download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zing van Noor<strong>de</strong>rvliet. Het gedicht Ada (1841) van<br />
Gébel is opgenomen in het hoofdstuk ‘Scheveningen<br />
gezien in uitboezemingen’. De auteur legt in<br />
<strong>de</strong> inleiding uit dat uitboezemingen uitingen van<br />
een innig gevoel zijn, maar ze vertelt er niet bij of<br />
dit woord (Schevenings dialect?) <strong>de</strong> gebruikelijke<br />
omschrijving is voor het genre teksten die ze in dit<br />
hoofdstuk bijeen heeft gebracht. Deze uitboezemingen,<br />
in <strong>de</strong> vorm van pamfletten met gedichten,<br />
wer<strong>de</strong>n speciaal geschreven naar aanleiding<br />
van rampen (storm, brand, schipbreuk), en <strong>de</strong><br />
opbrengst van <strong>de</strong> verkoop ging naar personen die<br />
getroffen waren door <strong>de</strong>ze rampen, bijvoorbeeld<br />
naar <strong>de</strong> vrouwen en kin<strong>de</strong>ren van verdronken vissers.<br />
Het zijn overigens tamelijk sentimentele gedichten:<br />
‘Helaas! Haar Robbert kwam niet weer: //<br />
Zijn bo<strong>de</strong>m was vergaan. // En Ne<strong>de</strong>rland, gehuld<br />
in rouw, // Pleng<strong>de</strong> om die arme weduwvrouw // En<br />
om haar kroost een traan’ (110).<br />
Behalve het hoofdstuk met uitboezemingen bevat<br />
het boek nog drie an<strong>de</strong>re hoofdstukken: ‘Historie<br />
in teksten’, ‘Vreem<strong>de</strong>lingen zien Scheveningen’<br />
en ‘Scheveningen in Gedigten’. Vooral dit<br />
laatste hoofdstuk bevat zeer uiteenlopen<strong>de</strong> fragmenten;<br />
van een gedicht van G.A. Bre<strong>de</strong>ro (Amoureus<br />
Liedtjen, posthuum uitgegeven in 1622) tot<br />
een lied van Paul van Vliet uit 2000 (Scheveningen).<br />
In sommige gedichten is het verband met<br />
Scheveningen wat min<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijk. Het gedicht<br />
De meeuw van Jacob van Maerlant uit <strong>de</strong> 13<strong>de</strong> eeuw<br />
is prachtig, maar heeft alleen een associatieve relatie<br />
met Scheveningen. De auteur geeft aan dat ze<br />
het gedicht geselecteerd heeft omdat <strong>de</strong> meeuw<br />
alom tegenwoordig is in Scheveningen. Ook het<br />
gekozen fragment van Bre<strong>de</strong>ro heeft alleen indirect<br />
iets met Scheveningen te maken: het gaat over<br />
een gelief<strong>de</strong> die naar zee is vertrokken.<br />
Scheveningen en zijn bewoners komen dui<strong>de</strong>lijk<br />
naar voren in <strong>de</strong> fragmenten die opgenomen<br />
zijn in <strong>de</strong> hoofdstukken ‘Historie in teksten’ en<br />
‘Vreem<strong>de</strong>lingen zien Scheveningen’. In dit eerste<br />
hoofdstuk gaat het om fragmenten van teksten die<br />
afkomstig zijn uit bijvoorbeeld het Haagsch Jaarboekje<br />
van 1890 en die bepaal<strong>de</strong> locaties (het vissershuisje<br />
‘het kalhuis’) in het toenmalige Scheveningen<br />
beschrijven. Het twee<strong>de</strong> hoofdstuk bevat<br />
tekstfragmenten uit reisverslagen en dagboeken<br />
van buitenlan<strong>de</strong>rs. Het begrip buitenlan<strong>de</strong>rs is<br />
ruim genomen: ook het verslag van een Hagenaar<br />
is tussen <strong>de</strong> teksten van Engelse, Franse en Portugese<br />
vreem<strong>de</strong>lingen opgenomen! Bij <strong>de</strong>ze verslagen<br />
tref je soms bijzon<strong>de</strong>re observaties aan. Zo<br />
