De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving
de casus inburgering en nationaliteitswetgeving: iconen van nationale identiteit 3). ook binnen de hieropvolgende redenering van het kabinet zou het belang van het maken van een eenduidige keuze voorop staan. De regering antwoordt namelijk dat met de verdieping en de versterking van het nederlanderschap het kabinet juist de afstand tussen identiteit en nationaliteit beoogt te overbruggen. nationaliteit, staatsburgerschap, nederlanderschap zijn in de ogen van de regering meer dan een formaliteit. in de optiek van het kabinet drukken ze een keuze uit voor de samenleving waar iemand zich het meest aan verplicht voelt. Dat is ipso facto ook een prioriteitskeuze. Daarmee is in de visie van de regering ook de vraag beantwoord of een individuele burger geen lotsverbondenheid met meerdere landen kan hebben: ja, dat kan, maar als het erop aankomt, moet er een keuze worden gemaakt (TK, vergaderjaar 2005-2006, 30 166, nr. 6: 4). Groen Links en D’66 pleiten eveneens vóór de mogelijkheid om meerdere nationaliteiten te kunnen blijven bezitten, maar hanteren een andere grondslag dan die van de voornoemde hybriditeit, en wel die van de meer internationale, mondiale benadering. Groen Links is de mening toegedaan dat het wel degelijk tot de mogelijkheden behoort om zich verbonden te voelen met uiteenlopende culturen en landen, zonder dat dit een gebrek aan loyaliteit aan nederland tot consequentie zou hebben. D’66 stelt dat iedereen op zijn minst twee nationaliteiten zou moeten hebben: de Europese en de nationaliteit van de betreffende lidstaat. Voorts is het volgens deze partijen toereikend indien aan de formele condities voor naturalisatie wordt voldaan. in aansluiting op dit vertoog dienen beide partijen op 2 september 2004 gezamenlijk een motie in waarin verzocht wordt de verhouding tussen integratie en meervoudige nationaliteiten te onderzoeken (TK, vergaderjaar 2003-3004, 28 689, nr. 22). Deze motie van Halsema en Dittrich kan echter op onvoldoende steun rekenen binnen de Kamer en overleeft het niet. De relatie tussen integratie en meervoudige nationaliteiten blijft daarmee vooralsnog empirisch onaangetoond, terwijl het wel een van de belangrijkste hypothesen betreft waarop de regeringsplannen berusten (zie in deze zin eveneens Jessurun d’oliveira 2006: 141). Terug naar de eerdergenoemde motie- Sterk, die ten doel heeft een dubbele nationaliteit voor derde generatie vreemdelingen te verbieden. De achterliggende gedachte van deze motie is dat de nederlandse ambassade geen rol van betekenis kan spelen voor achtergelaten vrouwen die behalve de nederlandse ook een andere – lees: niet-Westerse en meer in het bijzonder, Marokkaanse – nationaliteit bezitten. 4 De enkele, nederlandse, nationaliteit zou Marokkaanse vrouwen protectie kunnen bieden tegen het op het vrouwonvriendelijke sharia gebaseerde Marokkaanse recht. 5 134
de casus nationaliteitswetgeving Tegen deze stellingen van kamerlid Sterk is het nodige in te brengen. De minister wijst er in haar antwoorden op de eerdergenoemde notitie ‘Meervoudige nationa- liteiten’ terecht op dat beperking van meervoudige nationaliteiten in dit specifieke geval in beginsel weinig soelaas biedt (TK, vergaderjaar 2004-2005, 28 689, nr. 33: 7). Landen met een op de islam gebaseerd rechtsstelsel zullen immers ter bepaling van het op een familierechtelijke rechtsvraag toepasselijke recht zich niet richten op het recht van de nationaliteit van de betrokkene, maar op diens godsdienst en pas- sen ongeacht de nationaliteit van een persoon islamitisch recht toe indien die per- soon (of althans een der betrokken personen) moslim is. Daaraan doet het bezit van meerdere nationaliteiten of van slechts één niet af: godsdienst en niet nationaliteit is namelijk het doorslaggevende aanknopingspunt. ook op de nederlandse moslim die geen enkele andere nationaliteit heeft, zal het islamitisch recht worden toegepast. Beperking tot een enkelvoudige nationaliteit zal in de meeste islamitische landen derhalve geen invloed hebben op het toepasselijk recht en daarmee weinig effect sorteren ten aanzien van de beoogde rechtspositie van vrouwen. Bovendien kunnen vrouwen met meerdere nationaliteiten een (nood-)reisdocument aanvragen bij de nederlandse ambassade of het consulaat op grond van het feit dat zij de nederlandse nationaliteit bezitten (TK, vergaderjaar 2004-2005, 28 689, nr. 33: 11). niet in de laatste plaats houdt kamerlid Sterk geen rekening met het gegeven dat ontneming van de oorspronkelijke nationaliteit slechts mogelijk is door