Musis juli/augustus 2009 nr.7 - Gemeente Schiedam
Musis juli/augustus 2009 nr.7 - Gemeente Schiedam
Musis juli/augustus 2009 nr.7 - Gemeente Schiedam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De revitalisering van bedrijventerreinen is – hoewel<br />
aanzienlijk minder in het nieuws dan de problemen in de<br />
stadsvernieuwing en woningbouw – voor tal van gemeenten<br />
een heikele zaak. Terwijl Nederland er na de Tweede<br />
Wereldoorlog kabinet na kabinet van uitging dat de economie<br />
niet kapot kon en aan de stadsranden en langs autowegen<br />
bedrijvenpark na bedrijvenpark werd gesticht, was het met de<br />
kwaliteit van het daar gebouwde steeds treurig gesteld.<br />
De bedrijventerreinen rond Rotterdam, <strong>Schiedam</strong> en<br />
Vlaardingen zijn daarvan het tot droefheid stemmende<br />
resultaat. Dat het verkavelingsplan voor bedrijventerreinen<br />
weinig ruimte biedt voor een exuberant stratenpatroon is<br />
een onontkoombaar gegeven. Wie denkt aan een efficiënte<br />
infrastructuur en optimaal gebruik van de beschikbare ruimte,<br />
komt bijna vanzelfsprekend uit op een rechttoe-rechtaan<br />
stratenplan. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat ook de<br />
architectuur en aankleding van minder allooi moeten zijn.<br />
Toch is dit het geval. Neem bijvoorbeeld de ‘sGravelandsepolder<br />
en Nieuw Mathenesse in <strong>Schiedam</strong>, Vetteoord en<br />
de Vergulde Hand in Vlaardingen en rond Rotterdam onder<br />
andere de Spaansepolder, Zestienhoven en Waalhaven.<br />
Onherbergzaamheid en verwaarlozing zijn troef. Zuid Holland<br />
telt inmiddels vijfhonderd van die sleetse bedrijventerreinen<br />
met een gezamenlijke oppervlakte van 10.500 hectare. Zo<br />
groot is ook de stad Rotterdam.<br />
Vloermat voor investeerders<br />
Sinds kort hanteert <strong>Schiedam</strong> ook voor bestaande industriegebieden<br />
een beeldkwaliteitsplan. Dit verwoordt overigens<br />
een aantal ambities die in het verleden ook al werden gehoord<br />
en herhaald worden in de Stadsvisie 2030. Herstructurering<br />
en kwaliteitsverbetering zijn hierin kernbegrippen. In het<br />
verleden hadden die beleidsvoornemens echter een grotere<br />
betekenis als vloermat dan als uitgangspunt voor een<br />
dwingend kwaliteitsbeleid. Van de meeste in het verleden met<br />
zoveel aplomb gepresenteerde plannen die tot doel hadden<br />
de kwaliteit van de bedrijventerreinen op een hoger niveau te<br />
tillen, kwam in de praktijk maar bar weinig terecht. Legio zijn<br />
de goedkope bouwoplossingen die om tal van redenen werden<br />
toegestaan. Met als resultaat dat de gerealiseerde kwaliteit<br />
doorgaans aanzienlijk lager uitviel dan overheid lief was,<br />
maar wel moest accepteren onder het dreigement te zullen<br />
vertrekken naar een gewilliger stad. Legio zijn ook de gevallen<br />
waarin gemaakte afspraken domweg niet werden nagekomen<br />
maar controle en handhaving achterwege bleef.<br />
Gedeeltelijk valt dit te begrijpen. Te billijken is anders. Meer<br />
nog dan op het gebied van woningbouw en stadsvernieuwing,<br />
waarin overigens ook missers werden geaccepteerd als de<br />
foeilelijke nieuwbouwcomplexen aan de Lange- en Korte<br />
Haven en de Noordvest, mist de overheid de greep op het<br />
industriële bouwen. Sterker nog, in de invulling van bedrijfsterreinen<br />
bestaat een voortdurend conflict tussen de ambities<br />
van lokale overheden en bedrijven die zo goedkoop en groot<br />
willen bouwen als maar mogelijk is.<br />
Op nieuwe bedrijvenparken lukt het tegenwoordig vrij redelijk<br />
om een zekere kwaliteit te handhaven. Op oude bedrijfsterreinen<br />
is het heel moeilijk om greep te krijgen op de ontwikkelingen<br />
aldaar. Ook in <strong>Schiedam</strong> en Vlaardingen. Alle goede<br />
voornemens ten spijt.<br />
En juist in dat niemandsland tussen wensen en kansen ziet<br />
Bert Toorman Architecten de ruimte om zichzelf te profileren.<br />
Enerzijds door die kwaliteit te realiseren die de lokale overheid<br />
zo gaarne ziet, anderzijds door aan bedrijven binnen dat<br />
kader betaalbare oplossingen te bieden. Toorman kwalificeert<br />
zichzelf onder andere als architect met grote aandacht voor<br />
constructieve vraagstukken. Voor het eerst vestigde hij de<br />
landelijke aandacht op deze hoedanigheid met de bouw van<br />
de Mevlana-moskee in Rotterdam. Wie erlangs rijdt ziet een<br />
luchtige op Ottomaanse bouwtradities gebaseerde moskee<br />
met de typische slanke minaretten en overeenkomstige kleurstellingen.<br />
Het gebedshuis verschilt in toegepaste technieken<br />
echter hemelsbreed van overeenkomstige gebouwen in het<br />
Europese deel van Turkije. Het geheel is opgebouwd uit<br />
geprefabriceerd betonnen elementen naar ontwerp van Bert<br />
Toorman persoonlijk. Ook de constructie van de koepel uit<br />
losse betonnen schalen die in het momentum één geheel<br />
vormden is door hemzelf bedacht.<br />
Parkeren binnen<br />
Een moskee is er nooit meer uit zijn handen gekomen, hoewel<br />
hij dat indertijd graag had gewild. Wat wel gebeurde is dat<br />
hij daarmee de basis legde voor een constructief denken,<br />
dat hem in staat stelt nieuwe gebouwen te ontwerpen met<br />
gebruikmaking van de bestaande constructie. Hoever dat<br />
kan gaan bewees hij recent met de (ver-, her-)bouw van<br />
een opgegeven bedrijfspand aan de ‘sGravelandseweg<br />
en de Conradstraat. De herberekening van de bestaande<br />
constructie maakte het voorstelbaar dat met gebruikmaking van<br />
fundering en skelet een volledig ander gebouw kon worden<br />
gerealiseerd. Uiteindelijk bleek het zelfs mogelijk om een<br />
nieuwbouw te realiseren die in alle opzichten tegemoet komt<br />
aan alle huidige eisen van ruimtelijk gebruik, architectuur,<br />
Garage, administratieve<br />
ruimten en werkplaatsen<br />
aan de ’s Gravelandseweg,<br />
hoek Conradstraat.<br />
Op de eerste verdieping is het<br />
parkeerdak ondergebracht.<br />
musis 18