25.09.2013 Views

De rol van zelfvertrouwen, stereotypen en ... - SoFoKleS

De rol van zelfvertrouwen, stereotypen en ... - SoFoKleS

De rol van zelfvertrouwen, stereotypen en ... - SoFoKleS

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Eindverslag<br />

“b<strong>en</strong>chmark loopbaanontwikkeling<br />

vrouwelijk/mannelijk medisch<br />

<strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel”


Eindverslag<br />

“b<strong>en</strong>chmark loopbaanontwikkeling<br />

vrouwelijk/mannelijk medisch<br />

<strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel”<br />

Maastricht, mei 2008<br />

Drs J.L.C.M. Verheij<strong>en</strong><br />

academisch ziek<strong>en</strong>huis Maastricht


Inhoudsopgave<br />

1. Inleiding 1<br />

1.1. Aanleiding voor het project 1<br />

1.2. Projectopdracht 1<br />

1.3. Onderzoeksvrag<strong>en</strong> 2<br />

1.4. Doelstelling<strong>en</strong> 2<br />

1.5. Resultat<strong>en</strong> 2<br />

1.6. Rapportopbouw 3<br />

2. Theoretisch model 4<br />

2.1. Inleiding 4<br />

2.2. Overweging<strong>en</strong> bij het ontwerp <strong>van</strong> het loopbaanmodel<br />

<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong> 4<br />

2.3. Loopbaanmodel: kans op doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouwelijk medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel 6<br />

2.4. Operationalisering <strong>van</strong> de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> 7<br />

2.5. Sam<strong>en</strong>vatting 8<br />

3. Methode <strong>van</strong> onderzoek 9<br />

3.1. Inleiding 9<br />

3.2. Kwantitatieve analyse 9<br />

3.3. Kwalitatieve analyse 9<br />

3.4. Sam<strong>en</strong>vatting 10<br />

4. Onderzoeksresultat<strong>en</strong> 11<br />

4.1. Inleiding 11<br />

4.2. Resultat<strong>en</strong> kwantitatieve analyse 11<br />

4.3. Resultat<strong>en</strong> kwalitatieve analyse 17<br />

4.4. Sam<strong>en</strong>vatting 26<br />

5. Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 27<br />

5.1. Inleiding 27<br />

5.2. <strong>De</strong> onderzoeksvrag<strong>en</strong> 27<br />

5.3. Aanbeveling<strong>en</strong> 31<br />

6. Nabeschouwing 34<br />

BIJLAGEN 35<br />

Bijlage 1: Factsheets UMC’s 36<br />

Bijlage 2: Indeling specialism<strong>en</strong> 52<br />

Bijlage 3: In/uitstroom 2006 per salarisschaal 52


1. Inleiding<br />

1.1. Aanleiding voor het project<br />

Steeds meer vrouw<strong>en</strong> in Nederland gaan g<strong>en</strong>eeskunde studer<strong>en</strong>. Op dit mom<strong>en</strong>t is 65%<br />

<strong>van</strong> de g<strong>en</strong>eeskunde stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vrouw. Ook de instroom <strong>van</strong> vrouwelijke afgestudeerde<br />

arts<strong>en</strong> in de opleiding voor medisch specialist neemt toe. Dit lijkt e<strong>en</strong> goed uitgangspunt<br />

te zijn voor de verdere doorstroming <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> naar de functie <strong>van</strong> medisch<br />

specialist maar ook naar strategische functies binn<strong>en</strong> de Universitaire Medische C<strong>en</strong>tra<br />

(UMC’s). Op grond <strong>van</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> in de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia zoud<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de vergrote instroom al zichtbaar (of <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d) kunn<strong>en</strong> zijn door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame<br />

<strong>van</strong> het aantal vrouw<strong>en</strong> in strategische functies binn<strong>en</strong> de UMC’s. <strong>De</strong>ze ontwikkeling<br />

verloopt echter traag. Het aantal vrouw<strong>en</strong> op deze posities is nog steeds klein.<br />

Informatie over de loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> daarin tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> wordt niet of nauwelijks geg<strong>en</strong>ereerd.<br />

Zoals uit vele (wet<strong>en</strong>schappelijke) onderzoek<strong>en</strong> in Nederland is geblek<strong>en</strong>, wordt de<br />

arbeidsmarktpositie <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> veelal nog bepaald door traditionele <strong>rol</strong>patron<strong>en</strong>.<br />

Vrouw<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> doorgaans de zorgplicht in het huishoud<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing daar waar<br />

mann<strong>en</strong> als kostwinnaars actief zijn op de arbeidsmarkt, zich professioneel ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

carrière mak<strong>en</strong>.<br />

Indachtig de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag naar medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel<br />

<strong>en</strong> gelet op het feit dat steeds meer vrouw<strong>en</strong> instrom<strong>en</strong> als stud<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>eeskunde, is het<br />

noodzakelijk maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> om vrouwelijk medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel te bind<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> UMC’s kunn<strong>en</strong> hiermee hun concurr<strong>en</strong>tiepositie als werkgevers verder optimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de uitstroom <strong>van</strong> met name vrouwelijke medewerkers beperk<strong>en</strong>.<br />

1.2. Projectopdracht<br />

<strong>De</strong> projectopdracht luidde als volgt:<br />

“In opdracht <strong>van</strong> het Sociaal Fonds voor de k<strong>en</strong>nissector (<strong>SoFoKleS</strong>) wordt e<strong>en</strong><br />

nulmeting uitgevoerd binn<strong>en</strong> de UMC’s waarbij de positie <strong>van</strong> vrouwelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in vergelijking tot de mannelijke collegae wordt<br />

gemet<strong>en</strong>."<br />

Hierbij staan twee vooronderstelling<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal namelijk:<br />

1: de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel in e<strong>en</strong> academische setting stagneert<br />

2: de huidige organisatie <strong>van</strong> de academische g<strong>en</strong>eeskunde <strong>en</strong> gezondheidszorg voldoet<br />

onvoldo<strong>en</strong>de aan de eis<strong>en</strong> die vrouw<strong>en</strong> (<strong>en</strong> steeds meer mann<strong>en</strong>) stell<strong>en</strong>.<br />

Beoogd wordt deze vooronderstelling<strong>en</strong> met cijfers te onderbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> te vervolg<strong>en</strong>.<br />

Daarvoor wordt e<strong>en</strong> systeem ontwikkeld voor de UMC’s dat het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> het signaler<strong>en</strong> <strong>van</strong> tr<strong>en</strong>ds bij vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel mogelijk maakt.<br />

1


<strong>De</strong> opdracht is om niet alle<strong>en</strong> de “harde kant” te met<strong>en</strong> (zoals de jaarlijkse doorstroom naar<br />

de functies <strong>van</strong> UHD <strong>en</strong> hoogleraar) maar ook de zog<strong>en</strong>aamde “zachte kant” (zoals de<br />

invloed <strong>van</strong> cultuuraspect<strong>en</strong>) zichtbaar te mak<strong>en</strong>.<br />

Het project is de grondslag voor vervolgonderzoek <strong>en</strong> biedt stuurinformatie op hoofdlijn<strong>en</strong>.<br />

1.3. Onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

Bov<strong>en</strong>staande projectopdracht heeft geleid tot de volg<strong>en</strong>de onderzoeksvrag<strong>en</strong>:<br />

- Do<strong>en</strong> zich verschill<strong>en</strong> voor in de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk<br />

medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting? Zo ja, hoe<br />

zijn deze verschill<strong>en</strong> te lokaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe word<strong>en</strong> deze verschill<strong>en</strong> verklaard?<br />

- Zijn er tr<strong>en</strong>ds zichtbaar in de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting <strong>en</strong> zo ja welke?<br />

- Beschikk<strong>en</strong> de UMC’s over e<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>d systeem dat het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> het signaler<strong>en</strong> <strong>van</strong> tr<strong>en</strong>ds bij vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel mogelijk maakt?<br />

- Zijn er beleidsmaatregel<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> die de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk<br />

medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting kunn<strong>en</strong><br />

bespoedig<strong>en</strong>?<br />

1.4. Doelstelling<strong>en</strong><br />

- <strong>De</strong> UMC’s beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> set indicator<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> waarmee periodiek de<br />

(verschill<strong>en</strong> in) loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong> medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel zowel wat betreft de “harde” als wat betreft de “zachte”<br />

kant in beeld gebracht, gevolgd <strong>en</strong> onderling vergelek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

- Op basis <strong>van</strong> de uitkomst<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit project kunn<strong>en</strong> vervolgactiviteit<strong>en</strong> opgezet word<strong>en</strong><br />

om de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel te bevorder<strong>en</strong>.<br />

1.5. Resultat<strong>en</strong><br />

- Set met indicator<strong>en</strong>/k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> voor het periodiek met<strong>en</strong> <strong>van</strong> de loopbaanontwikkeling<br />

<strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel.<br />

- Conceptueel model (de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong>).<br />

- Meetresultat<strong>en</strong>, deze vorm<strong>en</strong> de 0-meting <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> voor continue<br />

monitoring.<br />

- E<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> de UMC’s <strong>van</strong> de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk medisch<br />

<strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel.<br />

- Aanbeveling<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> de meetresultat<strong>en</strong> ter bevordering <strong>van</strong> de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in<br />

e<strong>en</strong> academische setting.<br />

2<br />

1.6. Rapportopbouw<br />

In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk wordt het theoretisch model besprok<strong>en</strong> dat de indicator<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong> weergeeft. Vervolg<strong>en</strong>s wordt de onderzoeksmethodiek<br />

beschrev<strong>en</strong> met daarop volg<strong>en</strong>d de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoek. Tot slot volg<strong>en</strong> de<br />

conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> gegev<strong>en</strong>s <strong>van</strong> zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve deel <strong>van</strong> het onderzoek zijn<br />

verzameld <strong>en</strong> verwerkt door Bureau VanDoorneHuiskes <strong>en</strong> partners.<br />

3


2. Theoretisch model<br />

2.1. Inleiding<br />

Om de kans<strong>en</strong> op het bereik<strong>en</strong> <strong>van</strong> hoge(re) functies voor vrouwelijke medisch specialist<strong>en</strong><br />

te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> is gebruik gemaakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>chmark tuss<strong>en</strong> de UMC’s. Voor deze<br />

b<strong>en</strong>chmark is e<strong>en</strong> loopbaanmodel ontwikkeld. In dit loopbaanmodel zijn twee soort<strong>en</strong><br />

indicator<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: kwantitatieve indicator<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwalitatieve indicator<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> kwantitatieve indicator<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> zicht op de situatie op de peildatum, lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> waar<br />

de loopbaanontwikkeling stagneert (het glaz<strong>en</strong> plafond) <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het mogelijk de UMC’s<br />

met elkaar te vergelijk<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> kwalitatieve indicator<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> voor de situatie op de peildatum <strong>en</strong> bied<strong>en</strong><br />

aanknopingspunt<strong>en</strong> voor beleid.<br />

In dit hoofdstuk wordt uite<strong>en</strong>gezet welke overweging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleid tot het uiteindelijke<br />

model, is het model zelf <strong>en</strong> is de operationalisering <strong>van</strong> de in het model opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

indicator<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.<br />

Het model is ontwikkeld door bureau VanDoorneHuiskes <strong>en</strong> partners.<br />

2.2. Overweging<strong>en</strong> bij het ontwerp <strong>van</strong> het loopbaanmodel <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de<br />

indicator<strong>en</strong><br />

2.2.1. Kwantitatieve maatstaf<br />

Het loopbaanmodel gaat over de kans<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouwelijke medisch specialist<strong>en</strong> om hoge(re<br />

posities te bereik<strong>en</strong>. Om hier uitsprak<strong>en</strong> over te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zijn drie indicator<strong>en</strong> voor het<br />

begrip “kans<strong>en</strong> om hoge(re) posities te bereik<strong>en</strong>” vastgesteld namelijk:<br />

• Het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de instroom <strong>van</strong> opleidingsplaats<strong>en</strong> <strong>van</strong> de in de UMC’s<br />

aanwezige medisch specialism<strong>en</strong>.<br />

• Het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de medische functies. Hierbij is uitgegaan <strong>van</strong> de<br />

volg<strong>en</strong>de functiehiërarchie 1 :<br />

- Basisarts (soms ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> door assist<strong>en</strong>t niet in opleiding tot specialist, ANIOS)<br />

- Assist<strong>en</strong>t in opleiding tot medisch specialist (AIOS)<br />

- Assist<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>eeskundige in opleiding tot klinisch onderzoeker (Agiko)<br />

- Medisch specialist (MS)<br />

- Universitair medisch specialist (UMS)<br />

- Hoogleraar/medisch specialist (HMS)<br />

- Hoogleraar/hoogleraar afdelingshoofd (HHA)<br />

- Bijzonder hoogleraar<br />

1 <strong>De</strong> hier beschrev<strong>en</strong> functiehiërarchie wordt gehanteerd in de CAO <strong>van</strong> de UMC’s. Om deze red<strong>en</strong> is voor deze indeling gekoz<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

aantal UMC’s k<strong>en</strong>t nog andere functies zoals bijvoorbeeld functies die ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> UMS <strong>en</strong> HMS. <strong>De</strong> invulling <strong>en</strong> b<strong>en</strong>aming <strong>van</strong><br />

deze functies verschill<strong>en</strong> echter per UMC. Daarmee zijn deze functies niet vergelijkbaar <strong>en</strong> dus niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s zijn deze<br />

functies wel gerelateerd aan de functies in de CAO<br />

4<br />

• Het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de uitstroom uit verschill<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus. Hiermee wordt<br />

zowel de uitstroom uit de organisatie/het organisatieonderdeel bedoeld als uitstroom uit<br />

de betreff<strong>en</strong>de functie naar e<strong>en</strong> andere functie binn<strong>en</strong> het UMC.<br />

2.2.2. Kwalitatieve maatstaf<br />

Vanuit onderzoek naar loopban<strong>en</strong> <strong>van</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> is bek<strong>en</strong>d dat er drie clusters<br />

<strong>van</strong> rele<strong>van</strong>te factor<strong>en</strong> zijn die invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de loopbaan <strong>en</strong> doorstroomkans<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>. Dit zijn:<br />

• Ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de werksituatie<br />

- Cultuur binn<strong>en</strong> de afdeling<br />

- Secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong><br />

- Planning<br />

- Instroom/voorkom<strong>en</strong> uitstroom<br />

- Selectie <strong>en</strong> promotie<br />

- Loopbaanontwikkeling<br />

- Cultuur <strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

• Individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

- Professionele aspiraties<br />

- Om<strong>van</strong>g werkweek hed<strong>en</strong><br />

- Om<strong>van</strong>g werkweek afgelop<strong>en</strong> vijf jaar<br />

- Leeftijd<br />

- Aantal ervaringsjar<strong>en</strong><br />

• K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de thuissituatie<br />

- Wel/ge<strong>en</strong> partner<br />

- Wel/ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />

- Aantal kinder<strong>en</strong><br />

- Leeftijd jongste kind<br />

- Verdeling tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> thuis<br />

Het doel <strong>van</strong> de b<strong>en</strong>chmark is om kwantitatieve vergelijking<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

loopbaanontwikkeling mogelijk te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> om de instelling<strong>en</strong> te typer<strong>en</strong> naar de mate<br />

<strong>van</strong> ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bied<strong>en</strong> <strong>van</strong> maatregel<strong>en</strong> voor de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> loopbaankans<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouwelijk medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel. Bij e<strong>en</strong><br />

dergelijke focus gaat de aandacht primair uit naar k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de werksituatie. <strong>De</strong>ze zijn<br />

voor beleid toegankelijk <strong>en</strong> daarmee beïnvloedbaar door de betreff<strong>en</strong>de UMC.<br />

Daarnaast zijn er <strong>en</strong>kele individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die rele<strong>van</strong>t zijn voor de loopbaankans<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> vrouwelijke specialist<strong>en</strong>. Dit zijn vooral de zog<strong>en</strong>aamde human capital k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de werkweek nu, om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de werkweek gedur<strong>en</strong>de de afgelop<strong>en</strong> vijf jaar,<br />

leeftijd <strong>en</strong> aantal ervaringsjar<strong>en</strong>.<br />

Het opnem<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze laatste k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d. Dat kans<strong>en</strong> op hogere<br />

functies rechtstreeks te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met ervaringsjar<strong>en</strong> (<strong>en</strong> daarmee vaak met leeftijd)<br />

is duidelijk. Indi<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor zover er zich op basis <strong>van</strong> deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in<br />

functi<strong>en</strong>iveau tuss<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke specialist<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> deze als het<br />

5


ware zijn gelegitimeerd. <strong>De</strong> red<strong>en</strong>ering is dan: als vrouw<strong>en</strong> (op dit mom<strong>en</strong>t nog) minder<br />

hoog in de functiehiërarchie zitt<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>, dan komt dat omdat ze als groep nu<br />

e<strong>en</strong>maal minder ervaringsjar<strong>en</strong> met zich mee br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. <strong>De</strong> red<strong>en</strong>ering kan dan verder gaan:<br />

dat verschil is terecht <strong>en</strong> hoeft niet beleidsmatig te word<strong>en</strong> aangepakt.<br />

