,1 0<br />
Kaas van geiten- en schapenmelk 404 0 - - -<br />
Harde kaassoorten gemaakt van gepasteuriseerde melk<br />
Kaas van rundermelk 8.255 0,5 2.080 0,5 0,1<br />
Kaas van geiten- en schapenmelk<br />
Visserij producten<br />
1,194 2,5 212 15,1 5,2<br />
Gerookte vis Nederland 709 22,6 820 4,3 4,6<br />
Gerookte vis EU-lidstaten 2,629 18,3 3.169 3,6 0,4<br />
Niet nader gespecificeerd<br />
Overige producten<br />
2.328 2,5 1.534 1,6 0,8<br />
Sandwiches 9,374 2,4 6.240 0,9 0,5<br />
Salades 603 4,6 540 2,6 0,2<br />
Verse groente en fruit 467 2,1 3,017 0,2 0<br />
Bakkerijproducten 496 0,2 502 0 0<br />
9
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Voor de diverse categorieën kant-en-klaar producten zijn in tabel 2 de percentages<br />
overschrijdingen vermeld. Het betreft het testen op aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in 25<br />
gram product en de aanwezigheid van deze bacterie in aantallen groter dan 100 kve´s/gram.<br />
Tabel 2. Percentage wettelijke overschrijdingen van diverse kant-en-klaar producten in 2007.<br />
Categorieën kant-en-klaar producten Aanwezigheid<br />
in 25 g<br />
> 100 kve’s 1)<br />
Vleesproducten en vlees bereidingen 2,3 % 0,4 %<br />
Zachte en halfzachte kaassoorten gemaakt van rauwe of<br />
laag verhitte melk<br />
0,3 % 0,2 %<br />
Zachte en halfzachte kaassoorten gemaakt van<br />
gepasteuriseerde melk<br />
5,2 %<br />
0,1 %<br />
Harde kaazsoorten gemaakt van rauwe of laag verhitte<br />
melk<br />
0,3 % 0 %<br />
Harde kaassoorten gemaakt van rauwe of gepasteuriseerde<br />
melk<br />
0,8 % 1,8 %<br />
Visproducten 10,2 % 3,0 %<br />
Overige producten (sandwiches, alads, fruit and<br />
2,4 % 0,4 %<br />
vegetables and bakkerij producten)<br />
1) Door de auteur van dit hoofdstuk wordt aangenomen dat de betreffende producten op moment einde<br />
houdbaarheid werden getest.<br />
Echter wanneer de producent kan aantonen dat het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> gedurende de<br />
houdbaarheidstijd de limiet van 100 kve’s niet overschrijdt geldt bovengenoemde afwezigheid<br />
niet.<br />
Enkele conclusies:<br />
- L. <strong>monocytogenes</strong> is regelmatig aanwezig in monsters van 25 g. Aanwezigheid in 25<br />
g. lijkt echter een slechte indicator te zijn voor de kans op humane infecties.<br />
Bijvoorbeeld, uit tabel 2 blijkt dat 5,2% van de monsters van 25 g van zachte en<br />
hafzachte kaassoorten gemaakt van gepasteuriseerde melk, besmet zijn met L.<br />
<strong>monocytogenes</strong>. Wanneer monsters kwantitatief getest worden op het aantal L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> dan is slechts 0,1% besmet met meer dan 100 kve’s/g!<br />
- dit geldt ook voor de visproducten waarvan monsters van 25 g getest werden en<br />
waarvan 10,2% niet aan de wettige criteria voldeed. Werden de monsters onderzocht<br />
op het aantal aanwezige kve’s dan was de overschrijding slechts 3,0%.<br />
- van de 3,017 monsters groenten en fruit, die kwantitatief onderzocht werden op de<br />
aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong>, overschreed geen enkel monster de norm van > 100<br />
kve’s/g.<br />
10
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.3 Uit de praktijk en het onderzoek<br />
4.3.1 Voedselgerelateerde infecties<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in boter: dosis-response relatie (1)<br />
In de periode juni 1998 – april 1999 deed zich in Finland een explosie voor van<br />
voedselinfecties veroorzaakt door consumptie van met <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> besmette<br />
boter. De explosie kwam aan het licht nadat 18 personen voor behandeling in een ziekenhuis<br />
moesten werden opgenomen. Ook raakten patiënten in diverse ziekenhuizen geïnfecteerd die<br />
behandeld werden voor tumoren en die orgaantransplantaties moesten ondergaan.<br />
Eén van deze ziekenhuizen was het ‘Helsinki University Central Hospital’ (HUCH). Het is<br />
het enige ziekenhuis in Finland waar orgaantransplantaties plaatsvinden en in dit ziekenhuis<br />
deden zich de meeste infecties voor. Bovendien werd in dit ziekenhuis alleen boter gebruikt<br />
die afkomstig was van het zuivelbedrijf waar de besmette boter werd geproduceerd. Dit<br />
gegeven was voor Finse epidemiologen dé mogelijkheid om onderzoek te doen naar de dosiseffect<br />
relatie van blootstelling aan L.<strong>monocytogenes</strong> van een groep zéér gevoelige personen.<br />
Op basis van de gegevens kon de in figuur 1 weergegeven dosis-respons relatie worden<br />
afgeleid. Het betreft hier twee berekeningen: één waarbij aangenomen werd dat de hoogste<br />
blootstelling tot infectie leidt (getrokken lijn) en één waarbij aangenomen werd dat de<br />
‘cumulatieve’ blootstelling tot infectie leidt (stippellijn).<br />
Figuur 1. Dosis-response relatie van blootstelling aan L.<strong>monocytogenes</strong> van een groep<br />
ziekenhuispatiënten met een sterk verminderde afweer.<br />
- Getrokken lijn: hoogste blootstelling<br />
- Stippellijn: cumulatieve blootstellinging<br />
Wanneer aangenomen werd dat de hoogste blootstelling tot infectie leidt (getrokken lijn) dan<br />
volgt uit de gegevens dat bij blootstelling aan 10 4 kve van L.<strong>monocytogenes</strong> de kans op ziekte<br />
11
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
bij risicogroepen ongeveer 1% bedraagt. Bij een blootstelling aan 10 5 , 10 6 en 10 7 kve’s<br />
bedraagt de kans respectievelijk 15, 80 en 100%.<br />
In het geval dat ‘cumulatieve’ blootstelling tot infectie leidt (stippellijn) zijn veel geringere<br />
aantallen L.<strong>monocytogenes</strong> in staat infecties te veroorzaken. In dit geval is bij een dagelijkse<br />
blootstelling vanaf 10 2 kve van L.<strong>monocytogenes</strong> al kans op listeriose.<br />
Bron:<br />
Int. J. <strong>Food</strong> Microbiology 70, 97-109, 2001.<br />
Redactionele noot: Dosis-respons relaties voor micro-organismen zijn moeilijk te bepalen en<br />
resultaten verkregen met proefdieren zijn moeilijk te extrapoleren naar de mens.<br />
Experimenten met humane vrijwilligers stuiten op ernstige ethische problemen. Derhalve zijn<br />
analysedata van humane explosies de enige mogelijkheid om inzicht te krijgen in de dosiseffect<br />
relatie.<br />
Uit de resultaten van bovengenoemde studie kan worden afgeleid dat het in Europa<br />
gehanteerde criterium van < 100 kve aan L.<strong>monocytogenes</strong> per gram levensmiddelen op<br />
moment van consumptie redelijk is. Bij een dergelijke hoeveelheid is de kans op ziekte bij één<br />
van de meest gevoelige groepen van personen (transplantatiepatiënten) zéér klein. Dit is zelfs<br />
het geval bij een cumulatieve blootstelling. De kans dat personen gedurende langere tijd aan<br />
dergelijke doses worden blootgesteld is uiterst gering.<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in boter: mate van besmetting (2)<br />
In Finland werden in de periode december 1998 tot februari 1999, 18 personen in<br />
ziekenhuizen voor behandeling opgenomen waarbij de diagnose listeriose werd gesteld. Vier<br />
van de patiënten overleden aan de gevolgen. Veertien van de 18 patiënten bleken besmet te<br />
zijn met het zeldzaam voorkomende <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> serotype 3a. Verdere typering<br />
met behulp van DNA-technieken toonde aan dat al deze isolaten identiek waren.<br />
In februari 1999 werd bij routine-onderzoek L. <strong>monocytogenes</strong> serotype 3a en met eenzelfde<br />
DNA patroon in verpakte boter aangetroffen. Het aantal aanwezige organismen varieerde van<br />
100 tot 11.400 per gram product. De boter bleek van een en dezelfde fabriek afkomstig te zijn.<br />
Onderzoek ter plekke wees uit dat de fabriek en ook de naaste omgeving besmet waren met<br />
hetzelfde serotype. Op grond van deze bevindingen werd de productie stop gezet en werd alle<br />
boter uit de markt genomen. Hierna werden geen infecties door bovengenoemd serotype meer<br />
waargenomen.<br />
In Finland worden jaarlijks tussen de 30 en 50 gevallen van listeriose vastgesteld, hetgeen<br />
neerkomt op 5-8 gevallen per miljoen inwoners.<br />
Bron:<br />
Outi Lyytikäinen, Department of Infectious Disease Epedimiology of the National<br />
Public Health Institute.<br />
Redactioneel commentaar: Infectie met <strong>Listeria</strong> via boter lijkt vreemd omdat in boter met<br />
een goede vochtverdeling (voldoende kleine vochtdruppeltjes) geen groei van bacteriën kan<br />
optreden. Toch is in de bereiding van boter een gevoelige stap aanwezig; het rijpen van de<br />
room. Om een goede kristallisatietoestand van het vet te verkrijgen wordt de room vóór het<br />
karnen gedurende ongeveer een halve dag ‘gerijpt’. De bedoeling van dit rijpen is het<br />
bewerkstelligen van een op het seizoen afgestemde goede kristallisatietoestand van het<br />
12
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
melkvet. De temperaturen tijdens het rijpen kunnen variëren van 8 °C tot 24 °C. Bij het<br />
bereiden van zure boter wordt vanouds gerijpt bij gelijktijdige aanwezigheid van een<br />
verzurende startercultuur. Bij de moderne bereiding wordt de boter zoet gekarnd en wordt pas<br />
na het karnen de startercultuur toegevoegd. Hoe de betreffende boter in Finland is bereid, valt<br />
niet te zeggen. Echter, zowel bij moderne bereiding van zure boter als bij de bereiding van<br />
zoete boter, dient extra aandacht te worden besteed aan het voorkomen van besmetting tijdens<br />
het rijpen en karnen van de room.<br />
Vacuüm verpakte vis verdacht<br />
In de periode tussen juni 1999 en februari 2000 werden in Finland 23 gevallen van listeriose<br />
geïdentificeerd, waarvan 10 werden veroorzaakt door <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> serotype 1/2a.<br />
Met behulp van additionele typeringsmethode kon geen verder onderscheid worden gemaakt<br />
tussen de 10 stammen. Vergelijking van de geïsoleerde stammen met die van routinematig<br />
geïsoleerde stammen leidde naar de mogelijke bron: koud gerookte vacuüm verpakte vis.<br />
Onderzoek, dat eerder in Finland werd uitgevoerd, toonde aan dat in 8 – 25 % van de<br />
monsters koud gerookte vacuüm verpakte vis L. <strong>monocytogenes</strong> aanwezig was. Het<br />
besmettingsniveau was meestal laag (
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
• het bedrijf produceerde 4 typen zachte kaas;<br />
• de melk werd voor het stremmen niet gepasteuriseerd;<br />
• de melk werd tijdens het stremmen lichtelijk verwarmd;<br />
• na het stremmen werd de wrongel tot kazen geperst en gezouten;<br />
• de kaas werd gedurende een periode van 60 dagen gerijpt.<br />
Verder bleek dat de hygiëne op het bedrijf verre van goed was. Op het bedrijf werden<br />
monsters melk, kaas en omgevingsmonsters voor nader laboratorium onderzoek meegenomen.<br />
Met uitzondering van de melk werden in alle monsters kaas L. <strong>monocytogenes</strong> organismen<br />
aangetroffen. Ook in de omgevingsmonsters werd L. <strong>monocytogenes</strong> gevonden. Het<br />
merendeel van de <strong>Listeria</strong> was identiek aan de stammen die bij de patiënten geïsoleerd waren<br />
Op basis van deze gegevens werden de overige patiënten gevraagd of zij soms dezelfde kaas<br />
hadden geconsumeerd. 61 % van de patiënten wist zich dat te herinneren.<br />
Nadat de kaas in oktober uit de verkoop was gehaald, werden geen nieuwe gevallen van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> meer gemeld.<br />
Bron:<br />
Canadian Communicable Disease Report, december 2002<br />
Redactionele toelichting: De tijd tussen consumptie van het besmette levensmiddel en ziek<br />
worden varieert van enkele tot meer dan 50 dagen. De lange periode tussen besmetting en<br />
ziek worden bemoeilijkt het achterhalen van het met de infectie geassocieerde levensmiddel.<br />
Fatale gevallen van Listeriose in Zwitserland<br />
