25.09.2013 Views

Musis juli/augustus 2009 nr.7 - Gemeente Schiedam

Musis juli/augustus 2009 nr.7 - Gemeente Schiedam

Musis juli/augustus 2009 nr.7 - Gemeente Schiedam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Dat zich op 11 mei 1940 op de Nieuwe Waterweg voor<br />

Vlaardingen een ramp voltrok, zal de meeste Vlaardingers<br />

pas later gewaar zijn geworden. Een marmeren gedenkplaat<br />

in de hal van het nieuwe gebouw van het Nederlands<br />

Loodswezen in Hoek van Holland herinnert hieraan. Het even<br />

gruwelijke als intrigerende incident vond plaats ter hoogte<br />

van de Superfosfaatfabriek en had alles te maken met de<br />

Duitse inval, een paar dagen eerder. Al ruim een jaar voordat<br />

de oorlog uitbrak, maakte de Nederlandse regering plannen<br />

voor het veiligstellen van ‘s Rijks goudvooraad. Hoewel deze<br />

voorbereidingen in de meidagen van 1940 nog niet klaar<br />

waren, werd na de Duitse inval wel snel actie ondernomen om<br />

de 229 miljoen gulden aan goud die zich in de Rotterdamse<br />

vestiging van De Nederlandsche Bank bevond naar Engeland<br />

over te brengen. Terwijl in Rotterdam heftig gevochten werd,<br />

zagen medewerkers van de Rotterdamse ‘bijbank’ en mariniers<br />

kans een groot deel van de goudbaren per vrachtauto naar het<br />

door de Koninklijke Marine gevorderde stoomloodsvaartuig19<br />

over te brengen. Dit schip, met zijn bemanning van het<br />

Loodswezen en met een Engelse officieren en manschappen<br />

aan boord, was op 10 mei vanuit Maassluis naar Rotterdam<br />

opgestoomd. Ondertussen wierpen Duitse vliegtuigen<br />

magnetische mijnen in de Waterweg, om het ontkomen van<br />

schepen te voorkomen. In de nacht van 10 op 11 mei werden<br />

937 goudbaren in kisten aan boord gebracht, nog geen 10 %<br />

21 musis<br />

Foto: Anita Mehlbaum (Nederlands Loodswezen)<br />

De ramp met Loodsboot 19<br />

van de voorraad van de bijbank, met een gewicht van ruim elf<br />

ton. Meteen hierna voer het schip richting Hoek van Holland,<br />

maar liep rond halfzes ’s ochtends op één van de kort tevoren<br />

uitgeworpen mijnen. Ter hoogte van de toenmalige Kruithaven<br />

brak als gevolg hiervan het vaartuig in tweeën en zonk<br />

onmiddellijk. Van de 22 opvarenden brachten het er slechts zes<br />

levend vanaf. Onder de doden bevonden zich de drie Engelse<br />

opvarenden (de overige militairen waren in Rotterdam van<br />

boord gegaan); de eerste Britse slachtoffers die in Nederland<br />

zouden sneuvelen. Het schip en het goud werden door het<br />

bergingsbedrijf Van der Tak onder toezicht van de bezetter<br />

voor een groot deel geborgen. Hoewel De Nederlandsche Bank<br />

probeerde het goud terug te krijgen, nam het Duitse ‘Prisenhof’<br />

de voorraad als oorlogsbuit in beslag. Na de oorlog werden bij<br />

baggerwerkzaamheden nog ruim 100 baren teruggevonden,<br />

maar tot op de dag van vandaag blijken nog tien baren niet<br />

terecht en zijn er vier tijdens de bergingen ontvreemd. De<br />

dodelijke slachtoffers werden voor een belangrijk deel in hun<br />

woonplaats Maassluis onder grote belangstelling begraven.<br />

Machinedrijver Dirk de Boer kreeg in Vlaardingen zijn laatste<br />

rustplaats, waar hij op het ereveld van begraafplaats Emaus<br />

ligt. Ook de drie gesneuvelde Engelsen, commander J.A.C. Hill<br />

en de ‘ordinary seamen’ T. Goshawk en F.G. Higgs, werden hier<br />

bijgezet.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!