Bij de factor “deeltijd” (op mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> met<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijvoorbeeld gedur<strong>en</strong>de de laatste<br />

vijf jaar) zou m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zelfde red<strong>en</strong>ering kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>: vrouw<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal<br />

vaker in deeltijd dan mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in bereikte functi<strong>en</strong>iveaus<br />

tuss<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke specialist<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verklaard <strong>en</strong> mogelijk ook word<strong>en</strong><br />

gelegitimeerd.<br />

Tegelijkertijd is het <strong>van</strong> belang te onderzoek<strong>en</strong> of <strong>en</strong> in hoeverre e<strong>en</strong> UMC zich via<br />

beleidsmaatregel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> doel heeft gesteld om de “schadelijke” effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> het werkzaam<br />

zijn in deeltijd voor de loopbaan <strong>en</strong> carrière <strong>van</strong> vrouwelijke specialist<strong>en</strong> zo veel mogelijk te<br />

beperk<strong>en</strong>.<br />

Het beleid is er dan op gericht om de effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> deeltijd te minimaliser<strong>en</strong> of te<br />

neutraliser<strong>en</strong>. Dit <strong>van</strong>uit de overweging dat het vrouwelijk tal<strong>en</strong>t onder de medisch<br />

specialist<strong>en</strong> het verdi<strong>en</strong>t om t<strong>en</strong> volle te word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut, gezi<strong>en</strong> de hoge maatschappelijke<br />

<strong>en</strong> individuele investeringskost<strong>en</strong> die aan de totstandkoming <strong>van</strong> dat tal<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> grondslag<br />

ligg<strong>en</strong>.<br />

Uit de literatuur blijkt echter dat het verband tuss<strong>en</strong> de factor deeltijd <strong>en</strong> de kans<strong>en</strong> om<br />

hoge(re) functies te bereik<strong>en</strong> nog zo robuust is, dat op basis hier<strong>van</strong> de factor deeltijd wel<br />

in het model is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

2.3. Loopbaanmodel: kans op doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk medisch/medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel.<br />

Op grond <strong>van</strong> de hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> overweging<strong>en</strong> is gekoz<strong>en</strong> voor onderstaand model<br />

(VanDoorneHuiskes)<br />

Ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> werksituatie<br />

• Cultuur afdeling<strong>en</strong><br />

• Secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong><br />

• Planning<br />

• Instroom/ voorkom<strong>en</strong> uitstroom<br />

• Selectie <strong>en</strong> promotie<br />

• Loopbaanontwikkeling<br />

• Cultuur- <strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

Individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

• Om<strong>van</strong>g werkweek nu<br />

• Om<strong>van</strong>g werkweek afgelop<strong>en</strong> 5 jaar<br />

• Leeftijd<br />

• Aantal ervaringsjar<strong>en</strong><br />

6<br />

Kans op doorstroom vrouwelijke medisch<br />

specialist<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> academisch medische c<strong>en</strong>tra<br />

• Aandeel vrouw<strong>en</strong> instroom opleidingsplaats<strong>en</strong><br />

specialism<strong>en</strong><br />

• Aandeel vrouw<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de<br />

functi<strong>en</strong>iveaus<br />

• Aandeel vrouw<strong>en</strong> in de uitstroom uit de<br />

verschill<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus<br />

• Doorstroom<br />

2.4. Operationalisering <strong>van</strong> de indicator<strong>en</strong><br />

Om het loopbaanmodel bruikbaar te mak<strong>en</strong> zijn de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> in meetbare<br />

term<strong>en</strong> geoperationaliseerd.<br />

<strong>De</strong> “uitkomstvariabele”: de kans<strong>en</strong> op doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk medisch/medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel, is in het model al geoperationaliseerd. <strong>De</strong>ze uitkomstvariabele<br />

bestaat uit de volg<strong>en</strong>de vier elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

• Het aandeel vrouw<strong>en</strong> dat binn<strong>en</strong> de opleidingsplaats<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de medische<br />

specialism<strong>en</strong> wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

• Het aandeel vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus.<br />

• <strong>De</strong> doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> andere functie.<br />

• Het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de uitstroom uit de verschill<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus.<br />

Voor de kwalitatieve indicator<strong>en</strong> zoals g<strong>en</strong>oemd in het onderdeel “ondersteun<strong>en</strong>de<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de werksituatie” <strong>van</strong> het model is gekoz<strong>en</strong> voor<br />

onderstaande operationalisering.<br />

Cultuur afdeling<strong>en</strong><br />

• Typering cultuur <strong>van</strong> de afdeling naar de mate <strong>van</strong> verwachte (vereiste) inzetbaarheid.<br />

• Typering <strong>van</strong> cultuur <strong>van</strong> de afdeling naar de mate waarin het <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d wordt<br />

geacht dat ook vrouw<strong>en</strong> topfuncties kunn<strong>en</strong> bekled<strong>en</strong>.<br />

Secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong><br />

• <strong>De</strong>eltijd werk<strong>en</strong> in hoge(re) posities is wel/niet gebruikelijk;<br />

• Flexibele werktijd<strong>en</strong> wel/niet mogelijk;<br />

• (Bruikbare, namelijk flexibele) kinderop<strong>van</strong>g in het ziek<strong>en</strong>huis wel/niet aanwezig;<br />

• Thuiswerkmogelijkhed<strong>en</strong> ja/nee.<br />

Planning<br />

• Er bestaat inzicht binn<strong>en</strong> het UMC in het aandeel vrouw<strong>en</strong> per functiecategorie ja/nee;<br />

• Er bestaat inzicht in in- door- <strong>en</strong> uitstroomcijfers m/v ja/nee;<br />

• Er zijn streefcijfers voor vrouwelijke specialist<strong>en</strong> in hoge(re) posities geformuleerd ja/nee;<br />

Instroom/voorkom<strong>en</strong> uitstroom<br />

• Er bestaat e<strong>en</strong> specifiek op vrouw<strong>en</strong> gerichte werving voor opleidingsplaats<strong>en</strong> ja/nee;<br />

• Arbeidsmarktcommunicatie: er is aandacht voor het aandeel vrouw<strong>en</strong> ja/nee;<br />

• Er word<strong>en</strong> exitgesprekk<strong>en</strong> gevoerd (met specificatie naar sekse) ja/nee.<br />

Selectie <strong>en</strong> promotie<br />

• Er is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> voorkeursbeleid voor vrouw<strong>en</strong> bij in- <strong>en</strong> doorstroom naar hogere<br />

functies ja/nee;<br />

• Er is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gerichte selectie <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> bij doorstroom naar hogere functies<br />

ja/nee.<br />

7


Loopbaanontwikkeling<br />

• Er bestaat e<strong>en</strong> Managem<strong>en</strong>t <strong>De</strong>velopm<strong>en</strong>t traject speciaal voor vrouwelijke specialist<strong>en</strong><br />

(in opleiding) ja/nee;<br />

• Er is e<strong>en</strong> programma <strong>van</strong> m<strong>en</strong>toring <strong>en</strong> coaching voor vrouwelijke specialist<strong>en</strong> (in<br />

opleiding) ja/nee;<br />

• Er zijn faciliteit<strong>en</strong> voor vrouwelijke specialist<strong>en</strong> (in opleiding) om deelname aan<br />

netwerk<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong> ja/nee.<br />

Cultuur- <strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

• Er zijn specifieke activiteit<strong>en</strong> voor vrouwelijke high pot<strong>en</strong>tials ja/nee;<br />

• Diversiteit naar sekse wordt als beoordelingscriterium voor managers, hoofd<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

vakgroep<strong>en</strong>, afdeling<strong>en</strong> gehanteerd ja/nee;<br />

• Er wordt gestuurd op “diversity awar<strong>en</strong>ess” bij managers, hoofd<strong>en</strong> vakgroep<strong>en</strong>,<br />

afdeling<strong>en</strong> ja/nee;<br />

• Cultuuronderzoek naar knelpunt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatiecultuur voor doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> ja/nee.<br />

<strong>De</strong> kwalitatieve indicator<strong>en</strong> zoals b<strong>en</strong>oemd in het onderdeel “individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>” <strong>van</strong><br />

het model behoev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nadere operationalisering.<br />

2.5. Sam<strong>en</strong>vatting<br />

In dit hoofdstuk is e<strong>en</strong> loopbaanmodel weergegev<strong>en</strong> dat het mogelijk maakt de UMC’s<br />

te vergelijk<strong>en</strong> wat betreft de kans<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouwelijk medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel om door te strom<strong>en</strong> naar hoge(re) functies.<br />

Het model is opgebouwd uit drie clusters namelijk: e<strong>en</strong> cluster “doorstroomkans<strong>en</strong>”, e<strong>en</strong><br />

cluster “ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de werksituatie” <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cluster<br />

“individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>”. <strong>De</strong>ze drie clusters bevatt<strong>en</strong> ieder e<strong>en</strong> aantal indicator<strong>en</strong> die zijn<br />

geoperationaliseerd in meetbare term<strong>en</strong>.<br />

In hoofdstuk 3 wordt beschrev<strong>en</strong> hoe de b<strong>en</strong>chmark is uitgevoerd.<br />

8<br />

3. Methode <strong>van</strong> onderzoek<br />

3.1. Inleiding<br />

In hoofdstuk twee is het theoretisch model weergegev<strong>en</strong> met daaraan voorafgaand de<br />

overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> aannames die tot dit model hebb<strong>en</strong> geleid. Het model is de basis voor de<br />

gekoz<strong>en</strong> onderzoeksmethodiek.<br />

Omdat er sprake is <strong>van</strong> twee verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> (kwantitatief <strong>en</strong> kwalitatief)<br />

die ieder e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de methode <strong>van</strong> onderzoek vrag<strong>en</strong>, is gekoz<strong>en</strong> voor de volg<strong>en</strong>de<br />

method<strong>en</strong>:<br />

1. <strong>De</strong> gegev<strong>en</strong>s over de clusters “doorstroom kans<strong>en</strong>” <strong>en</strong> “individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>” zijn<br />

kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s. <strong>De</strong>ze gegev<strong>en</strong>s zijn verkreg<strong>en</strong> middels e<strong>en</strong> door de afdeling<strong>en</strong><br />

Personeel&Organisatie (P&O) ingevulde vrag<strong>en</strong>lijst.<br />

2. <strong>De</strong> gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de “ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

werksituatie” zijn kwalitatieve gegev<strong>en</strong>s. <strong>De</strong>ze gegev<strong>en</strong>s zijn verzameld middels:<br />

- e<strong>en</strong> telefonisch interview met de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de UMC’s<br />

- e<strong>en</strong> door de directeur<strong>en</strong> P&O ingevulde vrag<strong>en</strong>lijst<br />

- e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>tanalyse <strong>van</strong> de in de UMC’s aanwezige beleidsnotities.<br />

Onderstaand zull<strong>en</strong> de gebruikte methodiek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegelicht.<br />

3.2. <strong>De</strong> kwantitatieve analyse<br />

Het doel <strong>van</strong> de cijfermatige analyse is inzicht krijg<strong>en</strong> in de verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong><br />

mannelijk/vrouwelijk medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in de organisatie <strong>en</strong><br />

de knelpunt<strong>en</strong> daarbij.<br />

Om bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd doel te bereik<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst ontworp<strong>en</strong> door bureau<br />

VanDoorneHuiskes. <strong>De</strong> vrag<strong>en</strong>lijst is digitaal verstrekt aan alle acht UMC’s in Nederland <strong>en</strong><br />

ingevuld onder verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de UMC’s.<br />

Peildatum <strong>van</strong> de gegev<strong>en</strong>s is 31-12-2006<br />

Uitgaande <strong>van</strong> het in hoofdstuk twee beschrev<strong>en</strong> model zijn de volg<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s<br />

verzameld:<br />

• Het aandeel mann<strong>en</strong>/vrouw<strong>en</strong> per: functie, functieclusters, managem<strong>en</strong>ttoelage.<br />

• Verdeling fulltime/parttime <strong>en</strong> vaste/tijdelijke contract<strong>en</strong>.<br />

• <strong>De</strong> doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> is gemet<strong>en</strong> door het vergelijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> cohort<strong>en</strong>. Er is voor<br />

gekoz<strong>en</strong> meetpunt<strong>en</strong> in tijd (2002 t/m 2006) te vergelijk<strong>en</strong> zodat de cohort<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

vergelek<strong>en</strong>. <strong>De</strong> doorstroom <strong>van</strong> medisch specialist<strong>en</strong> naar andere specialism<strong>en</strong> of<br />

functies niet zijnde medische functies is zeer zeldzaam.<br />

• <strong>De</strong> instroom/uitstroom <strong>van</strong> specialist<strong>en</strong> m/v in opleiding kan word<strong>en</strong> afgeleid uit de<br />

instroom/uitstroom cijfers per salarisschaal.<br />

3.3. <strong>De</strong> kwalitatieve analyse<br />

Het doel <strong>van</strong> de kwalitatieve analyse is inzicht bied<strong>en</strong> in de oorzak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de lage<br />

verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> in hoge(re) functies <strong>en</strong> aanknopingspunt<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> voor<br />

toekomstig beleid.<br />

9


Ook bij deze analyse is het in hoofdstuk twee beschrev<strong>en</strong> model uitgangspunt. Om<br />

de noodzakelijke gegev<strong>en</strong>s te verkrijg<strong>en</strong> is gekoz<strong>en</strong> voor telefonische interviews met<br />

de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de UMC’s (<strong>van</strong>DoorneHuiskes), e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de schriftelijke<br />

vrag<strong>en</strong>lijst (VanDoorneHuiskes), ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in te vull<strong>en</strong> door de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de<br />

UMC’s <strong>en</strong> e<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> de in de UMC’s aanwezige beleidsnotities (VanDoorneHuiskes).<br />

Tijd<strong>en</strong>s deze kwalitatieve analyse zijn gegev<strong>en</strong>s verzameld over beleidsinitiatiev<strong>en</strong>,<br />

achtergrond<strong>en</strong> voor het beleid <strong>en</strong> de houding binn<strong>en</strong> de organisatie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

doorstroom <strong>en</strong> de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel.<br />

Gegev<strong>en</strong>s over de cultuur <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong> te achterhal<strong>en</strong> door<br />

e<strong>en</strong> onderzoek onder de medewerkers zelf. E<strong>en</strong> dergelijk groot onderzoek was met de<br />

gegev<strong>en</strong> financiële middel<strong>en</strong> niet haalbaar. <strong>De</strong>ze gegev<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> niet te met<strong>en</strong> op het<br />

aggregati<strong>en</strong>iveau <strong>van</strong> het onderzoek.<br />

<strong>De</strong> factor<strong>en</strong> leeftijd <strong>en</strong> aantal ervaringsjar<strong>en</strong> zijn niet onderscheid<strong>en</strong>d <strong>en</strong> daarom niet<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het onderzoek.<br />

3.4. Sam<strong>en</strong>vatting<br />

In dit hoofdstuk zijn de diverse toegepaste method<strong>en</strong> <strong>van</strong> onderzoek beschrev<strong>en</strong>. Het<br />

toepass<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> was noodzakelijk omdat er sprake was <strong>van</strong> zowel<br />

kwantitatieve als kwalitatieve gegev<strong>en</strong>s. Voor het verzamel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kwantitatieve<br />

gegev<strong>en</strong>s is gebruik gemaakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst. Voor het verkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

kwalitatieve gegev<strong>en</strong>s is gebruik gemaakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> telefonisch interview, e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de<br />

schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>tanalyse <strong>van</strong> de in de UMC’s aanwezige<br />

beleidsnotities gerelateerd aan het onderwerp.<br />

10<br />

4. Onderzoeksresultat<strong>en</strong><br />

4.1. Inleiding<br />

In hoofdstuk drie is uite<strong>en</strong>gezet welke method<strong>en</strong> zijn gebruikt voor het verkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de gegev<strong>en</strong>s. In dit hoofdstuk word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoek beschrev<strong>en</strong>. Om<br />

te beginn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het kwantitatieve onderzoek (de kans om door te<br />

strom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>) beschrev<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het kwalitatieve deel (ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de werksituatie)<br />

beschrev<strong>en</strong>. <strong>De</strong> gegev<strong>en</strong>s <strong>van</strong> iedere UMC treft u aan in de bijlag<strong>en</strong> (bijlage 1).<br />

4.2. Resultat<strong>en</strong> kwantitatieve analyse<br />

<strong>De</strong> beschrijving <strong>van</strong> het kwantitatieve deel is als volgt ingedeeld:<br />

4.2.1. <strong>De</strong> man/vrouw verdeling bij het totale medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

personeel.<br />

4.2.2. <strong>De</strong> man/vrouw verdeling naar functie.<br />

4.2.3. Het glaz<strong>en</strong> plafond.<br />

4.2.4. <strong>De</strong> man/vrouw verdeling binn<strong>en</strong> de clusters snijd<strong>en</strong>d, niet snijd<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

ondersteun<strong>en</strong>d.<br />

4.2.5. Inschaling per functie.<br />

4.2.6. Managem<strong>en</strong>t toelage uitgesplitst naar functie <strong>en</strong> geslacht.<br />

4.2.7. Om<strong>van</strong>g di<strong>en</strong>stverband naar sekse.<br />

4.2.8. Verdeling vaste <strong>en</strong> tijdelijke contract<strong>en</strong> in 2006.<br />

4.2.9. In/uitstroom 2006 per salarisschaal <strong>en</strong> naar sekse.<br />

4.2.10. <strong>De</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> 2002 t/m 2006.<br />

4.2.1. Man/vrouw verdeling bij het totale medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel<br />

Tabel 1: man/vrouw verdeling medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel (peildatum 31 december 2006)<br />

11<br />

UMC<br />

totaal m/<br />

mwp<br />

aantal vrouw % vrouw aantal man<br />

AMC 1031 468 45,4 563<br />

azM 661 257 38,9 404<br />

ErasmusMC 1154 516 44,7 638<br />

UMCG 912 361 39,6 551<br />

LUMC 1317 625 47,5 692<br />

UMC Utrecht 1059 501 47,3 558<br />

Radboud 958 405 42,3 553<br />

VUmc 829 364 43,9 465<br />

UMC totaal 7921 3497 44,1 4424<br />

Het gemiddelde aandeel vrouw<strong>en</strong> bij het medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel is<br />

44%.<br />

Het aandeel vrouw<strong>en</strong> is het grootst bij UMC Utrecht <strong>en</strong> het LUMC (47%).<br />

Het perc<strong>en</strong>tage vrouw<strong>en</strong> bij het medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel is het<br />

laagst in het azM (39%).


