Je t'adore - Reynaertgenootschap

Je t'adore - Reynaertgenootschap Je t'adore - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
26.09.2013 Views

186 Nog twee korte branches gaan chronologisch Le plaid vooraf, de branche die veelal wordt beschouwd als een van de centrale teksten van de Reynaertmaterie. Het zijn Tibeert en de worst (branche Vllb) en Tibeert en de twee papen (VIII). VIIb sluit aan bij de oudste branche: Canteclaer, de mees en Tibeert, waarin Reynaert het slachtoffer wordt van de kater (noteer dat in de vier avonturen van deze twee branches Reynaert aan het kortste einde trekt). De vos is op jacht, gedreven door honger en vervuld van wraakgevoelens tegen Tibeert. Achter de kromming van een pad stoot hij op de kater die meteen wil vluchten, maar zich vermant. De twee spitsbroeders zweren elkaar trouw en bijstand. Ze trekken samen verder en vinden langs de weg een worst. De vos zal hem dragen, maar hij laat de uiteinden van hun prooi in het stof slepen, wat Tibeert niet kan dulden. Hij neemt de worst over. Aan een kruis op een heuvel gekomen, vlucht Tibeert met de worst op de kruisbalk. Hoe de vos ook bidt en smeekt en dreigt, de kater eet de worst op en dit terwijl er een processie aankomt vergezeld van bloedhonden. Reynaert maakt zich uit de voeten. In de korte branche Tibeert en de twee papen komt Reynaert niet voor, behalve dan in de aanvangsregels: ‘Tybers li cas dont jou ai dit / doute Renart assés petit’ (‘Zoals ik zei heeft de kat Tijbaert / zeer weinig ontzag voor Reynaert’). Deze branche is eigenlijk niet meer dan een fabliau en vertelt hoe Tibeert voor twee papen op een kruishout vlucht. De geestelijken kibbelen over wie de kattenpels zal krijgen, maar net als ze de kater willen vangen, valt een van hen van zijn paard. De kat springt op het rijdier dat ijlings naar huis rent en zijn stal opzoekt, tot ontsteltenis van de vrouw van de pape. Thuisgekomen vertelt haar man dat de duivel hem heeft aangevallen en dat hij als bij wonder nog leeft. Pas dan (op de tiende plaats) komt chronologisch gezien Le jugement de Renart (of Le plaid, branche I) waarmee haast iedere uitgave van de Roman de Renart opent. Terecht wordt Le plaid de scharniertekst van de ‘matière renardienne’ genoemd. Het is trouwens ook de belangrijkste bron van Van den vos Reynaerde. Ofschoon schatplichtig aan de Franse tekst is Van den vos Reynaerde een (deels) vrije hertaling, een meesterwerk dat zijn voorbeeld evenaart én overtreft, onder meer vanwege het briljante einde (het tweede deel), waarin de vos zich niet alleen redt uit de klauwen van Nobel, Bruun en Ysegrijn, maar als een wereldberoemde BV (Bekende Vlaming) in het nirwana verdwijnt. Tiecelijn, 19, 2006

■ Paul van Keymeulen Het rechtsgeding (branche I) Inleiding Het verhaal dat hier vertaald wordt, is deze keer bekend. Immers, branche I (Strubel benoemt ze Ia) is de directe voorbeeldtekst van de Reynaertdichter. De koning houdt hof tijdens de lente. Iedereen is aanwezig, behalve de vos. Ysegrijn klaagt Reynaert aan, maar stelt zichzelf daardoor meteen voor als een hoorndrager. Het grote thema van de ‘matière renardienne’, de grote oorlog tussen wolf en vos, staat meteen centraal. Het verhaal komt slechts echt op gang na de moord op Coupée, de dochter van Canteclaer. De vermoorde kip krijgt zelfs de status van een halve heilige als Cuwaert op haar graf van koorts geneest. Na de begrafenis van het slachtoffer, is Bruin de eerste bode, maar hij strandt in een boom op zoek naar honing. Tybaert is de tweede, maar hij wordt verleid door muizen. Grimbeert zal erin slagen de vos mee naar Nobel te brengen. Reynaert neemt afscheid van zijn kroost, biecht zijn zonden op aan de das en vertrekt. Na een lange verdedigingsrede wordt de vos aan het hof veroordeeld en geblinddoekt weggebracht. Grimbeert dient echter een genadeverzoek in en stelt voor dat Reynaert op bedevaart zou gaan. Als gevolg van deze smeekbede wordt Rein vrijgesproken. Men brengt hem kruis, pelgrimsstaf en -tas. Vooraleer Reynaert vertrekt, slaagt hij erin Nobelines ring af te troggelen. Hij vertrekt te paard en ontvoert de haas. Op een hoge bergtop gooit hij zijn pelgrimsattibuten naar de hofgemeenschap als teken dat hij aan de bedevaart verzaakt. De haas kan ontsnappen. Reynaert wordt achtervolgd en onder leiding van Langzaamaan de slak (Tardif) wordt hij ingehaald en afgeranseld. Hij kan ternauwernood ontsnappen naar Malpertuis, waar hij door zijn vrouw wordt verzorgd. Tekst Pierken die met kunst en kundigheid Reynaerts avonturen heeft berijmd en die van Ysegrijn, zijn maat, vergat de plot van het verhaal daar hij ons niets heeft verteld over het oordeel dat werd geveld in koning Nobel zijn paleis over de grote hoererij van Rein, het kwade voorbestemd, met wolvin, vrouwe Hersent. Dat verhaal vangt aan hierbij. De wintertijd was reeds voorbij, de meidoorn bloeide overal en ook de rozen ontloken al; ’t was volop hemelvaartweer 187 toen koning Nobel, de Leeuw, alle dieren, klein en groot naar zijn raadszitting ontbood. Geen enkel dier durfde het aan om niet naar het hof te gaan, maar reisde erheen zo vlug hij kon, behalve één, een groot baron, Reynaert de vos, de vuile dief die iedereen scheert en bedriegt. Voor zijn hoogmoed en voor zijn trots klaagde men hem aan bij de vorst. En Ysegrijn die Reynaert haat en hem toewenst alle kwaad sprak tot Nobel: – Here koning, doe mij recht, geef mij vergelding voor het overspel en de ontrouw Tiecelijn, 19, 2006 vertaling

