De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
de casus inburgering en nationaliteitswetgeving: iconen van nationale identiteit niet in de laatste plaats wordt de nodige nadruk gelegd op de positie van huwelijks- migranten en degenen die in het kader van de gezinshereniging naar nederland komen, hetgeen onder andere tot consequentie heeft dat het integratie- en het toelatingsbeleid meer en meer door elkaar heen zijn gaan lopen. Dit is in zoverre opmerkelijk dat het voorheen vaak nog gescheiden, welhaast onverenigbare, gebieden betrof waarbij het eerste soort beleid vanaf de jaren ’80 op insluiting was gericht, terwijl bij het laatste juist uitsluiting de hoofddoelstelling vormt (zie ook De Heer 2004: 186, 188; Entzinger 2004: 23, 27). of zoals de RMo het heeft verwoord: 46 “inburgering is een instrument van het integratiebeleid, niet van het toelatingsbeleid. Ze hoort daarom in het teken te staan van de ontwikkeling van kansen, talenten en vaardigheden, niet in het teken van beheersing en uitsluiting.” (RMo 2003: 7) Bij dit alles speelt de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken migrant een cruciale rol en lijkt inburgering voornamelijk een private aangelegenheid te zijn geworden, daar waar integratie in de jaren ’80 nog als een centrale doelstelling van het overheidsbeleid werd onderschreven (in soortgelijke zin: Fermin 1997: 143). De verantwoordelijkheid van de inburgering is daarmee grotendeels verschoven van de overheid naar de migrant (Fermin 2006: 23).
noTen historie en sfeerimpressie 1 Hierbij is tot 1996 hoofdzakelijk gebruik gemaakt van het overzicht zoals door Grielen wordt gegeven in haar doctoraalscriptie, Grielen 1997. Mede naar aanleiding hiervan is de primaire literatuur zelfstandig bestudeerd. Voor andere overzichten in deze studie geldt eveneens dat altijd onderzoek is gedaan aan de hand van de primaire literatuur, tenzij anders is aangegeven. 2 in overeenstemming met het WRR-rapport Waarden en normen en de last van het gedrag uit 2003 kan een ‘waarde’ in beginsel verwijzen naar praktisch alles wat mensen van belang en wenselijk achten. Een ‘norm’ geeft aan wat wel en niet mag en waartoe mensen verplicht zijn en begrenst derhalve wat personen wenselijk vinden (WRR 2003: 9). normen en waarden kunnen in meerdere of mindere mate gedeeld worden in een samenleving. Verschillende mensen en groepen denken verschillend over wat belangrijke normen en waarden zijn. Soms zijn normen en waarden zo vertrouwd dat ze niet opvallen, tot dat gedrag of denkbeelden worden vergeleken met die van anderen. normen en waarden kunnen gaan over abstracte zaken als democratie of gelijkheid en over concrete, praktische zaken zoals gebruiken bij begroetingen of kledingcodes. Er kan verder een onderscheid worden gemaakt in sociale of morele normen en wettelijke normen. Wettelijke normen kunnen gelijk zijn aan sociale normen, maar kunnen ook verschillen. normoverschrijdend gedrag kan uit een discrepantie van normen in de wet en sociale normen en waarden voortkomen. Mensen kunnen echter ook dezelfde waarden hebben, maar dit niet uiten in hetzelfde feitelijke gedrag (WRR 2003: 9-13). 47
- Page 1: Fouzia Driouichi W E T E N S C H A
- Page 4 and 5: De serie Webpublicaties omvat studi
- Page 6 and 7: cover design / Vormgeving: Studio D
- Page 8 and 9: de casus inburgering en nationalite
- Page 10 and 11: de casus inburgering en nationalite
- Page 12 and 13: de casus inburgering en nationalite
- Page 14 and 15: de casus inburgering en nationalite
- Page 16 and 17: de casus inburgering en nationalite
- Page 18 and 19: de casus inburgering en nationalite
- Page 20 and 21: de casus inburgering en nationalite
- Page 22 and 23: de casus inburgering en nationalite
- Page 24 and 25: de casus inburgering en nationalite
- Page 26 and 27: de casus inburgering en nationalite
- Page 28 and 29: de casus inburgering en nationalite
- Page 30 and 31: de casus inburgering en nationalite
- Page 32 and 33: de casus inburgering en nationalite