4.2.2. Man/vrouw verdeling naar functie<br />

Tabel 2: man/vrouw verdeling naar functie (peildatum 31 december 2006)<br />

aantal<br />

vr<br />

12<br />

Basisarts AIO AGIKO MS UMS<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vr<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vr<br />

AMC 40 57 70 217 52 420 7 50 14 50 54 92 141 40 354<br />

AzM 16 42 38 142 50 285 2 29 7 11 38 29 81 34 240<br />

ErasmusMC 69 63 110 206 52 396 17 57 30 31 56 55 191 39 489<br />

UMCG 5 45 11 190 51 371 6 67 9 21 53 40 133 33 409<br />

LUMC<br />

Utrecht 9 56 16 219 56 390 28 56 50 22 49 45 156 40 386<br />

Radboud 4 80 5 219 53 413 12 46 26 52 57 91 115 34 342<br />

VUmc 1 25 4 217 59 366 5 50 10 12 50 24 119 39 303<br />

UMC<br />

Totaal<br />

%<br />

vr<br />

144 57 254 1410 53 2641 77 53 146 199 53 376 936 37 2523<br />

aantal<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vr<br />

HMS HHA Bijz. hoogl. Overig<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vr<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vr<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vr<br />

Het LUMC is niet in deze vergelijking meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> omdat het e<strong>en</strong> andere functie indeling<br />

hanteert.<br />

Het aandeel vrouw<strong>en</strong> per functie verschilt sterk. <strong>De</strong> vrouw<strong>en</strong> zijn het meest<br />

verteg<strong>en</strong>woordigd in de “lagere” functies. Het vrouwelijk medisch <strong>en</strong> medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel is het minst verteg<strong>en</strong>woordigd in de functies hoogleraar<br />

medisch specialist, hoogleraar/hoogleraar afdelingshoofd <strong>en</strong> bijzonder hoogleraar (8%<br />

vrouw<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 92% mann<strong>en</strong>) 2 .<br />

Van alle UMC’s heeft het UMC St Radboud het grootste aandeel vrouwelijke basisarts<strong>en</strong><br />

(80%) VUmc heeft het kleinste aandeel vrouwelijke basisarts<strong>en</strong> (25%).<br />

Het aandeel mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de functie “assist<strong>en</strong>t in opleiding tot medisch<br />

specialist” verschilt niet veel. Het aandeel vrouwelijke assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in opleiding tot medisch<br />

specialist is het grootst bij het VUmc (59%).<br />

2 In dit onderzoek is alle<strong>en</strong> medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat al het wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel niet zijnde medicus (bijvoorbeeld bij Klinische Chemie <strong>en</strong> Farmacie <strong>en</strong> Toxicologie) buit<strong>en</strong> beschouwing is gelat<strong>en</strong>. Dit<br />

beïnvloedt het % hooglerar<strong>en</strong> in academische ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> negatief.<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vr<br />

AMC 7 13 53 6 21 28 0 0 0 0 0 0<br />

azM 2 7 30 1 4 27 2 40 5 0 0 0<br />

ErasmusMC 0 0 17 1 3 33 1 4 24 0 0 0<br />

UMCG 5 10 49 1 4 23 0 0 0 0 0 0<br />

LUMC<br />

Utrecht 4 15 26 2 4 45 0 0 0 61 60 101<br />

Radboud 1 2 47 2 6 34 0 0 0 0 0 0<br />

VUmc 3 9 34 2 6 32 5 9 56 0 0 0<br />

UMC<br />

totaal<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

22 8 256 15 7 222 8 9 85 61 60 101<br />

%<br />

vr<br />

totaal<br />

m/v<br />

Het UMC St Radboud heeft het grootste aandeel vrouwelijke medisch specialist<strong>en</strong> (57%).<br />

Het azM heeft het kleinste aandeel vrouwelijke medisch specialist<strong>en</strong> (38%).<br />

Het UMC Utrecht heeft het grootste aandeel vrouwelijke hoogleraar medisch specialist<strong>en</strong><br />

(15%). Het ErasmusMC heeft ge<strong>en</strong> vrouwelijke hoogleraar medisch specialist<strong>en</strong>.<br />

Het AMC heeft het grootste aandeel vrouwelijke hoogleraar/hoogleraar afdelingshoofd<strong>en</strong>.<br />

4.2.3. Het glaz<strong>en</strong> plafond<br />

Met de glaz<strong>en</strong>plafond-index (<strong>De</strong> Olde <strong>en</strong> Slinkman) kan de dikte <strong>van</strong> het glaz<strong>en</strong> plafond<br />

gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. <strong>De</strong> index geeft het verschil aan tuss<strong>en</strong> het aandeel vrouw<strong>en</strong> in twee<br />

ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> het aandeel vrouw<strong>en</strong> in het laagste <strong>van</strong><br />

deze twee functi<strong>en</strong>iveaus (= het pot<strong>en</strong>tieel voor e<strong>en</strong> hoger functi<strong>en</strong>iveau). <strong>De</strong> formule is<br />

als volgt: Glaz<strong>en</strong>plafond-index = 100 x (b-a)/b. Daarbij staat b voor het lage functi<strong>en</strong>iveau<br />

<strong>en</strong> a voor e<strong>en</strong> niveau hoger. <strong>De</strong> Glaz<strong>en</strong>plafond-index levert altijd e<strong>en</strong> getal op tuss<strong>en</strong> 0 <strong>en</strong><br />

100. Hoe hoger het getal, hoe dikker het glaz<strong>en</strong> plafond dus hoe groter de doorstroom<br />

belemmering<strong>en</strong>.<br />

Rek<strong>en</strong>voorbeeld:<br />

Het glaz<strong>en</strong> plafond bij de UMC’s tuss<strong>en</strong> de functies AIO/AGIKO <strong>en</strong> MS/UMS is:<br />

100 x (53,4 – 39,2)/53,4 = 100 x 14,2/53,4 = 26,6<br />

In deze B<strong>en</strong>chmark is het glaz<strong>en</strong> plafond berek<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> de functies AIO/AGIKO (“lagere<br />

functies”) <strong>en</strong> MS/UMS (“midd<strong>en</strong> functies”) <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> MS/UMS (“midd<strong>en</strong> functies”) <strong>en</strong><br />

HMS/HHA (“top functies”).<br />

Tabel 3: het glaz<strong>en</strong> plafond (peildatum 31 december 2006)<br />

13<br />

%<br />

agiko/aio<br />

man<br />

%<br />

agiko/aio<br />

vrouw<br />

%<br />

ms/ums<br />

man<br />

%<br />

ms/ums<br />

vrouw<br />

UMC<br />

agiko/aio<br />

totaal<br />

glaz<strong>en</strong><br />

plafond<br />

ms/ums<br />

totaal<br />

AMC 48,4 51,6 434 17,0 57,2 42,8 446<br />

azM 50,7 49,3 292 30,6 65,8 34,2 269<br />

UMCG 48,4 51,6 380 33.5 65,7 34,3 449<br />

ErasmusMC 47,7 52,3 426 22.0 59,2 40,8 544<br />

LUMC nb<br />

Utrecht 43,9 56,1 440 26,4 58,7 41,3 431<br />

Radboud 47,4 52,6 439 26,6 61,4 38,6 433<br />

VUmc 41 59 376 32,0 59,9 40,1 327<br />

UMC totaal 46,6 53,4 2787 26,6 60,8 39,2 2899<br />

Het glaz<strong>en</strong> plafond tuss<strong>en</strong> AIO/AGIKO <strong>en</strong> MS/UMS is het dikst bij het UMCG


14<br />

%<br />

ms/ums<br />

man<br />

%<br />

ms/ums<br />

vrouw<br />

%<br />

hms/hha<br />

man<br />

%<br />

hms/hha<br />

vrouw<br />

UMC<br />

ms/ums<br />

totaal<br />

glaz<strong>en</strong><br />

plafond<br />

hms/hha<br />

totaal<br />

AMC 57,2 42,8 446 62,6 84,0 16,0 81<br />

azM 65,8 34,2 269 84,5 94,7 5,3 57<br />

UMCG 65,7 34,3 449 75,5 91,6 8,4 72<br />

ErasmusMC 59,2 40,8 544 95,1 98,0 2,0 50<br />

LUMC nb<br />

Utrecht 58,7 41,3 431 79.4 91,5 8,5 71<br />

Radboud 61,4 38,6 433 90,4 96,3 3,7 81<br />

VUmc 59,9 40,1 327 81.0 92,4 7,6 66<br />

UMC totaal 60,8 39,2 2899 80,3 92,3 7,7 477<br />

Het glaz<strong>en</strong> plafond tuss<strong>en</strong> MS/UMS <strong>en</strong> HMS/HHA is het dikst bij ErasmusMC.<br />

Het glaz<strong>en</strong> plafond tuss<strong>en</strong> MS/UMS <strong>en</strong> HMS/HHA is veel dikker dan het glaz<strong>en</strong> plafond<br />

tuss<strong>en</strong> AIO/AGIKO <strong>en</strong> MS/UMS<br />

4.2.4. Man/vrouw verdeling binn<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de clusters<br />

Behalve inzicht in het aandeel vrouw<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> verticale indeling naar functie is ook<br />

gestreefd naar inzicht in het aandeel vrouw<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> horizontale indeling naar soort<br />

specialisme. <strong>De</strong> specialism<strong>en</strong> zijn hierbij verdeeld in drie groep<strong>en</strong> namelijk snijd<strong>en</strong>d<br />

(bijvoorbeeld Oogheelkunde, Orthopedie), niet snijd<strong>en</strong>d (bijvoorbeeld Cardiologie,<br />

Longziekt<strong>en</strong>) <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d (bijvoorbeeld Pathologie, Nucleaire G<strong>en</strong>eeskunde) 3 .<br />

Tabel 4: man/vrouw verdeling naar cluster (peildatum 31 december 2006)<br />

snijd<strong>en</strong>d niet snijd<strong>en</strong>d ondersteun<strong>en</strong>d<br />

aantal %<br />

vrouw vrouw totaal aantal %<br />

m/v vrouw vrouw totaal aantal %<br />

m/v vrouw vrouw totaal<br />

m/v<br />

AMC 119 39 303 311 49 633 38 40 95<br />

azM 54 26 210 176 44 396 27 49 55<br />

ErasmusMC 125 34 370 350 52 667 41 35 117<br />

UMCG 74 30 247 261 46 572 26 28 93<br />

LUMC 41 28 144 208 53 391 39 45 86<br />

Utrecht 96 36 265 354 53 673 51 42 121<br />

Radboud 63 28 222 249 46 544 39 38 104<br />

VUmc 97 37 264 245 51 482 47 41 114<br />

UMC totaal 669 33 2025 2154 49 4358 308 39 7854 Vrouwelijke medewerkers zijn vooral te vind<strong>en</strong> in de niet snijd<strong>en</strong>de <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de<br />

specialism<strong>en</strong>.<br />

Bij de snijd<strong>en</strong>de specialism<strong>en</strong> is het aandeel mannelijke medewerkers het hoogst in het<br />

azM (74%) gevolgd door UMC St Radboud (72%) <strong>en</strong> het UMCG (70%).<br />

3 E<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> de indeling treft u aan in bijlage 2<br />

4 Het totaal <strong>van</strong> het medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel <strong>van</strong> de UMC’s wijkt in deze tabel af <strong>van</strong> het totaal medisch/<br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in tabel 1 <strong>en</strong> 2. Red<strong>en</strong><strong>en</strong>: de total<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Radboud <strong>en</strong> het Vumc in tabel 4 kom<strong>en</strong> niet<br />

geheel overe<strong>en</strong> met de total<strong>en</strong> in tabel 1 <strong>en</strong> 2. <strong>De</strong> gegev<strong>en</strong>s <strong>van</strong> het LUMC zijn wel vermeld in tabel 1 <strong>en</strong> 4 maar ontbrek<strong>en</strong> in tabel<br />

2 <strong>De</strong> total<strong>en</strong> <strong>van</strong> het LUMC in tabel 1 kom<strong>en</strong> niet overe<strong>en</strong> met de total<strong>en</strong> in tabel 4. <strong>De</strong> verschill<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> invloed op de<br />

perc<strong>en</strong>tages.<br />

Aantal<br />

vrouw<br />

totaal<br />

Het aandeel mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke medewerkers bij de niet snijd<strong>en</strong>de specialism<strong>en</strong><br />

verschilt niet veel. Het VUmc, ErasmusMC, het LUMC <strong>en</strong> UMC Utrecht hebb<strong>en</strong> meer<br />

vrouwelijke dan mannelijke medewerkers in de niet snijd<strong>en</strong>de specialism<strong>en</strong>.<br />

Het aandeel vrouwelijke medewerkers bij de ondersteun<strong>en</strong>de specialism<strong>en</strong> is het grootst in<br />

het azM (49%).<br />

4.2.5. <strong>De</strong> inschaling per functie<br />

Wat betreft het al dan niet gepromoveerd zijn kon maar de helft <strong>van</strong> de ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> de<br />

gevraagde gegev<strong>en</strong>s lever<strong>en</strong>. <strong>De</strong> gegev<strong>en</strong>s zijn daarom niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. <strong>De</strong> inschaling<br />

per functie verschilt alle<strong>en</strong> voor de functies basisarts <strong>en</strong> medisch specialist. <strong>De</strong> informatie<br />

die hieruit volgt heeft ge<strong>en</strong> toegevoegde waarde voor dit project <strong>en</strong> is dan ook niet verder<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

4.2.6. Toelage managem<strong>en</strong>ttak<strong>en</strong> uitgesplitst naar functie <strong>en</strong> geslacht<br />

<strong>De</strong> meeste UMC’s k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> managem<strong>en</strong>ttoelage voor medisch/medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel. Het gaat hier echter om dermate kleine getall<strong>en</strong> dat uit deze<br />

informatie ge<strong>en</strong> conclusies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>.<br />

4.2.7. Om<strong>van</strong>g di<strong>en</strong>stverband naar sekse<br />

Tabel 7: Aandeel vrouw<strong>en</strong> voltijd <strong>en</strong> deeltijd (peildatum 31 december 2006)<br />

15<br />

Aandeel vrouw<strong>en</strong><br />

voltijd<br />

Aandeel vrouw<strong>en</strong><br />

deeltijd < 24 uur<br />

Aandeel vrouw<strong>en</strong><br />

deeltijd 24-31 uur<br />

Aandeel vrouw<strong>en</strong><br />

deeltijd 32-35 uur<br />

Aantal<br />

vrouw %<br />

vrouw totaal<br />

m/v aantal<br />

vrouw %<br />

vrouw totaal<br />

m/v aantal<br />

vrouw %<br />

vrouw totaal<br />

m/v aantal<br />

vrouw %<br />

vrouw totaal<br />

m/v<br />

468 AMC 407 44% 931 31 50% 62 15 68% 22 15 94% 16<br />

257 azM 204 40% 513 11 26% 43 14 24% 59 28 61% 46<br />

516 ErasmusMC 328 36% 905 15 63% 24 36 22% 45 137 76% 180<br />

361 UMCG 282 36% 789 4 31% 13 23 77% 30 52 65% 80<br />

625 LUMC 381 42% 914 110 49% 224 62 73% 85 115 71% 161<br />

501 Utrecht 435 45% 957 18 49% 37 33 79% 42 15 65% 23<br />

405 Radboud 254 35% 731 29 52% 56 97 73% 133 22 49% 45<br />

364 VUmc nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb<br />

3497 UMC totaal 2291 40% 5740 218 46% 459 280 69% 416 384 69% 551<br />

Tuss<strong>en</strong> de UMC’s zijn ge<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> wat betreft de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het di<strong>en</strong>stverband<br />

naar sekse.Van het VUmc zijn betreff<strong>en</strong>de dit onderdeel ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d.<br />

Van de vrouwelijke medewerkers werkt 72% fulltime (mann<strong>en</strong> 87%), 12% werkt tuss<strong>en</strong><br />

de 32 <strong>en</strong> 35 uur (mann<strong>en</strong> 4%), 9% werkt tuss<strong>en</strong> de 24 <strong>en</strong> de 31 uur (mann<strong>en</strong> 3%) <strong>en</strong> 7%<br />

werkt 24 uur of minder (mann<strong>en</strong> 6%).<br />

In feite zijn de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> wat betreft om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

werkweek relatief gering. Wel zijn de verschill<strong>en</strong> in verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> mann<strong>en</strong>/<br />

vrouw<strong>en</strong> in de hoogste posities groot. Daarmee wint de hypothese dat bij doorstroom ook<br />

andere factor<strong>en</strong> dan deeltijd e<strong>en</strong> <strong>rol</strong> spel<strong>en</strong> aan kracht.


