25.09.2013 Views

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Verder is het zo dat voor <strong>en</strong>kele groep<strong>en</strong> optiegerechtigd<strong>en</strong> bepaalde condities<br />

str<strong>en</strong>ger zijn dan de overe<strong>en</strong>komstige voorwaard<strong>en</strong> bij naturalisatie (<strong>De</strong>kker 2003:<br />

126). Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn de eerderg<strong>en</strong>oemde leeftijdseis van t<strong>en</strong> minste 65<br />

jaar (art. 6 lid 1 sub h RWn) <strong>en</strong> de termijn<strong>en</strong> van toelating <strong>en</strong> hoofdverblijf. Er zijn<br />

twee optiegrond<strong>en</strong> waarvoor vijfti<strong>en</strong> jaar ononderbrok<strong>en</strong> toelating <strong>en</strong> hoofdverblijf<br />

geldt; e<strong>en</strong> lange termijn die naturalisatie in principe niet k<strong>en</strong>t.<br />

5.2.3 naTuralisaTie<br />

de nationaliteitswetgeving in vogelvlucht<br />

<strong>De</strong> mogelijkheid te naturaliser<strong>en</strong> is neergelegd in de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 13 RWn.<br />

Art. 8 lid 1 RWn bepaalt dat e<strong>en</strong> vreemdeling onder voorwaard<strong>en</strong> voor naturalisatie<br />

in aanmerking kan kom<strong>en</strong>. <strong>De</strong> eerste conditie is dat deze vreemdeling meerderjarig<br />

is (art. 8 lid 1 sub a RWn). Voorts di<strong>en</strong><strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> te bestaan teg<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>s verblijf voor onbepaalde tijd in nederland (art. 8 lid 1 sub b RWn) <strong>en</strong> moet<br />

deze persoon sedert vijf jar<strong>en</strong> onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek toelating<br />

<strong>en</strong> (legaal) hoofdverblijf in het Koninkrijk hebb<strong>en</strong> (art. 8 lid 1 sub c RWn). <strong>De</strong>ze<br />

termijn wordt op drie jar<strong>en</strong> gesteld voor onder andere de partner van e<strong>en</strong> nederlands<br />

staatsburger (art. 8 lid 2 RWn <strong>en</strong> art. 8 lid 4 RWn).<br />

<strong>De</strong> laatste voorwaarde die in art. 8 RWn wordt g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> in 1985 in de wet is<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, is dat de vreemdeling als ingeburgerd kan word<strong>en</strong> beschouwd op<br />

grond van het feit dat hij beschikt over e<strong>en</strong> bij algem<strong>en</strong>e maatregel van bestuur te<br />

bepal<strong>en</strong> mate van k<strong>en</strong>nis van de nederlandse taal, alsmede van de nederlandse<br />

staatsinrichting <strong>en</strong> maatschappij <strong>en</strong> hij zich overig<strong>en</strong>s ook in die sam<strong>en</strong>leving heeft<br />

do<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> (art. 8 lid 1 sub d RWn). in de visie van de regering vormt dit inburgeringsvereiste<br />

de ‘voornaamste voorwaarde’ voor naturalisatie (Bijlag<strong>en</strong> Handeling<strong>en</strong><br />

Tweede Kamer, vergaderjaar 1981-1982, 16 947, (R 1181) nr. 3: 11).<br />

in de Handleiding voor de Toepassing van de Rijkswet op het nederlanderschap<br />

wordt dit vereiste, dat gek<strong>en</strong>merkt wordt door de nodige vaagheid, toegelicht. Van<br />

e<strong>en</strong> redelijke k<strong>en</strong>nis van de nederlandse taal is volg<strong>en</strong>s deze Handleiding sprake<br />

indi<strong>en</strong> iemand nederlands kan sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> verstaan. Lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> wordt dan<br />

nog niet van de naturalisandus gevergd (Handleiding Rijkswet op het nederlanderschap<br />

juni 2001, A1: 20). Het vereiste dat iemand zich ook in de nederlandse<br />

sam<strong>en</strong>leving moet ‘do<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>’ heeft als zodanig nauwelijks zelfstandige betek<strong>en</strong>is.<br />

Bij e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de mondelinge beheersing van het nederlands wordt het ‘do<strong>en</strong><br />

opnem<strong>en</strong>’ immers verondersteld (Heijs 1988; Heijs 1995: 195; Van oers 2006: 7-8).<br />

in de Handleiding van de in 2001 geld<strong>en</strong>de versie werd wel aangegev<strong>en</strong> dat sociale<br />

contact<strong>en</strong> met nederlanders mede tot inburgering kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> (Handleiding<br />

Rijkswet op het nederlanderschap juni 2001, A1: 21).<br />

151

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!