De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

25.09.2013 Views

de casus inburgering en nationaliteitswetgeving: iconen van nationale identiteit Dit inburgeringsonderzoek is volgens art. 5 lid 1 Win 1998 gericht op vergroting van de sociale redzaamheid van de nieuwkomer en van diens mogelijkheden om zich verder te scholen of toe te treden tot de arbeidsmarkt. Daarmee lijkt voorna- melijk de sociaal-economische integratie van de inburgeringsplichtige voorop te staan. Dat ook de bevordering van de sociaal-culturele integratie een prominente plaats inneemt bij het inburgeringsprogramma hebben we in hoofdstuk 1 reeds gezien, maar zal ook nog eens aan de orde komen bij met name de bespreking van het onderdeel Maatschappij oriëntatie. Volgens art. 6 lid 1 Win 1998 bestaat het inburgeringsprogramma behalve uit de genoemde Maatschappij oriëntatie bovendien ook uit een onderdeel nT2 en een deelonderwerp Beroepen oriëntatie. in onderstaande wordt op de afzonderlijke onderdelen ingegaan. Het onderdeel Maatschappij Oriëntatie of Kennis van de Nederlandse Samenleving in het onderdeel Maatschappij oriëntatie, of Kennis van de nederlandse Samenleving zoals het sinds 1 januari 2007 is gaan heten, maken migranten kennis met normen, waarden, opvattingen en gedragsstandaarden die in nederland belangrijk worden gevonden. in feite staat hier de kwestie centraal wat kenmerkend is voor nederland en waaraan migranten zich zouden moeten aanpassen. in het debat aangaande inburgering is de aandacht voor dit aspect van het inburgeringsexamen steeds meer een prominente rol gaan vervullen om te benadrukken ‘wie wij zijn’ en de eigen identiteit te demarceren (zie ook de casus nationaliteitswetgeving, hoofdstuk 6). Daarmee is in zekere zin ook tegemoet gekomen aan de steeds vaker in de maatschappelijke discussie gehoorde roep om een duidelijke(re) nederlandse nationale identiteit te presenteren. Wat er onder andere in dit onderdeel Maatschappij oriëntatie aan de orde moet en kan komen, is neergelegd in de zogenaamde eindtermen. De termen geven de normen aan waaraan (toekomstige) inburgeringsplichtigen dienen te voldoen om te kunnen slagen voor het inburgeringsexamen. Deze eindtermen zijn onderverdeeld in een verplicht (‘need to know’) en een facultatief (‘nice to know’) gedeelte. Bij het opstellen van de eindtermen heeft men de doelen handelsgericht geformuleerd en heeft men besloten om van Maatschappij oriëntatie geen vormend vak te maken. Hoewel het leren over waarden en normen en versterking van nationale bindingen geruime tijd geen doelstellingen vormden van het inburgeringsbeleid en nog altijd geen deel uitmaken van het verplichte deel eindtermen, maar van de facultatieve doelen, maken deze aspecten wel deel uit van de cursussen en komen ze zowel aan 68

de inburgeringswetgeving in vogelvlucht de orde bij het onderdeel Maatschappij oriëntatie als taalbeheersing (Van Huis 2005: 75; Regioplan 2003). Als de voornaamste karakteristieken van ‘de’ neder- landse identiteit worden thema’s als grondwettelijke rechten en plichten, gezins- en sekseverhoudingen, opvoeding, burgerschapsplichten en nederlandse zeden en gebruiken gepresenteerd. Uit onderzoek van Van Huis en De Regt blijkt dat docenten het geven van informatie omtrent alledaagse zaken als het belangrijkste doel beschouwen (Van Huis en De Regt 2005: 389). Dit betekent echter geenszins dat normatieve aspecten van het leven in nederland niet de revue passeren. Uit een andere studie kan worden opgemaakt dat 87 procent van de docenten in de lessen aandacht besteedt aan waarden en normen zoals respect hebben voor elkaars mening, aan omgaan met elkaar, aan gewoonten en gebruiken en aan geschiedenis van de nederlandse cultuur. Deze onderwerpen worden ook behandeld in de alfabetiseringsgroepen en groepen voor laagopgeleiden. De scheiding van kerk en staat en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht zijn daarentegen onderwerpen die vooral worden onderwezen aan de hogere niveaugroepen (Regioplan 2003: 36-37). De respondenten van Van Huis en De Regt noemen soortgelijke thema’s. Een onderwerp dat in ieder geval in de meeste cursusboeken voorkomt en waaraan alle docenten zeggen aandacht te besteden zijn de grondrechten (Van Huis en De Regt 2005: 390). Sommige waarden en normen worden op een relativerende en onderhandelende manier gebracht, andere op een striktere wijze (Van Huis 2005: 74-75). over het algemeen vormen de normen die in de wet staan vastgelegd de ‘harde’ regels in de inburgeringscursussen. Daarbij zijn bepalingen over het verbod op discriminatie, de vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid de belangrijkste. Morele normen die niet in de wet staan, zoals allerlei omgangsvormen, zijn in tegenstelling tot wettelijke bepalingen moeilijker als ‘harde’ regels te brengen. in dat geval nuanceren en relativeren docenten en lesboeken ze, zo blijkt uit de studie van Van Huis (Van Huis 2005: 78). Vermeldenswaardig is ook nog een ander onderscheid dat in de praktijk vaak wordt gemaakt tussen hoog- en laagopgeleide cursisten. Zo is voor betrokkenheid bij de samenleving en actief burgerschap meer aandacht binnen het examenonderdeel Maatschappij oriëntatie naarmate de deelnemers hoger opgeleid zijn (Van Huis 2005: 71). Bij de lager opgeleiden is er meer aandacht voor omgangsvormen. Deze deelnemers wordt geleerd op tijd te komen, niet te veel geluid te maken in huis, hun leefomgeving schoon te houden en problemen op te lossen door te praten en geen geweld te gebruiken. Verder is er bij de hogeropgeleiden ook meer aandacht voor geschiedenis dan bij de lageropgeleiden, aangezien er bij hen meer vraag naar is, het leren bij hen minder tijd in beslag neemt en zij doorgaans een hoger abstractievermogen hebben (Van Huis 2005: 76; Regioplan 2003: 33). 69