4.2.8. Verdeling vaste <strong>en</strong> tijdelijke contract<strong>en</strong><br />

Tabel 8: aandeel vrouw<strong>en</strong> met vast of tijdelijk contract (peildatum 31 december 2006)<br />

16<br />

Tijdelijk contract Vast contract<br />

aantal vrouw % vrouw totaal m/v aantal vrouw % vrouw totaal m/v<br />

AMC 321 54 598 147 34 433<br />

azM 176 45 395 81 30 266<br />

ErasmusMC 342 53 647 174 34 507<br />

UMCG 225 51 441 136 29 471<br />

LUMC 378 55 692 247 39 625<br />

UMC Utrecht 364 56 654 137 34 405<br />

UMC St. Radboud 278 52 533 127 30 425<br />

VUmc 249 53 466 111 31 363<br />

UMC totaal 2333 53 4426 1160 33 3495<br />

Er zijn ge<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de UMC’s <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> wat betreft<br />

tijdelijke contract<strong>en</strong>. Ook wat betreft de vaste contract<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

UMC’s niet groot maar wel tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. Meer mann<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract.<br />

4.2.9. In/uitstroom 2006 per salarisschaal<br />

In de meeste salarisschal<strong>en</strong> zijn meer vrouw<strong>en</strong> ingestroomd dan uitgestroomd. Het<br />

aandeel vrouw<strong>en</strong> dat instroomt in de hogere functies blijft achter bij het aandeel mann<strong>en</strong><br />

in die functies. Het gaat hier echter wel om zeer geringe aantall<strong>en</strong>. Om die red<strong>en</strong> zijn de<br />

bijbehor<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> hier niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maar in bijlage 3.<br />

4.2.10. <strong>De</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> de man/vrouw verdeling <strong>van</strong> 2004 t/m 2006<br />

Tabel 11: verdeling M/MWP naar sekse 2004 t/m 2006 (peildatum 31 december 2006)<br />

2004 2005 2006<br />

%<br />

%<br />

%<br />

vrouw totaal vrouw totaal vrouw totaal<br />

AMC nb nb nb nb 45 1031<br />

azM 39 577 39 576 39 661<br />

ErasmusMC 44 1114 45 1132 45 1154<br />

UMCG 38 862 39 888 40 912<br />

LUMC nb nb 47 1282 47 1317<br />

UMC Utrecht 44 965 46 991 47 1059<br />

UMC St. Radboud nb nb nb nb 42 958<br />

VUmc 41 724 42 736 44 829<br />

Totaal 42 4242 44 5605 44 7921<br />

In de meeste UMC’s is het aandeel vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 2004 <strong>en</strong> 2006 licht gesteg<strong>en</strong>.<br />

Over de jar<strong>en</strong> voorafgaand aan 2004 war<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s niet vergelijkbaar. Die gegev<strong>en</strong>s<br />

zijn om die red<strong>en</strong> niet in het overzicht opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Het LUMC, Radboud <strong>en</strong> het amc uvA hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> historische gegev<strong>en</strong>s aangeleverd.<br />

4.3. Resultat<strong>en</strong> kwalitatieve analyse<br />

Zoals in paragraaf 3.3 beschrev<strong>en</strong> bestond het kwalitatieve onderzoek uit drie onderdel<strong>en</strong><br />

namelijk:<br />

1. e<strong>en</strong> telefonisch interview met de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de UMC’s;<br />

2. e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst in te vull<strong>en</strong> door de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de UMC’s;<br />

3. e<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> de bestaande beleidsdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

4.3.1. <strong>De</strong> resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het telefonisch interview<br />

Tijd<strong>en</strong>s het telefonisch interview is aan de sleutelfigur<strong>en</strong>, de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de<br />

UMC’s, e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> 12 stelling<strong>en</strong> voorgelegd.<br />

<strong>De</strong> vrag<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gericht op:<br />

1. Inzicht in de situatie wat betreft de verdeling <strong>van</strong> het medisch <strong>en</strong> medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel (M/MWP) naar sekse <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit inzicht voor het<br />

beleid.<br />

2. Het belang <strong>van</strong> het aandeel/de positie <strong>van</strong> het vrouwelijk M/MWP binn<strong>en</strong> de<br />

organisatie.<br />

3. Verklaring<strong>en</strong> voor het geringe aandeel vrouw<strong>en</strong> in hogere posities of de geringe<br />

doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies.<br />

4. Het aanwezige beleid <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong>.<br />

Onderstaand e<strong>en</strong> weergave <strong>van</strong> de door de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s.<br />

1. <strong>De</strong> situatie voor wat betreft de verdeling <strong>van</strong> het M/MWP naar sekse binn<strong>en</strong> het<br />

ziek<strong>en</strong>huis<br />

1.a <strong>De</strong> mate waarin er in kwantitatief opzicht inzicht bestaat in het aandeel vrouwelijk<br />

M/MWP binn<strong>en</strong> de organisatie (algeme<strong>en</strong>, verschil leidinggev<strong>en</strong>de functies,<br />

verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> specialism<strong>en</strong> etc).<br />

1.b Wat wordt er met dit inzicht gedaan: conclusies <strong>en</strong> verder beleid.<br />

17<br />

1.a Alle UMC’s hebb<strong>en</strong> cijfermatig inzicht in de verdeling <strong>van</strong> het personeel naar sekse.<br />

<strong>De</strong> mate waarin m<strong>en</strong> inzicht heeft in de kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s varieert per<br />

ziek<strong>en</strong>huis. Hoewel algeme<strong>en</strong> cijfermatig inzicht aanwezig is <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

om te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong> ook aanwezig zijn, word<strong>en</strong> de cijfers vaak niet gediffer<strong>en</strong>tieerd<br />

naar functi<strong>en</strong>iveau of sekse <strong>en</strong> blijkt m<strong>en</strong> in de meeste gevall<strong>en</strong> niet op de hoogte<br />

<strong>van</strong> in-<strong>en</strong> doorstroom cijfers uitgesplitst naar sekse <strong>en</strong>/of functi<strong>en</strong>iveau.<br />

1.b Gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> het cijfermatig inzicht voor het beleid<br />

Voor drie UMC’s geldt dat er ge<strong>en</strong> specifiek beleid is om de doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies te bevorder<strong>en</strong>. Tot nu toe heeft het kwantitatief<br />

inzicht er binn<strong>en</strong> deze ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> toe geleid dat er wel aandacht is voor het<br />

thema maar er is in dit kader ge<strong>en</strong> strategisch beleid ontwikkeld.<br />

Binn<strong>en</strong> de overige UMC’s heeft het inzicht in de kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s<br />

geleid tot e<strong>en</strong> aantal beleidsinitiatiev<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> vrouw aanstell<strong>en</strong> in de


18<br />

b<strong>en</strong>oemingscommissie voor hooglerar<strong>en</strong>, aandacht voor het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

vrouwelijke hooglerar<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>toring, T<strong>en</strong>ure Track, <strong>en</strong> Managem<strong>en</strong>t <strong>De</strong>velopm<strong>en</strong>t<br />

programma’s (zie ook het schema op pagina 28 <strong>en</strong> 29).<br />

Enkele ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorkeursbeleid bij de werving. Dit houdt in<br />

dat bij gelijke geschiktheid e<strong>en</strong> vrouw wordt b<strong>en</strong>oemd. Het hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

voorkeursbeleid blijkt echter ge<strong>en</strong> garantie voor de b<strong>en</strong>oeming <strong>van</strong> vrouwelijke<br />

hooglerar<strong>en</strong> bij gelijke geschiktheid.<br />

<strong>De</strong> m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over de volg<strong>en</strong>de stelling war<strong>en</strong> dan ook verdeeld.<br />

Stelling: Bij het aannem<strong>en</strong> <strong>van</strong> M/MWP geef ik waar mogelijk vrouw<strong>en</strong> voorrang<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

4 4<br />

Meerdere UMC’s zegg<strong>en</strong> dat er uitsluit<strong>en</strong>d naar de functie <strong>en</strong> de kwaliteit<strong>en</strong> voor de functie<br />

wordt gekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> selectie op basis <strong>van</strong> sekse plaats vindt.<br />

Betreff<strong>en</strong>de de voorgelegde stelling over streefcijfers war<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> verdeeld.<br />

Stelling: Streefcijfers t.a.v. vrouw<strong>en</strong> in de organisatie zijn e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t voor mijn<br />

organisatie<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

3 5<br />

Bij drie ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> wordt gewerkt met stuurgetall<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de doorstroom <strong>en</strong>/of het<br />

aandeel vrouwelijke specialist<strong>en</strong> <strong>De</strong> overige UMC’s hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> stuurgetall<strong>en</strong> of specifieke<br />

doelstelling<strong>en</strong> waarin onderscheid naar sekse wordt gemaakt.<br />

2. Het belang <strong>van</strong> het aandeel/de positie <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP binn<strong>en</strong> de organisatie:<br />

2.a Oordeel over het aandeel/de positie <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP binn<strong>en</strong> het<br />

ziek<strong>en</strong>huis (eig<strong>en</strong> oordeel, oordeel ander<strong>en</strong>).<br />

2.b achtergrond<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze houding (waarom belangrijk, waarom niet)<br />

2.c Oordeel Raad <strong>van</strong> Bestuur.<br />

2.a Het algem<strong>en</strong>e oordeel <strong>van</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is dat er wel voldo<strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> in de<br />

organisatie aanwezig zijn maar dat ze onderverteg<strong>en</strong>woordigd zijn in de topfuncties.<br />

Alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de hogere functies<br />

te klein is. <strong>De</strong> realiteit is echter dat het niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d is dat vrouw<strong>en</strong><br />

doorstrom<strong>en</strong>.<br />

Stelling: Ik vind dat er te veel ophef gemaakt wordt over de positie <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

organisaties<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

1 7<br />

Stelling: Ik vind het belangrijk dat het aandeel vrouwelijk M/MWP de kom<strong>en</strong>de vijf jaar verdubbelt<br />

19<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

4 4<br />

Gezi<strong>en</strong> de reacties op de twee voorgaande stelling<strong>en</strong> vindt m<strong>en</strong> het onderwerp wel <strong>van</strong><br />

belang maar is er ge<strong>en</strong> streefdatum vastgesteld.<br />

Bij alle ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> goede balans tuss<strong>en</strong> het aandeel mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> bij<br />

het medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in meer of mindere mate belangrijk<br />

gevond<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de organisaties wordt het belang <strong>van</strong> de doorstroming <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>d ervar<strong>en</strong>.<br />

2.b <strong>De</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom m<strong>en</strong> dit belangrijk vindt lop<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>. Enkele g<strong>en</strong>oemde<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong>: mogelijke tekort<strong>en</strong> in de toekomst als de huidige hooglerar<strong>en</strong> met<br />

emeritaat gaan, anticiper<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> organisatiecultuur waarin veel meer vrouw<strong>en</strong><br />

aanwezig zijn, de sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong> het medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel moet e<strong>en</strong> weerspiegeling zijn <strong>van</strong> de diversiteit in de sam<strong>en</strong>leving, de<br />

arbeidsmarkt, het imago <strong>van</strong> het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Stelling: Het hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> in de top, bijvoorbeeld RvB is <strong>van</strong> belang voor het imago <strong>van</strong> mijn<br />

organisatie<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

7 1<br />

Stelling: de diversiteit <strong>van</strong> de sam<strong>en</strong>leving moet word<strong>en</strong> weerspiegeld in de sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong> het M/<br />

MWP in onze organisatie<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

6 2<br />

2.c Bij de meeste Rad<strong>en</strong> <strong>van</strong> Bestuur staat het onderwerp op de ag<strong>en</strong>da maar in andere<br />

onderdel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de organisaties is dat vaak niet het geval.<br />

3. Mogelijke verklaring<strong>en</strong> voor het geringe aandeel vrouw<strong>en</strong> in hogere functies of minder<br />

doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies binn<strong>en</strong> de UMC’s<br />

Aan de UMC’s is e<strong>en</strong> aantal verklaring<strong>en</strong> voorgelegd voor de geringe doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies. <strong>De</strong> verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> de reacties hierop zijn hieronder<br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

3.a Het aanbod <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> voor hoge(re) functies<br />

Alle UMC’s zijn <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat het aanbod <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> voor deze functies<br />

teg<strong>en</strong>woordig ge<strong>en</strong> <strong>rol</strong> meer speelt.<br />

3.b Onderwaardering <strong>van</strong> de capaciteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

Over de kwaliteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> wordt binn<strong>en</strong> de UMC’s niet echt getwijfeld. Er


20<br />

word<strong>en</strong> wel drie k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd die word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> belemmering vorm<strong>en</strong> voor de doorstroom naar hogere functies namelijk:<br />

commitm<strong>en</strong>t, beschikbaarheid <strong>en</strong> het feit dat vrouw<strong>en</strong> zich niet zo snel op de<br />

voorgrond plaats<strong>en</strong>. Ook wordt gezegd dat de onderverteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> in topfuncties gedeeltelijk bij de vrouw<strong>en</strong> zelf ligt. G<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> in dit<br />

verband: vrouw<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong>wege culturele oorzak<strong>en</strong> niet gew<strong>en</strong>d zich te richt<strong>en</strong> op<br />

leidinggev<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong> ze meld<strong>en</strong> zich hier ook niet voor aan, het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

doorzettingsvermog<strong>en</strong>, het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> ambitie <strong>en</strong> het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de functie<br />

eis<strong>en</strong> voor hoogleraarschap.<br />

3.c Werk/zorg combinatie<br />

<strong>De</strong> combinatie <strong>van</strong> arbeid <strong>en</strong> zorg vormt volg<strong>en</strong>s de UMC’s e<strong>en</strong> belangrijke<br />

verklaring voor het geringe aantal vrouw<strong>en</strong> in hogere functies. <strong>De</strong> topfuncties<br />

binn<strong>en</strong> de UMC’s vereis<strong>en</strong> onderzoek, patiënt<strong>en</strong>zorg <strong>en</strong> onderwijs. Het promover<strong>en</strong>,<br />

onderwijs gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderzoek do<strong>en</strong> is zwaar <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t toch vaak meer dan<br />

60 uur per week werk<strong>en</strong>. Daarbij ziet m<strong>en</strong> dat de balans werk-zorg in gevaar<br />

komt. Onderzoek wordt in principe in de vrije tijd uitgevoerd <strong>en</strong> dat blijkt lastig te<br />

combiner<strong>en</strong>.<br />

Stelling: Ik b<strong>en</strong> verantwoordelijk voor het creër<strong>en</strong> <strong>van</strong> oplossing<strong>en</strong> voor medewerkers die problem<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> met de combinatie arbeid/zorg<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

4 4<br />

Vier <strong>van</strong> de acht UMC’s zijn <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat de verantwoordelijkheid voor het creër<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

oplossing<strong>en</strong> voor de problem<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de combinatie arbeid/zorg e<strong>en</strong><br />

gedeelde verantwoordelijkheid is <strong>van</strong> zowel werkgever als werknemer.<br />

3.d Gebrek aan faciliteit<strong>en</strong> wat betreft werk/zorg combinatie (kinderop<strong>van</strong>g, deeltijd,<br />

flexibele werktijd<strong>en</strong>).<br />

E<strong>en</strong> gebrek aan faciliteit<strong>en</strong> is volg<strong>en</strong>s de meeste UMC’s ge<strong>en</strong> directe verklaring voor<br />

de geringe doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar topfuncties.<br />

E<strong>en</strong> aantal UMC’s zegt goede faciliteit<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong> zoals kinderop<strong>van</strong>g die de<br />

mogelijkheid voor e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke carrière ondersteun<strong>en</strong>.<br />

Werk<strong>en</strong> in deeltijd ziet m<strong>en</strong> wel als e<strong>en</strong> belangrijke verklar<strong>en</strong>de factor voor het<br />

geringe aandeel vrouw<strong>en</strong> in topfuncties. <strong>De</strong> w<strong>en</strong>s <strong>van</strong> medisch specialist<strong>en</strong> om<br />

in deeltijd te werk<strong>en</strong> vormt volg<strong>en</strong>s vrijwel alle UMC’s e<strong>en</strong> belemmering bij e<strong>en</strong><br />

carrièrepad naar hoogleraarschap.<br />

Toch zegg<strong>en</strong> alle UMC’s dat zij het one<strong>en</strong>s zijn met de stelling dat medewerkers die<br />

carrière will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> altijd volledig beschikbaar di<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn.<br />

Stelling: Medewerkers die carrière will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> altijd voltijd beschikbaar te zijn<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

0 8<br />

Afgaand op de reacties op onderstaande stelling zijn de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over de kost<strong>en</strong>/bat<strong>en</strong><br />

analyse <strong>van</strong> het werk<strong>en</strong> in deeltijd echter verdeeld.<br />

Stelling: <strong>De</strong> kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> deeltijd in hogere functies weg<strong>en</strong> niet op teg<strong>en</strong> de bat<strong>en</strong> voor onze<br />

organisatie<br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

3 5<br />

21<br />

3.e <strong>De</strong> wijze waarop rekrutering voor hogere functies plaatsvindt<br />

<strong>De</strong> meeste respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat de rekrutering voor hogere functies<br />

veelal via mann<strong>en</strong>netwerk<strong>en</strong> plaatsvindt. Ook wanneer op<strong>en</strong> competitie nagestreefd<br />

wordt, is m<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege schaarste in het aanbod toch vaak aangewez<strong>en</strong> op werving<br />

via netwerk<strong>en</strong>.Vermeld wordt ook dat het andere zoekgedrag <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

belemmering kan zijn bij de rekrutering <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> voor hogere posities. E<strong>en</strong><br />

ander aspect dat wordt g<strong>en</strong>oemd is het “kopieergedrag”. Hiermee wordt bedoeld<br />

dat bij de keuze <strong>van</strong> nieuwe hooglerar<strong>en</strong> of opvolgers m<strong>en</strong> vaak m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kiest die<br />

op zichzelf lijk<strong>en</strong>. Mann<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> daarnaast vaak mann<strong>en</strong>. Daarnaast wordt door<br />

meerdere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vermeld dat met name oudere hooglerar<strong>en</strong> niet altijd<br />

positief staan t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> vrouwelijke collega’s.<br />

