De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

25.09.2013 Views

de casus inburgering en nationaliteitswetgeving: iconen van nationale identiteit kelde het cDA als oppositiepartij een partijprogramma waarin het thema ‘normen en waarden’ een prominente plaats innam. 2 normen en waarden werden de inzet van de verkiezingsstrijd in 2002, waarbij het cDA als grootste partij uit de bus kwam en met de LPF en de VVD een regering vormde. Dit zwaartepunt bij nor- men en waarden stelde het cDA, geïnspireerd door het gedachtegoed over ‘shared values’ van de Amerikaanse socioloog Etzioni, in de gelegenheid enig tegenwicht te bieden aan de LPF die cultuurverschillen tussen de oorspronkelijke nederlandse bevolking en nieuwkomers tot majeur discussiepunt had benoemd (Van Huis 2005: 24). in de regeerakkoorden van 2002 en 2003 werden normen en waarden expliciet genoemd in relatie tot integratie daar waar dit in 1998 nog niet het geval was. Volgens het regeerakkoord van 1998 werd ‘ruimte voor het beleven van de eigen identiteit’ namelijk nog door ‘grondwet en regelgeving’ begrensd en gegarandeerd. in de regeerakkoorden van 2002 en 2003 vormen daarentegen ‘fundamentele nederlandse normen en waarden’ de ruimte en de grenzen aan ‘verschillen’ (TK, vergaderjaar 2001-2002, 28 375, nr. 5: 13-14 resp. TK, vergaderjaar 2002-2003, 28 637, nr. 19: 11). Door de nadruk op normen en waarden, lijkt de overheid zich onder de kabinetten Balkenende ook in toenemende mate bezig te houden met de beïnvloeding en ondersteuning van de publieke moraal in de media. Het doen van uitspraken in de media over gebeurtenissen die in de samenleving plaatsvinden, vormt hier een belangrijke uiting van. Anders dan onder een groot deel van Paars het geval was – en waar, getuige bovenstaande, niet normen en waarden, maar regelgeving in beginsel de grens voor identiteitsbeleving vormde – is de moraliserende functie van de overheid daarmee toegenomen naast de reeds bestaande wetgevende, handhavende en uitvoerende taken. Deze accentsverschuiving lijkt ook tot meer aandacht voor sociaal-culturele integratie te leiden. niet enkel arbeid en taal zijn meer dominant binnen het vertoog, maar ook normen en waarden en burgerschap drukken een onmiskenbare stempel op het beleid. onder deze normen en waarden worden behalve de gelijkheid van man en vrouw, verwerping van huiselijk geweld en acceptatie van homoseksualiteit ook waarden als democratie en vrijheid van meningsuiting geschaard. Een deel van deze waarden zullen we ook nog tegengekomen bij de bespreking van de casus ‘nationaliteitswetgeving’. ook daar zijn kwesties als gendergelijkheid, het tegengaan van huiselijk geweld en respect voor de democratie en grondrechten de revue gepasseerd als zijnde typerend voor een nederlandse nationale identiteit. De discussie over de vrijheid van meningsuiting verhevigde na de moord op Van Gogh en kende nieuwe hoogtepunten tijdens de meer recente Deense cartoonkwestie. 42

historie en sfeerimpressie Behalve normen en waarden komt het belang dat aan een duidelijke nationale identiteit wordt gehecht ook tot uitdrukking in de belangstelling voor een canon van de nederlandse geschiedenis. De instelling van de commissie ontwikkeling nederlandse canon per 1 september 2005 door ex-minister Maria van der Hoeven vormt hier het meest tastbare resultaat van. Aan deze instelling zijn echter al vele parlementaire discussies voorafgegaan waarin deze ex-minister mede het belang heeft benadrukt van geschiedonderwijs in het kader van de inburgering (cf. TK, vergaderjaar 2002-2003, 28 600 Viii, nr. 126). De canon kan in dit verband als een cultureel kader of ijkpunt worden aangemerkt, die beoogt te expliciteren en te codificeren waaraan Nederlanders en migranten zich zoveel mogelijk dienen te houden. Daarnaast verschaft deze inzicht in wat nederlanders ook over de eigen cultuur zouden moeten weten. De canon bepaalt ten dele de inhoud van de nationale identiteit. Uit de literatuur blijkt onder meer dat aan de instelling van een canon de veronderstelling ten grondslag ligt dat een gemeenschappelijk referentiekader bevorderlijk zou zijn voor de integratie (Grever 2006: 160-177, Jonker 2006: 150-175, Wilschut 2005: 2-4, Ribbens 2004: 221-243, Grever en Ribbens 2004: 2-7). in het verlengde hiervan heeft de toenmalige minister Verdonk de eerdergenoemde commissie- Franssen, belast met onderzoek naar het inburgeringsbeleid en die in de navolgende hoofdstukken nog uitgebreid de revue zal passeren, destijds verzocht zich een oordeel te vormen over welke onderwerpen op het gebied van Maatschappij oriëntatie, geschiedenis en staatsinrichting zouden moeten worden getoetst bij het inburgeringsexamen in het land van herkomst en welke norm daarbij moet worden gehanteerd (commissie- Franssen 2004: 12). De commissie heeft in antwoord op dit verzoek gesteld dat zij het belangrijk vindt dat nieuwkomers zich een beeld vormen van de samenleving en cultuur in nederland. inburgeringsprogramma’s hebben tot doel deze nieuwkomers een handreiking te bieden voor een eerste stap in de richting van integratie in de nederlandse samenleving. Het (bestaande) onderdeel Maatschappij oriëntatie draagt daar in de visie van de commissie in belangrijke mate aan bij. De commissie vermeldt in het verlengde hiervan voorts dat zij kennis heeft genomen van de vele discussies over de ‘botsing van normen en waarden’ tussen autochtonen en allochtonen. Binnen dit relatief eenzijdige ‘debat’ vindt men doorgaans dat in het onderdeel Maatschappij oriëntatie bepaalde aspecten nadrukkelijk aan de orde gesteld moeten worden zoals waarden en normen, rechten maar ook vooral plichten. Zij merkt te dien aanzien op dat kennis nemen van bepaalde aspecten van de nederlandse samenleving, slechts een beperkte bijdrage zal kunnen leveren aan beter begrip. ‘Kennis nemen van’ impliceert immers iets geheel anders dan het ‘zich ernaar gedragen’ (commissie-Franssen 2004: 37, 40). in dit verband citeert de commissie de veelzeggende woorden van de Britse commissiecrick (onder leiding van Sir Bernhard crick) die zich onder meer heeft bezighouden 43

