Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift

Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift Uitgeverij Verloren - Holland Historisch Tijdschrift

tijdschriftholland.nl
from tijdschriftholland.nl More from this publisher
26.09.2013 Views

J.W.J. Burgers lijk in te zien hoe hij vlak na de slag in vijandelijk gebied een opgraving had kunnen ensce­ neren. 24 Ook elders, van Egmond tot Colmar en Goslar, meende men blijkbaar zonder meer dat zulks het geval was. We blijven evenwel zitten met de tweede vraag: waren de in 1282 ge­ borgen resten inderdaad die van Willem II, of hebben de Friezen de Hollandse graaf voor de gek gehouden? Bezien we de argumenten die Bruch deden twijfelen aan de echtheid van het lijk en die Kuiper brachten tot de overtuiging van de onechtheid ervan. Bruch vond een vermelding in de uit het midden van de 15e eeuw daterende Coronike van Vrieslant, dat in Friesland het verhaal ging dat aan de graaf niet het gebeente van de Rooms- Koning was geleverd, maar dat van een dode monnik. Nu heeft deze ene op zichzelf staande mededeling in een twee eeuwen na dato geschreven werk nauwelijks enige bewijskracht, te­ meer daar de laat-middeleeuwse Friese geschiedschrijving terecht berucht is om haar gefabu- leer en fel-nationalistische inslag. 23 In dat kader kan de anonieme auteur van de Coronike de betreffende bewering heel goed uit zijn duim hebben gezogen; het feit dat andere Friese ge­ schiedschrijvers van niets weten verhoogt het vertrouwen in deze mededeling allerminst. 26 Over naar Kuiper, die meer argumenten aandraagt om aan te tonen dat het in Hoogwoud opgegraven lichaam in werkelijkheid niet Willem was maar een willekeurige Fries. Ten eerste zegt hij dat Willems lijk niet gevonden kon worden, omdat het na zesentwintig jaar in de bo­ dem allang vergaan was. Dit is natuurlijk geen serieus argument, want het wordt onmiddellijk gelogenstraft door de menselijke skeletten die archeologen met grote regelmaat opgraven, en die honderden tot duizenden jaren oud zijn. Voorts stelt Kuiper, zonder nadere toelich­ ting, dat de Friezen hun familieleden onder hun huis begroeven, ter afwering van de boze geesten. Nu is in het verleden veel lelijks over de Friezen beweerd, door hun vijanden de Hol­ landers en met name door de Egmondse monniken, maar nooit dat ze zich overgaven aan dergelijke heidense praktijken. En inderdaad, al sinds de Karolingische tijd, toen Willibrord en Bonifacius met de bekeringen begonnen, waren de Friezen gekerstend, en begroeven zij hun doden zoals het hoorde in gewijde grond, bij voorkeur in of bij de kerk. Dit blijkt on­ weerlegbaar uit de resultaten van archeologisch onderzoek; men hoeft maar enkele afleverin­ gen door te lopen van de Archeologische kroniek van Holland, die ieder jaar in dit tijdschrift wordt gepubliceerd, om te kunnen constateren dat ook in West-Friesland de doden in graf­ velden ter aarde werden besteld. Tekenend is bijvoorbeeld de recente vondst van het kerkhof van Vronen, het Westfriese dorp dat, in dit verband pikant genoeg, in 1297 door de Hollan­ ders werd verwoest bij de expeditie die volgde op de Friese opstand van 1296. 27 Ook elders 24 Minstens één geval van een in scène gezette vondst van een graf is bekend. Rond 1190 is het graf 'ontdekt' van de legendarische koning Arthur en diens echtgenote Guinevere. Die opgraving, door de kroniekschrijver Gerald van Wales tweemaal beschreven met levendige details, diende ongetwijfeld om een einde te maken aan de droom van de inwoners van Wales dat op zekere dag koning Arthur terug zou keren om hen aan te voeren in een opstand tegen de Engelse overheersing (Gerald of Wales, The Journey through Wales and the Description of Wales, vertaald door L. Thorpe (Harmondsworth etc. 1978) 280-288). 25 Zie het oordeel van J. Romein, Geschiedenis van de Noord-Nederlandsehe geschiedschrijving in de Middeleeuwen. Bijdrage lol de beschavingsgeschiedenis (Haarlem 1932) 139-160, met name 142, over het 'volkomen irreële' verleden dat in die werken wordt beschreven, waar de geschiedenis niet meer is dan een 'wensdroom'. Over de Coronike van Vrieslant zie Bruch, Sujfplemeul hij de geseh/edeu/s van de Noonl-Seilerlandsehe geschiedschrijving in de Midileleeuwen van dr. jan Romein (Haarlem 1956) 60-61. 26 Voorts meende Bruch dat in de Rijmkroniek liet verslag over de vondst van het lijk van Willem door de auteur Melis Stoke achteraf was aangepast ten einde een mooi kloppend verhaal te verkrijgen, hetgeen in Bruchs ogen de betrouwbaarheid ervan niet vergrootte. Het gaat te ver hier nader op die kwestie in te gaan, maar Bruch heeft hier niet goed gelezen; men zie mijn binnenkort te verschijnen studie over Melis Stoke en de Rijmkroniek. 27 'Archeologische kroniek over 1991', Holland 24 (1992) 336-338: een te Sint-Pancras gevonden grafveld, waar circa 8

