Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Als Reynaert geen list bedenkt<br />
ziet het er niet goed uit voor hem,<br />
want de beer staat al voor de poort<br />
van Malpertuis, zijn toevluchtsoord,<br />
dat door hoge struiken was omboord.<br />
Daar Bruin te groot is van lijf<br />
past het dat hij buiten blijft.<br />
Hij nadert nu de barbacaan<br />
en Rein zit aan een torenraam.<br />
Om uit te rusten trekt zich de vos<br />
terug in ’t diepste van zijn hol.<br />
Hij had zijn schapraai pas gevuld<br />
met een malse kip al heel geplukt<br />
en die morgen met veel appetijt<br />
had hij gegeten wild konijn.<br />
Nu rust hij uit met welbehagen<br />
maar daar staat Bruin al voor de hage.<br />
– Reynaert, roept de beer, spreek tot mij,<br />
kom naar buiten, waar zit gij?<br />
Ik ben Bruin, ’s koning Nobels bode.<br />
Baron, gij wordt naar ’t hof ontboden.<br />
Reynaert weet dat het is de beer<br />
want hij zag hem gaan heen en weer.<br />
Hij vraagt zich af met welke list<br />
hij de zoolganger fopt en klist.<br />
– Bruin, roept Reynaert, dierbare vriend,<br />
waaraan hebt gij het toch verdiend<br />
dat men u deze berg deed nemen.<br />
Naar ’t hof te gaan was mijn voornemen,<br />
maar ’k wou nog smullen voor die tijd<br />
van een Franse specialiteit.<br />
Baron Bruin, ge weet toch heel goed<br />
dat wie aan ’t hof de rijkaard groet<br />
met een ‘uw handen wassen, heer’<br />
zeker is van geluk en eer<br />
en hij zijn mouwen vasthoudt ook.<br />
Zij krijgen eerst rundvlees met look<br />
en dan volgen er nog rijkere spijzen<br />
die de heer wenst en ook zal krijgen.<br />
Maar een pauper en armoedzaaier<br />
zal alleen in duivelstront graaien.<br />
Hij eet niet bij het vuur gezeten<br />
maar krijgt op zijn schoot zijn eten<br />
te midden van de honden vele<br />
die ’t brood hem uit de handen stelen.<br />
Ook wacht die sukkel tevergeefs<br />
dat men hem tweemaal drinken geeft.<br />
Waarlijk er komt geen tweede maal.<br />
De knechten bereiden hem een maal<br />
193<br />
van botten droog en afgeknaagd<br />
waaraan zelfs een hond niet meer<br />
knaagt.<br />
Iedereen houdt zijn brood goed vast<br />
want de meesters van de broodkast<br />
hebben de knechten goed doen leren<br />
het brood zeer zuinig te beheren.<br />
Vaak daarom missen grote heren<br />
wat ’t voetvolk heeft in overvloed.<br />
Ach, mocht hen verteren d’hellegloed.<br />
Vlees en brood leggen zij opzij<br />
en betalen daarmee hun hoererij.<br />
Om dat ook te kunnen doen<br />
bracht ik, heer Bruin, deze noen<br />
al mijn voedsel hier tezaam<br />
en heb er mij tegoed aan gedaan.<br />
Zo at ik wel voor zes dukaten<br />
honingtaarten van verse raten.<br />
– Nomine patre, Christum file,<br />
zucht Bruin, de bere, bij Sint-Gilles,<br />
Rein wat gij daar hebt in overvloed<br />
is op de wereld ’t beste goed<br />
waarnaar mijn maag het meeste langt.<br />
Ach, geef me, heer, wat ik verlang<br />
in Godes naam, mea culpa.<br />
Reynaert de vos maakt een grimas<br />
denkend aan de poets die hij hem bakt.<br />
De arme Bruin merkt echter niet<br />
dat hij gestuurd wordt in het riet.<br />
– Bruin, zegt Rein, kon ik u betrouwen!<br />
Als gij niet beschaamt mijn vertrouwen<br />
en vond ik bij u hulp en alliantie,<br />
bij mijn zoon Rosvel, de deugniet,<br />
dra zou ik vullen uwe mage<br />
met verse en nieuwe honingraten.<br />
Hier tegenover, als men betreedt<br />
het bos dat ene Lanfroot beheert.<br />
Maar wat heeft het al voor zin,<br />
want breng ik u er middenin<br />
en zou ik u, Bruin, uw zin geven<br />
zoudt gij er later van profiteren<br />
om mij te schaden en te deren.<br />
– Wat zegt gij daar, baron Reynaert?<br />
Ben ik uw vertrouwen dan niet waard?<br />
– Voorzeker! Wel dan? Gij zijt in staat<br />
tot trouweloosheid, tot verraad.<br />
– Vriend Reynaert, gij beledigt mij,<br />
dit is gewoon kwaadsprekerij.<br />
– Akkoord, ik zal het voortaan laten.<br />
Tiecelijn, 19, 2006