Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift

Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift

tijdschriftholland.nl
from tijdschriftholland.nl More from this publisher
26.09.2013 Views

J.W.J. Burgers in Middelburg, in het favoriete klooster van de Rooms-Koning. Daarmee had Floris ten lan­ gen leste zijn waarschijnlijk belangrijkste taak volbracht: hij had zijn vader gewroken en op passende wijze ter aarde besteld. Zijn geschonden eer was daarmee hersteld. De verkrachting van de vrouw van Gerard van Velsen Sedert meer dan een eeuw laait in de Floris-historiografie herhaaldelijk de vraag op of Gerard van Velsen, één van de in 1296 tegen de graaf complotterende edelen, inderdaad een sterk motief had voor zijn verraad. Want: heeft Floris V nu wel of niet de vrouw van Gerard ver­ kracht? In de Hollandse geschiedschrijving dook deze beschuldiging voor het eerst op in het midden van de 15e eeuw, in het Oude Goudse Kroniekje (circa 1440) en bij Jan van Leiden (cir­ ca 1460), waarna het verhaal via Aurelius' Divisiekroniek onderdeel werd van het populaire his­ torische bewustzijn. Zo vond RC. Hooft in deze vertelling de stof voor zijn toneelstuk Geeraerdt van Velsen. 38 Twijfels rezen pas in de hernieuwde kritische, op de originele bronnen gebaseer­ de geschiedschrijving van de 19e eeuw. L.Ph.C. van den Bergh hield het nog voor historisch, maar W.G. Brill en H. Obreen verwierpen het met kracht. 39 Men ontkomt niet aan de indruk dat de felheid van de toen gevoerde discussie samenhing met de mate van waardering van de protagonisten voor graaf Floris; ook lijkt de toenmalige preutse moraal niet vreemd aan de heftigheid waarmee men de graaf veroordeelde om de schokkende daad of hem daarvan juist vrijpleitte. 40 Van den Bergh noemt Floris een 'dwingeland, die de rechten des volks en de be­ langen des lands meermalen aan zijn eigen belang of aan zijn luimen ten offer bracht'; hij acht de graaf heel goed in staat tot een verkrachting, want het is bekend 'dat Floris in de grootste ongebondenheid en echtbreuk leefde en de edelste jonkvrouwen des lands aan zijne lusten opofferde'. 41 Obreen daarentegen was vol lof over Floris' regering; hij bagatelliseerde dan ook enerzijds de schanddaad, en hield anderzijds staande dat die niet te bewijzen was. Vanaf de jaren zestig van deze eeuw flakkert de discussie bij tijd en wijle weer op. Peeters en Hugenholtz betoogden dat het verhaal een historische kern van waarheid zou kunnen bevat­ ten, Verkaik verzette zich onlangs daar weer krachtig tegen. 42 Ook nu lijken de standpunten van de auteurs soms te worden ingegeven door bijkomende factoren: Peeters kwam de ver­ krachting als motief voor de moord goed van pas omdat hiermee zijn hypothese over het ont­ staan van de Rijmkroniek werd verstevigd, 43 Verkaik wilde juist alle nadruk leggen op zijn cen- 38 Voor de overlevering van het verkrachtingsmotief zie Hugenholtz, Floris V, 108-114; B. Ebels-Hoving, 'Floris V in de Nederlandse geschiedschrijving', in: D.E.H. de Boer, E.H.P. Cordfunke en H. Sarfatij (red.), WiFUmms... De Hollandse graafFloris Vin de samenleving van de dertiende eeuw (Utrecht 1996) 286-288; J.W. Verkaik, De moord op graaf Floris V (Hilversum 1996) hoofdstuk I. 39 L.Ph.C. van den Bergh, 'De geslachten van Velsen en Woerden', Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde nieuwe reeks 7 (1872) 29-41; Brill, Betwiste bijzonderheden, 35-41; Obreen, Floris V, XLII-XLVII. 40 Zie Obreen, Floris V, 25, waar ons wordt verzekerd dat de zeven bekende bastaarden van Floris V geen bewijs waren voor een 'zedeloozen levenswandel', omdat dit 'de gewoonte dier dagen' was. 41 Van den Bergh, 'Geslachten van Velsen en Woerden', 41, 40. 42 Peeters, Rijmkroniek van Holland, 161-172; Hugenholtz, Floris V, 94-96, Verkaik, De moord op Floris V, hoofdstuk I, met name 56-62. Daarnaast zijn D.E.H. de Boer, 'Wi Horens... Grafelijk machtsspel in een Europees decor', in: Wi Fier rem..., 10-18, aldaar 17 n. 23, en E.H.P. Cordfunke, 'Der keerlen God?', in: WiFUmms..., 340-354, aldaar 353 n. 7, geneigd de verkrachting van de vrouw van Velsen voor waar te houden. 43 Peeters, Rijmkroniek van Holland, 170-172, waar wordt gesteld dat over de verkrachting wordt gesproken in een (zo dadelijk nader tc behandelen) aanhangsel bij de herziene versie A van de Rijmkroniek, welke omwerking inclusief aanhangsel volgens Peeters rond 1310 door Melis Stoke was vervaardigd voor Jan I van Polanen. Jan was verwant met de moordenaars van Floris V, en werd daarop aangevallen door zijn politieke tegenstanders; het aanhangsel over de 12