Eer en schande van Floris V was steeds sprake van bijzettingen in of vlak bij de kerk, terwijl daarentegen onder de vele hui­ zen en woonplaatsen die werden blootgelegd nooit menselijke resten werden aangetroffen. 28 Er is kortom geen sprake van dat de Westfriezen hun doden onder hun huizen begroeven; bo­ vendien zou juist een monnik, die volgens de Coronike van Vrieslant aan Floris V was meegege­ ven, zeker in gewijde grond begraven zijn geweest. Het is dus wel zeker dat het lichaam dat graaf Floris onder de Hoogwoudse woning aantrof, daar inderdaad heimelijk was verstopt. Daarop wijst ook de mededeling van Stoke dat de beenderen zeer diep waren begraven; zij lagen op een diepte van twee manslengten. 29 Nu ver­ bergt men een lijk niet zonder reden. Het heeft er alle schijn van dat in 1256 de Friezen, ge­ schrokken door hun doodslag van de Rooms-Koning en beducht op wraak, het lichaam van Willem heimelijk onder de haardplaats van een dichtbij het slagveld gelegen woning hebben begraven, welke plaats zesentwintig jaar later onder dwang werd onthuld. Hiermee wilden zij waarschijnlijk proberen om wraakneming vanwege de dood van Willem II te voorkomen. In de toenmalige rechtsgang diende bij een geval van doodslag het slachtoffer in het proces te worden getoond, als bewijs dat het misdrijf inderdaad had plaatsgevonden. 30 De Friezen zul­ len hebben geredeneerd dat het ontbreken van het lijk actie tegen hen van hogerhand, bij­ voorbeeld een ban door de paus of een strafexpeditie door de nieuwe Rooms-Koning, zou be­ moeilijken. Ook Willem Procurator verklaart het feit dat de Friezen het lichaam van Willem verborgen en elkaar geheimhouding bezwoeren, uit hun angst om voor eeuwig te worden be­ schuldigd van de misdaad van majesteitsschennis. 31 Dat men de moeite heeft genomen om het lichaam in een woning te begraven, is gemakkelijk te begrijpen: door de strenge vorst was de Westfriese bodem hard bevroren en was het delven van een graf ter plaatse op het slagveld onmogelijk. Eerder citeerden we al twee bronnen die melding maken van het feit dat de Rooms-Koning onder een huis was begraven. Bovendien hebben we nog een bron die datzelfde feit vermeldt, welke bron, en dat weegt in dit verband zwaar, kort na 1256 is geschreven, lang voordat graaf Floris met een lijk uit Friesland terugkwam. In de kroniek van het Groningse klooster Bloem- honderd lichamen werden aangetroffen, in graven die aan de hand van keramiekfragmenten waren te dateren van de Karolingische periode tot in de 13e eeuw. 28 Geraadpleegd werd de 'Archeologische kroniek' over de jaren 1986-1995, Holland 19-28 (1987-1996). Voorbeelden van middeleeuwse Westfriese bijzettingen in grafvelden, veelal in of rond de kerk: Holland 19(1987) 309, idem 20 (1988) 306-307 en idem 24 (1992) 345: 43 graven uit de 12e-13e eeuw in rle kerk van Oosterland, Wieringen; idem 26 (1994) 403-404: begraafplaats onder de 12c-eeuwse kerk van Medemblik; «ten 22 (1990) 325-329: middeleeuws grafveld bij de 1 le-eeuwse kapel van Uitgeest; in de buurt zijn ook Merovingischc en Karolingische huizen opgegraven, deels zelfs daterend van vóór de kerstening van het gebied, en daaronder is geen spoor van begravingen aangetroffen. Andere voorbeelden van opgegraven Westfriese woningen, steeds zonder graf eronder: idem 19 (1987) 304: Broek in Waterland, vanaf 13e eeuw; ibidem, 307: boerderij in De Rijp uit de ontginningsperiode; idem 20 (1988) 304: bewoningssporen in Blokker bij Hoorn, inclusief haardplaatsen; ibidem, 308: woonterp uit de 12e eeuw bij Assendelft: idem 23 (1990) 320: 13e-eeuws huis in Hoorn, inclusief haardvloer; ibidem, 322-323: huisplaatsen in Medemblik uil de 8e-9e eeuw en de fase daarna, inclusief haardplaatsen; idem 25 (1993) 317-320: Merovingische en Karolingische huizen te Limmen; idem 28 (1996) 300: Laatmerovingische en Karolingische gebouwen te Castricum; ibidem, 310-311: een 14e-eeuws huis te Alkmaar, inclusief stookplaats. Geïsoleerde begravingen komen in West-Friesland zeer zelden voor, en kunnen niet goed worden verklaard; genoemd wordt een geval bij Limmen (idem 25 (1993) 315). 29 Rijmkroniek IV 451. 30 R. Fruin, 'Over het bewaren van het lijk voor het proces bij de Friezen', in: R. Fniin, Vers/ireide geschriften VlU ('s-Gravenhage 1903) 146-147; dezelfde, 'Over den aanbreng van doodslag bij de vierschaar in Kennemerland en in hel Noorderkwartier van Holland', in: R. Fruin, Verspreide geschriften VI ('s-Gravenhage 1902) 367-384, in hel bijzonder 382. 31 Procurator, Chronicon, 37-38. 9

