Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap Je t'adore - Reynaertgenootschap
162 Van 3 juni tot 10 september 2006 stelt hij tentoon met Etsenboeken in Museum De Wieger in Deurne (NL). Vanaf 10 juni 2006 is zijn werk te zien op de tentoonstelling Hommage aan Couperus in het Couperusmuseum in Den Haag. Naast de kleine objecten zijn de etsenboeken, veelal geïnspireerd op literaire teksten, Theo van de Goors handelsmerk geworden: o.a. Het prentenboek van de duivel (1998), Van den vos Reynaerde (2004), De Berg van Licht (2004, naar Couperus), Een droom die niet gedroomd werd. Allusies op het werk van Paul van Ostaijen. (2004) en nu Het Reinaartje, telkens in kleine oplagen van 50 exemplaren. Etsenboek over Reynaert de Vos Theo van de Goor werkt uitdrukkelijk figuratief en vanuit de fantasie. Zijn werk is ook vaak autobiografisch. De waarnemingen van zijn omgeving worden via associaties op papier gezet. Zijn tekeningen ontstaan uit herinneringen, fantasieën en associaties. Van de Goors tekeningen en etsen kenmerken zich door speelsheid en oorspronkelijkheid. Toen Theo van de Goor een jaar of zeven was (in 1961) schreef hij in een schoolschriftje een Reynaertverhaal en hij tekende er de dieren die hij van de boerderij kende bij. Hij vermoedt dat een leerkracht op school of iemand van de scouting het verhaal heeft verteld. Een aantal jaren geleden kwam hij in de bibliotheek weer een Reynaertboek tegen en toen is het idee ontstaan om Reynaertetsen te maken naar analogie met zijn Duivelsboek. Na een eerste ontstond ook een tweede Reynaertboek met etsen. Momenteel is hij ook met olieverf in de weer met Reynaert als inspiratiebron. Vooral de taal in de Reynaert spreekt Theo erg aan. De teksten roepen allerlei beelden bij hem op. Als tekstuele bron bij het maken van zijn Reynaertetsboeken gebruikte hij de negende druk van de uitgave Tinbergen-Van Dis (Van den Vos Reynaerde). Wellicht heeft hij ook, zoals elke kunstenaar, iconografische Reynaertbronnen op zijn netvlies. Zijn werk kan niet eenduidig teruggevoerd worden tot ander werk, maar het lijkt mij niet onmogelijk dat hij het werk van Wilhelm von Kaulbach en diens eeuwgenoot Grandville heeft gezien (Vie privée et publique des animaux). Van de Goors Reynaerttekeningen doen ook denken aan de werkelijk schitterende uitgave Reynard the Fox. Adapted from a classic folk tale and Illustrated by Alain Vaës, een werk dat weerom schatplichtig is aan Kaulbach, die we als de vader van vele moderne Reynaertillustratietradities mogen beschouwen. Het werk van Vaës roept dan weer herinneringen op aan de fraaie dierenportretten die ik van de Nederlandse schilder Ton Boks in Hulst zag. In wat volgt bespreken wij acht prenten van Van de Goor die ons laten kennismaken met een getalenteerd kunstenaar. We plaatsen ze in de verhaalchronologie. Beginnen doen we evenwel met een portret van de vos en eindigen doen we met het portret van zijn belangrijkste antagonist: koning Nobel. Acht Reynaertetsen 1. In de titel-ets (afb. 1) uit Het Reinaartje toont Theo van de Goor dat hij vooral sterk is in het uitbeelden van expressieve dierenkoppen. Vanuit een fraai geëtste renaissancekraag tovert de kunstenaar een vinnige Reynaert met flitsende ogen. De fraai Tiecelijn, 19, 2006
