Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Boekbesprekingen<br />
Eerder al verscheen een aanzienlijk bescheidener bundeltje over dezelfde arts ter gelegen<br />
heid van het 25Jarig bestaan van de Pieter van Foreeststichting, getiteld Pieter van Foreest; een<br />
<strong>Holland</strong>s medicus in de zestiende eeuw. In dezelfde serie, uitgegeven door de Stichting Historia<br />
Medicinae, verscheen ook een bundeltje over een andere bekende medicus, die een eeuw la<br />
ter in Delft werkte: Reinier de Graaf, 1641-1673, in sijn leven nauwkeurig ontleder en gelukkig ge<br />
neesheer tot Delft. Hij is vooral bekend geworden door zijn wetenschappelijk onderzoek naar de<br />
alvleesklier en de mannelijke en vrouwelijke geslachtorganen. Zijn naam is nog altijd verbon<br />
den met het Graaf's follikel, het blaasje dat het eitje in de eierstok omvat. De Graaf werkte bij<br />
zijn onderzoek nauw samen met zijn plaatsgenoot Antony van Leeuwenhoek, die met zijn zelf-<br />
geslepen microscopen naar 'kleine dierkens' speurde in onder meer mannelijk zaad en<br />
bloeddruppels.<br />
De studie van E.S. Houwaart, De hygiënisten; artsen, staat &f volksgezondheid in Nederland 1840-<br />
1890, is gewijd aan een beweging van vooruitstrevende artsen voor een nationaal volksge<br />
zondheidsbeleid, en werd bekroond met de Erasmusprijs. In dit boek gaat het om een ge<br />
schiedenis die alles te maken heeft met de cholera en de discussies over de noodzaak van<br />
schoon drinkwater en riolering. De invloed van deze groep artsen zou er toe leiden dat om<br />
streeks 1900 de hele sociale politiek een medische legitimatie kreeg, met dokterstoezicht op<br />
woon- en arbeidsomstandigheden, onderwijs en levensmiddelenverkoop. De bemoeienissen<br />
van deze 'hygiënisten' met het algemeen welzijn van de bevolking leverden en passant ook een<br />
belangrijke bijdrage aan de emancipatie van de beroepsgroep die in de loop van de eeuw de<br />
alleenheerschappij verwierf over haar eigen werkterrein op een manier die door geen enkel<br />
beroepsgroep is geëvenaard. In het begin van de 19e eeuw zag het daar niet naar uit. Bestond<br />
er in de 16e en 17e eeuw per stad een vrij goed geordend gezondheidsbeleid, bij de centrali<br />
satie van Nederland in 1795 ontbrak daarvoor eigenlijk elke basis. De patriottische wetgeving<br />
bewees nog wel lippendienst aan het algemeen welzijn, maar al snel bleek daarvoor nauwe<br />
lijks een cent beschikbaar te zijn. Bovendien ontbrak het de landelijke overheid aan machts<br />
middelen. In de praktijk maakte een bont gezelschap van kerkelijke armbesturen, regenten<br />
colleges van gast- en weeshuizen en besturen van restanten van oude gildenfondsen de dienst<br />
uit. Zij bepaalden wat er werd gedaan voor de gezondheid van het grote deel van de bevolking-<br />
dat zichzelf niet kon redden. Er bestond in die tijd een overschot aan medische hulpverle<br />
ners, zowel met als zonder academische opleiding. Bij gebrek aan voldoende kapitaalkrachti<br />
ge patiënten hadden zij weinig andere keus dan met de hoed in de hand de heren regenten<br />
ter wille te zijn.<br />
Het was de cholera die daarin een ommekeer bracht. Deze ziekte maakte weliswaar vooral<br />
slachtoffers in de armenbuurten, maar ze joeg ook de hogere standen grote schrik aan. De le<br />
venswijze van de verpauperde volksklasse begonnen zij te ervaren als een permanente bedrei<br />
ging van hun eigen gezondheid. Sinds de pest anderhalve eeuw tevoren verdwenen was, was de<br />
maatschappij niet meer geconfronteerd met zulke snel om zich heen grijpende enge ziekten.<br />
In vroeger eeuwen vatten de doktoren epidemieën vooral op als verstoringen in het evenwicht<br />
van het natuurlijk milieu of van het heelal. Nieuw van deze generatie medici was dat zij derge<br />
lijke ziekten in de eerste plaats zagen als een teken van een verkeerde organisatie van de sa<br />
menleving. De echte medische verklaring voor de oorzaak van de epidemie kwam pas met de<br />
ontdekking van de cholerabacterie in 1883. De hygiënisten grepen nog terug op de oude leer<br />
van het 'miasma', in moderne termen de onreine milieufactoren die ziekte in de hand werk<br />
ten. Ze vonden die in de verkrotte achterbuurten van de steden, het stinkende grachtenwater<br />
en de mesthopen op straat. Hun program was vooral pragmatisch van aard. Zo probeerden zij