Eer en schande van Floris V<br />

was steeds sprake van bijzettingen in of vlak bij de kerk, terwijl daarentegen onder de vele hui­<br />

zen en woonplaatsen die werden blootgelegd nooit menselijke resten werden aangetroffen. 28<br />

Er is kortom geen sprake van dat de Westfriezen hun doden onder hun huizen begroeven; bo­<br />

vendien zou juist een monnik, die volgens de Coronike van Vrieslant aan Floris V was meegege­<br />

ven, zeker in gewijde grond begraven zijn geweest.<br />

Het is dus wel zeker dat het lichaam dat graaf Floris onder de Hoogwoudse woning aantrof,<br />

daar inderdaad heimelijk was verstopt. Daarop wijst ook de mededeling van Stoke dat de<br />

beenderen zeer diep waren begraven; zij lagen op een diepte van twee manslengten. 29<br />

Nu ver­<br />

bergt men een lijk niet zonder reden. Het heeft er alle schijn van dat in 1256 de Friezen, ge­<br />

schrokken door hun doodslag van de Rooms-Koning en beducht op wraak, het lichaam van<br />

Willem heimelijk onder de haardplaats van een dichtbij het slagveld gelegen woning hebben<br />

begraven, welke plaats zesentwintig jaar later onder dwang werd onthuld. Hiermee wilden zij<br />

waarschijnlijk proberen om wraakneming vanwege de dood van Willem II te voorkomen. In<br />

de toenmalige rechtsgang diende bij een geval van doodslag het slachtoffer in het proces te<br />

worden getoond, als bewijs dat het misdrijf inderdaad had plaatsgevonden. 30<br />