163 afb. 1 geëtste mouw toont hoe knap de artiest de etstechniek in de hand heeft en een vlak tot leven kan brengen. Door de tegenstelling tussen het esthetisch mooie vlak van de mouw en de klauwhand van Reynaert accentueert hij ook het kwaadaardige karakter van de vos. In deze klauwhand legt de artiest symbolisch alle boosaardigheid van Reynaert. Hand, mantel en kraag accentueren het antropomorfe karakter van de vos. De kraag en mantel geven de vos een aristocratische uitstraling. De hand is menselijk, maar bedreigend. De cirkelvormige achtergrond plaatst een aureool om Reynaerts kop. De prent evoceert de spanning tussen mens en dier en tussen goed en kwaad. 2. ‘Doe quamen tes coninx hove alle die diere, groot / Ende cleene, sonder vos Reinaert alleene.’ etst Van de Goor onder de fraaie vierde prent in Het Reinaartje (prent uit 2004, afb. 2). De tocht gaat van donker naar licht. De dierenkoppen zijn Tiecelijn, 19, 2006
- Page 1 and 2: Je t’adore Zes! Het ‘Je t’ado
- Page 3 and 4: ■ Rik van Daele ‘Het onderwerp
- Page 5 and 6: 125 wilde op deze manier meegaan in
- Page 7 and 8: 127 en combineerde volgens de leidi
- Page 9 and 10: 129 vooral kennen als iemand die zo
- Page 11 and 12: 131 zijn hier alleszins het bewijs
- Page 13 and 14: […] Dit is nu eens een stuk, alho
- Page 15 and 16: 135 de veranderde tijdsgeest in com
- Page 17 and 18: 137 Reinaard noemt zich in zijn ver
- Page 19 and 20: 139 De belangrijkste archiefbronnen
- Page 21 and 22: ■ Hans Rijns Afwijkingen in besta
- Page 23 and 24: 143 Maurits Sabbe en Leonard Willem
- Page 25 and 26: 145 nabelen 12 Pg en Pd voorkomen,
- Page 27 and 28: 147 gebruik is gemaakt van de editi
- Page 29 and 30: 149 vaak als Ryns gespeld. Suhl lee
- Page 31 and 32: 151 uitgave (Middelnederlands en Mi
- Page 33 and 34: 153 eeuwse volzin: ‘Bij het in ´
- Page 35 and 36: 155 bericht vermeldt Maurits (Mauri
- Page 37 and 38: 157 bevro’en (B3ra12) in de origi
- Page 39 and 40: 159 27. Vlakdruk: het aanbrengen va
- Page 41: ■ Rik van Daele en Willy Feliers
- Page 45 and 46: 165 afb. 3 ze in zijn gulzige muil
- Page 47 and 48: 167 credo geleerd en gaat hij dit v
- Page 49 and 50: 169 afb. 6 op uit de donkere, gearc
- Page 51 and 52: 171 vrije prent is dit erg moeilijk
- Page 53 and 54: ■ Rik van Daele 173 Paul van Keym
- Page 55 and 56: 175 ging. Daarom heb ik in Gent Rom
- Page 57 and 58: 177 stand van Jean de Condé en wel
- Page 59 and 60: Afscheid 179 Alvorens wij afscheid
- Page 61 and 62: 181 maar hij ontsnapt dankzij een b
- Page 63 and 64: 183 opgerakeld, de standjes van Her
- Page 65 and 66: 185 Reynaert en Primaat, de chronol
- Page 67 and 68: ■ Paul van Keymeulen Het rechtsge
- Page 69 and 70: ten overstaan van de hele baronnij?
