Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
215<br />
kreet als een oerschreeuw, waarmee de dichter duidelijk maakt dat achter een dun<br />
laagje beschaving uiteindelijk een morele jungle schuil gaat. Die opvatting is gangbaar<br />
in het Reynaertonderzoek, maar Van Oostrom verwijst ook naar een artikel van<br />
Stephen D. White, waar echter iets heel anders staat. White wijst het idee af dat vorstelijke<br />
woede een teken van psychische instabiliteit of een primitieve emotie is,<br />
maar ziet die woede juist als een oproep van de vorst om een einde te maken aan<br />
de vernederende toestand waarin hij zich bevindt. 9 Anders is het voor hem beter te<br />
sterven dan te schande gemaakt worden.<br />
Firapeel weet echter hoe de koning uit deze netelige toestand kan komen. Hij stelt<br />
voor dat koning Nobel zich verzoent met zijn baronnen en dat ze daarna gezamenlijk<br />
de achtervolging op Reynaert zullen inzetten om wraak te nemen. De zoen die<br />
Firapeel bewerkstelligt, is een hoofse oplossing om een allesvernietigende vete tussen<br />
de vorst en zijn baronnen te bezweren. Bruun en Isegrim krijgen als genoegdoening,<br />
naast de huid van Belijn en zijn magen, een vooraanstaande positie aan<br />
het hof, waardoor de koning zijn eer kan bewaren. Namens de koning voert hij de<br />
onderhandelingen met Bruun en Isegrim. Het lijkt alsof in de slotverzen de luipaard<br />
de regie van de koning heeft overgenomen. De meeste onderzoekers (en ik behoorde<br />
daartoe) menen dat Firapeel iets anders aan de baronnen voorstelde dan hij<br />
deed aan de koning. Firapeel doet weliswaar het aanbod aan Bruun en Isegrim dat<br />
ze Reynaert en zijn geslacht mogen belagen waar en wanneer ze willen, maar een<br />
vergelijking met Reynardus Vulpes leert dat dit niet betekent dat de koning het plan<br />
laat varen om Reynaert te achtervolgen. 10<br />
Verder krijgen de wolf en de beer het recht om op Belijn en zijn familie te jagen<br />
van nu toten domsdaghe, wat Van Oostrom de opmerking ontlokt dat de dieren bijbelvast<br />
waren. Andere onderzoekers hebben er een allusie op een zondeval van de<br />
dieren in gelezen. Een verwijzing naar een zondeval van de dieren is het zeker niet.<br />
De schrijver van Reynaerts historie, een bewerking uit het begin van de vijftiende<br />
eeuw, interpreteert de uitdrukking als voor eeuwig en altijd. In de Moriaen komt de<br />
uitdrukking ook voor, zonder dat er bijbelse consequenties aan verbonden kunnen<br />
worden. Waarschijnlijk is ‘van nu toten domsdaghe’ niet meer dan een staande uitdrukking<br />
voor voor eeuwig en altijd. 11<br />
Bruun en Isegrim kunnen zich in dit voorstel vinden en gaan naar de koning om<br />
‘pays’ te maken. Dergelijke bemiddelingspogingen in een vete tussen vorst en<br />
baronnen waren heel normaal. In het derde capittel van De historie vanden vier<br />
Heemskinderen stuurt koning Karel maar liefst drie ambassadeurs naar een opstandige<br />
vazal om een vete te verzoenen.<br />
Meer opmerkelijk is het plotse optreden van Firapeel. Misschien de meest eenvoudige<br />
verklaring is dat voor hem geen rol in de voorafgaande verzen was weggelegd.<br />
De taak van Firapeel is te bemiddelen bij verdeeldheid aan het hof. Voor<br />
een eerder optreden had de luipaard simpelweg geen gelegenheid. Van Oostrom<br />
karakteriseert hem als een spindoctor met een scheutje Raspoetin en Machiavelli,<br />
maar daarmee krijgt hij een te uitgesproken profiel. Firapeel is meer zoals <strong>Je</strong>an-Luc<br />
Dehaene een loodgieter. Zijn adagium: ‘een probleem moet je pas oplossen als het<br />
zich stelt’, verklaart het plotse optreden van Firapeel.<br />
Wie de klappen ontvangt, is belachelijk<br />
Firapeel herstelt de rechtsorde zodat koning Nobel er zonder kleerscheuren afkomt.<br />
Tiecelijn, 19, 2006