Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
149<br />
vaak als Ryns gespeld. Suhl leest soms een y waar een ij moet staan, Bruijn ><br />
Bruyn, huijs > huys, muijs > muys.<br />
De initialen 20 en paragraaftekens 21 zijn bij Suhl niet ingevuld. Er is wel ruimte opengelaten<br />
om de initialen en paragraaftekens in te tekenen. Dit is in overeenstemming<br />
met het exemplaar dat zich in de Stadsbibliotheek van Lübeck bevond. Suhl<br />
gebruikte dit exemplaar (Muller 1892: XXXIV).<br />
Pleiter voor de Nederlandse oorsprong van Reynke de Vos uit 1498<br />
De diplomatische editie van Die hijstorie van reijnaert die vos (Pd) werd door<br />
Ludewig Suhl, stadsbibliothecaris en conrector van het Gymnasium te Lübeck,<br />
bezorgd in 1783. Zijn editie, die ik gebruikte bij de transcriptie van Pd is, getuige een<br />
ingeplakte mededeling op de versozijde 22 van het tweede schutblad, een ‘GESCHENK<br />
van Prof. Dr. J. VERDAM, aan de Leeskamers van de Literarische Faculteit der<br />
Leidsche Universiteit’. Het is dezelfde Verdam (1845-1919) die vooral bekend is<br />
geworden vanwege zijn medewerking aan het Middelnederlandsch woordenboek.<br />
De editie van Suhl meet 11 bij 17 centimeter. Na het titelblad, zonder afbeelding,<br />
volgt een korte inleiding van nog geen acht pagina´s. Suhl opent met de opmerking<br />
dat hij met de totstandkoming van deze editie een belofte inlost en dat zijn editie,<br />
zoals wij hierboven al zagen, een onveranderde en zeer getrouwe afdruk is van het<br />
origineel. Suhl gaat verder niet in op zijn wijze van uitgeven terwijl hij toch, gezien<br />
de vele afwijkingen die in zijn editie voorkomen, emendaties aanbrengt. Suhl is zonder<br />
meer van mening dat het opnieuw uitgeven van oude teksten zonder verbeteringen<br />
en nauwkeurig in overeenstemming met het origineel moet zijn. Hij bekritiseert<br />
ene professor Müller in Berlijn (niet te verwarren met Jacob Wijbrand Muller<br />
(1858-1945)) die een kritische tekst 23 van het Liets der Niebelungen [sic] heeft uitgegeven.<br />
Suhl is een fervent tegenstander van het kritisch uitgeven van een tekst.<br />
Als voorbeeld noemt hij het vertalen van de Bijbel waarbij betekenissen kunnen veranderen<br />
door het onjuist aanbrengen van interpunctie. Na dit pleidooi voor, wij zouden<br />
nu zeggen, diplomatisch uitgeven, gaat Suhl in op het stemma 24 van de<br />
Reynaert, die in de Duitse taal alleen al in 1783 minstens twintig uitgaven telde. Ook<br />
noemt hij de Latijnse, Deense, Zweedse, Nederlandse (holländische), Hoogduitse,<br />
Engelse en Franse uitgaven. Na de vermelding dat in 1740 de Duitse boekdrukker<br />
J.H. van Seelen reeds bericht over de in Lübeck in 1498 uitgegeven Reynke de Vos<br />
en Pd, en dat ook enkele andere Duitse onderzoekers in de loop van de achttiende<br />
eeuw het bestaan van Pd melden, hekelt Suhl enkele uitgevers en editeurs die<br />
ervan uit gaan dat Reynke de Vos de bron is van de Duitse Reynaerttraditie. Zij noemen<br />
in de inleidingen de dertien jaar eerder verschenen uitgave van Van der Meer<br />
niet als bron voor Reynke de Vos. Hij wijt dit aan ongepast patriottisme. Dit is dan<br />
ook de reden dat hij Pd uit wil geven. Dan bespreekt Suhl uitgebreid het verschil tussen<br />
Pd en Reynke de Vos. Pd is in proza geschreven, Reynke de Vos in verzen.<br />
Ook behandelt Suhl de toegevoegde uitgebreide glossen in Reynke de Vos die in<br />
Pd ontbreken en de hoofdstukindeling in beide drukken. Ondanks de grote verschillen<br />
beschouwt Suhl Pd als ‘die Mutter der lübeckischen Ausgabe’. Suhl besluit<br />
zijn inleiding met alweer een belofte: hij levert nu alleen de tekst, maar verplicht zich<br />
tegelijkertijd een vertaling van Pd uit te geven. In die vertaling zal hij ook een kritisch<br />
commentaar toevoegen over o.a. het ontstaan, de auteur en bestaande vertalingen.<br />
Die vertaling is, en Amand Berteloot bevestigde mijn vermoeden, nooit ver-<br />
Tiecelijn, 19, 2006