OPENBARE AANBESTEDING 18/08/2011-10.30 ... - Watering de Herk

ONDERHOUDS- EN BESCHERMINGSWERKEN AAN
ONBEVAARBARE WATERLOPEN VAN TWEEDE CATEGORIE
binnen de omschrijving van Watering De Herk
DIENSTJAAR 2011 in 3 loten
Ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken
Wet van 28 december 1967
Onbevaarbare waterlopen van tweede categorie
BESTEK EN OPMETINGSSTAAT
LOT A - in VHA-zone 603,604 en 605
LOT B - in VHA-zone 610 en 611
LOT C - in VHA-zone 612 en 613
De documenten die in het bijzonder op deze opdracht van toepassing zijn worden
gratis ter beschikking gesteld van de aannemers.
Ze kunnen afgehaald worden van de website van de watering op
http://www.wateringdeherk.be
OPENBARE AANBESTEDING 18/08/2011-10.30 uur

DIT DOSSIER OMVAT:
de administratieve voorwaarden en bepalingen
de technische beschrijving van de werken
bijlage: technische tekeningen
de gedetailleerde opmeting (meetstaat)
het offerteformulier met opmetingsstaat (bijlage A & B)
Plannen - er worden geen plannen toegevoegd. Een digitale kaart van het werkgebied van
de watering de Herk met aanduiding van de waterlopen en grachten is beschikbaar op
http://www.arcgis.com/home/search.html?q=Watering%20de%20Herk&t=content
deze kaart kan geraadpleegd en afgedrukt worden met behulp van ArcReader (minimaal versie
9.1). De kaart is louter informatief.
ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN
Opdrachtgever - Watering de Herk, Kapelhofstraat 22/1, 3500 HASSELT
Benaming van de werken – Onderhoudswerken aan onbevaarbare waterlopen van 2 de
categorie binnen de omschrijving van de watering de Herk in 3 loten – Dienstjaar 2011.
Verantwoordelijke directie of dienst - Watering de Herk, Kapelhofstraat 22/1,3500 HASSELT.
Vaststelling van de meetstaat, organisatie en controle van de uitvoering
gebeurt door de Provincie Limburg vertegenwoordigd door
Dhr. Werner Putzeys - 011 /23.73.39 - 0479 /500.511 -
wputzeys@limburg.be
Het bestek van de opdracht - De documenten kunnen, na afspraak, worden ingezien op het kantoor
van de watering de Herk (011/31.12.08). Ze worden gratis ter beschikking gesteld via de website van de
watering de Herk op http://www.wateringdeherk.be
De documenten kunnen ook per post overgemaakt worden. Dit kan alleen
na ontvangst van uw betaling van 25 euro op het rekeningnummer
BE64 0910 0167 0752 GKCCBEBB
van watering de Herk met vermelding “Bestek 2011_2”.
Toepasselijke reglementering
Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming
van werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd.
Koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken zoals gewijzigd.
Koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten
en van de concessies voor openbare werken, alsook de bijlage bij dit koninklijk besluit
betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden, zoals gewijzigd.
Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, zoals
gewijzigd en de uitvoeringsbesluiten bij deze wet.
Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele werkplaatsen.
Op het gebied van erkenning van aannemers zijn van toepassing:
de wet van 20 maart 1991 houdende de regeling van de erkenning van aannemers van werken,
zoals gewijzigd
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 1

het koninklijk besluit van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen
van de bovenvermelde wet, zoals gewijzigd
het ministerieel besluit van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken
volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën m.b.t. de erkenning van aannemers,
zoals gewijzigd.
De omzendbrief van 28 februari 2002 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 20 maart 2002 betreffende
de verplichting om de voertuigen van de categorieën N2 en N3 uit te rusten met een zichtveld verbeterend
systeem.
Op de aangegane verbintenis is het Belgische recht van toepassing en elk geschil dat hierop betrekking
heeft behoord tot de bevoegdheidssfeer van het Belgische gerecht.
Afwijking + eventuele motivatie (artikel 3 KB 1996-09-26)
Hierna volgt de lijst van de bepalingen waarvan voor deze opdracht wordt afgeweken van de bovenvermelde
toepasselijke reglementering: de gestanddoeningstermijn wordt van 60 kalenderdagen gebracht op
120 kalenderdagen de termijnen van oplevering worden van 15 kalenderdagen gebracht op 30 kalenderdagen.
Bijkomende afwijkingen:
Artikel 3 van hoofdstuk I van het standaardbestek 250 versie 2.1 vermeldt en motiveert bijkomende afwijkingen
van de algemene administratieve voorwaarden.
Artikel 20§4: straffen van hoofdstuk I van het standaardbestek 250 versie 2.1
Een specifieke bijkomende straf is opgenomen om te voorkomen dat de aannemer geen gevolg
geeft aan zijn opdracht voor de posten of delen van posten die weinig opbrengen en die na
een bepaalde termijn niet meer mogen of kunnen uitgevoerd worden:
Voor elke post (vak) van de meetstaat (de beschrijvende meetstaat) van de ruimingswerken per
vak die niet binnen de voorgeschreven dwingende uitvoeringsperiode is uitgevoerd: 75 euro
Het maaien na de uitvoeringstermijn in volle winter heeft geen zin meer omdat de kruidvegetatie
verslenst is door vorst en hoogwater en het maaien wordt dikwijls teveel als afschrapen uitgevoerd.
Een specifieke straf is opgenomen die belet dat de aannemer zonder toestemming zijn ruimingsprogramma
niet in de juiste volgorde afwerkt of niet op de werfvergadering verschijnt omdat
de reguliere straf van 0.07 procent nog niet noopt tot inkeer omdat het bedrag der werken
te gering is.
Voor het niet volledig afwerken van uitvoeringsdelen van de ruimingswerken van de meetstaat
waarbij een ander uitvoeringsdeel wordt begonnen zonder toestemming van de leidende ambtenaar:
500 euro
Bij afwezigheid van de aannemer op de werfbijeenkomst: 100 euro
Voor het slecht of niet uitvoeren van onderhoud van en langs een waterloop worden de volgende
speciale straffen toegepast:
Voor het onherstelbaar beschadigen of onrechtmatig vellen of rooien van houtgewas:
12,50 euro per boom of struik
Voor het afgraven of afschrapen van taluds: 12,50 euro per m 2
Voor het niet treffen van de nodige maatregelen vermeld onder XIII-1.1.2.15: 250
euro
Voor het niet stipt opvolgen van een voorgeschreven verplichte uitvoeringswijze voor
de ruimingswerken, volgens XIII-1.1.2.21: 250 euro
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 2

EERSTE DEEL
ALGEMENE BEPALINGEN
REGLEMENTAIRE EN VERORDENENDE BEPALINGEN
Op deze opdracht zijn van toepassing:
De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming
van werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd
Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken,
leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals gewijzigd.
AANBESTEDENDE OVERHEID
Watering de Herk, Kapelhofstraat 22/1, 3500 HASSELT
VOORWERP VAN DE OPDRACHT
De uit te voeren werken betreffen, conform de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen van 28 december
1967:
- Ruimingswerken cfr. 11.3.3.2.1
- Herstellingswerken cfr. 11.3.3.2.2
- Verbeteringswerken cfr. 11.3.3.2.3
WIJZE VAN GUNNEN VAN DE OPDRACHT (ARTIKEL 17 WET 1993.12.24)
De opdracht wordt gegund als gevolg van een openbare aanbesteding.
WIJZE VAN PRIJSBEPALING (ARTIKEL 86 KB 1996.01.08)
Ten aanzien van de vaststelling van de prijzen wordt deze opdracht beschouwd als een gemengde opdracht.
VEREISTE ERKENNING (WET 1991.03.20 KB 1991.09.26)
De vereiste erkenning op basis van de raming van de werken is:
Categorie B
Ondercategorie 1
Klasse 1
TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN
Voor zover er niet van afgeweken wordt door de bepalingen van het bijzonder bestek dat deze opdracht
regelt, zijn op deze opdracht van toepassing:
Standaardbestek 250 versie 2.1- wegenwerken
alle latere aanvullingen en/of wijzigingen van de bovenvermelde toepasselijke
documenten zijn eveneens op deze opdracht van toepassing voor zover ze
ten laatste van kracht waren op de datum van de bekendmaking van deze opdracht.
VERBETERING VERMOEDELIJKE HOEVEELHEDEN (ARTIKEL 96 KB 1996.01.08)
De verbetering van vermoedelijke hoeveelheden is NIET toegestaan.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 3

