Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De sculpturen <strong>be</strong>gonnen daarbij een <strong>be</strong>langrijke rol te<br />
spelen. De <strong>be</strong>elden waren realistische of allegorische<br />
creaties die deze gevoelens moesten weergeven,<br />
ze stimuleren en sublimeren. Parallel met de<br />
stand<strong>be</strong>eldrage in de steden, werden nu ook doden van<br />
naam in brons vereeuwigd. Ook lokale grootheden<br />
werden vlot met een portret of een ander huldeteken<br />
<strong>be</strong>dacht. Vlaanderen richtte zich hierbij grotendeels op<br />
het buitenland, vooral op Frankrijk.<br />
Voor het monument van de Gentse li<strong>be</strong>rale voorman<br />
Hippolyte Metdepenningen (1799 -1881) uit 1893,<br />
inspireerde de <strong>be</strong>eldhouwer Paul de Vigne (1843 -1901)<br />
zich in herkenbare mate op het praalgraf van<br />
Henri Regnault (1843 -1871) te Parijs, ontworpen na 1870<br />
door Henri Chapu (1833 -1891). Julien Dillens (1849 -1904)<br />
leende niet toevallig de titel "Silence de la mort" van<br />
Auguste Préaults (1810 -1879) creatie te Auxerre, voor<br />
de sculptuur die op de toegangspoort van de<br />
Sint-Gillis<strong>be</strong>graafplaats (Brussel) prijkt.<br />
aast de hoofdrol die de sculpturen speelden, werden<br />
de kerkhoven eveneens het werkterrein voor<br />
architecten. Men kan geredelijk aannemen dat alle<br />
<strong>be</strong>faamde architecten één of meer grafmonumenten<br />
ontwierpen. Het ontbreken van de strikte bouwkundige<br />
functionaliteit en de schaalreductie gaven het ontstaan<br />
aan een gans aparte "dodenarchitectuur".<br />
Ferdinand Dierkens (tl937), architect van "Ons Huis,<br />
socialistische werkersvereenigingen" op de Vrijdagmarkt<br />
te Gent (zie O.K.V. 1979, blz. 100-101), liet zijn<br />
eclectische voorkeur blijken in het Egyptisch aandoend<br />
kapelletje voor Ulric Wild op de W ester<strong>be</strong>graafplaats te<br />
Gent (1899).<br />
Louis Minard (1801-1875), fervent aanhanger van de<br />
neogotiek, ging zich voor zijn eigen grafmonument op het<br />
Campo Santo (Sint-Amands<strong>be</strong>rg) te buiten aan een<br />
vreemdsoortig ontwerp (1877). Van de <strong>be</strong>faamde art<br />
nouveau-architect Victor Horta (1861 -194 7) zijn twaalf<br />
grafmonumenten <strong>be</strong>kend, onder meer voor de families<br />
Solvay te Elsene (1894), Stern te Ukkel (1895) en Artan te<br />
Oostduinkerke (1895). De <strong>be</strong>kende art nouveau-architect<br />
Paul Hankar (1859 -1901) maakte twee ontwerpen voor<br />
Gent: het graf Hoop en een afsluiting in smeedwerk<br />
(1885). Architectonische vormen werden ruim aangewend<br />
in de entourage van de sculpturen. Het is nagenoeg<br />
onmogelijk om <strong>be</strong>ide aspecten volledig te scheiden;<br />
standaardtypes zijn dan ook moeilijk herkenbaar.<br />
Kapellen, portieken, zuilen, baldakijnen, o<strong>be</strong>lisken,<br />
siertorentjes en sarcofagen werden in eindeloze<br />
combinaties toegepast. De steenkappers gaven daarbij<br />
blijk van een schier onuitputtelijke creativiteit; klassieke<br />
vormen werden vermengd met eigen ornamenten in een<br />
eclectische stijl bij uitstek. Een duidelijke band met het<br />
verleden blijven de doodssymbolen: gevleugelde<br />
zandloper, zeis, olielamp, omgekeerde toorts en ouroboros<br />
zetten aloude christelijke tradities voort. Daarnaast<br />
verschijnen nieuwe zinne<strong>be</strong>elden, soms geïnspireerd op<br />
N<br />
De 19e eeuw. Grafmonumenten in openlucht : christelij k en profaan<br />
116<br />
de klassieke oudheid: urne, afgebroken zuil, handdruk,<br />
papaver en symbolen uit de vrijmetselarij. Het gebruik<br />
om familiewapens in te <strong>be</strong>itelen blijft tot vandaag<br />
hardnekkig voort<strong>be</strong>staan.<br />
ot slot nog een woordje over het probleem van het<br />
<strong>be</strong>houd der monumenten. Met de wet van 20 juli 1971<br />
werd een eind gesteld aan de "eeuwigdurende<br />
grondafstand". Sindsdien wordt een concessie nog voor<br />
maximaal vijftig jaar toegekend (deze termijn is weliswaar<br />
on<strong>be</strong>perkt hernieuwbaar). Alle 19e-eeuwse<br />
grafmonumenten zijn bijgevolg met verdwijning <strong>be</strong>dreigd<br />
indien niemand de hernieuwing van de concessies op zich<br />
neemt. Opzet van de wet is de aftakeling van de oude<br />
kerkhoven tegen te gaan en tevens nieuwe plaatsruimte<br />
te creëren. Men kan slechts hopen dat een voldoende<br />
aantal graven dit offensief van de tand des tijds zal<br />
doorstaan en de kerkhoven een herkenbaar <strong>be</strong>eld zullen<br />
blijven bieden van de 19e-eeuwse visie op leven en dood.<br />
T<br />
André Capiteyn,<br />
wetenschappelijk medewerker bij het Stadsarchief Gent<br />
Het praalgraf van<br />
Guido Gezelle (1830 - 1899)<br />
1906<br />
Begraafplaats van Steenbrugge,<br />
Brugge<br />
"Van het slijk daar we in geboren<br />
zijn, van het stof onzer eindelijke<br />
rustplaatse.<br />
Van het blad daar de wind mee<br />
speelt, van de blomme die<br />
uitkomt en vertorden ligt.<br />
Van den draad die de wever<br />
afsnijdt, van de wegvliedende<br />
schaduw des levens ... ".<br />
(Kerkhofblommen, 1858).