3.f Gebrek aan transparantie bij de rekrutering voor hogere functies/loopbaankans<strong>en</strong><br />

Alle UMC’s vermeld<strong>en</strong> dat er sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gebrek aan transparantie bij<br />

de b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong> <strong>van</strong> hooglerar<strong>en</strong>. Ook de selecties word<strong>en</strong> niet duidelijk <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong> gevoerd. M<strong>en</strong> is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat het beleid betreff<strong>en</strong>de de b<strong>en</strong>oeming<br />

<strong>van</strong> hooglerar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het licht gehoud<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Er zou meer<br />

geobjectiveerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan nu het geval is <strong>en</strong> de selecties zoud<strong>en</strong> duidelijker<br />

<strong>en</strong> professioneler kunn<strong>en</strong>. Bij één UMC zit e<strong>en</strong> vrouw in de b<strong>en</strong>oemingscommissie.<br />

Zij rapporteert aan de Raad <strong>van</strong> Bestuur wie <strong>van</strong> de kandidat<strong>en</strong> is gekoz<strong>en</strong>, hoeveel<br />

vrouwelijke kandidat<strong>en</strong> er war<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarom zij zijn afgewez<strong>en</strong>. Bij één UMC is er<br />

formeel sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> voorkeursbeleid. <strong>De</strong> toepassing er<strong>van</strong> wordt echter niet als<br />

transparant ervar<strong>en</strong>.<br />

3.g <strong>De</strong> cultuur <strong>van</strong> de organisatie<br />

Door e<strong>en</strong> aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt vermeld dat de organisatiecultuur e<strong>en</strong><br />

<strong>rol</strong> speelt bij de beperkte doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies. Met<br />

organisatiecultuur word<strong>en</strong> dan bijvoorbeeld de ideeën <strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> bedoeld die<br />

gangbaar zijn in de organisatie of bepaalde heers<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong>. <strong>De</strong> beeldvorming<br />

over de capaciteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> speelt ook e<strong>en</strong> <strong>rol</strong>. In bepaalde functies word je<br />

geacht er “e<strong>en</strong> schepje bov<strong>en</strong>op te do<strong>en</strong>” <strong>en</strong> m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt dat vrouw<strong>en</strong> dat niet zo zi<strong>en</strong><br />

zitt<strong>en</strong>. Ook de cultuur <strong>van</strong> het politieke spel wordt g<strong>en</strong>oemd als belemmering voor<br />

de doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>: “meedo<strong>en</strong> in het politieke spel wordt door vrouw<strong>en</strong><br />

niet gezi<strong>en</strong> als uitdaging maar als last”. Verder wordt nog g<strong>en</strong>oemd dat vrouw<strong>en</strong><br />

niet word<strong>en</strong> gevraagd voor hogere functies omdat het niet in de cultuur zit.<br />

Vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dit extra duwtje juist wel nodig, vrouw<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet voldo<strong>en</strong>de<br />

uitgedaagd om mee te do<strong>en</strong>.


22<br />

Ook wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat het zelfbeeld <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oorzaak is <strong>van</strong> de<br />

onder verteg<strong>en</strong>woordiging in leidinggev<strong>en</strong>de functies. Vrouw<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> zichzelf niet als<br />

leidinggev<strong>en</strong>de in teg<strong>en</strong>stelling tot mann<strong>en</strong> die zich duidelijker pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> op dit<br />

punt.<br />

Eén UMC stelt dat de cultuur in de organisatie niet primair gericht is op het lat<strong>en</strong><br />

doorgroei<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar leidinggev<strong>en</strong>de functies. Het is niet gangbaar om na<br />

te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de eig<strong>en</strong> opvolging. Hierdoor wordt tal<strong>en</strong>t niet echt gekoesterd.<br />

3.h Het gebrek aan mobiliteit (<strong>van</strong> mann<strong>en</strong>) binn<strong>en</strong> de organisatie<br />

Volg<strong>en</strong>s alle UMC’s speelt mobiliteit maar e<strong>en</strong> kleine <strong>rol</strong> bij de gebrekkige<br />

doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>. <strong>De</strong> mate waarin mobiliteit e<strong>en</strong> verklaring biedt voor het<br />

geringe aandeel in topfuncties is per organisatie verschill<strong>en</strong>d. Bij e<strong>en</strong> aantal UMC’s<br />

is m<strong>en</strong> wel aan het nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over het bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mobiliteit maar dit is dan<br />

niet specifiek om de doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong>.<br />

4. Beleid<br />

4.a Welk beleid is tot nu toe gevoerd<br />

4.b Wat zou e<strong>en</strong> oplossing bied<strong>en</strong><br />

4.a Het beleid dat tot nu toe is gevoerd betreff<strong>en</strong>de de doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

verschilt per UMC. Over de geleverde inspanning<strong>en</strong> tot nu toe zijn de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

verdeeld gezi<strong>en</strong> onderstaande stelling<br />

Stelling: ik doe er veel aan om vrouw<strong>en</strong> in hogere posities te krijg<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

3 5<br />

Twee UMC’s vermeld<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> specifiek gestuurd <strong>en</strong> expliciet beleid te voer<strong>en</strong>,<br />

bij één daar<strong>van</strong> is er binn<strong>en</strong> de organisatie mom<strong>en</strong>teel wel aandacht voor de<br />

doorstroom <strong>en</strong> word<strong>en</strong> er kleine stapp<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zoals het plaats<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

vrouw in de b<strong>en</strong>oemingscommissie voor hooglerar<strong>en</strong>.<br />

Bij twee UMC’s wordt gestuurd via integraal beleid. Zo is er bij één <strong>van</strong> de twee<br />

e<strong>en</strong> HR visie gericht op coaching <strong>en</strong> leiderschap <strong>en</strong> daarbinn<strong>en</strong> wordt gestuurd op<br />

doorstroom. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook faciliteit<strong>en</strong> gecreëerd. M<strong>en</strong> richt zich hier op<br />

e<strong>en</strong> cultuuromslag in plaats <strong>van</strong> op e<strong>en</strong> direct emancipatiebeleid.<br />

Bij de andere UMC’s richt m<strong>en</strong> zich op individueel tal<strong>en</strong>t waarbij diversiteit wel<br />

belangrijk gevond<strong>en</strong> wordt.<br />

Uit de voorgelegde stelling blijkt dat ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> de UMC’s vindt dat het te kostbaar is<br />

om vrouwelijk M/MWP e<strong>en</strong> coachingstraject te gev<strong>en</strong>.<br />

Stelling: coaching <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> in onze organisatie zou te veel geld kost<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

0 8<br />

23<br />

4.b Wat betreft oplossing<strong>en</strong> is er, uitgaande <strong>van</strong> de beleidsvisies <strong>en</strong> plann<strong>en</strong> voor de<br />

toekomst, tuss<strong>en</strong> de UMC’s e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>. Sommige UMC’s strev<strong>en</strong> naar<br />

e<strong>en</strong> vrij algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> breed beleid. Ontwikkeling is binn<strong>en</strong> dit beleid voor iedere<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> belang, niet alle<strong>en</strong> voor bepaalde doelgroep<strong>en</strong> of functiegroep<strong>en</strong>.<br />

Andere ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar meer specifieke sturing wat betreft vrouw<strong>en</strong> in<br />

hogere functies. Cultuuromslag wordt hier g<strong>en</strong>oemd als belangrijk middel. Eén UMC<br />

heeft ge<strong>en</strong> expliciet beleid op het programma staan, bevordering <strong>van</strong> doorstroom<br />

heeft daar ge<strong>en</strong> prioriteit.<br />

Volg<strong>en</strong>s de voorgelegde stelling is m<strong>en</strong> positief over de beïnvloedingsmogelijkhed<strong>en</strong><br />

wat betreft het verbeter<strong>en</strong> <strong>van</strong> de positie <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP, slecht één UMC<br />

was het e<strong>en</strong>s met de stelling.<br />

Stelling: als werkgever heb ik maar weinig mogelijkhed<strong>en</strong> de positie <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> onze<br />

organisatie te verbeter<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong>s One<strong>en</strong>s<br />

1 7<br />

4.3.2. <strong>De</strong> resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst voor de directeur<strong>en</strong> P&O<br />

Als aanvulling op het telefonisch interview hebb<strong>en</strong> de directeur<strong>en</strong> P&O <strong>van</strong> de UMC’s ook<br />

schriftelijk e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> beantwoord.<br />

Dit war<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> over:<br />

a. <strong>De</strong> fase waarin de organisatie zich bevindt wat betreft het onderwerp<br />

“loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het M/MWP”.<br />

b. Wordt het onderwerp “loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

uitgedrag<strong>en</strong> door de top/Raad <strong>van</strong> Bestuur.<br />

c. Wordt het onderwerp loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> doorstroom <strong>van</strong> M/MWP erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

uitgedrag<strong>en</strong> door de hele organisatie.<br />

d. Is het onderwerp loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP<br />

onderdeel <strong>van</strong> het strategisch <strong>en</strong>/of HRM beleid.<br />

e. Het toepass<strong>en</strong> <strong>van</strong> beleidsmaatregel<strong>en</strong> gericht op het bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de doorstroom<br />

<strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>.<br />

Gevraagd naar de beleidsfase waarin de UMC’s zitt<strong>en</strong> wanneer het loopbaanontwikkeling<br />

<strong>en</strong> doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> in het medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel betreft<br />

zegg<strong>en</strong> twee UMC’s dat ze nog ge<strong>en</strong> initiatief hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, vijf UMC’s zegg<strong>en</strong> dat<br />

ze bezig zijn met de ontwikkeling <strong>van</strong> beleid <strong>en</strong> één UMC zegt dat het bezig is met het<br />

uitvoer<strong>en</strong> <strong>van</strong> beleid.<br />

<strong>De</strong> reacties op de vrag<strong>en</strong> naar het uitdrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderwerp door de Raad <strong>van</strong> Bestuur<br />

<strong>en</strong> de hele organisatie zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in onderstaand schema<br />

Wordt de loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> doorstroom<br />

<strong>van</strong> M/MWP vrouw<strong>en</strong> door de top/Raad <strong>van</strong><br />

bestuur erk<strong>en</strong>d?<br />

Wordt de loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> doorstroom<br />

<strong>van</strong> M/MWP vrouw<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> uitgedrag<strong>en</strong><br />

door de hele organisatie<br />

Ja Nee Ja Nee<br />

7 1 1 7


Zev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de acht respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de UMC’s gev<strong>en</strong> aan dat het belang <strong>van</strong> de<br />

doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> in hogere functies wordt erk<strong>en</strong>d in de Raad <strong>van</strong> Bestuur. Volg<strong>en</strong>s<br />

één UMC voelt m<strong>en</strong> de urg<strong>en</strong>tie in de top betreff<strong>en</strong>de de geringe verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> in hoogleraar posities.<br />

Bij één UMC staat de doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> niet op de ag<strong>en</strong>da <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Bestuur<br />

<strong>en</strong> wordt het onderwerp ook in de rest <strong>van</strong> de organisatie niet uitgedrag<strong>en</strong>. Hoewel m<strong>en</strong> bij<br />

dit UMC ook constateert dat mann<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>laag dominer<strong>en</strong>, signaleert m<strong>en</strong> tegelijkertijd<br />

de ontwikkeling dat steeds meer vrouw<strong>en</strong> de functies net b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> topniveau vervull<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de hogere functies toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het betreff<strong>en</strong>de<br />

UMC ziet om deze red<strong>en</strong> de doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> ook niet als e<strong>en</strong> echt thema in de<br />

organisatie.<br />

Eén UMC geeft aan dat de doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> door de gehele organisatie wordt<br />

erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> uitgedrag<strong>en</strong>. Dat impliceert echter niet dat het onderwerp in de dagelijkse<br />

praktijk prioriteit heeft.<br />

Wat betreft de vraag of het onderwerp loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouwelijk M/MWP onderdeel is <strong>van</strong> het strategisch <strong>en</strong>/of HRM beleid geldt voor drie<br />

UMC’s dat er ge<strong>en</strong> sprake is <strong>van</strong> specifiek beleid t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> de doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> in hogere functies. <strong>De</strong> cijfers <strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> zijn wel bek<strong>en</strong>d, maar ze behor<strong>en</strong> niet<br />

tot de reguliere managem<strong>en</strong>tinformatie.<br />

Binn<strong>en</strong> de overige UMC’s heeft het inzicht in de kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s geleid tot e<strong>en</strong><br />

aantal beleidsinitiatiev<strong>en</strong>.<br />

Het toepass<strong>en</strong> <strong>van</strong> beleidsmaatregel<strong>en</strong> gericht op het bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong><br />

Bij de schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst voor de directeur<strong>en</strong> P&O was e<strong>en</strong> lijst gevoegd met e<strong>en</strong><br />

aantal beleidsmaatregel<strong>en</strong>. <strong>De</strong> directeur<strong>en</strong> P&O is gevraagd welke <strong>van</strong> deze maatregel<strong>en</strong><br />

in de eig<strong>en</strong> organisatie wordt toegepast. <strong>De</strong> resultat<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zijn, in combinatie met de<br />

resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de docum<strong>en</strong>tanalyse, in het overzicht op de volg<strong>en</strong>de pagina weergegev<strong>en</strong>.<br />

24<br />

Secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>/werkomstandighed<strong>en</strong><br />

<strong>De</strong>eltijd werk<strong>en</strong> op hogere posities √ X √ √ √ √ √ √<br />

Flexibele werktijd<strong>en</strong> √ √ X √ √ √ √ √<br />

Thuiswerk<strong>en</strong> √ X X √ X √ √ √<br />

Kinderop<strong>van</strong>g in het ziek<strong>en</strong>huis √ X √ X √ √ √ √<br />

Anders, namelijk ......<br />

Planning<br />

Inzicht in aandeel vrouw<strong>en</strong> in het umc per functi<strong>en</strong>iveau √ √ √ √ √ √ √ √<br />

Inzicht in aandeel vrouw<strong>en</strong> in hogere functies √ √ √ √ √ √ √ √<br />

Inzicht in in- door- <strong>en</strong> uitstroomcijfers M/V per functi<strong>en</strong>iveau √ √ X √ √ X √ √<br />

Streefcijfers aandeel vrouwelijke medisch specialist<strong>en</strong> X X √ √ X X √<br />

Anders, namelijk ......<br />

Instroom/voorkom<strong>en</strong> uitstroom<br />

Arbeidsmarktcommunicatie: aandacht aandeel vrouw<strong>en</strong>? X X X X X X √<br />

Op vrouw<strong>en</strong> gerichte werving voor opleidingsplaats<strong>en</strong> X X X X X X X<br />

Er word<strong>en</strong> exitgesprekk<strong>en</strong> gevoerd tbv voorkom<strong>en</strong> vertrek<br />

vrouw<strong>en</strong><br />

Anders, namelijk ......<br />

Selectie <strong>en</strong> promotie<br />

X X √ √ X X X<br />

Voorkeursbeleid vrouw<strong>en</strong> bij gelijke geschiktheid bij in- <strong>en</strong><br />

doorstroom<br />

X X √ X √ X X X<br />

Gerichte selectie <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> bij doorstroom naar hogere<br />

functies<br />

Anders, namelijk ......<br />

Opleidingsbeleid<br />

X X X X X X √<br />

Inzicht in aandeel vrouw<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> √ X √ X √ √<br />

Opl. voor vrouw<strong>en</strong> (of strev<strong>en</strong> aandeel vrouw<strong>en</strong> in -) X X X X X X<br />

Anders, namelijk ......<br />

Loopbaanontwikkeling<br />

MD voor vrouwelijke specialist<strong>en</strong> (in opleiding). of strev<strong>en</strong><br />

aandeel vrouw<strong>en</strong> in..<br />

X X √ √ X √ X X<br />

M<strong>en</strong>toring <strong>en</strong>/of coaching voor vrouwelijke specialist<strong>en</strong><br />

Er zijn alternatieve carrièrepad<strong>en</strong><br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

√<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

√<br />

X<br />

X<br />

X<br />

√<br />

√<br />

Faciliteit<strong>en</strong> voor vrouwelijke specialist<strong>en</strong> om deelname aan<br />

X X √ √ X X X √<br />

netwerk<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong><br />

Anders, namelijk ......<br />

Cultuur- <strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering<br />

Activiteit<strong>en</strong> voor vrouwelijke high pot<strong>en</strong>tials X √ √ √ X √ X X<br />

Diversiteit naar sekse wordt als beoordelingscriterium voor<br />

X X X X X X X X<br />

managers, hoofd<strong>en</strong> <strong>van</strong> vakgroep<strong>en</strong>, afdeling<strong>en</strong> gehanteerd<br />

Stur<strong>en</strong> op diversity awar<strong>en</strong>ess lijnmanagers X X X X X √ X X<br />

Cultuuronderzoek naar knelpunt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

X X X √ X X X<br />

organisatiecultuur voor doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

Aandacht voor diversiteit M/V in communicatie (intern <strong>en</strong> extern) X X √ √ X X X X<br />