INDIENEN VAN DE OFFERTE (ARTIKEL 104 KB 1996.01.08)
De watering werkt zonder rode en witte zelfklevers. De offerte wordt gestuurd naar watering de Herk,
Kapelhofstraat 22/1,3500 Hasselt.
PLAATS, DAG EN UUR VAN DE OPENING VAN DE OFFERTES (ARTIKEL 2 KB 1996.09.26)
De opening van de offertes heeft plaats in de vergaderzaal van watering de Herk, Kapelhofstraat 22 te 3500
Hasselt (S.L.Herk), ten overstaan van Dhr. Jozef Werelds, voorzitter, of zijn afgevaardigde op 18 augustus
2011, om 10u30.
ONDERTEKENING VAN DE OFFERTE
De offerte - die eigenlijk de verbintenis vanwege de inschrijver inhoudt om de opdracht volgens de gegevens
van de plannen en het bestek uit te voeren - moet op straffe van volstrekte nietigheid ondertekend
worden door de inschrijver of zijn gemachtigde.
Het bewijs dat de ondertekenaar van de offerte op het tijdstip van de ondertekening van de offerte gemachtigd
was om een vennootschap te verbinden kan slechts worden ontleend aan de statuten gepubliceerd in
het Staatsblad of door een volmacht.
Indien een notariële akte is opgesteld voor het tijdstip van ondertekening van de offerte, dan verleent
deze akte het bewijs van het bestaan van een volmacht met ingang van de datum waarop zij werd
opgemaakt. Indien geen notariële akte is opgesteld voor het tijdstip van ondertekening van de offerte,
kan het bewijs van het bestaan van een volmacht alleen worden geleverd door de overlegging van een
onderhandse akte bij het indienen van de offerte.
Wanneer het bestaan van de volmacht op de datum van de indiening van de offerte niet is bewezen, op
een van de bovenvermelde mogelijkheden, dan kan de offerte op die grond worden geweerd.
VARIANTEN (ARTIKEL 113 KB 1996.01.08)
Er zijn geen varianten opgelegd noch toegestaan.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 4

TWEEDE DEEL
ALGEMEEN
ADMINISTRATIEVE CONTRACTUELE BEPALINGEN
Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de
algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van
toepassing alsook de bepalingen van de bijlage bij dit koninklijk besluit.
De indeling hierna in artikels is overgenomen van het bovenvermelde koninklijk besluit.
ARTIKEL 1 LEIDENDE AMBTENAAR
De natuurlijke persoon die als leidende ambtenaar gemachtigd is de leiding van en het toezicht op de
uitvoering van de opdracht waar te nemen is de heer Rudi Briers, ontvanger-griffier van watering de
Herk.
Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat uit:
De administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering; de keuring
van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;
Het nazicht van de vorderingsstaten;
Het opstellen van de processen-verbaal;
De organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.
De technische opvolging van de werken gebeurt door een opzichter van de
provincie Limburg – Dienst Water & Domeinen, namelijk de heer Werner Putzeys
(011/23.73.39 GSM 0479/500.511 wputzeys@limburg.be).
ARTIKEL 5 BORGTOCHT
De borgtocht wordt vastgesteld op 5 % van het inschrijvingsbedrag (exclusief BTW), afgerond tot het hogere
honderdtal.
ARTIKEL 10 ONDERAANNEMER
De aannemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering
van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid
acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden. De rechten van de onderaannemer
worden geregeld in de artikelen 7 en 23 van de wet van 24 december 1993 en in artikel 6 van het
koninklijk besluit van 26 september 1996.
Eventuele onderaannemers moeten voldoen aan de wetgeving houdende de regeling van de erkenning van
aannemers van werken in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren.
Indien de onderaannemers niet bekendgemaakt zijn bij het indienen van de offerte, MOET de aannemer
ze aan het bestuur kenbaar maken vooraleer een onderaannemer enige prestatie mag leveren op de
bouwplaats.
Indien de onderaannemers niet bekendgemaakt zijn bij het indienen van de offerte mag geen onderaannemer
op de werf verschijnen, tenzij de aannemer op zijn kosten een coördinator-uitvoering
aanstelt in overeenstemming met het koninklijk besluit van 25 januari 2001 op de tijdelijke en mobiele
bouwplaatsen.
ARTIKEL 13 PRIJSHERZIENING
De prijsherziening wordt berekend met de formule: p = P (0,70 s/S+ 0,30)
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 5

ARTIKEL 15 BETALINGEN
Bij het einde van iedere maand zal de aannemer in 3 exemplaren een gedagtekende en ondertekende
schuldvordering opstellen samen met de bijhorende gedetailleerde staat van de werken.
Voor de werken die aanvangen na de 15 de van de maand, zal de eerste schuldvordering met gedetailleerde
staat bij het einde van de volgende maand opgemaakt worden.
Vorderingsstaten, schuldvorderingen en facturen
De vorderingsstaten, schuldvorderingen en facturen worden gemaakt op naam van de aanbestedende
overheid: watering de Herk, Kapelhofstraat 22/1,3500 Hasselt.
Van elke schuldvordering met gedetailleerde staat volgens de beschrijvende meetstaat (lange versie)
stuurt de aannemer 3 exemplaren naar de aanbestedende overheid. De datum van ontvangst betekent
het begin van de betalingstermijn.
De aannemers die inschrijven op basis van de samenvattende meetstaat (korte versie) zullen ook dit model
gebruiken voor het opstellen van de vorderingsstaten. De lange meetstaat met opgave van de uitgevoerde
werken zal gelijktijdig elektronisch overgemaakt worden om de aangerekende hoeveelheden te staven.
De aanbestedende overheid stuurt 1 exemplaar van de voormelde schuldvordering met eventueel verbeterde
staat, aangevuld met het proces-verbaal van nazicht, aan de aannemer met het verzoek de factuur in
4 exemplaren in te dienen bij en op naam van de aanbestedende overheid.
Dringende opdrachten
De leidende ambtenaar kan de aannemer opvorderen om buiten de gewone werkuren en ook in het weekend
dringende opdrachten uit te voeren.
Voor opdrachten die onmiddellijk moeten uitgevoerd worden, wordt de toeslag op de uurlonen als volgt
berekend:
Na 20 uur: 150% van de prijzen in de meetstaat
Zaterdags: 150% van de prijzen in de meetstaat
Zondag en feestdagen: 200% van de prijzen in de meetstaat
Voor opdrachten die binnen de week moeten uitgevoerd worden, wordt de toeslag op de uurlonen als volgt
berekend: 120% van de prijzen in de meetstaat
Voor dringende opdrachten waarbij materialen gebruikt worden, kunnen enkel de arbeidsuren in
aanmerking komen voor een toeslag. De uitgevoerde post zal opgesplitst worden in 3 delen. 1/3 geldt
voor het materiaal en 2/3 voor de arbeidsuren. Bijgevolg zal de toeslag enkel gegeven worden voor 2/3 van
de uitgevoerde post(en)
ARTIKEL 20 §9 KORTING WEGENS MINDERWAARDE
Indien de meetmethode in dit bestek afwijkt van deze van het standaardbestek, worden de in de formules
voorziene eenheden vervangen door deze voorzien in dit bestek. Indien de korting wegens minderwaarde
geen 55 euro bereikt, wordt zij niet aangerekend.
ARTIKEL 25 §1 ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN
7° Bodemsaneringsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten:
De laatste paragraaf van de bepalingen van het Standaardbestek 250 wordt als volgt aangevuld:
Op eenvoudige vraag van de aannemer zal het milieutechnisch onderzoek met het bijbehorende
technisch verslag worden uitgevoerd, door een door de aanbestedende overheid aangestelde
erkende bodemsaneringsdeskundige.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 6