In mei 2005 zijn in het Zwitserse Kanton Neuenburg twee mensen aan listeriose overleden,<br />
twee vrouwen kregen een miskraam en 6 andere personen werden voor behandeling in een<br />
ziekenhuis opgenomen. Half juni was het aantal patiënten, dat met listeriose in het ziekenhuis<br />
was opgenomen, gestegen tot 10. Daarna meldden zich nog nieuwe patiënten. De oorzaak van<br />
de listeriose explosie bleek consumptie van met L. <strong>monocytogenes</strong> besmette Neuenberg’s<br />
Tomme kaas, een zachte kaassoort gemaakt van ongepasteuriseerde melk.<br />
Vanwege de ernst van het incident hebben de Zwitserse gezondheidsautoriteiten een verbod<br />
op consumptie van Neuenberg’s Tomme kaas uitgevaardigd en gelast om kaas van dit merk te<br />
vernietigen. Ook is zwangere vrouwen, die de kaas hebben gegeten, aangeraden hun arts te<br />
raadplegen, wanneer zij koorts krijgen.<br />
Bron:<br />
ProMED-mail post, June 7, 2005.<br />
Redactionele noot: Het incident roept herinneringen op aan een eerder incident dat in 1987 in<br />
Zwitserland plaatsvond. Toen overleden 31 mensen na consumptie van besmette Vacherin<br />
Mont d’Or kaas. In Frankrijk deed zich in 1992 een vergelijkbaar incident voor waarbij 60<br />
mensen omkwamen.<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> ziekte-explosie veroorzaakt door het kwark product<br />
‘Quargel’<br />
14
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
In de periode juni 2009 – februari 2010 werden 34 personen ziek na het eten van een kwark<br />
product ‘Quargel’ dat door een Oostenrijkse bedrijf Prolactal werd geproduceerd. In totaal<br />
overleden 8 personen. De ziekte werd veroorzaakt door 2 verschillende klonen van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> met het serotype 1/2a.<br />
In Oostenrijk werden 25 ziektegevallen gerapporteerd, in Duitsland 8 gevallen en in Tsjechië<br />
1 geval. In figuur 2 is de epidemiologische curve van het aantal zieken per maand weergegeven.<br />
Analyse van de ziekte-explosie<br />
Acht personen overleden aan de gevolgen van de infectie. Bij 4 van hen werd meningitis<br />
(hersenvlies-ontsteking) gediagnostiseerd. De mediane leeftijd van de patiënten was 72 jaar<br />
(range 57 – 89 jaar).<br />
Patiënt-controle onderzoek<br />
Patiënten werd gevraagd welke 12 kaasproducten zij hadden geconsumeerd in de periode van<br />
6 maanden voorafgaand aan het ziek worden. Controle personen werden gevraagd informatie<br />
te verstrekken over consumptie van dezelfde 12 kaasproducten. Op basis van de gegevens<br />
werd duidelijk dat ‘Quargel’ de enige duidelijke risicofactor was.<br />
Figuur 2. <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> explosie in Oostenrijk, Duitsland en Tsjechië 2009-2010.<br />
Weergegeven zijn het aantal mensen die ziek werden.<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
Aantal gevallen<br />
Oostenrijk: 25 gevallen<br />
Duitsland: 8 gevallen<br />
Tsjechië: 1 geval<br />
4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4<br />
2009 2010<br />
De Oostenrijkse producent van ‘Quargel’<br />
Door het bedrijf Prolactal werd per week 16 ton ‘Quargel’ geproduceerd; 53 % van het<br />
product werd geëxporteerd naar Duitsland en een kleine hoeveelheid naar Tsjechië, Polen en<br />
Slowakije. De kaas werd gemaakt van gestremde melk. Voor de rijping van de kaas werden<br />
starterculturen toegevoegd die vervolgens 24 uur werd geïncubeerd bij 28 ºC. Daarna werd de<br />
kaas besproeid met Brevibacterium linnen en nog eens 2 dagen te rijpen bij een temperatuur<br />
van 14 ºC. De houdbaarheid na het verpakken en de afzet was gesteld op twee maanden.<br />
Bron:<br />
Eurosurveillance, volume 15, issue 16, 22 april 2010<br />
15
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Redactionele noot: In het gepubliceerd rapport werd geen informatie verstrekt over de<br />
hygiënische werkwijze van het bedrijf. Ook werden geen gegevens vermeld over de<br />
aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in het bedrijf. Jammer!<br />
Addendum: Het bedrijf Prolactal zei op 28 februarai 2010 dat de besmetting van de kaas met<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> veroorzaakt werd door menselijke fouten tijdens het productieproces.<br />
In november 2009 werden de gebruikelijke conserveermiddelen om de groei van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> te voorkomen werden per ongeluk tweemaal verwisseld met ‘culturen die niet<br />
voldoende bescherming te gaven’, aldus het bedrijf in een verklaring. De kaas werd op 23<br />
januari uit de handel genomen.<br />
Bron:<br />
http://www.barfblog.com/blog/141079/10/03/01/listeria-laden-cheese-austria-kills-8-humanerror-suspected<br />
16
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.3.2 Epidemiologie<br />
Toename <strong>Listeria</strong>-infecties in Duitsland<br />
In Duitsland is het aantal gevallen van infecties veroorzaakt door <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong><br />
tijdens de periode 2001 – 2005 sterk toegenomen. In 2001 was het aantal gerapporteerde<br />
gevallen nog 217 (2,6 gevallen per miljoen inwoners); In 2005 was dat toegenomen tot 510<br />
(6,2 gevallen per miljoen inwoners). De toename was het grootst in 2005: toen steeg het<br />
aantal gevallen met 72%. In figuur 1 is het aantal gevallen van infecties weergegeven voor de<br />
drie belangrijkste bevolkingsgroepen: Personen > 60 jaar, personen < 60 jaar en zwangeren en<br />
pasgeborenen.<br />
Figuur 1. Aantal gerapporteerde gevallen van listeriose in Duitsland in de periode 2001-2005.<br />
400<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
Gerapporteerde gevallen per jaar<br />
2001 2002 2003 2004 2005<br />
Personen > 60 jaar<br />
Personen < 60 jaar en<br />
niet zwanger<br />
Zwangeren en<br />
pasgeborenen<br />
De grootste toename vond plaats bij personen ouder dan 60 jaar en vooral in de groep > 80<br />
jaar. Het aantal infecties bij zwangeren en pasgeborenen nam niet toe; ook werden geen<br />
seizoensinvloeden ontdekt. Er werden in 2004 en 2005 evenmin explosies gemeld waarbij 2<br />
of meer personen betrokken waren. Van de in de periode 2001 – 2005 gerapporteerde<br />
patiënten overleed 9%. De belangrijkste onderliggende ziekten en condities bij de patiënten<br />
waarvan informatie werd verstrekt was kanker, leverinfecties en behandeling met<br />
afweerremmende middelen. Welke levensmiddelen bij de infecties betrokken waren werd niet<br />
aangegeven.<br />
Bron:<br />
Eurosurveillance Monthly Releases, 2006, Volume 11/ issue 6<br />
Redactionele noot: De vermelde voedselgerelateerde risicofactoren zijn niet echt<br />
betrouwbaar. Ze werden geïdentificeerd op basis van door de patiënten genoemde producten<br />
die zij voorafgaande aan de ziekte hadden geconsumeerd. Hierbij waren geen gezonde<br />
controle personen betrokken.<br />
17
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Uit het Engelse zoönosen rapport 2006: <strong>Listeria</strong>-infecties<br />
In het Verenigd Koningrijk (Scotland, England & Wales, en Noord Ierland) werden in 2006<br />
210 gevallen van listeriose gerapporteerd. Dit aantal was nagenoeg gelijk aan het aantal<br />
gerapporteerde gevallen in 2005. Een overzicht van het jaarlijks aantal gerapporteerde<br />
gevallen, voor de periode 2000 – 2006, is in tabel 1 vermeld.<br />
Tabel 1. Aantal jaarlijks gerapporteerde gevallen van listeriose in het Verenigd Koningrijk,<br />
periode 2000 – 2006.<br />
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006<br />
zwangerschap geassocieerd 13 18 10 36 22 26 26<br />
overigen 102 145 147 215 210 194 184<br />
Totaal 115 163 157 251 232 220 210<br />
Het aantal gevallen van listeriose in het Verenigd Koningrijk piekte einde jaren 80 van de<br />
vorige eeuw. Een duidelijke daling werd waargenomen nadat consumenten werden<br />
geadviseerd geen schimmel gerijpte zachte kazen en patés meer te eten. Als gevolg hiervan<br />
daalde het aantal listeriose gevallen in de daarop volgende jaren. In 2003 nam het aantal<br />
gerapporteerde gevallen weer aanzienlijk toe. Een duidelijke stijging werd vooral onder 60plussers<br />
waargenomen. De oorzaak van deze toename kon echter niet achterhaald worden.<br />
In Engeland en Wales werden in 2006 187 gevallen van listeriose gerapporteerd: 59 patiënten<br />
(32%) overleden aan de gevolgen.<br />
Bron:<br />
Engelse zoönosen rapport 2006: <strong>Listeria</strong>-infecties<br />
Intensieve <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> surveillance in Nederland periode 2005 -<br />
2007<br />
In de periode 2005 - 2007 werden in Nederland in totaal 210 patiënten gerapporteerd met een<br />
infectie veroorzaakt door L. <strong>monocytogenes</strong>. Dit komt overeen met een jaarlijkse incidentie<br />
van 4,1 per miljoen inwoners. In 2006 was dat aantal 63 met een incidentie van 3,9 per<br />
miljoen inwoners.<br />
Bovengenoemde resultaten volgen uit een intensieve surveillance waarbij alle medisch<br />
microbiologische laboratoria in Nederland werden verzocht elke positieve kweek van<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> te melden aan de GGD. Daarnaast werd gevraagd <strong>Listeria</strong>-isolaten te sturen<br />
naar gespecialiseerde laboratoria waaronder het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en<br />
Milieu (RIVM) voor typering van de isolaten.<br />
De resultaten<br />
De belangrijkste resultaten van zijn in tabel 2 vermeld.<br />
Tabel 2. Algemene gegevens over de ziekte listeriose in Nederland in het jaren 2005, 2006 en<br />
2007.<br />
18
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
2005 2006 2007<br />
Algemeen<br />
Aantal patiënten 91 63 66<br />
Incidentie/miljoen inwoners 5,4 3,9 4,1<br />
Overleden patiënten 16 (18%) 18 (28%) 12 (18%)<br />
Onderliggende ziekten 78 (86%) 50 (80%) 50 (76%)<br />
Zwangerschap gerelateerde gevallen<br />
Belangrijkste ziekte manifestaties<br />
6 (7%) 4 (6%) 6 (9%)<br />
sepsis 28% 9% 21%<br />
longontsteking 25% 13%<br />
hersenvliesontsteking 23% 69% 33%<br />
maagdarminfecties<br />
Belangrijkste serotypen<br />
20% 16%<br />
1/2a 44% 43% 38%<br />
4b 48% 38% 44%<br />
Overage typen 9%<br />
Een mogelijke verklaring voor het grotere aantal listeriose-incidenten in 2005 was een cluster<br />
van 18 patiënten die door één en dezelfde L. <strong>monocytogenes</strong> werd veroorzaakt. De bron van<br />
deze cluster werd echter niet achterhaald. In 2007 was ossenworst de oorzaak van minstens<br />
een geval van listeriose. Bij de productie van de betreffende partij ossenworst was een<br />
productiefout opgetreden waardoor groei van L. <strong>monocytogenes</strong> mogelijk was. Deze partij<br />
werd door de producent uit de handel genomen.<br />
Het aantal zwangerschap gerelateerde gevallen over de jaren 2005, 2006 en 2007 was 7,6%.<br />
De mediaanwaarde van de leeftijd van de patiënten was 64 jaar.<br />
De belangrijkste medische achtergronden<br />
Het hebben van kanker, chronische nierziekten, diabetes mellitus, zwangerschap en het<br />
gebruik van middelen die de immunologische afweer verminderen waren de belangrijkste<br />
predisponerende condities om listeriose op te lopen.<br />
Mogelijke voedselgerelateerde risicofactoren<br />
Levensmiddelen die mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van de ziekte listeriose waren:<br />
- rauwkost/salades<br />
- gekookte/gerookte rauwe ham<br />
- pluimveevleesproducten<br />
- ossenworst<br />
- haring<br />
- zachte kaassoorten<br />
Bronnen:<br />
Infectieziekten Bulletin 2006; 17(12):441-7<br />
Infectieziekten Bulletin 2007; 18 (9)308-14<br />
Infectieziekten Bulletin 2008; 19 (10)305-9<br />
Redactionele noot: De vermelde voedselgerelateerde risicofactoren zijn niet echt<br />
betrouwbaar. Ze werden geïdentificeerd op basis van door de patiënten genoemde producten<br />
19
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
