Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Je t'adore - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dyck, dat in Holland of Utrecht geschreven is en nogal inconsistent is in zijn tekstweergave).<br />
Een tweede reden om de voorkeur aan Comburg te geven is, dat het<br />
een uitgebreider slot heeft, dat naar alle waarschijnlijkheid oorspronkelijk is.<br />
Hoe gaat Poeth nu met deze problematiek om? In zijn voorwoord (p. 4) zegt hij<br />
dat zijn vertaling gemaakt is op basis van de diplomatische editie van Hellinga. 2 Dat<br />
helpt de lezer niet echt verder, want Hellinga bevat de tekst van alle<br />
Reynaerthandschriften die in 1952 bekend waren. Achter in het boek (p. 124-127)<br />
gaat Poeth opnieuw op de kwestie in. Hij geeft aan dat de Delta-editie (zie noot 1)<br />
zich baseert op Comburg en formuleert dan kritiek op die keuze. Hij laat zien dat in<br />
de proloog de tekst van Comburg een aantal zeer problematische plaatsen heeft,<br />
waar Dyck steeds een zinvollere lezing biedt. (Dit wordt door alle onderzoekers<br />
eveneens erkend. Alle recente edities op basis van Comburg kennen een aantal<br />
ingrepen in de proloog.) Poeth leidt daaruit af dat men voor de hele tekst de twee<br />
handschriften moet vergelijken en nu eens voor het ene en dan weer voor het andere<br />
moet kiezen. Eigenlijk bepleit hij dus een reconstructie van het origineel. Hij geeft<br />
echter niet duidelijk aan hoe hij zich die samengestelde tekst dan voorstelt.<br />
Naar mijn indruk is er feitelijk het volgende gebeurd. Poeth heeft zeer intensief<br />
gebruik gemaakt van de Delta-editie en wel voor allerlei aspecten van zijn eigen<br />
boek (bijvoorbeeld de indeling van het verhaal in eenheden, de titels daarvan, de<br />
aard en een flink deel van de inhoud van de ondersteunende delen). Terecht overigens,<br />
want dat is een uitstekende editie. Hij is het echter niet eens met de voorkeur<br />
voor Comburg in die editie. Hij volgt de tekst van de Delta-editie dus grotendeels,<br />
maar af en toe – als hij met de lezing van Comburg om interpretatieve redenen niet<br />
uit de voeten kan – volgt hij Dyck. In tenminste een deel van die gevallen verantwoordt<br />
hij dat in zijn aantekeningen. 3 Zie bijvoorbeeld de aantekeningen bij de verzen<br />
149-163 en 243-248. Deze twee gevallen zijn plaatsen waar ook sommige professionele<br />
onderzoekers een voorkeur voor Dyck hebben uitgesproken. Moderne<br />
editeurs grijpen dan toch niet in en wel omdat ze een specifiek handschrift willen uitgeven<br />
en geen reconstructie willen maken. Als het basishandschrift een zinvolle<br />
tekst biedt, laten ze die staan, ook als er redenen zijn om aan te nemen dat het niet<br />
om de originele lezing gaat. Op dit punt gaat Poeth dus verder. Wetenschappelijk<br />
gezien zou dit zorgvuldiger onderbouwd moeten worden en eigenlijk zouden de<br />
afwijkingen ook systematischer gepresenteerd moeten worden. Dat dit echter in<br />
een boek voor een belangstellend lekenpubliek niet gebeurd is, valt ook wel weer<br />
te begrijpen. Het gaat bovendien om een beperkt aantal details. Al zijn Poeths keuzes<br />
met betrekking tot de tekstconstitutie niet steeds die van de meeste<br />
Reynaertonderzoekers, het tast de kwaliteit van zijn vertaling verder niet aan.<br />
Zoals al gezegd, doet het Duits van Poeths vertaling meestal heel natuurlijk aan. De<br />
enige ’truc’ die mij vanwege het frequente gebruik opviel, is het weglaten van de<br />
persoonsvorm of het werkwoord. Het gaat dan om gevallen als:<br />
of:<br />
222<br />
Reinart ein Mörder, Betrüger und Dieb,<br />
er hat auch niemanden gern und lieb,<br />
nicht einmal den König, meinen Herren. (129-131)<br />
Dort traf ich an den Lehrer Reinart,<br />
der seinen Unterricht aufgegeben,<br />
den er begonnen doch erst eben. (154-156).<br />
Tiecelijn, 19, 2006