- Page 71 and 72: en haar rechtervleugel afgeknakt. P
- Page 73 and 74: Als Reynaert geen list bedenkt ziet
- Page 75 and 76: en hij gaat schuil bij een rots. De
- Page 77 and 78: Dan vallen ze de arme Tybaert aan d
- Page 79 and 80: zo vreselijk sloegen op zijn rug al
- Page 81 and 82: Ik weet niet of ’t aan mijn ster
- Page 83 and 84: Zij wanen zich nu buiten gevaar, ma
- Page 85 and 86: Hen volgt Tiecelijn de raaf, en de
- Page 87 and 88: ■ Paul van Keymeulen Le dit du go
- Page 89 and 90: que le drap, devenu parchemin, que
- Page 91 and 92: die heel rustig neer ging zitten. D
162<br />
Van 3 juni tot 10 september 2006 stelt hij tentoon met Etsenboeken in Museum De<br />
Wieger in Deurne (NL). Vanaf 10 juni 2006 is zijn werk te zien op de tentoonstelling<br />
Hommage aan Couperus in het Couperusmuseum in Den Haag.<br />
Naast de kleine objecten zijn de etsenboeken, veelal geïnspireerd op literaire teksten,<br />
Theo van de Goors handelsmerk geworden: o.a. Het prentenboek van de duivel<br />
(1998), Van den vos Reynaerde (2004), De Berg van Licht (2004, naar<br />
Couperus), Een droom die niet gedroomd werd. Allusies op het werk van Paul van<br />
Ostaijen. (2004) en nu Het Reinaartje, telkens in kleine oplagen van 50 exemplaren.<br />
Etsenboek over Reynaert de Vos<br />
Theo van de Goor werkt uitdrukkelijk figuratief en vanuit de fantasie. Zijn werk is ook<br />
vaak autobiografisch. De waarnemingen van zijn omgeving worden via associaties<br />
op papier gezet. Zijn tekeningen ontstaan uit herinneringen, fantasieën en associaties.<br />
Van de Goors tekeningen en etsen kenmerken zich door speelsheid en oorspronkelijkheid.<br />
Toen Theo van de Goor een jaar of zeven was (in 1961) schreef hij in een schoolschriftje<br />
een Reynaertverhaal en hij tekende er de dieren die hij van de boerderij<br />
kende bij. Hij vermoedt dat een leerkracht op school of iemand van de scouting het<br />
verhaal heeft verteld.<br />
Een aantal jaren geleden kwam hij in de bibliotheek weer een Reynaertboek tegen<br />
en toen is het idee ontstaan om Reynaertetsen te maken naar analogie met zijn<br />
Duivelsboek. Na een eerste ontstond ook een tweede Reynaertboek met etsen.<br />
Momenteel is hij ook met olieverf in de weer met Reynaert als inspiratiebron. Vooral<br />
de taal in de Reynaert spreekt Theo erg aan. De teksten roepen allerlei beelden bij<br />
hem op. Als tekstuele bron bij het maken van zijn Reynaertetsboeken gebruikte hij<br />
de negende druk van de uitgave Tinbergen-Van Dis (Van den Vos Reynaerde).<br />
Wellicht heeft hij ook, zoals elke kunstenaar, iconografische Reynaertbronnen op<br />
zijn netvlies. Zijn werk kan niet eenduidig teruggevoerd worden tot ander werk, maar<br />
het lijkt mij niet onmogelijk dat hij het werk van Wilhelm von Kaulbach en diens<br />
eeuwgenoot Grandville heeft gezien (Vie privée et publique des animaux). Van de<br />
Goors Reynaerttekeningen doen ook denken aan de werkelijk schitterende uitgave<br />
Reynard the Fox. Adapted from a classic folk tale and Illustrated by Alain Vaës, een<br />
werk dat weerom schatplichtig is aan Kaulbach, die we als de vader van vele moderne<br />
Reynaertillustratietradities mogen beschouwen. Het werk van Vaës roept dan<br />
weer herinneringen op aan de fraaie dierenportretten die ik van de Nederlandse<br />
schilder Ton Boks in Hulst zag. In wat volgt bespreken wij acht prenten van Van de<br />
Goor die ons laten kennismaken met een getalenteerd kunstenaar. We plaatsen ze<br />
in de verhaalchronologie. Beginnen doen we evenwel met een portret van de vos en<br />
eindigen doen we met het portret van zijn belangrijkste antagonist: koning Nobel.<br />
Acht Reynaertetsen<br />
1.<br />
In de titel-ets (afb. 1) uit Het Reinaartje toont Theo van de Goor dat hij vooral sterk<br />
is in het uitbeelden van expressieve dierenkoppen. Vanuit een fraai geëtste renaissancekraag<br />
tovert de kunstenaar een vinnige Reynaert met flitsende ogen. De fraai<br />
Tiecelijn, 19, 2006