het betreffende land van herkomst. nederland heeft in deze geen enkele juridische bevoegdheid. Later dat jaar, op 7 september 2004, initieerde kamerlid Hirsi Ali een interpellatiedebat dat in het teken stond van de voornoemde achtergelaten vrouwen en kinderen in Marokko (Handelingen TK, 7 september 2004: 95-6194). Sterk beklemtoont ook hier het belang van een enkelvoudige nationaliteit voor achtergelaten vrouwen. Alleen dan kan volgens haar de nederlandse staat effectief handelen. Een nederlandse rechter zou in haar optiek geen competentie toekomen indien de betreffende vrouw over meervoudige nationaliteiten zou beschikken. Teneinde een mogelijke collisie tussen rechtssystemen te voorkomen en een doeltreffend optreden van de nederlandse overheid te waarborgen, moeten meervoudige nationaliteiten dan ook zoveel mogelijk worden beperkt. De juridische realiteit is evenwel wezenlijk anders: de nederlandse rechter blijft in het geval van meervoudige nationaliteiten volgens het geldende internationale recht in beginsel bevoegd. in het verlengde van bovenstaande stelling toont Sterk zich bovendien een groot voorstander van het ontnemen van de nederlandse nationaliteit aan vreemdelingen met meervoudige nationaliteiten die hun echtgenotes of dochters hebben achtergelaten (Handelingen TK, 7 september 2004: 95-6195). in dit laatste staat zij bepaald niet alleen. D’66 – dat over de gehele linie genomen een warm pleitbezorger is van 135
- Page 86 and 87: de casus inburgering en nationalite
- Page 88 and 89: de casus inburgering en nationalite
- Page 90 and 91: de casus inburgering en nationalite
- Page 92 and 93: de casus inburgering en nationalite
- Page 94 and 95: de casus inburgering en nationalite
- Page 96 and 97: de casus inburgering en nationalite
- Page 98 and 99: de casus inburgering en nationalite
- Page 100 and 101: de casus inburgering en nationalite
- Page 102 and 103: de casus inburgering en nationalite
- Page 104 and 105: de casus inburgering en nationalite
- Page 106 and 107: de casus inburgering en nationalite
- Page 108 and 109: de casus inburgering en nationalite
- Page 110 and 111: de casus inburgering en nationalite
- Page 112 and 113: de casus inburgering en nationalite
- Page 114 and 115: de casus inburgering en nationalite
- Page 116 and 117: de casus inburgering en nationalite
- Page 118 and 119: de casus inburgering en nationalite
- Page 120 and 121: de casus inburgering en nationalite
- Page 122 and 123: de casus inburgering en nationalite
- Page 124 and 125: de casus inburgering en nationalite
- Page 126 and 127: de casus inburgering en nationalite
- Page 128 and 129: de casus inburgering en nationalite
- Page 130 and 131: de casus inburgering en nationalite
- Page 132 and 133: de casus inburgering en nationalite
- Page 134 and 135: de casus inburgering en nationalite
- Page 138 and 139: de casus inburgering en nationalite
- Page 140 and 141: de casus inburgering en nationalite
- Page 142 and 143: de casus inburgering en nationalite
- Page 144 and 145: de casus inburgering en nationalite
- Page 146 and 147: de casus inburgering en nationalite
- Page 148 and 149: de casus inburgering en nationalite
- Page 150 and 151: de casus inburgering en nationalite
- Page 152 and 153: de casus inburgering en nationalite
- Page 154 and 155: de casus inburgering en nationalite
- Page 156 and 157: de casus inburgering en nationalite
- Page 158 and 159: de casus inburgering en nationalite
- Page 160 and 161: de casus inburgering en nationalite
- Page 162 and 163: de casus inburgering en nationalite
- Page 164 and 165: de casus inburgering en nationalite
- Page 166 and 167: de casus inburgering en nationalite
- Page 168 and 169: de casus inburgering en nationalite
- Page 170 and 171: de casus inburgering en nationalite
- Page 172 and 173: de casus inburgering en nationalite
- Page 174 and 175: de casus inburgering en nationalite
- Page 176 and 177: de casus inburgering en nationalite
- Page 178 and 179: de casus inburgering en nationalite
- Page 180 and 181: de casus inburgering en nationalite
- Page 182 and 183: de casus inburgering en nationalite
- Page 184 and 185: de casus inburgering en nationalite
de <strong>casus</strong> inburgering <strong>en</strong> nationaliteitswetgeving: icon<strong>en</strong> van nationale id<strong>en</strong>titeit<br />
3). ook binn<strong>en</strong> de hieropvolg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong>ering van het kabinet zou het belang van<br />
het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige keuze voorop staan. <strong>De</strong> regering antwoordt namelijk<br />