Anders namelijk ......<br />

25<br />

AMC<br />

azM<br />

ErasmusMC<br />

UMCG<br />

Radboud<br />

Utrecht<br />

VUmc<br />

LUMC<br />

√ = aanwezig, X = afwezig


<strong>De</strong> meest toegepaste maatregel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de werkomstandighed<strong>en</strong>.<br />

Het aantal UMC’s dat beleidsmaatregel<strong>en</strong> treft op het gebied <strong>van</strong> instroom <strong>en</strong> het<br />

voorkom<strong>en</strong> <strong>van</strong> uitstroom is beperkt.<br />

Het aantal beleidsmaatregel<strong>en</strong> dat door de UMC’s op het gebied <strong>van</strong> cultuur <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering wordt getroff<strong>en</strong> is erg laag. Cultuuronderzoek naar knelpunt<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de organisatiecultuur voor doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> vindt plaats bij één UMC <strong>en</strong> is<br />

bij één UMC in voorbereiding.<br />

4.4. Sam<strong>en</strong>vatting<br />

In dit hoofdstuk zijn de resultat<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> <strong>van</strong> het kwantitatieve onderzoek <strong>en</strong> het<br />

kwalitatieve onderzoek. Het kwantitatieve onderzoek geeft inzicht in het aandeel vrouw<strong>en</strong><br />

in de verschill<strong>en</strong>de functies zowel op de peildatum (31-12-2006) als historisch. Uit de<br />

cijfers blijkt dat vrouw<strong>en</strong> vooral verteg<strong>en</strong>woordigd zijn in de “lagere” functies. Wat betreft<br />

het soort specialisme zijn vrouw<strong>en</strong> vooral verteg<strong>en</strong>woordigd in de niet snijd<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

ondersteun<strong>en</strong>de specialism<strong>en</strong>.Vrouw<strong>en</strong> zijn het minst verteg<strong>en</strong>woordigd in de snijd<strong>en</strong>de<br />

specialism<strong>en</strong>.<br />

Dat het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de hogere posities gering is wordt door alle UMC’s<br />

onderschrev<strong>en</strong> in het kwalitatieve deel <strong>van</strong> het onderzoek.<br />

Gevraagd naar verklaring<strong>en</strong> voor het geringe aandeel vrouw<strong>en</strong> in de top wordt gewez<strong>en</strong><br />

op organisatieaspect<strong>en</strong> zoals het gebrek aan transparantie bij de rekrutering voor hogere<br />

functies. Maar ook het rekruter<strong>en</strong> uit (mann<strong>en</strong>)netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de werkweek<br />

(deeltijd) word<strong>en</strong> veelvuldig g<strong>en</strong>oemd. <strong>De</strong> cijfers ondersteun<strong>en</strong> echter de hypothese dat het<br />

werk<strong>en</strong> in deeltijd zeker niet als <strong>en</strong>ige verklaring aangevoerd kan word<strong>en</strong> voor de geringe<br />

doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>.<br />

Als top vijf <strong>van</strong> de meest voorkom<strong>en</strong>de beleidsmaatregel<strong>en</strong> gericht op de doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd (in volgorde <strong>van</strong> frequ<strong>en</strong>tie):<br />

1. Inzicht in het aandeel vrouw<strong>en</strong> per functi<strong>en</strong>iveau;<br />

2. Inzicht in het aandeel vrouw<strong>en</strong> in hogere functies;<br />

3. <strong>De</strong>eltijd werk<strong>en</strong> op hoge posities;<br />

4. Flexibele werktijd<strong>en</strong>;<br />

5. Kinderop<strong>van</strong>g.<br />

Als top vijf <strong>van</strong> de minst voorkom<strong>en</strong>de beleidsmaatregel<strong>en</strong> gericht op de doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> (in volgorde <strong>van</strong> frequ<strong>en</strong>tie):<br />

1. Op vrouw<strong>en</strong> gerichte werving voor opleidingsplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> voor vrouw<strong>en</strong>;<br />

2. Diversiteit naar sekse als beoordelingscriterium hanter<strong>en</strong> voor managers <strong>en</strong> hoofd<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> (medische) afdeling<strong>en</strong>;<br />

3. Alternatieve carrièrepad<strong>en</strong>;<br />

4. Gerichte selectie <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> bij doorstroom naar hogere functies;<br />

5. Cultuuronderzoek naar knelpunt<strong>en</strong> voor doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

organisatie.<br />

26<br />

5. Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />

5.1. Inleiding<br />

In hoofdstuk twee <strong>van</strong> dit rapport is e<strong>en</strong> loopbaanmodel beschrev<strong>en</strong> waarin kwantitatieve<br />

<strong>en</strong> kwalitatieve indicator<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die de kans op doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk<br />

medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. <strong>De</strong> indicator<strong>en</strong> zijn, voor zover<br />

dat nog niet het geval was, geoperationaliseerd in meetbare term<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s omgezet<br />

in vrag<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong>ze vrag<strong>en</strong> zijn verwerkt in e<strong>en</strong> kwantitatief <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwalitatief onderzoek. <strong>De</strong> resultat<strong>en</strong><br />

die hier uit voortkom<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> antwoord op de in hoofdstuk één beschrev<strong>en</strong><br />

onderzoeksvrag<strong>en</strong>.<br />

Het kwantitatieve deel geeft inzicht in:<br />

1: de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP in e<strong>en</strong> academische setting.<br />

2: waar treedt er stagnatie op in die loopbaanontwikkeling.<br />

3: wat zijn de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de UMC’s wat betreft de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> M/MWP.<br />

Het kwalitatieve deel zoekt met behulp <strong>van</strong> de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verklaring<br />

voor de cijfers. <strong>De</strong>ze verklaring is voornamelijk t<strong>en</strong>tatief omdat alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke groep<br />

sleutelfigur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de UMC’s is bevraagd namelijk de directeur<strong>en</strong> P&O.<br />

Uit de verzamelde gegev<strong>en</strong>s over de indicator<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aandachtspunt<strong>en</strong> voor toekomstig<br />

beleid word<strong>en</strong> afgeleid.<br />

Onderstaand word<strong>en</strong> eerst de onderzoeksvrag<strong>en</strong> expliciet besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot slot volg<strong>en</strong> de<br />

aanbeveling<strong>en</strong>.<br />

5.2. <strong>De</strong> onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

In hoofdstuk één zijn de volg<strong>en</strong>de onderzoeksvrag<strong>en</strong> geformuleerd:<br />

- Do<strong>en</strong> zich verschill<strong>en</strong> voor in de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk<br />

medisch <strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting? Zo ja, hoe<br />

zijn deze verschill<strong>en</strong> te lokaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe word<strong>en</strong> deze verschill<strong>en</strong> verklaard?<br />

- Zijn er tr<strong>en</strong>ds zichtbaar in de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting <strong>en</strong> zo ja welke?<br />

- Beschikk<strong>en</strong> de UMC’s over e<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>d systeem dat het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> het signaler<strong>en</strong> <strong>van</strong> tr<strong>en</strong>ds bij vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel mogelijk maakt?<br />

- Zijn er beleidsmaatregel<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> die de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk<br />

medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting kunn<strong>en</strong><br />

bespoedig<strong>en</strong>?<br />

Op basis <strong>van</strong> de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoek is het antwoord op de vrag<strong>en</strong> als volgt:<br />

27


Do<strong>en</strong> zich verschill<strong>en</strong> voor in de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk medisch<br />

<strong>en</strong> medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting? Zo ja, hoe zijn deze<br />

verschill<strong>en</strong> te lokaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe word<strong>en</strong> deze verschill<strong>en</strong> verklaard?<br />

Om uitsprak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de kans<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouwelijke medisch specialist<strong>en</strong> om<br />

hoge(re) posities te bereik<strong>en</strong> zijn in het in hoofdstuk twee beschrev<strong>en</strong> loopbaanmodel vier<br />

indicator<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor het begrip “kans<strong>en</strong> om hoge(re) posities te bereik<strong>en</strong>. Dit zijn:<br />

• Aandeel vrouw<strong>en</strong> instroom opleidingsplaats<strong>en</strong> specialism<strong>en</strong>;<br />

• Aandeel vrouw<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus;<br />

• Aandeel vrouw<strong>en</strong> in de uitstroom uit de verschill<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus;<br />

• Doorstroom.<br />

Uit de resultat<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> geconcludeerd dat, hoewel de instroom in de opleidingsplaats<strong>en</strong><br />

voor de specialism<strong>en</strong> niet veel verschilt voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>, vrouw<strong>en</strong> het<br />

meest verteg<strong>en</strong>woordigd zijn in de “lagere functies”. Vrouw<strong>en</strong> zijn onderverteg<strong>en</strong>woordigd<br />

in de functies HMS <strong>en</strong> HHA. Er is duidelijk sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> plafond tuss<strong>en</strong> de functies<br />

MS/UMS <strong>en</strong> HMS/HHA. Ook tuss<strong>en</strong> de functies AIO/AGIKO <strong>en</strong> MS/UMS is sprake <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> plafond maar wel in mindere mate.<br />

Kijk<strong>en</strong>d naar het aandeel vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de drie clusters <strong>van</strong> specialism<strong>en</strong>, snijd<strong>en</strong>d, niet<br />

snijd<strong>en</strong>d <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d, is duidelijk dat het aandeel vrouw<strong>en</strong> het grootst is in de niet<br />

snijd<strong>en</strong>de <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de specialism<strong>en</strong>.<br />

Wat betreft de in- <strong>en</strong> uitstroom uit de verschill<strong>en</strong>de functie niveaus is te zi<strong>en</strong> dat er iets<br />

meer vrouw<strong>en</strong> instrom<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> dan uitstrom<strong>en</strong>. In de hogere<br />

functies strom<strong>en</strong> weliswaar ge<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> uit maar de instroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> in deze<br />

functies blijft achter bij de instroom <strong>van</strong> mann<strong>en</strong> in deze functies. Bijvoorbeeld: in 2006<br />

zijn er 11 HHA uitgestroomd waarbij ge<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. Er zijn in totaal 9 HHA ingestroomd<br />

waar<strong>van</strong> 1 vrouw. Hierbij di<strong>en</strong>t wel te word<strong>en</strong> aangetek<strong>en</strong>d dat het om kleine aantall<strong>en</strong><br />

gaat.<br />

Betreff<strong>en</strong>de de instroom kan word<strong>en</strong> geconcludeerd dat het aandeel vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 2004<br />

<strong>en</strong> 2006 licht is gesteg<strong>en</strong>.<br />

Hoewel er wel verschill<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> zijn tuss<strong>en</strong> de academische ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> wat betreft<br />

het aandeel vrouw<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de functies, de instroom <strong>en</strong> de doorstroom, is het<br />

algem<strong>en</strong>e beeld bij alle ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> hetzelfde, namelijk: in de instroom tot de opleiding<br />

ongeveer ev<strong>en</strong>veel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> geringe doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar<br />

hogere functies <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderverteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> in de topfuncties.<br />

Er kan dus word<strong>en</strong> geconcludeerd dat er inderdaad sprake is <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong> in de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk <strong>en</strong> mannelijk M/MWP personeel in e<strong>en</strong> academische<br />

setting. <strong>De</strong> loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP stagneert. <strong>De</strong> mate waarin er<br />

sprake is <strong>van</strong> stagnatie verschilt per UMC maar in alle UMC’s is sprake <strong>van</strong> stagnatie.<br />

28<br />

Wat betreft e<strong>en</strong> verklaring voor de verschill<strong>en</strong>: In het loopbaanmodel zijn twee clusters <strong>van</strong><br />

factor<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die <strong>van</strong> invloed zijn op de loopbaankans<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> namelijk<br />

ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de werksituatie <strong>en</strong> individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />

Het cluster “ondersteun<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/maatregel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de werksituatie” omvat de<br />

volg<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong>:<br />

• Cultuur afdeling<strong>en</strong>;<br />

• Secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>;<br />

• Planning;<br />

• Instroom/ voorkom<strong>en</strong> uitstroom;<br />

• Selectie <strong>en</strong> promotie;<br />

• Loopbaanontwikkeling;<br />

• Cultuur- <strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering.<br />

<strong>De</strong> operationalisatie <strong>van</strong> deze indicator<strong>en</strong> is beschrev<strong>en</strong> in hoofdstuk 2 paragraaf 4.<br />

Het cluster “individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>” omvat de factor<strong>en</strong>:<br />

• Om<strong>van</strong>g werkweek nu;<br />

• Om<strong>van</strong>g werkweek afgelop<strong>en</strong> 5 jaar;<br />

• Leeftijd;<br />

• Aantal ervaringsjar<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> twee laatste indicator<strong>en</strong> zijn niet onderscheid<strong>en</strong>d <strong>en</strong> daarom niet in het onderzoek<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Het geringe aandeel vrouw<strong>en</strong> in hogere functies kan niet verklaard word<strong>en</strong> door het<br />

aandeel getal<strong>en</strong>teerde vrouw<strong>en</strong> in de organisatie. Er zijn voldo<strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> in de<br />

organisatie <strong>en</strong> er is ook ge<strong>en</strong> tekort aan instroom. Het is echter (nog) niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d<br />

dat vrouw<strong>en</strong> doorstrom<strong>en</strong>. Het onderwerp staat bij bijna alle Rad<strong>en</strong> <strong>van</strong> Bestuur op de<br />

ag<strong>en</strong>da. Dit betek<strong>en</strong>t echter niet dat het onderwerp binn<strong>en</strong> de hele organisatie wordt<br />

erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> uitgedrag<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> oorzak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het geringe aandeel vrouw<strong>en</strong> in de hogere functies word<strong>en</strong> vooral<br />

gelegd bij de indicator<strong>en</strong> secundaire arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> (werk/zorg combinatie, werk<strong>en</strong><br />

in deeltijd), selectie <strong>en</strong> promotie (wijze <strong>van</strong> rekrutering voor hogere functies), cultuur <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>taliteitsverandering (cultuur <strong>van</strong> de organisatie).<br />

Hoewel het werk<strong>en</strong> in deeltijd wordt g<strong>en</strong>oemd als verklar<strong>en</strong>de factor voor de verschill<strong>en</strong> in<br />

loopbaanontwikkeling, lat<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat werk<strong>en</strong> in deeltijd zeker ge<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de<br />

factor is bij de geringe doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast ligt volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de oorzaak voor de geringe<br />

verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> gedeeltelijk bij de vrouw<strong>en</strong> zelf. Vrouw<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet gew<strong>en</strong>d zich te richt<strong>en</strong> op leidinggev<strong>en</strong>de functies,<br />

vrouw<strong>en</strong> meld<strong>en</strong> zich niet aan voor leidinggev<strong>en</strong>de functies, het ontbreekt vrouw<strong>en</strong> aan<br />

doorzettingsvermog<strong>en</strong>, ambitie <strong>en</strong> de functie eis<strong>en</strong> voor het hoogleraarschap.<br />

29


Zijn er tr<strong>en</strong>ds zichtbaar in de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting <strong>en</strong> zo ja welke?<br />

Op basis <strong>van</strong> de gegev<strong>en</strong>s kan word<strong>en</strong> geconcludeerd dat wat betreft de instroom<br />

vrouw<strong>en</strong> inmiddels over het algeme<strong>en</strong> goed verteg<strong>en</strong>woordigd zijn. Doorstroom naar<br />

hogere functies is er wel maar deze doorstroom verloopt zeer traag. <strong>De</strong> doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies is nog steeds niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d. <strong>De</strong> cultuur binn<strong>en</strong> de<br />

organisaties is volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> één <strong>van</strong> de belemmer<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> om<br />

door te strom<strong>en</strong> naar hogere functies. Het lijkt er op dat er hierbij e<strong>en</strong> discrepantie ontstaat<br />

tuss<strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> (<strong>en</strong> steeds meer mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de heers<strong>en</strong>de<br />

organisatiecultuur. Opvall<strong>en</strong>d daarbij is dat, hoewel e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

vermeldt dat de cultuur <strong>van</strong> de organisatie e<strong>en</strong> factor is die e<strong>en</strong> <strong>rol</strong> speelt, er nauwelijks<br />

beleidsactiviteit<strong>en</strong> ontplooid word<strong>en</strong> op dit terrein. Gezi<strong>en</strong> de beleidsinitiatiev<strong>en</strong> die word<strong>en</strong><br />

ondernom<strong>en</strong> bestaat het gevaar dat er naar wordt gestreefd vrouw<strong>en</strong> klaar te stom<strong>en</strong><br />

voor de heers<strong>en</strong>de cultuur in plaats <strong>van</strong> andersom. Van e<strong>en</strong> synthese tuss<strong>en</strong> masculi<strong>en</strong>e <strong>en</strong><br />

femini<strong>en</strong>e waard<strong>en</strong>, leiderschap sam<strong>en</strong>werking etc. is dan ook nauwelijks sprake terwijl dit<br />

in het bedrijfslev<strong>en</strong> wordt g<strong>en</strong>oemd als één <strong>van</strong> de winstpunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> meer vrouw<strong>en</strong> in de<br />

top <strong>van</strong> het bedrijfslev<strong>en</strong>.<br />

Beschikk<strong>en</strong> de UMC’s over e<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>d systeem dat het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> het signaler<strong>en</strong> <strong>van</strong> tr<strong>en</strong>ds bij vrouwelijk/mannelijk medisch <strong>en</strong><br />

medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel mogelijk maakt?<br />

<strong>De</strong> UMC’s beschikk<strong>en</strong> over algeme<strong>en</strong> cijfermatig inzicht in de verdeling <strong>van</strong> het personeel<br />

naar sekse. <strong>De</strong> cijfers word<strong>en</strong> echter vaak niet gediffer<strong>en</strong>tieerd naar functi<strong>en</strong>iveau<br />