die zij voorafgaande aan de ziekte hadden geconsumeerd. Hierbij waren geen gezonde<br />
controle personen betrokken.<br />
Listeriose in Nederland 2008<br />
Door het RIVM werd in 2008, via een intensieve surveillance, het aantal humane listerioseincidenten<br />
die zich in Nederland voordeden in kaart gebracht.<br />
In totaal werden 52 patiënten geregistreerd met een infectie veroorzaakt door <strong>Listeria</strong><br />
<strong>monocytogenes</strong>. Van hen overleden 11 patiënten. Dit komt overeen met 3,2 ziektegevallen per<br />
miljoen inwoners en met 0,63 overledenen per miljoen inwoners. De mediane leeftijd van de<br />
patiënten was 70 jaar en 85 % was 50 jaar of ouder.<br />
Klinisch beeld<br />
Door 38 patiënten (73 %) werd een vragenlijst ingestuurd. De belangrijkste klachten waren:<br />
koorts (82 %);<br />
ernstige vermoeidheid;<br />
verwardheid (39 %);<br />
benauwdheid (39 %); en<br />
diarree (36 %).<br />
De diagnose hersenvliesontsteking (meningitis) werd het meest gesteld (29 %), gevolgd door<br />
maagdarminfecties (17 %), bloedvergiftiging (sepsis) 11 %), longontsteking (9 %), ontsteking<br />
van de hartkleppen (endocarditis) (6 %) en hersenontsteking (encefalitis) (3 %).<br />
Figuur 2. Aantal gerapporteerde patiënten met een L. <strong>monocytogenes</strong>-infectie in 2008 op<br />
basis van de eerste ziektedag.<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
Aantal gerapporteerde patiënten/maand<br />
Jan.<br />
Feb<br />
Mrt<br />
Apr<br />
Mei<br />
Juni<br />
Juli<br />
Aug<br />
Sept<br />
Okt<br />
Nov<br />
Dec<br />
Eerste ziektedag<br />
60 % van de ziekte-incidenten deden zich voor in de maanden juni tot en met september.<br />
De belangrijkste risicofactoren waren het hebben van kanker en het gebruik van immunosupressiva.<br />
De meeste patiënten gaven aan ziek te zijn geworden van worst, gekookte of<br />
gerookte ham, rauwkost/salade, haring en pluimveevlees. Een patiënt-controle onderzoek kon,<br />
vanwege het geringe aantal patiënten, niet worden uitgevoerd.<br />
20
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Serotypen<br />
De belangrijkste serotypen, betrokken bij listeriose-incidenten, zijn in tabel 3 vermeld. Door<br />
de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) werden in 2008 4.000 voedselmonsters op de<br />
aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> onderzocht waarvan bij 177 positieve isolaten het serotype<br />
werd bepaald.<br />
Tabel 3. L. <strong>monocytogenes</strong> serotypen geïsoleerd bij patiënten en uit voedsel<br />
Serotype Isolaten uit patiënten Isolaten uit voedsel<br />
1/2a 35 % 44 %<br />
1/2b 15 % 5 %<br />
1/2c 0 % 17 %<br />
3a 0 % 25 %<br />
4b 43 % 5 %<br />
4d 0 % 2 %<br />
Uit de gegevens blijkt niet dat er een duidelijke relatie is tussen isolaten uit patiënten en die<br />
uit voedsel.<br />
Conclusies<br />
De incidentie was in 2008, met 3,2 ziektegevallen per 1.000.000 personen per jaar, lager dan<br />
in 2006 (3,9 %) en 2007 (4,0 %). Ook het sterftepercentage lijkt af te nemen: 28 % in 2006,<br />
17 % in 2007 en 11 % in 2008. Het aantal overledenen bedroeg 0,6 per 1.000.000 personen.<br />
In deze drie jaren was het aantal ziektemeldingen, veroorzaakt door L. <strong>monocytogenes</strong>,<br />
nagenoeg gelijk.<br />
Levensmiddelen zijn de belangrijkste besmettingsbronnen en de belangrijkste risicofactoren<br />
zijn het hebben van kanker en het gebruik van immunospressiva.<br />
Bron:<br />
ZiekteBulletin jaarging 21, nummer 2, maart 2010<br />
Red. noot. Het aantal gerapporteerde patiënten op een bevolking van > 17 miljoen is zeer<br />
gering. Het hebben van kanker en het gebruik van immunosupressiva middelen zijn de<br />
belangrijkste risicofactoren waarbij preventie maatregelen nauwelijks nog effect zullen<br />
hebben.<br />
Wel is het van belang om via surveillance studies de ziektefrequentie regelmatig te bepalen.<br />
Listeriose in de EU-lidstaten in 2008<br />
In 2008 werden in de EU-lidstaten en de EEA/EFTA 1.462 bevestigde gevallen van listeriose<br />
gerapporteerd . Door Portugal werden geen <strong>Listeria</strong>-data gerapporteerd. Door Cyprus, Malta,<br />
Roemenië, IJsland en Liechtenstein werden geen bevestigde ziektegevallen geconstateerd.<br />
In 2008 was het gemiddeld aantal gerapporteerde gevallen van listeriose 0,31/100.000<br />
inwoners. Dit was iets lager dan in het jaar 2007. Het hoogste aantal ziektegevallen deed zich<br />
voor in Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden met respectievelijk 0,93, 0,75 0,72 en<br />
0,65/100.000 inwoners.<br />
21
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
In tabel 4 is een overzicht vermeld waarbij 26 EU-lidstaten waren betrokken.<br />
Tabel 4. Aantal bevestigde gevallen van listeriose en het aantal patiënten/100.000 inwoners.<br />
Alleen de gegevens van EU-lidstaten zijn vermeld.<br />
Landen 2008<br />
Bevestigde gevallen Aantal ziektegevallen/<br />
100.000<br />
Oostenrijk 31 0,37<br />
België 64 0,60<br />
Bulgarije 5 < 0,1<br />
Tsjechië 37 0,36<br />
Denemarken 51 0,93<br />
Estland 8 0,60<br />
Finland 40 0,75<br />
Frankrijk 276 0,43<br />
Duitsland 306 0,37<br />
Griekenland 1 < 0,1<br />
Hongarije 19 0,19<br />
Ierland 13 0,30<br />
Italië 118 0,20<br />
Letland 8 0,35<br />
Litouwen 7 0,21<br />
Luxemburg 1 0,21<br />
Malta 0 0,0<br />
Nederland 45 0,27<br />
Polen 33 < 0,1<br />
Roemenië 0 0,0<br />
Slowakije 8 0,15<br />
Slovenie 3 0,15<br />
Spanje 88 -<br />
Zweden 60 0,65<br />
Engeland 206 0,34<br />
Totaal 1.428 0,30<br />
Leeftijd<br />
56% van de mensen die listeriose oplopen zijn ouder dan 65 jaar. Het aantal ziektegevallen in<br />
deze groep is 0,94 ziektegevallen/100.000 personen ouder dan 65 jaar.<br />
Het aantal ziektegevallen in de groep van kinderen jonger dan 5 jaar is 0,35 ziektegevallen/100,000<br />
kinderen jonger dan 5 jaar. Ziektegevallen in de groep van 5-64 jaar was<br />
minimaal.<br />
Seizoensgebondenheid<br />
In tabel Y is het aantal ziektegevallen veroorzaakt door listeriose per maand vermeld.<br />
22
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Figuur 3. Aantal listeriose gevallen in 2008 per maand.<br />
Aantal ziektengevallen permaand in 2008<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
jan feb mar apr mei juni juli aug sep okt nov dec<br />
Uit de gegevens van tabel Y blijkt dat maandelijkse ziektegevallen variëren van 51 – 158<br />
gerapporteerde gevallen van listeriose.<br />
Bron:<br />
ECDC: Annual epidemiological report on communicable diseases 2010<br />
Dertien doden in Nederland door <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in 2010<br />
Door het RIVM werd een overzicht gepubliceerd van het aantal ziektegevallen<br />
veroorzaakt door L. <strong>monocytogenes</strong> in het jaar 2010. In dat jaar werden in Nederland 77<br />
patiënten vastgesteld. Dit kwam overeen met 4,7 ziektegevallen per miljoen inwoners.<br />
Daaronder waren vier zwangere vrouwen, waarvan een baby na de geboorte overleed. De<br />
meeste ziektegevallen deden zich voor bij ouderen en personen met een lage weerstand. De<br />
helft van de patiënten was 70 jaar of ouder en in die groep vielen ook de meeste sterfgevallen<br />
(dertien in de leeftijd van 60 – 89 jaar). De stammen van patiënten waren overwegend van<br />
het type 4b (56%) en 1/2a (36a %).<br />
Bij de 84 stammen die door de NVWA uit levensmiddelen waren geïsoleerd, ging het vooral<br />
om de serotypen 1/2a (50%) en 1/2c (19%). Serotype 3a werd in 5% van de gevallen<br />
gevonden dit terwijl in 2007 met 46% nog het meest voorkomende serotype was.<br />
De 114 monsters levensmiddelen waarin L.<strong>monocytogenes</strong> door de NVWA werd aangetoond<br />
bestonden voor 60% uit vis en voor 35% uit vlees en vleeswaren.<br />
De stammen van patiënten en levensmiddelen werden met pulsed-field gelelelktroforese<br />
(PFGE) nader getypeerd om te zien of het soms om de zelfde stammen ging. Dit onderzoek<br />
leide echter niet tot identificatie van verdachte partijen.<br />
Bron:<br />
Infectieziekten Bulletin (23) no. 1, 2012.<br />
23
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.3.3 Vóórkomen<br />
Ziekteverwekkers in rauwe tankmelk<br />
Ziekteverwekkende micro-organismen worden regelmatig in rauwe melk aangetroffen. In een<br />
in South Dakota en Minnesota (VS) uitgevoerd onderzoek werden 131 monsters tankmelk<br />
getest op de aanwezigheid van Campylobacter jejuni, Escherichia coli O157, <strong>Listeria</strong><br />
<strong>monocytogenes</strong>, Salmonella en Yersinia enterocolitica. De resultaten staan in tabel 1 vermeld.<br />
Tabel 1. Voorkomen van een aantal ziekteverwekkende organismen in rauwe tankmelk.<br />
Organisme % besmette monsters 1)<br />
C. jejuni 9,2<br />
E. coli O157 3,8<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> 4,6<br />
Salmonella spp. 6,1<br />
Y. enterocolitica 6,1<br />
De resultaten zijn vergelijkbaar met eerder gepubliceerde studies. Eén uitzondering was het<br />
voorkomen van Y. enterocolitica dat in vergelijking met andere studies minder vaak werd<br />
aangetroffen. Runderen zijn belangrijke reservoirs van Campylobacter, Salmonella, L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> en E. coli O157. Voor Y. enterocolitica is het milieu een belangrijk reservoir.<br />
Dit organisme kan evenals L. <strong>monocytogenes</strong> bij lage temperatuur tot hoge concentraties<br />
uitgroeien.<br />
Bron:<br />
Journal of Dairy Science, 84, 2157-2161, 2001.<br />
Redactionele noot: De studie toont aan dat het drinken van rauwe melk om problemen vraagt.<br />
In een toelichting geven de auteurs van bovengenoemd artikel dat ook aan. In de VS wordt 87<br />
% van de melk geassocieerde explosies veroorzaakt in Staten waarin consumptie van rauwe<br />
melk is toegestaan.<br />
<strong>Listeria</strong> als contaminant in zuivelbedrijven<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> komt frequent voor in zuivelbedrijven. Dit kan worden afgeleid uit<br />
resultaten van onderzoek gepubliceerd in het ‘International Journal of <strong>Food</strong> Microbiology’. In<br />
een bewakingsonderzoek op twee Noord-Ierse zuivelbedrijven werden omgevingsmonsters,<br />
monsters van de gebruikte apparatuur en rauwe melk op L. <strong>monocytogenes</strong> onderzocht. In<br />
totaal werden 9 bemonsteringen uitgevoerd en werden 326 monsters genomen. De<br />
belangrijkste resultaten staan in tabel 2 vermeld.<br />
Tabel 2. Detectie van L. <strong>monocytogenes</strong> in monsters van een tweetal zuivelbedrijven.<br />
24
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Monsterplaats % besmet met<br />
L. <strong>monocytogenes</strong><br />
Apparatuur 6,3<br />
Omgeving 40,6<br />
Rauwe melk 22,2<br />
Van de omgevingsmonsters waren de afvoerputjes in de vloer, traptreden en deurdrempels het<br />
meest besmet.<br />
Bron:<br />
Intern. J. <strong>Food</strong> Microbiology 91 (2004) 167-174.<br />
<strong>Listeria</strong> in boter<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> en <strong>Listeria</strong> spp. worden af en toe en in kleine aantallen in boter<br />
aangetroffen zoals blijkt uit onderzoek uitgevoerd in Engeland in de maanden mei en juni<br />
2004 (zie tabel 3). Onderzocht werden 3.175 monsters boter. Deze werden genomen bij<br />
productiebedrijven, winkels en cateringbedrijven. In 2,1% van de monsters werd <strong>Listeria</strong> spp<br />
aangetoond. L. <strong>monocytogenes</strong> werd gevonden in 0,4 % van de monsters. Het aantal<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> in positieve monsters was in alle gevallen < 10/g.<br />
Tabel 3. <strong>Listeria</strong> spp en L.<strong>monocytogenes</strong> in monsters boter van 25 g. Aantal monsters:<br />
3.175.<br />
<strong>Listeria</strong> Productiebedrijven Catering (aantal Winkels (aantal<br />
(aantal monsters 50) monsters 1.217) monsters 1.908)<br />