de <strong>casus</strong> inburgering <strong>en</strong> nationaliteitswetgeving: icon<strong>en</strong> van nationale id<strong>en</strong>titeit<br />

Dit inburgeringsonderzoek is volg<strong>en</strong>s art. 5 lid 1 Win 1998 gericht op vergroting<br />

van de sociale redzaamheid van de nieuwkomer <strong>en</strong> van di<strong>en</strong>s mogelijkhed<strong>en</strong> om<br />

zich verder te schol<strong>en</strong> of toe te tred<strong>en</strong> tot de arbeidsmarkt. Daarmee lijkt voorna-<br />

melijk de sociaal-economische integratie van de inburgeringsplichtige voorop te<br />

staan. Dat ook de bevordering van de sociaal-culturele integratie e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te<br />

plaats inneemt bij het inburgeringsprogramma hebb<strong>en</strong> we in hoofdstuk 1 reeds<br />

gezi<strong>en</strong>, maar zal ook nog e<strong>en</strong>s aan de orde kom<strong>en</strong> bij met name de bespreking van<br />

het onderdeel Maatschappij oriëntatie.<br />

Volg<strong>en</strong>s art. 6 lid 1 Win 1998 bestaat het inburgeringsprogramma behalve uit de<br />

g<strong>en</strong>oemde Maatschappij oriëntatie bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook uit e<strong>en</strong> onderdeel nT2 <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

deelonderwerp Beroep<strong>en</strong> oriëntatie. in onderstaande wordt op de afzonderlijke<br />

onderdel<strong>en</strong> ingegaan.<br />

Het onderdeel Maatschappij Oriëntatie of K<strong>en</strong>nis van de Nederlandse<br />

Sam<strong>en</strong>leving<br />

in het onderdeel Maatschappij oriëntatie, of K<strong>en</strong>nis van de nederlandse Sam<strong>en</strong>leving<br />

zoals het sinds 1 januari 2007 is gaan het<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> migrant<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met<br />

norm<strong>en</strong>, waard<strong>en</strong>, opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedragsstandaard<strong>en</strong> die in nederland belangrijk<br />

word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. in feite staat hier de kwestie c<strong>en</strong>traal wat k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d is voor<br />

nederland <strong>en</strong> waaraan migrant<strong>en</strong> zich zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong>. in het debat<br />

aangaande inburgering is de aandacht voor dit aspect van het inburgeringsexam<strong>en</strong><br />

steeds meer e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te rol gaan vervull<strong>en</strong> om te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> ‘wie wij zijn’ <strong>en</strong><br />

de eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit te demarcer<strong>en</strong> (zie ook de <strong>casus</strong> nationaliteitswetgeving, hoofdstuk<br />

6). Daarmee is in zekere zin ook tegemoet gekom<strong>en</strong> aan de steeds vaker in de<br />

maatschappelijke discussie gehoorde roep om e<strong>en</strong> duidelijke(re) nederlandse nationale<br />

id<strong>en</strong>titeit te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.<br />

Wat er onder andere in dit onderdeel Maatschappij oriëntatie aan de orde moet<br />

<strong>en</strong> kan kom<strong>en</strong>, is neergelegd in de zog<strong>en</strong>aamde eindterm<strong>en</strong>. <strong>De</strong> term<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de<br />

norm<strong>en</strong> aan waaraan (toekomstige) inburgeringsplichtig<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> om te<br />

kunn<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> voor het inburgeringsexam<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze eindterm<strong>en</strong> zijn onderverdeeld<br />

in e<strong>en</strong> verplicht (‘need to know’) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> facultatief (‘nice to know’) gedeelte. Bij het<br />

opstell<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> de doel<strong>en</strong> handelsgericht geformuleerd <strong>en</strong><br />

heeft m<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> om van Maatschappij oriëntatie ge<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d vak te mak<strong>en</strong>.<br />

Hoewel het ler<strong>en</strong> over waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterking van nationale binding<strong>en</strong><br />

geruime tijd ge<strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> vormd<strong>en</strong> van het inburgeringsbeleid <strong>en</strong> nog altijd<br />

ge<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong> van het verplichte deel eindterm<strong>en</strong>, maar van de facultatieve<br />

doel<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> deze aspect<strong>en</strong> wel deel uit van de cursuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ze zowel aan<br />

68

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!