De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de <strong>casus</strong> inburgering <strong>en</strong> nationaliteitswetgeving: icon<strong>en</strong> van nationale id<strong>en</strong>titeit<br />
nr. 1 e.v.). Hiertoe wordt voorgesteld aan art. 14 RWn e<strong>en</strong> lid toe te voeg<strong>en</strong> dat als<br />
volgt zou moet<strong>en</strong> luid<strong>en</strong>:<br />
160<br />
“onze Minister kan de verkrijging of verl<strong>en</strong>ing van het nederlanderschap<br />
intrekk<strong>en</strong> van de persoon die onherroepelijk is veroordeeld voor e<strong>en</strong> misdrijf<br />
waarbij ernstige schade is toegebracht aan de ess<strong>en</strong>tiële belang<strong>en</strong> van het<br />
Koninkrijk of e<strong>en</strong> of meer land<strong>en</strong> van het Koninkrijk. Bij algem<strong>en</strong>e maatregel<br />
van rijksbestuur word<strong>en</strong> de strafbare feit<strong>en</strong> bepaald die tot e<strong>en</strong> intrekking als<br />
hier bedoeld aanleiding kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.”<br />
in het vorige hoofdstuk is aangegev<strong>en</strong> dat deze verliesgrond slechts kan bestaan bij<br />
de gratie van het bestaan van meervoudige nationaliteit<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong> juist probeert<br />
te bestrijd<strong>en</strong>. Apatridie is op grond van onder meer het Europees nationaliteitsverdrag<br />
immers niet toelaatbaar. in de literatuur word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong><br />
geuit teg<strong>en</strong> dit voorstel (<strong>De</strong> Groot 2005a; <strong>De</strong> Groot 2005b; Jessurun d’oliveira<br />
2005; Jessurun d’oliveira 2006). Zo vraagt Jessurun d’oliveira zich af of terroristische<br />
nederlanders niet ook nederlanders zijn (Jessurun d’oliveira 2006: 142-143).<br />
Vaak zal het gaan om person<strong>en</strong> met twee nationaliteit<strong>en</strong> met de nederlandse nationaliteit<br />
als de meest effectieve waarvan zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht<br />
het meeste gebruik wordt gemaakt. M<strong>en</strong> kan de vraag opwerp<strong>en</strong> of de ontneming<br />
van de effectieve nationaliteit niet e<strong>en</strong> daad betreft die tot e<strong>en</strong> soort apatridie leidt.<br />
Verder is ook hier de rechtszekerheid in het geding, terwijl deze juist bij de grond<strong>en</strong><br />
die verlies tot consequ<strong>en</strong>tie hebb<strong>en</strong>, van fundam<strong>en</strong>teel belang is. Want, wat di<strong>en</strong>t<br />
te word<strong>en</strong> verstaan onder e<strong>en</strong> weerbarstig begrip als ‘terrorisme’ waarvan talloze<br />
definities in omloop zijn? En waarom is voor de relatief gemakkelijke weg van e<strong>en</strong><br />
algem<strong>en</strong>e maatregel van bestuur gekoz<strong>en</strong>, die met aanzi<strong>en</strong>lijk minder waarborg<strong>en</strong><br />
is omkleed dan e<strong>en</strong> wet in formele zin? ook <strong>De</strong> Groot vestigt de aandacht op deze<br />
rechtszekerheid. Hij toont zich ge<strong>en</strong> voorstander van deze regeling, maar geeft,<br />
mocht deze er ondanks alles toch moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, onder meer aan dat er ge<strong>en</strong> terugwerk<strong>en</strong>de<br />
kracht aan de bepaling di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d, dat de exacte delict<strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> die tot verlies leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het verlies, gezi<strong>en</strong> de<br />
vergaande consequ<strong>en</strong>ties ervan, door de rechter behoort te word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong><br />
(<strong>De</strong> Groot 2005b).<br />
5.3.1 uiTzondering<strong>en</strong> op de verliesbepaling<strong>en</strong><br />
op het verlies van de nederlandse nationaliteit bestaat echter e<strong>en</strong> belangrijke<br />
uitzondering die is neergelegd in art. 15 lid 2 RWn. Dit artikellid bepaalt dat de<br />
vrijwillige verkrijging van e<strong>en</strong> andere nationaliteit ge<strong>en</strong> verlies van het nederlandse<br />
staatsburgerschap tot consequ<strong>en</strong>tie heeft indi<strong>en</strong> de verkrijger in het land van die