26.09.2013 Views

oktober 2011 - Egyptologisch Dispuut Pleyte - Universiteit Leiden

oktober 2011 - Egyptologisch Dispuut Pleyte - Universiteit Leiden

oktober 2011 - Egyptologisch Dispuut Pleyte - Universiteit Leiden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Lezing Joost Golverdingen 12 <strong>oktober</strong><br />

De Zananza-affaire. De<br />

bronnen, de chronologie en<br />

de problemen<br />

Na de dood van farao Nibchururya<br />

schreef zijn weduwe een<br />

interessante brief aan de<br />

Hettitische koning Shuppiluliuma:<br />

"Mijn echtgenoot is gestorven en<br />

een zoon van mij is er niet, maar<br />

u, zo wordt gezegd, heeft vele<br />

zonen. Als u mij één van uw zonen<br />

zou sturen, dan zou hij mijn<br />

echtgenoot worden. Ik wil niet een<br />

bediende van mij nemen en hem<br />

mijn echtgenoot maken. Ik ben<br />

bang !"<br />

Deze brief is het begin van een<br />

interessante reeks aan<br />

gebeurtenissen die plaatsvonden in<br />

De scriptie van… Rients de Boer<br />

Amoritische diplomatie en de Amarna tijd<br />

de late 18 e dynastie en uiteindelijk<br />

resulteerden in de moord op prins<br />

Zannanza, de zoon van<br />

Shuppiluliuma. Als gevolg hiervan<br />

brak ook een soort ‘koude oorlog’ uit<br />

tussen het Hettitische en het<br />

Egyptische rijk, wat haar hoogtepunt<br />

bereikte ten tijde van Ramses II met<br />

de slag bij Kadesh en eindigde met het<br />

vredesverdrag tussen Ramses II en de<br />

toemalige Hettitische koning Hattusili<br />

III.<br />

In deze lezing zal Joost Golverdingen<br />

ingaan op de (Hettitische) bronnen<br />

van deze ‘Zananza-affaire’ en op de<br />

verschillende <strong>Egyptologisch</strong>e<br />

theorieën over de identiteit van farao<br />

Nibchururya en zijn weduwe.<br />

De Oud-Babylonische periode (ca. 2000-1600 v.C.) is binnen de geschiedenis van Mesopotamië één van de best<br />

gedocumenteerde tijdvakken. Niet zozeer vanwege de kwantiteit aan bekende teksten (meer dan 40.000 kleitabletten),<br />

maar vooral vanwege de verscheidenheid aan teksten en genres. Deze tijd kan worden beschouwd als de gouden tijd van<br />

het spijkerschrift en de Akkadische taal. Concurrerende schrijfsystemen zoals het alfabet bestonden nog niet in het<br />

Midden Oosten, terwijl juist wel grote groepen mensen geletterd waren. Het Akkadisch zelf werd door zo’n beetje de helft<br />

van de inwoners van het Midden Oosten gesproken en was dè schrijftaal geworden. Andere talen zoals het Amorietisch of<br />

Hurritisch werden wel gesproken maar in deze tijd (bijna) nooit geschreven.<br />

Een verder kenmerk van de Oud-Babylonische tijd is de politieke fragmentatie in het Midden Oosten. De tijd van<br />

de grote koninkrijken zoals bekend uit de late Bronstijd (vanaf ca. 1500 v.C.) was nog niet aangebroken. In plaats hiervan<br />

bestond er een lappendeken van staatjes met in de meeste gevallen een Amorietische koning op de troon. De Amorieten<br />

waren oorspronkelijk semi-nomadische herders met een sterke stammenstructuur. Deze stammenstructuur bepaalde<br />

vaak de verhoudingen tussen de diverse Amorietische staatjes. Enkele koninkrijken waren groter en invloedrijker, dit<br />

was vaak te danken aan het karakter en succes van één specifieke koning. Het bekendste voorbeeld is Hammurabi van<br />

Babylon (1792-1750 v.C.) die erin slaagde om een aantal rivaliserende staten te neutraliseren en de-facto bijna heel Zuid-<br />

Mesopotamië te beheersen.<br />

Amorietische vorsten zijn ons bekend van het uiterste oosten van Mesopotamië tot aan de kusten van de<br />

Middellandse zee, zo weten we dat rond 1770 v.C. een zekere Yantin-Hammu koning van Byblos was en Ishi-Addu<br />

koning van Hazor (Noord Palestina). Ons blikveld strekt zich helaas niet verder richting Zuid Palestina of Egypte. Het<br />

vinden van significant tekstueel bewijs voor contacten tussen Mesopotamië en Egypte in deze periode zou garant staan<br />

voor een wetenschappelijke sensatie. Door de rijke tekstvondsten in de stad Mari, dat aan de Eufraat ligt op de grens<br />

van het huidige Syrië en Irak, hebben we een beeld gekregen van de internationale diplomatieke contacten tussen de<br />

Amorietische koningen in de Oud-Babylonische tijd. Het blijkt dat ze met elkaar correspondeerden in een<br />

gestandaardiseerde vorm van Akkadisch, natuurlijk geschreven met het spijkerschrift. Wat veel mensen niet weten is dat<br />

deze diplomatieke correspondentie een directe voorloper is van de internationale contacten in de late Bronstijd. Deze<br />

contacten zijn vooral beroemd door de zgn. Amarna-brieven gevonden in Achnaton’s hoofdstad Achet-Aton (gedateerd<br />

omtrent ca. 1350 v.C.). Uit deze en andere bronnen zien we dat een club van grote koningen met elkaar in het Akkadisch<br />

op kleitabletten communiceerden over vazallen, diplomatieke geschenken, dynastieke huwelijken etc. De meest<br />

prominente leden van deze club zijn de koningen van Egypte, Babylonië en het Hethietische rijk Hatti. De blauwdruk<br />

voor deze vorm van internationaal corresponderen lag dus al klaar in de voorliggende Oud-Babylonische periode.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!