<strong>Listeria</strong> spp 1 (2 %) 21 (1,7 %) 44 (2,3 %)<br />
<strong>Listeria</strong><br />
<strong>monocytogenes</strong><br />
0 (0%) 6 (0,5%) 7 (0,4%)<br />
Op basis van de resultaten geven de onderzoekers aan dat alle monsters boter voldoen aan de<br />
richtlijnen die destijds door het Engelse ‘Public Health Laboratory Services’(PHLS) werden<br />
opgesteld.<br />
Aanleiding voor het onderzoek was dat tweemaal eerder met L. <strong>monocytogenes</strong> besmette<br />
boter betrokken was bij ziekte-explosies: de eerste maal in Finland waarbij 18 personen<br />
betrokken waren en waarvan er 4 overleden (J. Infect. Dis., 2000, 181:1838-1841) en de<br />
tweede maal in Engeland waarbij mogelijk 100 tot 200 personen ziek werden als gevolg van<br />
consumptie van besmette boter. (http://www.hpa.org.uk/hpa/publications/DGI_ann_rep<br />
_03/dgi_ann_rep_03.htm).<br />
Bron:<br />
J. <strong>Food</strong> Protection, 2006, 69, 1518-1526<br />
Redactionele noot: Infecties met L. <strong>monocytogenes</strong> via boter is bizar omdat in boter, met zijn<br />
goede vochtverdeling (voldoende kleine vochtdruppeltjes), de groeiomstandigheden voor dit<br />
organisme uitermate ongunstig zijn.<br />
25
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in consumptie gerede levensmiddelen in Europa<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> komt het meest voor op consumptiegerede visserijproducten: 7,5% van de<br />
monsters van 25 gram zijn besmet. Op de tweede plaats komen vleesproducten gevolgd door<br />
groenten, zuivelproducten anders dan kaas en kaas (zie tabel 4). Deze gegevens volgen uit het<br />
door de EU voorgeschreven surveillanceonderzoek uitgevoerd in 2005.<br />
Tabel 4. Incidentie van L. <strong>monocytogenes</strong> in monsters van 25 g voor consumptie gerede<br />
levensmiddelen in Europa.<br />
Levensmiddelen-<br />
Aantal Aantal positief<br />
categorie<br />
monsters<br />
Rauwkost (sla, enz.) 865 7 (0,8%)<br />
Visserij producten 8.155 616 (7,5%)<br />
Zuivelproducten anders dan kaas 11.125 89 (0,8)<br />
Kaas 16.885 104 (0,6%)<br />
Vleesproducten 13.481 367 (2,7%)<br />
Van de visserijproducten was vooral koud gerookte zalm het meest besmet. Van de 2.183<br />
onderzochte zalmmonsters van 25 gram waren er 306 (14%) met L. <strong>monocytogenes</strong> besmet.<br />
Bij 31 monsters (1,4%) was het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> > 100/g.<br />
Het percentage productiedieren dat in 2005 met L. <strong>monocytogenes</strong> besmet was is in tabel 5<br />
vermeld. Het betreft de gemiddelden van een aantal landen waarvan het overgrote deel van de<br />
monsters uit Duitsland afkomstig was.<br />
Tabel 5. Incidentie van L. <strong>monocytogenes</strong> in feces van productiedieren overwegend afkomstig<br />
uit Duitsland.<br />
Productiedieren Aantal monsters Aantal positief<br />
Runderen 9.425 393 (4,2%)<br />
Varkens 11.788 16 (0,14%)<br />
Pluimvee 5.041 14 (0,3)<br />
Schapen 2.100 128 (6,1%)<br />
Geiten 413 28 (6,8%)<br />
Geiten en schapen zijn het meest besmet met L. <strong>monocytogenes</strong> gevolgd door runderen,<br />
pluimvee en varkens.<br />
Bron:<br />
The Community Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses, Zoonotic<br />
Agents, Antimicrobial Resistance and <strong>Food</strong>borne Outbreaks in the European Union<br />
in 2005. The EFSA Journal (2006), 94<br />
Redactionele toelichting: De surveillance van levensmiddelen is in de EU verplicht gesteld<br />
met als bedoeling om gegevens te verzamelen over zowel de aanwezigheid van<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> bij productiedieren als in voor consumptie gerede producten. De gegevens<br />
26
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
zullen worden gebruikt om na te gaan of op voldoende wijze wordt voldaan aan de per 1-1-<br />
2006 gestelde criteria en om de effectiviteit van de wetgeving te beoordelen.<br />
Uit het Europese zoönose rapport <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in voor kant-enklaar<br />
gerechten in 2006<br />
Van de kant-en-klaar gerechten waren in 2006 gerookte visproducten het meest frequent<br />
besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>: 6,6% van de monsters van 25 gram was besmet en 2,2 % van<br />
de monsters bevatte meer dan 100 kolonie-vormende eenheden (kve)/ gram product. Op de<br />
overige kant-en-klare producten komt L. <strong>monocytogenes</strong> ook regelmatig voor, zij het in<br />
geringere aantallen.<br />
De gegevens<br />
In tabel 6 zijn de door de ‘European <strong>Food</strong> <strong>Safety</strong> Autority’ (EFSA) verzamelde gegevens<br />
vermeld die door de EU-lidstaten werden aangeleverd. Deze gegevens volgen uit het door de<br />
EU voorgeschreven surveillanceonderzoek, uitgevoerd in 2005. In de tabel zijn per<br />
productgroep de gegevens verwerkt van alle lidstaten die gegevens hebben aangeleverd.<br />
Tabel 6. Incidentie van L. <strong>monocytogenes</strong> in monsters van 25 gram van kant-en-klaar<br />
gerechten die binnen de Europese lidstaten voor consumptie worden aangeboden.<br />
Aan-/afwezigheid Kwantitatieve aanwezigheid<br />
Producten<br />
Aantal in ≥ 25 g<br />
(kve/g)<br />
lidstaten Aantal % pos. Aantal % %<br />
monsters in 25 g monsters 1-100/g > 100/g<br />
Varkensvlees producten 15 12,895 2,7 9.284 4,4 0,3<br />
Rundvleesproducten 8 2.082 3,5 1.421 2,0 0,3<br />
Pluimveevleesproducten 19 9.433 1,7 1.914 2,6 0,3<br />
Zachte kaas van rundermelk 12 6.281 0,5 1.546 4,3 0,1<br />
Harde kaas van rundermelk 10 2.505 1,5 1.745 15,5 0,3<br />
Zachte kaas van overige melk 1) 10 2.145 0,3 127 0 0,8<br />
Harde kaas van overige melk 1) 10 736 1,0 825 3,5 0,2<br />
Niet gespecificeerde kaassoorten 6 2.398 3,2 217 0 0<br />
Gerookte visproducten 10 855 6,6 2.332 18,0 2,2<br />
Sandwiches 3 5.277 3,6 5.327 0,2 0<br />
Salades 3 652 3,5 1.109 24,7 0,2<br />
Groenten 8 605 1,2 650 0 0<br />
Champignons 1 171 5,3 171 0,6 0,3<br />
Opvallend was het grote verschil in de mate van besmetting van kant-en-klare gerechten<br />
tussen de lidstaten.<br />
De details<br />
Varkensvleesproducten. De besmetting van varkensvleesproducten met L. <strong>monocytogenes</strong><br />
lag in de meeste EU landen tussen 1,3 en 6%. In Ierland werd in één onderzoek echter een<br />
besmettingspercentage van 34% gevonden. In Ierland was in 0,2-2,1% van de monsters > 100<br />
27
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
kve’s aan L. <strong>monocytogenes</strong> per gram product aanwezig. Gemiddeld was in de EU in 0,3%<br />
van de monsters varkensvleesproduct > 100 kve aan L. <strong>monocytogenes</strong> per gram product<br />
aanwezig.<br />
Rundvleesproducten. In Frankrijk bevatte 7% van de verhitte rundvleesproducten > 100<br />
kve’s/g product. De aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in monsters rundvleesproducten uit<br />
België varieerde van 14,9 – 27,0%. Van de producten uit Ierland en Polen was respectievelijk<br />
15,9 en 10,1% besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>.<br />
Pluimveevleesproducten. De aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in kant-en-klare<br />
pluimveevleesproducten was het hoogst in Ierland, Italië en Estland: respectievelijk 34,0%,<br />
21,9% en 6,9% van de monsters was besmet. Monsters met > 100 kve’s/g werden slechts<br />
sporadisch aangetroffen.<br />
Kaas. Zowel in zachte als harde kaassoorten was L. <strong>monocytogenes</strong> aanwezig. In beide<br />
kaastypen werden slechts sporadisch aantallen > 100 kve’s/g aangetroffen.<br />
Van in Duitsland onderzochte harde kaas, bereid met gepasteuriseerde melk, was 19,8% van<br />
de monsters besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>. In harde Italiaanse kaas bereid met laag-verhitte<br />
melk was dat 37,8%. Een relatief hoge besmetting werd ook waargenomen in niet nader<br />
gespecificeerde Ierse kazen: 19,4% van deze kazen was besmet.<br />
Visproducten. Gerookte zalmproducten waren van alle geteste kant-en-klare levensmiddelen<br />
het meest frequent besmet: gemiddeld was in de EU 1,5% besmet met > 100 kve aan L.<br />
<strong>monocytogenes</strong>/ g product.<br />
Sandwiches. Van de in Ierland te koop aangeboden sandwiches was 32,9% besmet. Geen van<br />
deze sandwiches bevatte > 100 kve/g product. Sandwiches bereid in het Verenigd Koningrijk<br />
waren nauwelijks besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>.<br />
Vers gesneden groenten. Slechts incidenteel werd L. <strong>monocytogenes</strong> in monsters verse<br />
groenten aangetroffen. Geen enkel monster bevatte > 100 kve/g product<br />
Bron:<br />
The Community Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses, Zoonotic<br />
Agents, Antimicrobial Resistance and <strong>Food</strong>borne Outbreaks in the European Union in<br />
2006, The EFSA Journal (2007) 130<br />
Redactionele noot. Gegevens zoals door de EFSA verzameld, zijn voor producenten van<br />
levensmiddelen zeer waardevol. De producent krijgt inzicht welke producten veilig zijn en<br />
welke producten problemen kunnen veroorzaken. Het frequent voorkomen van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> in bepaalde landen is daar een voorbeeld van.<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> aanwezig in geselecteerde kant-en-klare levensmiddelen<br />
in Engeland<br />
28
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Ofschoon de ziekte listeriose in de meeste landen een zeldzame ziekte is werd door de<br />
Engelse voedselautoriteiten onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> in kant-en-klare producten.<br />
Het onderzoek<br />
In de periode mei 2006 tot april 2007 werden 6.984 kant-en-klare producten onderzocht op de<br />
aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong>. Onderzocht werden 2.168 gesneden vleesproducten,<br />
1.242 harde kaassoorten, 1.088 sandwiches, 878 monsters boter, 725 smeerkaasproducten,<br />
515 monsters ‘confectionery’producten en 368 probiotische dranken.<br />
De resultaten<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> werd voornamelijk aangetroffen in sandwiches en in gesneden<br />
vleesproducten.<br />
7 % van de sandwiches waren besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>.<br />
Van de sandwiches bevatte 0,4 % > dan 100 kve/g.<br />
Van de gesneden vleesproducten was 3,7 % besmet binnen de houdbaarheidstermijn<br />
en 4,2 % aan het eind van de houdbaarheidstermijn.<br />
Van de gesneden vleesproducten bevatte 0,7 % > 100 kve/g tijdens de houdbaarheid<br />
en 1,0 % aan het eind van de houdbaarheidstermijn.<br />
De besmetting van gesneden vleesproducten met > 100 kve/g was het hoogst in<br />
voorverpakte producten en in pakken met > 300 gram product. Dit was ook het geval<br />
bij sandwiches die met verse groenten waren bereid.<br />
Verder werd geconstateerd dat de microbiologische kwaliteit sterk afhankelijk was<br />
van de toegepaste hygiënische maatregelen en het hebben van een HACCP.<br />
Conclusies<br />
De studie heeft duidelijk gemaakt dat het beheersen van L. <strong>monocytogenes</strong> in bovengenoemde<br />
kant-en-klare producten van groot belang is om de kans op listeriose te<br />
verminderen.<br />
Bron:<br />
Journal of <strong>Food</strong> Protection Vol. 72 number 9, pp 1869-1877 (9)<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> en het effect op overleving en groei gedurende de<br />
verwerking.<br />
Er is nog maar weinig bekend over overleving en groei van L. <strong>monocytogenes</strong> tijdens het<br />
productieproces van Frankfurters. Dit was voor Amerikaanse onderzoekers aanleiding nader<br />
onderzoek te verrichten.<br />
Het onderzoek.<br />
In het onderzoek werden de effecten van het al of niet gebruiken van antibacteriële middelen<br />
(mengsel van 1,5 % Ka-lactaat en 0,1 % diacetaat), gekoelde bewaring, invriezen, het<br />
