De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de <strong>casus</strong> inburgering <strong>en</strong> nationaliteitswetgeving: icon<strong>en</strong> van nationale id<strong>en</strong>titeit<br />
in deze periode, <strong>en</strong> meer in het bijzonder het jaar 2001, versche<strong>en</strong> ook het derde<br />
integratierapport van de WRR met de veelzegg<strong>en</strong>de titel Nederland als immigratie-<br />
sam<strong>en</strong>leving (WRR 2001). Richtinggev<strong>en</strong>de gedachte binn<strong>en</strong> dit rapport is dat de<br />
regering slechts e<strong>en</strong> beperkte verantwoordelijkheid heeft waar het integratie betreft<br />
<strong>en</strong> vooral faciliter<strong>en</strong>d <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>d zou moet<strong>en</strong> zijn (WRR 2001: 239). nieuwkomers<br />
<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> ontmoet<strong>en</strong> de nederlandse sam<strong>en</strong>leving immers vooral op<br />
dec<strong>en</strong>traal niveau (WRR 2001: 11, 13). in het verl<strong>en</strong>gde hiervan pleit de Raad dan<br />
ook voor e<strong>en</strong> meer procedurele <strong>en</strong> formele b<strong>en</strong>adering op het gebied van integratie<br />
in plaats van e<strong>en</strong> materieel perspectief waarin waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> inhoud zoud<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> multiculturele sam<strong>en</strong>leving is binn<strong>en</strong> deze visie ge<strong>en</strong> normatief concept,<br />
maar e<strong>en</strong> objectief, empirisch feit (WRR 2001: 22). <strong>De</strong> erk<strong>en</strong>ning van dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong><br />
impliceert overig<strong>en</strong>s niet dat multiculturaliteit onbegr<strong>en</strong>sd zou zijn. integ<strong>en</strong>deel,<br />
deze vindt zijn begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong> in de fundam<strong>en</strong>tele beginsel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> democratische<br />
rechtsstaat (WRR 2001: 178). Dit rechtsstatelijke aspect is wat ook wel als e<strong>en</strong> zeker<br />
‘minimum aan geme<strong>en</strong>schappelijkheid’ <strong>en</strong> daarmee als ess<strong>en</strong>tiële bind<strong>en</strong>de factor<br />
tuss<strong>en</strong> de diverse bevolkingsgroep<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
<strong>De</strong> Raad vestigt er voorts de aandacht op dat gezinsvorming ge<strong>en</strong> majeure kwestie<br />
vormt binn<strong>en</strong> de dan geld<strong>en</strong>de vreemdeling<strong>en</strong>wetgeving, met name waar het de<br />
tweede g<strong>en</strong>eratie betreft die besluit te trouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner uit het land van<br />
herkomst. <strong>De</strong>ze ontwikkeling is in de visie van de Raad niet geheel zonder gevaar<br />
nu deze tot taal- <strong>en</strong> onderwijsachterstand<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> die van g<strong>en</strong>eratie tot<br />
g<strong>en</strong>eratie zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgedrag<strong>en</strong> (WRR 2001: 20, 148). <strong>De</strong>ze constatering<br />
inzake huwelijksmigrant<strong>en</strong> van de WRR zou later in parlem<strong>en</strong>taire discussies<br />
nog vaak gebruikt word<strong>en</strong> om de toestroom van huwelijkspartners uit met name<br />
Turkije <strong>en</strong> Marokko (althans niet-Westerse sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong>) te prober<strong>en</strong> e<strong>en</strong> halt<br />
toe te roep<strong>en</strong>. niet in de laatste plaats adviseert de Raad om, geheel in de lijn met<br />
eerdere rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> eerder beleid, prioriteit te gev<strong>en</strong> aan onderwijs, taal <strong>en</strong> arbeid<br />
(WRR 2001: 10-11, 150-155).<br />
<strong>De</strong> reactie van regeringszijde op bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd rapport kwam in 2002 in de<br />
vorm van de nota Integratie in het perspectief van immigratie (TK, vergaderjaar<br />
2001-2002, 28 198, nr. 2). in deze nota geeft het kabinet aan dat zij het standpunt<br />
van de Raad deelt dat onderwijs, taal <strong>en</strong> arbeid van ess<strong>en</strong>tieel belang zijn, mede<br />
gezi<strong>en</strong> de voortgaande binn<strong>en</strong>komst van nieuwe immigrant<strong>en</strong>. Hier wordt ev<strong>en</strong>wel<br />
aan toegevoegd dat het integratiebeleid meerdere dim<strong>en</strong>sies omvat die onderling<br />
sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. naast positieverwerving <strong>en</strong> bestrijding van maatschappelijke achterstand,<br />
die in de eerste plaats sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met vraagstukk<strong>en</strong> van maatschappelijke<br />
toerusting, di<strong>en</strong>t er ook aandacht te zijn voor process<strong>en</strong> van id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong><br />
interactie (TK, vergaderjaar 2001-2002, 28 198, nr. 2: 48). ‘integratie’ wordt in<br />
het verl<strong>en</strong>gde hiervan formeel dan ook niet gedefinieerd als e<strong>en</strong> ontwikkeling van<br />
32