25.09.2013 Views

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de <strong>casus</strong> inburgering <strong>en</strong> nationaliteitswetgeving: icon<strong>en</strong> van nationale id<strong>en</strong>titeit<br />

(Van oers 2006: 108). Uit deze interviews blijkt echter ook dat de introductie van<br />

de naturalisatietoets nieuwe rechtsongelijkhed<strong>en</strong> teweeg heeft gebracht. Zo zijn<br />

de kost<strong>en</strong> voor de toets voor veel migrant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke belemmering. Verder<br />

vormt het niveau van de toets voor bepaalde groep<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere<br />

belasting dan voor andere. Dit geldt met name voor de minder zelfredzam<strong>en</strong> onder<br />

h<strong>en</strong>, zoals ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> analfabet<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> met e<strong>en</strong> opleiding lijk<strong>en</strong> nog in<br />

aanmerking te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> voor naturalisatie, hetge<strong>en</strong> de indruk wekt dat de<br />

naturalisatietoets als selectie-instrum<strong>en</strong>t werkt. Andersom geldt dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

het nederlands zeer goed beheers<strong>en</strong>, maar niet de juiste diploma’s kunn<strong>en</strong> overlegg<strong>en</strong>,<br />

verplicht word<strong>en</strong> de in hun visie veel te gemakkelijke naturalisatietoets te<br />

mak<strong>en</strong>. in de vrijstellingsregeling is namelijk ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de verscheid<strong>en</strong>e<br />

manier<strong>en</strong> waarop e<strong>en</strong> persoon taalk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis van de sam<strong>en</strong>leving<br />

kan verwerv<strong>en</strong>. net als bij inburgering wordt ook hier ge<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> de<br />

grote groep vreemdeling<strong>en</strong> aangebracht.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de zelfredzaamheid meldt e<strong>en</strong> groot deel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat<br />

de zelfredzaamheid van nieuwe staatsburgers met de komst van de toets is vergroot<br />

(Van oers 2006: 108-109). om te slag<strong>en</strong> is immers e<strong>en</strong> hogere mate van beheersing<br />

van het nederlands vereist dan voorhe<strong>en</strong>. Uit de interviews blijkt echter dat de zelfredzaamheid<br />

van twee groep<strong>en</strong> niet is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met de introductie van de toets.<br />

Dit betreft in de eerste plaats vreemdeling<strong>en</strong> die reeds zelfredzaam war<strong>en</strong>. Bij h<strong>en</strong><br />

levert de toetsverplichting slechts frustratie op. in de tweede plaats moet word<strong>en</strong><br />

gedacht aan deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die aanmerkelijk meer problem<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> bij het vind<strong>en</strong><br />

van hun weg in de sam<strong>en</strong>leving, zoals ouder<strong>en</strong>, vrouw<strong>en</strong> in achterstandsposities <strong>en</strong><br />

migrant<strong>en</strong> zonder of met e<strong>en</strong> beperkte opleiding. <strong>De</strong> toetsverplichting werkt bij h<strong>en</strong><br />

moedeloosheid in de hand; in plaats van beter nederlands te ler<strong>en</strong>, besluit<strong>en</strong> zij af<br />

te zi<strong>en</strong> van naturalisatie <strong>en</strong> hun bestaan als vreemdeling te continuer<strong>en</strong> (Van oers<br />

2006: 109).<br />

Het ‘zich hebb<strong>en</strong> do<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> in de nederlandse sam<strong>en</strong>leving’ is naast k<strong>en</strong>nistoetsing<br />

de tweede voorwaarde voor inburgering die in art. 8 lid 1 sub d RWn wordt<br />

g<strong>en</strong>oemd. Gezi<strong>en</strong> de nadruk op taal <strong>en</strong> de toetsbaarheid van inburgering – e<strong>en</strong><br />

aspect dat bij de <strong>casus</strong> inburgeringswetgeving reeds aan de orde is geweest – lijkt<br />

deze voorwaarde, zoals gezegd, van meer secundair belang te zijn geword<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

de huidige naturalisatiepraktijk. in het begin van dit hoofdstuk is aangegev<strong>en</strong> dat<br />

opname in de maatschappij wordt afgemet<strong>en</strong> aan sociale contact<strong>en</strong> met nederlanders.<br />

Van volledige terugtrekking binn<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> bevolkingsgroep di<strong>en</strong>t in ieder<br />

geval ge<strong>en</strong> sprake te zijn. Verder wordt in de rechtspraak ook veelvuldig gerefereerd<br />

aan e<strong>en</strong> contra-indicatie van inburgering: polygaam gehuwde vreemdeling<strong>en</strong> (zie<br />

onder andere ARRvS 10 november 1993, nr. Ro2.92.5993; ARRvS 6 april 1998, nr.<br />

156

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!