Eer en schande van Floris V trale these dat de moord verklaard moet worden uit de politieke omstandigheden, en wel uit Floris' relatie met de Engelse koning. In het debat zien we steeds dezelfde argumenten pro en contra terugkeren. De beperkt­ heid van de discussie komt voort uit de omstandigheid dat de contemporaine bronnen over de verkrachting zwijgen, of die slechts als gerucht vermelden. We zagen dat pas in de loop van de 15e eeuw dit verhaal doordrong in de Hollandse geschiedschrijving. Algemeen is men het er over eens dat het motief daarin terechtkwam via een volkslied, dat lang na de tijd van Flo­ ris in twee versies is opgetekend. In het lied wordt in dertig strofen beeldend beschreven hoe graaf Floris Gerard wilde laten trouwen met zijn maitresse, maar de laatste bedankte feestelijk voor de eer ('U ouwe versleten schoenen en wil ick niet'). Floris dreigde daarop dat hij ervoor zou zorgen dat Gerard hoe dan ook zijn afdankertjes zou dragen. Kort daarop trouwde Velsen met de dochter van Herman van Woerden. Graaf Floris gelastte Gerard schriftelijk om naar Henegouwen te reizen, en in zijn afwezigheid misbruikte hij zijn vrouw. Toen Velsen bij thuis­ komst hoorde van het gebeurde, zwoer hij de graaf te zullen doden. In de resterende achttien strofen werd omstandig verhaald hoe de graaf werd gevangen en gedood, en hoe daarop Ge­ rard aan zijn einde kwam. 44 Over dit lied bestaat een uitgebreide literatuur; G. Kalff, R.G Boer, A.C. Bouman en H.S. Lucas hebben erover geschreven. 45 Vooral de eerstgenoemde auteur heeft aangetoond dat het lied, dat pas aan het einde van de 16e eeuw opdook, al in de 14e eeuw gezongen moet zijn; een variante versie die in een 15e-eeuws handschrift is overge­ leverd, is waarschijnlijk een van dit volkslied afgeleide sproke, voorgedragen voor een adellijk publiek. Door Boer werd als eerste gewezen op volksliederen in Denemarken, waar het motief van de koningsmoord als wraak vanwege een verkrachting eveneens opduikt. Die constate­ ring ondergraaft natuurlijk de mogelijke historiciteit van het lied; vorstenmoord vanwege een verkrachting was blijkbaar een literaire topos. We moeten daarbij weer wel bedenken dat ook een topos conform de historische werkelijkheid kan zijn. Sterker nog, het feit dat een topos ontstaat wijst er al op dat het daarin beschrevene beantwoordde aan de reële werkelijkheid, zodat het voor de toehoorder of lezer geloofwaardig was. Bovendien moeten we in het oog houden dat een volkslied geen historische bron is in de gewone zin van het woord; het is dan ook onnodig, zoals Lucas heeft gedaan, om alle details in het lied te vergelijken met de gege­ vens uit de bronnen. 46 Het lied geeft waarschijnlijk weer wat in de 14e eeuw in de volksver­ beelding leefde omtrent de moord op Floris V, en niet de historische feiten. Zulks laat onver­ let dat de kern van het lied, het verhaal van de verkrachting, op waarheid kan berusten. We moeten dus terug naar de contemporaine historische bronnen. De oogst is mager: in de I4e-eeuwse Hollandse kronieken van Melis Stoke (circa 1305), Willem Procurator (1322) en Jan Beke (circa 1350) wordt geen melding gemaakt van de verkrachting. In dit verband is verkrachting wilde Jan ontlasten door alle schuld aan de moord bij Velsen te leggen. Deze hele hypothese over de relatie tussen Stoke en Polanen moet naar het rijk der fabelen worden verwezen; zie mijn aangekondigde studie over de Rijmkroniek. 44 Een editie van dit lied in Verkaik, De moord op Floris V, 63-65 (en aldaar, 39-40, een deel van de variante 15e-eeuwse versie). Het lied is op cd tol klinken gebracht door Camerata Trajectina, Paexkeu van Minnen, middeleeuwse muziek uil de Nederlanden (1992). 45 G. Kalff, Het lied in de middeleeuwen (Leiden 1883, ongew. herdr. Arnhem 1966) 116-123; R.G. Boer, 'Het lied van Geraert van Velsen', De Gids 63 (1899) 273-308; A.C. Bouman, 'Het lied van Geraert van Velsen', rijdschrift voorgeschiedenis 49 (1934) 424-435; H.S. Lucas, 'The problem of the poems concerning the murder of count Floris V of Holland', S/ieculum. a joumalof mediaeval studies 32 (1957) 283-298. 46 Er is trouwens veel in het lied dat conform de werkelijkheid is, of een vervormde weergave biedt van de werkelijkheid: Gerard van Velsen als moordenaar van de graaf, de gevangenneming bij Utrecht tijdens de valkenjacht, de rol van de kastelen van Muiden en Kronenburg. Zie Bouman, 'Lied van Geraert van Velsen', 29-32. 1."»

