Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wil dicht blijven bij de toren<br />
zodat hij het bezoek kan horen<br />
en weet waarvoor komt de das.<br />
Rein heeft gezien dat het Grimbeert was<br />
aan ’t zakken van de ophaalbrug<br />
en hoe hij eerst met gat en rug<br />
en pas daarna met zijn kop<br />
binnenglijdt in Reynaerts hol.<br />
Nu heeft Rein zijn neef herkend<br />
en is daarover zeer content.<br />
Feestelijk nu is zijn ontvangst<br />
daar hij hem omhelst en omarmt<br />
en omdat Grimbeert is zijn neef,<br />
hij hem twee zachte kussen geeft.<br />
En de das toont zich heel wijs<br />
daar hij zwijgt over Nobels eis<br />
alvorens hij goed heeft gegeten.<br />
Dan heeft hij zich van zijn taak<br />
gekweten.<br />
– Oom Reynaert, zegt Grimbeert de das,<br />
niets dan komedie was uw gedrag.<br />
Verneem dan wat Nobel u laat weten.<br />
Hij vraagt niet meer, hij geeft bevelen<br />
dat gij hem laat wedervaren recht.<br />
Wordt uw oorlog dan nooit beslecht?<br />
Wat verwijt ge aan Ysegrijn dan,<br />
aan Bruin, de bere, of aan de kat?<br />
Slecht wordt dergelijk gedrag beloond.<br />
Als ge geen beterschap betoont<br />
wint ge hierbij alleen de dood<br />
voor u en voor uw hele kroost.<br />
Ziehier de brief van koning Nobel,<br />
neem hem en verbreek het zegel<br />
en neem kennis van de inhoud.<br />
Nu trilt op zijn benen de rabauw<br />
als hij ontzet het zegel breekt<br />
en zuchtend d’eerste regels leest.<br />
Ziehier wat hem de brief beveelt:<br />
– Monseigneur Nobel, de leeuw,<br />
die over alle landstreken regeert<br />
en eveneens over elk beest,<br />
belooft zich te zullen wreken<br />
en geen buit meer aan te nemen<br />
eer Reynaert schande ondergaat<br />
en zware foltering doorstaat<br />
en zelfs in de oorlog wordt gestort<br />
als hij niet verschijnt aan ’t hof<br />
om te pleiten voor mijn raad.<br />
Brengt hij goud of zilver ’t hem niet baat<br />
198<br />
en minder nog zijn schone woorden;<br />
hij brenge mee een hennepkoorde.<br />
Toen Rein die woorden gelezen had<br />
breekt zijn hart in zijn borstkas<br />
en zijn gezicht slaat vaalbleek uit.<br />
– Bij God, Grimbeert, roept de schavuit,<br />
heb erbarmen, vriend, en geef raad<br />
aan d’arme man die voor u staat.<br />
Vervloekt zijn mijn levensjaren<br />
vermits ik morgenvroeg zal hangen.<br />
Waarom mocht ik geen monnik zijn,<br />
ach God, in Clerf of in Clunij?<br />
Voor mij zijn monken zo’n huichelaars<br />
dat ik vreesde voor lijfsgevaar<br />
als ik zou verlangen in te treden.<br />
– Ge maakt u zorgen zonder reden,<br />
zegt Grimbeert, maar ge loopt wel gevaar<br />
daar ’t morgen om uw leven gaat.<br />
Zolang ge er zijt toe in staat<br />
is ’t beter dat gij uw biecht nu doet<br />
en gaat met een gerust gemoed.<br />
– Neve Grimbeert, antwoordt Reynaert,<br />
dat is voorwaar een goede raad<br />
en zeer handig nog bovendien,<br />
want heb ik mij aan u gebiecht<br />
voor ik onderga de kwelling<br />
en de schande van het geding,<br />
dan wordt mijn ziel aleer ik sterf<br />
toch nog van ’t vagevuur gered.<br />
Dit zeg ik u, neef, onomwonden.<br />
Wil nu vernemen al mijn zonden.<br />
Dominee, ’k heb verleid en gevrijd<br />
met Hersent, de vrouw van Ysegrijn.<br />
Ik beken ’t, ze werd ont’recht verdacht<br />
want ik heb ze echt verkracht.<br />
Mea culpa, daarvan heb ik spijt<br />
omdat ik maar één keer heb gevrijd.<br />
Zoveel scha deed ik Ysegrijn<br />
dat hij gekozen heeft voor pleit.<br />
De goede God moge zijn ziel ontvangen.<br />
Drie keer liet ik Ysegrijn vangen.<br />
Ik zal u zeggen op welke manier.<br />
Eerst toen hij in een wolfsklem viel<br />
de dag dat hij een lam verslond.<br />
Veel stokslagen kreeg toen die hond;<br />
honderden kreeg hij er te verdragen<br />
eer hij uit de klem kon geraken.<br />
Ik liet hem in een schaapsstal slapen,<br />
waar de herders van de schapen<br />
Tiecelijn, 19, 2006