boekbesprekingen 61<br />
merkt <strong>de</strong> Italiaan Edmondo <strong>de</strong> Amicis in zijn boek<br />
Ne<strong>de</strong>rland en Zijne Bewoners (1877) op dat <strong>de</strong> Scheveningse<br />
mannen en vrouwen ‘groeten zon<strong>de</strong>r het<br />
hoofd te buigen en zien daarbij hun man recht in<br />
<strong>de</strong> oogen, als wil<strong>de</strong>n ze zeggen: “we hebben niemand<br />
noodig”’ (83).<br />
Deze bloemlezing is een bijzon<strong>de</strong>r inspireren<strong>de</strong><br />
manier om Scheveningen en zijn bewoners voor<br />
het voetlicht te brengen. De reproducties van <strong>de</strong><br />
oorspronkelijke teksten en afbeeldingen maken<br />
het boek zeer sfeervol. Het feit dat enkele opgenomen<br />
gedichten en proza geen nauwe connectie met<br />
Scheveningen hebben, is niet erg storend. Wel had<br />
er hier en daar wat meer uitgelegd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong> teksten komen bijvoorbeeld allerlei spellingen<br />
van Scheveningen voor zon<strong>de</strong>r dat hier iets over uitgelegd<br />
wordt (bijv. Schevelingen (118), of Scheeveling<br />
(29)). Ook wisselen <strong>de</strong> inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> stukjes bij<br />
<strong>de</strong> tekstfragmenten sterk van kwaliteit. Op bladzij<strong>de</strong><br />
88 staat bij het reisverslag van <strong>de</strong> Engelsman<br />
G. Cristopher Davies ver<strong>de</strong>r niets uitgelegd over<br />
<strong>de</strong>ze persoon. Helaas zijn er ook wat slordighe<strong>de</strong>n<br />
in <strong>de</strong> in<strong>de</strong>x en paginaverwijzingen geslopen.<br />
Plaatselijke geschie<strong>de</strong>nis is vaak vooral interessant<br />
voor mensen afkomstig uit <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />
plaats of regio. Scheveningen daarentegen spreekt<br />
een veel bre<strong>de</strong>re groep mensen aan. Ook in <strong>de</strong> literatuur<br />
en in <strong>de</strong> literaire non-fictie is Scheveningen<br />
geen onbeken<strong>de</strong> plaats van han<strong>de</strong>ling. Mogen<br />
we uitzien naar een volgen<strong>de</strong> bloemlezing met<br />
fragmenten uit <strong>de</strong> verhalenbun<strong>de</strong>l Op Scheveningen<br />
van Helga Ruebsamen (1988) of uit het recent verschenen<br />
boek Sonny Boy van Annejet van <strong>de</strong>r Zijl<br />
(2004)? Rond het thema Scheveningen zijn nog<br />
veel projecten mogelijk!<br />
Biene Meijerman<br />
Rias Olivier e.a. Het Flaauwe Werk. ‘De zee geeft, <strong>de</strong> zee<br />
neemt’ (Ouddorp, Uitg. De Motte, <strong>Historisch</strong>e Vereniging<br />
voor Goeree-Overflakkee, 2009, 184 blz.,<br />
geïll., isbn 978-90-805116-3-7, € 24,50).<br />
‘Het Flaauwe Werk’ is een zeedijk, liggen<strong>de</strong> bij<br />
Ouddorp, op Goeree. Die plek was al in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
‘<strong>de</strong> fontenel van <strong>de</strong> Kop van Goeree’,<br />
een zwakke plek dus. Lange tijd trachtte men door<br />
mid<strong>de</strong>l van rijshouten dammen het achterliggen<strong>de</strong><br />
land tegen <strong>de</strong> zee te beschermen . Die dammen<br />
hielpen wel wat, maar ze sloegen ook bijna ie<strong>de</strong>re<br />
winter weg en moesten dus in <strong>de</strong> zomer weer aangelegd<br />
wor<strong>de</strong>n. Nadat men in 1717 en 1739 ver-