Eer en schande van Floris V<br />

trale these dat de moord verklaard moet worden uit de politieke omstandigheden, en wel uit<br />

Floris' relatie met de Engelse koning.<br />

In het debat zien we steeds dezelfde argumenten pro en contra terugkeren. De beperkt­<br />

heid van de discussie komt voort uit de omstandigheid dat de contemporaine bronnen over<br />

de verkrachting zwijgen, of die slechts als gerucht vermelden. We zagen dat pas in de loop van<br />

de 15e eeuw dit verhaal doordrong in de <strong>Holland</strong>se geschiedschrijving. Algemeen is men het<br />

er over eens dat het motief daarin terechtkwam via een volkslied, dat lang na de tijd van Flo­<br />

ris in twee versies is opgetekend. In het lied wordt in dertig strofen beeldend beschreven hoe<br />

graaf Floris Gerard wilde laten trouwen met zijn maitresse, maar de laatste bedankte feestelijk<br />

voor de eer ('U ouwe versleten schoenen en wil ick niet'). Floris dreigde daarop dat hij ervoor<br />

zou zorgen dat Gerard hoe dan ook zijn afdankertjes zou dragen. Kort daarop trouwde Velsen<br />

met de dochter van Herman van Woerden. Graaf Floris gelastte Gerard schriftelijk om naar<br />

