26.09.2013 Views

Je t'adore - Reynaertgenootschap

Je t'adore - Reynaertgenootschap

Je t'adore - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Dan vallen ze de arme Tybaert aan<br />

die veel slagen moet ondergaan<br />

eer hij op de vlucht kan slaan.<br />

De Martijns nemen hem onder handen<br />

en Tybaert toont zijn scherpe tanden.<br />

Hij lonkt naar de ballen van de paap<br />

lijk in ’t verhaal te lezen staat.<br />

Met zijn tanden en zijn klauwen<br />

heeft hij één hanger afgehauwen.<br />

Als de dame dit ongeluk ziet<br />

en zich rekenschap geeft van ’t verlies<br />

jammert ze na elkaar drie keer<br />

en valt in zwijm bij de vijfde neer.<br />

Terwijl Martinet zijn moeder bekloeg<br />

die buiten kennis lag op de vloer,<br />

maakte Tybaert zich uit de strik los<br />

en verdween ijlings door het hol.<br />

Hij werd wel vreselijk toegetakeld<br />

maar had wraak genomen op de pape,<br />

die hem geslagen had zo hard.<br />

Ach, kon hij zich maar wreken<br />

op Reynaert,<br />

maar die snoodaard, van zodra<br />

Martinet alarm geslagen had,<br />

was hij vlug op het hazenpad<br />

en gevlucht naar zijn vossengat<br />

terwijl men afranselde de kat.<br />

Hoe verwenste de kat Tybaert<br />

de gemene streken van Reynaert!<br />

– Ai, roept hij, Reynaert, Reynaert,<br />

nooit wordt uw ziel door God aanvaard.<br />

Ach, moest ik het alweer bekopen,<br />

ik die zo dikwijls werd bedrogen<br />

door de sluwheid van die rosse aap.<br />

Wat betreft die hoorndrager van<br />

een paap,<br />

dat God hem in ’t ongeluk stort<br />

en hem ontneme brood en gort<br />

en aan zijn vrouw die vuile kalle<br />

die mij zo driest heeft aangevallen.<br />

Maar hij verloor één van zijn ballen.<br />

Daardoor nam ik voor zijn<br />

parochie wraak,<br />

want ’t klokkenspel heeft nu afgedaan.<br />

En zijn zoon, Martijn van Orliens,<br />

moge voor hem God nooit voorzien<br />

een greintje voorspoed of geluk<br />

want hij sloeg danig op mijn rug;<br />

hem worde beschoren een kort leven<br />

197<br />

zodat hij de tonsuur kan vergeten;<br />

hij worde als een dief gehangen.<br />

Zo lang duurden Tybaerts klaagzangen<br />

dat hij aankwam in de vallei<br />

waar Nobels raad zetelt voor ’t pleit.<br />

Als hij de koning ziet en groet<br />

knielt hij neder voor zijn voet<br />

en vertelt hij zijn kwaad avontuur.<br />

– God, roept de koning overstuur,<br />

geef mij raad, verlicht mijn geest,<br />

de vos is een demonisch beest<br />

dat mij beledigt en onteert,<br />

en ik vind niemand die in staat<br />

is ons te wreken voor zijn kwaad.<br />

Here Grimbeert, ik ga me afvragen<br />

of het niet is op uw aanraden<br />

dat Rein mij met de nek aanziet.<br />

– Ik, here koning, zeker niet!<br />

– Vertrek dan vlug en ontbied hem<br />

en keer niet weer zonder de schelm.<br />

– Heer koning, dat kan ik niet doen<br />

want de vos kent geen fatsoen,<br />

hij is zo verdorven en zo stout<br />

dat ik het niet voor mogelijk houd<br />

hem te brengen naar uw hove<br />

als ik niet met een brief kan tonen<br />

dat ik ben des konings bode.<br />

Maar als hij bemerkt uw zegel,<br />

bij mijn devotie voor Sint-Israël,<br />

dan zal hij, denk ik, met mij meegaan<br />

om te verschijnen voor uw raad.<br />

– Dat is goed gesproken, zegt de vorst<br />

en hij dicteert dan zijn gebod<br />

aan het everzwijn Baucent<br />

en verzegelt het perkament<br />

en geeft aan Grimbeert de boodschap,<br />

die langs een weide gaat op stap<br />

voor hij een groot bos binnentreedt.<br />

De huid van zijn rug was zeer bezweet<br />

als hij aan Reins woning komt.<br />

Hij vond langs pas ontgonnen grond<br />

een pad dat hem in de richting bracht.<br />

Hij is bij Rein voor valt de nacht.<br />

De toegang is smal, de muren hoog.<br />

Grimbeert komt binnen langs de poort<br />

die hij nog van vroeger kent.<br />

Reynaert die steeds is zeer attent<br />

en een aanval vreest als hij de das<br />

hoort binnenkomen langs het sas,<br />

Tiecelijn, 19, 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!