De aanbestedende overheid is van mening dat de uitgraving van bodem kleiner is dan 250 m3
niet verdachte grond zodat hoofdstuk X van het Vlarebo niet van toepassing is.
Het grondverzet dient te worden uitgevoerd volgens het traceerbaarheidssysteem zoals goedgekeurd
door OVAM in het kader van hoofdstuk X van het Vlarebo en dat bijgevolg alle betrokken
partijen voor hun deel van het grondverzet het traceerbaarheidssysteem moeten volgen.
Bij aanvoer van grond worden volgende keuringen voorzien:
Keuring voor toepassing op de plaats van bestemming (voorafgaande keuring):
Uitgegraven bodem mag alleen aangevoerd worden indien deze geattesteerd is op basis van
een bodembeheerrapport. De aannemer dient bij de aanbestedende overheid een schriftelijke
"melding van aanvoer" in. Deze dient uiterlijk 5 dagen, voorafgaand aan de aanvoer van de uitgegraven
bodem, aan de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde te worden overgemaakt.
Voor het indienen van de melding wordt gebruik gemaakt van het standaardformulier" melding
van aanvoer van uitgegraven bodem".
Bij aflevering van de grond op de bouwplaats dient de aannemer vrachtdocumenten te leveren
aan de afgevaardigde van de aanbestedende overheid. Deze documenten tonen aan dat de aangevoerde
grond overeenstemt met de grond waarop de resultaten van de voorafgaande keuring
van toepassing zijn. In-situ keuring:
Indien de aanbestedende overheid besluit om een bijkomende controlekeuring in situ te verrichten,
dan wordt de aangevoerde bodem aan minstens een proef per locatie van herkomst
onderworpen om de milieu hygiënische kwaliteit te verifiëren. Als de proeven niet voldoen aan
de milieu hygiënische eisen, dan moet de aangevoerde uitgegraven bodem, die afkomstig is van
deze locatie van herkomst, verwijderd en vervangen worden.
ARTIKEL 27 §2 KEURINGSMODALITEITEN
Alle materialen, niet gekeurd door een erkend keuringsorganisme (BENOR, COPRO, ... ~ zullen onderworpen
worden aan proeven a priori, ten laste van de aannemer tenzij de leidend ambtenaar geen proeven
laat uitvoeren. (o.a. kleine hoeveelheden)
Alle leveringsbons van alle materialen moeten aan de leidende ambtenaar bezorgd worden.
ARTIKEL 28 UITVOERINGSTERMIJN EN VERLENGING VAN DE OPDRACHT
UITVOERINGSTERMIJNEN: Onderhouds- en bescherminqswerken
Volledige opdracht
De totale uitvoeringstermijn van de opdracht van deze werken loopt van 16 september 2011 tot 15 september
2012. Tot die datum is het bestuur gerechtigd de aannemer bijkomende opdrachten inzake ruimingen
aan onbevaarbare waterlopen te laten uitvoeren.
Uitvoering per deel
Alle deeltermijnen hieronder aangegeven zijn dwingend (cfr. X111. 1.1.2.1.)(Koninklijk besluit van 26 september
1996 - artikel 48).
'Werken op speciaal dienstbevel"
De uitvoeringstermijn voor deel 1, werken op speciaal dienstbevel is 50 werkdagen voor de beschermingswerken
volgens X111.2. Hiervoor wordt een apart aanvangsbevel gegeven. Indien deze werken niet
aaneensluitend kunnen uitgevoerd worden, bepaalt de leidende ambtenaar het aantal werkdagen van de
afzonderlijke opdrachten en dit binnen de periode van de totale opdracht. De aannemer meldt minstens
een dag op voorhand de aanvang van het desbetreffende werk. Andere werken op speciaal dienstbevel
moeten binnen de 6 werkdagen worden gestart en ten laatste binnen de 14 werkdagen beëindigd tenzij
anders afgesproken.
Bijkomende ruimingen: doortochten: (afzonderlijk deel) de uitvoeringstermijn voor de bijkomende ruimingen
bedraagt 20 werkdagen maar moeten uitgevoerd zijn ten laatste 1 augustus van het lopende dienstjaar.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 7

Ze starten in principe vanaf 16 juni van het lopende dienstjaar maar alleen mits akkoord van de leidende
ambtenaar. De volgorde wordt bepaald door de leidende ambtenaar in functie van de kruidgroei. Ze
zullen in ieder geval aanvangen binnen de vijf dagen na dienstbevel en worden voor wat compensatie
betreft niet als dringende werken gecatalogeerd. Indien deze werken niet aaneensluitend kunnen uitgevoerd
worden, bepaalt de leidende ambtenaar het aantal werkdagen van de afzonderlijke opdrachten en
dit binnen de periode van de totale opdracht. Voor ruimingen van zandvangen wordt een afzonderlijke
termijn bepaald.
"Ruimingswerken per vak"
De uitvoeringstermijn voor het deel van de meetstaat "ruimingswerken per vak", loopt van 16 september
tot 30 november. De "ruimingswerken per vak" worden onderverdeeld in volgende uitvoeringsdelen:
LOT A - in VHA-zone 603, 604 en 605
LOT B - in VHA-zone 610 en 611
LOT C - in VHA-zone 612 en 613
Een uitvoeringsdeel dat aangevat wordt, moet eerst volledig worden uitgevoerd, zowel machinaal als in
handkracht (code N of H) vooraleer een volgend deel gestart mag worden, volgens de bepalingen van
hoofdstuk XIII-1.3 Controles.
Voor grondige ruimingen (Code G of een combinatie hiervan) volgens X111.1.1.2.3 en bodemkruidruimingen
(code B of een combinatie hiervan) waarvoor geen specifieke termijn van uitvoering bepaald is volgens
X111.1.1.2.6 zal in afwijking hiervan een afzonderlijk aanvangsbevel gegeven worden, waarvoor de
uitvoeringstermijn bepaald wordt door de leidende ambtenaar, zo niet moeten deze werken uitgevoerd
worden tussen 1 oktober en 1 maart.
VERLENGING VAN DE OPDRACHT:
De originele opdracht kan tot drie jaar na het gunnen van de oorspronkelijke opdracht toegewezen worden
aan de aannemer die de eerste opdracht kreeg, via onderhandelingsprocedure. (W. 24.12.93
art.17§2.2°.b)
ARTIKEL 30 §1 ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE BOUWPLAATS
Omkaderingen, straatpotten, straatdeksels enz.
In aanvulling van de 7e alinea van art. 30 § 1 geldt het volgende: wanneer de aannemer bij de uitvoering
van de werken omkaderingen, straatpotten, straatdeksels en aanduidingspalen ontmoet, moet hij die op
hun plaats laten of ze terugplaatsen indien het voor de uitvoering van de werken noodzakelijk was ze
tijdelijk te verwijderen. In ieder geval mag er zich geen niveauverschil voordoen tussen de merktekens,
omkaderingen, straatpotten en straatdeksels met de omgevende bestrating. In geval van herplaatsing
moeten de omkaderingen, onderkaders en straatpotten zodanig herplaatst worden, dat een normale
bediening van de toestellen gewaarborgd is.
De aanduidingspalen moeten teruggeplaatst worden volgens de coördinaten, vermeld op de aanduidingsplaat.
Planning der werken
Om de verkeershinder tot een minimum te beperken is een zorgvuldige planning der werken noodzakelijk.
De aannemer moet de gedetailleerde planning voor de coördinatievergadering of ten laatste voor
de aanvang der werken ter goedkeuring voorleggen aan de leidende ambtenaar.
Er mogen geen kap noch rooiïngswerken worden uitgevoerd in het broedseizoen, tenzij op speciaal dienstbevel.
Dit is van 15 maart tot 30 juni.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 8