ontdooien en de ondooitijd bij 7 ºC getest. Hiertoe werden Frankfurters kunstmatig besmet<br />
met 2,1 log10 kve/cm 2 aan L. <strong>monocytogenes</strong> en vacuüm verpakt. Vervolgens werden zij<br />
bewaard bij 4 ºC gedurende respectievelijk 6 en 30 dagen. Vervolgens werden de<br />
Frankfurters ingevroren bij -15 ºC gedurende respectievelijk 10, 30 en 50 dagen. Hierna<br />
29
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
werden de verpakkingen ontdooid bij respectievelijk 7 ºC gedurende 24 uur, bij 23 ºC<br />
gedurende 8 uur en in een magnetronoven (2450 MHz, 1100 Watts met een tijdsduur van 340<br />
sec.) en vervolgens onder aërobe condities bewaard bij 7 ºC gedurende 14 dagen.<br />
De resultaten<br />
Er was geen groei van L. <strong>monocytogenes</strong> bij gebruik van antibacteriële middelen (1,5<br />
% Ka-lactaat en 0,1 % diacetaat) bij een temperatuur van 4 ºC gedurende 14 dagen.<br />
Door invriezen van Frankfurters bij -15 ºC daalde het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> tot <<br />
1.0 log10 kve/cm 2 .<br />
Ontdooien had slechts een minimaal effect op het aantal aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong><br />
( < 0,5 log10 kve/cm2).<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> nam na 7 dagen bewaren wel toe met 1,5 log10 kve/cm 2 in de<br />
monsters die geen antibacteriële middelen bevatten. Na 14 dagen was het aantal zelfs<br />
gestegen tot 5,6 log10 kve/cm 2 .<br />
Conclusies<br />
Consumenten wordt aangeraden Frankfurters na aankoop in te vriezen en Fankfurters zonder<br />
antibacteriële middelen na 3 dagen ontdooien niet meer te gebruiken.<br />
Bron:<br />
<strong>Food</strong> Microbiology 22 sep. 09. Authors: C. Simpson Beauchamp, O.A. Byelashov, I.<br />
Geornaras et al.<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in kant-en-klare producten 2008<br />
In 2008 werden door de Europese lidstaten kant-en-klare producten, waaronder<br />
varkensproducten, rundvleesproducten, pluimveeproducten, kaas van rundermelk en kaas van<br />
geiten en schapen onderzocht op de aan- /afwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in 25 g product<br />
en kwantitatieve aanwezigheid bepaald. De resultaten zijn vermeld in tabel 7.<br />
Tabel 7. Incidentie van L. <strong>monocytogenes</strong> in monsters kant-en-klaar gerechten die binnen de<br />
Europese lidstaten voor consumptie werden aangeboden in 2008.<br />
Aan-/afwezigheid Kwantitatieve aanwezigheid<br />
Producten<br />
Aantal in 25 g<br />
(kve/g)<br />
lidstaten Aantal % pos. Aantal % %<br />
monsters in 25 g monsters 1-100/g > 100/g<br />
Varkensvlees producten 16 21.562 1,9 8.615 1,3 0,3<br />
Rundvleesproducten 14 7.510 2,6 3.730 2,2 0,4<br />
Pluimveevleesproducten 11 3.263 1,6 1.351 0,4 0,1<br />
Kaas van rundermelk 4 3.461 < 0,1 108 0.9 0<br />
Kaas van schapen en geiten 4 101 0 305 1,6 5,2<br />
In de onderzochte kant-en-klare producten was ten opzichte van 2007 weinig verschil. Wel<br />
was 5,2 % van kaas van schapen en geiten besmet met meer dan 100 kve/g product.<br />
Bron:<br />
The EFSA Journal 2010 – 1496<br />
30
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in kant-en-klare visproducten 2008<br />
In 2008 werden door een aantal Europese lidstaten kant-en-klare visproducten onderzocht op<br />
de aan- /afwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in 25 g product en de kwantitatieve aanwezigheid<br />
bepaald. De resultaten zijn vermeld in tabel 8.<br />
Tabel 8. Incidentie van L. <strong>monocytogenes</strong> in monsters kant-en-klare visgerechten die binnen<br />
de Europese lidstaten voor consumptie werden aangeboden in 2008.<br />
Aan-/afwezigheid in 25 g Kwantitatieve aanwezigheid<br />
Producten Aantal<br />
(kve/g)<br />
lidstaten Aantal % pos. Aantal % %<br />
monsters in 25 g monsters 1-100/g > 100/g<br />
Vis producten 12 7.126 9,8 7.178 0.9 0,5<br />
Crustacean 5 445 2,7 516 0 0<br />
Een relatief hoog percentage van 25 gram kant-en-klare visproducten was besmet met L.<br />
<strong>monocytogenes</strong>. De aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> in 25 gram product varieerde van 0,5<br />
% tot 33,9 %. Van de Nederlandse kant-en-klare vis was 14,3 % besmet.<br />
Bron:<br />
The EFSA Journal 2010 – 1496<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> bij productiedieren 2008<br />
In 2008 werden door een aantal Europese lidstaten productiedieren onderocht op de<br />
aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong>. In het onderzoek werden fecesmonsters van 25 g<br />
onderzocht. De resultaten zijn vermeld in tabel 9.<br />
Tabel 9. <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> aanwezig in productiedieren. Onderzocht werden monsters<br />
feces van 25 gram<br />
Diersoorten Aantal lidstaten Aantal monsters % positief<br />
Kippen 5 2.024 < 0,1<br />
Kalkoenen 6 123 0.0<br />
Varkens 6 4.777 0,1<br />
Runderen 7 14.027 1,1<br />
Geiten 4 664 3,6<br />
Schapen 9 3.053 3,6<br />
Bron:<br />
The EFSA Journal 2010 – 1496<br />
Dertien doden door <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in 2010<br />
31
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Door het RIVM werd een overzicht gepubliceerd van het aantal ziektegevallen<br />
veroorzaakt door L. <strong>monocytogenes</strong> in het jaar 2010. In dat jaar werden in Nederland 77<br />
patiënten vastgesteld. Dit kwam overeen met 4,7 ziektegevallen per miljoen inwoners.<br />
Daaronder waren vier zwangere vrouwen, waarvan een baby na de geboorte overleed. De<br />
meeste ziektegevallen deden zich voor bij ouderen en personen met een lage weerstand. De<br />
helft van de patiënten was 70 jaar of ouder en in die groep vielen ook de meeste sterfgevallen<br />
(dertien in de leeftijd van 60 – 89 jaar). De stammen van patiënten waren overwegend van<br />
het type 4b (56%) en 1/2a (36a %).<br />
Bij de 84 stammen die door de NVWA uit levensmiddelen waren geïsoleerd, ging het vooral<br />
om de serotypen 1/2a (50%) en 1/2c (19%). Serotype 3a werd in 5% van de gevallen<br />
gevonden dit terwijl in 2007 met 46% nog het meest voorkomende serotype was.<br />
De 114 monsters levensmiddelen waarin L.<strong>monocytogenes</strong> door de NVWA werd aangetoond<br />
bestonden voor 60% uit vis en voor 35% uit vlees en vleeswaren.<br />
De stammen van patiënten en levensmiddelen werden met pulsed-field gelelelktroforese<br />
(PFGE) nader getypeerd om te zien of het soms om de zelfde stammen ging. Dit onderzoek<br />
leide echter niet tot identificatie van verdachte partijen.<br />
Bron:<br />
Infectieziekten Bulletin (23) no. 1, 2012.<br />
32
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.3.4 Beheersmaatregelen<br />
Doorstraling elimineert <strong>Listeria</strong> in sandwiches<br />
Doorstraling is zeer effectief om eventuele nabesmettingen van sandwiches met onder andere<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> te elimineren. Dat volgt uit een onderzoek uitgevoerd door<br />
medewerkers van de Universiteit van California (VS) dat in 2002 gepubliceerd werd in het<br />
‘Journal of <strong>Food</strong> Protection’. In het onderzoek werden sandwiches met ham en kaas<br />
kunstmatig besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>. Vervolgens werden deze bij – 40 °C ingevroren en<br />
doorstraald. Na ontdooien werden ze microbiologisch en organoleptisch onderzocht.<br />
De dosis voor een decimale reductie van het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> was 0,71-0,81 kGy. Een<br />
dosis van 3,5 – 4,0 kGy was nodig om een 5-decimale reductie te bewerkstelligen. Bij een<br />
smaaktest, uitgevoerd met sandwiches die met een dosis van 5,9 kGy waren behandeld, werd<br />
door een panel van proevers een smaakverschil geconstateerd. Zij konden echter geen<br />
voorkeur aangeven tussen doorstraalde en niet doorstraalde sandwiches. Er werden geen<br />
smaakproeven uitgevoerd bij lagere dosis.<br />
Bron:<br />
Journal of <strong>Food</strong> Protection, 2002, 65, 1740-1744.<br />
Redactionele toelichting: De verwachting is dat de ‘<strong>Food</strong> and Drug Administration’ (FDA)<br />
binnenkort toestemming zal geven voor het doorstralen van sandwiches. Mede gelet op het<br />
terughoudend beleid van de Europese Commissie is toestemming voor doorstraling van<br />
sandwiches in Europa voorlopig niet aan de orde.<br />
Corrosie van roestvrij staal bevorderd hechting bacteriën<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> hecht zich beter aan gecorrodeerd roestvrijstaal (RVS) dan aan niet<br />
gecorrodeerd RVS. Dat volgt uit experimenten uitgevoerd door onderzoekers van het ‘Poultry<br />
Science Department’ en het ‘Materials Research Center’ van de Universiteit van Alabama<br />
(VS). Corrosie van RSV ontstaat onder andere door blootstelling aan zuren al of niet in<br />
combinatie met verhitting. In figuur 1 zijn 2 elektronmicroscopische opnamen van niet<br />
gecorrodeerd RVS 304 en gecorrodeerd RVS 304 weergegeven. Op het gecorrodeerde staal<br />
zijn duidelijk groeven zichtbaar die niet aanwezig zijn op niet gecorrodeerd staal. In hun<br />
experimenten brachten de onderzoekers een gelijke hoeveelheid L. <strong>monocytogenes</strong> aan op<br />
beide oppervlakken. Deze werden vervolgens gedurende 3 uur in een vochtige omgeving bij<br />
23°C geïncubeerd. Vervolgens werden de oppervlakken 3 maal gewassen en werden<br />
elektronmicroscopische opnamen gemaakt waarna het aantal zichtbare organismen werd<br />
geteld (zie figuur1). Op het gecorrodeerde oppervlak waren meer L. <strong>monocytogenes</strong> aanwezig<br />
dan op het niet-gecorrodeerde oppervlak. L. <strong>monocytogenes</strong> hechtte nog het best op<br />
gecorrodeerde lasnaden.<br />
Figuur 1. Elektronmicroscopische opname van roestvrijstaal. Links niet gecorrodeerd staal<br />
met zichtbare micro-organismen; rechts gecorrodeerd staal met micro-organismen.<br />
33
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
De onderzoekers zijn dan ook van mening dat niet juist uitgevoerde lasverbindingen de<br />
belangrijkste plaatsen zijn waar micro-organismen zich als eerste hechten en van daaruit<br />
zogenaamde bio-filmvorming veroorzaken.<br />
Bron:<br />
J. <strong>Food</strong> Protection, 2006, 69, 1527-1532.<br />
FDA staat gebruik van bacteriofagen toe<br />
De Amerikaanse ‘<strong>Food</strong> and Drug Administration’ (FDA) heeft toestemming verleend voor<br />
het gebruik van bacteriofagen als antibacterieelmiddel tegen <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in kanten-klaar<br />
maaltijden en pluimveevleesproducten. Het verzoek voor het gebruik van<br />
bacteriofagen als antibacterieelmiddel werd ingediend door het Amerikaanse bedrijf<br />
Intralytix, Inc.<br />
Met dit besluit is de FDA de eerste organisatie die toepassing verleent voor gebruik van<br />
bacteriofagen om micro-organismen in levensmiddelen te inactiveren.<br />
Bacteriofagen zijn virussen die bacteriën kunnen binnendringen en doden. Ze zijn zeer<br />
specifiek en kunnen slechts een bepaalde soort bacteriën binnendringen. Hierdoor zijn<br />
meerdere bacteriofagen nodig om alle L. <strong>monocytogenes</strong> soorten te kunnen inactiveren. Het<br />
product waarvoor Intralytix, Inc. toestemming heeft verkregen bevat dan ook 6 verschillende<br />
bacteriofagen.<br />
De fagen worden bereid door ze op L. <strong>monocytogenes</strong> te laten groeien en daarna te zuiveren.<br />
Aanvankelijk maakte de FDA zich zorgen over de mogelijke aanwezigheid van giftige resten<br />
van de bacteriën in het product. Dit bleek echter niet het geval te zijn.<br />
Inmiddels heeft ook een Europees bedrijf, ‘Ebi <strong>Food</strong> <strong>Safety</strong>’, aangekondigd bacteriofagen op<br />
de markt te brengen. Het betreft het product ‘Listex TM P100’ dat ook gericht is op het<br />
inactiveren van L. <strong>monocytogenes</strong>. Navraag in Brussel leerde dat er nog geen toestemming is<br />
