Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
partijdigheid van de stadsbestuurders in het algemeen<br />
veel gematigder was dan men wel eens heeft<br />
gedacht.<br />
Hier wreekt zich bovendien dat de auteurs in<br />
hun bedoeling tot integratie van de verschillende<br />
delen van het boek te komen, niet bijzonder zijn<br />
geslaagd. Voor het feit dat in het hoofdstuk over<br />
de elite de partij-indeling van de besturende families<br />
buiten beschouwing wordt gelaten, kan men<br />
nog wel begrip opbrengen, gezien de buitensporige<br />
bewerkelijkheid van het materiaal. Maar het<br />
valt wel op dat, waar Van Kan de term 'patriciaat'<br />
vermijdt (anders dan in zijn dissertatie Sleutels tot<br />
de macht), deze term in de politiek-evenementiële<br />
hoofdstukken gewoon weer opduikt, meestal in<br />
discussie met Niermeyer, en dan nog zonder toelichting<br />
en zonder dat duidelijkheid wordt verschaft<br />
over de waag of hiermee de 'eigenerfden'<br />
zijn bedoeld. Zelfs het woord 'clan' wordt niet vermeden<br />
(p. 125), alsof Hoppenbrouwers met zijn<br />
'Maagschap en vriendschap' van 1985 en, vanuit<br />
een ander perspectief, Brand in zijn artikel 'Twistende<br />
Leidenaars' van 1990 onze gewetens op het<br />
gebied van familiestructuur niet hadden gescherpt.<br />
Aan ons inzicht in het politieke bedrijf in<br />
het verstedelijkte <strong>Holland</strong> draagt dit boek niets<br />
wezenlijks bij.<br />
Er is daarnaast veel dat men in deze stadsgeschiedenis<br />
van Dordrecht tevergeefs zoekt. Ook<br />
deze algemene uitspraak moet eerst worden verzacht:<br />
de vier auteurs hebben groot gelijk als ze in<br />
het 'Woord vooraf' stellen dat ze door de rijkdom<br />
van het materiaal tot een keus waren gedwongen.<br />
En keuzes worden mede bepaald door smaak, dus<br />
daarover valt niet te twisten. Toch kan men er niet<br />
omheen enkele manco's te signaleren, vooral op<br />
die terreinen waar datgene dat wél wordt behandeld<br />
om completering met bepaalde deelthema's<br />
roept. Zo wordt herhaaldelijk op de rol van Dordrecht<br />
als financieel centrum gezinspeeld, en van<br />
tijd tot tijd komen we Lombarden in het verhaal<br />
tegen. Er wordt zelfs een apart hoofdstuk aan de<br />
werking van de Munt gewijd. Maar een integrale<br />
behandeling van Dordrecht als stad van kapitaal<br />
en van de rol die Dordtse renteniers in en buiten<br />
de stad speelden, zoeken we tevergeefs. En dat terwijl<br />
er met name door J.D. Tracy, Afinancial revolution<br />
in the Habsburg Netherlands (Berkeley etc,<br />
1985), al het nodige voorwerk is verricht. Op de<br />
archeologische gegevens voor de stedebouwkundige<br />
ontwikkeling wordt hier en daar wel ingegaan,<br />
maar wie daar een duidelijk beeld van wil<br />
krijgen kan beter de behandeling daarvan door<br />
Boekbesprekingen<br />
Sarfatij in het Floris-herdenkingsboek Wi Florens<br />
opslaan. Met de gegevens die de archeologie aanreikt<br />
voor de internationale handelscontacten van<br />
Dordrecht is, voorzover ik zie, niets gedaan. Over<br />
de plaats die de kloosters in de stad innamen,<br />
wordt naar aanleiding van de augustijnen en de<br />
minderbroeders wel het een en ander gezegd,<br />
maar we zouden er vooral bij de vrouwenkloosters<br />
meer over willen horen. Hier kan men overigens<br />
vermoeden dat het bronnenmateriaal niet toereikend<br />
is: kloosterarchief is er weinig bewaard, het<br />
meeste materiaal komt uit de rechterlijke archieven.<br />
Bronnenschaarste kan echter niet het motief<br />
zijn waarom aan armenzorg geen aandacht is besteed.<br />
Wie iets te weten wil komen over het rijke<br />
Dordtse gaslhuiswezen, grijpt tevergeefs naar dit<br />
boek. Tussen de kerkelijk-institutionele geschiedenis<br />
en de globaal geschetste verdeling van rijkdom<br />
en armoede blijft zo het hele veld van de caritas<br />
braak liggen. Ook over processies en andere uitingen<br />
van stadscultuur, een aspect dat in geen moderne<br />
stadsgeschiedenis ontbreekt, is dit boek opmerkelijk<br />
summier. Kunst en mecenaat krijgen<br />
aandacht in enkele kleurenkaternen. Maar hoe<br />
fraai ze ook zijn aangevoerd, in de rest van het<br />
boek functioneren de afbeeldingen nauwelijks.<br />
Met plattegrondjes en schema's had de redactie<br />
wel wat kwistiger mogen omspringen. Het kaartje<br />
van de waterwegen om Dordrecht op p. 16 functioneert<br />
niet, omdat de lezer pas op p. 74-75 verneemt<br />
hoe het rivierensysteem eigenlijk in elkaar<br />
stak. Naast de indices van persoons- en geografische<br />
namen zou een zakenindex niet hebben misstaan,<br />
om redenen die in het voorgaande al zijn<br />
uiteengezet. De typografische vormgeving is verzorgd,<br />
maar van de eindredactie van de tekst kan<br />
dat niet worden gezegd. Op tal van plaatsen zijn<br />
woorden blijven staan die ge-'deleet' hadden<br />
moeten worden. Dit kan men de lezer, die toch<br />
een fors bedrag voor het boek neertelt, niet aandoen.<br />
Ondanks de genoemde tekortkomingen mag<br />
het verschijnen van dit belangrijke boek toch worden<br />
toegejuicht. We spreken de wens uit, dat in<br />
het tweede deel de draad van het verhaal krachtig<br />
wordt opgepakt op het punt waar de vief auteurs<br />
van het eerste deel hem hebben moeten loslaten.<br />
Koen Goudriaan<br />
15