Veiligheid coördinatie en veiligheidsvoorschriften
De aannemer wordt erop gewezen dat het KB van 25-01-2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen
van toepassing is. Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel ertoe bij dat de
veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens :
Het K.B. van 25-01-2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen;
De Wet op het welzijn van 04-08-1996;
De Codex over het welzijn op het werk;
Het ARAB (waarin het AREI is opgenomen)
Het veiligheids- en gezondheidsplan
Veiligheidscoördinatie ontwerp
Alle kosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en uit de contractuele verplichtingen vormen een
aannemingslast en de veiligheidsmaatregelen zitten vervat in de eenheidsprijzen tenzij er een aparte post
opgenomen is in het offerteformulier waarbij de inschrijvers een afzonderlijke prijs moeten opgeven in
verband met alle bijkomende door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en -
middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en -middelen volgens
artikel 30 van het K.B. van 25 januari 2001.
Het veiligheids- en gezondheidsplan zijn als een aparte bijlage gevoegd bij de aanbestedingsdocumenten.
Veiligheidscoördinatieverwezenlijking
Indien er zonder onderaannemers wordt gewerkt moet de inschrijver geen prijs opgeven voor de aparte
post voor de coördinatorverwezenlijking opgenomen in de meetstaat. Blijven de bepalingen geldig van
Afdeling V van het K.B. van 25 januari 2001
Indien er met onderaannemers wordt gewerkt: de inschrijver stelt gedurende de volledige duur van
de overeenkomst (dit is vanaf de aanvang tot en met de datum van voorlopige oplevering) een veiligheidscoördinator
verwezenlijking ter beschikking. De kosten voor deze veiligheidscoördinator
verwezenlijking zijn opgenomen in een aparte post. De betaling door het opdracht gevend
bestuur gebeurt a rato van de vordering van de werken.
In overeenstemming met het koninklijk besluit van 25 januari 2001 wordt een coördinator verwezenlijking
(VC-V) door de opdrachtgever aangeduid. De aannemer stelt een coördinator voor die voldoet aan de
wettelijke vereisten. In de meetstaat is een post opgenomen voor de uitvoering van de taken van de veiligheidscoördinator
verwezenlijking conform het KB van 25/01/2001.
Met de aanbevelingen van de veiligheidscoördinatie zal strikt rekening gehouden worden indien de leidende
ambtenaar beslist deze op te leggen, zonder dat dit echter kan leiden tot vergoedingen in meer voor de
aannemer ingeval deze aanbevelingen voortvloeien uit wettelijke verplichtingen.
Alle informatie die aan de coördinator verwezenlijking ter beschikking wordt gesteld kan enkel aangewend
worden voor de uitvoering van onderhavige opdracht en mag noch door de inschrijver, noch door de coordinator
verwezenlijking onder geen enkele voorwaarde voor andere doeleinden worden gebruikt. Het
resultaat van de opdracht uitgevoerd door de coördinator verwezenlijking wordt bij de oplevering de
volledige eigendom van de aanbestedende overheid.
In overeenstemming met het artikel 20 van het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of
mobiele bouwplaatsen, zal er tussen de coördinator verwezenlijking en de aanbestedende overheid een
schriftelijke overeenkomst worden afgesloten. De inschrijver wordt gewezen op de gevolgen als de aangeduide
coördinator verwezenlijking zijn taken niet volledig en behoorlijk uitvoert.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 9

ARTIKEL 30 §2 RECHT VAN DOORGANG EN SPREIDING VAN DE RUIMINGSPRODUCTEN
De aannemer moet zich binnen de wateringen houden aan de bepalingen van artikel 2 en 6 van het K.B.
van 30 januari 1958 houdende het algemeen politiereglement van de polders en wateringen met dien
verstande dat de zone voor het afzetten van de ruimingsproducten tot een zone van een tot vijf meter
langs de waterloop beperkt blijft volgens X111.1.1.2.12.
ARTIKEL 30 §2 BESCHADIGINGEN BESTRIJDINGSMATERIAAL VOOR DE RATTENVANGST
Alle bestrijdingsmateriaal moet intact gehouden worden. Bij beschadiging of verdwijning zal de aannemer
het materiaal in zijn oorspronkelijke staat herstellen of terugplaatsen of zal een boete toegepast
worden van 75 euro per beschadigd of verdwenen element. In de taluds van heel wat waterlopen zijn
buisfuiken ingegraven. De houten palen (meestal met witte kop) die als merkpaal voor de buisfuiken
dienst doen, maken deel uit van het bestrijdingsmateriaal.
ARTIKEL 30 §3 LOKALEN TER BESCHIKKING GESTELD VAN DE AANBESTEDENDE OVER-
HEID
De aannemer moet GEEN lokaal ter beschikking stellen. Er moet GEEN telefoonaansluiting gerealiseerd
worden. De aannemer of zijn gelastigde moet per gsm bereikbaar zijn. Ook het werkpersoneel op de werf
(kraan) moet verplicht een gsm ter beschikking hebben en hiermee bereikbaar zijn per ploeg.
ARTIKEL 37 DAGBOEK VAN DE WERKEN
Een stempel en bijhorend stempelkussen zijn NIET vereist. Een dagboek van de werken is NIET vereist.
Het dagboek der werken wordt vervangen door de strikt op te volgen richtlijn van XIII.1.3.
De aannemer of zijn gelastigde zal elke morgen bij aanvang van de werken (tussen 8 uur en 9 uur) de leidende
ambtenaar of in geval er een opzichter aangesteld is deze laatste verwittigen waar en welke werken
in uitvoering zijn. Indien de leidende ambtenaar niet aanwezig is wordt het secretariaat van de sectie waterlopen
gewaarschuwd (011/237316-18).
Uitvoeringsdelen van de ruimingswerken per vak moeten verplicht ineens afgewerkt worden, vooraleer een
volgend uitvoeringsdeel gestart wordt, tenzij er toestemming gegeven wordt door de leidende ambtenaar.
Bij niet uitvoering van deze richtlijn geldt een bijzondere straf per overtreding volgens Deel II artikel
20, §4 Straffen.
In gezamenlijk overleg bepalen de leidende ambtenaar en de aannemer de dagen waarop een werkbespreking
zal gevoerd worden. Dit gebeurt minstens om de veertien dagen. Indien er tot geen overeenkomst
gekomen wordt, bepaalt de leidende ambtenaar eenzijdig de datum en plaats van de bespreking.
Bij afwezigheid van de aannemer op de bijeenkomst wordt een bijzondere straf toegepast van
100 euro.
ARTIKEL 43 VOORLOPIGE EN DEFINITIEVE OPLEVERING
Er is geen voorlopige oplevering. De termijn van oplevering wordt van 15 op 30 kalenderdagen gebracht.
Er is geen as-built-dossier vereist.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 10

DERDE DEEL
TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN
6 Inbegrepen prestaties en leveringen
HOOFDSTUK II. ALGEMENE BEPALINGEN
6.1 Materialen beschikbaar gesteld door de aanbestedende overheid
Voor de uitvoering van de werken worden volgende materialen door het bestuur ter beschikking van de aannemer
gesteld: geen.
6.2 Materialen waarvan de aanbestedende overheid eigenaar blijft
Af- en uitgegraven gronden "moeten" door de aannemer binnen de uitgestrektheid van de bouwplaats
gebruikt worden voor zover ze voldoen aan de voorschriften voor het werk waarin ze verwerkt worden.
De uitgegraven bodem blijft eigendom van de aanbestedende overheid en dient door de aannemer op
zijn kosten gevoerd en gestapeld te worden op door de aanbestedende overheid aan te duiden plaatsen
binnen de grenzen van de gemeente. De aanbestedende overheid is verantwoordelijk voor de studie
van de ontvangende grond.
Indien de uitgegraven bodem gestort of gereinigd moet worden gelden de regels voor de afvoer van afvalstoffen
volgens het Vlarea. De vervoerkosten van uitgegraven verontreinigde bodem naar het meest
nabije reinigingsbedrijf of erkende stortplaats is in een afzonderlijke post opgenomen. Er is een post in vermoedelijke
hoeveelheden voorzien uitgedrukt in ton in de opmeting.
De materialen afkomstig van de op- en afbraakwerken waarvan het bestuur eigenaar wenst te blijven zijn
opgesomd in IV.1.1.2.
De aannemer dient de werken, zodanig uit te voeren dat het grondverzet binnen de aanneming in evenwicht
blijft. Bij het gebruik van uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone moet de aannemer de
werken uitvoeren volgens de code van de goede praktijk opgelegd door OVAM.
HOOFDSTUK III. MATERIALEN
7 Steenslag, rolgrind, ruwe steen en brokken puin
7.2 Waterbouwsteen voor schanskorven en voor bestortingen
7.2.1 Classificatie in soorten volgens aard en herkomst
Als vulsteen voor schanskorven (SCH) mag alleen ruwe breuksteen (geen silex) toegelaten worden. Voor
bestortingen mag zowel ruwe breuksteen als rolsteen gebruikt worden. Rolsteen wordt echter niet toegestaan
voor taludbestortingen.
Voor het oplossen van vismigratieknelpunten (oplossen niveauverschillen) is voor de zichtbare bovenlaag
rolsteen of maaskeien verplicht met gres- en zandkleur.
Alle steen moet voor hij op de werf aangevoerd wordt, gereinigd worden. Indien de aangevoerde
steen nog niet voldoet, worden alle aangevoerde stenen van de werf afgevoerd.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 11