<strong>en</strong> sekse. Niet alle UMC’s beschikk<strong>en</strong> over de in-door <strong>en</strong> uitstroom gegev<strong>en</strong>s per<br />

functi<strong>en</strong>iveau. <strong>De</strong> gegev<strong>en</strong>s mak<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> standaardonderdeel uit <strong>van</strong><br />

de managem<strong>en</strong>tinformatie <strong>en</strong> zijn vaak moeilijk te achterhal<strong>en</strong>. Gegev<strong>en</strong>s over het aandeel<br />

vrouw<strong>en</strong> in opleiding<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s over het al dan niet gepromoveerd zijn,<br />

zijn niet of moeilijk te achterhal<strong>en</strong>. <strong>De</strong> mate waarin UMC’s op basis <strong>van</strong> de gegev<strong>en</strong>s beleid<br />

ontwikkel<strong>en</strong> is wissel<strong>en</strong>d. Voor e<strong>en</strong> beperkt aantal UMC’s zijn de gegev<strong>en</strong>s aanleiding<br />

geweest om te gaan werk<strong>en</strong> met streefcijfers. <strong>De</strong> moeizame wijze waarop gegev<strong>en</strong>s<br />

geg<strong>en</strong>ereerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> is niet bevorderlijk voor het systematisch volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> het signaler<strong>en</strong> <strong>van</strong> tr<strong>en</strong>ds bij medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

personeel.<br />

Zijn er beleidsmaatregel<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> die de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk<br />

medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel in e<strong>en</strong> academische setting kunn<strong>en</strong><br />

bespoedig<strong>en</strong>?<br />

<strong>De</strong> UMC’s nem<strong>en</strong> wel maatregel<strong>en</strong> om de stagnatie te doorbrek<strong>en</strong> maar lijk<strong>en</strong> zich daarbij<br />

vooral te richt<strong>en</strong> op arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkomstandighed<strong>en</strong>.<br />

Bij alle UMC’s is wel het inzicht in de cijfers (indicator planning). <strong>De</strong> mate waarin er inzicht<br />

is verschilt per UMC. Ook verschill<strong>en</strong> de UMC’s in de wijze waarop er met de cijfers wordt<br />

omgegaan. Bij sommige UMC’s zijn de cijfers aanleiding geweest voor strategisch beleid<br />

op dit gebied, bij andere UMC’s is dit niet het geval. Bij vrijwel alle UMC’s is m<strong>en</strong> overtuigd<br />

30<br />

<strong>van</strong> de noodzaak <strong>van</strong> e<strong>en</strong> grotere doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies. <strong>De</strong><br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom zijn verschill<strong>en</strong>d. Er zijn bij alle UMC’s één of meerdere beleidsinitiatiev<strong>en</strong><br />

aanwezig die <strong>van</strong> invloed zijn op de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP.<br />

<strong>De</strong> meeste <strong>van</strong> deze maatregel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de indicator<strong>en</strong> “secundaire<br />

arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkomstandighed<strong>en</strong>”. Er word<strong>en</strong> weinig beleidsmaatregel<strong>en</strong><br />

getroff<strong>en</strong> wat betreft de indicator<strong>en</strong> “bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de instroom <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

uitstroom”. Ook het aantal beleidsmaatregel<strong>en</strong> dat op het gebied <strong>van</strong> de indicator “cultuur<br />

<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteitsverandering” wordt getroff<strong>en</strong> is erg laag.<br />

Zoals eerder opgemerkt is e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat de oorzaak voor<br />

de geringe verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> gedeeltelijk bij de vrouw<strong>en</strong> zelf ligt. E<strong>en</strong> deel<br />

<strong>van</strong> de UMC’s heeft beleidsactiviteit<strong>en</strong> ontwikkeld die hierop <strong>van</strong> invloed kunn<strong>en</strong> zijn. Het<br />

betreft hier activiteit<strong>en</strong> op het gebied <strong>van</strong> de indicator “loopbaanontwikkeling”.<br />

5.3. Aanbeveling<strong>en</strong><br />

<strong>De</strong> resultat<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> uit dat de factor<strong>en</strong> die belemmer<strong>en</strong>d zijn voor de doorstroom <strong>van</strong><br />

vrouwelijk M/MWP grofweg te verdel<strong>en</strong> zijn in twee aspect<strong>en</strong> namelijk:<br />

1: de cultuur <strong>van</strong> de organisatie;<br />

2: de zog<strong>en</strong>aamde “plakvloer”. Hiermee wordt bedoeld dat vrouw<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> waar ze<br />

zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet doorstrom<strong>en</strong>.<br />

Om de doorstroom <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar hogere/top functies te bevorder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

verandering<strong>en</strong> bij beide aspect<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> plaats te vind<strong>en</strong>. <strong>De</strong> aanbeveling<strong>en</strong> in dit<br />

hoofdstuk zijn daarom gekoppeld aan deze twee aspect<strong>en</strong>.<br />

5.3.1. <strong>De</strong> cultuur <strong>van</strong> de organisatie<br />

<strong>De</strong> stagnatie in de doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP blijkt uit de in dit rapport<br />

gepres<strong>en</strong>teerde cijfers. Tev<strong>en</strong>s blijkt uit de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoek dat in de UMC’s<br />

wel het besef aanwezig is dat de bestaande situatie niet gew<strong>en</strong>st is maar dat de “s<strong>en</strong>se of<br />

urg<strong>en</strong>cy” beperkt is. Er zal echter pas daadwerkelijk iets verander<strong>en</strong> wanneer de “s<strong>en</strong>se<br />

of urg<strong>en</strong>cy” op de hoogste niveaus <strong>van</strong> de afdeling<strong>en</strong> wordt gevoeld. Het gaat immers<br />

om het b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>van</strong> tal<strong>en</strong>t, het behoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> tal<strong>en</strong>t <strong>en</strong> duurzaamheid - dat wil zegg<strong>en</strong><br />

het optimaal gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> tal<strong>en</strong>t. Het is daarom <strong>van</strong> groot belang dat er strategisch<br />

beleid wordt ontwikkeld op het gebied <strong>van</strong> doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP.<br />

Wanneer UMC’s de doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk M/MWP echt belangrijk vind<strong>en</strong> dan is het<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s noodzakelijk op dit terrein te stur<strong>en</strong> <strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> monitor<strong>en</strong>. Op dit mom<strong>en</strong>t<br />

wordt er in de UMC’s niet of nauwelijks gestuurd op bestaand beleid.<br />

Aanbevol<strong>en</strong> wordt daarom het strategisch beleid <strong>van</strong>uit de top goed te veranker<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan<br />

te lat<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> bij bestaand beleid, nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong>, de planning <strong>en</strong> cont<strong>rol</strong> cyclus<br />

<strong>en</strong> de CAO.<br />

Onderstaand <strong>en</strong>kele voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> maatregel<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:<br />

• In de g<strong>en</strong>oemde mogelijke verklaring<strong>en</strong> voor het geringe aandeel vrouw<strong>en</strong> in de<br />

hogere functies wordt als belangrijkste verklaring het gebrek aan transparantie in de<br />

selectieprocedures g<strong>en</strong>oemd. <strong>De</strong> eerste aanbeveling is dan ook het in sam<strong>en</strong>werking met<br />

31


32<br />

de Universiteit<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar meer transparantie in de selectieprocedures. Het werk<strong>en</strong><br />

met meer objectieve, vooraf vastgestelde criteria zou hierbij behulpzaam kunn<strong>en</strong> zijn.<br />

Ook het opzett<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale coördinatie <strong>van</strong> hoogleraarb<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

monitor<strong>en</strong> <strong>van</strong> de effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hier g<strong>en</strong>oemde maatregel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> daar waar<br />

nodig in te grijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> ingezet beleid aan te pass<strong>en</strong>.<br />

• <strong>De</strong> mogelijkheid om werk te combiner<strong>en</strong> met tak<strong>en</strong> thuis is e<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde<br />

voor doorstroom <strong>van</strong> meer vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies. Aanbevol<strong>en</strong> wordt de<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> tot meer flexibiliteit/deeltijd in hogere functies te onderzoek<strong>en</strong>.<br />

• Zichtbare resultat<strong>en</strong> door ook daadwerkelijk meer vrouw<strong>en</strong> op hogere, zichtbare<br />

plaats<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> is belangrijk als voorbeeldfunctie/<strong>rol</strong>modell<strong>en</strong> maar ook om<br />

de bestaande cultuurpatron<strong>en</strong> te doorbrek<strong>en</strong>. Het met<strong>en</strong> <strong>en</strong> communicer<strong>en</strong> <strong>van</strong> die<br />

resultat<strong>en</strong> is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>van</strong> belang.<br />

• <strong>De</strong> stagnatie blijv<strong>en</strong> monitor<strong>en</strong>. Dit kan door de set k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>/indicator<strong>en</strong> die<br />

voor deze b<strong>en</strong>chmark is ontwikkeld te blijv<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. <strong>De</strong> UMC’s kunn<strong>en</strong> deze set<br />

gezam<strong>en</strong>lijk uitbreid<strong>en</strong> met bijvoorbeeld k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> op het gebied <strong>van</strong> ontwikkeling <strong>van</strong><br />

medewerkers.<br />

• <strong>De</strong> CAO <strong>en</strong> <strong>SoFoKleS</strong> bied<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om de loopban<strong>en</strong> <strong>en</strong> de positie <strong>van</strong><br />

vrouwelijk M/MWP nader te onderzoek<strong>en</strong>. Dit onderwerp is immers onderdeel <strong>van</strong><br />

het lev<strong>en</strong>sfasegericht personeelsbeleid. <strong>SoFoKleS</strong> zou gevraagd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vervolgonderzoek te subsidiër<strong>en</strong> naar de invloed <strong>van</strong> de cultuur op de verschill<strong>en</strong>de<br />

afdeling<strong>en</strong>. In verband met de beschikbare tijd <strong>en</strong> budget is het cultuuraspect binn<strong>en</strong> dit<br />

project niet voldo<strong>en</strong>de uitgewerkt.<br />

• Het opzett<strong>en</strong> <strong>van</strong> opvolgingsmanagem<strong>en</strong>t zodat de ver<strong>van</strong>gingsvraag structureel<br />

wordt aangepakt. Dit kan gekoppeld word<strong>en</strong> aan de t<strong>en</strong>ure tracks. Er kan bijvoorbeeld<br />

bij de hoofd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de medische afdeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd op grond <strong>van</strong><br />

welke criteria iemand professorabel wordt geacht. Hierbij kan ook gedacht word<strong>en</strong> aan<br />

dakpanconstructies met speciale aandacht voor toekomstige vrouwelijke hooglerar<strong>en</strong><br />

dan wel aandacht voor aanstaande vrouwelijke bijzonder hooglerar<strong>en</strong>.<br />

Ook kan in dit kader aangeslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij de beoordelingssystematiek voor medici<br />

die mom<strong>en</strong>teel in ontwikkeling is. In de beoordelingscriteria voor hoofd<strong>en</strong> <strong>van</strong> medische<br />

afdeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> streefcijfers word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor het te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> aantal<br />

vrouw<strong>en</strong>.<br />

5.3.2. “<strong>De</strong> plakvloer”<br />

<strong>De</strong> oorzaak voor de geringe verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> ligt volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gedeeltelijk bij de vrouw<strong>en</strong> zelf. Zoals eerder aangegev<strong>en</strong> zijn vrouw<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>s de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet gew<strong>en</strong>d zich te richt<strong>en</strong> op leidinggev<strong>en</strong>de functies,<br />

meld<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> zich niet aan voor leidinggev<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong> ontbreekt het vrouw<strong>en</strong><br />

aan doorzettingsvermog<strong>en</strong>, ambitie <strong>en</strong> de functie eis<strong>en</strong> voor het hoogleraarschap. Ook<br />

op dit terrein kunn<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> aantal UMC’s is dit<br />

al het geval. Belangrijk daarbij is wel dat bij deze maatregel<strong>en</strong> ook het cultuuraspect<br />

wordt meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het gevaar bestaat anders dat bij m<strong>en</strong>toring of coaching vrouw<strong>en</strong><br />

gecoached word<strong>en</strong> in de richting <strong>van</strong> aanpass<strong>en</strong> aan de bestaande cultuur. Wanneer het<br />

strev<strong>en</strong> is te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> synthese tuss<strong>en</strong> masculi<strong>en</strong>e <strong>en</strong> femini<strong>en</strong>e waard<strong>en</strong>, leiderschap<br />

sam<strong>en</strong>werking etc, dan zal er ook sprake di<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong> cultuurverandering.<br />

Onderstaand <strong>en</strong>kele voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> maatregel<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:<br />

• E<strong>en</strong> aanbod voor loopbaanbegeleiding <strong>en</strong> e<strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t developm<strong>en</strong>t programma<br />

voor vrouwelijke medisch specialist<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. <strong>De</strong> meeste UMC’s hebb<strong>en</strong> er<br />

tot nu toe niet voor gekoz<strong>en</strong> opleidingsprogramma’s speciaal gericht op vrouw<strong>en</strong><br />

te ontwikkel<strong>en</strong>. Uit het onderzoek blijkt echter dat cultuuraspect<strong>en</strong> zowel binn<strong>en</strong><br />

de organisatie als bij de vrouw<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> <strong>rol</strong> spel<strong>en</strong> bij het niet doorstrom<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> naar hogere functies. Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifiek voor vrouw<strong>en</strong> opgezet<br />

loopbaanbegeleidingstraject <strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t developm<strong>en</strong>t programma kan er voor deze<br />

aspect<strong>en</strong> aandacht zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het aan te bevel<strong>en</strong> dat alle medisch specialist<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

persoonlijk ontwikkelplan opstell<strong>en</strong>.<br />

• Het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>toringprogramma waarin leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>rol</strong> krijg<strong>en</strong><br />

in de begeleiding <strong>van</strong> tal<strong>en</strong>tvolle vrouwelijke <strong>en</strong> mannelijke medewerkers. Gezi<strong>en</strong> de<br />

(toekomstige) schaarste op de arbeidsmarkt is het belangrijk tal<strong>en</strong>t te koester<strong>en</strong>, verder<br />

te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> perspectief te bied<strong>en</strong>.<br />

33


6. Nabeschouwing<br />

In dit rapport zijn de bevinding<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoek bij de UMC’s naar<br />

de verschill<strong>en</strong> in loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk/mannelijk medisch/medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel.<br />

<strong>De</strong> vooronderstelling dat de loopbaanontwikkeling <strong>van</strong> vrouwelijk medisch/medisch<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk personeel stagneert <strong>en</strong> de vooronderstelling dat de huidige organisatie<br />

<strong>van</strong> de academische g<strong>en</strong>eeskunde <strong>en</strong> gezondheidszorg onvoldo<strong>en</strong>de voldoet aan de eis<strong>en</strong><br />

die vrouw<strong>en</strong> (<strong>en</strong> steeds meer mann<strong>en</strong>) stell<strong>en</strong> zijn door dit onderzoek bevestigd.<br />

In dit onderzoek is niet alle<strong>en</strong> de “harde kant” inzichtelijk gemaakt (zoals de doorstroom<br />

naar de functies <strong>van</strong> UHD <strong>en</strong> hoogleraar) maar ook de zog<strong>en</strong>aamde “zachte kant”. Voor<br />

het inzichtelijk mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de zog<strong>en</strong>aamde “zachte kant” is binn<strong>en</strong> het voor dit onderzoek<br />

ontwikkelde loopbaanmodel (Van DoorneHuiskes) e<strong>en</strong> aantal indicator<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die<br />

invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de loopbaanontwikkeling <strong>en</strong> de kans<strong>en</strong> op doorstroom naar hoge(re)<br />

functies <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong>.<br />

Middels dit onderzoek is e<strong>en</strong> set <strong>van</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> <strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> tot stand gekom<strong>en</strong> om<br />

de kans op doorstroom <strong>van</strong> vrouwelijk medisch/medisch wet<strong>en</strong>schappelijk personeel niet<br />

alle<strong>en</strong> inzichtelijk te mak<strong>en</strong> maar ook te monitor<strong>en</strong>. <strong>De</strong> peildatum <strong>van</strong> dit onderzoek was<br />

31 december 2006. Bij e<strong>en</strong> aantal UMC’s is sinds die tijd weer nieuw beleid ontwikkeld. Het<br />

is daarom aan te bevel<strong>en</strong> in 2009 e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de meting te houd<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> of ingezet<br />

beleid succesvol is.<br />

<strong>De</strong> resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoek gev<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s zicht op rele<strong>van</strong>te indicator<strong>en</strong> voor<br />

toekomstig beleid. Aanbeveling<strong>en</strong> voor beleid zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in hoofdstuk vijf.<br />

Duidelijk is dat het, met het oog op de toekomst, noodzakelijk is te invester<strong>en</strong> in<br />

maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderzoek om vrouwelijk (<strong>en</strong> ook mannelijk) tal<strong>en</strong>t voor de UMC’s te<br />

behoud<strong>en</strong>. Het is aan de verschill<strong>en</strong>de UMC’s om keuzes te mak<strong>en</strong>.<br />

