26.09.2013 Views

Je t'adore - Reynaertgenootschap

Je t'adore - Reynaertgenootschap

Je t'adore - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

156<br />

Naast de emendaties komen in de teksteditie een aantal aanpassingen voor die<br />

Roossens niet verantwoordt. Zo transcribeert Roossens de t met een weglatingsteken<br />

(t’ en ’t) als hoe t’ ginck en in ’t werck. In Hz1651 worden deze afgedrukt als:<br />

hoe t’ginck en in’t werck. Aangezien Roossens hierin consequent is, zijn deze<br />

emendaties niet in de lijst opgenomen. Roossens is ook consequent in de weergave<br />

van de kapitaal I. Hij transcribeert de kapitaal I in een I of in een J volgens de<br />

moderne schrijfwijze. Dit is niet in overeenstemming met het lettertype (textura)<br />

waarin de verhaaltekst van Hz1651 is gezet. De textura kent slechts alleen de I voor<br />

de kapitalen I en J. Ook deze consequente aanpassingen zijn niet als afwijkingen<br />

opgevat. De derde persoon enkelvoud u zet Roossens soms om in U (11/04).<br />

Omdat Roossens deze emendatie niet verantwoordt, wordt, indien ten onrechte een<br />

hoofdletter U is geplaatst, dit als een afwijking meegeteld.<br />

De editie met de minste afwijkingen<br />

De tekstuitgave die Walter Roossens in 1981 bezorgt van Hz1651 is door hem<br />

samengesteld om de graad van licentiaat in de Germaanse filologie aan de<br />

Universiteit van Leuven te verkrijgen. Roossens gebruikt het exemplaar dat berustte<br />

in de abdij van de Norbertijnen in Postel in België. Het boekje is aan het begin<br />

van de jaren tachtig van de twintigste eeuw uit de abdij verdwenen (Menke 1992:<br />

158). Roossens is hier niet verantwoordelijk voor. Het door hem gebruikte exemplaar<br />

is hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit het voormalige bezit van de hertog van<br />

Arenberg. Voor mijn editie maakte ik gebruik van het exemplaar dat berust in de<br />

Zentral Bibliothek in Zürich. Gezien een aantal opmerkingen van Roossens in de<br />

voetnoten is het exemplaar in Zürich niet gelijk aan het exemplaar dat zich in Postel<br />

bevond. In een voetnoot in de tekstuitgave van Roossens staat dat de o in bevro’en<br />

(B3ra12) in de originele uitgave horizontaal is doorgestreept. Dit is niet het geval in<br />

het exemplaar dat bewaard wordt in Zürich. Volgens Roossens ontbreken er drie<br />

letters in: li[iff] (Er3v20). In het exemplaar dat in Zürich berust staat lijff. Ten slotte<br />

geeft Roossens aan dat op H1r de beginletters van vier regels ontbreken (H1ra1-<br />

4). De beginletters van de betreffende regels in het exemplaar dat in Zürich berust<br />

zijn goed te lezen. De huidige onrechtmatige (?) eigenaar van het exemplaar dat<br />

zich in Postel bevond is hiermee gewaarschuwd. De 153 pagina’s tellende tekstuitgave<br />

van Roossens is, als onderdeel van een proefschrift, uitgegeven als een<br />

enkelzijdig gestencilde uitgave op A4 formaat. Ik kreeg deze editie in bruikleen van<br />

Rik van Daele waardoor het voor mij mogelijk was de gehele tekst van H1651 te<br />

scannen. De verantwoording is door Roossens kort gehouden, nog geen anderhalve<br />

pagina tekst met veel witregels en regelafstand anderhalf. Roossens verwijst aan<br />

het begin van zijn verantwoording naar een uitvoerige beschrijving van het origineel<br />

in deel I. De tekst is, in tegenstelling tot de bron die in twee kolommen is gezet, uitgetypt<br />

in één tekstblok, ook met regelafstand anderhalf. Roossens heeft zelf een<br />

regelnummering aangebracht. Dit doet hij per ‘Capittel’. In de linkermarge geeft hij<br />

steeds, als verwijzing naar de bron, de paginanummering uit H1651 en per pagina<br />

de kolomaanduiding aan, bijvoorbeeld P. 6, kol. 1. De katernsignaturen uit H1651<br />

neemt Roossens niet over. Als extra heeft Roossens de houtsneden uit de bron<br />

gekopieerd en deze zoveel mogelijk overeenkomstig de bron in de tekst geplaatst.<br />

In voetnoten verantwoordt Roossens soms een emendatie of geeft hij opmerkelijke<br />

zaken aan, bijvoorbeeld zoals de hierboven al vermelde constatering dat ‘de o in<br />

Tiecelijn, 19, 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!