7.2.2 Classificatie volgens de massagrenzen
Classificatie van ruwe breuksteen of rolsteen voor bestortingen (STO) is 5/25kg, 5/40kg, 10/60 kg OF
40/200 kg in de meetstaat in overeenstemming met de norm NBN-EN 13383-1 tabellen 2 tot en met 5.
Gradatie van ruwe breuksteen voor schanskorven (SCH) is 90/180mm (dit komt overeen met een gewicht
van 1 kg tot 6 kg) in overeenstemming met de norm NBN-EN 13381-1 tabel 1.
13 Geokunststoffen
13.2 Geotextiel
Het geotextiel is zwarte, geweven doek. Zowel de ketting als inslag bestaan uit monofilamentdraden. Het
geotextiel voldoet aan de eisen van voor waterbouwkundige werken (BENOR) maar de minimale treksterkte
blijft beperkt tot onderstaande vereisten.
Grootheid Symbool Eenheid
Richting
Langs dwars
Minimale treksterkte f KN/m 25 20
De conventionele zandkorreldichtheid: 090 moet liggen tussen 300 en 500 micron; tenzij dat door een voorafgaande
proef de D90 bepaald werd.
50 Houten elementen voor teen- en taludversterkingen
50.2 Houten palen
Voor alle tropische hardhoutsoorten moet een F.S.C. - attest of gelijkwaardig geleverd worden als bewijs
dat het duurzaam geëxploiteerd hout betreft.
50.2.1 Ronde palen
De palen worden niet verduurzaamd. De palen worden ontschorst.
50.2.1.1 Houtsoorten
Houtsoorten voor palen voor schanskorven: voor deze palen zijn ook alle loofboomsoorten toegelaten.
Een FSC-label is niet vereist tenzij in de meetstaat deze vereiste is opgenomen.
63 Zaden
Bloemenrijk graszaad bestaat dit uit een samenstelling van minimaal 60% en maximaal 90% graszaad en
minimaal 10% tot maximaal 40% bloemenzaad.
Het graszaad moet minimaal bevatten:
Engels raaigras (Lolium perenne): 5-30%
Schapegras Festuca ovina): 10-30%
Roodzwenkgras (Festuca rubra): 10-30%
Andere grassoorten zoals bvb gewoon struisgras (Agrostis tenuis) mogen ook in dit mengsel
verwerkt zijn.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 12

Het bloemenzaad moet minimaal bevatten:
Margriet (Chrysanthemum): 5-20%
Klaproos (Papaver): 1-10%
Korenbloem (Centaurea cyanus): 5-20%
Witte klaver (Trifolium repens): 5-25%
Rode klaver (Trifolium pratense): 5-25%
Ook andere inheemse bloemen- en kruidensoorten mogen in dit mengsel opgenomen zijn.
69 Biologisch afbreekbaar geotextiel
69.1.5 Controles en proeven
Op basis van de technische fiche van de constructeur door de leidende ambtenaar beslist worden om geen
trekproef uit te voeren (tenzij anders voorzien in de meetstaat). Indien de ambtenaar de proef toch laat
uitvoeren, wordt ze uitgevoerd op kosten van de opdrachtgever tenzij het geotextiel niet voldoet aan de
vereisten van het bestek. In dat geval zijn de beproevingskosten ten laste van de aannemer.
69.2.1.1 Grondstoffen die op vezelniveau verwerkt worden
69.2.1.1.D KOKOS (COCOS NUCIFERA)
Samenstelling: Kokosvezel bestaat voor 40-45 % uit lignine en 35-45 % uit cellulose.
69.3.1.2 GEVULDE WEEFSELS
Toegelaten is geotextiel in meer lagen bestaande uit:
- fijnmazige geweven biologisch afbreekbaar geotextiel uit kokos,
- matten van kokosvezels;
De materialen moeten doorgroeibaar zijn en van dien aard dat zij de zaden kunnen vasthouden.
HOOFDSTUK IV. VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN
4 GRONDWERK AAN ONBEVAARBARE W ATERLOPEN
4.1 Beschrijving
Het omvat: het inzaaien met bloemenrijk mengsel volgens III-63 van taluds, dijken en werkzone.
4.1.2 Uitvoering
Er mogen geen werken worden uitgevoerd bij een meer dan gemiddelde waterstand, te bepalen door de
leidende ambtenaar.
Er mag geen grond gespreid worden op aangrenzende percelen.
4.1.2.3 Ophoging
De bermen en taluds moeten afgewerkt worden met ophogings- en aanvullingsmaterialen volgens
III.5.1.1; 5.1.2; 5.1.6 met inbegrip van het wegnemen van alle stenen met een afmeting groter dan 50
mm, van alle afval en van alle grove plantaardige resten ten laatste voor het profileren.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 13

4.1.2.5 Droog houden
De omleggingswerken voor waterlopen zelf (opbreken van verhardingen, funderingen en aanhorigheden,
grondwerken, aanleggen van leidingen, eventuele tijdelijke talud- en oeverbeschermingswerken) zijn in
de regel een aannemingslast tenzij een post is opgenomen in de meetstaat.
Indien voor de omlegging verhardingen, funderingen, grasmatten enz. moeten hersteld worden dan worden
de herstellingswerken in de regel opgenomen in analoge posten of aparte posten. Zie hiervoor ook de
bepalingen in verband met het herstel van de werkzone.
HOOFDSTUK XI. GROENAANLEG EN GROENONDERHOUD
8 AANLEG VAN GR AZIGE VEGET AT IES E N GR ASM ATTEN
De tekst onder 8.4 wordt aangevuld en/of vervangen door de onderstaande bepalingen:
8.4 Aanleg van grasmatten door bezaaiing langs waterlopen
De grasmat moet niet afgerand worden. De bestaande vegetatie moet niet vernietigd worden en er mogen
geen fytofarmaceutische producten gebruikt worden. Op taluds van waterlopen moet niet geploegd of
gespit worden. De bewerkingen bij het zaaien hoeven niet uitgesteld te worden tot het meest gunstige
groeiseizoen.
Tenzij het gras meer dan 10 cm hoog staat, worden voor ruimings- en beschermingswerken volgens XIII
met een enige oplevering, geen bewerkingen na het zaaien uitgevoerd. In dat geval wordt echter
slechts een keer gemaaid namelijk bij de enige oplevering.
HOOFDSTUK X111. WERKEN AAN WATERLOPEN
Voorafgaand aan de eigenlijke meetstaat wordt eventueel door opdrachtcodes (afkortingen) aangeduid
welk soort werk moet uitgevoerd worden. Behalve de hier onder opgesomde combinaties van werken en
codes kunnen ook andere combinaties van opdrachten samengevoegd worden. De combinaties g even
geen volgorde van uitvoering aan, alleen het resultaat wordt gecontroleerd.
Beschermingswerken en allerhande werken op speciaal dienstbevel
1. Onderhoud van houtachtige gewassen
Het vellen/ontstronken/rooien van struikgewas/hagen/bomen, met een basis (voor struikgewas, gemeten op
0,2 m boven het maaiveld) of een stamomtrek (voor bomen, gemeten 1,3 m boven maaiveld) van minder dan
50 cm, is een aannemingslast indien het gaat over het zich, mits toestemming, verschaffen van doorgang of
in het kader van een opdracht tot oppervlakkige ruiming (vellen voor de stabiliteit of dood of onherstelbaar
beschadigd houtgewas) of voor zover het gaat over zowel dode als levende bomen die zich bevinden in of op
de bodem van de waterloop. Dit geldt voor elk type ruiming waarbij de richtlijnen onder punt XIII-1.1.2.17 moeten
gevolgd worden.
Voor het vellen van bomen bepaalt de aannemer de prijs, onafhankelijk van de wijze van vellen. Er wordt
geen verschil gemaakt tussen manuele of machinale werkzaamheden. Er is wel een meerprijs voorzien
indien de leidende ambtenaar bepaalt dat de boom niet vrij kan vallen en wordt in een aparte post uitbetaald.
(indien er risico bestaat voor omliggende constructies).
Indien een boom met de gewone maaimachine zonder inzet van kraan zonder meer opzij gelegd
kan worden, zonder verdere bewerking, wordt telkens een half uur aan regieprijs (kraan)
aangerekend en wordt de post vellen van bomen NIET aangesproken.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 14