dat met de verdieping <strong>en</strong> de versterking van het nederlanderschap het kabinet juist<br />
de afstand tuss<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> nationaliteit beoogt te overbrugg<strong>en</strong>. nationaliteit,<br />
staatsburgerschap, nederlanderschap zijn in de og<strong>en</strong> van de regering meer dan e<strong>en</strong><br />
formaliteit. in de optiek van het kabinet drukk<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> keuze uit voor de sam<strong>en</strong>leving<br />
waar iemand zich het meest aan verplicht voelt. Dat is ipso facto ook e<strong>en</strong> prioriteitskeuze.<br />
Daarmee is in de visie van de regering ook de vraag beantwoord of e<strong>en</strong><br />
individuele burger ge<strong>en</strong> lotsverbond<strong>en</strong>heid met meerdere land<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>: ja,<br />
dat kan, maar als het erop aankomt, moet er e<strong>en</strong> keuze word<strong>en</strong> gemaakt (TK, vergaderjaar<br />
2005-2006, 30 166, nr. 6: 4).<br />
Gro<strong>en</strong> Links <strong>en</strong> D’66 pleit<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vóór de mogelijkheid om meerdere nationaliteit<strong>en</strong><br />
te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong>, maar hanter<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere grondslag dan die van<br />
de voornoemde hybriditeit, <strong>en</strong> wel die van de meer internationale, mondiale b<strong>en</strong>adering.<br />
Gro<strong>en</strong> Links is de m<strong>en</strong>ing toegedaan dat het wel degelijk tot de mogelijkhed<strong>en</strong><br />
behoort om zich verbond<strong>en</strong> te voel<strong>en</strong> met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de cultur<strong>en</strong> <strong>en</strong> land<strong>en</strong>,<br />
zonder dat dit e<strong>en</strong> gebrek aan loyaliteit aan nederland tot consequ<strong>en</strong>tie zou hebb<strong>en</strong>.<br />
D’66 stelt dat iedere<strong>en</strong> op zijn minst twee nationaliteit<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />
de Europese <strong>en</strong> de nationaliteit van de betreff<strong>en</strong>de lidstaat. Voorts is het volg<strong>en</strong>s<br />
deze partij<strong>en</strong> toereik<strong>en</strong>d indi<strong>en</strong> aan de formele condities voor naturalisatie wordt<br />
voldaan. in aansluiting op dit vertoog di<strong>en</strong><strong>en</strong> beide partij<strong>en</strong> op 2 september 2004<br />
gezam<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> motie in waarin verzocht wordt de verhouding tuss<strong>en</strong> integratie <strong>en</strong><br />
meervoudige nationaliteit<strong>en</strong> te onderzoek<strong>en</strong> (TK, vergaderjaar 2003-3004, 28 689,<br />
nr. 22). <strong>De</strong>ze motie van Halsema <strong>en</strong> Dittrich kan echter op onvoldo<strong>en</strong>de steun rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> de Kamer <strong>en</strong> overleeft het niet. <strong>De</strong> relatie tuss<strong>en</strong> integratie <strong>en</strong> meervoudige<br />
nationaliteit<strong>en</strong> blijft daarmee vooralsnog empirisch onaangetoond, terwijl het<br />
wel e<strong>en</strong> van de belangrijkste hypothes<strong>en</strong> betreft waarop de regeringsplann<strong>en</strong> berust<strong>en</strong><br />
(zie in deze zin ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s Jessurun d’oliveira 2006: 141).<br />
Terug naar de eerderg<strong>en</strong>oemde motie- Sterk, die t<strong>en</strong> doel heeft e<strong>en</strong> dubbele nationaliteit<br />
voor derde g<strong>en</strong>eratie vreemdeling<strong>en</strong> te verbied<strong>en</strong>. <strong>De</strong> achterligg<strong>en</strong>de<br />
gedachte van deze motie is dat de nederlandse ambassade ge<strong>en</strong> rol van betek<strong>en</strong>is<br />
kan spel<strong>en</strong> voor achtergelat<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> die behalve de nederlandse ook e<strong>en</strong> andere<br />
– lees: niet-Westerse <strong>en</strong> meer in het bijzonder, Marokkaanse – nationaliteit bezitt<strong>en</strong>.<br />
4 <strong>De</strong> <strong>en</strong>kele, nederlandse, nationaliteit zou Marokkaanse vrouw<strong>en</strong> protectie<br />
kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het op het vrouwonvri<strong>en</strong>delijke sharia gebaseerde Marokkaanse<br />
recht. 5<br />
134