Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Boekbesprekingen<br />
J. Taylor, A relation of a voyage to the army in several British Travellers in <strong>Holland</strong> during the Sluart Period<br />
letters from a gentleman to his friend in theyear 1707. (Leiden 1993) - en ook reeds eerder een reisver<br />
Uitgegeven door CD. van Strien (Leiden: Acade<br />
mie Press, 1997, 143 blz., ISBN 90-74372-16-3)<br />
Joseph Taylor (1679PT759) was in de zomer van<br />
1707 net klaar met zijn rechtenstudie toen hij een<br />
ruim twee maanden durende toer door de Lage<br />
Landen aanving. De reis ging van Londen naar<br />
Rotterdam en vandaar naar de Zuidelijke Neder<br />
landen. Hij bracht - en dit was ongetwijfeld het<br />
hoogtepunt van de reis - een bezoek aan het geal<br />
lieerde leger ten zuiden van Brussel, waar op dat<br />
moment de Spaanse Successieoorlog werd uitge<br />
vochten. Vandaar reisde hij via onder andere Gent<br />
en Brugge terug naar de Noordelijke Nederlan<br />
den om vervolgens nog Dordrecht, Delft, Den<br />
Haag en Amsterdam te bezoeken. Van deze reis<br />
deed Taylor verslag in elf brieven aan zijn neef in<br />
London.<br />
In de brieven beschreef Taylor gedetailleerd<br />
zijn reis, die werd afgelegd per boot, rijtuig en<br />
trekschuit. In elke stad die Taylor aandeed, maak<br />
te hij een toeristische rondgang, waarbij hij met<br />
name de kerken bezocht. Een beschrijving van het<br />
altaar ontbreekt zelden. Ook heeft hij een enkele<br />
keer een kerkdienst bezocht en een processie<br />
meegemaakt, waarbij hij als protestant duidelijk<br />
zijn ogen uitkeek. In de meeste plaatsen zocht hij<br />
contact met landgenoten en in Brussel en Brugge<br />
bezocht hij Engelse kloostergemeenschappen. Tot<br />
zijn schrik ontmoette hij bij een dergelijk bezoek<br />
een oude reisgenote. Zij was zojuist tot de orde<br />
toegetreden.<br />
Het meest fascinerend zijn de brieven waarin<br />
Taylor zijn bezoek aan het leger beschreef. Overi<br />
gens was een dergelijk bezoek niet ongebruikelijk<br />
voor toeristen in die tijd, al vergde hel verkrijgen<br />
van een geschikt paspoort en goede begeleiding<br />
wel enige organisatie. Taylor kreeg van vrienden<br />
een paard en trok zes dagen op met het leger, dat<br />
zich juist begon te verplaatsen. Hij gaf commen<br />
taar op het prachtige uiterlijk van de troepen en<br />
op het landschap. Ontberingen werden niet gele<br />
den en van gevechten was weinig sprake.<br />
Dankzij de editie die nu door CD. van Strien is<br />
bezorgd zijn Taylors brieven voor het eerst in druk<br />
verschenen. De oorspronkelijk brieven zijn niet<br />
bewaard gebleven. Gezien de fouten in het Lalijn<br />
die in het enige voorhanden manuscripl te vinden<br />
zijn, neemt Van Strien aan dat dit handschrift een<br />
afschrift betreft. Van Strien, die eerder publiceer<br />
de over Britse toeristen in de 17e en 18e eeuw -<br />
slag uitgaf, heeft een Engelstalige inleiding ge<br />
schreven en bovendien getracht alle in de brieven<br />
genoemde personen en plaatsen te identificeren.<br />
Dit heeft geleid tot een boek met een uitvoerig<br />
notenapparaat, een naam- en plaatsregister en<br />
een bibliografie.<br />
Na een korte inleiding met daarin de beknopte<br />
gegevens over het leven van Taylor, plaatst Van<br />
Strien zijn brieven in de 17e- en 18e-eeuwse reis<br />
verslagen-traditie. Gezien het ontbreken van zake<br />
lijke mededelingen of vragen over personen op<br />
pert hij de mogelijkheid dat Taylor de brieven na<br />
afloop van zijn reis geschreven of herschreven<br />
heeft. Taylor kende naar alle waarschijnlijkheid<br />
reisverslagen van tijdgenoten en gebruikte tijdens<br />
zijn reis het boek van M. Mission, A new voyage to<br />
llaly (1695), waaruit hij veelvuldig citeerde.<br />
Niet alleen Taylor kende de reisverslagen van<br />
tijdgenoten, ook Van Strien is goed gedocumen<br />
teerd. Helaas leidt dit in de inleiding geregeld tot<br />
verwarring. Van Strien beschrijft uitvoerig de<br />
plaatsen die Taylor bezocht en wat hij daar mee<br />
maakte. Bij deze beschrijvingen gebruikt Van<br />
Strien citaten uit andere reisverslagen. Zo bijvoor<br />
beeld op p. 33, waar hij beschrijft hoe Taylor in<br />
Rotterdam aankwam per schip. Er staat dan: 'The<br />
town looked splendid from the river, particularly<br />
the Boompjes, a magnificent row of trees and hou-<br />
ses or rather palaces on the riverside'. Dit blijkt<br />
dan niet in de brief van Taylor te staan, maar in<br />
een heel ander verhaal. Telkens worden de op<br />
merkingen van Taylor in zijn brieven door Van<br />
Strien gelezen in het licht van andere reisverha<br />
len. In zijn eerste brief (p. 53) beschreef Taylor<br />
hoe hij in Rotterdam in een kelder wat gaat drin<br />
ken: 'they gave me what they call barnevelt, which<br />
is a deep glass either of bitter sack or Rhenish, for<br />
each of which is paid two stivers'. Van Strien merkt<br />
hierover in zijn inleiding (p. 20) op dat de prijs<br />
van alcoholische dranken een belangrijk thema<br />
was voor Brilse reizigers, en haalt dan een ander<br />
18e-eeuws reisverslag aan.<br />
Wat het liefdesleven van Taylor betreft, lijkt Van<br />
Strien over informatie te beschikken waarin hij de<br />
lezer geen inzicht verschaft. Op p. 17 van de inlei<br />
ding schrijft Van Strien: 'His (Taylors) personal<br />
love story has several parallels', om dan vervolgens<br />
enkele anekdotes uit de brieven aan te halen van<br />
zeer uiteenlopende aard. Waar de overeenkomst<br />
uit bestaat legt hij nergens uit. Tenslotte maakt de<br />
uitvoerigheid van de inleiding (op p. 47 begint<br />
51