Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
J.W.J. Burgers<br />
wijst op een verstoorde relatie met Floris V."" 9<br />
Voor de tegenstanders van de 'verkrachtings<br />
hypothese' was Velsens plotselinge haat dan ook een moeilijk punt. Obreen hield hem voor<br />
een 'gewone landjonker' die eropuit was zijn lage positie te verbeteren en die niets te verlie<br />
zen had, 60<br />
een op niets gebaseerde opmerking die bovendien niets verklaart. Verkaik gelooft<br />
dan nog liever het verhaal dat Floris een neef van Velsen zou hebben laten terechtstellen,<br />
hoewel dat feit zo mogelijk nog slechter gedocumenteerd is dan de verkrachting. 61<br />
Ook Ver-<br />
kaiks constatering dat Gerard van Velsen misschien gewoon een driftkop was, zet weinig zo<br />
den aan de dijk.<br />
Zo is uiteindelijk de weegschaal min of meer in balans: de verkrachtingstheorie wordt niet<br />
ondersteund door de belangrijkste bronnen, maar levert wel een afdoende motief voor Vel<br />
sens haat jegens de graaf. In deze evenwichtstoestand kan de balans naar één kant doorslaan<br />
wanneer men een nieuwe aanwijzing zou kunnen vinden. Zulk een aanwijzing staat volgens<br />
mij in de Rijmkroniek van Melis Stoke, de auteur die volgens iedereen over deze kwestie niets<br />
zegt. Inderdaad, Stoke zwijgt in alle talen over deze specifieke wandaad van Floris V jegens de<br />
vrouw van Gerard van Velsen, maar toch laat hij zich onwillekeurig wel degelijk ontvallen dat<br />
de graaf iets op zijn geweten had jegens de edelen die hem hebben verraden. In de Rijmkro<br />
niek lezen we dat na de moord Floris' lijk naar Alkmaar werd gebracht en daar werd opge<br />
baard in de kerk. Stoke vertelt dat al die tijd zijn trouwe jachthonden niet weken van de baar,<br />
en zelfs niet wilden eten. 62<br />
Dan grijpt hij de gelegenheid aan om die hondentrouw te vergelij<br />
ken met de trouweloosheid van de edelen die de graaf hadden gedood:<br />
Kersten mensche, hoer dit wonder,<br />
Dat die hondekijn besonder<br />
Minde haren here soe,<br />
Dat si bi hem bleven doe,<br />
Daermen vinc ende sloech.<br />
Daer togheden si hem ghenoech,<br />
Dat sine minden van rechter scout.<br />
Daer die moordenaers waren so bout<br />
Dat si vermoerden haren here,<br />
Die hem ghedaen hadde sulc ere,<br />
Te menigher ure ende stonde;<br />
59 Het enige wat zou kunnen wijzen op onenigheid tussen Velsen en de graaf vinden we in een oorkonde van 22 juni<br />
1290 (Van den Bergh, OHZ II, nr. 726), waarin Floris V aan Gerard van Velsen de helft van de visserij in de Zaan<br />
schenkt, ter compensatie voor 'alre hande eyskinghe die hi [Velsen] ons cyskende was'. Men zou kunnen denken<br />
dat Floris hier zijn misdaad heeft 'afgekocht', maar het is toch veel waarschijnlijker dat het hierbij gaat om een normale<br />
transactie van goederen of rechten tussen beide mannen, temeer daar er nog sprake is van de zeevang bij<br />
Noordwijk waar Velsen afstand van doet. Bovendien zou Gerard, wanneer de verkrachting inderdaad vóór 22 juni<br />
1290 heeft plaatsgehad, wel heel lang hebben gewacht met zijn wraak. We moeten trouwens wel bedenken dat eventueel<br />
voor Floris belastend archiefmateriaal, zoals een zoen tussen hem en Velsen, na juni 1296 uit het archief zal<br />
zijn verwijderd (ook Velsens bezit, en daarmee diens archief, verviel toen aan de grafelijkheid).<br />
60 Obreen, Floris V', XIVI.<br />
61 Verkaik, De moord op Floris V, 62. De terechtstelling van de neef van Velsen bij Velthem, Spiegel historiael, boek III, caput<br />
45, vs. 3066-3077; die neef had, volgens het verweer van de graaf, te Leiden de vrede gebroken en voor het gerecht<br />
iemand doodgeslagen en ook nog dc rechter verwond. Misschien steekt er waarheid in dit verhaal, getuige de<br />
opmerking van de Procurator, Chronicon, 46, over Floris strengheid in deze: 'Want wee de edele die ook maai hel<br />
minste vergrijp tegen de gerechtigheid pleegde' ('Nam vc nobili, si minimum contra iustitiam provocavit').<br />
62 Rijmkroniek V 96-138. Wat deze passage betreft, ook hiervan is niet zeker of het de historische waarheid betreft of een<br />
literair topos, of een via een topos opgesmukt waargebeurd feit.<br />
18