Henegouwen te reizen, en in zijn afwezigheid misbruikte hij zijn vrouw. Toen Velsen bij thuis­<br />

komst hoorde van het gebeurde, zwoer hij de graaf te zullen doden. In de resterende achttien<br />

strofen werd omstandig verhaald hoe de graaf werd gevangen en gedood, en hoe daarop Ge­<br />

rard aan zijn einde kwam. 44<br />

Over dit lied bestaat een uitgebreide literatuur; G. Kalff, R.G<br />

Boer, A.C. Bouman en H.S. Lucas hebben erover geschreven. 45<br />

Vooral de eerstgenoemde<br />

auteur heeft aangetoond dat het lied, dat pas aan het einde van de 16e eeuw opdook, al in de<br />

14e eeuw gezongen moet zijn; een variante versie die in een 15e-eeuws handschrift is overge­<br />

leverd, is waarschijnlijk een van dit volkslied afgeleide sproke, voorgedragen voor een adellijk<br />

publiek. Door Boer werd als eerste gewezen op volksliederen in Denemarken, waar het motief<br />

van de koningsmoord als wraak vanwege een verkrachting eveneens opduikt. Die constate­<br />

ring ondergraaft natuurlijk de mogelijke historiciteit van het lied; vorstenmoord vanwege een<br />

verkrachting was blijkbaar een literaire topos. We moeten daarbij weer wel bedenken dat ook<br />

een topos conform de historische werkelijkheid kan zijn. Sterker nog, het feit dat een topos<br />

ontstaat wijst er al op dat het daarin beschrevene beantwoordde aan de reële werkelijkheid,<br />

zodat het voor de toehoorder of lezer geloofwaardig was. Bovendien moeten we in het oog<br />

houden dat een volkslied geen historische bron is in de gewone zin van het woord; het is dan<br />

ook onnodig, zoals Lucas heeft gedaan, om alle details in het lied te vergelijken met de gege­<br />

vens uit de bronnen. 46<br />

Het lied geeft waarschijnlijk weer wat in de 14e eeuw in de volksver­<br />

beelding leefde omtrent de moord op Floris V, en niet de historische feiten. Zulks laat onver­<br />

let dat de kern van het lied, het verhaal van de verkrachting, op waarheid kan berusten.<br />

We moeten dus terug naar de contemporaine historische bronnen. De oogst is mager: in<br />

de I4e-eeuwse <strong>Holland</strong>se kronieken van Melis Stoke (circa 1305), Willem Procurator (1322)<br />

en Jan Beke (circa 1350) wordt geen melding gemaakt van de verkrachting. In dit verband is<br />

verkrachting wilde Jan ontlasten door alle schuld aan de moord bij Velsen te leggen. Deze hele hypothese over de<br />

relatie tussen Stoke en Polanen moet naar het rijk der fabelen worden verwezen; zie mijn aangekondigde studie<br />

over de Rijmkroniek.<br />

44 Een editie van dit lied in Verkaik, De moord op Floris V, 63-65 (en aldaar, 39-40, een deel van de variante 15e-eeuwse<br />

versie). Het lied is op cd tol klinken gebracht door Camerata Trajectina, Paexkeu van Minnen, middeleeuwse muziek uil<br />

de Nederlanden (1992).<br />

45 G. Kalff, Het lied in de middeleeuwen (Leiden 1883, ongew. herdr. Arnhem 1966) 116-123; R.G. Boer, 'Het lied van Geraert<br />

van Velsen', De Gids 63 (1899) 273-308; A.C. Bouman, 'Het lied van Geraert van Velsen', rijdschrift voorgeschiedenis<br />

49 (1934) 424-435; H.S. Lucas, 'The problem of the poems concerning the murder of count Floris V of <strong>Holland</strong>',<br />

S/ieculum. a joumalof mediaeval studies 32 (1957) 283-298.<br />

46 Er is trouwens veel in het lied dat conform de werkelijkheid is, of een vervormde weergave biedt van de werkelijkheid:<br />

Gerard van Velsen als moordenaar van de graaf, de gevangenneming bij Utrecht tijdens de valkenjacht, de rol<br />

van de kastelen van Muiden en Kronenburg. Zie Bouman, 'Lied van Geraert van Velsen', 29-32.<br />

1."»

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!