Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
181<br />
maar hij ontsnapt dankzij een boer met een bijl die door een misslag de vos ongewild<br />
bevrijdt.<br />
In deze vier episoden, die nagenoeg 800 verzen tellen, die losjes aan elkaar hangen<br />
en op vingeroefeningen lijken, is er – opmerkelijk genoeg – geen sprake van de<br />
aangekondigde strijd tussen Ysegrijn en Reynaert. Hun bloedvete wordt zeer terloops<br />
behandeld in de branche met de dubbele titel: Tiecelijn / De verkrachting van<br />
Hersent. In deze, op één na oudste branche, belanden we echt in de<br />
Reynaertmaterie. Vooreerst in het verhaal van de vos en de raaf. Niet de kaas is<br />
Reynaerts primaire doel, maar de raaf zelf (die er vier pluimen bij inschiet).<br />
Reynaert trekt verder op jacht tot hij komt aan een groot hol,<br />
een somber en donker gat.<br />
Daar heeft hij een avontuur gehad<br />
dat hem veel kwel bezorgde en pijn<br />
vanwege connetabel Ysegrijn.<br />
De wandaad die Rein daar beging<br />
– want duivels was zijn ingeving –<br />
was de oorzaak van de vete<br />
die hier niemand zal vergeten.<br />
De vos glijdt behoedzaam in het hol om er een rustplaats te zoeken, maar hij<br />
belandt in de grote zaal van Ysegrijns slot. (Het eerste antropomorfisme in de<br />
Reynaertmaterie?) In die zaal ontwaart hij dame Hersent, die haar vier welpen<br />
zoogt. Pikant (?) detail: Hersent draagt de muts van de kraamvrouw niet meer,<br />
waarmee de auteur waarschijnlijk bedoelt dat ze weer beschikbaar is voor het liefdesspel.<br />
Reynaert wil zich achter de deur verstoppen, maar Hersent heeft hem<br />
opgemerkt en spreekt hem spottend toe. Zij vraagt hem waarom hij haar tijdens<br />
haar kraambed niet is komen bezoeken. Dat komt, zegt Reynaert, omdat Ysegrijn<br />
mij in ’t oog houdt en mij naar ’t leven staat, ofschoon ik hem nooit enig kwaad heb<br />
berokkend. En wat meer is, hij heeft alles in het werk gesteld om mij te schande te<br />
maken, ofschoon ik u liefheb met hoofse minne. Die verklaring volstaat voor de<br />
wulpse Hersent. Om zich op haar man te wreken, vliegt zij Reynaert om de hals,<br />
heft zij haar dij op en laat zij de vos zijn zin doen. Het overspel is voltrokken.<br />
Alvorens te vertrekken bepist Rein de vier welpen en slaat hij het huisraad aan diggelen<br />
(en dat had hij niet mogen doen). Hersent probeert haar jongen het zwijgen<br />
op te leggen, maar tevergeefs. Wanneer Ysegrijn thuiskomt, zit het er natuurlijk<br />
bovenarms op, vooral omdat de welpen hun vader vertellen dat de vos hen voor<br />
bastaards heeft uitgescholden en hem, hun vader, voor hoorndrager. De ruzie wordt<br />
enigszins bijgelegd als Hersent zweert haar minnaar te zullen aanpakken als de<br />
kans zich voordoet.<br />
Een tijdje later, ‘quand on avait les pois soiés’ (‘wanneer men de erwtjes had gedopt’),<br />
ontmoeten de drie protagonisten elkaar in het open veld. Reynaert slaat<br />
wijselijk op de vlucht en verdwijnt in zijn kasteel Val Creux. Hersent, door lust gedreven,<br />
volgt hem, maar blijft steken in de ingang van het hol, zodat ze noch vooruit,<br />
noch achteruit kan. Als Reynaert dit ziet, grijpt hij meteen de kans om haar te naaien<br />
‘tout à loisir et à grant aise’, al zijn tijd en zijn plezier nemend, én met instemming<br />
van de wolvin: ‘Renars, c’est force et force soit’ (‘Reynaert, dit is geweldpleging,<br />
en vooruit dan maar’); dit alles onder het oog van Ysegrijn, die zijn aartsvijand<br />
wel zeven keer ziet klaarkomen. Die bezigheid noemde men in de middeleeuwen al<br />
Tiecelijn, 19, 2006