Het vellen van bomen met een stamomtrek van meer dan 50 cm wordt opgedeeld in volgende types:
Omtrek 0,5 m < C

De aannemer bepaalt in samenspraak met de leidende ambtenaar de hoeveelheid schotten die worden geplaatst
voor de aanvang van de werken.
De aannemer is vrij om het aantal schotten te verhogen tijdens de werkzaamheden. Deze zijn dan ten
laste van de aannemer en komen niet in aanmerking voor betaling tenzij anders bepaald door de leidende
ambtenaar. Het gebruik van schotten bij de reguliere ruimingswerken (ruimingswerken per vak) is
niet verboden maar is wel ten laste van de aannemer.
1.1.2.1 Algemeenheden
1. ONDERHOUD VAN DE WATERLOOP
Ruimingsrichting - voor zover niet gespecificeerd in de meetstaat is de ruimingsrichting vrij te kiezen
door de aannemer. Voor visrijke waterlopen is de ruimingsrichting van stroomopwaarts naar stroomafwaarts
of wordt bepaald door de leidende ambtenaar in functie van de omstandigheden.
Bijkomende bepalingen:
Code "z"
De te diep uitgegraven gedeelten van de bedding worden opgevuld met stortsteen volgens
111.7.2.(5/40kg en/of 10/60 kg).
Geen enkele machine mag gebruikt worden zonder vooraf door de leidende ambtenaar goedgekeurd
te zijn. Overhangende takken binnen het gabarit van de waterloop moeten ook altijd gesnoeid
worden om belemmering van afwatering te voorkomen.
Het verwijderen van struiken en bomen die opschieten in de bodem van de waterloop is een
aannemingslast voor zover de omtrek kleiner is dan 50 cm. Dit geldt voor elk type van ruiming.
Tijdens de uitvoering van machinale ruimingswerken moeten op verschillende plaatsen en
voor overwelvingen langer dan 20 m, tijdelijke krooshekken, opvangnetten, etc., geplaatst
worden om te beletten dat afgemaaide plantendelen of andere materialen mee afgevoerd worden
met de waterstroming. De ruimingsproducten afkomstig van de krooshekken en waarvan
het volume meer dan 1 m³ is worden onmiddellijk en integraal afgevoerd. Indien de krooshekken
in woongebied geplaatst worden dienen de ruimingsproducten, ongeacht hun volume onmiddellijk
en integraal afgevoerd te worden. De verwerkings en/of stortkosten zijn ten laste van de
aannemer.
Er kan speciaal opgelegd worden dat de ruimingsproducten (naargelang het geval: maaisel, slib, afval,
enz.) tijdens de "ruimingswerken per vak" moeten afgevoerd worden naar een verwerkings- of stortplaats
van de aannemer. Alle verwerkings- en stortkosten en eventuele heffingen zijn dan ten laste van de aannemer.
Aan de opdrachtcodes wordt dan een "z" toegevoegd (bijvoorbeeld Tz, Bz, OTz, Gz,
enz...). De bepaling van de trajecten waarin de ruimingsproducten moeten afgevoerd worden, ontslaat de
aannemer niet van de algemene opdracht cfr. Hoofdstuk X11 van SB 250 1.1.12. om langs wegen, hovingen,
koeren, opritten, bij overwelvingen enz. de ruimingsproducten af te voeren of elders te spreiden.
1.1.2.2 Oppervlakkige ruiming (opdrachtcode O)
Deze ruiming wordt volledig uitgevoerd in handkracht. Afwijkingen kunnen alleen door de leidende ambtenaar
worden toegestaan. Opruimen van lokale knelpunten en ophopingen mogen wel machinaal uitgevoerd
worden.
De oppervlakkige ruiming omvat ook het verwijderen van alle ongewenste materialen en voorwerpen, los
of onder de vorm van opstoppingen, aanwezig in de overwelvingen en onder de bruggen van de volledige
post, volgens X111.1.1.2.17 voor zover ze korter zijn dan 20 m. Overwelfde secties, langer dan 20 m
zijn in de regel altijd beschouwd als een aparte post (vak).
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 16

De lengte van een oppervlakkige ruiming vindt men terug in de kolom 'Naam waterloop/code SB250'.
De lengte van de overwelvingen zijn niet opgenomen in de kolom 'Hoeveelheid FH of TIP ter info' van de
meetstaat.
1.1.2.3 Grondige ruiming (opdrachtcode G)
Slib-, en of sedimentruiming zodat een regelmatig afhellend lengteprofiel verkregen wordt, aansluitend op
bestaande vaste bodems (overwelvingen of andere kunstwerken). De taluds mogen niet afgestoken,
afgegraven of opgetrokken worden.
Indien een lengteprofiel bijgevoegd is moet de grondige ruiming volgens dit lengteprofiel gebeuren.
Het ruimen van overwelfde secties (die niet als afzonderlijk vak zijn aangeduid) is inbegrepen in deze
werken. De ruimingsspecie van deze secties wordt opwaarts en afwaarts van deze secties gespreid
conform XIII.1.1.2.17. Het omvat ook het inzaaien van taluds, dijken en werkzone inclusief
ruimingsspecie) met bloemenrijk mengsel volgens 111-63.
Overwelfde secties langer dan 20 meter maken in de regel het onderwerp uit van een apart vak/post in de
opmeting. Deze werken omvatten het verwijderen van alle slib, afval en hindernissen uit de overwelving
en het afvoeren van de ruimingsproducten naar een plaats door de aannemer te zoeken.
Voor een partiële grondige ruiming (ruiming die niet over de volledige beekbreedte moet uitgevoerd
worden) wordt een code "d” toegevoegd. De code wordt dan "Gd"
1.1.2.5 Maaien van talud- en/of oevervegetatie (opdrachtcode T)
Het maaisel moet onmiddellijk gespreid worden op de oevers. Het machinaal ruimen van alle waterlopen
gebeurt enkel nog door middel van een maaikorf waarbij met messen het maaisel scherp wordt
afgesneden en niet uitgerukt. Het maaien blijft strikt beperkt tot de taluds tenzij anders gespecificeerd.
Het inkorten van de vegetatie gebeurt tot op een gelijkmatige hoogte van 10 à 12 cm zonder dat de
resterende vegetatie en bezoding beschadigd wordt.
Indien de bodem van de waterloop smaller is dan 1 meter, dan mag er met de maaikorf net onder het wateroppervlak
gemaaid om het maaisel te kunnen opnemen. In deze beweging zit dan ook de oppervlakkige
ruiming.
In akkerbouwzones en in de bebouwde kom kan opgelegd worden dat behalve het maaien van de taluds
van de waterloop ook een zone van 1 meter van de oever aansluitend bij de taluds van de waterloop
gemaaid wordt. Aan de opdrachtcode wordt dan een "X" toegevoegd. Men onderscheidt
de linkeroever (XL), rechteroever (XR) en beide oevers (X)
Ten uitzonderlijke titel kan de leidende ambtenaar opdracht geven om de maaiwerken uit te voeren met een
klepelmaaier met afzuiging, zonder dat de aannemer hiervoor een meerprijs mag vragen.
1.1.2.6 Maaien van de bodemvegetatie (opdrachtcode B)
De bodemvegetatie moet over 75% van de volledige bodembreedte gemaaid worden met de maaikorf
waarbij het maaisel scherp afgesneden wordt en niet uitgerukt wordt. De maaikorf glijdt over de bodem
van de waterloop en wordt steeds in het water geschud om eventueel fauna en slibdeeltjes te verwijderen.
1.1.2.6.B Maaien van bodemvegetatie in blokken
De bodemvegetatie wordt behouden over 50% van de bodembreedte, waarvan 10% aansluitend aan het
ene talud en 40% aansluitend aan het andere talud. Om de 70 à 100 m wordt het grootste deel van de
vegetatie aan de andere zijde van de waterloop behouden.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 17

