Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Boekbesprekingen<br />
Ook dit werk houdt duidelijk niet op bij de heren doctoren van Enkhuizen en weet hun posi<br />
tie aardig te relativeren. Bijvoorbeeld constateren de schrijvers dat er een grote afstand be<br />
stond tussen de medische praktijk in Enkhuizen en de kennis zoals die in de 17e eeuw op de<br />
Leidse katheders werd onderwezen. Vooral notariële akten leverden een vracht aan informa<br />
tie en anekdotes op. Zo zien we inventarissen van chirurgijnswinkels, no cure, nopay -afspraken<br />
die bij 16e-eeuwse chirurgijns gebruikelijk waren, tarieven voor het verlies van een oog of een<br />
been in 's lands dienst ter zee, conflicten over medische handelingen, enzovoorts. De auteurs<br />
hebben hiervoor dankbaar gebruik gemaakt van de indicering van alle notariële akten van<br />
Enkhuizen op trefwoord en naam, verzorgd door het Rijksarchief in Noord-<strong>Holland</strong>.<br />
Ook deze studie beschrijft de pestepidemie van 1636. Deze was voor Enkhuizen meer ont<br />
wrichtend dan andere epidemieën, omdat ze ook de hogere kringen trof en bovendien de<br />
economische ondergang van de stad min of meer bezegelde. Verder zien we hoe de sociale<br />
stijging van artsen in de 18e eeuw zo toenam, dat het beroep welhaast automatisch toegang<br />
gaf tot de vroedschap. In 1780, aan het begin van de patriottentijd, kwam die positie in op<br />
spraak door een spannend incident. Vrijwel heel hooggeleerd medisch Enkhuizen stond dat<br />
jaar rond het bed van Grietje Blok toen chirurgijn Willem Weerman met haar instemming<br />
een keizersnede deed in de veronderstelling dat zij een dode vrucht droeg. Tot schrik van alle<br />
aanwezigen bleek zij in het geheel niet zwanger, zoals zij zelf voortdurend had verklaard. De<br />
patiënte overleed aan de ingreep. Haar broer, apotheker Anthony Blok, maakte er een rel<br />
van. Hij stelde de incompetentie en vriendjespolitiek in de medische kringen van het stadje<br />
publiekelijk aan de kaak en werd een fervent aanhanger van de patriottische opvattingen om<br />
aan dit soort regentendom een einde te maken. De zaak kostte Weerman zijn functie als chi<br />
rurgijn. Ruim twintig jaar later, na de terugkeer van de Oranjetijd in 1813, wist hij echter eer<br />
herstel te verkrijgen. Overigens hebben de auteurs het opvallend consequent over het 'ge<br />
meentebestuur', als zij het stadsbestuur van vóór 1795 bedoelen.<br />
De 19e eeuw raffelen de schrijvers een beetje af aan het einde van het boek. Zo had ik wel<br />
iets meer willen weten over het initiatief tot het dienstbodenziekenfonds in 1844. Het boek<br />
eindigt met het hoofdstuk 'De nieuwe tijd', over de periode na 1865, toen de artsen dankzij<br />
de wetgeving van Thorbecke het volledig monopolie bevochten op de medische beroepsuit<br />
oefening, door niemand gecontroleerd behalve door de eigen beroepsgroep. Toen werd alles<br />
anders.<br />
T. Nieuwenhuis beschrijft in Vroedmeesters, vroedvrouwen en verloskunde in Amsterdam de con<br />
flicten rond de medicalisering van de verloskunde in de 18e eeuw. Amsterdam telde in die tijd<br />
-zoals veel plaatsen- een overdosis aan chirurgijns. Velen van hen trachtten ten koste van de<br />
vroedvrouwen een plaatsje te verwerven op de lucratieve markt van de bevallingen, vooral in<br />
de betere kringen. Dat was een algemeen Europees verschijnsel. Medici en vroedmeesters<br />
maakten in die tijd makkelijk indruk door bij het minste of geringste 'met een mant vol me<br />
dicijnen en met een kist vol instrumenten te pronken', stelde een criticus. Vooral in Frankrijk<br />
gold het in adellijke kringen als beschaafd en vooruitstrevend om in dit vrouwendomein een<br />
deftige heer binnen te halen.<br />
In veel landen leidde deze ontwikkeling ertoe dat de bevalling geheel in medische handen<br />
viel maar Nederland vormde daarop een uitzondering. Nieuwenhuis analyseert de machts<br />
conflicten die daaraan in Amsterdam ten grondslag lagen. Een kleine elite onder de chirur<br />
gijns, voor een belangrijk deel familie van elkaar, wist door een kongsi met de medische doc<br />
toren de markt voor zichzelf af te schermen, onder meer door zorgvuldige geheimhouding<br />
van de verloskundige instrumenten. Een ander middel was de instelling van een apart vroed-<br />
37