gevraagd voor het gebruik van het middel in levensmiddelen.<br />
Bron:<br />
FDA, Federal Register: (volume 71, number 160, 2006)<br />
Redactionele toelichting: Bacteriofagen werden al in 1896 ontdekt door Hankin. Hij<br />
observeerde dat in het water van de Ganges en Jumna in India antibacteriële activiteit<br />
aanwezig was die door een zeer fijn porseleinfilter werd doorgelaten. In 1915 toonde Twort<br />
aan dat de antibacteriële activiteit door ‘entities’ werd veroorzaakt en niet door antibacteriële<br />
stoffen. In 1917 kon Felix d’Herelle van het Instituut Pasteur, Parijs, bewijzen dat het hier<br />
ging om een ‘onzichtbaar’ micro-organisme: een virus dat parasiteert op bacteriën. Hertelle<br />
noemde dit virus ‘bacteriophage’ hetgeen Grieks is voor ‘bacterie-eter’.<br />
34
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Melkzuur remt effectief groei van <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> op frankfurters<br />
De toename van <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> op frankfurters kan effectief worden voorkomen<br />
door deze te behandelen met melkzuur.<br />
Doel van het onderzoek<br />
In de nieuwe criteria voor L. <strong>monocytogenes</strong> in de Verenigde Staten wordt geëist dat er geen<br />
groei mag plaats vinden op kant-en-klare levensmiddelen en dat het aantal aanwezige L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> bacteriën altijd < 100 per g product dient te zijn.<br />
Uitvoering van het onderzoek<br />
In het uitgevoerde onderzoek werden frankfurters kunstmatig besmet met 0,2 ml cocktail van<br />
10 verschillende L. <strong>monocytogenes</strong> stammen. De eindconcentratie was 4,8 log10<br />
kolonievormende eenheden per cm 2 . Vervolgens werden behandelde frankfurters gedurende<br />
15 minuten bij 4°C bewaard. Hierna werden ze gedurende 5 seconden besproeid met<br />
respectievelijk steriel gedestilleerd water (W), een 5%-oplossing van melkzuur (LA) en een<br />
5%-oplossing van melkzuur waaraan toegevoegd 0,5% natriumlaurylsulfaat (LA+LS). Niet<br />
behandelde frankfurters dienden als controle.<br />
Vervolgens werden de frankfurters vacuümverpakt en bewaard bij 4°C. Tot en met 42 dagen<br />
werden de frankfurters wekelijks onderzocht op aantallen L. <strong>monocytogenes</strong> bacteriën en<br />
daarna om de 10 dagen.<br />
De resultaten<br />
Effect van behandeling op de pH. In tabel 2 is het effect van de behandelingen met melkzuur<br />
en melkzuur + natrium-laurylsulfaat vermeld.<br />
Tabel 2. Het effect van behandeling van frankfurters op de pH van het product<br />
Bewaartijd<br />
pH-waarde<br />
In dagen Controle Melkzuur Melkzuur +<br />
0 6,0 5,8<br />
Natriumlaurylsulfaat<br />
5,8<br />
7 6,1 5,9 5,9<br />
21 6,1 5,8 5,9<br />
42 6,1 5,8 5,9<br />
90 5,5 5,7 5,8<br />
Het effect van het behandelen van frankfurters met melkzuur en melkzuur met 0,5%<br />
natriumlaurylsulfaat bedroeg ongeveer 0,2 -0,3 pH-eenheden. Tijdens de gehele<br />
bewaarperiode bleef de pH van de behandelde producten stabiel. In het controle experiment<br />
daalde de initiële pH met 0,5 pH eenheden na 90 dagen bewaren.<br />
Effect van behandeling op L. <strong>monocytogenes</strong>. In figuur 2 zijn de resultaten van de<br />
antimicrobiële behandelingen vermeld.<br />
Na het sproeien van de frankfurters (op dag 0) met respectievelijk water en melkzuur daalde<br />
het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> ten opzichte van de controle met respectievelijk 1,3 en 1,8 log10<br />
35
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
eenheden per cm 2 . De reductie was echter niet significant verschillend. Behandeling met<br />
melkzuur + natriumlaurylsulfaat resulteerde in een reductie van 2,6 ten opzichte van de<br />
controle en was significant lager dan de behandeling met water.<br />
Als gevolg van de behandeling van frankfurters met melkzuur vond gedurende de eerste 40<br />
bewaardagen geen groei van L. <strong>monocytogenes</strong> plaats. Dit was ook het geval voor de<br />
behandeling met melkzuur + natriumlaurylsulfaat. Voor de controle monsters was dat slechts<br />
14-15 dagen! Tijdens de bewaring (4°C) nam het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> niet af.<br />
Figuur 2. Effect van behandeling van geïnoculeerde frankfurters met steriel gedestilleerd<br />
water (water), melkzuur (LA) en melkzuur + natriumlaurylsulfaat (LA+LS) op L.<br />
<strong>monocytogenes</strong>. Weergeven zijn de aantallen in log10 kolonievormende eenheden per cm 2<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
Aantallen in log 10<br />
0 7 14 21 28 35 42 52 62<br />
Bewaartijd in dagen<br />
Controle<br />
Water<br />
LA<br />
LA+LS<br />
Bron:<br />
Journal of <strong>Food</strong> Protection, 2008, 71,728-734<br />
Redactionele noot: Dat tijdens de bewaring van met melkzuur behandelde frankfurters geen<br />
afname plaats vond, wordt naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt door de zeer lage<br />
metabolische activiteit van L. <strong>monocytogenes</strong> bij 4°C.<br />
Antibacteriële middelen om de groei van <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> op zalm filet<br />
te beperken<br />
Het behandelen van het oppervlak van zalmfilet met een mengsel van 2.4% natriumlactaat en<br />
0.125% natriumdiacetaat voorkomt groei van L. <strong>monocytogenes</strong> bij 4°C gedurende 4 weken.<br />
Dit zijn de resultaten van een onderzoek gepubliceerd in het International Journal of <strong>Food</strong><br />
Microbiology.<br />
Experimentele opzet<br />
In het onderzoek werden de volgende antibacteriële middelen getest op de remming van groei<br />
van L. <strong>monocytogenes</strong>: nisine, natriumlactaat (SL), natriumdiacetaat (SD), naytriumbenzoaat<br />
(SB) en natriumsorbaat.<br />
36
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Allereerst werden voor alle antibacteriële middelen de minimum remmende concentraties<br />
(MIC-waarde) bepaald van 12 verschillende L. <strong>monocytogenes</strong> stammen. Van de twee<br />
stammen met de hoogste MIC-waarden (stam V7 en Scott A) werd een cocktail gemaakt en<br />
gebruikt voor het inoculeren van koud gerookte zalmfilets. Vervolgens werden de filets<br />
behandeld met de individuele antibacteriële middelen. Ook werden testen uit gevoerd met een<br />
mengsel van 2 middelen. De gebruikte concentraties aan antibacteriële middelen kwam<br />
overeen met de wettelijk toegestane hoeveelheden.<br />
De resultaten<br />
De belangrijkste resultaten zijn in figuur 3 weergegeven.<br />
Figuur 3. Aantal L. <strong>monocytogenes</strong> (log10 kolonievormende eenheden/g) in koud gerookte<br />
zalmfilets, met een beginbesmetting van 3.2 log10 kve’s/g, die met resp. natriumdiacetaat (SD)<br />
en een mengsel van natriumlactaat (SL) en natriumdiacetaat (SD) bij een temperatuur van 4<br />
°C werden bewaard.<br />
Log10 CFU/g<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
Control<br />
SD (0.250% (w/w))<br />
SL/SD (2.40/0.125% (w/w))<br />
1 2 3 4 5 6<br />
week<br />
Na een week bewaren was het aantal L. <strong>monocytogenes</strong> in de controle monsters 2 log10<br />
eenheden toegenomen. Bij het gebruik van natriumdiacetaat (SD) nam het aantal L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> na drie weken aanzienlijk toe. Bij het gebruik van de combinatie<br />
natriumlactaat (concentratie 2.40 % (w/w) en natriumdiacetaat (concentratie 0.125% (w/w)<br />
was er geen significante toename. Dit was wel het geval na bewaren gedurende 5 weken.<br />
De antibacteriële werking van nisine bleek stam afhankelijk te zijn. Natriumbenzoaat was niet<br />
in staat groei te voorkomen en hetzelfde bleek voor natriumsorbaat.<br />
Bron:<br />
Int. Journal of <strong>Food</strong> Microbiology 123 (2008) 220-227<br />
Redactionele noot. De maximale hoeveelheden aan antibacteriële middelen die in de VS en<br />
de EU toegestaan zijn, zijn in tabel zijn in tabel 3 vermeld.<br />
Tabel 3. De maximale hoeveelheden aan antibacteriële middelen die in de VS en de EU<br />
toegestaan zijn.<br />
Antibacterials VS (% w/w) EU(% w/w)<br />
Nisine 0.025 0.00125<br />
37
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Natriumlactaat 4.8 Geen vermelde maximale hoeveelheid<br />
Natriumdiacetaat 0.25 Geen vermelde maximale hoeveelheid<br />
Natriumbenzoaat 0,1 0.2*<br />
Kaliumsorbaat 0.3 0.2*<br />
*) In bepaalde gevallen is het toegestaan hogere hoeveelheden te gebruiken.<br />
Terughaalacties levensmiddelen in Nederland<br />
In de periode 15 juni 2006 - 17 juni 2008 werd door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit<br />
27 maal een levensmiddel uit de markt genomen. In tabel 4 zijn de oorzaken<br />
vermeld.<br />
Tabel 4. Terughaalacties van levensmiddelen in Nederland in de periode 15 juni 2006 - 17<br />
juni 2008 en de oorzaken.<br />
De gevaren Aantal maal Vermelde oorzaken en (aantal)<br />
Microbiologsiche gevaren 10 Gevaarlijke bacteriën aanwezig (3)<br />
Overschreiding bacteriële norm (2)<br />
Salmonella (1)<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> (1)<br />
Enterobacter sakazakii (1)<br />
Staphylococcus aureus (1)<br />
Temperatuurafwijking (1)<br />
Fysische gevaren 10 Glas (3)<br />
Metaaldeeltjes (2)<br />
Plastic (2)<br />
Harde deeltjes aanwezig (2)<br />
Rubber (1)<br />
Etiketteringsfouten 6 Gebruik verkeerde etiketten (4)<br />
Niet gedeclareerde allergenen (2)<br />
Chemische gevaren 0<br />
Overige gevaren 1 Onvoldoende kwaliteit van product (1)<br />
Uit de gegevens volgt de microbiologische en fysische gevaren en etiketteringsgevaren de<br />
belangrijkste redenen waren om producten uit de markt te nemen. Slechts maal was de<br />
aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong> de reden voor een terughaalactie. Chemische gevaren<br />
waren geen reden om producten teug te halen.<br />
Bron:<br />
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (http://www.vwa.nl)<br />
Terughaalacties en waarschuwingen in de periode 2008 - 2009<br />
Canada<br />
38
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Ivanhoe cheese mogelijk besmet met <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong>. De ‘Canadian <strong>Food</strong> Inspection<br />
Agency’ (CFIA) en het bedrijf Ivanhoe Cheese Inc. hebben een publieke waarschuwing doen<br />
uitgaan waarin aangeven werd geen kaas te consumeren van het merk ‘Shredded Marble<br />
Cheese’. Reden: de kazen zijn mogelijk besmet zijn met L. <strong>monocytogenes</strong>. Het product werd<br />
gedistribueerd in Ontario. De producent heeft inmiddels een vrijwillige terughaalactie<br />
georganiseerd en de CFIA houdt toezicht op de doeltreffendheid van de terughaalactie. Bij het<br />
verschijnen van dit bericht ware nog geen gerapporteerde ziektegevallen.<br />
Bron: CFIA, 10 sept. 2008<br />
Ricotta kaas verdacht. De ‘Canedian <strong>Food</strong> Inspection Agency (CFIA) en de ‘International<br />
Cheese Co. Ltd’ hebben een publieke waarschuwing doen uitgaan om geen ricotta kaas van<br />
het merk Santa Lucia te consumeren. Het product is mogelijk besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>.<br />
De producent, ‘International Cheese Co. Ltd’ heeft inmiddels een vrijwillige terughaalactie<br />
georganiseerd en de CFIA houdt toezicht op de doeltreffendheid van de terughaalactie.<br />
Er werden ten tijde van de terughaalactie geen ziektegevallen aan de CFIA gerapporteerd.<br />
Bron: CFIA, 03 dec. 2008<br />
http://www.inspection.gc.ca/english/corpaffr/recarapp/2008/20081202e.shtml<br />
Verenigde Staten<br />
Terughaalactie gerookte zalm. New York Fish Inc. heeft besloten een partij vacuüm verpakte<br />
‘European style smoked salmon’ uit de handel te nemen. Reden: de vis zou in potentie besmet<br />
kunnen zijn met <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong>. New York Fish brand Imperial-European Style<br />