Er vindt op 10 oktober 2008, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s met subsidie <strong>van</strong> <strong>SoFoKleS</strong>, e<strong>en</strong> symposium plaats<br />

over dit onderwerp getiteld “met het oog op de toekomst”.<br />

34<br />

Maastricht, mei 2008<br />

Drs. J.L.C.M. Verheij<strong>en</strong><br />

Projectleider<br />

Stafdirectoraat personeelszak<strong>en</strong><br />

academisch ziek<strong>en</strong>huis Maastricht<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

35


FACTSHEET AMC UVA<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

36<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 nb nb nb<br />

2003 nb nb nb<br />

2004 nb nb nb<br />

2005 nb nb nb<br />

2006 1031 468 563<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromo-<br />

veerd<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

%Man niet<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

niet gepromoveerd<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts nb nb nb nb 43% 57% 70 14<br />

AIO nb nb nb nb 48% 52% 420 11A<br />

AGIKO nb nb nb nb 50% 50% 14 11A<br />

MS nb nb nb nb 46% 54% 92 MS<br />

UMS nb nb nb nb 60% 40% 354 UMS<br />

HMS nb nb nb nb 87% 13% 53 HMS<br />

HHA nb nb nb nb 79% 21% 28 HHA<br />

3. Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

aantal % totaal aantal % totaal aantal % totaal<br />

Functie vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v<br />

Basisarts 18 56% 32 22 58% 38 0 0% 0<br />

AIO 45 40% 113 154 58% 266 18 44% 41<br />

AGIKO 0 0% 2 7 58% 12 0 0% 0<br />

MS 26 52% 50 21 55% 38 3 75% 4<br />

UMS 27 31% 87 100 44% 228 14 36% 39<br />

HMS 0 0% 6 5 14% 36 2 22% 9<br />

HHA 3 23% 13 2 13% 15 1 50% 2<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

salarisschaal<br />

% voltijd<br />

vrouw<br />

voltijd<br />

totaal<br />

%


FACTSHEET AZM<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

38<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 499 174 325<br />

2003 547 199 348<br />

2004 577 224 353<br />

2005 576 226 350<br />

2006 661 257 404<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts nb nb nb nb 58% 42% 38 A10<br />

AIO nb nb nb nb 50% 50% 285 11A<br />

AGIKO nb nb nb nb 71% 29% 7 11A<br />

MS nb nb nb nb 62% 38% 29 MS<br />

UMS nb nb nb nb 66% 34% 240 UMS<br />

HMS nb nb nb nb 93% 7% 30 HMS<br />

HHA nb nb nb nb 96% 4% 27 HHA<br />

Bijz.hoogler. nb nb nb nb 60% 40% 5 HMS<br />

3) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

Functie<br />

aantal<br />

vrouw<br />

%<br />

vrouw<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vrouw<br />

%<br />

vrouw<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vrouw<br />

%<br />

vrouw<br />

totaal<br />

m/v<br />

Basisarts 3 25% 12 13 54% 24 0 0% 2<br />

AIO 34 39% 88 92 56% 165 16 50% 32<br />

AGIKO 1 25% 4 1 33% 3 0 0% 0<br />

MS 3 23% 13 8 50% 16 0 0% 0<br />

UMS 13 18% 73 58 38% 153 10 71% 14<br />

HMS 0 0% 8 2 10% 21 0 0% 1<br />

HHA 0 0% 10 0 0% 11 1 17% 6<br />

Bijz.hoogler. 0 0% 2 2 67% 3 0 0% 0<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

Salaris % voltijd voltijd %


FACTSHEET ERASMUSMC<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

40<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 1016 424 592<br />

2003 1059 456 603<br />

2004 1114 486 628<br />

2005 1132 508 624<br />

2006 1154 516 638<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

niet gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

niet gepromoveerd<br />

%Man ge-<br />

promoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw ge-<br />

promoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts 1% 1% 23% 42% 14% 20% 110 A11<br />

AIO 9% 8% 32% 34% 7% 10% 396 11A<br />

AGIKO 3% 0% 37% 47% 3% 10% 30 11A<br />

MS 31% 18% 9% 33% 4% 5% 55 MSN<br />

UMS 30% 11% 13% 16% 18% 12% 489 UMS<br />

HMS 59% 0% 0% 0% 41% 0% 17 HMS<br />

HHA 97% 3% 0% 0% 0% 0% 33 HHA<br />

Bijzonder<br />

hoogleraar<br />

88% 4% 0% 0% 8% 0% 24 HMS<br />

3) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

aantal % totaal aantal % totaal aantal % totaal<br />

Functie vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v<br />

Basisarts 33 56% 59 35 70% 50 1 100% 1<br />

AIO 42 38% 112 142 61% 234 22 44% 50<br />

AGIKO 3 27% 11 13 72% 18 1 100% 1<br />

MS 7 47% 15 23 61% 38 1 50% 2<br />

UMS 40 27% 149 135 47% 285 16 29% 55<br />

HMS 0 0% 7 0 0% 7 0 0% 3<br />

HHA 0 0% 12 1 6% 17 0 0% 4<br />

Bijzonder<br />

hoogleraar<br />

0 0% 5 1 6% 18 0 0% 1<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

salarisschaal<br />

% voltijd<br />

vrouw<br />

voltijd<br />

totaal<br />

%


FACTSHEET UMC GRONINGEN<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

42<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 nb nb nb<br />

2003 817 305 512<br />

2004 862 330 532<br />

2005 888 342 545<br />

2006 912 361 551<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromo-<br />

veerd<br />

%Vrouw<br />

gepromo-<br />

veerd<br />

%Man<br />

niet<br />

gepromo-<br />

veerd<br />

%Vrouw<br />

niet<br />

gepromo-<br />

veerd<br />

%Man<br />

gepromo-<br />

veerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw<br />

gepromo-<br />

veerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts 0% 0% 36% 27% 18% 18% 11 10<br />

AIO 4% 3% 37% 39% 8% 9% 371 11A<br />

AGIKO 0% 11% 33% 56% 0% 0% 9 11A<br />

MS 10% 13% 35% 33% 3% 8% 40 MS<br />

UMS 34% 11% 17% 15% 17% 7% 409 UMS<br />

HMS 84% 10% 0% 0% 6% 0% 49 HMS<br />

HHA 96% 4% 0% 0% 0% 0% 23 HHA<br />

3) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

aantal % totaal aantal % totaal aantal % totaal<br />

Functie vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v<br />

Basisarts 1 100% 1 1 33% 3 3 43% 7<br />

AIO 42 39% 108 137 61% 223 11 28% 40<br />

AGIKO 1 100% 1 4 57% 7 1 100% 1<br />

MS 6 50% 12 14 56% 25 1 33% 3<br />

UMS 22 23% 97 101 37% 275 10 28% 37<br />

HMS 1 6% 17 4 13% 30 0 0% 2<br />

HHA 1 9% 11 0 0% 9 0 0% 3<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

salarisschaal<br />

% voltijd<br />

vrouw<br />

voltijd<br />

totaal<br />

%


FACTSHEET LUMC<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

44<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 nb nb nb<br />

2003 nb nb nb<br />

2004 nb nb nb<br />

2005 1282 606 676<br />

2006 1317 625 692<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

%Man niet<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts 2% 2% 30% 65% 0% 0 % 43 nb<br />

AIO 11% 9% 36% 44% 0% 0% 288 nb<br />

AGIKO 5% 9% 37% 49% 0% 0% 57 nb<br />

Med. wet. 37% 20% 21% 23% 0% 0% 430 nb<br />

WO &O 34% 27% 20% 19% 0% 0% 517 nb<br />

3) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

aantal % totaal aantal % totaal aantal % totaal<br />

Functie vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v<br />

Basisarts 0 0% 0 2 100% 2 0 0 0<br />

AIO 20 43% 46 90 58% 155 22 58% 38<br />

AGIKO 4 50% 8 13 68% 19 2 50% 4<br />

MS 1 25% 4 21 62% 34 0 0 0<br />

UMS 15 24% 62 81 54% 150 15 42% 36<br />

HMS 1 8% 13 1 7% 14 0 0 5<br />

HHA 0 0% 11 0 0% 17 0 0 3<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

Salaris % voltijd voltijd %


FACTSHEET UMC St. RADBOUD<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

46<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 nb nb nb<br />

2003 nb nb nb<br />

2004 nb nb nb<br />

2005 nb nb nb<br />

2006 958 405 553<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts nb nb nb nb 20% 80% 5 10<br />

AIOS + Anios nb nb nb nb 47% 53% 413 11A<br />

AGIKO nb nb nb nb 54% 46% 26 11A<br />

MS nb nb nb nb 43% 57% 91 MS<br />

UMS nb nb nb nb 66% 34% 342 UMS<br />

HMS nb nb nb nb 98% 2% 47 HMS<br />

HHA nb nb nb nb 94% 6% 34 HHA<br />

3) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

Functie<br />

aantal<br />

vrouw<br />

%<br />

vrouw<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vrouw<br />

%<br />

vrouw<br />

totaal<br />

m/v<br />

aantal<br />

vrouw<br />

%<br />

vrouw<br />

totaal<br />

m/v<br />

Basisarts nb nb nb nb nb nb nb nb nb<br />

AIOS 37 40% 93 112 58% 192 20 43% 46<br />

AGIKO 0 0% 2 12 50% 24 0 0% 0<br />

MS 9 53% 17 40 58% 69 3 75% 4<br />

UMS 16 18% 88 83 39% 212 16 38% 42<br />

HMS 0 0% 12 1 4% 28 0 0% 7<br />

HHA 1 10% 10 1 5% 19 0 0% 5<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

salarisschaal<br />

% voltijd<br />

vrouw<br />

voltijd<br />

totaal<br />

%


FACTSHEET UMC UTRECHT<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

48<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 895 374 521<br />

2003 950 408 542<br />

2004 965 427 538<br />

2005 991 451 540<br />

2006 1059 501 558<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw niet<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 43,8% 56,3% 16 10<br />

AIO 8,2% 4,9% 0,0% 0,0% 35,6% 51,3% 390 11A<br />

AGIKO 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 44,0% 56,0% 50 11A<br />

MS 20,0% 6,7% 0,0% 0,0% 31,1% 42,2% 45 MS<br />

UMS 34,7% 13,7% 0,0% 0,0% 24,9% 26,7% 386 UMS<br />

HMS 84,6% 15,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 26 HMS<br />

HHA 95,6% 4,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 45 HHA<br />

Overig 4,0% 3,0% 0,0% 0,0% 35,6% 57,4% 101 14<br />

3) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

Functie<br />

aantal<br />

vrouw<br />

% vrouw totaal m/v<br />

aantal<br />

vrouw<br />

% vrouw totaal m/v<br />

aantal<br />

vrouw<br />

% vrouw totaal m/v<br />

Basisarts 8 62% 13 1 33% 3 0 0% 0<br />

AIO 41 43% 96 151 63% 241 27 51% 53<br />

AGIKO 3 33% 9 25 61% 41 0 0% 0<br />

MS 2 20% 10 20 59% 34 0 0% 1<br />

UMS 29 31% 93 110 44% 249 17 39% 44<br />

HMS 1 14% 7 3 20% 15 0 0% 4<br />

HHA 0% 15 2 8% 25 0 0% 5<br />

Overig 12 55% 22 42 65% 65 7 50% 14<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

salarisschaal<br />

% voltijd<br />

vrouw<br />

voltijd<br />

totaal<br />

%


FACTSHEET VU medisch c<strong>en</strong>trum<br />

1) Algeme<strong>en</strong> aantal M/MWP<br />

Aantal<br />

person<strong>en</strong> op<br />

31.12.<br />

50<br />

totaal M/<br />

MWP<br />

vrouw man<br />

2002 nb nb nb<br />

2003 nb nb nb<br />

2004 723 299 424<br />

2005 736 310 426<br />

2006 829 364 465<br />

2) Overzicht functies gespecialiseerd naar sekse <strong>en</strong> promov<strong>en</strong>di<br />

Functie<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Vrouw<br />

niet<br />

gepromoveerd<br />

%Man<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

%Vrouw<br />

gepromoveerd<br />

onbek<strong>en</strong>d<br />

Totaal schaal<br />

Basisarts nb nb nb nb 75% 25% 4 onbek<strong>en</strong>d<br />

AIO nb nb nb nb 41% 59% 366 onbek<strong>en</strong>d<br />

AGIKO nb nb nb nb 50% 50% 10 onbek<strong>en</strong>d<br />

MS nb nb nb nb 50% 50% 24 onbek<strong>en</strong>d<br />

UMS nb nb nb nb 61% 39% 303 onbek<strong>en</strong>d<br />

HMS nb nb nb nb 91% 9% 34 onbek<strong>en</strong>d<br />

HHA nb nb nb nb 94% 6% 32 onbek<strong>en</strong>d<br />

Bijzonder<br />

hooglereaar<br />

nb nb nb nb 91% 9% 56 onbek<strong>en</strong>d<br />

3) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de functies binn<strong>en</strong> de drie clusters specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-Snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

aantal % totaal aantal % totaal aantal % totaal<br />

Functie vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v vrouw vrouw m/v<br />

Basisarts 0 0% 0 1 25% 4 0 0% 0<br />

AIO 70 45% 154 133 66% 202 24 44% 54<br />

AGIKO 0 0% 0 1 50% 2 4 50% 8<br />

MS 3 60% 5 8 53% 15 1 25% 4<br />

UMS 24 27% 89 75 45% 166 17 44% 39<br />

HMS 0 0% 5 21 95% 22 0 0% 5<br />

HHA 0 0% 11 1 6% 16 1 25% 4<br />

Bijzonder<br />

hoogleraar<br />

0 0% 0 5 9% 55 0 0% 0<br />

4) Overzicht verdeling vrouwelijk M/MWP over de verschill<strong>en</strong>de salarisschal<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar arbeidsduur<br />

salarisschaal<br />

% voltijd<br />

vrouw<br />

voltijd<br />

totaal<br />

%


Bijlage 2: indeling specialism<strong>en</strong> in snijd<strong>en</strong>d, niet snijd<strong>en</strong>d <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d<br />

Indeling specialism<strong>en</strong><br />

Snijd<strong>en</strong>d Niet-snijd<strong>en</strong>d Ondersteun<strong>en</strong>d<br />

Heelkunde Anesthesiologie Pathologie<br />

Cardio-thoracale Chirurgie Cardiologie Radiologie<br />

Keel-, Neus- <strong>en</strong> Oorheelkunde <strong>De</strong>rmatologie Klinische Neurofysiologie<br />

Mondheelkunde <strong>en</strong> Kaakchirurgie Interne G<strong>en</strong>eeskunde Nucleaire G<strong>en</strong>eeskunde<br />

Neurochirurgie Int<strong>en</strong>sive Care G<strong>en</strong>eeskunde Medische Microbiologie<br />

Obstetrie <strong>en</strong> Gynaecologie Kinderg<strong>en</strong>eeskunde<br />

Oogheelkunde Klinische G<strong>en</strong>etica<br />

Orthopedie Longziekt<strong>en</strong><br />

Plastische Chirurgie Maag- darm- <strong>en</strong> leverziekt<strong>en</strong><br />

U<strong>rol</strong>ogie Neu<strong>rol</strong>ogie<br />

Psychiatrie<br />

Radiotherapie<br />

Reumatologie<br />

Revalidatieg<strong>en</strong>eeskunde<br />

Klinische geriatrie<br />

Huisartsg<strong>en</strong>eeskunde<br />

Bijlage 3: In/uitstroom 2006 per salarisschaal<br />

Tabel 9: % vrouw<strong>en</strong> ingestroomd per salarisschaal in 2006 (peildatum 31 december 2006)<br />

52<br />

%<br />

vr<br />

11a A10 A11 A12 A18 MS UMS HMS HHA<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

AMC - - 50 4 53 117 0 1 - - 63 19 52 21 - - 0 2<br />

azM 52 112 67 3 0 1 - - - - 50 6 58 12 25 4 - -<br />

ErasmusMC 56 204 0 1 50 2 - - - - 37 16 42 33 - - 0 2<br />

UMCG 49 95 50 6 - - - - - - 100 7 36 39 50 2 0 1<br />

LUMC nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb<br />

Utrecht 57 168 100 7 - - - - - - 39 18 57 28 0 1 0 1<br />

Radboud nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb<br />

VUmc 60 136 0 1 - - - - 33 3 23 9 47 30 0 3 33 3<br />

UMC totaal 56 715 64 22 53 120 1 33 3 50 75 47 163 20 10 11 9<br />

Tabel 10: % vrouw<strong>en</strong> uitgestroomd per salarisschaal in 2006<br />

%<br />

vr<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

11a A10 A11 A12 A18 MS UMS HMS HHA<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

AMC - - 100 2 59 95 - - - - 65 17 35 23 0 2 - -<br />

azM 60 77 50 2 - - 34 3 0 1 25 8 50 10 0 1 0 3<br />

ErasmusMC 60 150 50 2 100 1 - - - - 52 25 38 53 0 2 0 3<br />

UMCG 53 66 0 2 - - - - - - 32 19 34 38 0 1 0 1<br />

LUMC nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb<br />

Utrecht 57 119 100 1 - - - - - - 47 17 27 37 0 2 0 1<br />

Radboud nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb nb<br />

VUmc 52 107 50 4 - - - - 0 1 55 11 30 30 0 1 0 3<br />

UMC totaal 56 519 54 13 59 96 34 3 0 2 47 97 34 191 0 9 0 11<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

%<br />

vr<br />

%<br />

vr<br />

tot<br />

m/v<br />

tot<br />

m/v


Postbus 556 • 2501 CN <strong>De</strong>n Haag • Lange Voorhout 13<br />

Telefoon (070) 376 57 27 • Telefax (070) 345 75 28<br />

www.sofokles.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!