1.1.2.20 Grondige ruiming met taludmaaiing (opdrachtcode TG)
Alle werken volgens 1.1.2.3 en volgens 1.1.2.5.
1.1.2.21 Maaien van de talud- en oevervegetatie met grondige ruiming en met profilering
(opdrachtcode TGP)
Alle werkzaamheden volgens 1.1.2.20 waarbij ook de taluds volgens het bestaande taludvlak gelijkmatig
worden opgetrokken volgens een aangegeven taludhelling. Indien de taludhelling niet is aangegeven
wordt het talud opgetrokken aansluitend aan de niet afgeschoven taluds.
1.1.2.22 Maaien van talud- en oevervegetatie met oppervlakkige ruiming (opdrachtcode
OT)
Alle werkzaamheden volgens 1.1.2.2 en volgens 1.1.2.5.
1.1.2.23 Maaien van de talud- en oevervegetatie met bodemkruidruiming en oppervlakkige
ruiming (opdrachtcode OTB)
Alle werkzaamheden volgens 1.1.2.5 gevolgd door deze volgens 1.1.2.2 en volgens 1.1.2.6.
1.2 Meetmethode voor hoeveelheden
Indien de oppervlakkige ruiming gecombineerd wordt met een taludmaaiing (OT) of een bodemkruidruiming
(OB) is in de meetstaat alleen de lengte van het niet-overwelfde deel opgenomen. Toch moeten dan
ook de overwelfde delen (kleiner dan 20 m) vrijgemaakt worden en aan een oppervlakkige ruiming onderworpen
worden.
Er wordt geen type-indeling voorzien tenzij aangegeven in de meetstaat.
Voor het opmeten van de ruimingswerken geldt (met uitzondering van de oppervlakkige ruimingen) het volgende:
De ruimingswerken per vak worden betaald per lopende meter waterloop tenzij anders opgenomen
in de samenvattende meetstaat. De uitgevoerde hoeveelheden worden echter alleen
aangerekend volgens de lengte opgenomen in de vakken van de beschrijvende meetstaat. Bij
de beschrijving van het vak wordt de waterloop - zijn nummer - het vak nummer - de totale
lengte van het vak aangegeven in de kolom code/waterloop van de meetstaat. De te maaien
lengte die effectief aangerekend wordt, is de lengte zonder overwelvingen. Deze is terug te vinden
als hoeveelheid in kolom FH/(TP) ter informatie van de beschrijvende meetstaat.
Het kan dat een deel van een vak niet bereikbaar is voor machinale ruiming. Dat gedeelte wordt
dan aangeduid door voor de opdrachtcode de letter N toe te voegen. Deze delen zijn als afzonderlijke
posten opgenomen. De totale lengte van een vak bestaat dus uit drie onderdelen: de
overwelvingen, de machinaal bereikbare delen en de niet-machinaal bereikbare gedeelten.
De bereikbare en niet-bereikbare gedeelten kunnen onderling verrekend worden indien de post
van de samenvattende meetstaat voor de posten met een opdrachtcode N (niet-bereikbaar) in
realiteit meer dan 5 procent afwijkt van de lengte in de meetstaat, dan hebben zowel aannemer
als bestuur het recht bij de eindafrekening deze hoeveelheid te laten verrekenen (te meten met
een nauwkeurigheid die minstens overeenkomt met een schaal 1/2500).
Opgelet: de opdrachtcodes die met N beginnen geven dus niet aan dat verplicht in han dkracht
moet geruimd worden. Zij geven enkel aan dat een deel van een vak hoogst waarschijnlijk
niet voor machines toegankelijk is. Met niet-toegankelijke gedeelten wordt niet bedoeld percelen
met landbouwgewassen. De aannemer moet binnen uitvoeringstermijn de nodige flexibiliteit
aan de dag leggen om de werken langs deze landbouwpercelen uit te voeren. De leidende
ambtenaar beslist over het niet-toegankelijk karakter van de vakken of delen van een vak.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 18

Alleen indien de opdrachtcodes met een H beginnen is de uitvoering in handkracht verplicht
ook al zou dit vak of deel van een vak machinaal toegankelijk zijn.
1.3 Controle - Zie ook dagboek der werken
Verwittiging elke dag:
De aannemer of zijn gelastigde zal elke morgen bij aanvang van de werken (tussen 8 uur en 9 uur) de
leidende ambtenaar of in geval er een opzichter aangesteld is deze laatste verwittigen waar en welke
werken in uitvoering zijn. Indien de leidende ambtenaar niet aanwezig is wordt het secretariaat van de sectie
waterlopen gewaarschuwd (011/237316 -18).
Uitvoeringsdelen van de ruimingswerken per vak zoals opgenomen in de beschrijvende meetstaat. Deze
moeten verplicht ineens afgewerkt worden per uitvoeringsdeel vooraleer een volgend uitvoeringsdeel gestart
wordt. Afwijkingen kunnen alleen toegestaan worden voor landbouwpercelen die nog moeten
geoogst worden zonder de globale uitvoeringstermijn (aanvangsbevel tot 15 december) te overschrijden
en mits er toestemming gegeven wordt door de leidende ambtenaar. Bij niet-uitvoering van deze richtlijn
geldt een bijzondere straf van 500 euro per overtreding.
Werkbespreking:
In gezamenlijk overleg bepalen de leidende ambtenaar en de aannemer de dagen waarop een werkbespreking
zal gevoerd worden. Dit gebeurt minstens om de veertien dagen. Indien er tot geen overeenkomst
gekomen wordt, bepaalt de leidende ambtenaar eenzijdig de datum en plaats van de bespreking.
Bij afwezigheid van de aannemer op de bijeenkomst wordt een bijzondere straf toegepast van
100 euro.
Dagboek:
Op het einde van iedere week maakt de aannemer een ondertekend verslag op van de in die week uitgevoerde
werken. Op het weekverslag wordt ook steeds een geactualiseerde planning aangegeven. DIT
WEEKVERSLAG MOET UITERLIJK ELKE DINSDAG VAN DE EROP VOLGENDE WEEK IN HET BEZIT
ZIJN VAN DE LEIDENDE AMBTENAAR.
Dit weekverslag wordt opgesteld volgens het model dat ter beschikking gesteld wordt door de leidende
ambtenaar, vermeldt het nummer van de post, de naam en het nummer van de bedoelde waterloop, de
aard van de ruimingswerken of hun code en geeft aan of de post volledig is afgewerkt ja dan neen. Indien
er nog werken op bepaalde secties uitgevoerd zijn, mogen deze secties op het weekverslag vermeld
worden met opgave van de nog uit te voeren werken. Ze komen wel niet in aanmerking voor uitbetaling
(ook niet gedeeltelijk) per vorderingsstaat. Ook indien er geen werken werden uitgevoerd, moet een
weekverslag opgemaakt worden. De weekverslagen worden gebruikt als basis voor het opmaken van de
vorderingsstaten.
Het model bevat ook de gedetailleerde planning van de werken die de volgende week nog moeten uitgevoerd
worden.
1.5 Betalingen
Voor prijzen in regie tegen uurtarief geldt:
Bij interventies die minder dan een halve dag duren (3,5 uur) zal een extra uur (huurprijs voor vrachtwagen
met bestuurder) uitbetaald worden voor het transport van en naar de locatie van de dringende interventie.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 19