Smoked Salmon’ werd in 6 Amerikaanse Staten gedistribueerd. Op het moment van de<br />
terughaalactie waren er geen bekende ziektegevallen. De aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong><br />
werd door het ‘Florida State Department of Agriculture’ vastgesteld na het testen van de vis in<br />
een winkel.<br />
Bron: FDA Press Release 26 sept. 2008<br />
http://www.fda.gov/oc/po/firmrecalls/nyfish09_08.html<br />
Home Martket <strong>Food</strong>s VS. Home Martket <strong>Food</strong>s in de VS heeft in overleg met de<br />
Amerikaanse ‘<strong>Food</strong> <strong>Safety</strong> Inspection Service’ (FSIS) 5.250 pond diepgevroren kant-en-klaar<br />
rundvlees moeten terghalen. Oorzaak: Het product is mogelijk besmet met <strong>Listeria</strong><br />
<strong>monocytogenes</strong>. De besmetting werd door het bedrijf zelf ontdekt en rapporteerde deze<br />
bevinding aan de FSIS. Ten tijde van de terughaalactie had de FSIS nog geen met het vlees<br />
geassocieerde ziektemelding ontvangen.<br />
Bron: FSIS, 29 nov. 2008.<br />
http://www.fsis.usda.gov/News_&_Events/Recall_046_2008_Release/index.asp<br />
Hot dog producten verdacht. Door het Amerikaanse bedrijf, R.L. Zeigler Co., Inc., werd een<br />
partij hot dogs uit de handel genomen nadat door de Amerikaanse ‘<strong>Food</strong> <strong>Safety</strong> Inspection<br />
Service’ L. <strong>monocytogenes</strong> was aangetoond. Het betrof een partij van 28.610 pond.<br />
Bron: FSIS, 08 nov. 2008<br />
http://www.fsis.usda.gov/News_&_Events/Recall_046_2008_Release/index.asp<br />
Engeland<br />
39
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Lignesa <strong>Food</strong>s haalt ‘Samsono’ terug. Het Engelse bedrijf Lignesa <strong>Food</strong> heeft alle producten<br />
van het merk ‘Ears and Tongue Roll’ uit de markt genomen. Het product was in hoge mate<br />
besmet met L. <strong>monocytogenes</strong>. Het betreffende product werd door de Litauwse firma JSC<br />
Samsonas geproduceerd. Van de 18 geteste monsters bleken er 17 besmet met te zijn met<br />
grote aantallen L. <strong>monocytogenes</strong>. In de besmette monsters werden tot 2,8 x 10 6 kve’s aan L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> aangetroffen.<br />
Bron: <strong>Food</strong> Standard 22 oct.2008.Agency 22 oct.2008.<br />
http://www.food.gov.uk/news/newsarchive/2008/oct/samsono<br />
Overleving <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in hoofdkaas<br />
Hoofdkaas is een volledig gekookt geleiachtig vleesproduct gemaakt met snippers van mager<br />
varkensvlees en producten zoals oren, harten en tongen van varkens. Het product wordt lange<br />
tijd gekookt en door toevoegen van azijn wordt de pH ingesteld op een waarde variërend van<br />
4,5 – 5,0.<br />
Vraagstelling<br />
Bij welke pH en temperatuur kan L. <strong>monocytogenes</strong> in genoemd product groeien.<br />
Het onderzoek<br />
Het onderzoek werd uitgevoerd door medewerkes van de North Carolina State University.<br />
Zij produceerden de hoofdkaas (in de VS aangeduid als ‘souse’) op de gebruikelijke wijze en<br />
stelden de pH in op respectievelijk 4,3, 4,7 en 5,1. Na afkoeling werd L. <strong>monocytogenes</strong> ca.<br />
10 6 kve’s/g aan L. <strong>monocytogenes</strong> toegevoegd. Vervolgens werden monsters geïncubeerd bij<br />
respectievelijk 5 en 10 °C en in de tijd onderzocht op het aantal aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong>.<br />
De resultaten<br />
Bij de bewaartemperatuur van 5 °C nam het aantal aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong> langzaam af.<br />
Dat was zowel het geval bij pH 4,3, 4,7 en 5,0. De resultaten hiervan zijn in figuur 4a<br />
vermeld.<br />
Figuur 4a. Overleving van L. <strong>monocytogenes</strong> in hoofdkaas. Bewaartemperatuur 5 °C.<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
Log 10 kve’s/g<br />
0 4 7 11 14 18 21 25 28 32<br />
Dagen<br />
pH 4,3<br />
pH 4,7<br />
pH 5,1<br />
40
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Ook bij de bewaartemperatuur van 10 °C nam het aantal aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong><br />
langzaam af. Dat was zowel het geval bij pH 4,3, 4,7 en 5,0. De resultaten hiervan zijn in<br />
figuur 4b vermeld.<br />
Figuur 4b. Overleving van L. <strong>monocytogenes</strong> in hoofdkaas. Bewaartemperatuur 10 °C.<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
Log 10 kve’s/g<br />
0 4 7 11 14 18 21 25 28 32<br />
Dagen<br />
pH 4,3<br />
pH 4,7<br />
pH 5,1<br />
Bron:<br />
Journal of food protection, Vol, 72, No. 3, 2009, 637-643.<br />
Redactionele noot: Volgens de Amerikaanse wetgeving mag geen groei optreden van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> in levensmiddelen. Conventioneel bereide hoofdkaas is dan ook een veilig<br />
product. Dit is zelfs het geval bij een bewaartemperatuur van 10 °C en een pH van 5,1. De<br />
belangrijkste reden is dat de pH wordt ingesteld met azijn. Van azijn is bekend dat het een<br />
pKa-waarde heeft (4,76). De pKa waarde van een zuur is de pH waarde waarbij 50 % van het<br />
molecuul in de ongedissocieerde vorm voorkomt [R-COOH].<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> en decontaminatie met bacteriofagen<br />
Fagen zijn specifieke virussen die alleen bacteriën aantasten en vernietigen (lyseren). In de<br />
Verenigde Staten is het gebruik van de bacteriofaag Listex P100 (faag P100) door de ‘<strong>Food</strong><br />
and Drug Administration’ (FDA) en ‘<strong>Food</strong> <strong>Safety</strong> and Inspection Service’(FSIS) toegelaten.<br />
Door Amerikaanse onderzoekers werd de effectiviteit van het gebruik van faag P100 nader<br />
bepaald. In het onderzoek werd het oppervlak van verse zeewolffilet gebruikt die met 4,3<br />
log10 eenheden per gram werd besmet met 2 serotypen L. <strong>monocytogenes</strong> (1/2a en 4b).<br />
Vervolgens werden de oppervlakten van de filets behandeld met faag P100 met een<br />
concentratie van 7,3 log10 PFU’s (plaque forming units) per gram filet.<br />
De resultaten<br />
Inactivering van L. <strong>monocytogenes</strong> wordt vooral beïnvloed door zowel de contacttijd en<br />
de gebruikte hoeveelheid fagen.<br />
De temperatuur speelt nauwelijks een rol bij de inactivering van L. <strong>monocytogenes</strong>.<br />
Inactivering:<br />
41
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
- bij 4 ºC varieert de reductie van 1,4 – 2,0 log10 kolonievormende eenheden<br />
(kve’s/g)g;<br />
- bij 10 ºC varieert de reductie van 1,7 – 2,1 log10 (kve’s/g)g;<br />
- bij 22 ºC varieert de reductie van 1,6 – 2,3 log10 (kve’s/g)g.<br />
Een contacttijd van 30 minuten veroorzaakt een reductie van iets meer dan 1 log10<br />
eenheid.<br />
Een contacttijd van 15 minuten veroorzaakt een reductie < 1 log10 eenheid.<br />
De faag P100 is minstens 10 dagen stabiel tijdens de bewaring van de zeewolffilets bij<br />
zowel 4 als bij 10 ºC.<br />
Conclusies<br />
Op basis ven de bevindingen concludeerden de onderzoekers dat het gebruik van de faag<br />
P100 een duidelijk alternatief is voor het reduceren van de aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong> op<br />
verse zeewolffilet<br />
Bron:<br />
- <strong>Food</strong> borne Pathogens and Disease.doi:10.1089/fpd.2009.0432<br />
- www.liebertonline.com/doi/abs/10.1089/fpd.2009.0432<br />
42
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.3.5 Wetenschappelijke aspecten<br />
Overleving micro-organismen in zure producten<br />
Escherichia coli O157:H7, de veroorzaker van voedselinfecties met ernstige gevolgen voor de<br />
gezondheid blijkt uiterst resistent te zijn tegen lage pH. <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> overleeft<br />
nauwelijks bij een lage pH. Een en ander blijkt uit onderzoek dat in het ‘International Journal<br />
of <strong>Food</strong> Microbiology’ werd gepubliceerd. In het beschreven onderzoek werden<br />
ziekteveroorzakende micro-organismen toegevoegd aan vers bereid appelsap met een pH van<br />
3,3 - 3,5 en aan een imitatie maagsap met pH van 1,5. De resultaten, die in Tabel 1 vermeld<br />
staan, tonen aan dat E. coli O157:H7 lange tijd in appelsap overleeft. Experimenten die<br />
werden uitgevoerd bij een bewaartemperatuur van 4 °C gaven identieke resultaten.<br />
Tabel 1. Overleving van micro-organismen in vers bereid appelsap bij 10 °C en in maagsap<br />
bij 37 °C.<br />
Tijd<br />
Appelsap<br />
L. <strong>monocytogenes</strong> S. Typhimurium E. coli O157:H7<br />
0 dagen 6,3 *)<br />
7,0 7,3<br />
5 dagen 1,9 2,2 3,6<br />
14 dagen
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
• L. <strong>monocytogenes</strong> groeide niet bij 4 °C in een medium met een pH van 5.0;<br />
• De groei van L. <strong>monocytogenes</strong> bij pH 6 en 7 werd niet door P. fluorescens beïnvloed;<br />
• Bij lage incubatietemperaturen en lage zoutgehalten werd de groei van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> geremd met ca. 4 log10 eenheden;<br />
• Bij een pH van 5,0 en in aanwezigheid van P. fluorescens werd de groei van L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> ca. 1 log10 eenheid gestimuleerd.<br />
De onderzoekers geven aan dat, om groei van L. <strong>monocytogenes</strong> in koel te bewaren producten<br />
door competitieve groei te voorkomen, meer kennis over microbiële interacties noodzakelijk<br />
is. Zowel omgevingscondities als eigenschappen van het levensmiddel dienen bij dat<br />
onderzoek betrokken te worden.<br />
Bron:<br />
<strong>Food</strong> Microbiology, 16, 523-529, 1999.<br />
Redactioneel commentaar: Vele onderzoekers zijn van mening dat onderzoek, zoals door<br />
Buchanan en Bagi is uitgevoerd, vrij zinloos is. Competitie wordt alleen verkregen wanneer<br />
de populaties aan micro-organismen vrij omvangrijk zijn zoals dat bij fermentatieprocessen<br />
het geval is.<br />
Persistentie <strong>Listeria</strong> in levensmiddelenbedrijven<br />
Door het ‘Department of <strong>Food</strong> and Environmental Hygiene’ van de universiteit van Helsinki<br />
werd onderzocht waarom <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> in levensmiddelenbedrijven persistent<br />
wordt. Zij bestudeerden daartoe de mogelijkheden tot hechting aan oppervlakken, de<br />
resistentie tegen gebruikte desinfectantia en het vóórkomen van persistente organismen in<br />
diverse soorten bedrijven. De belangrijkste bevindingen waren:<br />
• hechting: persistente <strong>Listeria</strong> stammen hechtten zich sneller aan onder andere<br />
roestvrijstaal, dan niet-persistente stammen;<br />
• resistentie-ontwikkeling tegen desinfectantia: zowel persistente stammen als niet<br />
persistente stammen ontwikkelden in een zelfde mate resistentie tegen quaternaire<br />
ammonium verbindingen, tertiare alkylaminen en natrium hypochloride;<br />
• vóórkomen persistente <strong>Listeria</strong>: persistente en niet-persistente stammen werden<br />
waargenomen in alle vlees- en pluimveeverwerkende bedrijven. De mate van<br />
persistentie was echter groter in bedrijven met complexe machines en bedrijven<br />
waarbij het productieproces niet in compartimenten was opgedeeld.<br />
Op basis van de bevindingen concludeerden de onderzoekers dat hechting een belangrijke<br />
factor is die bijdraagt aan persistentie. Daarnaast dragen ook complexe productie-apparatuur<br />
en niet gecompartimenteerde productielijnen bij aan het persisteren van micro-organismen.<br />
Bron:<br />
Proefschrift Janne Lundén, Dept. <strong>Food</strong> and Environmental Hygiene, Univ. of Helsinki,<br />
2004.<br />
Dosis-effect relatie <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong><br />
44
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
In de periode juni 1998 – april 1999 deed zich in Finland een explosie voor van<br />
voedselinfecties veroorzaakt door consumptie van met <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> besmette boter<br />