de <strong>casus</strong> inburgering <strong>en</strong> nationaliteitswetgeving: icon<strong>en</strong> van nationale id<strong>en</strong>titeit<br />

kelde het cDA als oppositiepartij e<strong>en</strong> partijprogramma waarin het thema ‘norm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> waard<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats innam. 2 norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de inzet<br />

van de verkiezingsstrijd in 2002, waarbij het cDA als grootste partij uit de bus<br />

kwam <strong>en</strong> met de LPF <strong>en</strong> de VVD e<strong>en</strong> regering vormde. Dit zwaartepunt bij nor-<br />

m<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> stelde het cDA, geïnspireerd door het gedachtegoed over ‘shared<br />

values’ van de Amerikaanse socioloog Etzioni, in de geleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong>ig teg<strong>en</strong>wicht te<br />

bied<strong>en</strong> aan de LPF die cultuurverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de oorspronkelijke nederlandse<br />

bevolking <strong>en</strong> nieuwkomers tot majeur discussiepunt had b<strong>en</strong>oemd (Van Huis 2005:<br />

24).<br />

in de regeerakkoord<strong>en</strong> van 2002 <strong>en</strong> 2003 werd<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> expliciet<br />

g<strong>en</strong>oemd in relatie tot integratie daar waar dit in 1998 nog niet het geval was.<br />

Volg<strong>en</strong>s het regeerakkoord van 1998 werd ‘ruimte voor het belev<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong><br />

id<strong>en</strong>titeit’ namelijk nog door ‘grondwet <strong>en</strong> regelgeving’ begr<strong>en</strong>sd <strong>en</strong> gegarandeerd.<br />

in de regeerakkoord<strong>en</strong> van 2002 <strong>en</strong> 2003 vorm<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> ‘fundam<strong>en</strong>tele<br />

nederlandse norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>’ de ruimte <strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan ‘verschill<strong>en</strong>’ (TK,<br />

vergaderjaar 2001-2002, 28 375, nr. 5: 13-14 resp. TK, vergaderjaar 2002-2003, 28<br />

637, nr. 19: 11).<br />

Door de nadruk op norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>, lijkt de overheid zich onder de kabinett<strong>en</strong><br />

Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de ook in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate bezig te houd<strong>en</strong> met de beïnvloeding <strong>en</strong><br />

ondersteuning van de publieke moraal in de media. Het do<strong>en</strong> van uitsprak<strong>en</strong> in<br />

de media over gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die in de sam<strong>en</strong>leving plaatsvind<strong>en</strong>, vormt hier e<strong>en</strong><br />

belangrijke uiting van. Anders dan onder e<strong>en</strong> groot deel van Paars het geval was<br />

– <strong>en</strong> waar, getuige bov<strong>en</strong>staande, niet norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>, maar regelgeving in<br />

beginsel de gr<strong>en</strong>s voor id<strong>en</strong>titeitsbeleving vormde – is de moraliser<strong>en</strong>de functie van<br />

de overheid daarmee toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naast de reeds bestaande wetgev<strong>en</strong>de, handhav<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze acc<strong>en</strong>tsverschuiving lijkt ook tot meer aandacht<br />

voor sociaal-culturele integratie te leid<strong>en</strong>. niet <strong>en</strong>kel arbeid <strong>en</strong> taal zijn meer dominant<br />

binn<strong>en</strong> het vertoog, maar ook norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> burgerschap drukk<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>bare stempel op het beleid. onder deze norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

behalve de gelijkheid van man <strong>en</strong> vrouw, verwerping van huiselijk geweld <strong>en</strong> acceptatie<br />

van homoseksualiteit ook waard<strong>en</strong> als democratie <strong>en</strong> vrijheid van m<strong>en</strong>ingsuiting<br />

geschaard. E<strong>en</strong> deel van deze waard<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we ook nog teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> bij<br />

de bespreking van de <strong>casus</strong> ‘nationaliteitswetgeving’. ook daar zijn kwesties als<br />

g<strong>en</strong>dergelijkheid, het teg<strong>en</strong>gaan van huiselijk geweld <strong>en</strong> respect voor de democratie<br />

<strong>en</strong> grondrecht<strong>en</strong> de revue gepasseerd als zijnde typer<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> nederlandse<br />

nationale id<strong>en</strong>titeit. <strong>De</strong> discussie over de vrijheid van m<strong>en</strong>ingsuiting verhevigde<br />

na de moord op Van Gogh <strong>en</strong> k<strong>en</strong>de nieuwe hoogtepunt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de meer rec<strong>en</strong>te<br />

<strong>De</strong><strong>en</strong>se cartoonkwestie.<br />

42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!