2 BESCHERMINGSWERKEN
2.3 Bestortingen (opdrachtcode STO) 2. 3.1.2 Uitvoering
De stapeling en manuele schikking van de ruwe breuksteen wordt bepaald door de leidinggevende ambtenaar
tijdens de uitvoeringswerken.
2.4 Schanskorven (opdrachtcode SCH)
Het plaatsen van de schanskorven behelst eveneens:
Het grondwerk voor het uitgraven van het koffer en plaatsen van de korven
Het plaatsen van de geotextiel
Het inzaaien van het ganse bewerkte talud met een graszaadmengsel à rato van 100 kg/ha volgens
111.63.
Het afdekken der schanskorven met 5/10 cm teelaarde boven de laagwaterlijn
2.4.1.1 Materialen
Tenzij in de meetstaat anders voorzien betreft het schanskorven in blokvorm volgens 111.12.12.4.1.0. Een
cijfer achter de opdrachtcode kan de dikte aangegeven van de korf: SCH30, SCH50, SCH100 enz.
2.4.1.2 Uitvoering
2.4.1.2.B Het openvouwen, opstellen, vullen, dichten en verbinden van de korven
De wapeningsnetten worden na het maken van het koffer voor de korven (uitgraven, profileren) op hun
definitieve plaats gesteld en daarna pas gevuld. Overtollige grond wordt ter plaatse verwerkt op de oever
of binnen de vijf-meter-zone. De taluds worden slechts afgedekt met teelaarde of afdekkingsmateriaal volgens
111.4. nadat de leidende ambtenaar de geplaatste schanskorven gekeurd heeft. Na de afdekking
van de schanskorven, volgens IV.2.1.2.4., worden deze ingezaaid.
2.4.2 Meetmethode
De schanskorven worden gemeten zoals aangegeven in de meetstaat. Palen worden afzonderlijk betaald
in een afzonderlijke post (opdrachtcode PAL). Een cijfer achter de opdrachtcode kan het type paal
aanduiden bv. PAL2= palen van type 2
2.11. Erosie werend biodegradeerbaar geotextiel en matrassen
2.11.1 Beschrijving
De werken omvatten het leveren en plaatsen van biodegradeerbaar geotextiel of matrassen voor de verdediging
van oevers van waterlopen tegen de eroderende werking van wind en regen of wind en water.
2.11.1.1 Materialen
De materialen zijn:
Voorbeplant geotextiel - type 4 (100% kokosvezelmat, tweezijdig voorzien van een stevig jutenet)
Houten piketten voor het bevestigen van geotextiel. De piketten hebben een lengte van 50 tot
80 cm en een doorsnede van 7 tot 9 cm, gemeten onder de eventuele schors. De piketten zijn
recht en vrij van barsten. De maximaal toegestane kromming over de totale lengte is 1 %.
Niet-uitschietende piketten zijn al dan niet ontschorst, conform de aanbestedingsdocumenten.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 20

De kop van de niet-uitschietende piketten (het dikste uiteinde) is haaks op hun as afgezaagd. Niet
uitschietende piketten zijn gepunt aan het smalste uiteinde. De piketten zijn niet verduurzaamd.
Houten pennen voor het bevestigen van geotextiel hebben een lengte van 30 of 40 cm en een
sectie van 1 cm x 2 cm. De pennen zijn onderaan spievormig afgezaagd, zijn bovenaan voorzien
van een dwarse pin en hebben een zekere ruwheid om een goede verankering te verzekeren.
De toegelaten houtsoorten van de piketten en pennen zijn:
2.11.1.2 Uitvoering
- Europees grenen (grove den, Noors grenen of pijnboom) - Pinus sylvestris
- Europees vuren (fijnspar of epicea) - Picea abies
- Europese lariks of lork - Larix decidua
- Europese douglas - Pseudotsuga menziesii
- zilverspar - Abies alba
- Europese eik, wintereik en zomereik - Quercus Petraea en Q. Robu
- tamme kastanje - Castanea sativa
- valse acacia (robinia) - Robinia pseudoacacia.
Voor het plaatsen van geotextiel of matrassen wordt het talud geëffend en volgens het bestaand profiel of
op helling gebracht.
Geotextiel dient dakpansgewijs in de stroomrichting te overlappen (verticale overlappingen). Geotextiel
moet dus tegen de stroomrichting in geplaatst worden. Bij horizontale overlappingen, overlapt
de hoogst gelegen mat de lager gelegen mat. De overlap van geotextiel bedraagt zowel horizontaal
als verticaal minimaal 20 cm. Er wordt zorg voor gedragen dat geotextiel voldoende aansluit op de
ondergrond en - indien gecombineerd - onder de rollen en blokken bevestigd wordt. Aan beide uiteinden
(boven- en onderaan) wordt geotextiel minstens 25 cm ingegraven. De diepte van de sleuven bedraagt
minimum 30 cm.
Matrassen moeten goed aansluiten op elkaar en op de ondergrond. Zij worden echter niet overlapt gelegd
en niet ingegraven. Ze worden bevestigd met langere piketten dan in geval van geotextiel.
Op de randen (boven-, onder- en zijkanten) van geotextiel/matrassen en op de (denkbeeldige) randen
van elke m 2 geotextiel/matras wordt minimaal 1 houten piket of pen per lopende meter geplaatst (onderlinge
afstand maximaal 1,0 m). Daarenboven wordt op het middelpunt (diagonale assen) van elke m 2
geotextiel/matras 1 houten piket of pen geplaatst. Of met andere woorden: de piketten/pennen worden
geschrankt geplaatst met een onderlinge afstand van maximaal 1,0 m in de rij en een afstand van
maximaal 0,5 m tussen de rijen. Van belang is dat piketten/pennen daarenboven geplaatst worden op
alle randen, hoeken en eventuele overlappingen. Op de overlappingen wordt een piket/pen geplaatst per
halve lopende meter.
2.11.2 Meetmethode voor hoeveelheden
De geplaatste oeververdediging met geotextiel/matrassen (alles inbegrepen) wordt opgemeten in m 2 .
2.12 Erosie werende biodegradeerbare lijnvormige elementen
2.12.1 Beschrijving
De werken omvatten het leveren en plaatsen van voorbeplante biodegradeerbare oeverrollen voor de verdediging
van oevers en waterlopen tegen de eroderende werking van wind en water.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 21

2.12.1.1 Materialen
De materialen zijn:
- voorbeplante 100% gecompacteerde kokosrol, diameter 40 cm, omwonden met PP garen of
kokosgaren, met een maasopening van 5 cm x 5 cm. De kokosrollen zijn voorbeplant met wilgenstaken,
minimaal 12 per lopende meter.
- ronde houten palen (ontschorst en niet verduurzaamd volgens XIII-2.2 type 2, lengte = 200
cm.)
2.12.1.2 Uitvoering
2.12.1.2.A ROLLEN / BLOKKEN BEVESTIGD AAN EEN RIJ PERKOENPALEN
Er worden ronde houten palen (ontschorst en niet verduurzaamd volgens XIII-2.2. type 2, lengte = 200
cm op een onderlinge afstand van 50 cm, tot 5 tot 10 cm onder de laagwaterspiegel ingeheid of geduwd.
De rollen/blokken worden achter de rij perkoenpalen geplaatst, waarbij de bovenkant van de
rollen/blokken in de eindsituatie 5 tot 10 cm boven het laagwaterpeil uitsteekt. De rollen/blokken worden
bevestigd aan de perkoenpalen met biodegradeerbaar koord. De achtereenvolgende rollen/blokken worden
zijdelings met biodegradeerbaar koord aan elkaar bevestigd.
Zo nodig wordt de ruimte tussen de rol/blok en het talud met gebiedseigen grond opgevuld.
2.12.1.2.B ROLLEN / BLOKKEN BEVESTIGD AAN TWEE RIJEN
PERKOENPALEN
Indien er langs landzijde niet onmiddellijk een aansluitend talud is, dan moet de rol/blok aan twee zijden
worden vastgezet. Dit gebeurt door plaatsing van een tweede rij perkoenpalen die stevig tegen
de rollen/blokken wordt aangedrukt zodat de rollen/blokken in zekere mate worden opgespannen. De
plaatsing en bevestiging gebeurt zoals beschreven in 2.12.1.2.A. De plaatsing van de tweede rij perkoenpalen
gebeurt verspringend.
2.12.2 Meetmethode voor hoeveelheden
De geplaatste oeververdediging met lijnvormige elementen wordt opgemeten per meter gerealiseerde oeververdediging
(alles inbegrepen behalve aanvulgrond.)
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 22

Bijlagen
De meetstaat der werken wordt per lot in een aparte bijlage gevoegd.
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 23

Technische tekeningen
Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 24

Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 25

Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 26

Bijzonder Bestek Ruiming 2 de categorie 2011 p. 27