■ Paul van Keymeulen<br />

Het rechtsgeding (branche I)<br />

Inleiding<br />

Het verhaal dat hier vertaald wordt, is deze keer bekend. Immers, branche I (Strubel<br />

benoemt ze Ia) is de directe voorbeeldtekst van de Reynaertdichter. De koning<br />

houdt hof tijdens de lente. Iedereen is aanwezig, behalve de vos. Ysegrijn klaagt<br />

Reynaert aan, maar stelt zichzelf daardoor meteen voor als een hoorndrager. Het<br />

grote thema van de ‘matière renardienne’, de grote oorlog tussen wolf en vos, staat<br />

meteen centraal. Het verhaal komt slechts echt op gang na de moord op Coupée,<br />

de dochter van Canteclaer. De vermoorde kip krijgt zelfs de status van een halve<br />

heilige als Cuwaert op haar graf van koorts geneest. Na de begrafenis van het<br />

slachtoffer, is Bruin de eerste bode, maar hij strandt in een boom op zoek naar<br />

honing. Tybaert is de tweede, maar hij wordt verleid door muizen. Grimbeert zal erin<br />

slagen de vos mee naar Nobel te brengen. Reynaert neemt afscheid van zijn kroost,<br />

biecht zijn zonden op aan de das en vertrekt. Na een lange verdedigingsrede wordt<br />

de vos aan het hof veroordeeld en geblinddoekt weggebracht. Grimbeert dient echter<br />

een genadeverzoek in en stelt voor dat Reynaert op bedevaart zou gaan. Als<br />

gevolg van deze smeekbede wordt Rein vrijgesproken. Men brengt hem kruis, pelgrimsstaf<br />

en -tas. Vooraleer Reynaert vertrekt, slaagt hij erin Nobelines ring af te<br />

troggelen. Hij vertrekt te paard en ontvoert de haas. Op een hoge bergtop gooit hij<br />

zijn pelgrimsattibuten naar de hofgemeenschap als teken dat hij aan de bedevaart<br />

verzaakt. De haas kan ontsnappen. Reynaert wordt achtervolgd en onder leiding<br />

van Langzaamaan de slak (Tardif) wordt hij ingehaald en afgeranseld. Hij kan ternauwernood<br />

ontsnappen naar Malpertuis, waar hij door zijn vrouw wordt verzorgd.<br />

Tekst<br />

Pierken die met kunst en kundigheid<br />

Reynaerts avonturen heeft berijmd<br />

en die van Ysegrijn, zijn maat,<br />

vergat de plot van het verhaal<br />

daar hij ons niets heeft verteld<br />

over het oordeel dat werd geveld<br />

in koning Nobel zijn paleis<br />

over de grote hoererij<br />

van Rein, het kwade voorbestemd,<br />

met wolvin, vrouwe Hersent.<br />

Dat verhaal vangt aan hierbij.<br />

De wintertijd was reeds voorbij,<br />

de meidoorn bloeide overal<br />

en ook de rozen ontloken al;<br />

’t was volop hemelvaartweer<br />

187<br />

toen koning Nobel, de Leeuw,<br />

alle dieren, klein en groot<br />

naar zijn raadszitting ontbood.<br />

Geen enkel dier durfde het aan<br />

om niet naar het hof te gaan,<br />

maar reisde erheen zo vlug hij kon,<br />

behalve één, een groot baron,<br />

Reynaert de vos, de vuile dief<br />

die iedereen scheert en bedriegt.<br />

Voor zijn hoogmoed en voor zijn trots<br />

klaagde men hem aan bij de vorst.<br />

En Ysegrijn die Reynaert haat<br />

en hem toewenst alle kwaad<br />

sprak tot Nobel: – Here koning,<br />

doe mij recht, geef mij vergelding<br />

voor het overspel en de ontrouw<br />

Tiecelijn, 19, 2006<br />

vertaling

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!