De Friezen zul­<br />

len hebben geredeneerd dat het ontbreken van het lijk actie tegen hen van hogerhand, bij­<br />

voorbeeld een ban door de paus of een strafexpeditie door de nieuwe Rooms-Koning, zou be­<br />

moeilijken. Ook Willem Procurator verklaart het feit dat de Friezen het lichaam van Willem<br />

verborgen en elkaar geheimhouding bezwoeren, uit hun angst om voor eeuwig te worden be­<br />

schuldigd van de misdaad van majesteitsschennis. 31<br />

Dat men de moeite heeft genomen om<br />

het lichaam in een woning te begraven, is gemakkelijk te begrijpen: door de strenge vorst was<br />

de Westfriese bodem hard bevroren en was het delven van een graf ter plaatse op het slagveld<br />

onmogelijk.<br />

Eerder citeerden we al twee bronnen die melding maken van het feit dat de Rooms-Koning<br />

onder een huis was begraven. Bovendien hebben we nog een bron die datzelfde feit vermeldt,<br />

welke bron, en dat weegt in dit verband zwaar, kort na 1256 is geschreven, lang voordat graaf<br />

Floris met een lijk uit Friesland terugkwam. In de kroniek van het Groningse klooster Bloem-<br />

honderd lichamen werden aangetroffen, in graven die aan de hand van keramiekfragmenten waren te dateren van<br />

de Karolingische periode tot in de 13e eeuw.<br />

28 Geraadpleegd werd de 'Archeologische kroniek' over de jaren 1986-1995, <strong>Holland</strong> 19-28 (1987-1996). Voorbeelden<br />

van middeleeuwse Westfriese bijzettingen in grafvelden, veelal in of rond de kerk: <strong>Holland</strong> 19(1987) 309, idem 20<br />

(1988) 306-307 en idem 24 (1992) 345: 43 graven uit de 12e-13e eeuw in rle kerk van Oosterland, Wieringen; idem 26<br />

(1994) 403-404: begraafplaats onder de 12c-eeuwse kerk van Medemblik; «ten 22 (1990) 325-329: middeleeuws grafveld<br />

bij de 1 le-eeuwse kapel van Uitgeest; in de buurt zijn ook Merovingischc en Karolingische huizen opgegraven,<br />

deels zelfs daterend van vóór de kerstening van het gebied, en daaronder is geen spoor van begravingen aangetroffen.<br />

Andere voorbeelden van opgegraven Westfriese woningen, steeds zonder graf eronder: idem 19 (1987) 304:<br />

Broek in Waterland, vanaf 13e eeuw; ibidem, 307: boerderij in De Rijp uit de ontginningsperiode; idem 20 (1988) 304:<br />

bewoningssporen in Blokker bij Hoorn, inclusief haardplaatsen; ibidem, 308: woonterp uit de 12e eeuw bij Assendelft:<br />

idem 23 (1990) 320: 13e-eeuws huis in Hoorn, inclusief haardvloer; ibidem, 322-323: huisplaatsen in Medemblik<br />

uil de 8e-9e eeuw en de fase daarna, inclusief haardplaatsen; idem 25 (1993) 317-320: Merovingische en Karolingische<br />

huizen te Limmen; idem 28 (1996) 300: Laatmerovingische en Karolingische gebouwen te Castricum; ibidem,<br />

310-311: een 14e-eeuws huis te Alkmaar, inclusief stookplaats. Geïsoleerde begravingen komen in West-Friesland<br />

zeer zelden voor, en kunnen niet goed worden verklaard; genoemd wordt een geval bij Limmen (idem 25 (1993)<br />

315).<br />

29 Rijmkroniek IV 451.<br />

30 R. Fruin, 'Over het bewaren van het lijk voor het proces bij de Friezen', in: R. Fniin, Vers/ireide geschriften VlU ('s-Gravenhage<br />

1903) 146-147; dezelfde, 'Over den aanbreng van doodslag bij de vierschaar in Kennemerland en in hel<br />

Noorderkwartier van <strong>Holland</strong>', in: R. Fruin, Verspreide geschriften VI ('s-Gravenhage 1902) 367-384, in hel bijzonder<br />

382.<br />

31 Procurator, Chronicon, 37-38.<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!