- Page 34 and 35: de casus inburgering en nationalite
- Page 36 and 37: de casus inburgering en nationalite
- Page 38 and 39: de casus inburgering en nationalite
- Page 40 and 41: de casus inburgering en nationalite
- Page 42 and 43: de casus inburgering en nationalite
- Page 44 and 45: de casus inburgering en nationalite
- Page 46 and 47: de casus inburgering en nationalite
- Page 50 and 51: de casus inburgering en nationalite
- Page 52 and 53: de casus inburgering en nationalite
- Page 54 and 55: de casus inburgering en nationalite
- Page 56 and 57: de casus inburgering en nationalite
- Page 58 and 59: de casus inburgering en nationalite
- Page 60 and 61: de casus inburgering en nationalite
- Page 62 and 63: de casus inburgering en nationalite
- Page 64 and 65: de casus inburgering en nationalite
- Page 66 and 67: de casus inburgering en nationalite
- Page 68 and 69: de casus inburgering en nationalite
- Page 70 and 71: de casus inburgering en nationalite
- Page 72 and 73: de casus inburgering en nationalite
- Page 74 and 75: de casus inburgering en nationalite
- Page 76 and 77: de casus inburgering en nationalite
- Page 78 and 79: de casus inburgering en nationalite
- Page 80 and 81: de casus inburgering en nationalite
- Page 82 and 83: de casus inburgering en nationalite
- Page 84 and 85: de casus inburgering en nationalite
- Page 86 and 87: de casus inburgering en nationalite
- Page 88 and 89: de casus inburgering en nationalite
- Page 90 and 91: de casus inburgering en nationalite
- Page 92 and 93: de casus inburgering en nationalite
- Page 94 and 95: de casus inburgering en nationalite
- Page 96 and 97: de casus inburgering en nationalite
de <strong>casus</strong> inburgering <strong>en</strong> nationaliteitswetgeving: icon<strong>en</strong> van nationale id<strong>en</strong>titeit<br />
niet in de laatste plaats wordt de nodige nadruk gelegd op de positie van huwelijks-<br />
migrant<strong>en</strong> <strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die in het kader van de gezinsher<strong>en</strong>iging naar nederland<br />
kom<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> onder andere tot consequ<strong>en</strong>tie heeft dat het integratie- <strong>en</strong> het<br />
toelatingsbeleid meer <strong>en</strong> meer door elkaar he<strong>en</strong> zijn gaan lop<strong>en</strong>. Dit is in zoverre<br />
opmerkelijk dat het voorhe<strong>en</strong> vaak nog gescheid<strong>en</strong>, welhaast onver<strong>en</strong>igbare,<br />
gebied<strong>en</strong> betrof waarbij het eerste soort beleid vanaf de jar<strong>en</strong> ’80 op insluiting was<br />
gericht, terwijl bij het laatste juist uitsluiting de hoofddoelstelling vormt (zie ook <strong>De</strong><br />
Heer 2004: 186, 188; Entzinger 2004: 23, 27). of zoals de RMo het heeft verwoord:<br />
46<br />
“inburgering is e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t van het integratiebeleid, niet van het toelatingsbeleid.<br />
Ze hoort daarom in het tek<strong>en</strong> te staan van de ontwikkeling van<br />
kans<strong>en</strong>, tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, niet in het tek<strong>en</strong> van beheersing <strong>en</strong> uitsluiting.”<br />
(RMo 2003: 7)<br />
Bij dit alles speelt de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van de betrokk<strong>en</strong> migrant e<strong>en</strong><br />
cruciale rol <strong>en</strong> lijkt inburgering voornamelijk e<strong>en</strong> private aangeleg<strong>en</strong>heid te zijn<br />
geword<strong>en</strong>, daar waar integratie in de jar<strong>en</strong> ’80 nog als e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale doelstelling van<br />
het overheidsbeleid werd onderschrev<strong>en</strong> (in soortgelijke zin: Fermin 1997: 143). <strong>De</strong><br />
verantwoordelijkheid van de inburgering is daarmee grot<strong>en</strong>deels verschov<strong>en</strong> van de<br />
overheid naar de migrant (Fermin 2006: 23).