26.09.2013 Views

Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift

Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift

Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Boekbesprekingen<br />

dras in India gebruikt om historische problemen te verklaren. Het cijferwerk dient in het<br />

boek alleen om heldere conclusies uit het onderzoek te trekken en niet om eindeloos over ir­<br />

relevante finesses achter de komma te zeuren. De vraag is toch of veel daarvan niet in een bij­<br />

lage had gekund.<br />

De bundel De huisarts van toen, onder redactie van B.J.M. Aulders en G.J. Bremer, is tenslot­<br />

te weer meer een boek in de categorie voor en door de beroepsgroep zelf. De huisarts heeft<br />

in de universitaire wereld pas sinds kort schoorvoetend erkenning gevonden als een volwaar­<br />

dige deelnemer aan het medisch bedrijf. Hij moet zich echter nog steeds waarmaken tegen­<br />

over de klinische collega's met hun indrukwekkende kist aan instrumentarium. Ook dit boek­<br />

je staat duidelijk in het teken van dat emancipatiestreven. De titels van diverse bijdragen<br />

verraden dat al: 'De term huisarts', 'Huisarts en universiteit', 'De huisarts op zoek naar zich­<br />

zelf' en 'De bijdragen van huisartsen aan de geneeskundige wetenschap in de periode 1900-<br />

1950'.<br />

Behalve het artikel van Houwaart over de modernisering van de gezondheidszorg en de ge­<br />

neeskunde in de 19e eeuw, uiteraard gebaseerd op zijn hierboven besproken boek, is voor his­<br />

torisch geïnteresseerde lezers de bijdrage van Aulbers over 'De werkzaamheden van de huis­<br />

arts' de aardigste. We lezen hier over de ommekeer in de dokterspraktijk van het einde van de<br />

19e eeuw, toen de spreek- en wachtkamer aan huis en de witte jas hun intrede deden. Dit on­<br />

derstreepte de gegroeide autoriteit van de arts, die vroeger uitsluitend gewend was op huis­<br />

bezoek te gaan, ook bij armere patiënten. Vooral bij de betere families was een consult in de<br />

vorige eeuw een hele precaire aangelegenheid. De huisarts moest zijn medische adviezen met<br />

tact zien te verkopen, want zijn standsgenoten raadpleegden hem niet zozeer om zijn vakken­<br />

nis als wel als beschaafde persoonlijkheid met een brede kijk op de wereld. Zijn bezoeken leg­<br />

de hij af per koets. Later kwam de fiets daarvoor in de plaats en tenslotte, begin deze eeuw, de<br />

doktersauto. Dat leidde in 1924 tot de oprichting van de Vereniging van Artsen Automobilis­<br />

ten. Aanleiding was de verontwaardiging over de toeslag van 25 procent die verzekerings­<br />

maatschappijen de artsen in rekening brachten, omdat zij kennelijk zo'n risicogroep waren.<br />

Met de opkomst van de moderne ziekenhuizen, die - onder meer door de komst van 'be­<br />

schaafde verpleegsters' - sterk verbeterden, werd de huisdokter steeds meer een verwijzer naar<br />

collega's die hadden doorgeleerd voor een bepaald deel van het lichaam. Deze periode komt<br />

een beetje over als het dieptepunt in het huisartsenbestaan. Sinds enkele decennia is het ge­<br />

loof in de technische repareerbaarheid van de mens over zijn hoogtepunt heen en groeit in de<br />

maatschappij de behoefte om allerhande andere levensvragen te medicaliseren. Dat bracht de<br />

huisarts in een nieuwe rol op het toneel. Het is een wat impressionistisch verhaal, waarvan ik<br />

mij soms afvraag of het historisch helemaal houdbaar is. Zo geeft de schrijver waar het gaat om<br />

het einde van de 19e eeuw voorbeelden van een plattelandsdokter die op huisbezoek bij de<br />

boeren aan de drank raakt en van een stadsdokter die met een huurkamertje boven een win­<br />

kel genoegen moet nemen. Dat laatste voorbeeld is in ieder geval een vertekening. Het gaat<br />

over dokter Scheltema in Delft, die in 1879 na zijn artsexamen inderdaad korte tijd op dat ka­<br />

mertje aan zijn promotie werkte, maar na zijn huwelijk in korte tijd een gezeten notabel werd<br />

en ging wonen in één van de grootste panden op de chicste gracht van de stad.<br />

Kees van der Wiel<br />

* Naar aanleiding van - in volgorde van bespreking - : J. Sleendijk-Kuypers, Volksgezondheid in de 16e en<br />

17e eeuw te Hoorn. Een bijdrage tot de beeldvorming van sociaal-geneeskundige structuren in een s<br />

42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!