De explosie kwam aan het licht nadat 18 personen voor behandeling in een ziekenhuis<br />
moesten worden opgenomen. Ook raakten patiënten in diverse ziekenhuizen geïnfecteerd die<br />
behandeld werden voor tumoren en die orgaantransplantaties moesten ondergaan.<br />
Eén van deze ziekenhuizen was het ‘Helsinki University Central Hospital’ (HUCH). Het is<br />
het enige ziekenhuis in Finland waar orgaantransplantaties plaatsvinden en in dit ziekenhuis<br />
deden zich de meeste infecties voor. Bovendien werd in dit ziekenhuis alleen boter gebruikt<br />
die afkomstig was van het zuivelbedrijf waar de besmette boter werd geproduceerd. Dit<br />
gegeven was voor Finse epidemiologen dé mogelijkheid om onderzoek te doen naar de dosiseffect<br />
relatie van blootstelling aan L. <strong>monocytogenes</strong> van een groep zéér gevoelige personen.<br />
Op basis van de gegevens kon de in figuur 1 weergegeven dosis-effect relatie worden<br />
afgeleid. Het betreft hier twee berekeningen: één waarbij aangenomen werd dat de hoogste<br />
blootstelling tot infectie leidt (getrokken lijn) en één waarbij aangenomen werd dat de<br />
‘cumulatieve’ blootstelling tot infectie leidt (stippellijn).<br />
Figuur 1. Dosis-effect relatie van blootstelling aan L. <strong>monocytogenes</strong> van een groep<br />
ziekenhuispatiënten met een sterk verminderde afweer. Getrokken lijn: hoogste blootstelling<br />
Stippellijn: cumulatieve blootstelling.<br />
Wanneer aangenomen werd dat de hoogste blootstelling tot infectie leidt (getrokken lijn) dan<br />
volgt uit de gegevens dat bij blootstelling aan 10 4 kve van L. <strong>monocytogenes</strong> de kans op ziekte<br />
ongeveer 1 % bedraagt. Bij een blootstelling aan 10 5 , 10 6 en 10 7 kve’s bedraagt de kans<br />
respectievelijk 15, 80 en 100 %.<br />
In het geval dat ‘cumulatieve’ blootstelling tot infectie leidt (stippellijn) zijn veel geringere<br />
aantallen L. <strong>monocytogenes</strong> in staat infecties te veroorzaken. In dit geval is bij een dagelijkse<br />
blootstelling vanaf 10 2 kve van L. <strong>monocytogenes</strong> al kans op listeriose.<br />
Bron:<br />
Int. J. <strong>Food</strong> Microbiology 70, 97-109, 2001.<br />
Redactionele noot: Dosis-effect relaties voor micro-organismen zijn moeilijk te bepalen en<br />
resultaten verkregen met proefdieren zijn moeilijk naar de mens te extrapoleren.<br />
Experimenten met humane vrijwilligers stuiten op ernstige ethische problemen. Derhalve zijn<br />
45
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
analysedata van humane explosies de enige mogelijkheid om inzicht te krijgen in de dosiseffect<br />
relatie.<br />
Uit de resultaten van bovengenoemde studie kan worden afgeleid dat het in Europa<br />
gehanteerde criterium van
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Vaak wordt de vraag gesteld of de samenstelling van een levensmiddel de infectiekans van<br />
aanwezige ziekteverwekkende organismen beïnvloedt. Vooral vet, zo wordt gedacht, vergroot<br />
de kans op infecties omdat micro-organismen tijdens de maagpassage beter beschermd<br />
zouden zijn.<br />
Om een antwoord op deze vraag te krijgen werden door onderzoekers van de Universiteit van<br />
Georgia, VS, de volgende proeven uitgevoerd. Muizen werden gevoerd met taptemelk,<br />
halfvolle melk en met slagroom waaraan verschillende hoeveelheden <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong><br />
werden toegevoegd. Na 4 dagen werd de lever van de dieren onderzocht op de aanwezigheid<br />
van dit organisme. De resultaten zijn in figuur 2 vermeld.<br />
Figuur 2. Effect van taptemelk (□), halfvolle melk (■) en slagroom (■) op de infectie-kans<br />
van muizen met L.<strong>monocytogenes</strong><br />
% dieren met besmette levers<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
2,5 4,8 6,1 8,6 9,2<br />
Dosis in log10 kve’s/dier<br />
Uit de resultaten volgt bij een dosis van 4,8 log10 aan L. <strong>monocytogenes</strong> tussen de 57 en 67%<br />
van de muizen de levers geïnfecteerd zijn. Bij een toenemende dosis neemt het percentage<br />
dieren met besmette levers toe. Er is nauwelijks verschil tussen de besmettingsgraad van de<br />
levers en het vetgehalte van het dieet. De onderzoekers concluderen dan ook dat wat muizen<br />
betreft een vetrijk dieet niet aantoonbaar bijdraagt aan de kans op infectie met L.<br />
<strong>monocytogenes</strong>.<br />
Bron:<br />
J. <strong>Food</strong> Protection, 69, 660-665, 2006<br />
Microbiologisch routine-onderzoek door overheden van kant-en-klaar<br />
producten is weinig zinvol<br />
Routinematig microbiologisch onderzoek van levensmiddelen is nauwelijks effectief. Dit kan<br />
worden geconcludeerd uit een onderzoek gepubliceerd in mei 2007 in het Engelse tijdschrift<br />
‘Journal of Applied Microbiology’. De onderzoekers bundelden de onderzoeksresultaten van<br />
kant-en-klare levensmiddelen die door locale overheden werden onderzocht op de<br />
aanwezigheid van Salmonella, Campylobacter jejuni en <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong>.<br />
47
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
De gebundelde gegevens zijn in tabel 3 samengevat en tonen aan dat slechts zeer zelden<br />
ziekteverwekkende micro-organismen in kant-en-klare producten aanwezig zijn.<br />
Tabel 3. Aanwezigheid van ziekteverwekkende micro-organismen in kant-en-klare levensmiddelen<br />
uit Engeland. Het betreft gegevens van nationale bewakingsonderzoeken.<br />
Levensmiddel Aantal onderzochte Aantal positieve monsters van 25 gram<br />
monsters Salmonella Campylobacter <strong>Listeria</strong><br />
Vleesproducten 2.192 2 0 no<br />
Gesneden vleeswaren 3.494 0 no **) 13/3442 ***)<br />
Kip 534 0/529 0/512 no<br />
Gesneden ham 923 0 no 0/919<br />
Quiche 2.513 0 no no<br />
Burgers 3.128 0 0 no<br />
Biologische groenten 3.200 0 0 0<br />
Chicken 449 0 0 no<br />
‘Shopping basket’ *) 15.228 1 0/2061 57<br />
Diverse producten 4.469 0 0 no<br />
Salades 3.852 5 no 1<br />
Koude vleesproducten<br />
waaronder pâté<br />
4.078 0 1 1<br />
Totaal aantal monsters 44.060 Pos. 0,02% Pos. 0,004% Pos. 0.22%<br />
*) Hierbij worden kant-en-klare producten die door consumenten worden aangeschaft onderzocht<br />
**) Niet onderzocht<br />
***) 13 monsters positief/aantal onderzochte monsters<br />
Salmonella werd slechts in 0,02 % van de monsters aangetroffen. Campylobacter werd met<br />
een score van 0,004% nog sporadischer aangetroffen. <strong>Listeria</strong> monocytoges werd in 0,22%<br />
van de monsters aangetroffen.<br />
Conclusie: Volgens de auteurs is het duidelijk dat routinematig onderzoek van kant-en-klare<br />
levensmiddelen niet erg zinvol is. Microbiologisch onderzoek is volgens hen wel van belang<br />
om voedselgerelateerde infecties en intoxicaties op te sporen en de bron van de besmetting te<br />
achterhalen.<br />
Bron:<br />
Journal of Applied Microbiology 102, 883–891, 2007<br />
Redactionele opmerkingen: In Groot-Brittannië wordt het aantal voedselgerelateerde infecties<br />
en intoxicaties geschat op 1,7 miljoen gevallen/jaar. Dit komt neer op een jaarlijkse<br />
kostenpost van ongeveer £ 350 miljoen. Bestrijding van voedselgerelateerde ziekten heeft dan<br />
ook topprioriteit. Kennelijk is het bewakingsonderzoek, zoals dat in Engeland wordt<br />
uitgevoerd, hiervoor een inadequaat instrument.<br />
48
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
4.3.6 Algemene aspecten<br />
Analyse ‘recalls’<br />
Ongeveer 98 % van terughaalacties die in Nederland, VS, Canada, Engeland en enkele andere<br />
Europese landen plaatsvinden, berust op fouten die door aanscherping van HACCP-regels<br />
eenvoudig voorkómen hadden kunnen worden. Dit volgt uit een analyse van ongeveer 2000<br />
terughaalacties, uitgevoerd door de Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation.<br />
Foutieve etikettering is met >50 % de belangrijkste reden voor het terughalen van<br />
levensmiddelen uit de markt. Het gaat hierbij meestal om allergene agentia die in het product<br />
aanwezig zijn maar niet op het etiket vermeld staan.<br />
Op de tweede plaats komen levensmiddelen die met ziekteverwekkende micro-organismen<br />
zijn besmet. In de VS en Canada zijn vooral <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> en Escherichia coli<br />
O157 de grootste boosdoeners. Andere oorzaken om een ‘recall’ uit te voeren zijn o.a.<br />
procesfouten, aanwezigheid van fysische verontreinigingen en de aanwezigheid van<br />
reinigings- en desinfectiemiddelen in producten. Terughaalacties vanwege aanwezigheid van<br />
pesticiden en residuen kwamen nauwelijks voor.<br />
Een enkele keer was een zeldzaam gevaar, zoals de aanwezigheid van dioxine in<br />
pluimveevlees, de aanleiding van een terughaalactie. Tweemaal werd een terughaalactie<br />
ingezet waarbij vermoedelijk producten opzettelijk besmet waren; in één geval was dit het<br />
verboden pesticide aldicarb dat via pluimveevoer in de voedselketen terecht kwam.<br />
‘Recall’-partijen werden in volgorde van belangrijkheid ontdekt door inspectiediensten,<br />
producenten en detaillisten en via consumentenklachten. Ongeveer 7-10 % van de ‘recalls’<br />
werd ontdekt naar aanleiding van ziektegevallen. In deze laatste categorie waren microorganismen<br />
steeds de boosdoeners.<br />
Bron:<br />
Analyse van 2000 terughaalacties. Het document kan worden gekopieerd via de<br />
internetpagina www.foodmicro.nl<br />
Vergelijking antibioticum resistentie in L. <strong>monocytogenes</strong> geïsoleerd van<br />
biologisch en conventioneel geproduceerd pluimveevlees.<br />
Door Spaanse onderzoekers werd onderzoek uitgevoerd naar antibioticumresistentie van<br />
<strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> afkomstig van rauw pluimveevlees. Getest werden isolaten afkomstig<br />
van biologisch en conventioneel geproduceerd vlees. Ook werden de aantallen L.<br />
<strong>monocytogenes</strong> bepaald die op het vlees aanwezig waren.<br />
Bepaling antibiotica resistentie. Het onderzoek werd uitgevoerd met behulp van de agar<br />
diffusie test.<br />
Bepaling L. <strong>monocytogenes</strong>. Voor de bepaling van de aanwezigheid van L. <strong>monocytogenes</strong><br />
werden monsters van 25 g vlees gebruikt.<br />
Resultaten<br />
49
Dossier Voedselveiligheid <strong>Listeria</strong> <strong>monocytogenes</strong> <strong>Editie</strong> <strong>2013</strong><br />
Stichting <strong>Food</strong> Micro & Innovation<br />
Antibiotica resistentie. In vergelijking met biologisch geproduceerd pluimveevlees was de<br />
resistentie van L. <strong>monocytogenes</strong>, geïsoleerd van conventioneel geproduceerd pluimveevlees,<br />
duidelijk hoger. De verschillen waren echter klein. De resultaten zijn in tabel 2 vermeld.<br />
Tabel 2. Antibioticumresistentie van L. <strong>monocytogenes</strong>-isolaten afkomstig van conventioneel<br />
en biologisch geproduceerd pluimveevlees. Weergeven is het percentage isolaten die<br />
gevoelig (gev.), intermediair (int.), of resistent (res.) zijn.<br />
Antibioticum<br />
(µg)<br />
Conventioneel pluimveevlees Biologisch pluimveevlees<br />
gev. (%) int. (%) res. (%) gev. (%) int. (%) res. (%)<br />
Chloramphenicol (30) 84 13 3 79 21 0<br />
Doxycycline (30) 63 19 19 85 13 2<br />
Erytromicine (15) 85 9 6 97 3 0<br />
Gentamicine (10) 100 0 0 100 0 0<br />
Sulfisoxazole (300) 86 0 14 80 0 20<br />
Vancomycine (30) 100 0 0 100 0 0<br />
Aanwezigheid L. <strong>monocytogenes</strong>. Het aantal aanwezige L. <strong>monocytogenes</strong> per/g vlees was<br />
voor biologisch geproduceerd vlees was gemiddeld 0,942 log10 eenheden/g. Voor<br />
conventioneel vlees was dat 0,951 log10 eenheden/g. Er was dus geen verschil in besmetting<br />
van beide groepen vlees.<br />
Bron:<br />
Journal of <strong>Food</strong> Protection Vol. 71, no. 12, 2008, 2537-2445.<br />
50